INVLOED VAN HET LICHT OP
HET ZIEN Stefaan Werbrouck, optoloog 0476633001
[email protected] www.optologie.be
A.HOE BEÏNVLOEDT HET LICHT HET MENSELIJKE ORGANISME Uit mijn ervaring heb ik geleerd dat het optologisch concept (zie brochure ‘Beter Zien’) duidelijk werkt. Ik heb kinderen betere schoolprestaties zien behalen. Ik heb gemerkt hoe de oogoefeningen een vermindering veroorzaakte in de steeds toenemende schoolbijziendheid. Intussentijd had ik als hobby mij ingewijd in yoga en meditatie. Ik volgde gedurende 14 jaar esoterische psychologie en meditatieve wetenschappen aan de Arcanaschool in Genève. Deze studies en meditaties hebben mij nog meer inzicht gegeven in mijn zoektocht naar de oorzaak van een oogprobleem. Ik heb begrepen dat het visuele systeem niet los kan gekoppeld worden van de totale mens. De mens is veel meer dan een visueel systeem. Visuele stress, visuele problemen moeten ook in verband gebracht worden met andere energiesystemen in de mens. Met dit inzicht heb ik mijn optologisch model uitgebreid. Het gezegde “ogen zijn de spiegels van de ziel” is voor mij een onbetwistbaar feit geworden. Dr. Michael Kaplan en dr. Jacob Liebermann zijn voor mij in deze zoektocht heel belangrijk geweest.
I. ALLES IS ENERGIE De fysicus-geleerde Einstein heeft aangetoond dat alles energie is. In wezen is dat niet nieuw. Hij heeft het alleen wetenschappelijk kunnen aantonen met E = m.c² In het oude oosten wist men dat al lang. De oosterse geneeswijzen zijn vooral energetisch gericht. Zij vertrekken vanuit het feit dat de mens gestuurd wordt door 7 belangrijke energiecentra en dat vanuit deze energiecentra de energie over het lichaam wordt verdeeld doorheen de verschillende energiebanen of nadîs. Het zijn deze nadîs waamee de accupuncturist werkt. Die nadîs zijn onstoffelijk en dus niet zichtbaar. Stel dat je een glas in stukken slaat tot in de kleinste stukjes. Stel dat je verder gaat met afbreken … je eindigt met de ‘molecule’. Ook deze molecule kan men verder breken tot men tot een wereld komt van ‘atomen’. Men weet dat een atoom ‘onstoffelijk’ is en de massa is bijzonder miniem. De fysica heeft nu begrepen dat alle stoffelijke verschijnselen een zichtbare en tastbare realiteit zijn van onzichtbare en ontastbare onstoffelijke atomen. Aldus kunnen we stellen dat deze stoffelijke wereld uiteindelijk een weerspiegeling is van een onstoffelijke wereld. Alles is dus onstaan uit een ‘onstoffelijke werkelijkheid’. We noemen deze onstoffelijke werkelijkheid: een wereld van energieën. Dat glas is dus een som van atomaire trillingen of energieën. Het glas neemt een bepaalde vorm aan en dit is bepaald door een spel van energetische trillingen. Een wonderbaarlijke ontdekking in de wetenschap! Het stoffelijke is het spiegelbeeld, de reflectie van een onstoffelijke wereld van energie. Er is dus een stoffelijke concrete werkelijkheid en een onstoffelijke energetische werkelijkheid. Er is geest en er is stof en blijkbaar is de stoffelijke of materiële wereld het fysisch eindresultaat van een onstoffelijke of geestelijke wereld. Het is dus de geestelijke wereld die bepaalt hoe de vorm zich openbaart in de zichtbare werkelijkheid. Het onstoffelijke gaat dus het stoffelijke vooraf. Als alles energie is – en dat is een wetenschappelijk feit, dan is ook een oogprobleem het fysisch eindresultaat of de reflectie van een ‘energetische toestand’. Als we nu in die energiewereld kunnen werken, dan zouden we dus iets kunnen doen aan de visuele functies.
II. EEN OOSTERSE VISIE In de oosterse geneeswijzen vertrekt men van het idee dat de stoffelijke mens een weerspiegeling is van een samenspel van 7 belangrijke energiecentra (in werkelijkheid zijn er nog een 40-tal kleinere energiecentra) die zich in het menselijk lichaam situeren. Deze 7 energiecentra liggen langs een centraal energetisch kanaal en worden door 2 energieën beïnvloed. Dit energetisch systeem bepaalt én het fysiek én het geestelijk welzijn van de mens. De centrale energiebaan wordt ‘Sushumna’ genoemd en de 2 bijkanalen worden Ida en Pingala genoemd. Dit zijn vreemde benamingen, maar in wezen zijn dit energieën die zich op een of ander manier zich stoffelijk moeten reflecteren. We weten immers dat stoffelijke verschijnselen reflecties zijn van onstoffelijke energieën. In de westerse geneeskunde herkent men deze 7 hoofdcentra als de 7 zenuwvlechten en de 7 klieren; het centrale kanaal Sushumna wordt herkend als het centrale zenuwstelsel en Ida en Pingala als het sympathische en parasympathisch zenuwstelsel. Er is dus niets nieuws onder de zon! Het enige verschil is dat de westerse denker enkel gelooft in stoffelijke dingen en dat de oosterse denker weet dat die stoffelijke dingen weerspiegelingen zijn van onstoffelijke energieën.
