BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN
Oplossingsfase Fysiek Domein
Project "Bunnikse Kwaliteit"
Pagina 1
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN
Inhoud 1.
Inleiding............................................................................................................. 3
2.
Werkwijze.......................................................................................................... 4
3.
Resultaten Oplossingsfase ............................................................................... 5
4.
Ideeën voor de (nabije) toekomst...................................................................... 7
Bijlagen ......................................................................................................................
Pagina 2
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN 1.
Inleiding
Deze Oplossingsfase is een werkdocument en maakt onderdeel uit van het project “Bunnikse Kwaliteit”. Het komt voort uit het Plan van Aanpak bezuinigingen 2015 – 2017 “Bunnikse Kwaliteit”, vastgesteld door de gemeenteraad op 31 oktober 2013. In het Plan van Aanpak bezuinigingen 2015 – 2017 spreekt de gemeente Bunnik uit graag met de samenleving de bezuinigingsopgave te realiseren. Dit is niet om de makkelijke weg te kiezen: leg het probleem terug in de samenleving. Zij doet dit vanuit de oprechte wens om de in Bunnik aanwezige krachten, expertise en creativiteit aan te boren en te benutten. Zodat het vraagstuk over de inzet van de middelen die wel beschikbaar zijn gezamenlijk kan worden opgepakt. Voor dit proces is gekozen voor een zeer interactieve vorm van werken. In hoofdstuk 2 is het proces voor de Oplossingsfase beschreven. In hoofdstuk 3 staan de resultaten benoemd. In hoofdstuk 4 staan ideeën genoemd voor de (nabije) toekomst. De concrete voorstellen zijn als bijlagen toegevoegd.
Pagina 3
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN 2.
Werkwijze
In het Plan van Aanpak is gekozen voor een zeer interactieve vorm van werken. Deze kenmerkt zich door een werkvorm waarbij een zo breed mogelijke groep van experts met een mix van deskundigheid, ervaringen en doelgroepen uit de Bunnikse samenleving participeerden: de werkvorm was zowel in doorlooptijd als in uitvoering beperkt. Hierdoor was het beroep op de deelnemers relatief kort, maar zeer intensief. In de verkenningsfase ging het om het verkennen van het probleem vanuit alle denkbare perspectieven en is door de expertgroep een visie opgesteld. Deze visie heeft in de Oplossingsfase gediend als toetssteen bij de beoordeling van de bezuinigingsvoorstellen. Overigens kan deze visie ook in de toekomst gebruikt worden als toetssteen bij keuzes rondom het thema fysiek. De visie is opgenomen in bijlage I. De themabijeenkomsten in de Oplossingsfase vonden plaats op: • • •
Dinsdag 13 mei 2014 in het Postillion hotel Utrecht-Bunnik Maandag 26 mei 2014 in het gemeentehuis Donderdag 5 juni 2014 bij Broekies Buiten in Odijk.
De bijeenkomsten werden geleid door de procesbegeleider vanuit de eigen organisatie, die de taak had om niet inhoudelijk te sturen maar een zorgvuldig doorlopen proces in gang te zetten en te bewaken. Voor het thema fysiek was dat Sonja Mäkel. Daarnaast was de voorzitter van de werkgroep Fysiek (lid Projectgroep), Minetta Koornstra, aanwezig.
VERVOLG Aan het einde van de Oplossingsfase worden de resultaten daarvan voorgelegd aan het college. Na instemming van het college worden de resultaten van de Oplossingsfase ter besluitvorming aan de gemeenteraad aangeboden. Voorafgaand aan de besluitvorming worden de voorstellen door de expertgroepen gepresenteerd aan de gemeenteraad in een werkbijeenkomst op 16 juli 2014. De gemeenteraad zal tijdens de begrotingsraad op 6 november 2014 een besluit nemen over de voorstellen. De gemeenteraad heeft de politieke vrijheid om bij de finale besluitvorming politieke afwegingen te maken, mits zorgvuldig beargumenteerd.
