RAAD VA DE EUROPESE UIE
Brussel, 5 mei 2009 (06.05) (OR. en)
8864/1/09 REV 1
JAI 223 ECOFI 286 EF 57 RELEX 352 EFOPOL 89 COTER 34 OTA van: aan: Betreft:
de Coördinator terrorismebestrijding het Coreper Verslag over de uitvoering van de herziene strategie betreffende de financiering van terrorisme
De herziene strategie betreffende de financiering van terrorisme, die door de Europese Raad van 24/25 juli 2008 is goedgekeurd1, draagt de coördinator terrorismebestrijding op in samenwerking met de Commissie te zorgen voor een pijleroverstijgende follow-up van deze herziene strategie. Dit houdt onder meer in dat de coördinator terrorismebestrijding iedere zes maanden verslag moet uitbrengen aan het Coreper. In het onderhavige verslag, dat is opgesteld in samenwerking met de Commissie, wordt de voortgang geschetst bij het verwezenlijken van de in de aanbevelingen van de herziene strategie vermelde doelstellingen. In het kader van de periodieke rapportage aan het Coreper zullen er nog meer verslagen over dit onderwerp worden uitgebracht.
In de door de Europese Raad van 15 december 2005 aangenomen Europese terrorismebestrijdingsstrategie2 wordt het tegengaan van terrorismefinanciering als kernprioriteit aangemerkt. Het vormt daarnaast een integrerend deel van het door het Coreper op 13 februari 2006 overeengekomen "Action Plan on combating terrorism"3, waarin het onder "Pursue" staat vermeld.
1 2 3
Doc. 11778/1/08 REV 1. Doc. 14469/4/05 REV 4. Doc. 5771/1/06 REV 1.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
1
L
Aanbeveling 1 - monitoring In de herziene strategie betreffende de financiering van terrorisme worden verscheidene rechtsinstrumenten vermeld waarvan de doeltreffende toepassing zal worden gemonitord. Een zeer belangrijk instrument is Richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (derde richtlijn bestrijding van witwassen/terrorismefinanciering), die op 15 december 2005 in werking is getreden en vóór 15 december 2007 moest zijn omgezet. Op dit moment hebben zes EU-lidstaten dit omzettingsproces nog niet voltooid (BE, ES, FR, IE, PL en FI). In de vergaderingen van het Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en van financiering van terrorisme heeft de Commissie er voortdurend op gewezen hoe belangrijk het is dat die lidstaten meer haast maken met dat omzettingsproces, en daarbij te verstaan gegeven dat er een inbreukprocedure zal volgen (tot op heden zijn er bij het Hof van Justitie procedures ingeleid tegen IE, BE, ES, FR, PL en SE). Voorts zal de Commissie naar verwachting in het voorjaar van 2010 een verslag uitbrengen over de toepassing van de richtlijn, waarin belangrijke punten aan de orde zullen komen.
De Commissie heeft een werkgroep controle van liquide middelen ingesteld ter ondersteuning van de lidstaten bij het uitvoering van Verordening (EG) nr. 1889/2005 betreffende de controle van liquide middelen, en heeft zodoende een kader voor een geharmoniseerde aanpak op communautair niveau geschapen. Deze verordening is van toepassing sedert juni 2007. Voor eind 2009 is er een evaluatieverslag gepland. Binnen de werkgroep zijn er diverse projectgroepen ingesteld, waarvan er zich een uitsluitend wijdt aan het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen de autoriteiten die bevoegd zijn voor de verordening controle van liquide middelen. Richtsnoeren en praktische werktuigen voor een adequate uitvoering van de verordening worden thans ontwikkeld in een andere projectgroep voor een "handboek van richtsnoeren voor de controle van liquide middelen", waarin voorbeelden zullen worden opgenomen van beste praktijken inzake informatie-uitwisseling tussen de douane en de FIE's op nationaal niveau.
