M AT R IX
JAARGANG 12 NAJAAR / 2005
KWARTA ALB L AD VA N DE TECH N I SCH E U N IVE R S ITE IT E I N DHOVE N
Invloed van plasma op levende cellen
I N G E S PR E K M E T STA ATS S ECR E TA R I S K A R I E N VA N G E N N I P AF VA LV ET TE N VE E LB E LOV E N D E G RON DSTOF B IO DI E S E L ONT WI KKE LI NG VA N MOT ION CONTROL SYSTE M E N
XBXEXLXEXI X DX X X X X
Federatieve samenwerking drie TU’s al in 2007 een feit
4
De samenwerking tussen de drie technische uni-
zich gelukkig met de brede politieke aandacht
versiteiten begint steeds meer vorm te krijgen. De
voor deze operatie. Met het opzetten van zogehe-
datum om gezamenlijk op te trekken in een fede-
ten centres of excellence hopen de TU’s de focus-
ratief verband is met drie jaar vervroegd. In het
sering van hun onderzoek op een natuurlijke wijze
voorjaar van 2007 moet de federatie een feit zijn.
te laten verlopen. De overheid heeft hier vijftig
Collegevoorzitter ing. Amandus Lundqvist prijst
miljoen euro voor beschikbaar.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Anderhalf jaar geleden presenteerden de drie technische universiteiten in de notitie ‘Slagkracht in innovatie!’ de eerste aanzetten om hun onderwijs en onderzoek doelmatiger op elkaar af te stemmen. In de tussenliggende periode is er aan de drie instellingen veel werk verzet om de toen gelanceerde plannen ook tot uitvoer te brengen. Begin juli werd op het ministerie van OC&W de gemeenschappelijke regeling van de drie TU’s ondertekend. Het stuk heeft vooral betrekking op de procedurele regels die een goede voortgang van de samenwerking moeten garanderen. Vanuit de politiek was er veel belangstelling voor deze ceremoniële gebeurtenis. Naast de ministers Van der Hoeven (OC&W) en Brinkhorst (Economische Zaken) was ook staatssecretaris Rutte aanwezig, alsmede enkele directeurengeneraal van OC&W. Ook werd afgesproken om de datum waarop het federatieve
verband een feit moet zijn, naar voren te halen. In plaats van 2010 is nu het voorjaar van 2007 de streefdatum. Volgens collegevoorzitter ing. Amandus Lundqvist is de politieke belangstelling zeer verheugend voor de drie TU’s, maar is het ook begrijpelijk dat deze kwestie zo hoog op de agenda staat bij de bewindslieden.
In het voorwoord dat vooraf gaat aan de gemeenschappelijke regeling, benadrukken de bestuurders van drie TU’s nogmaals dat men op het gebied van onderwijs en onderzoek tot de absolute top in Europa wil behoren. Daarnaast moet door het afleveren van uitstekend geschoolde ingenieurs, promovendi en ontwerpers, alsmede door het genereren van innovaties, de dynamiek en de concurrentiepositie van de Nederlandse kenniseconomie versterkt worden. Verbreding van de bacheloropleidingen en verbetering van de aansluiting tussen het voortgezet onderwijs en het hoger onderwijs zijn ook twee prominente aandachtsgebieden. In het zogeheten Voorzittersoverleg komen de drie collegevoorzitters elke maand bij elkaar om over de voortgang van gedachten te wisselen. Het voorzitterschap van dit overlegorgaan rouleert jaarlijks. Mocht het Voorzittersoverleg er niet in
Xxxxxxxx
‘Als de 3TU-federatie in 2007 zijn beslag krijgt, hebben zij dit succes nog binnen hun huidige regeertermijn weten te realiseren. Met de verkiezingen voor de deur is dat natuurlijk niet onbelangrijk’, aldus Lundqvist. Naast politiek gewin voor de betrokken bewindslieden heeft dit naar voren halen van de datum nog een bijkomend voordeel, aldus de collegevoorzitter. ‘Er zitten in 2007 dan nog mensen – onder wie ikzelf – die het proces ook in gang gezet hebben.’
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
5
XBXEXLXEXI D XXXXXX
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Op verschillende plaatsen op het TU/e-terrein werd onlangs in groepen gediscussieerd over de gewenste identiteit van de TU/e.
slagen over een zwaarwegend onderwerp tot een eensgezind standpunt te komen, dan zal een bemiddelaar gezocht worden. Vanzelfsprekend worden besluiten die betrekking hebben op de samenwerking, voor goedkeuring dan wel instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraden en Raden van Toezicht van de drie instellingen. Voor het beheer van de financiële middelen die voor de samenwerking beschikbaar komen, is een stichting in het leven geroepen.
ook voor de TU/e. Juist door onderlinge samenwerking en afstemming kunnen we op bewust gekozen terreinen een toppositie innemen, of blijven innemen. Dat is van levensbelang voor de technology hotspot Zuidoost-Nederland.’ Van Duijn, die in april van dit jaar het rectoraat overnam van prof.dr. Rutger van Santen, denkt dat dankzij het 3TU-proces de TU/e meer een eigen profiel krijgt en daarmee ook gericht de beste studenten en medewerkers uit binnen- en buitenland kan aantrekken. ‘In de wereldconcurrentie staan we op bepaalde terreinen samen sterker dan ieder voor zich.’ Voor de onvrede die mogelijk is ontstaan omdat in deze fase van de samenwerking veel tijd moet worden besteed aan praten en plannen maken, heeft hij alle begrip. ‘Iedereen besteedt zijn tijd natuurlijk liever aan onderwijs en onderzoek. Maar om te kunnen oogsten moet er eerst geploegd, gezaaid en gemest worden. Zo ook in dit geval.’
Levensbelang
Prof.dr. Hans van Duijn, rector magnificus van de TU/e, greep tijdens de opening van het academisch jaar begin september de kans om duidelijk te maken een fervent voorstander van de samenwerking te zijn. ‘Ook al is niet iedereen binnen de TU/e overtuigd van het nut en de noodzaak van federatievorming, ik ben dat wel’, zo liet hij zijn toehoorders weten. ‘Er is geen sprake van een voorbijgaande bevlieging onder tijdelijke maatschappelijke en politieke druk. De federatie van technische universiteiten is binnen twee jaar echt een feit. Er is geen weg meer terug. En dat is een goede zaak voor alle drie de TU’s. Dus
6
M
A
T
R
I
X
/
3
Vijftig miljoen
De overheid heeft inmiddels vijftig miljoen euro toegezegd om de plannen voor de focussering van het onderzoek aan de drie TU’s te ondersteunen. Dat geld
/
2
0
0
5
is afkomstig uit het Fonds Economische Structuurversterking, de zogeheten FESgelden. In het Paasakkoord is afgesproken om de hogere aardgasbaten voor een deel te gebruiken voor kennisprojecten. De toegezegde vijftig miljoen zal overigens nog niet terug te vinden zijn in de begroting die op Prinsjesdag door het kabinet wordt gepresenteerd, aldus Lundqvist. ‘Het is officieel nog niet begroot, maar al wel voor ons gereserveerd. Om dit bedrag binnen te halen moeten we in januari 2006 een plan presenteren waarin de procesgang staat beschreven om in 2007 tot een 3TUfederatie te komen. Belangrijker nog is dat we in dat plan gaan aangeven welke centres of excellence we willen gaan oprichten. In deze centres - het zullen er zo’n drie à vijf worden - gaat een bundeling plaatsvinden van het beste en meest relevante onderzoek dat Eindhoven, Delft en Twente te bieden hebben. Ze zullen qua omvang vergelijkbaar zijn met een toponderzoekschool en we plannen ze in eerste instantie voor een periode van vijf jaar. Het is bedoeling dat deze centres gedurende de jaren aan belang winnen en dat ze veel middelen binnenhalen uit de tweede en derde geldstroom. Daardoor zullen ze ook steeds meer middelen onttrekken aan
de eerste geldstroom, waardoor op een natuurlijke wijze een focussering van het onderzoek zal plaatsvinden. Op die manier ontwikkelen we nieuwe initiatieven, in plaats van vijftig miljoen euro uit te geven aan allerlei saneringsmaatregelen.’ Lundqvist kan op dit moment nog niet vertellen op welke gebieden de centres of excellence zich gaan toespitsen. ‘De drie rectores zijn daar op dit moment over in gesprek. Intern willen we er begin december uit zijn. Voor OC&W en EZ moet duidelijk zijn wat de toegevoegde waarde van deze centres is voor de BV Nederland.’ Nirict
Inmiddels is er al wel een instituut in de maak waarin Eindhoven, Delft en Twente
bestuurlijke agenda opgesteld, die aangeeft welke projecten er uitgevoerd gaan worden op het gebied van onderwijs, onderzoek, kennisvalorisatie en bedrijfsvoering. Voor elk project is een projectleider aangewezen en zijn kort de doelen omschreven. De mijlpalen en ijkpunten zijn ook vastgelegd en het budget is bepaald. Daarnaast staat duidelijk vermeld wanneer het project moet zijn afgerond. Zo moet in januari 2006 een onderzoekslandkaart zijn opgesteld, die een complete inventarisatie geeft van al het onderzoek aan de drie TU’s. Zo’n bestuurlijke agenda gaan de drie instellingen elk jaar opstellen en jaarlijks zal ook bekeken en geëvalueerd worden hoe het gesteld is met de voortgang van de projecten.
al hun inspanningen op het gebied van ictonderzoek en –toepassingen willen bundelen. Dit Netherlands Institute for Research on ICT (Nirict) is een initiatief dat vanaf de werkvloer is geïnitieerd en het heeft een omvang van ruim zeshonderd medewerkers. Doel is om van het Nirict een internationaal toonaangevend instituut te maken. Lundqvist wijst erop dat het Nirict niet automatisch zal worden omgezet tot een centre of excellence. ‘Op dit moment omvat het alles wat aan de drie instellingen op het gebied van ict-onderzoek en –innovatie wordt uitgevoerd. Daar zullen nog keuzes uit gemaakt moeten worden, willen we er ooit een centre of excellence van maken.’ Voor het academisch jaar 2005/2006 hebben de drie TU’s in juni gezamenlijk één
TU/e in de pers berichten uit landelijke en regionale bladen ‘DUITSLAND EN FRANKRIJK ZIJN
‘WE HEBBEN IN EUROPA EEN
NRC HANDELSBLAD
VEEL VERDER MET BIOBRAND-
IJZERSTERK PROGRAMMA.
van 7 juli 2005.
STOFFEN, OMDAT DIT HELPT
DAT KOMT VOORAL OMDAT
DE LANDBOUW OVEREIND TE
BRUSSEL GEMIDDELD DERTIG
HOUDEN.’
PROCENT VAN HET FUSIE-
‘WIJ VERRICHTEN TOPRE-
ONDERZOEK FINANCIERT.’
SEARCH. DAAR PAST EEN
Prof.ir. CEES DAEY
MENTALITEIT VAN EEN BEETJE
OUWENS , emeritus
Prof.dr. NIEK LOPES
hoogleraar Technologie en
CARDOZO , hoogleraar
Duurzame Ontwikkeling, in
Plasmatechnologie in het ar-
het artikel ‘Nederlands beleid
tikel ‘Enthousiast over kern-
Prof.dr.ir. HANS VAN DUIJN, rector magnificus, in
biobrandstoffen lamlendig’ in
fusie’ in de rubriek ‘Werken
het artikel ‘TU/e is imago van
DE VOLKSKRANT van 13
in Europa’ van het NRC
bescheiden ‘nerds’ meer dan
juli 2005.
HANDELSBLAD van 30
zat’ in het EINDHOVENS
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
juni 2005.
SLAPJES STUDEREN NIET BIJ’.
DAGBLAD van 6 september 2005.
‘NEW ORLEANS TOONT AAN DAT
Prof.ir. Cees Daey Ouwens
DE AMERIKAANSE OVERHEID
‘MIJN CONCLUSIE IS DAT IN-
DE ARME, ZWARTE BEVOLKING
TERVENTIES VAN DE OVERHEID
‘DE TU/e WIL GRAAG DE AAN-
AL LANG HEEFT OPGEGEVEN.’
GEMAKKELIJK KUNNEN LEIDEN
JAGER ZIJN VAN EINDHOVEN
‘IK MAAK ME ZORGEN OVER
TOT EEN VERSLECHTERING VAN
ALS EEN BRUISENDE STUDEN-
HOE DOOR DE GEMEENTE
Prof.dr. RUTH
DE KWALITEIT VAN DE ZORG EN
TENSTAD.’
WORDT OMGEGAAN MET
OLDENZIEL , hoogleraar
TOT HOGERE KOSTEN.’
ACTIVITEITEN VAN STUDENTEN
Ir. XAVIER THEUNISSEN ,
Geschiedenis der Techniek,
OP ONS TERREIN.’
in het bijzonder de relatie
Prof.dr. MAARTEN
TU/e-voorlichter, in het
tussen Europa en de VS, in
VERKERK , bijzonder
artikel ‘Eindhoven niet
Ir. HARRY ROUMEN,
het artikel ‘Deze ramp is
hoogleraar Reformatorische
student-vriendelijk’ in
secretaris van de TU/e, in het
groter dan 11 september’ in TROUW van 6 september
Wijsbegeerte, in het artikel
artikel ‘Kamperen op TU/e-
‘Manager moet niet denken
het EINDHOVENS DAGBLAD van 17 augustus
2005.
dat hij het alleen kan’ in het
2005.
CURSOR van 30 juni 2005.
M
A
T
R
terrein ter discussie’ in de
I
X
/
3
/
2
0
0
5
7
XI XNX GX EX SX PXRX EXKX X
K A R I E N VA N G E N N I P , S TA AT S S E C R E TA R I S VA N E C O N O M I S C H E Z A K E N
Karien van Gennip stimuleert het MKB kennis te gaan halen.
F OTO ’ S : B A RT VA N OV E R B E E K E
50 miljoen als TU’s samenwerking verwezenlijken Sinds twee jaar is ir. Karien van Gennip MBA staatssecretaris van Economische Zaken. In die functie houdt ze zich bezig met start-ups, de economische positie van regio’s en het toegankelijk maken van academische kennis voor het bedrijfsleven. Van Gennip: ‘Het aantal spin-offs van universiteiten is veel te laag.’ Kennisvalorisatie wordt door sommigen gezien als een derde taak van de universiteit. Bent u het daarmee eens? ‘Ja, universiteiten kunnen uit middelen van de samenleving kennis opbouwen en hebben daarom de verantwoordelijkheid om er iets van terug te geven aan die samenleving. Nederland is daar duidelijk minder goed in dan de landen om ons heen. Als je kijkt naar spin-offs uit octrooien van universiteiten, het zelf bedrijven opzetten en de overdracht van kennis naar het MKB dan is dat allemaal nog te weinig. De samenwerking met de grote bedrijven gaat over het algemeen wel goed. Maar uit onderzoeken blijkt dat het MKB achterblijft wat de toegang tot
8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
academische kennis betreft. Ik hoor dat ook uit het MKB. Daarom zijn we begonnen met de innovatievouchers. Dat was om MKB’ers te stimuleren de kennis te gaan halen, maar ook om de universiteiten te stimuleren hun kennis te delen. Daarnaast is het toch ook gewoon leuk voor een onderzoeker wanneer zijn of haar onderzoek niet alleen een goed artikel of zelfs een octrooi oplevert, maar dat er ook in een bedrijf wat mee wordt gedaan. Dat motiveert. Natuurlijk wordt onderzoek niet voor het bedrijfsleven gedaan, maar als goed onderzoek kan worden toegepast, moeten we dat doen. Als we de slag willen aangaan met landen als China, India en Brazilië, dan zullen we onze
Van Gennip: ‘De brainport Eindhoven is de enige regio in Nederland die internationaal zo hoog scoort.’
kennis moeten gebruiken. De draagkracht van onze economie wordt mede bepaald door de valorisatie van kennis uit research.’
Wat dat betreft heeft u de wind mee; want kennisvalorisatie staat bij technische universiteiten hoog op de agenda. ‘Ik ga ervan uit dat ik die wind zelf heb aangewakkerd.’
Er zijn tal van onderzoekers die het helemaal niet interesseert of hun kennis ooit in bedrijven wordt gebruikt. Zij willen goed onderzoek doen. ‘Daarom moet je dat vanuit het kabinet en vanuit colleges van bestuur stimuleren en de universiteiten op zeker moment daarop afrekenen. Stimuleren doen we door toe te staan dat geld uit de eerste geldstroom wordt gebruikt voor startende bedrijven. De volgende stap is om te bepalen hoeveel universiteiten moeten doen aan kennisvalorisatie. De vraag is natuurlijk hoe je dat moet meten, maar dat komt later.’
Hoe? ‘Door bijvoorbeeld twee jaar geleden met de start van Technopartner te zeggen dat universiteiten hun verantwoordelijkheid hebben. Als je het aantal technostarters wil vergroten, moeten de technische universiteiten aan de slag. We kunnen studenten stimuleren en coaches opleiden, maar als universiteiten tegenwerken, heeft dat geen zin.’
Heeft u zicht op de output die universiteiten nu leveren waar het gaat om het overbrengen van kennis naar bedrijven? ‘We weten dat we op het gebied van spin-offs veertig procent lager scoren dan Europese universiteiten die het wel goed doen. Dan vergelijk ik met Leuven en München. In vergelijking met Amerikaanse universiteiten lopen we helemaal achter. Het is ons doel in Europa gelijk te komen met het gemiddelde. Dat is nog een hele stap. Vervolgens weten we hoeveel octrooien er door universiteiten worden aangevraagd, maar we weten niet hoeveel van die patenten worden gebruikt door studenten of MKB’ers. Een volgende stap is dat te kwantificeren. Nu is het vooral van belang dat er bij besturen van universiteiten en hoogleraren de overtuiging ontstaat dat dit belangrijk is. En dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Daarbij geeft het aanzien en levert het geld op.’
U komt met grote regelmaat in Brabant Zuidoost. Wat is de indruk die u krijgt van de initiatieven die daar worden genomen om de regio te versterken? ‘De brainport staat echt hoog aangeschreven. Ik heb hier tal van lijstjes waar ze in de top-zoveel staan. Dat is allemaal belangrijk, maar waar het om gaat is dat de regio Eindhoven de enige in Nederland is die internationaal zo hoog scoort. Dat betekent dat je die regio moet koesteren en stimuleren om verder te gaan. Ten tweede moet je er van leren. De vraag is: wat is er in Eindhoven met de universiteit, het bedrijfsleven, de provinciale overheid en de samenwerking met buitenlandse universiteiten gebeurd? Je ziet een dynamiek naar boven. Als er een goed idee wordt ingebracht pikken mensen dat op. Er wordt een pilot gestart, wat nog meer energie geeft.’ Welke rol speelt de samenwerking tussen Eindhoven, Leuven en Aken hierin? ‘In Brussel wordt dat gezien als een voorbeeld voor Europese samenwerking. Daar hebben wij hard aan
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
9
IN GESPREK
Van Gennip: ‘De regio Zuidoost heeft als eerste aan mij een gezamenlijk programma gepresenteerd.’
‘Het is beide belangrijk. Je moet je écht op toptechnologie concentreren, want daar ligt onze concurrentiekracht. Maar tegelijkertijd staan we als Nederland nog altijd bekend als gateway to Europe. Je moet het belang daarvan voor het imago van Nederland, en dus voor het imago van Eindhoven, niet onderschatten. Wat wij verdienen aan logistiek is ook enorm. Je moet nooit je geld investeren in één aandeel. Dat geldt ook voor de economie. We moeten meer pijlen op onze boog hebben.’
meegewerkt door in elke speech in Brussel de driehoek te noemen. Daarbij melden we de samenwerking aan voor pilotprojecten. Dat geeft een dynamiek die goede researchers aantrekt en overheden stimuleert om een volgende convenant uit te werken.’ Op welke manier is die dynamiek zichtbaar? ‘Mensen zoeken naar oplossingen in plaats van in problemen te denken. Ik herinner me van twee jaar geleden dat partijen allemaal een andere visie hadden en niet met elkaar wilden samenwerken. Nu slaan ze de handen ineen.’ Het is opvallend hoe overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen in Eindhoven met één mond spreken. Klinkt eensgezindheid harder in Den Haag? ‘Zeker, Nederland is in het regionaal economische beleid opgedeeld in zes regio’s en Zuidoost heeft als eerste aan mij een gezamenlijk programma gepresenteerd. Daar zat de burgemeester van Eindhoven, daar zat Philips, daar zat de universiteit. Dat zijn mensen die samen hun prioriteiten kunnen stellen en duidelijk weten waar ze naartoe willen.’ U doelt op Amandus Lundqvist (TU/e), Harrie Hendriks (Philips) en Alexander Sakkers (burgemeester Eindhoven) die eensgezind naar buiten treden. Is dat écht bepalend voor de economische impulsen uit Den Haag? ‘Daar zijn ze mede van afhankelijk. Het is prettig als mensen het goed kunnen vinden, maar als ze bovenal samenwerken en samen aan hetzelfde werken, dan geeft dat vertrouwen in Den Haag en Brussel om iets te financieren. Als ik in een regio kom en elke wethouder, elk bedrijf en elke Kamer van Koophandel geeft mij een andere top-tien van prioriteiten dan kan ik daar niks mee. Vervolgens vraag ik die mensen of ze samen een top-vijf kunnen maken. Als dat weer niet lukt, kan ik niet veel doen.’ Toptechnologie zoals die rond Eindhoven is geconcentreerd heeft een enorme toegevoegde waarde. Moeten we ons in Nederland nog wel bezighouden met transport en bijvoorbeeld een haven in Rotterdam?