Als we dit oosters model kunnen accepteren – en naar mijn gevoel is hier nog geen enkel onlogische redenering geponeerd- dan is hier de belangrijke vraag die gesteld moet worden: hoe kunnen we met licht die zenuwvlechten en die klieren beïnvloeden? Als het inderdaad zo is dat die zenuwvlechten en hormonale klieren de geestelijke en fysieke mens bepalen, dan kunnen wij hierin verandering veroorzaken als wij die klieren en zenuwvlechten met energie kunnen veranderen. En licht is energie! In de jaren ‘70 heeft de wetenschap begrepen dat licht veel meer heeft dan louter een visuele functie.
De meesten onder ons menen nog altijd dat licht dient om ons te laten zien. Dat is slechts 1 functie. De fotoreceptoren (kegeltjes en staafjes van ons netvlies) transformeren het licht in electrische impulsen die naar de hersenen worden gestuurd. Een gedeelte gaat naar de visuele cortex, maar een ander gedeelte gaat naar de hypothalamus. Deze hypothalamus is verantwoordelijk voor onze vitaliteit. Pas in de jaren ‘70 is de wetenschap erin geslaagd om aan te tonen dat licht, dat onze ogen binnendringt, niet enkel naar de visuele hersenen gaat, wat maakt dat we zien, maar ook naar de hypothalamus. Dit verklaart waarom de mens licht nodig heeft om te overleven. Indien er geen licht is, dan verminderen alle vitale functies en gaat de mens geestelijk en fysiek ziek worden. Een klein beetje anatomie over het Zenuwstelsel Ons zenuwstelsel kunnen we indelen in 1. het Centraal Zenuwstelsel of CZS of CNS (Sushumna) 2. het Autonoom Zenuwstelsel of AZS of ANS (Ida en Pingala) Het AZS is het zenuwstelsel dat de organen bestuurt waarover wij geen bewuste controle hebben. Het CZS is het zenuwstelsel dat de organen bezenuwt waar wij wel bewuste controle over hebben. Zo zullen de armspieren bezenuwd worden door het CZS en onze pupillen door het AZS. Het AZS bestaat uit 2 subsystemen 1. het sympatisch zenuwstelsel (Pingala) 2. het parasympathisch zenuwstelsel (Ida) Het sympathisch AZS ondersteunt het lichaam tijdens momenten van activiteit. Het parasympathisch AZS helpt het organisme tijdens momenten van herstel. Continue sympathische acti-
viteiten (arbeid, activiteiten …) doen het hart sneller slaan, terwijl de parasympathische activiteiten (rust, meditatie …) het hart rustiger doen slaan. Tijdens actie en inspanning domineert aldus het sympathisch AZS en tijdens rust en ontspanning domineert het parasympathisch AZS. Zo wordt ons lichaam continue geregeerd door het AZS dat zelf wordt beïnvloed door de hypothalamus.
Wanneer wij in stress zijn, dan wordt het sympathische sterk geactiveerd. Maar om te overleven wordt dit sympathische opgevangen door het parasympathische, anders zou onze bloeddruk te hoog staan en onze hartslag te snel slaan. Het parasympathische is een buffer tegen te hoge stress. De hypothalamus ontvangt dus licht via de ogen en deze dirigeert onze belangrijkste levensfuncties en is dus verantwoordelijk voor ons vermogen om ons aan te passen aan stress. De hypothalamus is dus een officier die orders geeft naar ons AZS die deze orders doorgeeft naar onze lichaamsorganen. Op die manier werkt lichttherapie niet enkel op ons visueel systeem, maar tevens op ons totaal lichaamssysteem. De hypothalamus is samengesteld uit 2 grote zones. De ene zone controleert het sympathisch AZS en stimuleert hormonale producties. De andere zone controleert het parasympathische AZS en inhibeert de hormonale producties. Onze hypothalamus is de grootste verzamelaar van zintuigelijke informatie en neemt dus alles informatie op van de buitenwereld. Hierbij mag men niet vergeten dat van al deze informatie de visuele informatie de belangrijkste bron is. Ons visueel zintuig is de grootste informatiebron. Nota: Hoewel onze ogen zo’n 2% van ons lichaamsgewicht vertegenwoordigen, toch eisen ze 25% van onze voeding op. Onze ogen gebruiken 1/3 zoveel enerige als ons hart! Zij hebben 20 X meer vitamine C nodig dan onze gewrichtskapsels die nodig zijn om ons te kunnen bewegen. Ze eisen meer zink (intellect) dan gelijk welk ander lichaamssysteem! 90% van de informatie die wij opdoen is van visuele oorsprong! Van de 3 biljoen bood schappen die onze hersenen ontvangen per seconde, komen er 2 biljoen van onze ogen!
Aldus regelt de hypothalamus het AZS, onze energiebalans, onze vochtbalans, onze lichaamstemperatuur, activiteit en slaap, bloedcirculatie, ademhaling, groei en rijping, emotionele balans … De hypothalamus is het belangrijkste onderdeel van onze hersenen en functioneert als een belangrijke bevelhebber om harmonie in ons lichaam te behouden of te herscheppen indien nodig. De informatie die de hypothalamus ontvangt wordt dus gebruikt om het evenwicht in onze lichaamsfuncties te behouden of te herstellen. Deze informatie wordt ook gebruikt om het endocrien stelsel te regelen. Dit stelsel zorgt voor de productie van hormonen die in de bloedbaan worden gestuurd.