Na bijna twee jaar bespreking is er in februari 2009 in Parijs een algemeen akkoord bereikt over een gewijzigde FATF-methodologie ten aanzien van Speciale Aanbeveling IX van de FATF inzake controle van liquide middelen aan de grenzen. In dit akkoord wordt erkend dat de EU een specifieke status als één rechtsgebied geniet en dat zij aan SA IX kan voldoen zonder (her)invoering van controles aan de interne grenzen van de lidstaten.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
2
L
Sinds 15 september 2008 is bij de douane-autoriteiten het Referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied (FIDE) in gebruik. Om volledig te beantwoorden aan de essentiële criteria die zijn vermeld in SA IX.15 (aangenomen in februari 2009), zal de Commissie het systeem blijven ontwikkelen teneinde voor de nationale autoriteiten die krachtens artikel 21 van Richtlijn 2005/60 bevoegd zijn voor de bestrijding van het witwassen van geld (de FIE's), de toegang tot het DIS/FIDE uit te breiden door middel van een beveiligde internetverbinding. Daarnaast zullen de DIS/FIDE-bestanden zo worden geconfigureerd dat alleen gegevens in verband met liquide middelen voor deze autoriteiten toegankelijk zullen worden gemaakt.
De praktische toepassing van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler) verbetert gaandeweg. Steeds meer geldovermakingen uit derde landen die de Gemeenschap bereiken, zijn vergezeld van volledige informatie over de betaler en de situatie is thans stabiel. De toepassing ervan is onlangs gemakkelijker geworden doordat er onderlinge overeenstemming over de uit de verordening voortvloeiende verplichtingen is bereikt op basis van het voorbereidende werk van drie comités die de Commissie op het gebied van financiële diensten van advies dienen: het CEBT (Comité van Europese bankentoezichthouders), het CETVB (Comité van Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen) en het CEER (Comité van Europese effectenregelgevers). Deze onderlinge overeenstemming, die de verwachtingen van de EU-toezichthouders op financiële diensten tot uitdrukking brengt, is in oktober 2008 openbaar gemaakt. Ook de particuliere sector (de European Payments Council) heeft gedetailleerde richtsnoeren op EU-niveau uitgewerkt, mede met inachtneming van de hierboven bedoelde onderlinge overeenstemming.
Besluit 2007/845/JBZ is aangenomen in december 2007. Uit hoofde van dat besluit dienen de lidstaten nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen op te richten of aan te wijzen waarmee door intensievere samenwerking wordt bevorderd dat op criminele wijze, mede door terrorisme, verkregen vermogensbestanddelen zo snel mogelijk in de gehele EU worden opgespoord. Het besluit dient uiterlijk in december 2008 door de lidstaten te zijn uitgevoerd. Tot dusver heeft minder dan de helft van de lidstaten hun aangewezen autoriteiten aan de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
3
L