1 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Universiteiten worden geacht te concurreren. Maar met wíe moeten ze concurreren? ‘De Nederlandse universiteiten moeten gezamenlijk concurreren met buitenlandse universiteiten. Niet al het onderzoek en onderwijs aan alle universiteiten doen, maar focusseren. Ze moeten elk hun sterktes uitbouwen, want je kunt niet in alles goed zijn. Het is daarom van groot belang dat de samenwerking tussen de technische universiteiten van de grond gaat komen.’ U zegt ‘gaat komen’. Bent u nog niet tevreden? ‘Ik vind dat het nog wel wat daadkrachtiger mag en met wat meer snelheid.’ Stuurt de regering aan op een fusie tussen de universiteiten? ‘De eerste stappen zijn gezet. Vervolgens kun je praten over welk organisatiemodel je wilt, maar je kunt met verschillende organisatiemodellen hetzelfde doel nastreven en op hetzelfde punt uitkomen. Of je een federatie bent of je hebt één college van bestuur; mensen moeten gaan samenwerken en zorgen dat er niet twee dezelfde laboratoria op verschillende plaatsen staan. De samenwerking moet vooral op de werkvloer gaan plaatsvinden. Daar moet snelheid inkomen.’ Is het uiteindelijk niet veel te duur om op drie universiteiten drie besturen met hun staf te betalen, terwijl ze uiteindelijk één TU moeten worden? ‘Dat moet je als volgende stap zeker niet uitsluiten. En als het de enige manier is om de samenwerking te realiseren, dan wordt een fusie een onafwendbare stap. Maar voor die tijd is er van alles te doen. Je moet de samenwerking niet uitstellen tot je het meest optimale organisatiemodel hebt.’ Onlangs is voor de TU’s vijftig miljoen gereserveerd om de samenwerking te versnellen. Stond daar in de kleine lettertjes van de overeenkomst nog iets over een fusie? ‘Het idee achter dat geld is het volgende: het kabinet is best bereid mee te betalen aan samenwerking, maar die moet dan wel inhoudelijk, snel en daadkrachtig tot stand komen. Dat geld komt alleen als er goeie plannen komen die worden verwezenlijkt.’
bedrijfsleven nieuws ONTBIJTSESSIES De TU/e wil ondernemers in de regio informeren F OTO : B A RT VA N N OV E R B E E K E
over actuele en toekomstige technologische ontwikkelingen en daarmee de kennis dichter bij de ondernemer brengen. Samen met Kennispoort organiseert de TU/e daarom de zogenaamde ontbijtsessies met laboratoriumbezoeken. Een
Ontbijtsessie bij de faculteit
ontbijtsessie start met een ontbijt om 7.45 uur
Scheikundige
en eindigt om 10.30 uur. Aanmelden kan via de
Technologie in
website van de TU/e, www.tue.nl, klik op ‘onder-
juni jongstleden.
nemen’ en kijk onder ‘nieuws en actueel’ of via de site van Kennispoort, www.kennispoort.nl. U ontvangt tijdig een bevestiging van uw komst met
voldoen om in samenwerking met grote automo-
United Brains, een samenwerking
details over het desbetreffende programma.
tive bedrijven nieuwe producten en technologieën
tussen de TU/e, TNO, ROC Eindhoven en Fontys,
In de agenda op pagina 51 vindt u een overzicht
te ontwikkelen. Een van de sprekers is gedepu-
terecht. Zij werken nu gezamenlijk een opdracht
van de verschillende ontbijtsessies die plaatsvin-
teerde-EZ van Limburg, Martin Eurlings. Hij zal
uit van twee houten verkeersbruggen bij Sneek
den tussen oktober en december 2005.
ingaan op de activiteiten die worden ontplooid
die over de nieuw aan te leggen A7 moeten
om de automotive kennis in de Euregio in kaart
komen. Een uniek project, omdat voor het eerst
te brengen en de samenwerking te intensiveren.
in Nederland hout in deze dimensies voor een
Tijdens het symposium zal voor de eerste keer de
brug wordt toegepast. Rijkswaterstaat en ge-
Automotive Innovation Award worden uitgereikt
meente Sneek eisen hier een bepaalde vorm van
Philips, ASML en ASM-I willen een `Pole de
aan het bedrijf dat in de afgelopen periode de
duurzaamheid en sterkte. Om dit te kunnen rea-
Competitivité` oprichten voor nanotechnologie.
beste automotive innovatie heeft gepresenteerd.
liseren, wil dit team het hout van deze bruggen
Het gaat om een geïntegreerd R&D-programma
Deelname aan het symposium is gratis. Meer in-
mogelijk behandelen met een nieuw procedé.
voor embedded software en micro- en nanotech-
formatie vindt u op www.atcentre.nl.
Teneinde de duurzaamheid en vormstabiliteit
MICRO-EN NANOTECHNOLOGIE
nologie, dat in 2007 van start gaat en waarvoor
van hout te verhogen, kan hout geacetyleerd
tot 2011 een investering van 5,5 miljard euro nodig is. Van die 5,5 miljard moet 750 miljoen euro van publiek geld komen, waarvan 120 mil-
worden. Acetyleren is een vorm van chemische behandeling van het materiaal. Het is echter
INNOVATIEVOUCHER BOUWT BRUG
nog niet bekend, wat de invloed van acetyleren
joen uit Brussel. De drie bedrijven hebben hier-
op de constructieve eigenschappen is. Behoudt
voor een voorstel ingediend bij het ministerie van
In maart zijn door het ministerie van Economische
het hout zijn stevigheid of verliest het door het
Economische Zaken. In het kader van het pro-
Zaken vierhonderd innovatievouchers toegekend
acetyleren zijn sterkte? Wat gebeurt er indien dit
gramma zullen Philips, ASML en ASM-I intensief
aan bedrijven die concrete innovatieplannen
hout wordt gelamineerd? Vragen die prof.dr.ir.
samenwerken op het gebied van R&D naar halfge-
hadden ingediend. Honderd van deze vouchers
André Jorissen van de faculteit Bouwkunde van
leiders en hun toepassing. Daarin zullen ook
zijn gegaan naar samenwerkingsverbanden
de TU/e gaat beantwoorden. Pakt het onderzoek
onder meer de TU/e, TNO, IMEC, het Embedded
van bedrijven. Achterbosch Architectuur uit
positief uit, dan zijn er voor de opdrachtgevers
Systemes Institute en de bedrijven op de High
Leeuwarden, Onix uit Groningen en H.E. Lüning
veel toepassingsmogelijkheden. Hebt u ook een
Tech Campus Eindhoven deelnemen. Het pro-
Adviesbureau voor technische houtconstructies
kennisvraag: neem vrijblijvend contact op met
gramma zal bestaan uit twee delen, `More Moore`
BV uit Doetinchem kwamen met hun gezamen-
de TU/e via United Brains: 040 247 28 94 of vul
en `More than Moore`. Het eerste bestaat uit ver-
lijke - door EZ gehonoreerde - ken-nisvraag bij
het vragenformulier in op www.unitedbrains.nl.
dergaande verkleining en versnelling van chips, het tweede richt zich op de toepassing van nanotechnologie in een nieuwe generatie apparatuur.
Ondernemen en Technologie ATC JAARSYMPOSIUM
INNOVATIE EN DE MENSELIJKE FACTOR
Op 13 oktober zal het ATC (Automotive Technology
Jaarlijks organiseert de TU/e de lezingenreeks ‘Ondernemen en technologie’, bedoeld voor mensen van het bedrijfsleven. De lezingen vinden plaats in de vergaderzaal van Kennispoort, aan de rand van de campus en beginnen om 17.00 uur. Voor meer informatie: www.tue.nl/ activiteitenvoorondernemers. Daaronder vindt u een overzicht van de lezingen die in het collegejaar 2005/2006 gegeven worden. Op 20 oktober geeft prof.dr.ir. Erik Fledderus een lezing met als titel ‘Innovatie en de menselijke factor’ waarbij hij in gaat op de methode die hij met TNO ICT ontwikkelde om een innovatieversnelling teweeg te brengen.
Centre) jaarsymposium 2005 plaatsvinden op de High Tech Campus in Eindhoven. Het thema van de middag is ‘Grenzeloze innovatie, technologieen productontwikkeling met grote automotive bedrijven’. Tijdens de middag zal door vertegenwoordigers van een autoproducent en een toeleverancier worden ingegaan op de vraag aan welke eisen en voorwaarden een toeleverancier moet
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
1 1
XOXNX DX EX RXW XX I JXSX X
Onderwijs over
de landsgrenzen Met het vizier gericht op de buitenwereld gaat de TU/e tal van samenwerkingen aan met buitenlandse universiteiten. Soms voor
is gegaan met de eerste zestig studenten. Uiteindelijk moeten het er duizend worden.
gezamenlijk onderzoek, soms voor de uitwisseling van studenten en soms zet de universiteit hele faculteiten op en participeert het in onderwijs. Drie voorbeelden van onderwijs over de landsgrenzen. In Shenyang, een miljoenenstad in het noordoosten van China, is onlangs op de universiteitscampus een gebouw volledig gestript en van de grond af opgebouwd. Honderden arbeiders werkten zich drie slagen in de rondte om de nieuwe faculteit klaar te maken voor de start van het academisch jaar. En het resultaat is verbluffend. ‘Het ziet er prachtig uit. Echt tiptop in orde’, zegt prof.dr.ir. Bart ter Haar Romeny, werkzaam aan de faculteit Biomedische Technologie waar hij leiding geeft aan de groep Image Analysis and Interpretation. De hoogleraar was onlangs in China om te helpen bij de faculteit Biomedische Technologie die in het Aziatisch land als een kopie van de Eindhovense opleiding wordt ingericht. Het gaat om een volledige opleiding, bachelor en master, waarbij de bachelor in het Chinees gegeven wordt. De master daarentegen wordt in het Engels gegeven en daarbij zijn docenten van de TU/e
betrokken. De contacten met China verliepen in eerste instantie via Philips Medical Systems. Het bedrijf wilde het enorme potentieel aan klanten in China benutten en heeft om die reden een meerderheidsbelang genomen in Neusoft, een Chinese firma in de medische hoek. NEU staat voor Northeastern University, de universiteit van Shenyang waar vijftigduizend studenten aan zijn verbonden. De situatie van de TU/e met Philips Medical Systems in Best lijkt sterk op de situatie in China met de universiteit en Neusoft. Philips heeft in China behoefte aan goede researchers voor haar fabrieken en die zijn er op dit moment niet voldoende. Om die reden zijn er contacten geweest tussen Philips Medical Systems en de rector van de TU/e. Het idee was om een kopie van de BMT-opleiding van de TU/e te maken en die in China op poten te zetten. Het resultaat is dat de nieuwe faculteit in China in september van dit jaar van start
F OTO ’ S : B A RT T E R H A A R R O M E N Y
Een student in Shenyang laat een kleine robot bewegen door elektrische signalen vanuit zijn hoofd.
1 2
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Ontwerpgericht onderwijs
In principe is het hele curriculum van Eindhoven overgenomen, maar wel in een Chinees jasje, zegt Ter Haar Romeny: ‘De studenten krijgen ook typisch Chinese vakken als politiek en lichamelijk opvoeding. Daarbij kennen ze geen ontwerpgericht onderwijs. We hebben ze ervan verteld en ze zijn er zeer enthousiast over. Het gaat nu een belangrijke plaats innemen in het onderwijs. Dat vraagt nogal wat, omdat studenten daar erg volgzaam zijn.’ In de opleiding komen twee onderwijslijnen: medical imaging equipement & analyses en bio-informatica. Op deze gebieden gaan Ter Haar Romeny en zijn collega prof.dr. Peter Hilbers gastcolleges geven. Hilbers verwacht een heel ander type student in de collegebanken aan te treffen dan hij in Eindhoven gewend is: ‘Van oudsher schrijft de Chinese staat alles voor, al zit het land nu in een overgangsfase. Chinese studenten zullen een docent nooit tegenspreken ook al weten ze dat ze gelijk hebben. Je kunt een Chinese student ook niet vragen of ze een goede afstudeerdocent hebben. Natuurlijk hebben ze dat, die zijn altijd en allemaal goed.’ Studenten zijn in China meer gericht op absorptie, terwijl interactie ontbreekt. Hilbers wil dat doorbreken en verwacht dat hij met een open houding veel kan bereiken. Een andere eigenschap van Chinese studenten is dat ze tijd noch moeite besparen om goede resultaten te behalen. Dat is zeker een voordeel, meent Hilbers, maar: ‘er is creativiteit nodig om tot goede oplossingen te komen en dat proces is maar voor een klein deel afhankelijk van tijd en energie. In de eerste jaren kun je met hard werken ver komen, later is er meer nodig.’ In de afspraken met de Chinese faculteit is voor twintig jaar vastgelegd dat vijf procent van de onderwijsactiviteiten in China zal worden ingevuld door de TU/e. Het grootste deel van dat percentage zal bestaan uit
Chinese top-studenten die na hun bacheloropleiding naar Eindhoven komen om een master te volgen en een aansluitende PhD-opleiding. Deze studenten moeten uiteindelijk in Shenyang het onderwijs gaan verzorgen. Zij worden ook opgeleid om mogelijk de staf van de nieuwe faculteit in China te worden. Nieuwe researchpartner
De docenten die nu nodig zijn komen van Neusoft, een groot bedrijf met duizenden werknemers en vele researchers. Volgens Ter Haar Romeny zijn dit mensen van een ‘behoorlijk niveau’. ‘Zij hebben hun opleiding elders in de wereld gedaan. Maar er wordt ook nog nationaal en internationaal geworven voor hoogleraren. Dat is belangrijk, want zij moeten de kar trekken en de kwaliteit van de opleiding waarborgen. Het is nu nog lastig omdat mensen liever in de zuidelijke steden wonen. Voordeel is dat het leven in Shenyang goedkoper is. Ze willen dus met goede salarissen de juiste mensen te krijgen. Die professoren moeten er een goed laboratorium van maken, wat weer goede studenten aantrekt.’ Uiteraard heeft de TU/e met Shenyang een nieuwe researchpartner. ‘We hebben natuurlijk over de hele wereld partners’, zegt ter Haar Romeny. ‘Maar nu komt er één bij
waarbij we ook nog richting kunnen geven aan het onderzoek. Dat is heel mooi. Voor mijn vakgebied, het medical image analysis, geldt dat men daarmee in China aan de slag gaat.’ Om studenten van de faculteiten met elkaar kennis te laten maken gaat de studievereniging van BMT binnenkort naar China, waarbij ze zeker een bezoek brengen aan de nieuwe faculteit in Shenyang. Gedurende een dag gaan de studenten praten over hun opleiding en het studentenleven.
De campus van de Northeastern University in Shenyang.
van de TU/e. Volgens Van Schijndel moet onderwijs op het gebied van duurzame energie internationaal worden opgezet, aangezien het een globaal probleem is. ‘Als je wilt bouwen aan duurzame energie heb je binnen het bedrijfsleven en de overheid in bijvoorbeeld India mensen nodig die deze technologie begrijpen en kunnen toepassen. Het doel van deze bachelor die we in India opzetten, is het opleiden van mensen die meteen aan de slag kunnen met het ontwerpen, bouwen en optimaliseren van technologie voor duurzame energie.’ Volgens de medewerker van TDO is het onderwijs aan het instituut in India al erg goed, maar moet het op een hoger plan gebracht worden. Dat is van belang voor de TU/e aangezien de universiteit geïnteresseerd is in studenten die na de bachelor in India probleemloos kunnen instromen in de master in Eindhoven. Vanaf oktober dit jaar gaan TU/e docenten naar Vellore om te helpen met het samenstellen van het curriculum en om gastcolleges te geven.
TDO
Een andere samenwerking is die met het Vellore Institute of Technology (VIT), een privé-universiteit in zuidoost India, nabij Bangelore. Dr.ir. Lex Lemmens (eindverantwoordelijk voor het project) en ir. Patrick van Schijndel van het Centrum TDO (technologie voor duurzame ontwikkeling) gingen begin dit jaar op bezoek bij VIT voor de start van een programma tussen VIT, IIT (Indian Institute of Technology) Delhi, de TU/e en het Solar Institute Jülich in Duitsland. Onderwerp van deze samenwerking is het opzetten van een BSc-studie ‘duurzame energie technologie’. Deze moet toegang geven tot de mastertrack Sustainable Energy Technology
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
1 3
ONDERWIJS hergebruikt voor bewatering van de campus. Afval wordt gesorteerd afgevoerd wat uiteindelijk geld oplevert. De rector wil nu de verdere omgeving herbeplanten. ‘Als ze dat doen met tropische energiegewassen is het mogelijk om alle auto’s van het instituut op eigen biodiesel te laten rijden.’ Van Schijndel was onder de indruk van de moderne opzet van de VIT campus en het onderzoek: ‘Twee voorbeelden van onderzoek naar duurzame energie opwekking zijn een 10 kW Stirling motor aangedreven door zonlicht via een paraboolspiegel en een 100 kW downdraft biomassavergasser met gasmotor.’
De samenwerking wordt gefinancierd uit een subsidieprogramma van de EU: Asialink. ‘Samenwerking is nog niet zo simpel’, zegt Van Schijndel. ‘De regels voor EU-projecten stroken niet altijd met de manier van werken in India. Het is wel een voordeel dat we met een privé-instituut samenwerken.’ Zonnepanelen
Met het instituut in Vellore denkt TDO een goede partner in onderzoek te hebben. Ook de locatie in India heeft voordelen voor TDO, omdat het er zonnig en heet is. ‘Het is bijvoorbeeld interessant om er duurproeven met zonnepanelen uit te voeren; zoiets is daar veel makkelijker dan in ons Nederlandse klimaat’, zegt Van Schijndel. VIT is ook erg ver op duurzaamheidgebied. Afvalwater wordt ter plekke gereinigd en
Singapore
De jonge faculteit Industrial Design van de TU/e heeft ook nauwe banden met instellingen in het buitenland. De TU/e en de
National University of Singapore (NUS) hebben op de campus van de NUS een gezamenlijk instituut voor onderwijs en onderzoek op het gebied van technologisch ontwerpen. Dit ‘Design Technology Institute’ (DTI) biedt in nauwe samenwerking met de moderne ontwerpindustrie in Singapore tweejarige postacademische opleidingen aan. Ook voert het onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten uit voor diezelfde industrie. De Ministeries van Onderwijs en Economische Zaken van Singapore hebben het instituut indertijd voor vijf jaar een subsidie toegekend van in totaal ruim dertig miljoen gulden. Op de campus van TU/e is ook een vestiging van het Design Technology Institute (DTI). De samenwerking met de NUS beslaat inmiddels de faculteiten Technologie Management, Elektrotechniek en Industrial Design.
0p stage ervaringen van een TU/e-student in het buitenland
Waterkrachtinstallaties en diplomatie In het binnenland van Suriname bestudeert Miguel Alvares de mogelijkheid van het aanleggen van micro waterkracht projecten ten behoeve van de stroomopwekking.
1 4 2
Alvares in Suriname
Alvares doet Technology Develop-
een schaars goed in deze voor-
en politieke factoren meeneemt.
Zo kreeg ik de kans mijn ouders
ment Studies bij Technologische
malige kolonie van Nederland:
Ik voer dit onderzoek hoofdza-
en zus weer voor langere tijd te
Innovatievatiewetenschappen
het stroomnet loopt alleen door
kelijk uit aan de hand van een
zien.
(het vroegere Techniek en Maat-
de kustvlakte, en vanwege de
MWK-project bij het indianendorp
Ik heb tot nu toe enorm genoten
schappij). ‘Suriname was in au-
vervoersproblemen is diesel voor
Palumeu, diep in het Surinaamse
van mijn stage. Als ik dit schrijf
gustus nog in het nieuws vanwege
een generator erg duur. Om in het
binnenland.
heb ik nog twee maanden te gaan.
de verkiezingen. Een van de altijd
binnenland toch aan elektriciteit
terugkerende campagnepunten
te kunnen komen bekijkt men nu
Diplomatiek
hier zelf ben opgegroeid - me
tijdens de verkiezingsperiode be-
de mogelijkheid van het aanleg-
Mijn afstudeerstage loop ik via
wel moeten aanpassen aan het
trof de energievoorzieningen in het
gen van micro waterkracht pro-
de Anton de Kom Universiteit
werken hier. Extreme weersom-
binnenland. Het binnenland van
jecten (MWK) ten behoeve van
in Paramaribo omdat men zich
standigheden in de vorm van hitte
Suriname is vier keer zo groot als
de stroomopwekking. Mijn afstu-
aan deze universiteit bezighield
of zware regenval kunnen grote
Nederland, bijna compleet begroeid
deerstage richt zich op het ont-
met het voornoemde MWK-pro-
invloed hebben op je functioneren
met tropisch oerwoud en wordt
werpen en testen van een model
ject. Ik stuurde een mail naar
hier. De gemeenschap is heel
bewoond door minder mensen
dat gebruikt kan worden om de
de coördinator van de richting
klein, wat werken soms tot een
dan er in Eindhoven wonen. Om
haalbaarheid van zo’n project
Elektrotechniek, die heel enthou-
diplomatieke krachttoer maakt.
er te komen kun je vliegen - wat
te bepalen. Bedoeling is dat het
siast reageerde. Eind maart kon
Toch ervaar ik dit meer als leer-
veel geld kost, of je kunt je door
model heel breed wordt en dat
ik naar Suriname vertrekken. Voor
zaam dan als lastig.
de binnenlandse bewoners in hun
het naast de gebruikelijke techni-
mij was dit een buitenkans. Ik ben
Ik hoop dat dit afstudeeronder-
boten de rivier op laten vervoeren
sche en financiële aspecten ook
namelijk in Suriname geboren en
zoek een steentje bijdraagt aan de
- wat veel tijd kost. Elektriciteit is
sociologische, organisatorische
tot mijn achttiende opgegroeid.
ontwikkeling van het binnenland.’
