Provincie Flevoland
Verslag
Registratienummer: 409323
Verslag van de vergadering van de Commissie Bestuur van 20 april 2006 Aanwezig zijn:
Mevrouw A.E. Bliek-de Jong (voorzitter), de heren W.R. Ruifrok (PvdA) en E.W. Gumbs (PvdA), de dames M.H. Koster (PvdA) en M. Jonker-Waterlander (VVD), de heren C.A.A.A. Maenhout (VVD), A. van Amerongen (VVD), J. van Wieren (CDA), R.T. Oost (CDA), M. van Daalen (ChristenUnie), J.J. Crebas (D66), P.H. Walraven (SP), L.H.M. Lammers (ONS Flevoland) en M. Bogerd (SGP) en mevrouw A. Doesburg (commissiegriffier) Ook aanwezig zijn:
Leden van Gedeputeerde Staten: de heren M.J.E.M. Jager (CdK) en H. Dijksma (gedeputeerde) Dames J.D. van den Brink (Programma Manager) en A. Jorritsma-Lebbink (burgemeester Almere) Afwezig zijn:
De heren A.H.R. Leijten (CDA) en E. Schaap (GroenLinks) 1.
Opening De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom, in het bijzonder mevrouw Jorritsma, burgemeester van Almere. Mevrouw Jorritsma zal alsnog de presentatie geven over de Investeringsimpuls Flevoland-Almere, die gepland stond voor 6 april jl., maar door omstandigheden in Almere niet kon doorgaan. De voorzitter geeft mevrouw Jorritsma het woord. Aan de hand van een overzicht dat aan de commissieleden wordt uitgereikt, houdt mevrouw Jorritsma een inleiding over de achtergrond en aanleiding van de investeringsimpuls van 100 miljoen euro voor de gemeente Almere. Voorafgaand aan de bespreking hiervan onder agendapunt 6.C.1 geeft de voorzitter gelegenheid tot vragen stellen aan mevrouw Jorritsma en de CdK. De SP vraagt mw. Jorritsma naar haar mening over de achteruitgang van het voorzieningenniveau in Flevoland. De voorzitter merkt op dat het de bedoeling is dat de vragen gerelateerd zijn aan de inleiding die mevrouw Jorritsma heeft gegeven. Dit is haars inziens een thema voor de gemeenteraad Almere. De SP antwoordt dat zij deze vraag stelt in het kader van dit onderwerp, want zij is bij de algemene beschouwingen in principe akkoord gegaan met de 100 miljoen, mits de overheid bereid zou zijn een inhaalslag te maken betreffende het voorzieningenniveau. De voorzitter merkt op dat deze vraag gericht is aan de CdK. De VVD heeft een aanvullende vraag: hoe is te voorkomen dat het rijk de conclusie trekt dat de provincie en de gemeente Almere dit prima hebben opgelost, zodat actie van de kant van het rijk niet meer nodig is. De PvdA is blij met de kenschets van mevrouw Jorritsma, maar vraagt in hoeverre de provincie zal meeprofiteren van de investeringsimpuls van de stad Almere. Bovendien vraagt zij wat de meerwaarde is van het samen optrekken van gemeente en provincie. Het CDA wil niet herhalen wat er tijdens de algemene beschouwingen over is gezegd. Het gaat erom dat de provincie met de stad Almere voor een langdurige periode van 10 tot 15 jaar een verplichting aangaat om ontwikkelingen te stimuleren die op andere wijze niet gerealiseerd kunnen worden. Dat houdt volgens haar in dat het niet de bedoeling is dat deze financiële impuls gebruikt wordt op terreinen waarop anderen, bijvoorbeeld de overheid, verantwoordelijkheid hebben. Mevrouw Jorritsma stelt dat - zelfs al zouden er over de schaalsprong geen afspraken gemaakt worden – Almere toch doorgroeit. De druk op Almere om te bouwen zal blijven. Er kan nergens in de randstad zo gebouwd worden. Als het rijk onvoldoende investeert, zullen bepaalde plekken niet bebouwd worden. Dan wordt de rol die Almere speelt in de ontwikkeling van de noordvleugel kleiner. Dat zal volgens haar de drijfveer van het kabinet zijn om wel degelijk afspraken na te komen. Er zijn op een aantal terreinen al wel goede afspraken gemaakt. Zij zou het een ernstige zaak vinden als de provincie zou afwachten met iets te doen voor Almere, omdat men vindt dat het rijk eerst over de brug zou moeten komen. De SP zegt dat dat niet de bedoeling is, maar zij zou het jammer vinden als wel gekeken wordt naar het