In november 2008 heeft de Commissie een mededeling aangenomen over de opbrengsten van georganiseerde criminaliteit (COM(2008) 766), waarin tien strategische prioriteiten worden voorgesteld om de bestrijding van georganiseerde criminaliteit op te voeren door de confiscatie en de invordering van vermogensbestanddelen te versterken. In de mededeling passeren de bestaande EU-wetgeving en de uitvoering daarvan de revue, en wordt opgeroepen die te herschikken en confiscatie zodoende doeltreffender te maken. Zij omvat nieuwe initiatieven voor intensievere samenwerking tussen EU-bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen en voor nieuwe instrumenten voor het identificeren en opsporen van vermogensbestanddelen. Daarnaast bevat zij een oproep om prioriteit te geven aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijk EU-opleidingsprogramma voor financieel rechercheurs en om kwalitatief hoogwaardige, vergelijkbare statistieken te genereren. Aanbeveling 2 - dreigingsanalyse Het SitCen is de Raad en de Commissie geregeld blijven voorzien van analyses inzake ontwikkelingen met betrekking tot dreigingen in verband met terrorismefinanciering. Europol heeft een situatieverslag 2008 over de financiering van terrorisme uitgebracht, dat aan de EU-lidstaten is toegezonden. Dat verslag is gebaseerd op de bijdragen van de lidstaten en is het eerste in zijn soort. Voor toekomstige verslagen zal gebruik kunnen worden gemaakt van de naar voren gebrachte commentaren, en Europol moet worden aangemoedigd elk jaar een dergelijk situatieverslag uit te brengen. De conclusies van dergelijke verslagen kunnen het uitgangspunt vormen voor de ontwikkeling van nationale strategieën en acties op EU-niveau. De samenwerking tussen het SitCen en Europol dient te worden aangemoedigd en kan in de toekomst wellicht leiden tot een gezamenlijk dreigingsanalyseverslag. Aanbeveling 3 - nieuwe ontwikkelingen De voorwaarden voor het verlenen van vergunningen aan of het registreren van alle geldovermakings- of -transferkantoren zijn vastgelegd in titel II van de richtlijn betalingsdiensten (Richtlijn 2007/64/EG), die voor 1 november 1009 in nationaal recht moet worden omgezet. In de herziene strategie wordt de Commissie verzocht na te gaan of het noodzakelijk en mogelijk is praktische richtsnoeren voor een uniforme uitvoering door de lidstaten op te stellen. De Commissie heeft een werkgroep omzetting van de richtlijn betalingsdiensten ingesteld, die regelmatig vergadert om benaderingen en keuzen van de lidstaten met elkaar te vergelijken, vroegtijdig eventuele uitvoeringsproblemen te onderkennen en tot een beter en samenhangend begrip van de richtlijn te komen.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
4
L
De lidstaten worden aangespoord om de richtlijn zo uit te voeren dat de verrichters van geldtransferdiensten onder scherpere controle komen te staan en dat gebruik daarvan door potentiële terrorismefinanciers wordt ontmoedigd.
Wat de zwakke plekken van de nieuwe betalingsmethoden voor terrorismefinanciering betreft, is de FATF in haar plenaire vergadering in februari 2008 overeengekomen hierover nog verder beraad te voeren. De FATF-groep die zich bezighoudt met de verschillende manieren van terrorismefinanciering ("typologies group") zal een geactualiseerd verslag uitbrengen. Daarnaast zal de Commissie beoordelen of er gevaar is van mogelijk misbruik van nieuwe en alternatieve betalingssystemen, zoals geschenkkaarten en andere kaarten met opgeslagen waarde, maar ook op internet gebruikte betalingsmethoden, ten behoeve van de financiering van terrorisme.
Een van de ontwikkelingen op regelgevingsgebied is dat de Commissie in 2008 een voorstel voor een nieuwe richtlijn betreffende e-geld heeft ingediend, die een nieuwe regeling voor prudentieel toezicht op uitgevers van e-geld (die geen banken zijn) moet gaan vormen.