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Ik heb - ondanks het feit dat ik
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
onderwijs nieuws SCHOLIER KAN ‘TECHNOMILES’ SPAREN
Zeven van de acht
Scholieren die meedoen aan activiteiten in de
studenten die hun
techniek, zowel op school als daarbuiten, kun-
Master-of-Science-
nen straks technomiles sparen. Die zijn te ver-
diploma van de faculteit
zilveren voor mp3-spelers, computerspellen en
Wiskunde & Informatica
andere elektronische hebbedingetjes.
onlangs ontvingen.
In januari 2006 gaat een proef met een smartcard van start in de regio Eindhoven. Die is gericht op leerlingen van HAVO 4 en 5 en 3, 4 en 5 VWO. Het Platform Bèta Techniek wil jonge-
Informatica en Technische Bedrijfskunde want
ALLEREERSTE MASTERS WISKUNDE & INFORMATICA
beiden zijn verantwoordelijk voor deze eer-
ren zo enthousiast maken voor een technische
ste gezamenlijke masteropleiding. Twee jaar
opleiding aan de hogeschool of universiteit.
De allereerste masters na de invoering van
geleden begonnen de eerste studenten aan
Om technomiles te verzamelen, kunnen scho-
het bachelor-masterstelsel hebben afgelopen
BIS. Van deze pioniers kon Jiang Zhang de titel
lieren bijvoorbeeld meedoen aan de ‘Efteling
dinsdag hun diploma uitgereikt gekregen van
van Master of Science in ontvangst nemen. De
Experience’, waarbij ze de techniek en natuur-
de Engelstalige opleidingen van Wiskunde &
trotse Zhang ronde als enige de studie in twee
kunde van de attracties bekijken. Ze kunnen
Informatica. Hieronder ook de primeur voor
jaar succesvol af. Zhang wil zo snel mogelijk
een kijkje nemen in de keuken van bedrijven
het masterdiploma van de opleiding Business
weer terug naar zijn thuisland China, maar niet
als Philips of ASML, of meedoen aan de open
Information Systems (BIS). Een bijzonder
voor hij de postdoctorale ontwerpersopleiding
dagen van de TU/e.
moment voor de faculteiten Wiskunde &
Software Technology heeft afgerond.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
1 5
ONDERZOEK
Plasma wordt veel gebruikt bij de bestrijding van bacteriën, maar op menselijke cellen is het nauwelijks getest. Daarom zijn enkele wetenschappers van de faculteit Biomedische Technologie (BMT) begonnen met onderzoek naar de werking van plasma op levende cellen. En de resultaten zijn verbluffend. Met behulp van de plasmanaald, een vinding van de TU/e, kan de wijze van opereren in de toekomst wel eens drastisch veranderen. Het geheim? Doe het zoals het lichaam het zelf doet, en voorkom dat wonden gaan ontsteken en littekens ontstaan.
Plasma: opereren als het lichaam zelf Dr.ir. Eva Stoffels-Adamowicz, universitair docent van de faculteit BMT, wist van biologen dat dankzij een mysterieus mechanisme kankercellen met plasma gedood kunnen worden. Het mysterie is een mechanisme van uitgesteld cellen doden. Cellen plegen een soort zelfmoord, waardoor het weefsel rond de cellen niet gaat ontsteken en geen littekens geeft. Het lichaam weet niet dat er cellen doodgaan en geeft dus geen reactie. Je bootst eigenlijk de manier waarop het lichaam het doet na. Littekens ontstaan wanneer het lichaam de wond op een snelle, niet nette manier repareert.
1 6
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Terwijl de onderzoekers hiermee bezig waren, kwamen ze iets tegen wat nog interessanter was. ‘Wanneer je cellen kweekt, hechten ze aan het kweekbakje en ze hechten aan elkaar’, legt ir. Ingrid Kieft uit. Ze is AIO bij BMT en is de afgelopen drie jaar bezig geweest met onderzoek op levend weefsel. ‘Zodra je een laagje cellen met plasma behandelt, verbreken de verbindingen tussen de cellen en het bakje en de cellen onderling. Maar het bleek dat de cellen nog in leven zijn en nog wel de hechtingsmoleculen kunnen maken. Als je ze in een ander bakje legt en wat te eten geeft, gaan ze weer hechten.’ De dosis plasma
Plasma: In de natuurkunde wordt onder plasma een fase verstaan waarin de deeltjes van een stof in meer of mindere mate geïoniseerd zijn. Vaak wordt plasma de vierde aggregatietoestand genoemd, naast vast, vloeibaar en gas. In de normale gasfase bevat elk atoom een gelijk aantal positief en negatief geladen deeltjes. De positieve lading bevindt zich in de kern en de negatief geladen elektronen eromheen maken het geheel neutraal. Bij plasma zijn sommige atomen als gevolg van temperatuursverhoging of andere toegevoegde energievormen een of meer elektronen kwijtgeraakt. De losgeslagen elektronen bewegen zich vrij door de ruimte en de achtergebleven kern (met de overgebleven elektronen) is geïoniseerd. Wanneer voldoende atomen geïoniseerd zijn om het elektrische karakter van het gas merkbaar te veranderen, spreekt men van plasma. Deze aggregatietoestand wordt ook wel gasontlading genoemd en komt zeer veel voor in de natuur: 99 procent van de ons bekende massa in het heelal bestaat uit plasma. Afhankelijk van het soort atomen, de verhouding tussen de aantallen geïoniseerde en neutrale atomen en de energie van de deeltjes, zijn er vele soorten plasma te onderscheiden, met elk hun eigen karakteristieken. Omdat plasma elektriciteit geleidt, op veranderingen in elektrische en magnetische velden reageert, en chemische reacties kan versnellen, zijn er vele toepassingsmogelijkheden.
Van boven naar beneden: Drie microscopische opnames van cellen, behandeld met een plasma met een vermogen van 0.1 W. Na plasmabehandeling laten de cellen los van het oppervlak (bovenste foto). Na enige tijd hechten de cellen weer aan (middelste en onderste foto).
bepaalt of de cellen alleen maar loslaten of dat ze doodgaan. Bij een lage dosis plasma laten ze los en bij een hogere dosis gaan ze uiteindelijk kapot. De promovenda deed testen op verschillende typen cellen en alle onderzochte cellen lieten op dezelfde manier los. De onderzoekers kunnen daarmee heel lokaal zieke, overbodige of kwaadaardige cellen uit een weefsel weghalen. Maar ze kunnen er ook cellen mee uit het lichaam halen om onderzoek mee te doen. Bijvoorbeeld voor onderzoek met stamcellen. Stoffels-Adamowicz: ‘We kunnen hiermee kankercellen verwijderen, en misschien ook littekens. Het zou zelfs kunnen betekenen dat je een huidlaag behandelt met plasma waardoor de laag loslaat. Je kunt dan onder de laag opereren, eventueel met een heel klein sneetje, zonder dat het lichaam in de gaten heeft dat er iets aan de hand is. Dat betekent dat je na de operatie geen littekens of ontstekingen krijgt. Maar ook is de operatie pijnloos omdat je de zenuwcellen intact laat. Na de operatie kunnen de onthechte cellen weer snel hechten omdat ze nog in leven zijn.’ Kieft: ‘We zijn nog aan het spelen met de samenstelling van het plasma om de werking te optimaliseren. Je moet de naald op een afstand van één tot twee millimeter van
de cellen houden, maar we hebben natuurlijk een opstelling waarmee we dat precies kunnen vaststellen’. Plasmanaald
Aan de basis van het onderzoek staat de plasmanaald, een naald van acht centimeter. Langs de naald stroomt een edelgas, helium in dit geval. Wanneer er spanning op wordt gezet, ontstaat een lichtbolletje dat plasma heet. Dat is een geïoniseerd gas. Er zitten elektronen, ionen en radicalen in. Het zendt gewoon licht en UV-licht uit. Het geeft chemische reacties, maar het is niet heet. De temperatuur is niet veel hoger dan kamertemperatuur. Daarom kan plasma worden gebruikt voor medische toepassingen. De naald heeft weinig vermogen nodig en het is een gecontroleerde puntontlading onder atmosferische druk. De naald is op dit moment alleen bij de faculteit BMT in gebruik. Stoffels-Adamowicz: ‘We wisten uit onderzoek dat plasma bacteriën kan doden. Dat wordt toegepast in bijvoorbeeld luchtfilters, maar het was nog niet in of op het lichaam geprobeerd, omdat andere plasma’s daarvoor te heet zijn. Nu we een koude en flexibele versie hebben, kunnen we gaan onderzoeken welke effecten dit heeft op levende
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
1 7
ONDERZOEK
Ir. Ingrid Kieft is in september gepromoveerd voor onderzoek naar levend weefsel.
weefsels. Dan kun je bijvoorbeeld in geïnfecteerde wonden bacteriën doden. Maar er is nog een andere belangrijke toepassing. Plasma is geïoniseerd gas en gas wil alle ruimte vullen die het tot zijn beschikking heeft. We kunnen het dus in kleine gaatjes stoppen zoals bij de bestrijding van bacteriën in gaatjes in tanden’. Cariës
Het onderzoek naar de behandeling van bacteriën in de mond met plasma wordt gedaan door ir. Raymond Sladek, evenals Kieft promovendus aan de faculteit BMT. Sladek richt zich op het doden van bacteriën in tanden. ‘Ik heb gekeken naar het voorkomen van cariës. Ik ben begonnen met onderzoek op de colibacterie, omdat die heel eenvoudig te kweken en te behandelen is. Daaruit heb ik kennis gekregen over hoe lang en op welke afstand ik de bacterie moet behandelen om hem te doden.’ Cariës ontstaat door verschillende bacteriën en de behandeling daarvan is dus ingewikkelder. ‘Dat heb ik in Amsterdam bij een tandheelkundig laboratorium onderzocht. Ook heb ik onderzoek gedaan naar lagen van verschillende soorten bacteriën op elkaar, de zogenaamde biofilms. Tandplak is een biofilm die tandglazuur aantast en dus gaatjes veroorzaakt. Dat onderzoek deed ik in Nieuw Zeeland bij de dental research group. Zij hebben een kunstmatig model van de mond. Dat is uniek in de wereld, daarom ben ik daar naartoe gegaan. Het bleek lastig om tandplak te behandelen. De radicalen van de plasma reageren op het eerste dat ze tegenkomen en dringen dus niet zo ver door. De bovenste laag is te behandelen, maar daaronder gebeurt niet veel. Op dit moment doen we vervolgonderzoek naar tandplak en welke bacteriën reageren op plasma.’ Stoffels-Adamowicz: ‘Een andere behandeling is die van
1 8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
een gaatje, waar nauwelijks sprake is van een dikke biofilm. Daar moet je in feite in een gat een aantal bacteriën verwijderen. Nu boort een tandarts een gat waarmee ook de bacteriën worden verwijderd. Daarbij wordt echter een groot stuk van de tand kapotgemaakt. Dat is zonde. We hebben de hoop dat we bacteriën uit gaatjes kunnen verwijderen zonder de tand verder te beschadigen’. ‘We gaan nu ook onderzoek doen naar operaties in bloedvaten. Plasma zou dan in een katheter in het lichaam gebracht moeten worden om daar aan het werk te gaan. Het prototype voor het katheter is in ontwikkeling’, zegt Stoffels-Adamowicz. Bedrijfsleven
De behandeling met plasma is nog in de eerste fase en bedrijven staan nog niet aan de deur te kloppen om producten af te nemen of te participeren in het onderzoek. Wel hebben twee toekomstig ingenieurs van de TU/e een bedrijfsplan gemaakt om in de toekomst de plasmanaalden en katheters te verkopen. Onderzoeksinstellingen zijn de beoogde klanten. Dat het verkopen van de plasmanaald een succes kan worden, lijdt volgens de onderzoekers geen twijfel, aangezien er nog veel toepassingen zijn te bedenken. Bij microchirurgie met de plasmanaalden kun je niet heel diep in het lichaam, maar er zijn operaties in de hersenen waarbij je cellen wilt verwijderen zonder het membraam door te prikken. Dat is erg moeilijk. ‘We denken dat dat echt een klusje kan zijn voor de plasmanaald’, zegt StoffelsAdamowicz. De medische wereld kijkt natuurlijk gespannen naar de onderzoeken, maar wacht ook lekker af tot er resultaten worden geboekt. Stoffels-Adamowicz: ‘Wat wij doen, is uniek. Dat komt mede door de combinatie van biomedische en fysische kennis. Mijn droom is dat deze behandeling straks bij iedere tandarts, ziekenhuis en dokterspraktijk staat. En misschien zelfs bij de consument om wratten, acne of huisinfecties te bestrijden’.
Lijkt het je een geweldige uitdaging om aan de nieuwste technologische hoogstandjes te werken? Kom dan eens praten met PTS. Want we hebben volop uitdagingen voor (embedded) software engineers met passie voor techniek . We vertellen je graag meer over onze werkzaamheden bij klanten in de semiconductorindustrie, verkeer en vervoer, consumenten elektronica en op het gebied van medische technologie. Beschik jij over de juiste bagage om je loopbaan ‘vleugels’ te geven, zoals uitgebreide kennis van bijvoorbeeld: Windows-CE, (RT) Linux, Unix, .NET, C, C++, C# of Java? Aarzel dan niet langer en reageer! Bel Hetty Carmejoole: 035 - 6926969, of kijk op onze website: www.pts.nl.
PTS is een ICT dienstverlener op het gebied van technische systeemontwikkeling. Onze werkzaamheden vinden voornamelijk plaats in de hightech industrie. PTS Software bv, Meerweg 7, 1405 BA Bussum Telefoon 035 - 692 69 69 Fax 035 - 691 34 16 Science Park Eindhoven 5644, 5692 EN Son Telefoon 040 - 267 68 20
[email protected] www.pts.nl
XSXAXM X EX N XW X XE XR XK XI N G
Uiterst nauwkeurig bewegen
Een machine die beweegt op atomaire schaal, met de snelheid waarmee een haar groeit. Dat vergt een uiterst nauwkeurig besturingssysteem voor de elektromotoren, ofwel motion control. In het NewMotion-project werken twee groepen van de faculteit Werktuigbouwkunde samen met Nyquist Industrial Control en FEI Company aan de nieuwste generatie motion control-systemen. Het eerste resultaat van de samenwerking zal ingebouwd worden in een elektronenmicroscoop van FEI Company.
2 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Robotsystemen zijn niet meer weg te denken uit de (hightech) industrie van tegenwoordig. De eisen aan deze systemen liggen steeds hoger. Producten moeten steeds nauwkeuriger, sneller en in grotere aantallen gemaakt worden. Het ontwikkelen van de robots is een samenspel van geavanceerde mechanica, elektronica en besturingssoftware. Dergelijke motion control-systemen vinden hun toepassing in bijvoorbeeld de wafersteppers van ASML of in de modernste elektronenmicroscopen. Nyquist Industrial Control in Eindhoven, ontstaan uit Philips in 1998, ontwikkelt hardware en software voor motion control-systemen, vooral voor de hightech industrie. Het bedrijf is gespecialiseerd in de besturingstechnologie, het aansturen van bewegingselementen met drie of meer motoren die een nauwkeurig gesynchroniseerde beweging moeten maken. Concurrentie komt voornamelijk uit de Verenigde Staten. ‘Er is een enorme
Xxxxx xxxx xxxx xxx xxxxxxxxx xxxxxxx xxxxxx xxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxx
Xxxxx xxxx xxxx xxx xxxxxxxxx xxxxxxx xxxxxx xxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxx
groeit. Zo kan een microscoop details op atomair niveau zichtbaar maken. ‘FEI is voor ons een belangrijke klant en geeft voor ons richting aan dit onderzoek’, zegt Leliveld. ‘In het kader van het NewMotion-project werken we aan ons nieuwste motion control-systeem, de NYCe4000. FEI is de eerste die dit nieuwe systeem gaat toepassen in hun microscopen.’
F OTO ’ S : B A RT VA N OV E R B E E K E
druk vanuit de markt voor meer functionaliteit tegen lagere kosten’, zegt dr.ir. Kees-Jan Leliveld, manager Development & Engineering van Nyquist. ‘Tegelijk zie je een verschuiving van hardware naar software. Het aansturen van deze systemen is niet triviaal, het vraagt enorm veel regeltechniek. En daar is onderzoek voor nodig. Innovatie is een must om overeind te blijven als bedrijf. Als MKB-bedrijf hebben we geen eigen researchlaboratorium zoals Philips. Daarom ben ik begin vorig jaar naar de TU/e gestapt. Daar hebben ze behoefte aan taaie academische problemen uit de industrie waar de mensen zich in kunnen vastbijten. Geloof me, dit is een taai probleem.’ Op de faculteit Werktuigbouwkunde zijn twee groepen met dit vakgebied bezig, de groep Dynamics & Control van prof. dr. Henk Nijmeijer en de groep Control Systems Technology van prof.dr.ir. Maarten Steinbuch. Daar zijn ze al jaren bezig met onderzoek naar motion control. Er staat een laboratorium vol met bewegende machines. In de eerste gesprekken tussen Nyquist en de TU/e bleek al snel dat de behoeften en capaciteiten goed op elkaar aansloten. In september 2004 is het samenwerkingsproject NewMotion officieel gestart. Stimulus, het Europese stimuleringsprogramma voor de regio Eindhoven, heeft 1,2 miljoen euro subsidie toegekend. Het project loopt tot en met september 2006. Derde partij in de samenwerking is FEI Company, eveneens gevestigd in Eindhoven. FEI maakt geavanceerde elektronenmicroscopen die zeer nauwkeurig moeten kunnen bewegen. En vooral ook heel langzaam, één nanometer per seconde, de snelheid waarmee een haar
M
A
T
R
Studenten
Vanuit de TU/e zijn het vooral studenten die met het project bezig zijn. Voor hun afstudeeropdracht zitten ze een aantal maanden bij Nyquist in huis. De studenten van Steinbuch richten zich op de regeltechniek, de regelalgoritmes. ‘De positie van de machine moet op ieder moment vergeleken worden met de gewenste waarde’, legt Steinbuch uit. ‘Indien nodig corrigeert de regelaar de plaats door een stroompje in een spoel. We zoeken naar een intelligent mechanisme hiervoor. Uiteindelijk moet de machine zichzelf kunnen afregelen, autotunen zoals dat heet, en zich aanpassen aan wisselende omstandigheden. Dan heeft de machinefabrikant minder tijd en kennis nodig om de machine in te stellen. Daarmee bespaart hij kosten.’ De verschillende studenten van de groep van Nijmeijer zijn op zoek naar een nieuw principe voor trajectgeneratie. ‘Onze activiteit is padplanning van robotachtige systemen’, legt Nijmeijer uit. ‘Een robotarm in een koekjesfabriek bijvoorbeeld moet heel gericht te werk gaan, geen doosjes van de band af vegen. Wij maken de software die nodig is om het pad voor zulk soort bewegingen te plannen. Met het NewMotionproject willen we een stap verder gaan. In de praktijk zijn de doosjes iedere keer wat
I
X
/
3
/
2
0
0
5
2 1
SAMENWERKING Vanuit de TU/e zijn Maarten Steinbuch (links) en Henk Nijmeijer bij het NewMotion-project betrokken.
er kan nog veel aan verbeterd worden. Daarom is dit voor ons bedrijf een goed innovatief spoor. Het is belangrijk om op deze gebieden continu voortgang te boeken, om de concurrentie voor te blijven. Dit project is een goed voorbeeld van relevante kennisoverdracht van een universiteit naar het bedrijfsleven dat innovatie zo hard nodig heeft.’ Ge slaagd
anders, net als de bewegingen die nodig zijn. Het is voor Nyquist niet zinvol om voor iedere klant opnieuw het wiel uit te vinden. We ontwikkelen daarom verschillende modules voor verschillende soorten robots. Nyquist kan met de ene module de ene groep klanten vooruit helpen, en met een andere module een andere groep klanten. Het gaat allemaal om de snelheid waarmee Nyquist een oplossing kan bedenken voor haar klanten.’ Met de ontwikkeling van de modules loopt het goed, volgens Nijmeijer. ‘We hebben al een heel aantal modules klaar voor toepassing. Maar helemaal af hebben we het nooit. Nyquist heeft altijd wel weer nieuwe wensen van klanten.’ Een probleem is nog de vertaalslag van deze wiskundige modellen naar de werkelijkheid, geeft Leliveld van Nyquist aan. ‘Tijdens de engineering blijkt vaak pas de beperking van de mechanische systemen. De praktijk moet nog laten zien dat het gaat werken. Binnen een paar maanden gaan we proeven uitvoeren. Maar hoe dan ook zijn we nu zover dat we de eerste van onze nieuwe generatie NYCe4000-systeem op de markt gaan introduceren. Volgend kwartaal implementeren we de eerste resultaten van de TU/e-afstudeerders. Dat is veelbelovend.’