De 7 klieren Ons organisme heeft verschillende endocriene klieren en volgens de oosterse geneeskunde beïnvloeden deze klieren ons fysiek lichaam, ons gevoelslichaam en ons mentaal lichaam. Deze hormonale klieren regelen dus onze fysiek, emotioneel en mentaal welzijn. Deze klieren zijn: De hypofyse wordt beschouwd als de directeur van alle endocriene klieren. D.w.z. dat deze klier beslist welke hormonen door andere klieren in de bloedbaan worden gestuurd, en welke niet. De hypofyse is dus de directeur van het endocrien stelsel, maar staat zelf onder leiding van de hypothalamus. Naast de hypofyse is er nog de epifyse. Deze pijnappelklier wordt de klier van het licht genoemd. Ze bevindt zich tussen de twee hersenhelften achter en boven de hypofyse. Ze heeft de grootte van een erwt en werkt als een lichtmeter. Zij ontvangt via de hypofyse informatie over de lichtinput en kenmerkend voor de epifyse is dat zij werkt als een biologische klok. Dank zij de epifyse herkennen wij de lengte van de dagen, de veranderingen van de seizoenen en worden wij op de hoogte gebracht van de wijzigingen in de natuur. Dit is ook de reden waarom dieren ruien en waarom trekvogels voor de winter naar het zuiden vliegen. De epifyse is bij dieren die aan de evenaar leven veel kleiner dan bij dieren die verder weg van de eve naar leven. Een belangrijk hormoon dat door de epifyse wordt gesecreteerd is ‘melatonine’ Deze wordt losgelaten bij duisternis en bereikt zijn hoogtepuint rond 1.00 – 2.00 u ’s nachts. Melatonine is belangrijk in de reductie van stresss en uiteraard bij ziekten t.g.v. stress.
Uit ‘Light, Medicine of the Future’ J. Liebermann
BESLUIT Het licht dat onze ogen binnenkomt dient om ons visuele informatie te geven enerzijds, maar anderzijds is zij verantwoordelijk voor het regelen van onze vitale functies. Dit komt omdat vanuit het netvlies via de retino-hypothalamische tractus de lichtinput wordt doorgestuurd naar de hypothalamus. Deze hypothalamus regelt ons op 3 niveau’s: fysiek, emotioneel en mentaal. De hypothalamus regelt dus ons denken, onze gevoelens en onze lichaamsfuncties. Aldus kunnen we begrijpen dat licht onze visuele functies kan veranderen, maar tevens ons algemeen welzijn. En goed zien vraagt tevens een algemeen welzijn. Ook heeft het denken en de gevoelswereld invloed op de visuele functies. Dr. Melvin Kaplan werkte veel met psychiatrische patiënten en heeft het verband tussen het visuele gedrag en het emotioneel gedrag kunnen aantonen … Een brilglas brengt veranderingen teweeg in onze gezichtsscherpte en onze visuele functies, maar zal zeker ook invloed hebben op ons algemeen welzijn.
III. OVER VISUELE PERCEPTIETRAINING Tijdens de oogoefeningen maak ik gebruik van verschillende technieken met behulp van prisma’s, stereoscopen, rood-groen slides, bewegende schijven, allerlei soorten lichtstimuli… Deze technieken veroorzaken een andere lichtverdeling op de retina en hierdoor wordt de visuele informatie op een totaal andere manier naar de hersenen geleid. Het is vooral de bedoeling om beide hersenhelften in harmonie met elkaar te brengen. Het mannelijke en het vrouwelijke, licht en duisternis, ratio en gevoel … de tegendelen worden in harmonie met elkaar gebracht. Wist u dat heel wat mensen bij stress slechts 1 oog gebruiken? En dat hierdoor de informatie ofwel rationeel of emotioneel wordt ervaren? Wist u dat, hoe meer de beide hersenhelften met elkaar in harmonie zijn, de mens stressbestendiger is en meer in staat is om een stabiele gemoedstoestand het behouden? Dit komt omdat hij een meer contemplatieve visuele houding kan aannemen bij stress-situaties.
IV VERLICHTING Naast deze visuele perceptietraining maak ik ook gebruik van volspectrumlicht. In eerste instantie dienen we te begrijpen dat licht voedsel is voor onze hypothalamus, zoals eten voor onze maag voedsel is. Voedsel bestaat uit verschillende soorten vetten, eiwitten, mineralen, koolhydraten, vitaminen … Ook licht bestaat uit verschillende soorten ingrediënten. We spreken van golflengten. Er zijn korte en lange golflengten. We kunnen het totale lichtspectrum verdelen in zichtbare en onzichtbare golflengten.
We onderscheiden: gammastraling röntgen UV Zichtbaar: 750 – 380 nm Infrarood Microgolven Radiogolven In de optologie werken we enkel met de zichtbare golven. Deze hebben een golflengte van 750 tot 380 nm. Wat buiten deze golflengte valt kunnen we niet zien. We zien dit licht onder vorm van kleur. Zo kunnen we het licht zien als rood wanneer het licht een golflengte heeft van 750 to 650 nm. Een nanometer is 0.000000000001 m Elke kleur is licht met een ander golflengte.