De FATF is begonnen met de voorbereiding van de vierde evaluatieronde. De besprekingen zijn gericht op het identificeren en vaststellen van kernvraagstukken die een heroverweging waard zijn en van de redenen waarom de huidige normen gewijzigd moeten worden. Vermeldenswaard is dat een van de vragen die ter tafel liggen is of belastingmisdrijven moeten worden opgenomen in de lijst van basisdelicten voor het witwassen van geld en het financieren van terrorisme. Deze vraag staat ook vermeld in de verklaring van de G20 van 15 november 2008 over de financiële markten en de wereldeconomie. In die verklaring bevestigden de wereldleiders dat zij zich resoluut inzetten voor intensievere samenwerking en de handen ineenslaan om de mondiale groei te herstellen en de vereiste hervormingen in het financiële stelsel van de wereld door te voeren. Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de uitvoering van wetgeving tot bestrijding van het witwassen van geld en aan niet-coöperatieve rechtsgebieden. Er zou beraad kunnen plaatsvinden over nieuwe procedures ter verbetering van de wijze waarop het FATF-stelsel reageert op dreigingen die uitgaan van rechtsgebieden met een hoog risico. Tijdens de Londense G20-top van 2 april 2009 zijn verdere maatregelen aangekondigd tot aanscherping van het toezicht en de regelgeving op financieel gebied en ter bestrijding van de "belastingparadijzen" en het bankgeheim. De FATF en de EU zullen nauw met elkaar samenwerken op dit gebied.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
5
L
In dat verband heeft Nederland, de aanstaande voorzitter van de FATF, een projectvoorstel ingediend om de gevolgen van de financiële crisis voor de FATF te evalueren, om concrete punten voor discussie en verdere analyse vast te stellen, en te ondernemen acties voor te stellen. Over mogelijke vooruitgang op dit gebied zal in toekomstige uitvoeringsverslagen worden gerapporteerd.
Aanbeveling 4 - verscherping van de bestaande maatregelen Gerichte sancties Op 3 september heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan in de gevoegde zaken C-402/05 P en C-415/05 P, Kadi en Al Barakaat International Foundation tegen de Raad en de Commissie. De klagers waren in 2001 op grond van VNVR-resolutie 1267 op de Al Qaeda- en de Taliban-lijst geplaatst. De EG-verordening houdende omzetting van de VN-verplichting is door het Hof ten aanzien van beide klagers nietig verklaard, omdat hun procedurele en hun fundamentele rechten onvoldoende waren geëerbiedigd. Het Hof aanvaardde evenwel dat de bevriezing misschien feitelijk gerechtvaardigd was, en bevestigde de rechtsgevolgen jegens de klagers tot op de datum van 3 december 2008. De Gemeenschap heeft sindsdien aan de eisen van het arrest voldaan door kennis te geven van de redenen waarom zij de betrokken partijen in de lijst heeft opgenomen en door hun gelegenheid tot het leveren van commentaar te bieden. Gelet op het ontvangen commentaar heeft de Commissie Verordening (EG) nr. 1190/2008 aangenomen, waarbij de heer Kadi en de Al Barakaat International Foundation aan de lijst worden toegevoegd; deze verordening is op 3 december 2008 in werking getreden. De Commissie heeft voorts de sedert de datum van het arrest in de lijst opgenomen partijen verzocht contact met haar op te nemen teneinde te vernemen om welke redenen zij aan de lijst zijn toegevoegd.
Op 23 oktober 2008 heeft het Gerecht van eerste aanleg zich in zaak T-256/07 uitgesproken over het beroep dat de Organisatie van Volksmujahedeen van Iran (OMPI) had ingesteld tegen twee Raadsbesluiten waarbij verzoekster was gehandhaafd op de afzonderlijke "autonome" lijst van personen en entiteiten waarop specifieke beperkende maatregelen ter bestrijding van het terrorisme van toepassing waren. Het Gerecht bevestigde Raadsbesluit 2007/445/EG van 28 juni 2007, maar verklaarde Raadsbesluit 2007/868/EG van 20 december 2007 nietig voor zover dat de OMPI betrof.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
6
L
Het oordeelde dat de nieuwe procedure die de Raad na de eerste OMPI-uitspraak, d.d. 12 december 2006 (zaak T-228/02), had ingevoerd, voldeed aan de voorwaarde dat het recht van verdediging van de personen en entiteiten op de autonome lijst moest worden geëerbiedigd. Ook vond het Gerecht dat het Raadsbesluit van juni op redelijke gronden berustte. In het besluit van december echter had de Raad volgens het Gerecht niet naar behoren aangegeven op welke gronden de bevriezing van verzoeksters tegoeden was gehandhaafd, en daarom werd het door het Gerecht nietig verklaard. Op 15 juli 2008 had de Raad Besluit 2007/868/EG al vervangen door Besluit 2008/583/EG van de Raad. Het Hof heeft dat besluit echter op 4 december 2008 ten aanzien van de OMPI nietig verklaard omdat verzoeksters rechten van verdediging niet waren geëerbiedigd (Zaak T-284/08). Naar aanleiding van dat arrest heeft de Raad op 26 januari 2009 Besluit 2009/62/EG aangenomen: de OMPI is niet opgenomen op de aan dat besluit gehechte lijst.