Pagina 4
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN 3.
Resultaten Oplossingsfase
In het Plan van Aanpak bezuinigingen 2015 – 2017 “Bunnikse Kwaliteit”, heeft de gemeenteraad inhoudelijke uitgangspunten geformuleerd. Eveneens is er per thema een bezuinigingsopgave geformuleerd.
UITGANGSPUNTEN De gemeenteraad stelde de volgende inhoudelijke uitgangspunten: • • •
De thema’s waarmee gewerkt wordt, zijn: sociaal domein, fysiek domein en dienstverlening. Wettelijk verplichte uitvoering van taken is leidend met dien verstande dat de ruimte in de invulling en uitvoering wordt opgezocht. Maatschappelijke gevolgen van de bezuinigingsvoorstellen moeten worden beschreven.
TAAKSTELLING De gemeenteraad van Bunnik heeft de bezuinigingsopgave vastgesteld op € 1.000.000 voor 2017 en voor de jaren 2015 en 2016 op € 700.000. Deze taakstelling is als volgt over de drie thema’s verdeeld:
Thema
Getal op basis van bezuinigingstaakstelling 2017
Sociaal domein Fysiek domein Dienstverlening Totaal
250.000 250.000 500.000 1.000.000
BEZUINIGINGSVOORSTELLEN Alle leden van de expertgroep hebben voorafgaand aan de eerste avond van de Oplossingsfase drie bezuinigingsvoorstellen ingediend. Deze voorstellen zijn vervolgens tijdens de eerste avond verder aangescherpt door alle experts. Vervolgens zijn deze voorstellen voorgelegd aan de ambtelijke organisatie voor een ambtelijke reactie. Tijdens de tweede avond is een keuze gemaakt van voorstellen die het meest kansrijk zijn en een substantiële bezuiniging opleveren. Daarnaast zijn nog extra voorstellen toegevoegd. Op de derde avond is een definitieve keuze gemaakt welke voorstellen worden aangeboden.
Pagina 5
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN
Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in de volgende voorstellen: Bezuinigingsvoorstellen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Kostendekkend maken planschade reduceren hoeveelheid afval, voorstel 1 (groene kliko's in winter minder vaak ophalen) begraafplaats kostendekkend consolidatie op verkeer: focus op onderhoud en wettelijke verplichtingen verhogen marktgelden Bunnik openbare verlichting en energiebesparing (lampen minder lang laten branden) waar mogelijk afschaffen vergunningsplicht APV en OOV overdragen onderhoud groen aan wijken herinrichten speelterreinen met de buurt en besparen op uitgaven speeltoestellen besparen op uitgaven groen Invoeren reclame- en precariobelasting Verkoop kleine stroken grond aan aangrenzende bewoners, levert eenmalig opbrengsten op verkoop woning Langstraat 11 in Bunnik --> omlaag brengen onderhoudslasten
2014
Kosten PM
Totaal
2015
2016
€ €
2.000 5.000
€ 14.000 € 5.000
€ 14.000 € 5.000
€ 30.000 € 25.000
€ 30.000 € 30.000
€ 30.000 € 35.000
€ €
5.000 8.000
€ 5.000 € 10.000
€ 5.000 € 15.000
€
2.000
€
€
2.000
2017
€ 25.000
€ 25.000
€ 25.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 20.000
€ 5.000 € 80.000
€ 5.000 € 80.000
€ 5.000 € 80.000
Incidenteel € 170.000
Incidenteel € 170.000
Structureel Structureel Structureel € 2.700 € 2.700 € 2.700 Incidenteel € 160.000 Structureel: Structureel: Structureel € 209.700 € 228.700 € 238.700 Incidenteel: Incidenteel: € 330.000 € 170.000 Totaal: Totaal: € 539.700 € 398.700
Niet nader uitgewerkte bezuinigingsvoorstellen:
14 15
Pagina 6
2.000
Voorstel:
Advies:
herziening grondexploitaties: braakliggende gronden beschikbaar stellen voor particulieren --> rentelasten terugverdienen Ga samen met andere nadeelgemeenten voorstellen het verdeelmodel van het gemeentefonds aan te passen en start hiervoor een lobbytraject richting het Rijk.