2 voorzieningenniveau voor de randstad terwijl de provincie zelf niet aan bod zou komen. Mevrouw Jorritsma antwoordt dat het grootste gedeelte van de provincie onderdeel is van de noordvleugel van de randstad. Er hoeft alleen maar gekeken te worden naar de arbeidsrelaties en de inwoners van eigen gemeente. Velen hebben hun werk in de randstad. Die rol wordt al gespeeld en kan niet ontkend worden. Ten aanzien van de vraag van de PvdA over de meerwaarde van het samen optrekken, merkt zij op dat het een slechte zaak zou zijn om elkaar voor de voeten te lopen. Het is voor beiden van groot belang om samen op te trekken. Het zou kunnen zijn dat in sommige gevallen het belang van de gemeente niet helemaal parallel zal lopen met dat van de provincie, maar dan is het goed om dat van elkaar te weten en het goed met elkaar door te spreken. Zij is ervan overtuigd dat dat ook van beide kanten de intentie is. Ten aanzien van de vraag van de VVD antwoordt zij dat dit in de criteria is vastgelegd. Bovendien: 100 miljoen is het totaal voor een behoorlijk lange periode. Deze impuls is vooral bedoeld om te investeren in kwaliteit en niet ter vervanging van de rijksbijdragen op overige terreinen. In antwoord op de opmerking van het CDA merkt zij op dat het hier inderdaad gaat om een langdurige relatie waar gestalte aan wordt gegeven. Het is daarom goed om regelmatig te bezien of beide partijen nog op één lijn zitten. Met betrekking tot de vraag van de SP en de VVD vult de CdK nog aan dat het college van GS heeft gesteld dat het voor haar van wezenlijk belang is dat de stad Almere zich onafhankelijk van de schaalsprong weet te ontwikkelen tot een evenwichtige, hoogwaardig uitgeruste stad en daarvoor is de provincie medeverantwoordelijk. Dit kan niet gekoppeld worden aan de voorwaarden die er zijn voor de schaalsprong. e
De voorzitter geeft gelegenheid voor de 2 termijn. De ChristenUnie vraagt mevrouw Jorritsma waar de belangen van de gemeente eventueel niet parallel zouden lopen met die van de provincie. Als voorbeeld noemt mevrouw Jorritsma de Zuiderzeelijn. Tot nu toe lopen de belangen volstrekt parallel, maar er zou een moment kunnen komen – vooral als het kabinet besluit dat de Zuiderzeelijn niet doorgaat – dat er wel verschillende belangen zijn. Dat geeft niet, maar het is dan goed om het van elkaar te weten en in goed overleg hiermee om te gaan. Daarin is Almere volgens haar trouwens niet uniek, want dat kan voor elke plaats in de provincie gelden. De voorzitter dankt mevrouw Jorritsma hartelijk voor haar inleiding en het beantwoorden van de vragen. Mevrouw Jorritsma verlaat de vergadering. 2.
Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
3.
Verslag van de vergader ing van 1. de Commissie bestuur d.d. 16 maart 2006 Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd. 2. Lijst van Toezeggingen en Moties e Toezeggingen: veiligheidsbeleid blijft staan tot 3 kwartaal 2006; Statenconferentie Middenbestuur is gepland voor 18 mei 2006; Dag Flevoland wordt nader uitgewerkt. De eerste Dag van Flevoland zal ‘in huis’ worden gehouden. In januari 2007 zal een voorstel worden gedaan voor het vervolg. Naar aanleiding van het verslag van 16 maart, waarin stond dat het de fracties vrij stond onderwerpen aan te dragen over de band met Dmitrov, geeft de voorzitter gelegenheid dit alsnog te doen. De VVD zou graag willen weten waaraan de financiële middelen zijn besteed. De CdK merkt op dat is afgesproken dat de fracties in de vergadering van 18 mei aandachtspunten konden aangeven. De vraag van de VVD wordt daarom als vooropmerking genoteerd.