De PO-sector Er zijn enkele belangrijke stappen gezet om het misbruik van de non-profitsector door terrorismefinanciers tegen te gaan. De Commissie heeft twee studies uitgebracht: 1) Study assessing the Extent of Abuse of on Profit Organisations for Financial Criminal Purposes at EU level, die werd gepresenteerd op 25 april 2008 en 2) Study on Recent Public and Self-Regulatory initiatives improving Transparency and Accountability of on Profit Organisations in the European Union, die werd gepresenteerd op 12 februari 2009. De bevindingen van die studies wijzen er onder meer op dat het goed zou zijn om een betere uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen de betrokken partijen en de autoriteiten tot stand te brengen, bijvoorbeeld via een kenniscentrum, en dat enige sturing nuttig zou kunnen zijn om non-profitorganisaties te helpen aan hun verplichtingen te voldoen. Overkoepelende organisaties van NPO's die aan de vergaderingen van 25 april 2008 en 12 februari 2009 hebben deelgenomen, werd verzocht commentaar te leveren op de studies en op mogelijke volgende stappen. De Commissie zal op basis van de vermelde studies en de ontvangen suggesties verder onderzoeken wat het juiste antwoord is op de dreiging van potentieel misbruik van non-profitorganisaties voor het financieren van terrorisme. Het doel moet zijn dat van alle lidstaten wordt bevonden dat zij Speciale Aanbeveling VIII van de FATF nakomen.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
7
L
Aanbeveling 5 - FIE's en samenwerking tussen FIE's Het FIU.NET-project wordt thans medegefinancierd door de Commissie voor een periode van twee jaar (tot eind 2009); er zijn middelen gereserveerd voor een tweede periode van medefinanciering van nog eens twee jaar. NL is de overeenkomstsluitende partij en FI, DE, RO, UK, FR, EL en IT zijn medefinanciers. Vertegenwoordigers van die acht landen vormen de Raad van Partners. Het project ontwikkelt zich als gepland. Tot dusver zijn de financiële inlichtingeneenheden (FIE's) van 18 EU-lidstaten op het FIU.NET aangesloten, en wordt voor 4 FIE's de aansluiting tot stand gebracht. Naar verwachting zullen er voor de zomer van 2009 in totaal 22 FIE's zijn aangesloten. De verwachting luidde dat in de loop van 2009 24 FIE's zouden zijn aangesloten. Om financiële redenen werd echter voor twee FIE's (LV en LT) de verbinding verbroken, en dit doel zal derhalve niet worden gehaald. De Raad van Partners heeft onlangs een discussie over de toekomst van het FIU.NET geopend. Het Nederlandse ministerie van Justitie treedt reeds jaren als gastheer voor dit project op en het wordt nu wellicht tijd om een besluit te nemen over een mogelijk meer gestructureerde organisatie. Sommige voorstellen zijn thans voorwerp van overweging en gedetailleerdere voorstellen met bijbehorend onderzoek naar de juridische mogelijkheden en belemmeringen zullen worden besproken in een vergadering met alle hoofden van de EU-FIE's in de tweede helft van 2009. FIU.NET heeft een meerwaarde in de uitwisseling van informatie en de Raad van Partners dient nu de nog niet aangesloten FIE's te overtuigen van die meerwaarde. Een ander belangrijk punt in dat opzicht is het overtuigen van de verantwoordelijke beleidsinstanties. Het nemen van een besluit over samenwerking tussen de FIE's vereist tevens een toewijzing van middelen en een doeltreffende uitvoering. De lidstaten worden aangespoord om hun nationale situatie te evalueren en waar nodig actie te ondernemen om een optimaal functionerend FIU.NET tot stand te brengen dat de informatie-uitwisseling gemakkelijker maakt. In het informele FIE-platform, dat de FIE's van de EU een forum verschaft waar kan worden gesproken over praktische problemen die van invloed zijn op hun activiteiten, is verdergewerkt met het oog op de uitvoering van de derde richtlijn bestrijding van witwassen/terrorismefinanciering, alsook met het oog op een uniforme toepassing daarvan. In het platform is er een werkplan ontwikkeld en is de laatste hand gelegd aan de eerste drie projecten (beschikbare informatie voor en samenwerking met andere FIE's, feedback en gegevensbescherming).