Nader onderzoeken Nader onderzoeken
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN 4.
Ideeën voor de (nabije) toekomst
De expertgroep heeft op de laatste bijeenkomst nog een aantal ideeën geuit die nadere uitwerking vragen. Dit zijn: -
Werk de mogelijkheid uit om aandelen Bunnik aan de inwoners te verkopen: burgercerticifaten á la de certificaten van de Rabobank. Dit kan bijdragen aan het verhogen van de betrokkenheid van inwoners en levert extra inkomsten op.
-
Werk een plan/visie uit om de lokale economie zoveel mogelijk te stimuleren. Geef als gemeente het voorbeeld en stimuleer de inwoners zoveel mogelijk om gebruik te maken van lokale bronnen en lokale leveranciers. Zet Bunnik als gemeente met aantrekkelijke lokale producten op de kaart. Inwoners, instellingen en bedrijven hebben hier allen baat bij. “We all benefit”.
Ook zijn er een aantal aanbevelingen ten aanzien van het vervolgtraject:
.
Pagina 7
-
Houd de expertgroepen in stand en zorg dat er meer rechtstreeks contact komt tussen ambtenaren en expertgroepleden. Dit zorgt voor meer verdieping en vertrouwen. Het zou zonde zijn als het contact dat nu is ontstaan en de kennis die is opgedaan eenmalig is en niet verder wordt uitgebouwd.
-
Betrek de experts ook bij de uitvoering van de bezuinigingsvoorstellen en zorg dat zij een vinger aan de pols houden. Dit voorkomt dat sommige voorstellen ongemerkt op de bureaus blijven liggen en niet tot uitvoering komen.
-
Er is een mooie visie door de expertgroep uitgewerkt. Het is wenselijk dat de visie ook daadwerkelijk door de raad wordt vastgesteld zodat het enerzijds in het vervolg als toetssteen voor maatregelen kan fungeren. Daarnaast is het wenselijk om de visie verder uit te werken. De visie gaat immers uit van een andere rol van de gemeente en daarmee een andere rol van de ambtenaren. Het vraagt om een open houding en andere competenties. Het is van belang om nader uit te werken hoe je als gemeente dit gaat realiseren.
-
Start met pilot-wijken waar je als gemeente kan experimenteren, met een andere werkwijze en andere rol van zowel gemeente als inwoners en een nieuwe manier van samenwerken. Pilots bieden ruimte om fouten te maken en om van te leren. Evalueer de pilots, zet de lessen op een rij en werk dit weer uit in nieuwe wijken.
-
Zoek actief naar worst/best practices van innovaties bij andere gemeenten en of bedrijven waar je van kan profiteren en voer de geleerde lessen ook meteen in. Zorg bijvoorbeeld dat je als gemeente jaarlijks verplicht een vijftal speerpunten benoemd die op het eind verbeterd ingevoerd zijn.
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN Bijlagen I.
Visie op het Fysiek Domein
II.
Deelnemerslijst
III.
