Provincie Flevoland
Statenvoorstel
Aan: Provinciale Staten
Statenvergadering:
Onderwerp: Realisering van het Erfgoed Centrum Flevoland.
Agendapunt:
1. Wij stellen u voor: Om mede in het kader van de regierol van het provinciaal bestuur, voorstander te zijn van de realisering van het Erfgoed Centrum Flevoland in Lelystad (in het museale deel van de Kuststrook) en hiertoe: bereid te zijn om met het provinciaal archeologisch depot te participeren in het Erfgoed Centrum Flevoland; in principe bereid te zijn om, in overleg met de Stichting Nieuw Land, te zijner tijd aan het nog te vormen bestuur van het Erfgoed Centrum Flevoland de grond (het zgn. A-gebied) om niet ter beschikking te stellen met recht van opstal voor de gebouwen; het College van Gedeputeerde Staten te machtigen om te zijner tijd de intentieverklaring met de partners van het Erfgoed Centrum Flevoland te tekenen, conform het beschikbare concept. 2. Toelichting: A. VOORGESCHIEDENIS Het provinciaal bestuur heeft medio 1999 de regierol op zich genomen voor versterking van de samenwerking van archieven en verwante instellingen. Hiervoor is een projectgroep ingesteld die bestaat uit 13 partners: provincie, 6 gemeenten, Rijksarchief Flevoland, Waterschap Zuiderzeeland, Nederlands Instituut voor Scheeps- en onderwaterArcheologie (NISA), Nieuw Land Poldermuseum (NLP), Sociaal Historisch Centrum Flevoland (SHC) en Samenwerkende Bibliotheken Flevoland. Via de provincie maakt het archeologisch depot, gevestigd in NLP, ook deel uit van het samenwerkingsproject. De projectgroep is allereerst begonnen met de realisering van het Pilotproject Nieuwkomers. De start van dit pilotproject werd mede mogelijk gemaakt door een eenmalige subsidie van de Mondriaan Stichting. Door dit pilotproject kwam in mei 2001 via de website www.flevolandbovenwater.nl informatie over de eerste 10 jaar van alle woonkernen in Flevoland beschikbaar. Op deze website staan ook lesbrieven voor het voortgezet onderwijs. Inmiddels is een eerste begin gemaakt met het uitbouwen van het Pilotproject Nieuwkomers tot de Digitale Catalogus Flevoland. Op termijn zullen hierdoor de hoofdlijnen van de geschiedenis van Flevoland voor een breed publiek digitaal op te vragen zijn. De structurele kosten voor deze catalogus worden gedragen door de partners. Om de cultuurhistorische informatie zo bereikbaar mogelijk te maken, streeft de provincie Flevoland naar de realisering van het Erfgoed Centrum Flevoland. De provincie heeft daarom DS Consults in september 2001 opdracht gegeven voor een onderzoek naar de haalbaarheid van het Erfgoed Centrum Flevoland bij de beoogde partners. Het Erfgoed Centrum Flevoland moet het centrale instituut worden voor het uitdragen van de cultuurhistorie van Flevoland. In het centrum moeten zoveel mogelijk Flevolandse archieven en collecties worden
4 april 2002 6 Lelystad:
29 januari 2002 Registratienummer:
PS02.0034 Inlichtingen:
Heleen E.J. Geluk Afdeling:
SPV
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
2
samengevoegd, zodat het publiek op één centrale plek over meer en betere informatie kan gaan beschikken. Daarnaast zal het Erfgoed Centrum Flevoland een belangrijke rol vervullen als facilitaire instelling voor onderwijs, verenigingen op het gebied van kunst en cultureel erfgoed en bedrijfsleven, van waaruit diverse educatieve en andere ondersteunende activiteiten op locatie kunnen plaatsvinden. Het ministerie van OC&W was bereid de kosten van dit onderzoek voor zijn rekening te nemen. B. HET ONDERZOEK DS Consults heeft eind december 2001 zijn rapport bij ons ingediend. Het is een duidelijke en complete rapportage van het onderzoek naar de haalbaarheid van het Erfgoed Centrum Flevoland. Door de onderzoeker zijn circa 40 gesprekken gevoerd: met name met alle partners in bovengenoemd samenwerkingsproject met uitzondering van de gemeente Almere. Deze gemeente wil een eigen stadsarchief realiseren maar blijft wel partner bij de Digitale Catalogus Flevoland. Het streven van de onderzoeker was om het onderzoek ook een onderdeel van het voortgaand proces te laten zijn. Daardoor hebben we niet alleen een rapport (dit ligt ter inzage), maar is de afgelopen maanden ook voortgang geboekt in de voorbereiding van het Erfgoed Centrum Flevoland (in het vervolg afgekort tot ECF). De betrokken partners hebben zich een mening kunnen vormen met betrekking tot al dan niet deelname in het ECF, waardoor het proces is versneld. C. HET ERFGOED CENTRUM FLEVOLAND (ECF) De naam Erfgoed Centrum Flevoland is een voorlopige benaming. Er blijkt een groot draagvlak te zijn voor een dergelijk centrum. Dit centrum zal een belangrijke rol spelen bij de verspreiding van kennis van het historisch erfgoed in de provincie