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
8
L
Het platform heeft verdergewerkt aan twee onderwerpen: internationale samenwerking en informatie-uitwisseling en informatie in de meldfase/inhoud van meldingen over verdachte transacties. Het eerste project bestaat uit drie delen; het eerste deel (bronnen voor informatieuitwisseling) en het tweede project zijn bijna voltooid, en er zullen verslagen bij het Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme worden ingediend en op de website van de Commissie worden geplaatst. Een besluit over de verdere opvolging van de aanbevelingen zal worden genomen in de vergadering van het platform in juni 2009. Op basis van de resultaten van het evaluatieverslag van het Besluit van de Raad van 17 oktober 2000 inzake een regeling voor samenwerking tussen de FIE's over antwoorden op een aanvullende vragenlijst alsmede de besprekingen in de MDG is de Commissie nu begonnen aan het uitwerken van operationele richtsnoeren voor de verdere uitvoering van het Raadsbesluit; deze zullen in het FIE-platform van de EU worden gepresenteerd. Over een langere termijn wordt thans ook de mogelijkheid overwogen om het Raadsbesluit te herzien. In dat verband is de Commissie ook aan het onderzoeken in hoeverre andere belangrijke wetgevingsinstrumenten, zoals Kaderbesluit 2006/960/JBZ van 18 december 2006 betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie, in aanmerking genomen moeten worden. In dat opzicht is nauw contact met de ad hoc Groep informatie-uitwisseling van de Raad essentieel.
Uiterlijk eind april 2009 zal het eindverslag van een studie over feedback in opdracht van de Commissie aan de lidstaten en andere betrokken instanties worden voorgelegd. Het doel van die studie is het beoordelen van de verticale verbindingen tussen FIE's en rechtshandhavingsautoriteiten, instellingen met meldingsplicht op het gebied van het witwassen van geld en het financieren van terrorisme en toezichthouders.