4. Mededelingen Voorzitter/Presidium/Statengriffie De Follow-up Statenconferentie Middenbestuur zal gehouden worden op 18 mei van 19.00 – 22.00 uur in het Nieuwlanderfgoedcentrum Lelystad. De verklaring voor de pers inzake uitspraak Raad van State Flevoherb c.s. is aan de commissieleden uitgereikt. 5. Door fracties ingebrachte onderwerpen 1. Daadkracht door draagvlak, initiatiefvoorstel Mediation in Flevoland (van de D66-fractie) De voorzitter spreekt haar waardering uit voor D66 die als eerste een eigen onderwerp in deze commissie indient en geeft de D66 de gelegenheid het ingebrachte voorstel toe te lichten. D66 begint met te stellen dat het meest machteloze moment van een volksvertegenwoordiger is wanneer de provincie in conflict raakt met maatschappelijke partijen. Als voorbeeld wordt de kwestie Flevoherbs genoemd. Zij heeft zich afgevraagd of er andere mogelijkheden voorhanden waren om te voorkomen dat het tot juridische procedures kwam. Daarvoor heeft zij een initiatiefvoorstel “Mediation in Flevoland” geschreven, dat commissieleden als vergaderstuk hebben ontvangen. Haar vraag is of er draagvlak is voor dit voorstel. Het idee is om dit bij gebleken draagvlak in te brengen bij de Algemene Beschouwingen. De voorzitter geeft gelegenheid voor e vragen in de 1 termijn. De VVD is voorstander van een methode die kan voorkomen dat er juridische stappen genomen moeten worden. Zij is er voorstander van om dan gebruik te maken van mediation. De SP spreekt waardering uit voor het voorstel van D66 en kan er van harte achter staan. Ook het CDA kan het voorstel toejuichen. Het kan voordeel bieden aan zowel de politiek als de burgers. Ons Flevoland merkt op
3 dat het wel van belang is dat er een onafhankelijke mediator beschikbaar is, die ook bevoegd is tot het aandragen en laten uitvoeren van oplossingen. Bovendien moeten beide partijen de wil hebben eruit te komen. Zij steunt overigens het voorstel. De PvdA vindt het een goed initiatief. Mediation heeft altijd de voorkeur boven een gang naar de rechter. Zij vraagt zich af of er een onderzoek naar de haalbaarheid nodig is als de staten hier positief tegenover staan, lijkt het haar al een voldoende positief signaal. De ChristenUnie waardeert de slogan ‘daadkracht door draagvlak’. Zij zou eigenlijk mediation een stap voor willen zijn, omdat bij het inschakelen van mediation eigenlijk het draagvlak al weg is. Het instrument kan van toepassing zijn, maar haar vraag is hoe dit instrument zo snel mogelijk onnodig gemaakt kan worden. Deze idealistische vraag kan wellicht aan een onderzoek gekoppeld worden. De SGP merkt op dat het gaat over bezwaarschriften waarbij dan sprake is geweest van een afwijzing. Dan volgt er een beroep. Degene die dit behandelt, handelt volgens bestaande verordeningen. Dat houdt in dat er maar een kleine manoeuvreerruimte is. Zij vindt dat het eigenlijk in het voortraject moet plaatsvinden. Achteraf is er bijna altijd sprake van een geschil. Zij weet niet of Mediation een bijdrage kan leveren, maar vindt een onderzoek hiernaar op zijn plaats, voorzien van praktijkvoorbeelden. De ChristenUnie voegt hier bij interruptie aan toe dat het wellicht mogelijk is een afwijzing te bespreken en daarna vast te leggen. De SGP brengt hiertegenin dat er al vaak een heel traject van communicatie is geweest op het moment dat een afwijzing plaats vindt. De voorzitter merkt op dat er goed draagvlak is. Zij geeft D66 de gelegenheid tot het beantwoorden van de e vragen in de 1 termijn. D66 is