klinkt misschien wat bescheiden dat dit project voornamelijk met studenten wordt gedaan. Maar het mooie van de universitaire omgeving is dat je er altijd meer mensen bij kunt betrekken. Het afgelopen half jaar hadden we een promovendus uit Tsjechië bij ons op bezoek. Hij heeft een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van software voor één van de modules. Zoiets versnelt het hele proces. Mocht er nog een onderzoeker komen, dan kan die de impuls geven voor weer een ander deelgebied van ons project.’ Het werken met stagiairs en studenten in een bedrijf is ook een goede manier om elkaar te leren kennen. ‘Ik wil een band opbouwen met een beperkt aantal bedrijven waarmee we samenwerken’, zegt Nijmeijer. ‘Dan is de kans groot dat er een vervolgproject uitrolt, met een promovendus erbij. Dat is toch onze core business, als universiteit worden we afgerekend op artikelen, projecten en promoties. Ik verwacht dat er na afronding van het NewMotion-project behoefte blijft aan samenwerking, dat we deelonderwerpen kunnen uitdiepen voor een mogelijk promotieonderzoek.’ Ook bij Nyquist hopen ze op een langdurige relatie met de TU/e. ‘Daar zijn nog geen concrete afspraken over gemaakt’, zegt Leliveld. ‘Maar bepaalde delen van het project worden pas in 2006 opgepakt. En het onderzoek aan de TU/e houdt nooit op. De groepen van Nijmeijer en Steinbuch werken aan een vakgebied dat voor ons heel relevant is. Over tien jaar zijn onderzoekers nog steeds hiermee bezig, want
Elkaar leren kennen
Ook Nijmeijer is blij dat er concrete resultaten zichtbaar zijn. ‘ NewMotion is een relatief klein project’, zegt hij. ‘Maar het loopt goed, je ziet dat er iets gebeurt. Het
2 2
M
A
T
R
I
X
/
2
/
2
0
0
4
Voor Steinbuch en Nijmeijer is het project geslaagd als ze slimme algoritmes en modules hebben bedacht die werken in de praktijk. ‘Het is moeilijk te omschrijven wat een wezenlijke bijdrage van onze kant precies inhoudt’, zegt Nijmeijer. ‘Als Nyquist als doel heeft om de productie te verbeteren met een factor tien, moeten wij ons onderdeel dan met een factor vijf verbeteren? Hoe dan ook is het duidelijk dat we flinke vooruitgang maken. We liggen zelfs voor op het tijdschema dat we gepland hadden. Maar wie weet lopen we straks tegen een bottleneck aan.’ Voor Leliveld is het project in 2006 geslaagd als er nieuwe klanten zijn binnengehaald bij wie het nieuwe systeem naar alle tevredenheid is geïmplementeerd. ‘Het concept van NYCe4000 is enthousiast ontvangen op een belangrijke beurs. Naast FEI zijn we ook al bezig met andere klanten. Een belangrijke potentiële klant is bij FEI op bezoek geweest en ook bij de TU/e, wat vervolgens tot een order leidde. Het is gaaf dat de universiteit daaraan heeft willen meewerken. Wij kunnen daarmee onze innovatieve kracht laten zien. Ook zijn er al contacten ontstaan tussen FEI en de TU/e, om te kijken wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Dat is een aardige spin-off.’ Het mooiste is als er uiteindelijk de universele trajectgenerator uitrolt die overal toepasbaar is voor elk motion control-probleem. ‘Dat gaat binnen de tijdspanne van dit project niet lukken, misschien pas over twintig jaar’, zegt Leliveld. ‘In september volgend jaar hebben we een mooi resultaat liggen. Maar daarna werken we door aan die grotere visie.’
ontwerpen F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
nieuws BIERKRATTENBRUG In juni hebben bouwkundestudenten met het bouwen van een bierkrattenbrug een nieuw wereldrecord gevestigd. De beoogde overspanning van zestien meter werd weliswaar niet gehaald, maar 12,6 meter was ook al genoeg voor het record. Bij het weghalen van
De bierkrattenbrug
de steunbalken begon de brug al snel wat in te
in aanbouw.
zakken, waardoor heel omzichtig te werk gegaan moest worden. De studenten waren in het midden van de brug begonnen met het weghalen
zijn de studenten met de onafgemaakte auto naar
naar een TU/e’er. Architectuur-student Joep
van de ondersteunende balken en werkten van
Engeland gegaan om zoveel mogelijk feedback te
Broeren ontwierp een toeristische attractie, ‘De
daaruit naar buiten. Bij een overspanning van
krijgen van de jury. Met de bruikbare informatie
ontdekking van de stad’, waarvoor tijdelijke
12,6 meter stond de brug nog op –eigen- poten.
en ervaringen wil men het ontwerp voor volgend
wandelroutes worden aangelegd over de daken
Niet lang daarna stortte hij, onder gejuich van
jaar gaan verbeteren. Wie meer wil weten over het
van het centrum van Nijmegen.
bouwers en toeschouwers, in elkaar.
project, kan kijken op www.formulastudent.tue.nl.
FORMULA STUDENT EVENT
NIEUWS ONTWERPEN
Formula Student is een project voor technische
Ir. Elfi de Wit, in september 2004 afgestudeerd
robotica-research wil ondersteunen. Zij doet dit
studenten voor het ontwerpen en bouwen van
aan de TU/e-faculteit Bouwkunde, heeft met
onder andere door het uitschrijven van robot-
een kleine eenzits raceauto. Formula Student
haar afstudeeropdracht de Gelderse prijsvraag
voetbalwedstrijden. De uiteindelijke doelstelling
wordt jaarlijks georganiseerd door de Engelse
‘Denk 3-D’ gewonnen. De provincie Gelderland
is een team van elf humanoide robots te laten
vereniging voor werkbouwkundige ingeni-
wil met deze prijsvraag aandacht vragen voor de
winnen van de menselijke FIFA in 2050. De
eurs IMechE als spin-off van de Amerikaanse
mogelijkheden van meervoudig ruimtegebruik
TU/e gaat samen met de Technische Universiteit
Formula SAE, georganiseerd door de Society
in de stad. De TU/e-alumna bedacht onder de
Delft (TUD) een nieuw team oprichten: Tech
of Automotive Engineers (SAE). Studenten zijn
noemer ‘ReSymbiose’ een stedenbouwkundige
United. Een team van vijf autonome robots met
twee jaar bezig geweest aan het ontwerpen
oplossing voor de invulling van de Arnhemse
het formaat van een stofzuiger, speelt tegen
en produceren van de raceauto. Studenten
Stadsblokken, een uiterwaard waar de historische
het beste team uit Europa op het Dutch Open in
Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde,
slag om Arnhem plaatsvond en waar nu onder
april 2006 en op het wereldkampioenschap in
Technische Natuurkunde, Industrial Design en
meer evenementen plaatsvinden. De Wits plan
juni 2006 in Duitsland. Het Eindhovense Tech
van de Design Academy werken mee aan het
draait om een woonwijk op die locatie, waarvan
United ontwerpt een multidisciplinair robot-
project. Het was de bedoeling om in juli mee te
het openbaar groen bij hoogwater onderloopt
voetbalteam, mede op basis van de waardevolle
doen aan de Formula Student Event in Engeland.
waardoor de wijk tijdelijk een heel ander karakter
ervaringen van de TUD. Het team wordt gesteund
Dit is een race tussen teams uit de hele wereld,
krijgt. De woningen worden gebouwd tussen
door de TU/e-faculteiten Werktuigbouwkunde,
waarbij niet alleen een snelle raceauto van be-
het groen en boven parkeergarages. Met haar
Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica,
lang is, maar ook het feit of de auto geschikt is
plan won de ingenieur, die nu de postdoctorale
Industrial Design en de faculteit Toegepaste
voor massaproductie. Een gezond bedrijfsplan
opleiding Architectural Design Management
Natuurwetenschappen van de TUD.
is dus ook erg belangrijk. Het lukte het team
Systems aan de TU/e volgt, een cheque van
Wie meer wil weten van dit project, kan kijken op
helaas niet de auto op tijd klaar te krijgen. Wel
tweeduizend euro. Ook de tweede prijs ging
www.robocup.org.
NIEUW TEAM IN ROBOCUP Robocup is een wereldwijde organisatie die de
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Ontwerp voor luchthaven ARCHIPRIX VOOR ALUMNUS BOUWKUNDE De Archiprix 2005 is naar alumnus Theo Reitsema gegaan, die een ontwerp voor een luchthaven voor prijsvechters ontwierp. Dat er belangstelling voor is, is wel zeker, want binnenkort gaat Reitsema zijn ontwerp presenteren aan de directie van de luchthaven Frankfurt Hahn, thuishaven van Europa’s grootste prijsvechter Ryanair. De opkomst van de low-cost carrier (LCC) heeft gezorgd voor een omslag binnen de luchtvaart. In zijn ontwerp heeft Reitsema de gevolgen van de opkomst van deze budgetvliegers voor een luchthaven in kaart gebracht.
Studenten van de TU/e werken aan hun raceauto.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
2 3
SAMENWERKING MET MKB
Zeker éénderde van de behoefte aan alternatieve brandstoffen voor de transportsector kan gedekt worden met biodiesel uit afvalvetten. Dat heeft ingenieurs- en adviesbureau Ingenia becijferd. Jaarlijks zijn er in Nederland zeker tweehonderdduizend ton relatief eenvoudig recyclebare vetten beschikbaar, waaruit tweehonderd miljoen liter brandstof gewonnen kan worden. In totaal moet Nederland in 2010 volgens het verdrag van Kyoto zeshonderd miljoen liter (5,75 procent) van de gebruikte brandstof uit duurzame bronnen halen.
I N G E N I E U R S B U R E AU I N G E N I A :
Afvalvetten veelbelovende grondstof biodiesel Ingenia laat het niet bij rekenwerk. Directeur Ronald Verberne: ‘Veel bureaus houden zich uitsluitend bezig met rapporten schrijven. Maar wij willen zelf iets kunnen, daarom werken we samen met onderzoekers van TU/e aan nieuwe producten. Wij verkopen geen licenties, je kunt ons inhuren om een proces te ontwerpen. We helpen bedrijven in de massaproducerende, energie-intensieve sector duurzame energieprojecten te realiseren’. Zo bouwt een vetverwerkingsbedrijf onder leiding van Ingenia aan een kleine installatie om dierlijke vetten om te zetten in biodiesel voor het eigen wagenpark. Het is de bedoeling dat het bedrijf op deze manier in de eigen brandstofbehoefte gaat voorzien.
Technologie en Duurzame Ontwikkeling, die als emeritus hoogleraar graag zijn kennis deelt met pioniers op het gebied van de duurzame energie. Het jonge adviesbureau is gevestigd op de campus van TU/e en laat nu onderzoeken wat de mogelijkheden zijn van allerlei afvalvetten, zoals afgewerkte frituurolie, putvetten, dierlijke vetten voor de productie van biodiesel. ‘Dit zijn allemaal reststromen die normaal gesproken geen andere toepassing meer hebben en dus het milieu belasten. Sommige vetten werden tot voor enkele jaren nog wel toegepast in diervoeding, maar die praktijk is drastisch ingeperkt sinds de epidemieën (zoals BSE) van de laatste jaren. Nu moet deze industrie zoeken naar andere toepassingen’, aldus Verberne.
Andere toepassingen
Ingenia realiseert zijn ambities onder meer met de ondersteuning van dr.ir. Han van Kasteren van de TU/e faculteit Scheikunde en prof.ir. Cees Daey Ouwens van
Kennisvouchers Ingenia was één van de bedrijven die vorig jaar van de overheid een ‘kennisvoucher’ kreeg van 7500 euro. Met dit bedrag kon onderzoek en/of kennis ingekocht worden bij de drie technische universiteiten en andere instellingen zoals TNO en Fontys. De TU/e verdubbelde het bedrag nog eens voor de eerste ondernemers die zich aanmeldden. Ingenia kon zo voor 15.000 euro aan onderzoeksvragen neerleggen bij wetenschappers die gespecialiseerd zijn in duurzame energie. De overheid wil met de vouchers de afstand tussen het MKB en kennisinstellingen verkleinen en tegelijkertijd kennisintensieve innovatie aanmoedigen. Een deel van deze MKB aanvragen loopt via het TU/e Innovation Lab en de stichting United Brains, die zorgen dat ondernemers bij de onderzoekers terechtkomen die hun het beste kunnen helpen. Dat kan ook betekenen dat MKB’ers doorverwezen worden naar een andere instelling. United Brains is een gezamenlijk initiatief van
2 4
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Wasmachine
Biodiesel wordt al langer gemaakt door allerlei plantaardige oliën te ‘veresteren’, daarmee krijgt de olie ongeveer
de TU/e, Fontys Hogescholen, TNO en ROC Eindhoven en werkt nauw samen met Syntens. De kennisvoucher is inmiddels zijn tweede jaar ingegaan. In het najaar 2004 werden honderd vouchers uitgegeven aan het MKB door SenterNovem, het agentschap van het ministerie van Economische Zaken. Van deze honderd vouchers kwamen er dertien bij de TU/e en United Brains terecht. In het voorjaar van 2005 zijn er vierhonderd uitgegeven waarvan er 37 bij United Brains terechtkwamen en 22 hiervan door de TU/e worden ingevuld. De overige vijftien zijn via United Brains doorverwezen naar andere instellingen dan de TU/e. In oktober 2005 komt er een derde ronde vouchers via SenterNovem van nogmaals zeshonderd vouchers en naar verwachting komen er in 2006 tranches van drie- tot vijfduizend vouchers voor het MKB. Hebt u ook een kennisvraag: neem vrijblijvend contact op met de TU/e via United Brains: 040 - 247 28 94 of vul het vragenformulier in op www.unitedbrains.nl.
dezelfde eigenschappen als fossiele diesel. Op pure plantaardige olie (PPO) kan ook gereden worden, maar daarvoor moet de dieselmotor aangepast worden. Biodiesel kan daarentegen gebruikt worden in elk normaal dieselvoertuig. Maar ook afvalvetten kunnen gefilterd en veresterd worden om weer hergebruikt te worden als biodiesel. Dat is een moeilijker proces dan de productie van biodiesel uit PPO. ‘Naarmate de vetten meer ranzig zijn of vervuild zijn, kan er minder biodiesel uit gewonnen worden. We willen graag één proces hebben om van verschillende kwaliteiten afvalvetten biodiesel te kunnen maken, met bijvoorbeeld een zwaardere filtering voor extra vervuilde grondstoffen. Precies zoals je de wasmachine op een ander programma zet als de was erg vuil is’, legt Verberne uit. Hij laat verschillende flesjes met gele olie zien. ‘Zoals je ziet, heb je na verestering een hele mooie, schone brandstof. We houden in Nederland nu zo’n miljoen ton aan afvalvetten per jaar over. Daar is nu geen nuttige toepassing voor, terwijl er wel grote behoefte is aan duurzame brandstoffen. Met biodiesel uit afvalvetten kan in een deel van die behoefte worden voorzien. Met een multi-inzetbaar proces dat verschillende kwaliteiten grondstoffen aankan, zou je dus altijd biodiesel kunnen blijven leveren. Je keurt je grondstofkwaliteit en aan de hand daarvan stel je het raffinage bij. Het concept van het proces is er, het moet alleen geoptimaliseerd worden. Het ministerie van Landbouw is erg enthousiast over de mogelijkheden’, aldus Verberne.
Ingenia heeft deze zomer het Platform Biobrandstoffen Nederland opgericht om biobrandstoffen te promoten en draagvlak te creëren voor toepassing ervan. Tot nu toe hebben tien bedrijven zich daarbij aangemeld, Verberne verwacht dat dit aantal spoedig richting veertig zal gaan. Het platform maakt zich sterk voor een accijnsvrijstelling op biobrandstoffen tijdens de aanloopfase, zodat rendabele raffinage opgezet kan worden en de transportsector een financiële prikkel krijgt om op biobrandstoffen over te schakelen. Nederland ligt erg achterop als het gaat om het behalen van de doelstellingen van Kyoto. Daarbij is afgesproken dat landen deels moeten overschakelen op brandstof uit duurzame bronnen. Duitsland heeft al meer dan twee procent gerealiseerd, Nederland zit feitelijk nog op nul. Frankrijk en Scandinavië lopen snel in en ook België zal ons voorbijstreven volgens Verberne. De mensen van Ingenia zijn ervan overtuigd dat de doelstellingen van Kyoto gehaald kunnen worden als allerlei verschillende stromen alternatieve brandstoffen aangewend worden. Op kantoor hebben zij tientallen potjes staan met geperste korrels, respectievelijk gemaakt van bermmaaisel, huisvuil, papier/plastic afval, johannesbrood, sinaasappelschillen en zaagsel. Je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt er brandstof van maken. Een van de medewerkers van Ingenia rijdt nu bij wijze van proef in een auto die werkt op biodiesel uit afgewerkt frituurvet om te bekijken hoe de auto zich gedraagt, ook op de lange termijn.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Ronald Verberne: ‘Wij werken samen met onderzoekers van de TU/e aan nieuwe producten.’
2 5
DE VONK
PROF.DR.IR. JAN BLOM (62), HOOGLERAAR ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK
F OTO ’ S : V I N C E N T VA N D E N H O O G E N
Carrière in het teken van
energieconversie In 1960 kwam hij als jongen van 17 naar Eindhoven om er elektrotechniek te studeren. Hij werd er president van het Eindhovens Studenten Corps, promoveerde bij prof. Rietjens, deed een jaar onderzoek in Stanford en werd in de jaren zeventig projectleider van het roemruchte MHD energieconversieproject. Na een periode van zeventien jaar bij KEMA die hij afsloot als directeur, keerde hij in 2000 als hoogleraar terug op de basis. Sinds 2002 is Jan Blom decaan van de faculteit Elektrotechniek. Hij is ook voorzitter van de TU/e-lustrumcommissie. ‘Ik ben geboren in Oosterhout, waar mijn vader eigenaar was van een leerlooierij. Voor de oorlog was hij rijksleverancier en leverde hij leer voor het tuig van paarden en voor affuiten van scheepskanonnen. Hij had een stuk of 25 knechten (zo heetten medewerkers in die tijd) in dienst. Maar tijdens de bezetting weigerde hij aan de Duitsers te leveren en heeft hij het bedrijf stilgelegd. Mijn lagere school telde zes klassen die allemaal in één lokaal gehuisvest waren. Zo kreeg ik al wat mee van de leerstof van de hogere klassen. Ik heb daardoor de derde klas overgeslagen. Op mijn vijftiende haalde ik als jongste van Nederland in dat jaar mijn HBS-diploma. Ik heb een heel gelukkige jeugd gehad. We woonden in een oud herenhuis met een grote zolder, waar ik een fotohoek, een radiohoek en een scheikundehoek had. Ik was altijd met
2 6
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
schakelingen en draadjes bezig en later bouwde ik radio’s. In de zomervakanties verdiende ik wat bij in een elektrotechnisch installatiebureau. Ik herinner me nog dat we de installatie van een confectie-atelier moesten vernieuwen. Wij kropen op handen en voeten tussen de naaimachines om draden te trekken, terwijl de prachtigste meiden daar aan het werk waren. Voor mij was elektrotechniek hét vak, dat stond buiten discussie. Van HTS naar TH
Omdat ik zo jong was, schreef ik me in voor de HTS in Dordrecht, dicht in de buurt. Ik deed het blijkbaar zo goed dat de directeur van de HTS adviseerde om over te stappen naar de TH. Ik was zeventien toen ik in 1960 in Eindhoven aankwam, op dat moment een piepjonge
instelling met een moderne uitstraling. De directeur van de HBS had me destijds één advies gegeven: stel je tentamens nooit uit en zorg dat je ze haalt. Vooral wiskunde was best wel zwaar. Ik was lid van het Eindhovens Studenten Corps en ik had met vader de afspraak dat ik tijd zou mogen besteden aan bestuurswerk als ik mijn kandidaats op tijd zou halen. Dus toen ik gevraagd werd om president van de Senaat te worden, kon ik meteen ja zeggen. Ik heb in het studiejaar 1963/1964 heel wat uren doorgebracht in de senaatskamer aan de Parklaan 73. Thuis heb ik een plakboek vol curieuze details, zoals de rekening voor een reparatie aan mijn solex waarop de fietsenmaker had geschreven ‘er is in de tank gepiest’. Dat had ongetwijfeld iemand op de sociëteit gedaan. In april 1964 is die sociëteit afgebrand en dat heeft uiteindelijk geleid tot de eerste studentendemonstratie aan de TH. De studentenverenigingen ESC, Demos en de SSRE wilden graag een gezamenlijke nieuwe ruimte. Maar het curatorium van de TH had zo zijn eigen plannen. Met een calèche zijn we toen op de Dies naar het Hoofdgebouw gereden. In jacquet en met hoge hoed trokken we in protest in de stromende regen om het gebouw heen. Het verhaal gaat dat rector Posthumus, die gestopt was met roken, op dat moment acuut weer aan de sigaret ging. Rietjens en MHD
Ik vond het moeilijk om een afstudeeronderwerp te kiezen totdat prof. Rietjens werd benoemd. Zijn onderzoek aan Magneto Hydro Dynamische energieconversie leek me fantastisch. Hij was koud een paar dagen bezig toen ik vroeg of ik stage bij hem mocht lopen. Voor mijn afstudeerproject heb ik een ontwerp gemaakt van een opstel-
ling waarin een heet gas gedurende een korte tijd door een kanaal van een vierkante decimeter doorsnede moest stromen. Dat was mijn eerste ervaring met het maken van zo’n plasma. Daarna bood Rietjens me een promotieplaats aan. Ik vond dat ik als ingenieur mijn weg moest gaan zoeken in de industrie. Maar omdat ik redelijk vlot was afgestudeerd, dacht ik dat ik nog wel ruimte had voor een paar jaar promotie-onderzoek. Dat viel wat tegen: het heeft me uiteindelijk zeven jaar gekost. Er ging veel tijd zitten in het ontwerpen en bouwen van een schokbuisopstelling voor de MHD generator. Stanford
Na mijn promotie in 1973 kreeg ik een stipendium van ZWO om een jaar in Stanford University aan hoogvermogen lasers te werken. Dat werd een nuttig en inspirerend jaar. Het was traditie op Stanford om met de hele staf te lunchen in de Faculty Club. Er was een geweldige teamspirit. We zaten aan grote ronde tafels met papieren tafelkleden. Na afloop van de lunch stond alles volgekrabbeld met formules en schetsjes. 1974 was het jaar van Watergate en van het aftreden van president Nixon. Amerika en Nederland hadden te maken met de olieboycot. Het was ook de begintijd van wat later het starwarsproject is geworden. In ons laseronderzoek werkten we met een zo hoog mogelijk vermogen om elektrische ontladingen tot stand te brengen. De Amerikaanse luchtmacht was nogal geïnteresseerd in ons werk en bood fantastische contracten aan. Ik werd gevraagd om te blijven. Maar in mijn ZWO-contract stond terecht dat ik mijn opgedane kennis in Nederland moest inzetten. Dus ben ik in de loop van 1974 teruggegaan. Later ben ik in de
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
2 7
DE VONK
Blom: ‘Het beeld dat je geen rooie cent met techniek kunt verdienen, mag best veranderen.’