Aanbeveling 6 -samenwerking met de particuliere sector De rol van de financiële sector bij de bestrijding van terrorismefinanciering is belangrijk en informatie over verdachte of ongebruikelijke transacties dient zonder onnodige hindernissen te worden uitgewisseld tussen alle betrokken partners, nationaal zowel als internationaal. Daarom is samenwerking met de particuliere sector van cruciaal belang en moet er voortdurend gewerkt worden aan het beter betrekken van de particuliere sector bij de ontwikkeling van nieuwe wetgeving en operationele methoden. Feedback en kosten-batenanalyses zullen aanzienlijk bijdragen tot de verwezenlijking van dat doel.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
9
L
De FATF is in zijn vergadering van februari 2009 overeengekomen dat bij de presentatie van nieuwe beleidsinitiatieven steeds een korte schriftelijke verklaring wordt toegevoegd waarin wordt ingegaan op de redenen voor het voorgestelde beleid en de voornaamste factoren die bij de formulering daarvan in aanmerking zijn genomen. In die verklaring kunnen dan ook enkele basiscriteria worden opgenomen voor het bepalen van de kostenefficiëntie waarbij het de bedoeling is dat de extra administratieve belasting tot een minimum beperkt blijft. In de komende FATFvergadering in juni 2009 zal er een ontwerptekst in die zin worden besproken. In het kader van de intensievere samenwerking met de particuliere sector vormen de initiatieven ten aanzien van de NPO-sector een belangrijk onderdeel. Aanbeveling 7 -financiële inlichtingen en financiële recherche Financieel onderzoek als rechtshandhavingstechniek is onontbeerlijk willen de rechtshandhavingsdiensten kunnen beschikken over de nodige kennis, praktische deskundigheid, en analytische en andere vaardigheden om grensoverschrijdende stromen van uit criminaliteit afkomstig geld en andere vermogensbestanddelen binnen de EU en daarbuiten in kaart te brengen en te analyseren, en op dit punt doeltreffend samen te werken. Dit is nodig om de opbrengsten van strafbare feiten te kunnen confisqueren en om extra kansen te creëren om de zware criminaliteit, waaronder terrorisme, te onderzoeken. De Commissie werkt met Europol en een aantal lidstaten aan een project in het kader waarvan een reeks gemeenschappelijke minimumnormen wordt vastgesteld voor de opleiding van financieel rechercheurs (betreffende acht kennis- en capaciteitengebieden) en een erkenningssysteem voor de hele EU, en er een op deze normen afgestemde opleiding wordt verzorgd in de lidstaten. Een aantal nationale kenniscentra stelt hiervoor opleidingspakketten samen. De eerste resultaten worden verwacht in 2009. De grensoverschrijdende samenwerking door nationale politiekorpsen bij de bestrijding van het terrorisme moet nog verder worden bevorderd. Europol heeft opgemerkt dat van zijn diensten vaker en in een vroeger stadium gebruik kan worden gemaakt. Op nationaal niveau moet worden gezorgd voor de noodzakelijke instructies aan de politiediensten. In de MDG is een aanvang gemaakt met de voorbereidingen voor de vijfde ronde van wederzijdse evaluaties, en het gekozen onderwerp is financiële criminaliteit en financiële recherche. Toekomstige conclusies van deze evaluatie zal de lidstaten wellicht nuttige steun kunnen bieden om financiële recherche tot basisbestanddeel van heel het recherchewerk ter bestrijding van terrorisme te maken.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
10
L
Aanbeveling 8 - internationale samenwerking De Raad Justitie en Binnenlandse Zaken heeft in februari 2009 overeenstemming bereikt over een Commissievoorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van Verdrag nr. 198 van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en terrorismefinanciering. De lidstaten die nog niet de gelegenheid hiertoe hebben gehad, worden aangespoord dit verdrag ook te ratificeren.
Wat de VN-context betreft, heeft de EU de bekrachtiging en uitvoering van het VN-Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme van 1999 verder gestimuleerd. Een aantal landen in de wereld heeft dit verdrag nog steeds niet bekrachtigd, terwijl er andere zijn die niet de middelen hebben om het doeltreffend uit te voeren. De EU dient dit aspect van de financiering van terrorisme in het kader van haar betrekkingen met derde landen te blijven aanpakken. Ook moet de coördinatie met de FATF, het IMF, de Wereldbank en het UNODC worden versterkt.