Flevoland. Het ECF zal in belangrijke mate “de Collectie Flevoland” beheren. De recente geschiedenis van het ontstaan van de “nieuwe provincie” is een duidelijk bindend argument. Wij hebben de ambitie dé voorbeeldprovincie te worden van samenwerking op erfgoedgebied: fysiek (fusie, ECF) en digitaal (Digitale Catalogus Flevoland). De Digitale Catalogus Flevoland zal onderdeel zijn van het ECF. Binnen drie tot vijf jaar moet de documentatie van de geschiedenis van Flevoland optimaal zijn ontsloten. De interactieve mogelijkheden met de gebruikers zullen worden uitgebuit. Samenbundeling van mensen en middelen zal leiden tot een optimale dienstverlening op het gebied van de ontsluiting en toegankelijkheid van de geschiedenis van de strijd tegen het water en landaanwinning in de laatste zeventig jaar. Samenwerking biedt meer mogelijkheden tot specialisaties, waardoor beter tegemoet kan worden gekomen aan de wensen van de burger in Flevoland, geïnteresseerden elders en ook doelgroepen zoals scholieren en toeristen. Onder het motto: “Eendracht maakt macht” zal het via het ECF ook gemakkelijker zijn om (meer) subsidies van fondsen en dergelijke te verwerven. Door de brede samenstelling van het samenwerkingsproject hebben wij al diverse subsidies
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
3
ontvangen: van de Mondriaan Stichting voor de start van het digitale onderdeel € 38.570. OC&W heeft subsidie beschikbaar gesteld voor het nu uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek en middels het landelijke project Erfgoed Bereikbaar ook subsidie voor het nu lopend onderzoek naar het publieksbereik van het ECF en voor deelprojecten van de Digitale Catalogus Flevoland (in totaal € 204.200). Ook heeft de landelijke koepel van archiefinstellingen een subsidie van maximaal € 36.300 voor het deelproject Nagele toegekend. Alles bijeen is dit een bedrag van € 279.075 (ƒ 615.000). Wij verwachten dat uiteindelijk het publiek de grote winnaar zal zijn van de fusie. De fusie zal een stuwende werking hebben voor andere partners, mede door het aanbieden van faciliteiten en dienstverlening. Door deze ontwikkeling zullen naar verwachting ook particulieren en verenigingen participeren in de Digitale Catalogus Flevoland, een nuttige aanvulling op de professioneel beheerde collecties. De publieksgerichte functies Het ECF heeft 5 publieksgerichte functies: de publieksfunctie. Het ECF biedt het (grote) publiek de toegang tot het culturele erfgoed van Flevoland, in een optimale samenhang gepresenteerd. Door de mogelijkheden die ICT biedt, is het via de Digitale Catalogus Flevoland mogelijk op afstand raadpleging van materiaal te realiseren, zonder dat men behoeft te reizen. Dit zal een behoorlijk deel van de behoefte aan informatie opvangen. Toch zal men vaak het materiaal (zowel het digitale als het nietdigitale) “fysiek” willen raadplegen. Men kan dan op een centrale, goed geoutilleerde plaats terecht en heel gericht reizen. Het ECF zal het publieksbereik sterk vergroten. Het zal een grote wervingskracht hebben, mede door aantrekkelijke openingstijden op werkdagen en in het weekend. Die openingstijden zullen veel ruimer zijn dan elke afzonderlijke instelling alleen kan realiseren. Door optimalisering van de digitale dienstverlening, een helpdesk en backoffice plus een efficiënte logistiek, zal het overigens ook mogelijk zijn in te spelen op de behoeften van de bezoekers. de museale functie. Het ECF biedt grote mogelijkheden om de collecties op een professionele manier te presenteren d.m.v. vaste en tijdelijke tentoonstellingen, ondersteund door evenementen en dergelijke. Mede door het gebruik van nieuwe presentatievormen wordt de toegankelijkheid bevorderd voor (nieuwe) publieksgroepen, zowel afkomstig uit Flevoland als daarbuiten. Het uitgangspunt is optimale samenwerking (onder meer op het gebied van exposities en evenementen) met de participerende gemeenten en het Waterschap Zuiderzeeland, maar ook met andere instellingen, organisaties en verenigingen. De nieuwe opzet van het NLP past naadloos in de opzet van het ECF. de bewaarfunctie. Het ECF biedt de archiefbeherende instellingen maximale mogelijkheden voor het bewaren, ontsluiten en beheren van de collecties. Er zijn door de schaalvergroting belangrijke efficiëncy- en synergievoordelen te behalen. Er kan kosteneffectief worden gewerkt op vele terreinen. Het economisch draagvlak van de afzonderlijke instellingen in Flevoland voor een verantwoorde opslag en ontsluiting van erfgoed is te klein. Door schaalvergroting kan dit wel en kan het zelfs beter worden gerealiseerd. Ook is het gemakkelijker mogelijk om gekwalificeerd personeel aan te trekken, dat is nu vaak zeer problematisch.