•Rood •Oranje •Geel
750 – 650 nm 590 – 650 nm 570 – 590 nm
•Groen •Blauw •Indigo
490 – 570 nm • Paars 380 – 420 nm 450 – 490 nm 420 – 450 nm
Wanneer wij volwaardig licht willen dan is het beste licht het zonnelicht, omdat dit licht alle golflengten bevat. Het is zoals voedsel dat alle voedingselementen zou bevatten. Wanneer wij veel binnen zitten dan krijgen wij niet alle golflengten binnen. Daarom is het aangewezen om dit op te vangen met volspectrum licht. VOLSPECTRUM
Hier zien we dat alle golflengten aanwezig zijn. GLOEILAMPEN
Hier merken we dat er onvoldoende korte golflengten zijn en vooral rode, oranje en gele golflengten. Deze golflengten stimuleren het sympathisch AZS en dus veroozaakt dit visuele stress en stress in het algemeen. NEONVERLICHTING
Het ongezonde neonlicht wordt hier duidelijk uitgebeeld. Een groot deel van onze tijd omringen we ons met kunstlicht. In grote winkels of kantoorcomplexen worden soms zelfs helemaal geen ramen voorzien. Alle licht komt van TL-verlichting. We winkelen dus in onvolwaardig lichtvoeding en zijn ons daar helemaal niet van bewust. En toch … meer en meer zien we dat in de handel veel wordt geïnvesteerd in verlichting. Alles moet een aantrekkelijke kleur hebben. In de horeca worden meer een meer kaarsen gebruikt om een warme sfeer te geven. De computerschermen worden verbeterd omdat ze zachter zijn voor de ogen. Wat doen wij met licht voor onze gezondheid? Beseffen wij wel het effect van een gloeilamp, TL-lamp op onze gezondheid? Wat is het effect van elke avond een dosis TV? Daarom is het zo belangrijk om veel buiten te zijn in het zonnelicht. De zon is een belangrijk geneesmiddel, omdat zij volspectrum licht geeft. Helaas zitten wij veel binnen en zeker tijdens de korte winterdagen. Als we dan geluk hebben hebben we een goede zomer met veel zon. Het is juist dat zonnelicht dat we nodig hebben. Het blijkt dat veel depressies kunnen verholpen worden met een lichttherapie waar men met een volspectrumlamp de persoon gaat belichten. In de optologie wordt deze techniek toegepast en worden de ogen belicht. In sommige gevallen wordt met filters gewerkt. Zo kan rood gegeven worden wanneer er wat meer sympatische activiteit moet gegeven worden. Licht uit het spectrum met korte golflengten (blauwe spectrum) zullen dan meer rustgevend werken. Een volspectrum verlichting geeft dus alle golflengten en veroorzaakt aldus een harmonie tussen het sympathische en parasympathische. Een volspectrum verlichting is dus zeker geen
overbodige uitgave voor studenten en scholieren en voor allen die lange uren aan de computer werken. Licht is voedsel voor onze ogen. Net zoals het voor ons lichaam het goed is om alle vitaminen, mineralen, koolhydraten, vetten, eiwitten …enz. in te nemen in een juiste verhouding, zo ook is het voor het zien belangrijk dat wij alle ingrediënten van licht (dus zowel de lange als korte lichtgolven) opnemen in een juiste verhouding. Dit kan enkel met volspectrumlicht bekomen worden of uiteraard met het zonlicht zelf. Lees en studeer daarom altijd met volspectrum verlichting of gebruik een volspectrumverlichting bij het werk aan je computer.
B. SYNTONICS – OPTOLOGISCHE PHOTOTHERAPIE (gedeelte voor professionelen) 1. WAT IS SYNTONICS? Syntonics is deze tak van de oculaire wetenschap die handelt over de toepassing van geselecteerde lichtfrekwenties die via de ogen wordt opgenomen. Syntoncis werd gedurende meer dan 70 jaar toegepast in de optometrische middens voor behandeling van visuele dysfuncties, scheelziendheid, luie ogen, focusproblematieken, convergentieproblemen, leermoeilijkheden en gevolgen van stress en trauma. Recent werd getoond dat syntonics ook nuttig is bij hersenaandoeningen en emotionele problematieken. Men heeft kunnen merken dat een korte behandeling in syntonics duidelijke verbetering kan brengen bij visuele vaardigheden, perifeer zien, geheugen, gedrag, gemoedstoestand, algemene en academische prestaties. Ook heeft men gemerkt dat deze behandeling een vermindering teweeg brengt in de sensitiviteit van perifeer zien bij kinderen met concentratieproblemen. Deze kinderen toonden een merkwaardige verruiming in hun visueel veld met als gevolg verbetering in visuele vaardigheden en schoolprestaties. In de optologie is men niet zozeer geïnteresseerd in de perceptuele aspecten van de kleuren per se, maar in de unieke energetische en fysieke effecten. Sommigen filters nemen een brede van het spectrum, andere meer een kleinere band. Het is reeds langer geweten dat de hogere frekwenties (rood spectrum) opwekkend en irriterend kkunnen zijn en dat de lagere frekwenties (blauw spectrum) kalmerend en dimmend kunnen zijn. Spitler heeft gedurende meer dan 30 jaar onderzoek verricht over de invloed van specifieke frekwenties van het visuele spectrum. Omdat het niet zo eenvoudig is om de frekwenties bij kleur te noemen en te onderscheiden uit elkaar, heeft hij deze filters geselecteerd aan de hand van het Grieks alfabet.