Bezuinigingsvoorstellen
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN Bijlage I - Visie op het fysiek domein
“Gemeente Bunnik plukt haar vruchten” In Bunnik werken gemeente, inwoners en bedrijven, op basis van wederzijds vertrouwen, samen aan een kindvriendelijke, veilige en aantrekkelijk ingerichte woon-leef- en werkomgeving. Lokaal ondernemerschap staat centraal en wordt gestimuleerd. De gemeente stelt heldere kaders en regelt wat wenselijk is, waarbij alle ruimte binnen wettelijke kaders benut worden. Zij maakt daarbij gebruik van, of doet een sterk appel op de eigen verantwoordelijkheid en initiatief van inwoners en bedrijven. De gemeentelijke organisatie heeft hierbij een regierol. In Bunnik is veel deskundigheid en gemeenschapszin en daardoor kracht aanwezig. Deze wordt optimaal ingezet voor het uitvoeren van taken in het fysiek domein. Er is volop ruimte voor initiatieven in de openbare ruimte. De “best practices” zijn voorbeelden voor nieuwe initiatieven. Partijen zoeken elkaar in een vroeg stadium op en overleggen over wensen en (on)mogelijkheden. De gemeente stimuleert, faciliteert en adviseert bij deze initiatieven en verbindt partners in de samenleving. Het lukt de gemeente los te laten (minder regelvorming), door te investeren in de verbinding. Deregulering mag echter niet ten koste gaan van de continuïteit en kwaliteit van basisvoorzieningen. Er wordt gezamenlijk gezocht naar creatieve mogelijkheden om taken in de openbare ruimte anders en beter uit te voeren. Eén van de uitgangspunten hierbij is het scheiden van eigendom en gebruik en het stimuleren van gezamenlijk gebruik.
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN Bijlage II -
Deelnemerslijst
NAAM Ali Dekker André de Prouw Arnold Wagemakers Bianca Grootveld Dick Kaas Gert Veldhuisen Henk van Hooff Herbert van Petersen Jaap Breeschoten*) Marc Bergkotte Sebastiaan Archbold Ambtelijke ondersteuning: - Sonja Mäkel - Minetta Koornstra
*) alleen in de Verkenningsfase
BUNNIKSE KWALITEIT – OPLOSSINGSFASE FYSIEK DOMEIN Bijlage III -
Bezuinigingsvoorstellen
1. Thema: Kostendekkend maken planschade Voorstel (inhoud, kort) Advieskosten planschade kostendekkend maken. Onderbouwing Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen leiden tot schade voor de omgeving (derving woongenot, etc.). Met het onderzoek naar deze eventuele schade en de uitkering van het schadebedrag is gemeenschapsgeld gemoeid. Overwogen kan worden om als gemeente niet mee te werken aan nieuwe initiatieven. Omdat ruimtelijke ontwikkelingen hierdoor stil zouden komen te vallen wordt voorgesteld om de kosten voor planschade te verdisconteren in de projectkosten en te verhalen op de initiatiefnemers. En nadere optie is om gebruik te maken van een burgerpanel om de hoogte van de schade te bepalen. Het verhaal van planschade als gevolg van planologische veranderingen is wettelijk geregeld. De overheidsinstantie die de ontwikkeling mogelijk maakt staat hiervoor aan de lat. De gemeente wentelt in nagenoeg alle gevallen de planschade af op de initiatiefnemer van de ruimtelijke ontwikkeling. Dit kan een ontwikkelaar zijn, maar ook een burger. Hiertoe wordt een overeenkomst gesloten. Slechts in die gevallen dat de gemeente initiatiefnemer is worden de eventuele kosten ten laste gebracht van de exploitatie van het plan. Om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van planschade wordt een deskundig bureau ingehuurd. Dit bureau maakt een vergelijk tussen het oorspronkelijk en het nieuwe planologisch kader. Het verschil in deze taxaties is in feite de hoogte van de planschade. De kosten die met de inhuur van het bureau zijn gemoeid komen voor rekening van de gemeente. De indiener van een planschadeverzoek betaalt hiervoor leges. Deze bedragen momenteel € 300,= per verzoek (drempelbedrag) en worden terugbetaald bij een succesvolle claim. De leges zijn echter niet toereikend om de onderzoekskosten te dekken. Voorgesteld wordt om het drempelbedrag te verhogen tot het wettelijke maximum van € 500,= en om de onderzoekskosten te verhalen bij de initiatiefnemer van een ruimtelijke ontwikkeling. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Op dit moment wordt de gemeenschap geconfronteerd met de kosten van onderzoek en schadevergoeding als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen, welke in de basis een persoonlijk gewin zijn voor de initiatiefnemer. Als gevolg van dit voorstel wordt de initiatiefnemer van ruimtelijke ontwikkelingen geconfronteerd met hogere kosten. Ook de indiener van een planschadeclaim krijgt te maken met hogere kosten (leges/drempelbedrag). Bij een succesvolle claim wordt dit drempelbedrag terugbetaald. Gemiddeld worden 10 verzoeken per jaar ingediend. Kanttekeningen Het verhogen van het drempelbedrag van € 300,= tot het wettelijk maximum van € 500,= kan voor sommige inkomensgroepen tot problemen leiden. Dit kan ondervangen worden door voor minder draagkrachtigen een uitzondering te maken. Financieel 2014 Besparing/opbrengst -verhogen drempelbedrag -verhalen onderzoekskosten Kosten Saldo
2015
2016
2017
Ca. 2.000
Ca. 2.000
Ca. 2.000
ca. 0
ca. 12.000
ca. 12.000
Ca. 2.000
Ca. 14.000
Ca. 14.000
0
0
Consequenties formatie Nihil
Risico’s Nihil
Voorwaarden invoering - Instemming raad verhoging drempelbedrag; - Instemming initiatiefnemers ruimtelijke ontwikkeling met overeenkomst over afwenteling planschade en onderzoekskosten
Tijdspad - Verhoging drempelbedrag najaar 2014, gelijktijdig met vaststelling leges en belastingverordening 2015; - Verhaal planschade en onderzoekskosten afhankelijk van tijdstip ondertekenen overeenkomst
2. Thema: reductie hoeveelheid afval Voorstel (inhoud, kort) De expertgroep stelt voor de kosten te reduceren van de afvalinzameling door niet meer iedereen een eigen kliko te geven, maar inwoners kliko’s te laten delen. Daarnaast kan in de wintertijd afgezien worden van het wekelijks legen van de groenkliko’s. Onderbouwing De afvalinzamelaar hoeft minder kliko’s te legen en dat bespaart de gemeente geld en levert minder afval op. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Het inzamelen van afval is een gemeentelijke taak, dit geldt niet voor het inzamelen van bedrijfsafval. Het Rijk heeft milieudoelstellingen opgesteld om meer afval te gaan/willen scheiden. Op dit moment wordt om de week restafval en GFT afval opgehaald. Gedurende de wintermaanden de GFT-kliko om de maand ophalen, geeft een kostenbesparing op het inzamelen. Het inzamelen van afval is een heffing. Dit betekent dat een eventuele kostenreductie terug zal vloeien naar de burger. Dit zal niet tot een besparing leiden voor de gemeentelijke begroting. Kanttekeningen Bij het maandelijks legen van de GFT-kliko wordt het risico hoog geacht dat het GFT afval bij het restafval gestopt wordt, waardoor de besparing en milieudoelstelling teniet worden gedaan. Een tweede kanttekening is dat de GFT-kliko meer gaat stinken. In het buitengebied zal dit vermoedelijk minder resultaat sorteren. Mogelijk kan dit zwerfafval in de hand werken. Financieel Besparing Kosten Saldo
2015 5.000
2016 5.000
2017 5.000
5.000
5.000
5.000
Consequenties formatie
Risico’s
Voorwaarden invoering
Tijdspad