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
4
de onderzoeksfunctie. Het ECF biedt door samenbundeling van mensen en middelen grote mogelijkheden voor het systematisch uitvoeren van (meerjarig- en wetenschappelijk) onderzoek. Hierbij gaat het in de eerste plaats om de ondersteunende onderzoeksfunctie. Een mogelijke, zuiver wetenschappelijke onderzoeksfunctie in nauwe samenwerking met universiteiten zou een versterkende factor zijn. de educatieve functie. Het ECF biedt mogelijkheden voor het systematisch opzetten en ondersteunen van educatieve projecten op het gebied van de Flevolandse geschiedenis en cultuur door systematische samenwerking met het onderwijs (docenten en leerlingen). Al deze functies, die nu al dan niet gefragmenteerd bij de verschillende partners zijn ondergebracht, zullen in het ECF in samenhang met elkaar worden gerealiseerd en op één plaats gepresenteerd. Het resultaat zal een unieke, publieksgerichte instelling zijn, met een positieve uitstraling voor de geïnteresseerde (Flevolandse) burger, maar ook voor de scholier en de toerist. Er moet bij de nieuwe organisatie geen onderscheid worden gemaakt tussen “bloedgroep”. De opzet zal voor het publiek zo geïntegreerd mogelijk zijn, of het nu oorspronkelijk gaat om materiaal van het Rijksarchief Flevoland, SHC, NLP, gemeenten of het archeologisch depot. Dit geldt uiteraard minder voor de depotruimten. Daar zullen de collecties vaak per gemeente of soort worden gegroepeerd. Partners voor het ECF Het is ons bekend dat het Rijksarchief Flevoland, het NLP en het SHC graag een volledige fusie willen aangaan. Het proces tot fusie van provinciale Rijksarchieven met instellingen die archieven en collecties beheren, wordt op landelijk niveau nadrukkelijk door het ministerie van OC&W ondersteund. Deze steun is zowel inhoudelijk als financieel. Voor de gemeenten en het Waterschap Zuiderzeeland ligt het anders, omdat het alleen om een – beperkt – onderdeel van de eigen organisatie gaat. Het ECF komt op een goed moment. Meerdere gemeenten en het Waterschap hebben of krijgen binnen afzienbare termijn te maken met het verstrijken van de wettelijke termijn van 20 jaar. Na 20 jaar moeten de archiefstukken worden overgebracht naar een door ons goedgekeurde archiefbewaarplaats. Bij deze bewaarplaats horen voorzieningen voor de raadpleging van de archiefstukken door burgers. Wij merken nog op dat de archiefstukken van de provincie na een termijn van 20 jaar worden overgedragen aan het Rijksarchief Flevoland. Er is dus geen apart provinciaal archief. De meeste gemeenten en het Waterschap zijn positief over het ECF. Bij deze mogelijke partners is de financiële factor van een andere orde dan bij het Rijksarchief Flevoland, NLP en het SHC, die geheel opgaan in het ECF. Bij de anderen gaat het om uit huis plaatsen van een deel van hun taken. Dan vormt het financiële argument een belangrijke afweging. Als er een acceptabele verdeelsleutel voor de kosten komt en er meerjarige afspraken gemaakt kunnen worden, zullen de meeste gemeenten en het Waterschap Zuiderzeeland, naar
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
5
mag worden aangenomen, gaan participeren. De opname van het provinciaal archeologisch depot in het ECF betekent een waardevolle aanvulling voor het ECF. Het huidige depot in het gebouw van NLP is indertijd goedgekeurd door het ministerie van OC&W. Deze goedkeuring zal ook voor de nieuwe situatie worden gevraagd. De in het depot aanwezige archeologische vondsten zijn eigendom van de provincie. Deze vondsten blijven eigendom van de provincie, ook wanneer dit depot is opgenomen in het ECF. Ook voor de archieven van Rijksarchief Flevoland en de gemeenten geldt dat deze archieven hun eigendom blijven. Wij merken nog op dat in een voorstel voor nieuwe wetgeving de provincie verplicht is om te zorgen voor een archeologisch informatiecentrum. De assistent van de provinciaal archeoloog heeft zijn werkplek in het archeologische depot. Eén van zijn taken is het beheer van het depot (ca. o,3 van de beschikbare 1,0 formatie). Wij gaan ervan uit dat hij in provinciale dienst blijft, omdat het beheer van het depot slechts een onderdeel van zijn werkzaamheden betreft. Te zijner tijd zullen wij over de wijze van beheer van het archeologisch depot nadere afspraken maken met het bestuur van het ECF. In de loop van 2002 zal de collectie van dit depot volledig zijn ontsloten en zal het exposabele deel van de collectie zijn gedigitaliseerd. De bibliotheken en het NISA zullen – zeker vooralsnog - alleen belangrijke samenwerkingspartners zijn. Bibliotheken stellen informatie beschikbaar aan een breed publiek (de frontoffice-functie). Een aandachtspunt is verder de relatie tot het eventuele facilitaire bedrijf van de gezamenlijke bibliotheken. Mogelijke nieuwe partners voor het ECF De samenwerking op het gebied van cultureel erfgoed is in Flevoland begonnen vanuit archieven en collecties. In de meeste andere provincies zijn Erfgoed- of Monumentenhuizen ontstaan vanuit monumenten en archeologie. Deze steunpunten fungeren als helpdesk en geven actief ondersteuning aan gemeenten. Daarnaast bieden deze steunpunten ondersteuning aan particuliere organisaties op het gebied van erfgoed. De steunpunten zijn met name gericht op monumenten en archeologie, maar ook op landschap en geschiedenis van het gebied. Wij willen in de komende tijd onderzoeken of het haalbaar is om ook de functies monumenten (bijv. Monumentenwacht Flevoland) en archeologie (provinciaal archeoloog) een plaats te geven in het ECF. Op dit moment subsidiëren wij de Stichting Monumentenwacht Overijssel/Flevoland. Wat betreft archeologie is een pluspunt dat het archeologisch depot naar verwachting onderdeel uitmaakt van het ECF. De directeuren van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek zijn voorstander van het opnemen van de deskundigheid over monumenten en archeologie in het ECF. Naar verwachting zou deze optie leiden tot een extra structurele subsidie van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg van ca. € 22.690. Het programma van eisen
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
6
Voor het programma van eisen (in feite nog een programma van wensen) is uitgegaan van de volgende partners: de gemeenten Lelystad, Dronten, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde, Waterschap Zuiderzeeland, Rijksarchief Flevoland, NLP, SHC en de provincie (archeologisch depot). Het programma van eisen is voor het statisch depot gebaseerd op een berekening van de behoefte aan m2 in het jaar 2040. Voor NLP is uitgegaan van uw besluit van 10 januari 2002 m.b.t. de plannen voor de versterking van dit museum. Er zal in totaal circa 7.600 m2 nodig zijn, waarbij is inbegrepen circa 4.400 m2 specifieke museale ruimte (het huidige NLP omvat circa 1.800 m2). De locatie De voorkeur gaat uit naar vestiging van het ECF in de centrale provinciehoofdstad Lelystad. De onderzoeker noemt 2 mogelijke locaties in Lelystad: in het nieuwe stadscentrum van Lelystad, in combinatie met de Bibliotheek en in het museale deel van de Kuststrook, naast NLP. Een locatie in het stadscentrum heeft als voordeel de betere bereikbaarheid voor het publiek en de synergetische effecten van de samenwerking tussen de Bibliotheek en het ECF. De Bibliotheekdirectie is in dit verband voorstander van in principe vergaande samenwerking. Toch wordt voorgesteld om te kiezen voor het museale deel van de Kuststrook. Dat heeft te maken met het feit dat NLP, het NISA (en de Bataviawerf) daar zijn gesitueerd, met bovendien nog de combinatie met de andere (toeristische) voorzieningen in het museale deel van de Kuststrook. In die situatie zal de beoogde samenhang tussen de verschillende functies optimaal tot stand kunnen komen en ontstaat een zeer aantrekkelijk “cultuurtoeristisch kwartier”. De bereikbaarheid van het museale deel van de Kuststrook was al goed door het ruime aantal gratis parkeerplaatsen en is het laatste jaar nog sterk verbeterd door een uitstekende openbaar vervoerverbinding met het NS-station Lelystad. Het nu lopende onderzoek naar het publieksbereik zal ook ingaan op bereik voor toeristen. Een zware overweging is het financiële aspect. Het gebruik van de grond, het zgn. A-gebied (en het gebouw) van NLP is door het provinciaal bestuur om niet aan de Stichting Nieuw Land overgedragen. De kosten voor de grond bij vestiging van het ECF in het stadscentrum worden geraamd op € 600.000. Wanneer de grond van NLP door het provinciaal bestuur om niet wordt beschikbaar gesteld, levert dit een verschil qua te investeren bedrag van circa €€ 600.000, nog los van de te verwachten hogere bouwkosten in het stadscentrum. Alles overwegend onderschrijven wij de voorkeur van de onderzoeker voor situering van het ECF in het museale deel van de Kuststrook. Die locatie is aanmerkelijk goedkoper en er is meer culturele en toeristische verwantschap met de omgeving. Dit betekent dat wij u voorstellen in principe bereid te zijn om te zijner tijd de grond (het A-gebied) om niet ter beschikking te stellen aan het nog in te stellen bestuur van het ECF. Bestuursvorm, personeel en organisatiestructuur Er zijn twee bestuursvormen die het meest in aanmerking komen voor het ECF: een gemeenschappelijke regeling (WGR) en een stichting.