Alpha: rood – sensorische stimulant Delta: oranje – motorisch stimulant Theta: geel – intens motorisch stimulant Mu: groen – equilibrator Pi: helder blauw – sensorisch kalmerend Omega: diep blauw – motorisch kalmerend Upsilon: indigo – intens sensorisch kalmerend
2. VERANDERINGEN DIE KLEUREN VEROORZAKEN Er gebeuren veranderingen op 4 niveaus - fysisch - chemisch - fysiologisch - psychologisch Het zenuwstelsel kan men drie secties indelen.
a. het afferent sensorisch systeem of de sensorische vezels die de prikkel sturen van de sensitieve organen naar de zenuwcentra b. de zenuwcentra zelf, voornamelijk gelegen langs de ruggengraat en de hersenen c. het efferent motorisch systeem of de motorische vezels die de prikkels sturen vanuit de zenuwcentra naar de spieren en de klieren Wat dus ter hoogte van de spieren gebeurt wordt aldus bepaald door de energie die langs de nerveuze banen loopt. Er komen dus prikkels vanuit de omgeving, die worden opgenomen door het afferent systeem, overgebracht naar het efferent systeem wat dan de reactie wordt genoemd. Deze respons of reactie op de input kan beïnvloed worden door het bewustzijn in de hersenen (cortex). De reflex en dus alle nerveuze sensaties beantwoorden twee wetten, aldus Müller. 1. verschillende soorten stimuli die op dezelfde zenuw werken veroorzaken hetzelfde effect 2. dezelfde prikkel die toegepast wordt op verschillende zenuwen of zenuwuiteinden veroorzaken verschillende effecten. Om de reflexen te begrijpen dienen wij als optometrische te weten welke veranderingen gebeuren wanneer de ogen worden geprikkeld door licht. Er zijn 4 soorten veranderingen a. fysiek b. chemisch c. fysiologisch d. psychologisch Er is uiteraard een fysieke reactie wanneer het licht het oog binnenkomt. Het licht dat de ogen binnenkomt wordt door de krastallens gebroken en wel zo dat blauw voor het netvlies valt, geel op het netvlies en rood achter het netvlies. Om scherp te zien dienen alle prikkels op het netvlies te vallen. Hiervoor gebeuren de nodige fysieke reacties van de kristallens. Het is wel bekend dat kleuren verschillende effecten hgebben op de rhodopsine. Dit is dan de chemische respons. Rhodopsine is het lichtgevoelig element in de staafjes. Het netvlies bestaat uit 10 lagen, behalve t.h.v. de macula en dan met name het centrale deel van de macula, de fovea. Die telt nog één enkele laag, nl de fotoreceptorenlaag met eronder het retinaal pigment epitheel. Dit zien we als een uitholling of putje in het netvlies. Het licht dat de fotoreceptoren (kegeltjes en staafjes) bereikt, veroorzaak een chemische reactie die wordt omgezet in electrische signalen, wat actiepotentialen wordt genoemd. Dit zijn electrische ontladingen van zenuwcellen (neuronen). In het netvlies zijn dat de ganglioncellen. De axonen, de lange uitlopers van de ganglioncellen, zijn samengebundels in de oogzenuw en geven de visuele informatie door naar de hersenen. De kegeltjes zorgen voor de kleuren, scherp zicht en zicht bij daglicht. Ze bevinden zich voornamelijk in de macula. Ze hebben een hoge densiteit. Elk kegeltje heeft zijn eigen zenuwcel. Er zijn drie soorten kegeltjes. Afhankelijk van het soort pigment dat zij bevatten zijn ze gespecialiseerd in het zien van rood, groen of blauw. Een rood kegeltje kan ook blauw en groen zien, maar wordt het meest gestimuleerd door rood. Hetzelfde geldt voor de andere kegeltjes. Er zijn 6,5 miljoen kegeltjes of 150.000 per mm2. Staafjes zorgen voor zich in het donker of schemerlicht. Ze zien alleen grijstinten en kunnen ook geen scherp zicht geven. Ze zijn zeer gevoelig voor licht. Ze bevinden zich voornamelijk
buiten de macula en nemen in aantal toe naar de periferie van het netvlies. Ze hebben ook geen zo’n hoge densiteit als de kegeltjes. Bovendien heeft niet elk staafje zijn eigen zenuwcel. Verschillende staafjes geven hun informatie door aan één zenuwcel. Er zijn zo’n 115 miljoen staafjes, 30.000 per mm2. Een toepassing hiervan is deze. Als je in het donker kijkt naar een zwakke ster, dan lukt dat niet altijd, omdat je dan je kegeltjes gebruikt. Kijk naast de ster en je zult de ster beter zien omdat je dan met de staafjes kijkt die gevoeliger zijn in de duisternis. Dit als uitleg over de kegeltjes en de staafjes die een chemisch proces ondergaan wanneer het licht binnenkomt. Ze bevatten een stof (rhodopsine of visual purple) die van structuur verandert als het licht binnenkomt. Als het licht valt op rhodopsine gebeuren er chemische veranderingen (11-cis-retinal wordt all-trans-retinal en onder invloed van isomerase, een retinaal enzym, kan het all-trans-retinal terug omgezet worden in 11-cis-retinal). Die omzettingen gebeuren niet in één keer. Er zijn tussenfasen en in deze tussenfasen maakt dat een electrische signaal wordt opgewekt (door de stof meta-rhodopsine II). Er zijn nog andere cellen in de retina: de horizontale en amacriene cellen. Die zorgen dat de lichtinformatie sterke of minder sterk wordt doorgegeven. Fysiologisch reageert ons lichaam op licht. Onze biologische klok is afgestemd op deze dagelijks signalen van licht en donker en gebruikt ze ook om onze slaap en energiecyclus te regelen. Deze cycli