blij met het draagvlak en geeft aanvullende toelichting op de noodzaak van onderzoek. Het kan zijn dat veel in gang wordt gezet terwijl na onderzoek wellicht de conclusie getrokken wordt dat het geen toegevoegde waarde heeft. Het is mogelijk dat het onderzoek uitwijst dat het gunstig zou zijn om het in samenwerking met bijvoorbeeld de provincie Overijssel te doen. Volgens haar zijn dit vragen, die wel degelijk onderzocht kunnen worden. Zij is ook benieuwd naar de mening van de CdK hierover. De VVD vult aan dat niet in alle gevallen mediation mogelijk zal zijn. De CdK heeft het nog niet in het college besproken. Als portefeuillehouder juridische zaken lijkt het hem een goede gedachte inzichtelijk te maken wat op dit moment wel/niet gedaan wordt; het zgn. voortraject. Tevens zou advies gevraagd kunnen worden aan de Commissie Beroep- en Bezwaarschriften. De CdK heeft de voorzitter van deze commissie gesproken hierover en hij is zeker bereid om over deze kwestie zijn oordeel te geven. De voorzitter van deze commissie is tevens voorzitter van de commissie Beroep- en Bezwaarschriften in Overijssel. In aansluiting op wat de VVD heeft gezegd, lijkt het de CdK een goede zaak dat ook inzicht verkegen wordt over welke bezwaarschriften in aanmerking zouden komen voor mediation. D66 wil dit voorstel graag inbrengen in de Algemene Beschouwingen. De voorzitter dankt D66 nogmaals voor het inbrengen van dit initiatief. 6. Portefeuillehouder M.J.E.M. Jager a. Medelingen Er zijn geen mededelingen. b. Statenvoorstellen 1. Voorstel tot vaststelling van het Reglement 2006 voor de Provinciale Omgevingscommissie Flevoland (POCF), met daaraan gekoppeld de profielschets voor een onafhankelijke voorzitter van de POCF De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen. Het CDA heeft moeite met het feit dat diverse keren wordt gesproken over het seniorenconvent. De ChristenUnie vraagt waarom er bij de aanpassing van het reglement tegelijkertijd een stuk mandaat naar GS wordt overgedragen. Er is een aantal subcommissies die alleen aan GS rapporteren. De CdK antwoordt dat de staten het seniorenconvent zelf hebben aangewezen als een gewenst aanwezig instituut. In de verordening is het seniorenconvent genoemd en daarom wordt er in het reglement naar verwezen. Wat betreft ‘het mandaat’ waar de ChristenUnie over spreekt is hem niet duidelijk wat bedoeld wordt. De staten zelf wijzen de organisaties aan door deze verordening vast te stellen. Het benoemingsbesluit wordt aan GS overgelaten. Ten aanzien van de subcommissies is er geen advies nodig van de kant van Provinciale Staten, omdat het hier een GSverantwoordelijkheid betreft. De ChristenUnie mist dit in de toelichting. De CdK geeft toe dat dit in de e toelichting wel meer naar voren had kunnen komen. Er is geen behoefte aan een 2 termijn. De voorzitter stelt voor dit als een hamerstuk te agenderen. c. Ter bespreking 1. Investeringsimpuls Almere-Flevoland De voorzitter geeft gelegenheid tot bespreking van de Investeringsimpuls. De PvdA merkt op dat het voorstel vraagt of men kan instemmen met de wijze waarop PS betrokken wordt bij de totstandkoming van de Investeringsimpuls. Uiteraard krijgen de staten het convenant t.z.t. voorgelegd. Zij vindt de uitgangspunten voortreffelijk verwoord en kan zich vinden in het traject. De SGP kan zich er ook in vinden. Hoe eerder er duidelijkheid is t.a.v. Oostvaarderswold hoe beter zij het vindt. De ChristenUnie merkt op dat bij eerder gehouden besprekingen over de 100 miljoen is