3. Thema : begraafplaats kostendekkend Voorstel (inhoud, kort) De expertgroep stelt voor de begraafplaats in Bunnik kostendekkend te maken. Indien dit niet lukt, dient de begraafplaats gesloten te worden. Onderbouwing Onder het motto de gebruiker betaalt, is het goed om onderzoek te doen naar de liggelden met als doel de opbrengsten te verhogen. Betrek nabestaanden bij de begraafplaats door hen uit te nodigen jaarlijks drie tot vier keer het onderhoud voor hun rekening te nemen. Voor nabestaanden die dit niet doen, zou het liggeld omhoog kunnen gaan van € 2.200,- naar € 10.000,- (zijnde € 500,- per ligjaar). Van de begraafplaats Odijk kan geleerd worden hoe zij dit kostendekkend hebben gedaan. Reactie op het voorstel Op grond van de Wet op de lijkbezorging dient een gemeente ten minste één begraafplaats te hebben. Een gemeente die uit meerdere kernen bestaat is niet verplicht voor iedere kern een begraafplaats in te richten. Eén begraafplaats voor de gehele gemeente volstaat wettelijk gezien. Er zijn op dit moment verschillende begraafplaatsen in onze gemeente. Echter, er is maar één gemeentelijke begraafplaats. De andere begraafplaatsen zijn in eigendom van kerken of stichtingen. De gemeente kan de gemeentelijke begraafplaats in Bunnik dus wettelijk gezien niet sluiten. Het lukt niet om de gemeentelijke begraafplaats 100% kostendekkend te krijgen omdat er te weinig begrafenissen op deze begraafplaats zijn. In Bunnik worden ca. 10-13 mensen per jaar begraven op de algemene begraafplaats. De legeskosten zijn gebaseerd op landelijk toegepaste tarieven. De doorberekende kosten zijn de directe kosten van het begraven. Er zijn echter heel veel indirecte kosten zoals onderhoud terrein, onderhoud en afschrijving van gebouw, kosten van administratie van grafrechten etc. Wel kan onderzocht worden of samen met een omringende gemeente kan worden volstaan met één gemeentelijke begraafplaats. Dit is wettelijk gezien ook toegestaan. De kosten voor het beheer en onderhoud kan dan worden gedragen door twee gemeenten. Daarnaast kan onderzocht worden of de gemeentelijke werkzaamheden ten aanzien van de begraafplaats overgeheveld kunnen worden naar een marktpartij. Het is vooraf lastig aan te geven wat het oplevert als we met een andere gemeente één gezamenlijke begraafplaats hebben. Grofweg moet het een bezuiniging kunnen opleveren van € 30.000. Door uitbesteding van de werkzaamheden kan er een bezuiniging gerealiseerd worden van circa € 30.000, omdat je geen ambtelijke uren meer hoeft in te zetten. Dit scheelt circa 280 uur aan administratieve uren en onderhoudskosten. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement
Kanttekeningen
Financieel Besparing/opbrengst Kosten Saldo
2014 0
2015 30.000
2016 30.000
0
30.000
30.000
Consequenties formatie 1. Samenwerking: grofweg zullen er ca 140 uur aan administratieve uren vrij komen voor andere werkzaamheden. 2. Uitbesteden: Als je alle taken kan uitbesteden aan een marktpartij komen er ca 280 uur administratieve uren vrij voor andere werkzaamheden.
Risico’s 1. Je draagt gezamenlijk alle risico’s. Vooraf goede, heldere afspraken maken, dan zijn de risico’s minimaal. 2. Het overdragen van alle werkzaamheden kent weinig risico´s. Het enige risico is dat de vergoeding voor de werkzaamheden voor de verkeerde doeleinden wordt gebruikt. Dit kun je ondervangen door jaarlijks te inspecteren of het onderhoud aan het gebouw en de begraafplaats op peil is.
Voorwaarden invoering 1. Er moet een andere gemeente geïnteresseerd zijn voor één gezamenlijke begraafplaats. Voorwaarde is dat er goede, heldere afspraken worden gemaakt over verantwoordelijkheden, budgetten, onderhoud etc. 2. Er moeten een aantal mandaatbesluiten worden genomen waarmee deze wettelijke taak wordt gemandateerd aan een marktpartij. Daarnaast moet de gemeentelijke verordening worden aangepast.