vakantietijd nog geregeld naar Stanford teruggegaan om mee te werken aan het contractonderzoek. Blow down experiment
Toen ik in 1974 terugkwam was bij de overheid het besef ontstaan dat er hoognodig wat moest veranderen op energiegebied. Bij Stanford had ik geleerd hoe ik een contractvoorstel moest schrijven. Dus stelde ik Rietjens voor om een voorstel in te dienen voor een groot experiment op MHD gebied: een generator die geen vijf milliseconden maar tien seconden actief was. Dat werd het MHD blow down experiment. We dienden ons voorstel in bij het ministerie van EZ. Daar vingen we van de ambtenaren op dat het heel belangrijk was om te weten ‘wat Jozef er van vond’. Jozef Molkenboer, de man die later bekend werd van de RSV-affaire, gold als de guru van EZ en oordeelde positief. We kregen het enorme bedrag van zestien miljoen gulden. Ik werd projectleider. Dat werd de mooiste periode in mijn leven als onderzoeker. Op het hoogtepunt bestond het team uit 25 man. Hele generaties studenten zijn er op afgestudeerd. Er moest een magneetveld gemaakt worden en een kanaal gebouwd. Overal ter wereld moesten we naar juiste componenten zoeken. De warmtewisselaar lieten we uit Minneapolis komen. De in vloeibare stikstof gekoelde magneet kwam van Brown Boveri in Zwitserland. Uiteindelijk zijn we in onze doelstelling geslaagd. We bliezen uit een tank onder honderd atmosfeer druk een minuut lang gas door een kanaal. Tien seconden lang ontstond een stationaire conditie in dat kanaal waarin edelgas verhit werd tot tweeduizend graden. De gasstroom had een vermogen van vijf megawatt en er kwam een megawatt aan elektrisch vermogen uit. Het draaien van die blow down experimenten gebeurde in ploegendienst. We konden de magneet alleen ’s nachts bekrachtigen, want die onttrok twaalf megawatt aan het net van het plaatselijke energiebedrijf. Voordat we de magneet aanzetten, belden we het Nutsbedrijf omdat anders in heel Eindhoven het licht zou dippen. Japan en Abdul Khan
Er was veel internationale belangstelling voor geavanceerde energieconversieprocessen. In de zomervakantie kwam er een onderzoeker van het Tokio Institute of
2 8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Technology op bezoek. Hij mocht wat foto’s van onze opstelling maken. Jaren later neem ik deel aan een internationale conferentie, waar diezelfde Japanner een presentatie hield over zijn opstelling in Tokio. Ik liep rood aan van verontwaardiging, want ze hadden werkelijk alles van ons gekopieerd. Er was slechts één onderdeel op eigen initiatief toegevoegd. Tot mijn voldoening bleek juist dat niet te functioneren. Midden jaren zeventig hebben we ook bezoek gehad van Dr. Abdul Khan. Hij was medewerker van FDO, Fysisch Dynamisch Onderzoek, een werkmaatschappij van VMF Stork. Hij was geïnteresseerd in de lagering van het ultracentrifugeproces dat toen bij Urenco in Almelo werd ontwikkeld, maar ook in onze warmtewisselaar. Ik heb hem een paar keer in Eindhoven ontmoet; een aardige man. In 1975 vertrok hij met vakantie naar Pakistan. Tot verbazing van zijn Nederlandse collega’s kwam hij niet meer terug. Later is hij ontmaskerd als spion. Hij geldt nu als de ‘vader van de Pakistaanse atoombom’ ook al was hij in feite geen nucleair expert, maar een Delftse materiaalkundige. De afgelopen zomer kwam hij door een uitspraak van Ruud Lubbers nog in het nieuws. KEMA
Toen het MHD project op zijn eind liep, was ik 37 en wilde ik wat anders. Ik kreeg het aanbod om als adjunct divisiehoofd elektrotechnisch onderzoek bij de KEMA in Arnhem te komen werken. Vanaf 1981 heb ik daar de rangen doorlopen tot ze me in 1988 vroegen voor de functie van directeur. Dat ben ik tot 1998 geweest. We zijn er in die periode in geslaagd om de draai naar de markt te maken. Toen de muur viel, hebben we in Moskou het energotechnocentrum opgericht, waarvan ik ook directeur was. En in Amerika kochten we drie bedrijfjes op om daar vaste voet aan grond te krijgen. Dat was een leerzame ervaring. In 1998 heb ik afscheid genomen van de KEMA en ben als zelfstandig consultant op het gebied van kennismagement gaan werken. Terug op de basis
Op een zondagmiddag in 2000 werd ik gebeld door Wim van Bokhoven, mijn voorganger als decaan Elektrotechniek. Die zocht een hoogleraar elektrische energievoorziening. Ik vond het erg leuk om terug te keren op de basis. Natuurlijk was er in die twintig jaar veel veranderd. De vermogenselektronica heeft zijn intrede gedaan in de netten die in de toekomst meer het karakter van internet zullen krijgen. Inmiddels bestaat er een innovatief onderzoeksprogramma elektromagnetische vermogenstechniek. De markt vraagt om meer afgestudeerde elektro-ingenieurs. Ik was recent nog in Amerika en daar las ik een artikel in de Boston Globe. ‘If Einstein was so smart, why didn’t he make money out of it?’. De suggestie is, met andere woorden, dat je geen rooie rotcent met techniek kunt verdienen. Aan dat onterechte beeld mag best wat veranderen.’
Kijk in de toekomst van techniek!
Publieksdag zondag 2 oktober 2005 van 12.00 tot 17.00 uur gratis toegang
www.tue.nl/publieksdag
Het slimste uitje van het jaar! M
A
T
R
I
X
/
1
/
2
0
0
5
2 7
onderzoek nieuws aanpak van Rastogi en zijn groep kan de levensduur met een factor tien tot honderd toenemen. De onderzoeksresultaten zijn inmiddels gepubliceerd in het gerenommeerde tijdschrift Nature Materials.
BETERE KNIEPROTHESES
VREEMD LICHT F OTO : X X X X
Polymeer is het basismateriaal voor veel moderne kunststoffen. Bij verwerking kunnen echter problemen ontstaan, omdat de lange polymeerketens in elkaar verstrengeld raken waardoor de menging niet optimaal is. Dat leidt tot slechte producteigenschappen, bijvoorbeeld in knieprotheses, die daardoor slijten. Een groep onderzoekers onder leiding van dr. Sanjay Rastogi van de faculteit Scheikundige Technologie heeft hiervoor een oplossing gevonden. Zij hebben als eerste in de wereld aangetoond dat polymeerketens in vloeibare toestand los van elkaar kunnen bestaan. Deze fundamentele doorbraak opent een nieuwe wereld voor verwerkingsmethoden en toepassingsgebieden van polymeren. Het polymeer is in gesmolten toestand veel minder taai (tot tachtig procent reductie) en het eindproduct is ook optimaal gemengd. Bij knieprotheses is een polyethyleenlaag
aangebracht tussen het bot en de metalen of keramische delen. De slijtvastheid van het plastic is daarbij in het geding. Doordat in het product nog steeds korrelgrenzen aanwezig zijn die zwakke plekken vormen, laten bij elke voetstap zo’n half miljoen microscopische deeltjes los. Hierdoor is de levensduur van een knieprothese beperkt tot tien à vijftien jaar. Door de nieuwe
In een laboratorium van de TU/e wordt onderzoek gedaan maar een merkwaardig lichtverschijnsel. Prof.dr.ir. Gerrit Kroesen hoorde van de experimenten van de natuurkundige dissident Randell Mills, die zegt een alternatief te hebben gevonden voor de kwantummechanica (het beschrijven van het gedrag van de elementaire deeltjes waaruit de materie is opgebouwd). Kroesen nam Mills’ experimenten pas serieus toen hij vernam dat een vooraanstaande Duitse collega, Johannes Conrads, erin was geslaagd de proeven die Mills
TRILLINGEN ONDERZOCHT Nenad Mihajlovic, ´ sectie Dynamics and Control van de faculteit Werktuigbouwkunde is in juni gepromoveerd op een onderzoek naar het ontstaan van trillingen. Bij het boren naar aardolie bijvoorbeeld treden vaak grote trillingen in boorkop en boorstang op, die worden veroorzaakt door wrijving. Dit veroorzaakt regelmatig grote schade en kost de olieboorders dus handenvol geld. Om dit probleem grondig aan te pakken, moet eerst het ontstaan van de trillingen goed begrepen worden. Mihajlovic´ heeft een booropstelling gebouwd waarmee een boorinstallatie nagebootst kan worden. Om het gedrag van de boorinstallatie goed te beschrijven, heeft Mihajlovic´ een wiskundig model gemaakt waarin het de parameters van het systeem, zoals lengtes, massa’s en stijfheden heeft ingebracht. F OTO : B R A M S A E Y S
Vervolgens heeft hij het model gecombineerd met experimentele resultaten, totdat het wiskundig model prima kon voorspellen bij welke snelheden oscillaties zouden optreden. Aansluitend op het werk van Mihajlovic´ zijn afstudeerders van de sectie Dynamics and Control bezig met de bouw van een regelaar voor de aandrijfmotor. Hiermee zullen trillingen in de toekomst worden verminderd of zelfs helemaal vermeden.
Gesteld (Stelling bij het proefschrift ‘Decision Procedures for Equality Logic with Uninterpreted Functions’ van Olga Tveretina)
‘Connecting computer databases will lead to a level of control by the authorities the KGB could only dream of.’
‘Zuinigheid van Zeeuwen wordt ten onrechte verward met gierigheid van Nederlanders.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Nanoscopic
M
A
T
R
I
X
/
3
‘Why be the boss if you can be a scientist?’ (Stelling bij het proefschrift ‘Frequency Selective Surfaces Integrated with Phased Array Antennas van Stefania Monni)
/
2
0
0
5
Supramolecular Architectures Based on Pi-conjugated Oligomers’ van Pascal Jonkheijm) ‘Op papier zou het Nederlands elftal het ver kunnen schoppen op het wereldkampioenschap voetbal in 2006 in Duitsland; helaas spelen ze daar op gras.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Chain Microstructures of Homogeneous Olefin Copolymers and Characteristics of Single Site Catalysts’ van Edgar Karssenberg) ^
3 0
‘De kernfusiereactor biedt goede vooruitzichten als energiebron van de toekomst, wanneer zij net zo lang weet stand te houden als de discussie over de locatie van de proefreactor ITER heeft gedaan.’ (Stelling bij het proefschrift ‘Transient Behavior of EUV Emitting Discharge Plasmas’ van Erik Kieft)
continuing education cursussen voor academici had beschreven, te reproduceren. Kroesen deed vervolgens een beroep op het energieagentschap Novem van het ministerie van Economische Zaken om verder onderzoek te kunnen uitvoeren. Met de subsidie heeft Kroesen een proefopstelling laten bouwen en een jonge onderzoeker kunnen aanstellen. Bij het nabootsen van de proef werd inderdaad na enige tijd een helder wit plasma waargenomen. Het draait om het volgende principe: Het licht in, bijvoorbeeld, een TL-buis wordt veroorzaakt door een plasma. Om het gas in een TL-buis te veranderen in een plasma is een hoge elektrische spanning vereist. Bij de proef van Kroesen werd echter een elektrische spanning van hooguit 50 volt gebruikt en toch was een plasma zichtbaar, hetgeen opmerkelijk is. Volgens Mills wordt het verschijnsel veroorzaakt doordat de waterstofatomen in de buis door botsingen met kaliumatomen die door verhitting van de gloeidraad uit het omringende gas zijn vrijgekomen, als het ware krimpen. Het krimpen zou het gevolg zijn van het kleiner worden van de ‘elektronschil’ die het atoom omgeeft. Daarbij zou energie moeten vrijkomen. Een waanzinnig idee, volgens de meeste deskundigen. Voorlopig houdt Kroesen het er dan ook op dat er voor de raadselachtige waarnemingen bij de proeven wel een alledaagse verklaring te vinden zal zijn.
BIOACTIEVE POLYMEREN VOOR HET KWEKEN VAN WEEFSELS
Ziekenhuizen en zorginstellingen gaan de
neel naast het falen van systemen en processen
komende jaren de veiligheid van patiënten
ook het ‘herstelgedrag’ op de werkvloer in kaart
drastisch verbeteren. Een speciaal systeem
brengt, komen er meer mogelijkheden voor ver-
om dat te bewerkstelligen moet volgens de
beteringen naar voren. Want de menselijke fout
aanwijzingen van de minister van VWS operati-
is bijna altijd de culminatie van een voorafgaand
oneel zijn in 2008. Het overgangsproces wordt
proces.
ondersteund door twee cursussen: één voor
In de chemie heeft men geleerd dat het gebruik
directieleden/kaderpersoneel, en één voor per-
van een incidentenmeldingssysteem helpt om
soneel op de werkvloer. Tias Business School
gevaarlijke patronen te achterhalen. Daarin wor-
in Eindhoven en de Boerhaave Commissie (de
den uitdrukkelijk niet alleen de grote ongelukken
organisatie van het Leids Universitair Medisch
maar vóóral de vele kleine incidenten opgeno-
Centrum voor de nascholing van medisch
men. Door die patronen vervolgens technisch
personeel) in Leiden gaan deze cursussen ver-
of organisatorisch onmogelijk te maken, kan de
zorgen.
veiligheid enorm verbeterd worden. Deze aanpak blijkt veel effectiever dan uitsluitend diepgaand
Winst
onderzoek te doen na ernstige ongelukken.
De Inspectie voor de Volksgezondheid (IGZ) beoordeelt de manier waarop de zorg het
Parallel
veiligheidsmanagement toepast. Zelf koos de
Er is een parallel te trekken tussen de gezond-
inspectie onlangs uitdrukkelijk voor de zoge-
heidszorg en de voormalige situatie in de chemie.
naamde PRISMA-methode. Deze succesvolle
Ook in ziekenhuizen werken hooggekwalificeerde
methode werd ontwikkeld door dr. Tjerk van
mensen samen met lager opgeleiden die toch
der Schaaf, die is verbonden aan zowel de fa-
met een flinke dosis individuele vrijheid moeten
culteit Technologie Management van de TU/e
handelen. En ook in de gezondheidszorg zijn de
en het Leids Universitair Medisch Centrum.
rigide verantwoordelijkheidsstructuren zo lang-
Oorspronkelijk is de methode gebruikt om het
zamerhand achterhaald geraakt.
menselijk falen in de chemische procesindu-
Bij de toepassing van de PRISMA-methode in
strie aan te pakken. PRISMA is met uitstekende
de gezondheidszorg wordt personeel van hoog
resultaten toegepast in de staalindustrie, de
tot laag aangemoedigd om de ‘near misses’ te
transportsector en de ICT-security.
registreren. De lessen die daaruit getrokken wor-
Van der Schaaf heeft de methode in de afge-
den, maken het mogelijk om het in de toekomst
lopen tien jaar op verzoek van uiteenlopende
samen beter te doen. In de VS is bijvoorbeeld
afdelingen van ziekenhuizen en instellingen in
aangetoond dat ‘key hole surgery’ teams die ge-
Nederland, Groot-Brittannië en de VS op pro-
traind worden in een nieuwe manier van samen-
jectbasis ingevoerd. Bijvoorbeeld in de bloed-
werken, betere resultaten halen dan in de oude
keten, de geestelijke gezondheidszorg, de
hiërarchische situatie. Tias Business School en
eerste hulp, een ziekenhuisapotheek, IC-afde-
de Boerhaave Commissie beginnen in het najaar
lingen, een longafdeling en een netwerk van ra-
allebei met een pilotcursus voor een beperkt aan-
diotherapieafdelingen. ‘Ik kreeg van een groot
tal ziekenhuizen. Men wil graag dat management
aantal ziekenhuizen in de regio Eindhoven
en uitvoerend personeel gelijktijdig de eigen
verzoeken nadat over mijn proefschrift een stuk
cursussen volgen.
verscheen in De Volkskrant’, vertelt hij.
Faalfactoren PRISMA staat voor Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analysis. Het belangrijkste doel van de medische versie van PRISMA is de opbouw van een kwantitatieve database met de oorzaken en omstandigheden rond incidenten en procesafwijkingen. Hiermee is de kans groot dat alle ‘basisoorzaken’ van incidenten worden gevonden: het gaat om technische, organisatorische én menselijke faalfactoren. Doordat het perso-
M
A
T
R
I
F OTO : O G C
Tissue engineering wordt gebruikt om uit een groep basiscellen geheel nieuwe weefsels te maken die vitale functies in de mens kunnen uitoefenen. Bij het kweken worden cellen op een dragermateriaal gelegd en kunnen zij onder de juiste condities uitgroeien tot het gewenste weefsel. Om dit materiaal bioactief te maken, moeten speciale moleculen worden aangebracht die op bepaalde plekken de juiste cellen aan zich binden en/of stimuleren. Drs. Patricia Dankers, promovenda aan de TU/e, heeft via een publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Materials laten zien hoe dragermaterialen gemaakt kunnen worden door middel van reversibele interacties. Deze interacties maken het mogelijk om op een eenvoudige wijze stoffen zoals groeifactoren en geneesmiddelen in het materiaal in te bouwen.
TIAS LEIDT OP VOOR NIEUWE VEILIGHEIDSSYSTEMEN ZORG
X
/
3
/
2
0
0
5
3 1
ALUM NI
T H E M A : H E A LT H & T E C H N O L O G Y
Alumnidag onderdeel van lustrum
Deze vraagstellingen komen uitgebreid aan de orde in het ochtendprogramma. Wij hebben gekozen voor een aantal sprekers uit het bedrijfsleven die vanuit de invalshoeken technologie, voedsel, medicijnen en de gevolgen hun lezing houden. Vanuit de TU/e zullen verschillende hoogleraren (prof.dr.ir. Frank Baaijens, prof.dr. Bart Ter Haar Romeny en prof.dr. Bert Meijer) steeds op de lezingen reageren. Op deze manier ontstaat een levendige discussie die als een rode draad door het ochtendprogramma loopt. Hieronder een kort overzicht van de sprekers en hun lezingen.
In 2006 bestaat de TU/e vijftig jaar. Dit heugelijke feit is aanleiding voor en groot aantal activiteiten onder de vlag Health & Technology. Ook de alumnidag op vrijdag 21 april 2006 staat in dat teken. Een aantal bekende alumni, waaronder dr.ir Gerard Kleisterlee, zullen aan het woord komen. Hieronder een korte toelichting op het thema en de sprekers.
Dr.ir. Gerard J. Kleisterlee, president van Philips TU/e-opleiding Elektrotechniek, jaar van inschrijving 1964 Vanuit het perspectief technologie zal hij ingaan op de koers die Philips een aantal jaren geleden bewust heeft gekozen waarbij producten voor de gezondheidszorg tot speerpunt zijn gemaakt. Deze producten variëren van: ‘Brilliance CT scanners’ tot ‘Heartstart’. ‘Telemedicine’ is het sleutelwoord. Patiënten willen steeds meer betrokken worden bij het voorkomen, volgen en behandelen van ziekten. Het liefst thuis met apparaten die ze zelf gemakkelijk kunnen bedienen (“Sense and Simplicity”). Op de High Tech Campus in Eindhoven is recent het ‘Center for Molecular Medicine’ van start gegaan. Dit is een samenwerkingsverband van Philips Research met de TU/e, de universiteit Maastricht en het Academisch Ziekenhuis van Maastricht.