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
7
Een eerste oriëntatie leert, dat de stichtingsvorm het meest in aanmerking komt. Dit wordt ook door de meeste partners als zodanig ervaren. Voor OC&W ligt dit anders vanwege bestaande wetgeving. Er is elders in vergelijkbare gevallen uiteindelijk steeds gekozen voor een gemeenschappelijke regeling. In die gevallen was het Rijksarchief echter steeds een zware partner. Dit is uiteraard bij het ECF ook het geval, maar in mindere mate. Het NLP en SHCF zijn immers stichtingen en deze partners zijn, ieder voor zich, groter dan het Rijksarchief Flevoland. Wij stellen voor dit onderwerp verder uit te laten werken door de projectleider, maar wel alvast een voorzichtige voorkeur uit te spreken voor een stichting. Van de zijde van OC&W is aangegeven, dat men wil onderzoeken of het mogelijk is in Flevoland een experiment met een stichting te laten plaatsvinden. De statuten van de Stichting Digitale Catalogus Flevoland, die begin 2002 zullen worden vastgesteld, zouden voor een deel model kunnen staan. Deze stichting kent ook aansluitingsovereenkomsten. Ook dat zijn vingeroefeningen voor het ECF. Wij merken nog op dat de Federatie Bataafse Schans wordt gevormd door de besturen van Batavia Stad Outlet Shopping, Nieuw Land, Bataviawerf, NISA en Nederlands Sportmuseum. Deze Federatie beoogt samenwerking van de aangesloten instellingen op het gebied van beheer en ontwikkeling. Voorshands gaan wij ervan uit dat te zijner tijd het bestuur van ECF de plaats van de Stichting Nieuw Land zal innemen. De basis van het ECF zal worden gevormd door drie instellingen van een redelijke omvang met meerdere personeelsleden: het Rijksarchief Flevoland, NLP en SHC. Gelet op de aanwezige functionarissen met hun taakinhoud en specialisaties is de eerste indruk dat het mogelijk lijkt om alle personeelsleden goed in te passen in de nieuwe organisatie. De nog aan te stellen projectleider zal een formatieplan moeten voorbereiden, dat wordt gevolgd door een personeelsplaatsenplan. Een sociaal plan is één van de eerste zaken die formeel geregeld moeten worden. Een uitgangspunt zou moeten zijn het behoud van werkgelegenheid. Het gaat deels om medewerkers van het Rijksarchief Flevoland en deels om werknemers die vallen onder verschillende CAO‘s. De beoogde rechtspositie dient in hoofdlijnen gelijk te zijn aan de huidige regelingen. Wij onderschrijven de opvatting van de onderzoeker dat de medewerkers bij verandering van status er in rechten niet op achteruit mogen gaan. Het is overigens geen garantie voor behoud van de eigen functie. De voorbereiding van de beoogde rechtspositie zal in nauw overleg met de verschillende interne medezeggenschapsorganen en met de werknemers-organisaties plaats hebben. Uitgangspunt van de nieuwe organisatie moet een platte structuur zijn, met zo weinig mogelijk hiërarchische lagen. De “oude’’ instellingen moeten geen sectoren gaan vormen. Er kan worden gewerkt met coördinatoren, die voor de invulling van een deel van de ambities verantwoordelijk zijn, echter in nauwe samenhang met de anderen. Een ander aandachtspunt is het te maken onderscheid tussen corebusiness en commerciële activiteiten. Die laatste kunnen waarschijnlijk beter worden gerealiseerd in nauwe samenwerking met de overige instellingen in het museale deel van de Kuststrook.