worden circadiane ritmes genoemd. Ergens denken we dat wakker worden en inslapen even makkelijk zou moeten gaan als een lichtschakelaar aan- en uitzetten, maar zo werkt ons lichaam niet. Er is een zekere overgangstijd nodig om van waak- naar slaaptoestand over te schakelen; de energiehormonen moeten weggespoeld en vervangen worden door de nachtelijke slaaphormonen. Dit vindt plaats wanneer onze ogen een lager lichtniveau waarnemen en aan de biologische klok het signaal geven om de productie van actieve hormonen stop te zetten. Dit neemt tijd in beslag; precies daarom worden we pas een paar uur na zonsondergang moe en willen we ook dan pas gaan slapen. Tijdens deze overgangsfase begint het lichaam hormonen als serotonine af te breken in het nachtelijk hormoon melatonine. Tegelijk wordt ook de aanmaak van andere slaaphormonen als adenosine en orexine op gang gebracht. Circadiane ritmes vertonen in 24 uur een golvende beweging. Slecht afgestemde ritmes (in paars) kunnen ertoe leiden dat de biologische klok de verkeerde hormonen op het verkeerde moment van de dag regelt. Psychologisch gebeuren er ook veranderingen, maar dit is nie zo eenvoudig om te begrijpen. Dit werd eerder beschreven in deze verhandeling. Het gehele proces van metabolisme staat onder controle van het autonoom zenuwstelsel, met name het sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel. Het sympathisch en parasympathisch systeem Het sympathisch zenuwstelsel is een keten van zenuwcellen die op elke zijde van de ruggengraat aanwezig zijn. Ze zijn met elkaar verbonden en ook met het centraal zenuwstelsel. Dit zenuwstelse wordt het visceraal of vegatief zenuwstelsel genoemd, omdat de organen die hierdoor worden geïnnerveerd op onbewust niveau reageren. We hebben er dus geen bewust controle over. De functies van het sympathisch zenuwstels zijn
-
contractie en relaxatie van de musculaire lagen van de bloedvezels contractie en relaxatie van de zachte spieren van verschillende organen stimulatie van secretie van de speekselklieren en het versnellen vanhet hartritme
Het parasympathisch zenuwstelsel maakt dat wij energiereserve opbouwen om te gebruiken wanneer we ze nodig hebben. Dit stelsel wordt het antagonistisch systeem genoemd omdat ze fysiologisch volledig tegengesteld werkt dan het sympathisch systeem. Sympathisch Pupildilatatie Brengt oogbol naar voor Vermindert het traanvocht Bovenste ooglid trekt op Oculaire hypertensie Relaxeert accommodatie Veroorzaakt een exoforische reflex Inhibeert ocualaire activiteiten Vermindert de slijmsecretie van neus en keel
Parasympathisch pupilcontractie vergroot ooggleuf traanvocht neemt toe ptosis van bovenste ooglid oculaire hypotensie activeert de accommodatie veroorzaakt een esoforische reflex activeert oculaire activiteiten verhoogt de slijmsecretie
Vermindert speekselsecretie Vermindert secreite en beweging van de maag Vertraagt de darmperistaltiek (constipatie) (kolieken) Verhoogt hartslag Constrictie van bloedvaten Verhoogde bloeddruk Verhoogd bloedsuikergehalte Zwetende handen, voeten en onderarmen Verhoogt lichaamstemperatuur Ademritme neemt toe Contractie van baarmoeder Vermindert hoeveelheid urine
speelselsecretie neemt toe verhoogt secretie en beweging stimuleert darmperistaltiek
Katabolische functies (afbraak)
vermindert hartslag dilatatie van bloedvaten daling van bloeddruk vermindert bloedsuikergehalte stopt het zweten ademritme neemt af veroorzaakt geïrriteerde blaas Toename van bronchiale secretie Anabolische functies (opbouw)
Het P-systeem en het M-systeem Een ander belangrijk systeem is het parvocellulair systeem en het magnocellulair systeem die we moeten beschrijven. Deze systemen worden eveneens door kleuren beïnvloed. Eerder werden deze systemen anders benoemd, met name het focale systeem en het ambiente systeem. Deze systemen bepalen de verwerking van visuele input. Ze worden bepaald door hun retinale elementen, zenuwbanen en specifieke functies. P-systeem Gevoelig voor fijne details Weinig contrastgevoeligheid Foveaal zich domineert Reageert tijdens en na de prikkel Gevoelig voor stationaire en trage beweging
M-systeem gevoelig voor grote vormen hoog contractgevoeligheid perifeer zicht domineert reageert bij aanvang en einde gevoelig voor snelle bewegingen
Gevoelig voor lange golflengten (rood) Identificatie van vormen en patronen Betrokken bij het verwerken van kleurinfo
gevoelig voor korte golflengten globale analyse van binnenkomende visuele informatie betrokken in de perceptie van diepte, flikkering, beweging, helderheid, discriminatie
In syntonics gaat het vooral om het vinden van een balans tussen deze systemen. Het is duidelijk dat het dragen van gekleurde brillenglazen een invloed hebben op beide systemen. Verder wordt in de syntonic optologie drie morfologische classificaties erkend, gebaseerd op de typologie van Krechmer - pycnisch type (P) – gedrongen en dik - syntonci type (S) – atletisch, grove botten en gespierd - asthenic type (A) – leptosoom, tenger en lang Het pycnisch type is voor parasympathisch, het syntonic vindt meer een balans tussen deze 2 autonome systemen, en het asthenisch type is meer sympatisch.