gesteld dat dit bestemd was voor de groei van Almere, maar dat het zijn uitwerking zou moeten hebben op de rest van de provincie. De drie projecten die worden genoemd zijn echter Almeerse projecten. Zij vraagt of er bij de uitwerking van e.e.a. hieraan aandacht besteed kan worden. Het CDA is van mening dat de opsomming slechts een illustratie van mogelijke projecten is. Wat betreft de 100 miljoen: zij memoreert dat hieraan een andere titel gegeven zou worden. De SP blijft haar zorg uitspreken over het achterblijven van het voorzieningenniveau. Haars inziens zijn er
4 duidelijke afspraken gemaakt over het inhalen van de achterstanden. De CdK antwoordt op de opmerking van de ChristenUnie dat de Investeringsimpuls inderdaad in Almere plaatsvindt, maar dat natuurlijk bekeken wordt of dat bijdraagt aan het voorzieningenniveau van de provincie als geheel. De ChristenUnie antwoordt bij interruptie dat er een subsidieverordening is, waarin heel nadrukkelijk wordt gesteld dat er een bovenlokale uitstraling moet zijn. Dat wordt aan kleine organisaties gevraagd. De CdK antwoordt dat die subsidieverordening tot doel heeft te verhinderen dat de provincie lokale verantwoordelijkheden op zich neemt. Dat is hier niet aan de orde. De investeringsimpuls werkt naar twee kanten. Het is voor de gemeente Almere ook aanleiding te onderzoeken in hoeverre zij kan investeren in de provincie (bijvoorbeeld de luchthaven Lelystad). Gedeputeerde Dijksma zegt toe dat de commissie voor 1 mei het kader 2007 zal ontvangen. Daarin zal een beeld geschetst worden tot 2014. Daar wordt deze investeringsimpuls in meegenomen. Vanuit het Europese programma zijn ook convenanten gesloten met Almere en Lelystad, waar niet werd gekeken naar het bovenlokale aspect, maar hij is het hierin eens met de CdK dat de multipliergedachte tot gevolg heeft dat er vanuit impulsen in een stad als Almere navolging komt in andere steden. De ChristenUnie vraagt of dit multiplier-effect zichtbaar gemaakt kan worden, want dat is van belang voor het overige deel van de provincie. De voorzitter rondt het gesprek hierover af. d. Vragendronde Er zijn geen vragen. 7. Portefeuillehouder H. Dijksma a. Mededelingen Conform het verzoek van de commissie is aan de leden – onder embargo – het jaarverslag 2005 toegestuurd. Dinsdag is er een persconferentie over geweest. De tweede mededeling betreft Flevo Netwerk. Over de periode 1994-1999 waren nog enige punten van discussie, met name rond de vraag of EZ nu wel of niet het faillissement had aangegeven. EZ heeft hiervoor verantwoordelijkheid genomen. Daarmee zijn alle discussiepunten met de Europese Commissie afgerond. Ten derde: Gedeputeerde Dijksma deelt mee dat de Raad van State uitspraak heeft gedaan inzake Flevo Herbs. Hij zal ervoor zorgen dat de commissie een samenvatting hiervan zal ontvangen. Hij betreurt het dat inhoudelijk niet op de kwestie is ingegaan. De RvS concludeert dat de provincie niet op basis van deze bestuursafspraken heeft kunnen handelen. Er had een wettelijke basis voor moeten zijn. Dit geldt ook voor 2000-2006. Consequentie zou zijn dat per direct het totaalbedrag bij Flevo Herbs teruggevorderd had kunnen worden. Daarover heeft de RvS echter de uitspraakgedaan, dat primaire besluiten niet worden herroepen, in casu de subsidievaststellingen die hebben plaatsgevonden.Het zou plezieriger zijn geweest als de RvS een uitspraak gedaan zou hebben over de conclusies van de rechtbank in Zwolle. (Een zgn. ´voor/alsdan´-uitspraak). Met betrokken