Dit zou zijn beslag kunnen krijgen in de bredere context van de lopende inspanningen van de EU om verder te bouwen aan haar reeds nauwe werkbetrekkingen met de VN-instanties voor terrorismebestrijding, het UN CTED en de CTITF, die een speciale werkgroep heeft voor bestrijding van de financiering van terrorisme (inclusief het IMF, het UNODC, de Wereldbank, het CTED, Interpol en het Monitoring Team inzake Resolutie 1267). Een van de te bespreken ideeën is deelname van de Commissie en/of het Raadssecretariaat aan door meerdere instanties af te leggen bezoeken onder leiding van het UN CTED om afzonderlijke landen te helpen met het aanpakken van problemen in verband met de uitvoering van VN-maatregelen ter bestrijding van terrorisme. Het stabiliteitsinstrument voor 2009-11 bevat voor het eerst een specifieke bepaling betreffende terrorismebestrijding, ten dele met het doel om het UN CTED bij te staan bij het bevorderen van de internationale uitvoering van de mondiale terrorismebestrijdingsstrategie.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zal een door donoren gefinancierd trustfonds opzetten om middelen te generen voor technische bijstand bij de bestrijding van het witwassen van geld en het financieren van terrorisme. Het door meerdere donoren gefinancierde trustfonds zal op 1 mei 2009 operationeel worden en ongeveer 31 miljoen USD over vijf jaar verschaffen als bijdrage tot het aanscherpen van de mondiale regelingen ter bestrijding van het witwassen van geld en het financieren van terrorisme. Een aantal EU-lidstaten is donor voor dit trustfonds.
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
11
L
Wat de betrekkingen met haar voornaamste partners betreft, heeft de EU de dialoog met de VS voortgezet, met name wat betreft de uitvoering van de EU-VS-verklaring inzake terrorismebestrijding van 26 juni 2004. Tijdens het Franse voorzitterschap hebben er tussen de VS en de EU vergaderingen over terrorismefinanciering plaatsgevonden; op 8 december 2008 is er een EU-VStrojkabijeenkomst gehouden over de NPO-sector en het bevorderen van de VN-sanctieregeling in verband met terrorismebestrijding. Op 20 november 2008 heeft er in Washington een EU-VStrojkabijeenkomst over terrorismefinanciering plaatsgevonden. Er werd van gedachten gewisseld en over mogelijke samenwerking gesproken in verband met geldkoeriers, elektronische geldovermaking, de NPO-sector en het arrest in de zaak Kadi/al-Bakaraat. Voorts werd er gesproken over beleidssturing voor de komende EU-VS-workshop terrorismefinanciering voor praktijkmensen. De vorige workshop werd gehouden tijdens het Sloveense voorzitterschap (21-22 mei 2008) en de komende - zesde - workshop zal op 27-28 mei 2009 plaatsvinden tijdens het Tsjechische voorzitterschap. In deze workshop zal vermoedelijk voldoende tijd worden gewijd aan de uitvoering van de Speciale Aanbevelingen VIII - de NPO-sector - en IX - elektronische overmaking - van de FATF, en zal er aandacht worden besteed aan de nieuwe betalingsmethoden.
Met de Samenwerkingsraad van de Golf worden regelmatig workshops over terrorismefinanciering gehouden en de zesde EU-GCC-workshop zal plaatsvinden op 4-5 mei 2009 in Riyad. Voorgestelde discussieonderwerpen zijn onder meer non-profitorganisaties, financiële sancties en de toepassing van "customer due diligence"-procedures bij hawala-transacties.
Naast EU-activiteiten ondernemen EU-lidstaten ook initiatieven voor hun eigen regio's om buurlanden in kennis te stellen van de internationale en Europese normen voor de invoering van regelingen in het kader van terrorismebestrijding voor sancties in de vorm van bevriezing van tegoeden en economische middelen. Over dat onderwerp werd op 1 en 2 april 2009 in Boekarest een door Roemenië georganiseerde studiebijeenkomst gehouden.
Op initiatief van het Franse voorzitterschap is er een, door het Raadssecretariaat bij te houden, matrix ingericht om de lidstaten te helpen elkaar te informeren over projecten die zij ondernemen om derde landen bij te staan bij de bestrijding van terrorisme, mede op het gebied van het witwassen van geld en het financieren van terrorisme. ___________________
8864/1/09 REV 1
rts/RTS/sd CAB
12
L