3. TOEGEPASTE FILTERS De lage frekwenties (rood spectrum) stimuleert het sympathische en inhibeert het parasympathische en produceert een activiteit bij een defensief type. Dit worden de Alfa-filters genoemd. De hoge frekwenties (blauw spectrum) stimuleert het parasympathische en inhibeert het sympathische en produceert rust bij het vitale type. Dit zijn de Omega-filters. De alfa-filters worden beschreven als - de motorische stimulants - de sensorische stimulants De omega-filters worden beschreven als - de motorische kalmeerders - de sensorische kalmeerders De Mu-filters in het midden van de balans zijn - de equilibrators of balanceerders De fundamentele effecten van de syntonic filters zijn Alfa Delta Theta
rood oranje geel
sensorisch stimulans motorisch stimulans intens motorisch stimulans
Mu
groen
evenwicht brengend
Pi Omega
helder blauw diep blauw
sensorisch kalmerend motorisch kalmerend
Upsilon
indigo
Lambda
combinatie van licht motorisch kalmerend met sensorisch stimulerend (wordt zelden alleen gebruikt, maazr in combinatie met alfa om een specifiek type van sensorische stimulatie te bekomen)
D
kalmerend, in combinatie met andere filters om meer een kalmerend effect te bekomen stimulans, in combinatie met andere filters om meer een stimulerend effect te bekomen neurasthenisch, meestal enkel gebruikt bij zenuwaandoeningen, soms met andere kalmeerders
S N
intens motorisch kalmerend
De evenwichtsbalk
▲ Voeg “S” bij voor meer stimulatie FLASH
Voeg “D” bij voor meer kalmte GEEN FLASH
ALFA-DELTA: rood + oranje = sensorisch en motorisch stimulerend ALFA-THETA: rood + geel = sensorisch en intens motorisch stimulerend ALFA : rood = sensorisch stimulerend DELTA: oranje = motorisch stimulerend THETA: geel = intens motorisch stimulerend MU-THETA: groen + geel = intens motorisch stabiliserend (acute klachten) MU-DELTA: groen + oranje = motorisch stabilizerend (chronische klachten) MU: groen = evenwicht MU-UPSILON: groen + indigo= intens sensorisch stabiliserend (acute klachten) MU-PI: groen + helder blauw = sensorisch stabiliserend (chronische klachten) PI: helder blauw = sensorisch kalmerend OMEGA: diep blauw = motorisch kalmerend UPSILON: indigo = intens motorisch kalmerend PI-OMEGA: helder blauw + diep blauw = motorisch en sensorisch kalmerend, hypo en hyperforie UPSILON-OMEGA: indigo + diep blauw = motorisch en sensorisch kalmerend
TOEPASSING Een patiënt met esoprojectie heeft een relaxatie nodig van accommodatie en een base-in stimulatie. Dit betekent dus een sympathische stimulans en daarom gaan we naar de alfa-filters. Begin met alfa-delta (motorisch en sensorisch stimulerend)zodat er een relaxatie ontstaat van accommodatie en een exo-reactie en daarna de equlibrator aan de eso-zijde, de mu-delta. Indien de patiënt ook een emotioneel probleem heeft met deze optometrische bevindingen, begin dan met alfa-omega (emotionele vermoeidheidsfilter) en eindig met mu-delta.
Een patiënt met exoprojectie heeft stimulatie van accommodatie nodig en base-out stimulatie. Dit betekent dus een parasympathische stimulans en daarom gaan we naar upsilon-omega en eindig met mu-upsilon Een patiënt met hyper of hypoforie, neem de pi-omega filter en eindig met mu-delta of muupsilon, afhankelijk of er ook eso- of exoprojectie is. Is er duidelijk een fight-fligth syndroom of een emotioneel probleem, gebruik de filter alfaomega en eindig met mu-delta of mu-upsilon Bij acute klachten zoals traumatisch gebeuren, koorts, migraine … gebruik enkel mu-upsilon. Is er ook pijn, neem dan de upsilon-omega (motorisch en sensorisch) en eventueel nog in combinatie met de D-filter 3. DE ZES SYNDROMEN 1. MU-DELTA-syndroom _ Chronisch syndroom Voor hen met chronische gezondheidsproblemen t.h.v. klieren of organen, toxische condities, post-traumatish gebeuren. Symptomen kunnen zijn zoals algemene vermoeidheid, het visueel systeem mist stevigheid en snelheid, verminderd perifeer zien, asthenopie, hoofdpijn, orbitale pijn, fotofobie, soms wazig zien, gewichtsverlies Diagnostische kenmerken: alfa-omega pupiltest toont adrenale uitputting, kleiner visueel veld zowel voor vorm als voor kleur, esoforie, convergentieexcess, accomodatieve insufficiëntie en excess, verminderde oculomotorische vaardigheden. Aciditeit in het oogvocht, verminderd groen/rood veld, verminder blauw veld wat duidt op lever, kalktekort, bleekheid, zure PH, slapheid Pathologische faktoren: diabetescataract, optische atrofie, toxische choroidea met betrekking van nieren. Therapeutisch kunnen we een equilibrator advisseren en een ontgifter, samen met sympathische stimulatie, motor stimulatie van het visueel systeem wat exo stimuleert. Kan ook gebruikt worden om de kalkabsorptie te verbeteren (om de beenderen te versterken bij eso en bij progressieve myopie), om de schildklier te stimuleren en om het ph alcalisch te maken. Men gebruikt hiervoor Alfa-omega voor 10 minuten om emotionele stabiliteit te bekomen. Vaak wordt alka-delta erna gebruikt voor 10 minuten. Mu-delta kan gecombineerd wofrden met S. De nood voor Mu-delta neemt toe met de leeftijd. De behandeling is 10 à 20 sessies. 2. MU-UPSILON-syndroom – acuut syndroom Bij acute problemen met recent trauma aan het hoofd, anoxie, hoge koorts. Deze persoon klaagt van hoofdpijnen, hypergevoeligheid of pijn. Dit syndroom vraagt kalmering of parasympathische activatie. Diagnostische kenmerken: hoge exo, exotropie, convergenie-insufficiëntie, vergrootte blinde vlek, constrictie van het veld, monoculaire diplopie, accomodatieve insufficiëntie, deficiëntie in pursuits en alfa-omegapupil.