De alumnidag op vrijdag 21 april 2006 bestaat uit verschillende onderdelen: ■ ’s ochtends een plenair programma met verschillende externe sprekers. Hieronder lichten wij dit programma verder toe. ■ ’s middags een programma op de faculteit waarbij u presentaties over de onderzoeksprogramma’s, bezoeken aan laboratoria en dergelijke kunt verwachten. ■ ’s avonds een spetterend programma met de alumniverenigingen, studentenverenigingen en (oud) medewerkers. Zoals al eerder bekendgemaakt is het thema van de lustrumactiviteiten in 2006 Health & Technology. In het plenaire ochtendprogramma van de alumnidag staat dit thema ook centraal. Het gaat om de technologische uitdagingen voor de toekomst, welke ontwikkelingen bepalen onze toekomst, hoe gaan wij er mee om, wat zijn de gevolgen voor onze kinderen en kleinkinderen? Wat zijn de gevolgen van wat wij wetenschappelijk kunnen en kennen? En hoe wordt er vanuit bedrijfsperspectief tegen de technologische ontwikkelingen op het gebied van Health aangekeken? Vanuit wetenschapsperspectief staan andere zaken op de voorgrond dan vanuit bedrijfsperspectief. Of is dat maar gedeeltelijk zo? 3 2
M
A
T
R
I
X
/
3
2006
Ir. Harry P.J. Jongeneelen, senior vice president van Unilever TU/e-opleiding Scheikundige Technologie, jaar van inschrijving 1965 Vanuit het perspectief voeding benadert hij het thema Health & Technology. Onze wereld kent naast ondervoeding ook in toenemende mate het overgewichtprobleem. Bij ‘overgewicht’ behoort onder andere de technologische uitdaging om producten te maken met minder zout, minder suiker en de juiste vetten, maar met dezelfde smaak
/
2
0
0
5
die de consument gewend is. De boodschap is hier ‘preventie’! Bij ‘ondervoeding’ behoort onder andere de technologische uitdaging om producten te maken met ondermeer jodium, zout en ijzer die een adequate uitwerking hebben op de ondervoede mens. Voedingsmiddelenconcern Unilever heeft het initiatief genomen voor een nationaal convenant overgewicht. Daarnaast heeft zij de werking van haar cholesterolverlagende margarine Becel pro-activ met proefpersonen onderzoek wetenschappelijk aangetoond. Dit is een van de zeldzame voorbeelden van bij mensen getoetste voedingsmiddelen met een geclaimd gezondheidseffect. Ir. Adriaan L.M. Sanders, manager director van Akzo Nobel/Diosynth TU/e-opleiding Scheikundige Technologie, jaar van inschrijving 1971 Vanuit het perspectief medicijnen komt Adriaan Sanders aan het woord. Er wordt gespeculeerd dat op het gebied van de moleculaire geneeskunde medicijnen een belangrijke rol gaan spelen. Op het gebied van de strijd tegen overgewicht worden nu al eetlustremmers en afvalpillen geproduceerd. Overigens moeten bijwerkingen van deze laatste twee niet onderschat worden! Sanders gaat in zijn lezing in op het ontwikkelen van medicijnen (o.a. ‘Leads Discovery’) en het produceren daarvan (o.a. ‘New Process’); de uitdagingen die er voor technologen liggen komen zeker aan de orde. Zeker als men zich realiseert dat het nu nog tussen de tien tot twaalf jaar duurt voordat een medicijn de patiënt bereikt, en dat het ongeveer 500-600 miljoen euro aan investering kost. Ir. Boudewijn de Blij, directeur van de Nederlandse Hartstichting TU/e-opleiding Technische Bedrijfskunde, jaar van inschrijving 1972 Over de gevolgen van technologie, voeding en medicijnen komt ir. Boudewijn de Blij aan het woord. Voor hem is het wijzigen van gedrag van de consument en de producent (‘mind set’) het belangrijkste. De samenwerking met Unilever paste geheel in de campagne van de Nederlandse Hartstichting. De komende jaren gaat de NHS zich verder inzetten voor het gezond houden van gezonde mensen. Een gezonde leefstijl is de belangrijkste en meest effectieve manier om de kans op hart- en vaatziekten te verminderen. Internet zal bij de voorlichting een belangrijke rol gaan spelen.
alumni nieuws De klankbordgroep bestaand uit alumni (voor
KLANKBORDGROEP
namen zie tekst); poserend voor de oprichtings-
Om ons motto: een alumnidag door, voor en met
acte van de TH in 1957.
alumni waar te kunnen maken, is een klankbordgroep in het leven geroepen bestaande uit alumni (zie foto). Staand van links naar rechts:
VBI
de ingenieurs Robert Cullen (E, 1984), Rob Bieling (Inf, 1980), Hans van Leunen (TN, 1963);
De alumnivereniging van Bedrijfskunde VBI hield
zittend: Dennis Fokkinga (Bdk, 1992) en Kees
in mei een ledenavond waarbij onder andere
Leemreis (W, 1957). (Op de foto niet aanwezig: Ir.
gediscussieerd is over de bijdrage van VBI aan
Jeroen Visschers (B, 2000).
de alumnidag 2006 (zie pagina 32). Een kort
Deze groep treedt graag met u in contact. Hebt
verslag, de presentaties, foto’s en een presen-
u ideeën of aanvullingen voor de alumnidag in
tielijst zijn te vinden op de VBI website: www.
april 2006 dan horen wij dat graag via www.tue.
vbi-online.nl
nl/alumnus.
N.B. Op onze website: www.tue.nl/alumnus onder ‘verenigingen’ vindt u de sites van de
HOOGLERAAR DE JONGE GERIDDERD
alumniverenigingen met onder andere de agenCommunicatie Service Centrum, tel. 040 – 247
da’s van hun bijeenkomsten.
2278. Prof.dr.ir. Wim de Jonge, alumnus van de faculteit Elektrotechniek, hield op vrijdag 17 juni j.l. zijn afscheidscollege getiteld ‘Wenkende
ALUMNUS NAAR SOEDAN MISSIE ALUMNIBUREAU Alumnus Technische Natuurkunde Marjolein
Perspectieven’. In Matrix van het voorjaar 2005 is uitgebreid stil gestaan bij de carrière van De
Het alumnibureau heeft recent haar missie gefor-
Doorewaard was voor Artsen Zonder Grenzen
Jonge. De Cursor van 16 juni j.l. kopte zelfs met
muleerd: het tot stand brengen, intensiveren en
een jaar lang project-coördinator van een primi-
de tekst:’Een goed minister-president had ik ook
in stand houden van de band tussen de TU/e en
tief ziekenhuisje in het Soedanese dorpje Um
kunnen zijn’. In zijn college schetste De Jonge
haar alumni, die resulteert in een actieve, inspi-
el Kher. Doorewaard was verantwoordelijk voor
de ontwikkelingen van zijn vakgebied, die leid-
rerende en wederzijds vruchtbare relatie.
honderdvijftig man Soedanees personeel en
den tot doorbraken op het grensgebied tussen
Om deze missie te doen slagen, wil het alum-
vijf medewerkers van Artsen Zonder Grenzen. In
wetenschap en technologie. Onder andere daar-
nibureau onder andere de volgende middelen
drukke tijden lagen er wel zeshonderd patiënten
voor werd De Jonge na afloop door burgemeester
inzetten:
in het ziekenhuis dat bestond uit hutten van
Cox van Veldhoven geridderd in de orde van de
■ een nieuwe centrale database;
leem, hout en stro. Doorewaard koos bewust
Nederlandse Leeuw.
■ een nieuwe interactieve website;
voor Artsen Zonder Grenzen, voor wie zij ook al
In zijn college roemde De Jonge één van zijn
■ een ‘life long’ c.q. ’overbruggings’ e-mailadres;
in Oezbekistan heeft gewerkt, omdat die organi-
leermeesters, wijlen Prof.dr.ir. Van Trier, de la-
■ een elektronisch alumnipakket;
satie de eerste, meest acute hulp biedt in geval-
tere minister van Wetenschapsbeleid. De tekst
■ open huis-activiteiten;
len van grote nood. Volgens haar is het enige dat
van het afscheidscollege is op te vragen via het
■ regiobijeenkomsten c.q. bedrijfskringen.
het westen kan doen: investeren in onderwijs en gezondheidszorg; opdat mensen zelf de mogelijkheden krijgen om hun land op te bouwen.
NIEUW LEVEN IN ALUMNIVERENIGING ELEKTROTECHNIEK (foto van geridderde De Jonge)
volgt via esther
Xxxxxxxxx xxxxxxx xxxxx xxx xxxxx xxxxxx
Bent u alumnus van de TU/e en staat u nog De alumnivereniging Kirchoff leed een stervend
niet in het alumnibestand? Dan kunt u zich
bestaan. In de afgelopen periode hebben drie
aanmelden via www.tue.nl/alumnus. Heeft
jonge alumni, de elektrotechnische ingenieurs
u vrienden en/of collega’s die aan de TU/e
Huiszoon, Thielens en Jacobs zich bereid ver-
gestudeerd hebben? Attendeer hen op het
klaard de alumnivereniging onder een andere
alumnibestand waardoor ook zij gratis Matrix
naam nieuw leven in te blazen. Ir. Bas Huiszoon
zullen kunnen ontvangen. Vragen? Mail naar
is promovendus bij het COBRA Research Institute
[email protected].
(http://www.cobra.tue.nl/) in het kader van het
Ook de andere twee technische universiteiten
Swooshing project (http://www.swooshing.org/)
blijven graag met hun alumni in contact. Als
en zal als contactpersoon optreden. Thielens en
u daar bent afgestudeerd, dan kunt u zich
Jacobs zijn werkzaam in de industrie. In een van
aanmelden bij de volgende websites: TU Delft:
de volgende nummers van Matrix zal de nieuwe
www.alumni.tudelft.nl en Universiteit Twente:
vereniging zich introduceren.
www.alumnus.utwente.nl.
xxxxxx xxxxxxxxx xxxxxxx
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
3 3
BELEID
Jongeren interesseren voor techniek; het lijkt vechten tegen de bierkaai. Want technische studies, ‘die zijn toch voor nerds’? De Stichting Techniekpromotie, drie jaar geleden opgericht met steun van onder andere de TU/e, gaat de vooroordelen echter onverminderd enthousiast te lijf. Zolang je zelf met plezier bezig bent, springt dat enthousiasme vanzelf over op de jongeren aan wie je een workshop of gastles geeft, is de overtuiging van de initiatiefnemers.
NIEUWE VOORZITTER WIL MEER LANDELIJKE UITSTRALING
Stichting Techniekpromotie
timmert aan de weg De stichting, onder meer bekend van haar Natuurkundecircus en Chemieshow, versterkte de gelederen onlangs met een nieuwe voorzitter, TU/e-hoogleraar prof.dr.ir. Maarten Steinbuch. De vooroordelen over technische studies doorbreken, scholieren bewust maken van het
3 4
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
gebruik en nut van techniek en technologie in de samenleving, en ze erop wijzen dat techniek niet vanzelfsprekend is; dat zijn in het kort de doelen die de Stichting Techniekpromotie zichzelf heeft gesteld. Het moet maar eens afgelopen zijn met het stoffige imago van technische
studies, zo vinden de betrokkenen; kinderen moeten zich ervan bewust worden dat een technische studie een even goede keus is als een rechten- of een economische studie. Jonge tent
Om deze doelstellingen te helpen halen, benoemde de stichting enige tijd geleden een nieuwe voorzitter. Steinbuch, hoogleraar aan de TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde, volgt oud-voorzitter Jelle de Jong op, die zich meer gaat richten op de invulling van de stichtingsactiviteiten. Steinbuch was direct enthousiast toen De Jong, tevens één van de oprichters van de stichting, hem benaderde voor het voorzitterschap: ‘De stichting is een goed initiatief en het beoogde doel is zeker het mijne’, zegt Steinbuch. De nieuwe voorzitter is overigens niet van plan het roer resoluut om te gooien. ‘Voor de uitstraling van de stichting is het belangrijk om te laten zien dat we een brug proberen te slaan tussen de techniek en industrie enerzijds en kinderen anderzijds. Dat kan het beste met een club jonge en enthousiaste mensen, waarmee we nu al werken.’ Bovendien, zo stelt Steinbuch: ‘Ik ben geen verandermanager. Ik wil uiteindelijk wel met nieuwe ideeën komen, maar in eerste instantie wil ik mezelf vooral betrokken en meedenkend opstellen. Die betrokkenheid geeft mensen vertrouwen. Lopende activiteiten, zoals het Natuurkundecircus en de Chemieshow, zijn bovendien een groot succes; waarom zou je daar iets aan veranderen? Daarbij: de stichting is geen organisatie die al vijftien jaar bestaat, is ingeslapen en nu peper in haar reet moet krijgen. Het is een jonge tent die bruist van de energie, maar waar enige structuur gewenst is om activiteiten in te kaderen, om lijnen te trekken en vast te houden en naar het volgende niveau te komen.’ Want, zo zegt ook De Jong: ‘Eigenlijk hebben we nu pas een goed beeld van onze visies en kaders. We zijn nu pas zover dat we bestaande activiteiten naar die visies en richtlijnen kunnen vormgeven en ze daaraan kunnen toetsen.’ Steinbuch wil de lat wel wat hoger leggen en de stichting onder andere een meer landelijke uitstraling geven.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
De bekers die te winnen waren bij de FIRST LEGO League, een initiatief van de Stichting Techniekpromotie.
De stichting in het kort De Stichting Techniekpromotie is opgericht in november 2002 door twee toenmalige studenten Technische Natuurkunde: Jelle de Jong en Wiebe Wagemans. De stichting is in het leven geroepen om scholieren in de leeftijd van acht tot veertien jaar bewust te maken van techniek en technologie in de maatschappij. Door kinderen enthousiast te maken voor techniek zullen ze gaan nadenken over een eventuele keuze voor een technische opleiding, is de gedachte. De stichting richt zich juist op deze leeftijdscategorie, omdat kinderen van die leeftijd zich nog geen definitief beeld gevormd hebben van techniek en technologie. Deze kinderen kunnen volgens de initiatiefnemers nog positief beïnvloed worden. De stichting laat scholieren kennismaken met techniek door verschillende activiteiten op scholen. Voorbeelden hiervan zijn de Chemieshow, de Scienceshow, het Toverlab, gastlessen, practica en de workshop Mindstorms. De twee grootste en waarschijnlijk bekendste activiteiten zijn het Natuurkundecircus en de FIRST LEGO League. De scholieren kunnen zelf deelnemen aan en assisteren bij deze activiteiten. Door het doen van allerlei proefjes en het bouwen van bijvoorbeeld robots verbreden kinderen hun kennis op technisch gebied. De stichting wordt gefinancierd door een aantal sponsoren en partners, waaronder de TU/e.
Die ambitie koestert de stichting overigens al sinds haar oprichting, benadrukt De Jong, ‘maar we zijn nu op het punt gekomen dat het daadwerkelijk kán.’ Daarbij wil de stichting binnen de TU/e meer gaan samenwerken met andere faculteiten dan alleen Technische Natuurkunde en Scheikundige Technologie, en staat ook meer samenwerking met collega-organisaties, de andere technische universiteiten en de industrie op het wensenlijstje. Her en der worden de handen al ineen geslagen, zegt De Jong, ‘maar er zijn nog genoeg heel interessante samenwerkingsverbanden die we nu nog niet aangrijpen.’ Volgens Steinbuch zet de stichting momenteel de eerste stappen in het najagen van die doelen. ‘Scholen zijn onze belangrijkste doelgroep. Vandaar dat we ook graag iemand van het overkoepelende orgaan van basisscholen in het bestuur willen hebben. Wat van belang is voor de keuzes voor techniek, is de economische positie van technische bedrijven en de manier waarop de media spreken over techniek. Als het slecht gaat met Philips, kiezen minder scholieren voor techniek. Biomedische technologie staat ontzettend in de belangstelling, waardoor veel meisjes hun technische belangstelling omzetten in een biomedische studie.’ Sponsoring
Bij het waarmaken van alle ambities kan een ‘zwaarder’ bestuur zeker helpen, is de overtuiging van Steinbuch: ‘Zwaarder in de zin van mensen die niet alleen uit Eindhoven komen, maar uit allerlei groepen in de samenleving. Ze hebben mij gevraagd als voorzitter een handje te helpen bij het inzetten van die verandering’. De Jong vult aan: ‘Daarbij gaan Maarten en ik samen de sponsoring van de stichting een impuls geven. Maarten heeft een groot netwerk en kent veel mensen persoonlijk. Hij kan op een heel andere manier met bijvoorbeeld de vice-president van Philips Research praten dan wij.’
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
3 5
ONDERZOEK
Zuiniger auto rijden Hoe kun je een auto zuiniger laten rijden zonder iets aan de auto te veranderen? Door elektrische energie op te slaan in de accu als het goedkoop is, en deze te gebruiken als het duur is. In opdracht van het onderzoekscentrum van Ford in Aken werken twee groepen van de faculteiten Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde aan een systeem voor efficiënter energiegebruik van auto’s. Er is al een besparing van enkele procenten bereikt. En gaandeweg is de probleemstelling van het onderzoek door de
Testopstelling in een Ford Mondeo.
onderzoekers aangepast.
3 6
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
Ford Mondeo
Aken staat een testopstelling met een Ford Mondeo.
Terwijl de simulatie-Mondeo ‘rijdt’, doen we voortdurend metingen aan de echte accu’s die erop zijn aangesloten. Zo is de garantie groter dat de voorspelde winst ook daadwerkelijk wordt gehaald. Uiteindelijk willen we software ontwikkelen die op ieder moment berekent wat de accu doet. Ook de motor en dynamo meten we tijdens het rijden. Het is een vrij unieke aanpak waarop Ford samen met ons patent heeft aangevraagd.’ Het onderzoek, inclusief de nieuwe probleemstellingen, levert zowel opdrachtgever als uitvoerder iets op. ‘Voor Ford is het relevant, want het maakt besparing op de brandstof aantoonbaar zonder dat er fysiek iets aan de auto hoeft te veranderen. Zo’n zuiniger energiesysteem kan over een paar jaar in productie, als alles uitgebreid is getest. Voor ons is het interessant, omdat de kennis die wij opdoen over accu’s en motoren heel waardevol is. Die zullen nog tijden dienst doen in auto’s.’
dat Ford had voorgelegd met wiskundige technieken oplossen. ‘Maar gaandeweg merkten we dat dit niet de oplossing van hun probleem was’, geeft Van den Bosch aan. ‘Dat bleek ergens anders in te zitten. In de oorspronkelijke vraagstelling ging Ford ervan uit dat je precies weet hoe een auto zich gedraagt. Maar dat kún je niet weten. Je kunt een gemiddelde snelheid voorspellen, maar je hebt altijd te maken met externe factoren. Denk aan tegenwind, het aantal inzittenden, een weg die wat stijgt of daalt.’ Daarom hebben de onderzoekers een aangepaste methode voorgesteld en uitgewerkt die niet is gebaseerd op exacte kennis van het te rijden traject. ‘Deze methode is direct toepasbaar bij de huidige generatie auto’s. Ford heeft samen met ons patent hierop aangevraagd. De methode wordt op dit moment uitgebreid getest in een Mondeo, tijdens proefritten en op een rollenbank bij Ford. Nu zijn we bezig om de enorme hoeveelheid data te interpreteren.’ De eerste resultaten zijn al binnen. ‘En die zijn verheugend, zelfs beter dan we hadden voorspeld, al begrijpen we nog niet volledig hoe dat kan’, aldus Van Den Bosch. Er is daadwerkelijk minder brandstof gebruikt zonder dat de bestuurder dat merkt. Het is een besparing van enkele procenten. ‘Dat komt in Nederland alleen al voor auto’s neer op een besparing van zo’n 150 miljoen liter brandstof’, rekent John Kessels voor. ‘Alleen door verandering in de besturingssoftware, dus zonder iets elektrisch of mechanisch aan de auto te hoeven veranderen.’ Voor het onderzoek had Ford een wiskundig model van de accu gegeven. ‘Dat model bleek voor onze toepassing onvoldoende nauwkeurig omdat het geen rekening kon houden met de individuele omstandigheden van elke accu’, zegt Van den Bosch. ‘Daarvoor moet je metingen uitvoeren om de gevraagde eigenschappen van de accu aan te passen. We hebben van Ford een nieuwe opdracht gekregen, én extra tijd.
M
A
T
R
Meedenkers
Van den Bosch is tevreden over de loop van het onderzoek. ‘Een mooie gang van zaken: de industrie stelt een vraag, en de onderzoekers komen met een toepasbare oplossing voor een ander niet gevraagd probleem. Daaruit blijkt de meerwaarde van de wetenschap. We zijn meedenkers geworden. Ford heeft ons alle vrijheid en vertrouwen gegeven. Dat maakt dit project heel plezierig en ook voor Ford heel waardevol.’ F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Voor het onderzoek is een voertuigsimulator opgesteld. Die bestaat uit een computersimulatie in combinatie met enkele echte auto-onderdelen zoals de accu. Deze accu is in alle soorten en maten te variëren. ‘De voertuigsimulator is op dit moment een Ford Mondeo’, licht Paul van den Bosch toe. ‘Alle mechanische eigenschappen van de Mondeo zitten erin geprogrammeerd. De elektrische belasting kunnen we eenvoudig variëren. En met een kleine aanpassing van de software hebben we de eigenschappen van bijvoorbeeld een Ford Fiesta. Het is minder sexy dan een echte auto, maar een stuk flexibeler voor ons onderzoek.’ In een aparte kast wordt de besturingssoftware geprogrammeerd. ‘We kunnen deze kast ook aansluiten op een echte auto. Zo kunnen we hier alles ontwikkelen en het naar andere plekken meenemen. Bijvoorbeeld naar de Mondeo bij het emissielaboratorium van Ford in Aken. Daar kunnen we metingen verrichten met echte auto’s, in een gecontroleerde omgeving.’ De onderzoekers konden zo het probleem
Bij Ford in
F OTO : F O R D A K E N
Auto’s zijn in de afgelopen decennia vooral verbeterd op mechanisch gebied. Maar elektronica en software spelen een steeds grotere rol. De huidige generatie auto’s heeft veel elektrische onderdelen, zoals verlichting, bediening van de ramen en elektrische stuurbekrachtiging. Die onderdelen hebben allemaal hun invloed op het totale energieverbruik van de auto. Door de energiehuishouding middels software aan te passen zou het mogelijk moeten zijn brandstof te besparen. ‘Zo’n vier jaar geleden heeft Ford dit probleem bij ons neergelegd’, vertelt prof.dr.ir. Paul van den Bosch van de groep Control Systems van Elektrotechniek. ‘De vraag was wat de beste strategie is om elektrische energie te produceren als je weet hoe een auto zich gedraagt. Dat is een mooi wiskundig probleem dat we goed kunnen oplossen.’ Op kosten van Ford zijn twee AIO’s aangetrokken, John Kessels vanuit Elektrotechniek en Michiel Koot vanuit de groep Control Systems Technology van Werktuigbouwkunde. ‘Een accu wordt normaal gesproken alleen gebruikt voor het starten’, legt Kessels uit. ‘Voor de rest levert de dynamo de benodigde energie. Als je de accu halfvol energie stopt in plaats van helemaal vol, kun je er tijdens het rijden energie in opslaan op het moment dat die goedkoop geproduceerd kan worden. Op dure momenten kun je de energie weer gebruiken. Mechanisch hoef je dan niets aan de auto te veranderen, je gebruikt de accu alleen intensiever.’