ministeries zal overleg plaats vinden over de oplossing van deze kwestie, evt. een reparatiewet met terugwerkende kracht tot 1 januari 1994. Dan kan het hele proces opnieuw beginnen. Gedeputeerde Dijksma had liever gehad dat voor beide partijen duidelijkheid was gekomen in deze zaak. Een vormfout uit 1994 kan niet door de provincie worden gerepareerd. Ons Flevoland vraagt of bij de uitspraak van RvS ook de uitspraak van NIVRA m.b.t.Deloitte & Touche aan de commissie kan worden toegezonden. Gedeputeerde Dijksma antwoordt dat deze uitspraak niet in zijn bezit is. De provincie Flevoland is geen partij in deze. De voorzitter is van mening dat als het niet is toegezonden aan de provincie Flevoland volstaan kan worden met het noemen van het internetadres, waarop deze uitspraak staat vermeld, zodat de commissieleden hiervan kennis kunnen nemen. De SGP deelt mee dat in 1994 het college door de staten gemachtigd is subsidies te verstrekken. Dat is dan toch een wettelijke bepaling? De CdK antwoordt dat de beschikking van de Europese Commissie om het programma ’94-’99 goed te keuren, niet gericht was aan de provincie Flevoland, maar aan de lidstaten. De lidstaten hadden vervolgens moeten zorgen voor een wettelijke grondslag, zodat de provincie de subsidies had kunnen verlenen. De voorzitter stelt voor het gesprek hierover af te ronden. b. Statenvoorstel e 1. 5 wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland De VVD maakt een opmerking over punt a. Detachering van een medewerker ter assistentie van het IPO. Daarvoor wordt een bijdrage gegeven van €90.000,-. Vervolgens moet iemand worden ingehuurd die € 101.200,-- kost. De ChristenUnie heeft dezelfde vraag. De tweede vraag die zij heeft betreft punt f. een subsidie van € 562.000,-- aan de Hogeschool van Amsterdam. Is het aangaan van deze verplichting in eerder stadium besproken? Gedeputeerde Dijksma antwoordt t.a.v. het laatste dat een reservering is gepleegd in de strategische reserve om het mogelijk te maken hoger onderwijs naar de provincie ‘te halen’. Inhoudelijk zou hierover gesproken worden in de Commissie Samenleving. De commissiegriffier voegt hieraan toe dat conform het besluit van GS dit punt is geagendeerd voor de Commissies Samenleving + Werk. Gedeputeerde Dijksma bevestigt de opmerking van de VVD dat de detachering € 11.200,-- extra kost. Dit gebeurt in het kader van opleiding van medewerkers. (zgn. jobrotation). Een tijdelijk contract is duurder. De VVD wil dit opnieuw bespreken in de fractie. De ChristenUnie zou het graag helder geformuleerd zien. e De voorzitter concludeert dat de 5 wijziging van de begroting 2006 niet als hamerstuk geagendeerd wordt. c. Vragenronde
5 Er zijn geen vragen.
8. Presidium De VVD meldt dat de Programmaraad voorstellen hebben ingediend bij de Rekenkamer t.a.v. Jeugdzorg en t.a.v. Onderzoek Apparaatskosten. De commissiegriffier deelt mee dat met ingang van 1 juni 2006 een nieuwe adjunct griffier in dienst zal treden. Het betreft de heer Jokhan, een interne kandidaat. 9. Rondvraag De SGP deelt mede dat het kabinet een beslissing heeft genomen over de nieuwe beloningsstructuur voor gedeputeerden en statenleden. De vergoeding voor statenleden wordt verhoogd tot € 1.225,-- per maand. Er komt geen uniforme wachtgeldregeling voor statenleden en ook de extra vergoeding voor fractievoorzitters wordt niet toegekend. 10. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 17.20 uur.
Vastgesteld in de vergadering van 18 mei 2006, de griffier, de voorzitter,