Pathologische factoren: acute trauma, corneale schaafwonde, hoofdtrauma, conjunctivities, iritis, seniele cataract, corneale opaciteiten en natte maculaire degeneratie Therapeutisch willen we de roodheid verminderen, de pijn verlichten door sensorische kalmering (vooral bij hoofdtrauma), koorts, oorinfecties. Men wil een eso-reflex en exotropie behandelen als gevolg van infecties aan sinussen, tong en amandelen met parasympathische stimulatie. Men gebruikt de filter voor 20 minuten en dit kan geintensifieerd worden door upsilon-omega en de D-filter, elk voor 10 minuten. Upsilon Omega kan worden gebruikt tot de pijn verdwenen is. Voor 20 sessies. 3. ALFA-DELTA-syndroom _ Convergentie-excesssyndroom Voor de esotroop of amblyoop. Deze is parasympatisch. Symptomen zijn: verminderd zich op een oog, ongecoördineerde oogbewegingen, geen dieptezicht, hoofd schuin, diplopie, verlies van perifeer zicht, tunnelzicht. Diagnose: esotropie, amblyopie, esoforie, supressie bij binoculair zicht, veldconstricties, ARC, deficiënte vergenties, subnormale accommodatie, excess van calcium in oculaire media, gewichtstoename, problemen aan schildklier (lage functie), laag metabolisme, optische atrofie, astam, blauwe sclera, chalazion (bubbeltje op oogleden). Therapeutisch stimuleren we het sympathisch systeem met een hoog sensorisch-motorische stimulans. We gebruiken deze filter met mu-delta voor 10 minuten voor 20 sessies. 4. ALFA-OMEGA-syndroom – Emotioneel vermoeidheidssyndroom Symptomen zijn emotionele uitputting, gemoedsveranderingen, negatieve emoties, visuele stress, extreme vermoeidheid. Symptomen: fotofobie, troebel zien, asthenopie, hoofdpijn, duizeligheid, frustraties, allergie, astma Diagnose: alfa-omegapupil, lage break en recoveries, voor bij B.Out, exoforie, bekken of seksuele spanningen, verminderde oculaire vaardigheden, accomodatieve problemen bij myopie, constrictie van visueel veld, constrictie in het blauwe veld, hyperthyroidie, gewichtsverlies, snelle hartslag, tremoren, hoog metabolisme. Therapeutische werken naar een evenwicht in het AZS en parasympathisch voor emotionele types, 20 sessie gedurende 10 minuten. 5. OMEGA-NEURASTHENIE-syndroom – Fight of Flight –syndroom Bij emotionele en sociale uitputting, veranderingen in gemoedstoestand, over stress, negatieve emoties, visuele stress. We zien extreme vermoeidheid of heel snel geïrriteerd. Leerproblemen, sociale problemen, ADHD, concentratieproblemen, grove en fijnmotorische problemen als gevolg van stress in de omgeving. We merken symptomen zoals fotofobie, voorbijgaand wazig zicht, asthenopie, vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, frustratie, allergie, astma, stemveranderingen, agressieve houdingen, wil altijd argumenteren (fight) of trekt zich terug, wil vriendelijk zijn, sluit het gehoor uit, tunnelvieis. Diagnose: Alfa-omegapupil, lage breaks en recoveries in ducties, zowel in adductie of abductie, exoforie, fight-esoforie, bekken en seksuele spanningen, verminderde oculaire vaardigheden, abnormaal accomodatief gedrag in myopie. Zeer hoge of zeer lage NPC, zwakke pursuits
en saccaden (over- en undershoots), geen structuur, geen structuur in de visuele ruimte bij de VO-star. De filter wordt in 20 sessies van telkens 10 minuten toegepast. 6. PI-OMEGA-syndroom- Hyper/Hypo-syndroom Voor de hyper en hypoforia, met een neiging tot emotioneel trauma, hoofd schuin, uitputting, veranderde gemoedstoestanden,over stress, negatieve emotionele effecten, visuele stress, mannen na trauma of hoge stress, vrouwen met hormonale klachten en onregelmatige menstruaties, zeer prikkelbaar, vermoeid en er is altijd een verticaal foriacompoment erbij betrokken. Er is fotofobie, wazig zich, asthenopia, vermoeidheid, hoofdpijn duizeligheid, ziekte door beweging, frustratie, allergie, hormonale disorders, sluit gehoor uit, tunnezicht. Diagnose: verticale forie voor ver of voor nabij, alfa-omega pupil, lage breaks en recoveries, zowel in abductie als adductie, exoforie, fight esoforie, verminderde oculaire vaardigheden, problemen met accommodatie, constricitie in de visuele velden, vergrootte of verplaatste blinde vlek, zeer hoge of zeer lage NPC, zwakke oculaire bewegingen (over- en undershoots en zwakke pursuits). Vaak is een volledige visuele screening onmogelijk. We gebruik de filter 10 minuten gedurende 20 sessies.