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
8
D. BOUWKOSTEN EN EXPLOITATIE Bouwkosten Het spreekt vanzelf dat de onderzoeker de bouwkosten van het ECF niet meer dan globaal heeft kunnen ramen. Op basis van de eerder aangegeven oppervlakte wordt de investering exclusief het museale deel en exclusief grond geraamd op € 5,4 miljoen. Wij stellen voor om de grond om niet ter beschikking te stellen aan het bestuur van het ECF. Voor de kosten van voorbereiding en bouw van het ECF zal een beroep worden gedaan op het EPD 2000-2006. Een voorwaarde om hiervoor in aanmerking te komen is dat er een sluitende exploitatie moet zijn en dat er in voldoende mate sprake is van cofinanciering van overheden. Rente en aflossing van het niet gedekte investeringsbedrag zullen onderdeel van de exploitatie zijn. Wanneer een bijdrage vanuit EPD 2000-2006 verstrekt kan worden, zal dit niet leiden tot lagere subsidies voor de exploitatie van de betrokken partijen. De inzet is erop gericht dat, met inachtneming van een exploitatie op basis van bestaande middelen en bijdragen van de gemeenten en Waterschap Zuiderzeeland, een zo groot mogelijk deel van de ambitie zal worden verwezenlijkt. De kosten voor de investering voor NLP nieuwe stijl bedragen € 5,3 miljoen. De berekening van deze kosten is gebaseerd op het door NLP ontwikkelde plan, waarbij is uitgegaan van integratie van NLP en ECF. U hebt op 10 januari 2002 besloten om in beginsel bereid te zijn garant te staan voor de rente en aflossing van een door het bestuur van NLP te sluiten lening van € 4,4 miljoen. De nog resterende kosten ad € 907.560 zullen worden verstrekt door Rijkswaterstaat. Exploitatie Naar verwachting zal de exploitatie gebaseerd zijn op de volgende inkomsten (peil begrotingen 2002 en inwoners per 1 januari 2002): - € 680.000 NLP nieuwe stijl (exploitatietekort, conform uw besluit van 10 januari 2002) - € 385.700 NLP nieuwe stijl (rente en aflossing van lening van € 4,4 miljoen, conform uw besluit van 10 januari 2002) - € 360.000 Rijksarchief Flevoland - € 441.400 SHC (exploitatie en onderzoeksprojecten) - € 14.000 archeologisch depot (exploitatie) - € 329.400 alle gemeenten exclusief Almere (€ 1,80 per inwoner) - € 12.000 Waterschap Zuiderzeeland - € 230.000 eigen inkomsten, met name museale functies Totaal: € 2.452.500. De uitgaven worden als volgt geraamd: - € 486.000 rente en aflossing van lening van € 5,4 miljoen (ECF excl. NLP
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
9
nieuwe stijl) € 385.700 rente en aflossing van lening van € 4,4 miljoen (NLP nieuwe stijl) - € 900.000 personeel (16 + 14 voor museale deel, gemiddeld € 30.000) - € 680.800 apparaats- en overige kosten Totaal: € 2.452.500. -
Ter toelichting merken wij het volgende op. Het uitgangspunt is dat bovenstaand budget van € 2.452.500 taakstellend is. Volgens bovenstaande globale berekening is aannemelijk dat dit ook mogelijk is. Het spreekt vanzelf dat de uitvoering van de bouw voor NLP nieuwe stijl en het ECF nadrukkelijk zullen worden geïntegreerd: het gaat om een gezamenlijk proces. Bij de exploitatie is sprake van één budget, waarvoor overigens op basis van een meerjarig beleidsplan outputafspraken worden gemaakt tussen de subsidiegevers en het bestuur van het ECF. Het bestuur van het SHC is voorstander van de toevoeging van een wetenschappelijke onderzoeksafdeling aan het ECF (zie pagina 28 en 29 van het rapport). De kosten hiervan worden geraamd op € 120.000 per jaar. Deze kosten kunnen naar verwachting niet vanuit de exploitatie worden betaald. Op dit moment willen wij hierover geen uitspraak doen. Wanneer er draagvlak is voor een wetenschappelijke onderzoeksafdeling zal daarover aparte besluitvorming moeten plaatsvinden. Het streven blijft gericht op het verwerven van extra middelen van fondsen en anderen voor incidentele projecten. Een voorbeeld daarvan zijn de middelen van OC&W in het kader van Erfgoed Bereikbaar. Vanaf 1999 tot nu toe hebben wij, zoals al eerder vermeld, € 279.075 (ƒ 615.000) van derden ontvangen als subsidies voor onderdelen van dit samenwerkingsproject. Wat betreft NLP, SHC en Rijksarchief Flevoland gaan wij ervan uit dat sprake zal zijn van fusie, waarbij als logisch vervolg de bestaande afzonderlijke budgetten worden ingebracht voor de exploitatie van het ECF. De overige partners dienen naar rato een structurele bijdrage te betalen die recht doet aan de te maken exploitatiekosten en het belang dat die partners bij het ECF hebben. Wij merken nog op dat in bovenstaande globale inkomsten en uitgaven niet de formatie van de assistent van de provinciaal archeoloog is opgenomen. Wij gaan er in principe vanuit dat de werkzaamheden voor het archeologisch depot als onderdeel van het ECF budgettair neutraal zullen zijn, wij zullen hierover te zijner tijd afspraken maken met het bestuur van het ECF (zie ook onderdeel C). Met betrekking tot het Rijksarchief Flevoland zullen wij het ministerie van OC&W vragen om de bijdrage voor het Rijksarchief Flevoland te verhogen in verband met zowel de fusiekosten als de extra kosten vanwege een grotere ruimtebehoefte tot 2040 en het nog door de Rijksgebouwendienst over te dragen budget voor onderhoud. De bijdragen van de gemeenten zijn gekoppeld aan € 1,80 per inwoner. Per