Links John Kessels en rechts Paul van den Bosch.
I
X
/
3
/
2
0
0
5
3 7
S TA RT E R S
Visualisaties: kijken is weten Al enkele keren stond TU/e-hoogleraar dr.ir. Jack van Wijk op het punt een vinding naar de markt te brengen, maar telkens besloot hij het niet te doen. Hij kent zichzelf; hij is een wetenschapper, geen ondernemer. Een bijzondere loop der dingen maakt dat hij nu wél nauw betrokken is bij een bedrijf: MagnaView B.V.. Zijn product is in staat informatie op een toegankelijke en aantrekkelijke manier te visualiseren. Een openbaring voor managers die graag op basis van feiten beslissingen nemen. In 1998 begon Jack van Wijk, toen universitair hoofddocent Visualisatie bij de faculteit Wiskunde en Informatica, met het in beeld brengen van abstracte gegevens. ‘Een van de eerste dingen die ik aanpakte was het in beeld brengen van de harde schijf van een computer. Iedereen kent het probleem dat je harde schijf vol raakt, maar dat je niet weet waarom. Het kan zijn dat er grote bestanden zijn opgeslagen, er kunnen zware spellen van je zoon op staan, je
3 8
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
kunt vergeten zijn onderhoud te plegen. Wat je zou willen is een plaatje waarop je kunt zien waar de grote bestanden zitten die de problemen veroorzaken.’ De onderzoeksgroep van Van Wijk ontwikkelde allerlei technieken, maar de eerste die werd gebruikt, bleek de beste. Met die techniek maak je een landkaart van de harde schijf, een boomstructuur eigenlijk. ‘Wij hebben daar aan toegevoegd dat je met schaduw en belichting
hackt en heb mijn data erin gebracht. Dat gaf een prachtig beeld van een notariskantoor. Ik heb Van Wijk gebeld en gevraagd of ik hem mocht komen laten zien wat ik had gedaan.’ Dat was twee jaar geleden. De heren hadden naar eigen zeggen ‘een zeer genoeglijke middag’ en besloten een weg in zetten naar een verkoopbaar product. Klanten
V.l.n.r.: Jack van Wijk, Erik-Jan van der Linden en Roel Vliegen.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
het beeld overzichtelijk en aantrekkelijk presenteert. We hebben een tool gemaakt die iedereen kan gebruiken. Het heet SequoiaView. Dat hebben we op internet gezet en het is tot op heden 450.000 keer gratis gedownload.’ De tool staat inmiddels bekend als een van de weinige resultaten van visualisatieonderzoek die ook echt een markt heeft bereikt.
Van der Linden is gaan onderzoeken wat de markt ervan vindt. Die was zo positief dat de twee besloten een bedrijfje op te richten, MagnaView B.V.. Inmiddels zijn er zo’n tien mensen bij betrokken. Van der Linden: ‘We zijn nu in contact met partijen die onze producten in de eigen organisatie gaan gebruiken. Maar we zijn ook in gesprek met softwareleveranciers die het programma in hun pakketten willen opnemen. Het is interessant voor diegene die inzicht wil in de informatie die in de systemen van een organisatie zit. Organisaties verzamelen momenteel bergen informatie, maar daar gebeurt relatief weinig mee, omdat het lastig is van de gegevens goede en aantrekkelijke overzichten te maken.’ Op dit moment wordt gebruik gemaakt van staafdiagrammen en taartdiagrammen, maar daar houdt het op. ‘Wij maken visualisaties die uitnodigen om er verder interactief mee bezig te zijn. Daarbij kun je heel gemakkelijk steeds verder op de informatie inzoomen en weer terug. We verwachten dat mensen heel actief met de informatie zullen omgaan.’ Toen Van der Linden met de visualisaties van MagnaView naar de notaris ging ‘viel deze van zijn stoel’, omdat hij een bruikbaar inzicht kreeg in de resultaten van zijn kantoor. ‘Ook in het onderwijs zagen ze met het systeem al heel snel waar knelpunten in de organisatie zitten, bijvoorbeeld welke klassen minder presteren en hoe dat komt, of welke docenten minder functioneren.’ Klimaat
Ondernemer
Ondanks het succes van SequoiaView wilde de hoogleraar geen bedrijf opzetten om zijn tool te gelde te maken. Tot dr. Erik-Jan van der Linden, IT-adviseur en ondernemer, zijn leven binnen kwam wandelen. Van der Linden is na een loopbaan in de academische wereld sinds 1996 zelfstandig adviseur op het gebied van informatietechnologie. Hij werkte onder meer voor uitgevers, notarissen en het onderwijs. ‘Ik heb in 2002 van een notaris een database gekregen die wordt gebruikt voor het maken van aktes. Die heb ik omgekeerd: wat zegt zo’n database over de klanten van notarissen. Dat was belangrijk vanwege de invoering van marktwerking in het notariaat. Daar kwamen interessante resultaten uit. Ik heb voor de presentatie in eerste instantie tabellen en business graphics gebruikt om de uitkomsten inzichtelijk te maken. Maar dat was niet helemaal zoals ik wilde.’ Toen las Van der Linden in de Automatiseringsgids een artikel over SequoiaView. ‘Ik heb de tool gedownload en ik vond het geweldig! Het maakte meteen inzichtelijk hoe mijn harde schijf eruit zag. Ik bedacht dat dit ook kon werken voor managementinformatie. Ik heb de tool ge-
Het ligt voor de hand dat de heren met hun tool een eindeloze hoeveelheid toepassingen kunnen bedenken, maar het omzetten van ideeën in toepassingen is arbeidsintensief. Dit is bij MagnaView de taak van Roel Vliegen, student Informatica. Hij kwam in 2004 bij het bedrijf om van SequoiaView een bruikbaar tool voor managementinformatie te maken en om en passant bij MagnaView af te studeren. ‘Bij mij komen vaak de ideeën terecht en ik moet kijken of het haalbaar en zinvol is om ze in toepassingen om te zetten. Dit uitvoeren kost veel tijd.’ Van der Linden en Van Wijk geven hoog op over de vanzelfsprekendheid waarmee de TU/e het jonge bedrijf faciliteerde. Van Wijk: ‘Het klimaat op de TU/e is zeer ondernemend geworden. In het verleden werd het niet altijd op prijs gesteld als je had meegeholpen aan een spin-off. Dat is nu niet meer het geval. Wat erg helpt is het TU/e Innovation Lab. Die mensen hebben echt heel veel voor ons gedaan.’ Van der Linden: ‘Ik verwachtte eerlijk gezegd weinig medewerking , maar ik trof een omgeving waar de mensen precies begrepen wat het vraagt een bedrijf op te zetten. Dat heeft enorm meegeholpen.’
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
3 9
LOOPBA AN
Philomeno Bluyssen doet onderzoek naar comfortabele en energiezuinige woon- en werkomgevingen.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Ingenieur in
gezonde gebouwen Ze was één van de eersten in Nederland die de term Sick Buildings inruilde voor het positievere gezonde gebouwen. TU/e-alumna dr.ir. Philomena Bluyssen zet op dit onderzoeksterrein bij TNO Bouw mede de lijnen uit. ‘De term Sick Building hebben we uitgebannen. We noemen het nu een streven naar gezonde gebouwen. Dat is wat minder negatief. Wat nu erg speelt is gebruikersgericht bouwen. De bewoner of gebruiker is toch degene die je tevreden moet stellen. Na mijn eerste jaar aan de TU/e besloot ik de fysische kant van bouwkunde te doen. Architectuur vond ik nogal vaag. De manier waarop ontwerpen werden beargumenteerd lag mij niet. Het tekenwerk sprak mij wel aan, maar mijn liefde voor getallen kreeg toch de overhand. Na mijn afstuderen in 1986 wilde ik aan de faculteit Bouwkunde gaan promoveren, maar ik werd gevraagd om in Denemarken aan de technische universiteit voor een periode van drie maanden te komen werken. Ik kwam bij professor Fanger, in die tijd een wereldberoemd wetenschapper. Hij deed onderzoek naar het effect van het binnenmilieu op mensen. In eerste instantie heeft hij zijn
4 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
strepen verdiend op het gebied van thermisch comfort. Toen ik daar begin 1987 arriveerde hield hij zich tevens bezig met luchtkwaliteit, op dat moment een nieuw onderzoeksterrein. Er was net een studie in een aantal gebouwen uitgevoerd en ik mocht de data analyseren. Er werd een link gelegd tussen Sick Buildings en luchtkwaliteit. Men vermoedde dat een slechte luchtkwaliteit - wat dat ook precies moge zijn - de reden was van tal van klachten. De theorie was dat geur wel eens een indicator kon zijn. We wisten niet welke kant het onderzoek uit zou gaan. Ik ben daarom in Denemarken gebleven om te promoveren. Het was een avontuur om naar het buitenland te gaan. Voordien was ik ook voor mijn afstuderen naar de Verenigde Staten geweest, naar Yale. Daar heb ik me ook beziggehouden met luchtkwaliteit, maar dan met het effect van sigarettenrook. Het was toen in Eindhoven wel bijzonder om naar het buitenland te gaan. Er waren
Bluyssen: ‘Emissie van materialen speelt zeker ook een rol bij de luchtkwaliteit’ vóór mij twee mensen naar Amerika geweest, naar Denemarken was nooit iemand gegaan.’ Machine s
‘We hebben in Denemarken een methodiek ontwikkeld om met behulp van mensen de luchtkwaliteit te boordelen. Die getrainde mensen kunnen de luchtkwaliteit in een ruimte of klimaatkamer in een getal uit drukken. Dit getal zegt dan iets over hoe slecht de lucht ruikt. Mensen kunnen dat beter dan machines. De hoeveelheid van een stof in de lucht wordt meestal uitgedrukt in parts per million, maar de neus kan zelfs parts per billion, of trillion detecteren. Honden zijn nog beter, die kunnen een molecuul ontdekken. Toen ik begin jaren negentig terugkwam in Nederland was de term Sick Buildings Syndrom algemeen bekend, zelfs bij gebruikers van gebouwen. Het was echt een hype, terwijl het gewoon een verzamelnaam is voor tal van klachten als droge ogen en allergische reacties. Wat de klachten gemeen hebben is dat je de oorzaak of de bron niet kunt vinden. De methodiek om mensen te gebruiken was ook interessant voor de media, dus toen ik deze methode had geïntroduceerd bij TNO Bouw werd ik regelmatig gebeld om voor de krant of televisie uit te leggen wat we deden. Een jaar nadat ik bij TNO kwam, startte ik een Europees project waarbij de methode werd toegepast. Toen was het voor de media uit de rest van de wereld interessant om naar hier te komen en er een filmpje over te maken. We kwamen er steeds meer achter dat de luchtkwaliteit een belangrijke factor is voor het creëren en behouden van gezonde gebouwen, maar het is zeker niet de enige. We kregen langzaam steeds meer grip op de emissie van materialen en de mogelijke gevolgen hiervan op de gezondheid. Onze kennis heeft zeker geleid tot andere manieren van bouwen, vooral in Scandinavië. Daar zijn richtlijnen waarmee producenten van bijvoorbeeld hout en tapijt
zorgen dat hun bouwmaterialen bijna emissieloos zijn, waardoor de gezondheid van de mensen in de gebouwen verbetert. In Nederland is het nog niet zover doorgedrongen.’ Onderzoek
‘Ik ben bij TNO Bouw nu themacoördinator Gezondheid, Comfort en Energie. Dit houdt in dat ik een lijn mag uitzetten voor onderzoek wat leidt tot kennis en producten waarmee gezonde, comfortabele en energiezuinige woonen werkomgevingen gerealiseerd en behouden kunnen worden. Ik maak daarvoor samen met mijn collega’s binnen en buiten TNO een roadmap waarin dit onderzoek in kaart is gebracht. We zijn steeds meer bezig met het eerste traject van de bouw: de initiatie-en de ontwerpfase. Zo werken we samen met een woningbouwcorporatie in Utrecht aan de bouw van een appartementencomplex, waarbij we criteria als gezond, comfortabel, flexibel en energiebesparend meenemen. Dit is ook noodzakelijk om onze onderzoeksresultaten te testen en om ons onderzoek verder vorm te geven. In dit project werk ik nauw samen met mijn collega prof. dr.ir. Olaf Adan, die recent hoogleraar is geworden bij Technische Natuurkunde aan de TU/e en die ook bij de TU/e, faculteit Bouwkunde (FAGO) is afgestudeerd. Wij hebben samen ook het Ecospace concept bedacht. In dit concept proberen wij innovaties ten behoeve van gezonde, comfortabele, veilige en duurzame ruimtes te initiëren. We doen dit samen met partijen uit de bouwsector, maar toch vooral samen met partijen uit geheel andere sectoren. Hierbij moet je denken aan de ruimtevaart, de farmaceutische industrie en de nautische industrie. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan een voorstel voor de EU, waarin het Ecospace gedachtegoed centraal staat. Prestatiecriteria van de eindgebruiker staan ook hier weer centraal.’
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
4 1
BELEID
T U/ e S TA R T Z O E K T O C H T V R O U W E L I J K TA L E N T
‘Women in Science’ Na jarenlang onderaan gebungeld te hebben als universiteit met de minste vrouwelijke werknemers in hogere wetenschappelijke functies, is de TU/in september stevig naar buiten getreden met de campagne ‘Women in Science’. Het resultaat moet leiden tot het aanstellen van vijf vrouwelijke onderzoekers als universitair docent (UD) met uitzicht op een aanstelling als universitair hoofddocent (UHD).
‘Het tekort aan vrouwen in de hogere wetenschappelijke functies is een issue dat al jaren speelt. Niet alleen bij onze universiteit, net zo goed bij andere universiteiten. Een dergelijke campagne had al veel eerder moeten gebeuren maar nu gaan we er eindelijk iets aan doen. Als je als internationale en moderne universiteit bekend wil staan moet er ook een behoorlijk aantal vrouwen werkzaam zijn, een personele bezetting vergelijkbaar met een afspiegeling van de maatschappij,’ aldus prof.dr.ir. Hans van Duijn rector magnificus van de TU/e. Een speciaal traject voor vrouwelijk talent is in het leven geroepen om vrouwen te stimuleren te kiezen voor een wetenschappelijke carrière aan de TU/e. ‘We willen zo’n groot mogelijke markt aan talent aanboren. Het is zonde dat we nu zoveel vrouwelijk talent ongebruikt laten. Vrouwelijke rolmodellen zijn belangrijk, onder meer voor een hogere instroom van meisjes voor een studie aan de TU/e. Maar ook is het voor vrouwen aangenamer werken in een evenwichtige samenstelling’, motiveert Van Duijn. Het laatste is iets wat dr. Carlijn Bouten (UHD Biomedische Technologie) herkent. Zij doorliep een vergelijkbaar pad van promovendus naar UHD. Met het verschil dat er vooraf geen beoogd doel was vastgesteld, zoals bij het traject ‘Women in Science’ wel het geval is. ‘Ik spiegelde me, bij gebrek aan vrouwelijke collega’s hier, voornamelijk aan het carrièrepad van mijn mannelijke collega’s.
4 2
M
A
T
R
I
X
/
3
Dat, tezamen met mijn ambities en het niet uit kunnen wisselen van ervaringen van vrouwen in vergelijkbare of geambieerde posities, heeft wel geleid tot een onevenwichtige verdeling van prioriteit tussen werk en privé-leven.’ Bouten is dan ook voor het aantrekken van talentvolle vrouwen aan de TU/e maar zou willen pleiten voor ondersteuning op dit punt. ‘Vrouwen gaan nu eenmaal anders om met ambities en carrièredoelen.’ Van Duijn erkent deze verschillen, daar zal zeker rekening mee gehouden worden tijdens het traject. Strenge sele ctie
In lijn met de opzet van de TU/e wordt er door deze vrouwen in een bepaalde periode een carrièrepad gevolgd, na drie jaar vindt er een tussenbeoordeling plaats en na vijf jaar een eindbeoordeling. Na die vijf jaar moet blijken of de kandidaten zich tot het gewenste niveau hebben ontwikkeld om door te stromen naar het traject als UHD. Blijkt dat de kandidaat niet aan de verwachtingen voldoet, dan is het exit. Het verschil tussen de reguliere zogenaamde tenure tracks (ook wel Career Paths genoemd) en die van ‘Women in Science’ is dat deze laatste groep vanuit een centrale regie wordt beoordeeld en ook gefinancierd wordt door het College van Bestuur. Na een strenge selectieronde op ambitie, ervaring en potentie krijgen vijf vrouwen zes jaar de tijd om zich zelf te bewijzen.
/
2
0
0
5
De verwachtingen zijn hoog. Om voor selectie in aanmerking te komen moet de sollicitante beschikken over phd-graad en postdoctorale ervaring, bij voorkeur in verschillende (internationale) onderzoeksinstituten en ook moet zij gepubliceerd hebben in internationale wetenschappelijke bladen van hoog niveau. Verder moet ze competenties hebben om succesvol subsidies aan te vragen, wil ze groeien en uitblinken als topinnovatieve wetenschapper, heeft ze docerende kwaliteiten en affiniteit in lesgeven, plus een bewijs van internationale erkenning. Er wordt gezocht naar wetenschappers in de profileringsgebieden: Polymeer Science and technology, Biomedical Engineering sciences, Nanoengineering of Functional Materials and
Devices, Broadband Telecommunication Technologies, Catalysis and Process Engineering, Mechanics and Control, Science and Engineering of Embedded Systems en Logistics and Operations. Kortom, het is geen standaardtraject voor nieuwe, startende wetenschappers maar voor een selecte groep die een groeipad over twee functies in relatief korte tijd kan en wil overbruggen. Het traject is dan ook bedoeld voor potentiële toppers. ‘Dit pad past bij een wetenschappelijke carrière en is internationaal ook aanvaard. Een wetenschapper moet over bepaalde talenten beschikken, deze komen tot uiting tijdens het tenure traject. Tijdens deze periode stellen we heldere eisen en toetsen regelmatig zodat we vrij snel zicht hebben of het wel
waar we naar zoeken maar dat wil niet zeggen dat we de voorkeur geven aan een buitenlandse kandidaat. Kwaliteit blijft het belangrijkste criterium’, benadrukt Van Nugteren. Ook in de Volkskrant zal een advertentie komen. Ter ondersteuning gaat er tegelijkertijd een website online www.tue. nl/women-in-science. ‘Met deze campagne slaan we twee vliegen in een klap, behalve het internationaal werven van vrouwen, geven we de TU/e ook extra internationale zichtbaarheid’, aldus Van Duijn. De procedure sluit een maand na plaatsing van de advertenties, het College van Bestuur hoopt eind 2005/ begin 2006 minimaal vijf talentvolle vrouwen rijker te zijn. Met de actie ‘Women in Science’ staat het onderwerp vrouwen definitief op de agenda.
of niet gaat lukken’, legt Olaf van Nugteren (hoofd Dienst Personeel en Organisatie) uit. ‘Talent dat al aan de TU/e werkzaam is, kan niet deelnemen. Zij krijgen binnen de TU/e op een andere manier de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen.’ De gangbare werving en selectie op wetenschappelijke vacatures blijft dus gewoon bestaan. ‘Met ‘Women in Science’ willen we juist nieuw talent aantrekken.’ Breed uitpakken
Met de campagne ‘Women in Science’ pakt de TU/e breed uit. Voor het eerst gaat zij adverteren in vooraanstaande wetenschappelijke bladen zoals Science en Nature. ‘Het domein van de wetenschap is de wereld, dus dat is dan ook het gebied
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
4 3
53% your technical skills your experience your common sense your talents your imagination
/2$).! :/%+4 %-"%$$%$ 37 %.').%%23 Ordina Technical Automation (TA) is met meer dan 270 medewerkers één van de marktleiders op het gebied van technische software ontwikkeling. Maak de stap naar Ordina. Een netwerk van professionals waar ambitie en creativiteit leiden tot verbazend interessante oplossingen voor klanten. Ordina TA, Embedded IT Wij zijn op zoek naar resultaatgerichte embedded software professionals met kennis en ervaring op het gebied van moderne technologieën. Wij zoeken versterking bij de ontwikkeling en innovatie in de domeinen consumenten elektronica, automotive en medische systemen. Verder zijn wij op zoek naar versterking binnen onze infotainment (DVB-T/H) activiteiten. De werkzaamheden zullen zowel in projectvorm als op detacherings-basis plaatsvinden.
3 2
M
A
T
R
I
X
/
1
/
2
0
0
5
Wij zoeken door heel Nederland: • Ervaren Embedded Software Professionals • Embedded Software Engineers met buitenland ambitie • Junior Software Engineers • .Net Specialisten
Voor meer informatie ga naar www.ordina.nl en solliciteer online op een van deze vacatures. Je kunt ook direct je CV en motivatie mailen naar
[email protected] Voor vragen kun je contact opnemen met Roos Dekker tel: 030-663 71 58.