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
10
gemeente gaat het om de volgende bijdragen (op basis van het inwonertal per 1 januari 2002): Lelystad € 119.700, Dronten € 64.800, Noordoostpolder € 80.100, Urk € 29.700 en Zeewolde € 35.100: totaal € 329.400. Dit zijn vast bedragen per jaar, die alleen kunnen worden gecorrigeerd voor inflatie en verandering in inwonertal. De verantwoordelijk gedeputeerde heeft over het ECF gesproken met de wethouders van de 5 gemeenten. Bij allen was enthousiasme voor de realisering van het ECF. Alle wethouders hebben toegezegd zich in te zetten voor deelname van hun gemeente in het ECF. Een uitzondering hierop was de wethouder van de gemeente Noordoostpolder: hij was wel positief over de realisering van het ECF, maar hij had twijfel over de (financiële) mogelijkheid van zijn gemeente om in het ECF te participeren. Bij het Waterschap Zuiderzeeland gaat het om een vast bedrag dat alleen kan worden gecorrigeerd voor inflatie. Wij verwachten dat het Waterschap zal participeren in het ECF. De kosten van de Digitale Catalogus Flevoland worden betaald door de partners in de projectgroep. Wij hebben steeds, naast een algemene bijdrage in het kader van onze regierol, ook de kosten voor NLP, SHC en de Samenwerkende Bibliotheken Flevoland betaald. De totale kosten voor 2002 zijn geraamd op € 298.000 (incl. een bijdrage van € 136.100 van OC&W voor uitvoering van deelprojecten). De kosten voor de Digitale Catalogus zijn inbegrepen in de exploitatie van het ECF. Voor de partners die deelnemen in het ECF vervalt dus de huidige bijdrage voor de Digitale Catalogus. De partners die niet deelnemen in het ECF moeten natuurlijk wel blijven betalen. Deze kosten zullen voor hen hoger zijn dan wat zij op dit moment betalen omdat onze (algemene) bijdrage komt te vervallen. Voor de voorbereidingskosten van het ECF zullen wij, naast een eigen bijdrage, een beroep doen op het ministerie van OC&W en zo mogelijk het EPD 2000-2006. E. SAMENVATTING Wij willen ons inzetten voor de realisering van het Erfgoed Centrum Flevoland in Lelystad in het museale deel van de Kuststrook, een erfgoedcentrum waarin zoveel mogelijk collecties en archieven actief worden gepresenteerd en waar de Digitale Catalogus Flevoland deel van uitmaakt. Dit past in onze ambitie om dé voorbeeldprovincie te worden van samenwerking op het gebied van cultureel erfgoed. Het ECF gaat in belangrijke mate “de Collectie Flevoland” zowel digitaal als virtueel beheren. Al eerder is aangegeven dat het samenwerkingsproject een interessante partner blijkt te zijn voor landelijke organisaties en projecten, namelijk de Mondriaan Stichting, de Vereniging Digitaal Erfgoed Nederland, Erfgoed Bereikbaar en de landelijke koepel van archiefinstellingen. Dat zal des te sterker gelden voor het ECF. Wij verwachten dat het ECF een stimulerende rol op het brede terrein van cultureel erfgoed in Flevoland zal gaan spelen. In dat verband onderschrijven wij het standpunt van zowel de onderzoeker als de projectgroep van het
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
11
samenwerkings-verband dat het ECF bij uitstek ook een organisatie is die activiteiten ontplooit op andere locaties in Flevoland. Dat kunnen tentoonstellingen, evenementen of educatieve projecten zijn in de gemeentehuizen, maar ook in een bibliotheek, museum Schokland, museum Het Oude Raadhuis op Urk, de nieuwe Meerpaal te Dronten, Waterschap Zuiderzeeland of De Verbeelding te Zeewolde. Zo zou vanuit het ECF jaarlijks gedurende steeds één maand in elke gemeente en het Waterschap een activiteit kunnen worden georganiseerd, vanzelfsprekend in samenwerking met die gemeente en locale organisaties. Het publieksbereik wordt daardoor vergroot. Wij verwachten dat de volgende partners in het ECF zullen participeren: OC&W (Rijksarchief Flevoland), NLP, SHC, 4 of 5 gemeenten, Waterschap Zuiderzeeland en provincie (archeologisch depot). Verder zijn wij ervan overtuigd dat de besturen van NLP en SHC zullen verklaren te willen fuseren in het ECF. Een