ALUMNI
‘Mensen voelen zich geleefd’ De alumnivereniging is anno 2005 weer helemaal terug van weggeweest. Nu de banen niet meer voor het opscheppen liggen, worden oude én nieuwe contacten belangrijker. En sinds de baas niet meer zo staat te popelen om in opleidingen te investeren, moet men zelf de ontwikkelingen in het vakgebied wat beter in de gaten houden. Daarbij kan de alumnivereniging nieuwe stijl een belangrijke steun in de rug zijn. Zo ook Item, de alumnivereniging van de opleiding Techniek en Maatschappij (TeMa), die inmiddels Technische Innovatiewetenschappen heet, van de faculteit Technologie Management. Item wil de komende tijd voor nieuwe en oude leden leuke activiteiten organiseren met steeds een goede spreker. Na de populaire barbecue in augustus, is de eerstkomende activiteit van Item een workshop ´bewustwording´ op zondag 30 oktober.
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
I T E M N E T W E R K P L AT F O R M VOOR TEMA ALUMNI
Item PR-man Maarten Engels blaast alumnivereniging nieuw leven in.
dagelijkse leven werkzaam is als beginnend SAP-consulent bij Capgemini in Utrecht. Alumni-net
Het doel van het bestuur dat in 2005 aantrad, is om de organisatie wat meer gestructureerd te maken en zodoende effectiever te kunnen opereren. Item moet een echt ‘netwerkplatform’ gaan worden waar afgestudeerden terecht kunnen met allerlei vragen aan vakgenoten, op de universiteit en daarbuiten. Daar komen volgens Engels al aardige dingen uit voor de leden. ‘Sommige oud-studiegenoten konden zakelijk iets voor elkaar betekenen, bijvoorbeeld door iets te leveren aan een bedrijf. Anderen vonden zo een nieuwe werkgever’. Item is ook betrokken bij een groter project van de TU/e om een ‘alumni-net’ op te zetten waar oud-TU/e’ers op het internet met elkaar in contact kunnen komen. Het is de bedoeling om alumni-net als het klaar is te integreren in de Item website. Het opsporen van alumni wordt tegelijkertijd bemoeilijkt én vergemakkelijkt door de internationale aard van de opleiding. Afgestudeerden zijn overal ter wereld aan het werk gegaan. De nieuwe website is een belangrijk hulpmiddel op de globetrotters van de opleiding terug te vinden en van informatie te voorzien. Uitwisseling
Afgestudeerden opsporen
Item PR-man Maarten Engels: ‘Mensen voelen zich steeds meer geleefd. Zeker naarmate ze in hun carrière groeien en meer verantwoordelijkheid krijgen. Het lijkt wel alsof iedereen iets van ze wil: leidinggevenden, medewerkers, klanten, maar ook vrienden, familie en partners. Het leven wordt beschreven in termen van de agenda: afspraken, taken en punten. Waar blijft de spontaniteit, het bewust kiezen om iets op een bepaald moment te doen? In de workshop gaan we het uitgebreid hebben over hoe je hiermee om kunt gaan’. Het kersverse bestuur van Item is nu met grote inzet bezig om afgestudeerden van alle vijftien studiejaren tot nu toe op te sporen. Het ledenbestand telt op dit moment ongeveer zeventig mensen. ‘Naarmate het langer geleden is dat iemand is afgestudeerd of contact heeft gehad met de universiteit wordt het natuurlijk moeilijker om hem of haar te vinden’, vertelt Engels, die in het
‘Iedereen in het ons vakgebied merkt dat opdrachten steeds vaker een internationaal karakter hebben’, aldus Engels. Eén van de richtingen van de opleiding is technologische ontwikkeling en de overdracht ervan naar de Derde Wereld, maar ook de andere aandachtsgebieden van TeMa blijken grensoverschrijdend. De opleiding verandert volgens Engels elk jaar opnieuw, wordt steeds completer en snijdt onderwerpen aan die belangrijk zijn voor alumni. Item onderhoudt daarom nauwe contacten met de faculteit en de studentenvereniging Intermate van de opleiding. Item hoopt op een vruchtbare uitwisseling tussen mensen van de universiteit en alumni in het bedrijfsleven. ‘Item is in de eerste plaats belangrijk voor alumni, maar daarnaast ook voor de universiteit, de faculteit en de huidige studenten’, concludeert Engels. Voor meer informatie: www.itema.nl.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
4 5
“The important thing is not to stop questioning, curiosity has its own reason for existing.” (Einstein). Als business school van de Universiteit van Tilburg en de Technische Universiteit Eindhoven verlegt Tias dagelijks de grenzen van kennis, om die vervolgens te kunnen overschrijden. Het gevolg is een hoge kwaliteit van managementopleidingen en een voortdurende prikkeling tot innovatie. Met de beste (internationale) docenten uit de universitaire wereld en het bedrijfsleven. Of het nu gaat om executive masters, op maat gemaakte company specific opleidingen of om ons internationale executive MBA (11e in de Financial Times EMBA wereldranglijst 2004). Innovatief, internationaal en no-nonsense. Als dat is wat u verwacht van een business school, bezoek dan onze website. Tias Business School Campus TU/e P.O. Box 513 5600 MB Eindhoven T. 0800-tiasinfo E.
[email protected] I. www.tias.edu
ONTWERPEN
ontwerper in opleiding
Jolmer Nieuwkerk (29) verschillende delen van het proces onderzocht. Het bleek dat de gebruikte techniek goed was, maar dat het debiet varieerde en de voeding niet mooi homogeen was. Het bufferproces dat dient om deze variaties op te vangen heb ik herontworpen, we hebben er proeven mee gedaan en het bleek inderdaad dat de efficiëncy verbeterde. Vervolgens hebben we een aanvraag bij het management gedaan om het proces aan te passen. Dat is inmiddels goedgekeurd. Dan heb je echt eer van je werk. Na beëindiging van mijn opdracht hier wil ik graag in de voedingsindustrie blijven werken. Een echte uitdaging.’
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
Jolmer Nieuwkerk besloot om na zijn studie Scheikundige Technologie aan de TU/e de tweejarige ontwerpersopleiding Process and Product Design (PPD) te volgen. Voor zijn ontwerpopdracht kwam hij in november 2004 bij Sara Lee in Joure terecht. Daar wordt thee, vloeibare koffie en instant poeder geproduceerd. De vloeibare koffie is een extract, dat in koffieautomaten gebruikt wordt. Bij het maken van deze vloeibare koffie ontstaan ook vaste deeltjes. Nieuwkerk: ‘Mijn opdracht bestond uit het verbeteren van het scheidingsproces. De efficiëncy was laag en het proces werkte niet optimaal. Ik heb de
4 7
i
n
n
o
v
a
t
i
o
n
&
l
e
a
d
e
r
s
h
INTERNATIONAL EXECUTIVE MBA Start januari 2006
■
Management van technologie, innovatie, strategie en ondernemerschap
INNOVATIE
EFFECTIEF LEIDERSCHAP
MANAGEMENT VAN TECHNOLOGIE
■
Voor ambitieuze professionals en executives
■
High impact learning
■
Lerende en interactieve groep
■
Focus op persoonlijke groei
■
Meest toegepaste MBA voor ingenieurs in Europa
■
Internationale studiereis
■
Academische MBA
■
Waardering inhoud programma – 2e plaats
PERSOONLIJKE ONTWIKKELING
Intermediair Ranking 2004 ■
Parttime opleiding, 18 seminars in 2 jaar
ONDERNEMERSCHAP
COACHING
www.tsm.nl TSM Business School - Recruitment Office - Postbus 217 - 7500 AE Enschede T +31 (0)53 489 8009
E
[email protected]
i
p
TUSSEN DROOM EN REALITEIT LIGT
DE PASSIE VOOR TECHNIEK Met 45.000 medewerkers in 50 landen, waarvan ruim 9000 in Nederland, is Atos Origin één van 's werelds meest gerenommeerde IT dienstverleners. Bij de afdeling Technical Automation staat de ontwikkeling van hoogwaardige technische software centraal. Hier ondersteunen ruim 250 specialisten unieke technologische ontwikkelingen bij toonaangevende organisaties. Is techniek jouw passie? Dan nodigen we je graag uit voor een gesprek. Atos Origin Technical Automation (Utrecht en Veldhoven) zoekt:
Technisch Software Engineers
Wij bieden Een stimulerende omgeving voor professionele en persoonlijke groei. Uitdagende projecten, dikwijls op locatie. Zelfstandigheid en prima arbeidsvoorwaarden.
(starter of ervaren) Je ontwikkelt technische systemen, embedded en real time software voor high-tech fabrikanten op het gebied van elektronica, medical, wafersteppers en copiers, ruimtevaartorganisaties, transportondernemingen en telecombedrijven. Je hebt een echte 'doe' mentaliteit en je beschouwt het als een uitdaging om jezelf in verschillende technische vraagstukken te verdiepen.
Discover your true potential at Atos Origin.
Wij vragen Bèta-achtergrond, bijvoorbeeld een studie Elektrotechniek, Wiskunde of Informatica, Technische Natuurkunde, Sterrenkunde. Een sociale en werklustige houding. Atos Origin Technical Automation, De Run 1121, 5503 LB Veldhoven, tel 040 258 68 06, www.atosorigin.com/careers
service nieuws F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
PUBLIEKSDAG 2005 Dit jaar, 2 oktober 2005, staat de publieksdag in het teken van de toekomst van techniek. De wereld van de technologie lijkt onbegrensd. Wat zal de toekomst ons brengen? Zijn er grenzen aan onze mogelijkheden? Het programma is zeer gevarieerd en interessant voor jong en oud. Uiteraard zijn er
Bij de publieksdag
speciale activiteiten voor kinderen en zijn er volop
maken kinderen
mogelijkheden om zelf actief met techniek bezig te
kennis met
zijn. De publieksdag is gratis toegankelijk.
virtual reality.
Op de website www.tue.nl/publieksdag staat een overzicht van de verschillende activiteiten, de locaties en de aanvangstijden. Het vertrekpunt van
JAARVERSLAG 2004
stejaars toch behoorlijk aan te trekken. Eind augustus is het aantal eerstejaars inschrijvingen
de verschillende routes is het Auditorium. Voor het eerst is er dit jaar de mogelijkheid om vooraf via
De TU/e heeft in 2004 succesvol gewerkt aan
weer op het niveau van augustus 2004: toen
de website kaartjes voor verschillende voorstel-
de versterking van haar concurrentiepositie in
waren er 1345 eerstejaars inschrijvingen, nu
lingen en shows te bestellen.
de wereld. Dat zegt het College van Bestuur van
1355. Technische Natuurkunde en Biomedische
de TU/e in het jaarverslag 2004. De TU/e werkt
Technologie zijn de opleidingen die hun
intensief samen met partners in de regio, elders
aantal eerstejaars het meest zien stijgen.
in Nederland en in toenemende mate ook in het
Elektrotechniek, Technische Informatica en
buitenland. Bovendien wist ze haar uitgaven on-
Technische Wiskunde moeten het vooralsnog
danks in steeds sterkere mate tekortschietende
met minder eerstejaars doen. Pas in de laatste
overheidsbijdragen in evenwicht te houden met
maanden van 2005 zal de definitieve instroom
haar inkomsten. De TU/e telt 7207 studenten,
bekend zijn.
Spaceboxen Begin augustus hebben de eerste bewoners hun intrek genomen in de zogenaamde spaceboxen op het TU/e-terrein, het wooncomplex tussen het gebouw E-hoog en de Dommel. Van de 84 spaceboxen zijn er 18 gereserveerd voor ‘gewone’ TU/e- en Fontysstudenten. De overige wooneenheden zijn bestemd voor buitenlandse gasten van beide onderwijsinstellingen, 56 voor de TU/e en 10 voor de Fontys die voor een aantal maanden in Eindhoven werken of studeren. De gemeubileerde en gestoffeerde spaceboxen kosten 330 euro per maand, inclusief gas, water, licht en internetaansluiting. De wooneenheden voor lokale studenten kosten 290 euro per maand. Gewone studenten kunnen zich inschrijven bij woonbedrijf district Vestide. Aanmeldingen van geïnteresseerden worden behandeld op volgorde van inschrijvingsduur.
een toename van bijna tweehonderd ten opzichte van 2003. Ook het aantal ingenieurs dat jaarlijks afstudeert stijgt: vorig jaar waren het er 661. Het
OPROEP ARCHIEFMATERIAAL
jaarverslag van de TU/e is te downloaden als pdf via www.tue.nl onder beleid en bestuur.
Omdat de TU/e in 2006 vijftig jaar bestaat, wordt er verschillende initiatieven ontplooid. Naast een boek met een wetenschappelijke insteek, komt er
DPI JAARCONGRES
een lustrumboek met allerlei beschrijvingen van zaken en gebeurtenissen die de TU/e als univer-
Het Dutch Polymer Institute (DPI) houdt op 30
siteit typeren. De redactieraad van dit boek roept
november en 1 december 2005 haar jaarcongres
(oud)-medewerkers op, die in het bezit zijn van
‘Bringing Science to Industry’, bij Degussa
archiefmateriaal en (oude) foto’s. Ook anekdotes
in Marl in Duitsland, één van de industriële
over de TU/e zijn welkom. U kunt reageren naar
partners van DPI. Het congres start met een
dhr. Joep Huiskamp, tel. 040-247 2648, e-mail:
besloten bijeenkomst. Vanaf 17.00 uur is het
[email protected], of naar Erik Geelen,
programma open voor iedereen en wordt een
tel. 040-247 2381, e-mail:
[email protected].
bezoek gebracht aan de laboratoria van Degussa met aansluitend een diner. Op 1 december wordt F OTO : B A RT VA N OV E R B E E K E
onder andere aandacht besteed aan de thema’s biomaterialen, plastic elektronica, functionele rubbers en metalen/polymeren hybride materialen. De conferentie is vrij toegankelijk. Voor een overzicht van de sprekers, het programma en registratie: www.polymers.nl.
INSTROOM TREKT AAN
BERT MEIJER ONTVANGT POLYMER CHEMISTRY AWARD De prijs zelf krijgt hij pas in maart 2006 in het Amerikaanse Atlanta. In september werd echter
5 0
M
A
T
R
I
X
/
3
/
Na aanvankelijke forse dalingen in de vooraan-
al bekend dat aan universiteitshoogleraar prof.dr.
meldingen van eerstejaars studenten aan de
Bert Meijer de 2006 Award in Polymer Chemistry
TU/e lijkt het aantal inschrijvingen van eer-
van de American Chemical Society (ACS) is toege-
2
0
0
5
agenda kend. Een prestigieuze onderscheiding, die maar
29, 30 september, 1 oktober, 20.30 uur, Gaslab:
27 oktober, 9.00 uur, Dorint, Sofitel Cocagne
zelden aan Europeanen toevalt.
Theater Adhoc #1, ‘De verbeelding van onzichtbare
Hotel, Eindhoven: Symposium van de studievereniging
De ACS Award in Polymer Chemistry geldt als
dimensies’. Zie elders op deze pagina voor meer
Industria van de faculteit Technologie Management
de belangrijkste onderscheiding op het gebied
informatie. Entree: 5 euro/ studenten 2.50 euro.
met als thema ‘Naar een succesvol zorgproces met
van de polymeerchemie. De ACS telt wereldwijd
Kaarten verkrijgbaar bij Bureau SG, kamer 2.02,
marktwerking’. Meer informatie: www.industriacon-
zo’n honderdtachtigduizend leden. De prijs, die
Auditorium.
gres.nl.
bestaat uit een geldbedrag van vijfduizend dollar en een certificaat, werd nog niet eerder aan
2 oktober, 12.00 – 17.00 uur, TU/e-
2 november t/m 2 december, Hal hoofdge-
een Nederlander toegekend. ‘Vreselijk blij en
terrein: Publieksdag met als thema: Kijk in de
bouw: Expositie Evidence Locker/Jill Magid. Open ma-
ook verrast met deze waardering voor onze zeer
toekomst van techniek! Dit jaar kunnen er voor het
vr: 11.00 – 18.00, zo 14.00 - 17.00 uur.
getalenteerde groep onderzoekers’, zegt Meijer
eerst vooraf kaartjes voor de verschillende shows
in een eerste reactie. ‘Je kunt dit onderzoek
besteld worden. Voor meer informatie: www.tue.
3 november, 7.45 uur: Ontbijtsessie met
ook alleen doen binnen een universiteit die dat
nl/publieksdag.
gastheer prof.dr.ir. Frank Baaijens van de faculteit
mogelijk maakt en die jouw deelgebied ook heel
Biomedische Technologie: ‘Medisch (ver)antwoord’.
belangrijk vindt.’ Meijer richt zich op macro-or-
4 oktober t/m 28 november, Hal hoofdge-
Meer informatie en aanmelding: www.tue.nl of www.
ganische chemie, het gebied tussen de gewone
bouw: Videoclips Van Spike Jonze in Videogalerie De
kennispoort.nl.
organische chemie van kleine moleculen en de
Beeldbank. Open di - vr: van 11.00 - 18.00 uur.
5 november, vanaf 9.00 uur, TU/e-audito-
echte polymeerchemie (macromoleculaire chemie). In 2001 ontving hij hiervoor al de Spinoza-
6 oktober, 7.45 uur: Ontbijtsessie met gast-
rium: Oriëntatiedag voor leerlingen van het VWO die
premie.
heren prof.dr. Bert Koopmans en prof.dr.ir. Klaas
in het begin van een studiekeuzetraject zitten. Korte
Kopinga van de faculteit Technische Natuurkunde:
lezingen over de opleidingen en allerlei andere zaken
‘Plastic vernuft’. Meer informatie en aanmelding:
van de TU/e geven de leerlingen een impressie van de
www.tue.nl of www.kennispoort.nl.
TU/e. Meer informatie en aanmelden: www.tue.nl/bacheloropleidingen.
13 oktober, High Tech Campus Eindhoven: ATC jaarsymposium ‘Grenzeloze innovatie’. ATC staat
28 november, vanaf 9.00 uur, TU/e-audito-
voor Automotive Technology Centre, dat gevestigd is
rium: Studievoorlichtingsdag voor leerlingen van 4, 5
in het TNO-gebouw op de TU/e-campus. Meer infor-
en 6 VWO. Leerlingen kunnen twee opleidingen van
matie over dit symposium zie elders op deze pagina
hun keuze uitgebreid bezoeken en kennismaken met
en op www.atcentre.nl.
allerlei andere aspecten van de TU/e. Meer informatie: www.tue.nl/bacheloropleidingen.
14 oktober, 16.00 uur, TU/e-auditorium: Afscheidscollege van prof.ir. N.A. Hendriks van de
1 december, 7.45 uur: Ontbijtsessie met
faculteit Bouwkunde. Meer informatie op www.tue.
gastheren prof.dr.ir. Koos Rooda en prof.dr.ir. Maarten
nl/agenda. De tekst van het afscheidscollege is op
Steinbuch van de faculteit Werktuigbouwkunde: ‘De
te vragen bij het Communicatie Service Centrum: tel.
essentie van de machine’. Meer informatie en aanmel-
040-2472278.
ding: www.tue.nl of www.kennispoort.nl .
18 oktober, vanaf 9.00 uur, TU/e-audito-
9 december, 16.00 uur, TU/e-auditorium:
rium: Studievoorlichtingsdag voor leerlingen van 4,
Intreerede van prof.dr. K.K. Aardal van de faculteit
Theater Adhoc maakt al jaren furore met een
5 en 6 VWO. Leerlingen kunnen twee opleidingen
Wiskunde en Informatica. De tekst van de intreerede
originele theaterformule: een unieke combinatie
van hun keuze uitgebreid bezoeken en kennismaken
is op te vragen bij het Communicatie Service Centrum:
van wetenschappelijke feiten, cabareteske ver-
met allerlei andere aspecten van de TU/e. Meer in-
tel. 040-2472278.
halen, uitdagende grappen, bijzondere anekdo-
formatie: www.tue.nl/bacheloropleidingen.
Bert Meijer
THEATER IN GASLAB
10 december, TU/e-auditorium: Holstlezing. Meer
tes en bizarre vragen. Drie avonden (29 en 30 september en 1 oktober)
19 oktober, 17.00 uur, vergader-
informatie over de Holstlezing kunt u vinden op www.
neemt Adhoc bezit van het Gaslab. Door de
zaal Kennispoort: Lezing in het kader van de
tue.nl/agenda.
gastoptredens van wetenschappers en acteurs
Lezingenreeks ‘Ondernemen en Technologie’. Prof.
lopen fictie en realiteit op verhelderende wijze
dr.ir. Erik Fledderus van de faculteit Elektrotechniek
16 december, vanaf 9.00 uur, TU/e-audito-
door elkaar. Fictie wordt gelinkt aan documen-
geeft een lezing ‘Innovatie en de menselijke factor’.
rium: Studievoorlichtingsdag voor leerlingen van 4, 5
taire, drama aan analyse, live vertellingen aan
Voor meer informatie zie tekst onder ‘Ondernemen
en 6 VWO. Leerlingen kunnen twee opleidingen van
gefilmde reisverslagen, dialoog aan interview en
en Technologie’ elders op deze pagina. Voor een
hun keuze uitgebreid bezoeken en kennismaken met
monoloog aan publiek debat. Deze formule zorgt
overzicht en aanmelding: www.tue.nl/activiteiten-
allerlei andere aspecten van de TU/e. Meer informatie:
er voor dat geen één voorstelling hetzelfde is.
voorondernemers.
www.tue.nl/bacheloropleidingen.
Theater dat bedoeld is om het contact met de werkelijkheid te behouden.
M
A
T
R
I
X
/
3
/
2
0
0
5
5 1