logische consequentie hiervan is dat de beschikbare budgetten voor NLP en SHC dan door ons zullen worden toegekend aan het bestuur van het ECF. Dat geldt ook voor het budget van het provinciaal archeologisch depot (zie ook onderdeel C partners voor het ECF). Voorts stellen wij u voor in principe te besluiten dat u bereid bent om te zijner tijd aan het nog te vormen bestuur van het ECF de grond (A-gebied) om niet ter beschikking te stellen met recht van opstal voor de gebouwen. Het spreekt vanzelf dat een definitief besluit te zijner tijd aan u zal worden voorgelegd. Tot slot verzoeken wij u ons te machtigen om te zijner tijd een intentieverklaring met de partners van het ECF te tekenen (het concept ligt ter inzage, zie ook onderdeel F). F. VERVOLGSTAPPEN Recent hebben wij de besturen van alle gemeenten (exclusief Almere), OC&W (Rijksarchief Flevoland), Waterschap Zuiderzeeland, NLP en SHC het rapport van DS Consult toegezonden en hen verzocht ons te berichten of zij bereid zijn de intentieverklaring te tekenen (de conceptintentieverklaring was als bijlage bij de brief gevoegd). De Stichting Digitale Catalogus Flevoland is in oprichting. De heer S. Veninga (oud-burgemeester van Urk) is bereid voorzitter van het bestuur te zijn. De overige bestuursleden zullen door de betrokken partners worden voorgedragen. Zoland er nog geen bestuur voor het ECF is, achten wij het zinvol om een Stuurgroep in te stellen onder voorzitterschap van de verantwoordelijke gedeputeerde, mevrouw L.M. Bouwmeester-den Broeder. Als andere leden stellen wij voor: 1 lid namens het ministerie van OC&W, 1 lid namens de gemeenten en het Waterschap Zuiderzeeland, 1 lid namens NLP, 1 lid namens SHC en de heer S. Veninga vanuit de Stichting Digitale Catalogus Flevoland. De Stuurgroep zal worden ondersteund door de sinds medio 1999 ingestelde (ambtelijke) projectgroep. Een volgende stap zal zijn de ondertekening van de intentieverklaring door de
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
12
partners van het ECF. De conceptintentieverklaring ligt ter inzage. Hierin wordt ingegaan op de doelstelling, de bestuurlijke vorm van de organisatie, de financiën, de huisvesting, de rechtspositie van betrokkenen, de medezeggenschap, het traject van voorbereiding en de planning. Bij de conceptintentieverklaring is de concept-opdracht voor een projectleider gevoegd. Wat betreft een onderzoek naar de realisering van een wetenschappelijke onderzoeksafdeling aan het ECF, wachten wij een voorstel van de Stuurgroep af. Wij zullen de haalbaarheid van de toevoeging van de functies monumenten en archeologie aan het ECF onderzoeken. In dat kader is het van belang dat in het programma van eisen voor het ECF rekening wordt gehouden met een eventuele uitbreiding in de toekomst. De uitwerking van de vervolgstappen zal te zijner tijd in vergaderingen van de betreffende commissie van advies dan wel uw vergaderingen worden besproken. Wij verwachten dat in de loop van 2004 het gebouw van het ECF gereed zal zijn. 3. Advies van de Commissie voor advies: De commissie ROVC adviseert in te stemmen met het voorstel van GS. Tevens adviseert de commissie het College van GS te machtigen om te zijner tijd de intentieverklaring met de partners van het Erfgoed Centrum Flevoland te tekenen. De commissie FZWE heeft geen opmerkingen. 4. Ontwerp-besluit: Provinciale Staten van Flevoland, Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 29 januari 2002 Nr. SPV/02.090009/A BESLUITEN: Om mede in het kader van de regierol van het provinciaal bestuur, voorstander te zijn van de realisering van het Erfgoed Centrum Flevoland in Lelystad (in het museale deel van de Kuststrook) en hiertoe: - bereid te zijn om met het provinciaal archeologisch depot te participeren in het Erfgoed Centrum Flevoland; - In principe bereid te zijn om, in overleg met de Stichting Nieuw Land, te zijner tijd aan het nog te vormen bestuur van het Erfgoed Centrum Flevoland de grond (het zgn. A-gebied) om niet ter beschikking te stellen met recht van opstal voor de gebouwen; - het College van Gedeputeerde Staten te machtigen om te zijner tijd de intentieverklaring met de partners van het Erfgoed Centrum Flevoland te tekenen, conform beschrijving in dit statenvoorstel. Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Flevoland d.d. 4 april 2002.
Provincie Flevoland
Statenvoorstel Bladnummer
13
,griffier.
,voorzitter.
5. Bijlagen Geen.
6. Ter lezing gelegde stukken Het door DS Consults ingediende rapport “Haalbaarheidsonderzoek Erfgoed Centrum Flevoland” (december 2001). De conceptintentieverklaring met bijlage. Gedeputeerde Staten van Flevoland, ,griffier. ,voorzitter.