Tijdspad 2015
4. Thema: consolidatie op verkeer Voorstel (inhoud, kort) Besparing op de voorziening onderhoud wegen De expertgroep stelt voor om taakstellend te bezuinigingen op het onderhoud van de wegen. De raad heeft besloten om voor het onderhoud van de wegen een wegenfonds in te richten, jaarlijks wordt daar nu ca. € 270.000 aan toegevoegd. Uit dat fonds wordt het jaarlijkse onderhoud aan de verhardingen in de gemeente bekostigd. Asfaltreparaties, herstraten van wegen en trottoirs etc. De raad heeft de onderhoudskwaliteit die de wegen moeten hebben, vastgesteld. De jaarlijkse toevoegingen aan het wegenfonds zijn op het handhaven van die onderhoudskwaliteit afgestemd. Gekozen is voor het niveau basis, zoals in landelijke richtlijnen is vastgesteld. De gemeente heeft een inspanningsverplichting om het openbaar gebied voor een veilig gebruik in te richten. Dit jaar wordt overigens het wegenplan geëvalueerd op basis van een recente wegeninspectie. Voorgesteld wordt om in 2015 taakstellend € 25.000 te bezuinigen en in 2015 € 30.000 en in 2016 € 35.0000. Onderbouwing
Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Meer begrip bij inwoners dat er geen geld over de balk wordt gesmeten. Meer klachten over slecht onderhoud en aansprakelijkheidstelling. Kanttekeningen - Let op dat er geen achterstallig onderhoud ontstaat. Herstel is dan op lange termijn vast veel kostbaarder! - Bezuinigingen leidt tot een teruggang van de kwaliteit van de wegen en daarmee mogelijk zelfs tot kapitaalverlies, vooral op de asfaltverharding. Financieel 2014 Besparing/opbrengst Kosten Saldo
2015 25.000
2016 30.000
2017 35.000
25.000
30.000
35.000
Consequenties formatie
Risico’s Door uitgesteld onderhoud ontstaat kapitaalvernietiging van asfaltverhardingen. De herstelkosten zijn dan veel hoger t.o.v. uit te voeren regulier onderhoud. Bij achterstallig onderhoud bestaat het risico van aansprakelijkheidstelling (zie uitspraak Ronde Venen).
Voorwaarden invoering
Tijdspad
5. Thema: verhogen marktgelden Voorstel (inhoud, kort) Het voorstel vanuit de expertgroep is tweeledig: - Verhogen marktgelden Bunnik: + € 5.000; - De aantrekkelijkheid van de weekmarkt Bunnik vergroten door een andere locatie te zoeken, lokale (fruit-) ondernemers voor de weekmarkt te interesseren en combinaties te leggen met bijv. oogstfeesten. Onderbouwing De kosten en opbrengsten voor de weekmarkt in Bunnik zijn niet in balans, dit is ongewenst. De kleine markt in Odijk brengt meer op dan de markt in Bunnik, die groter is. De markt zou in principe kostendekkend moeten zijn. Dit kan in principe worden bereikt door het verhogen van de marktgelden tot een kostendekkend niveau, dan wel reductie van de kosten. Organisatorisch is er een verschil tussen de markten in Odijk en Bunnik. In de kern Bunnik is sprake van een officiële weekmarkt. Hiervoor is een verordening opgesteld en wordt (op beperkte schaal) een marktmeester ingezet. De markt in Odijk heeft geen officiële status en is een aaneenschakeling van losse standplaatsen. In wetgeving is vastgelegd dat bij een verzameling van meer dan 5 kramen, sprake is van een weekmarkt. Het verschil in opbrengsten wordt in belangrijke mate bepaald door de organisatievorm en de uitwerking hiervan. Eind verleden jaar zijn verkenningen in gang gezet om te komen tot een harmonisatie van verkoop van ambulante handel. Door het omzetten van de markt naar losse standplaatsen kan de inzet van een marktmeester worden beperkt, hetgeen ca. € 5.000 op jaarbasis bespaart. De locatie van de weekmarkt op de Langstraat is niet optimaal. De afgelopen jaren zijn diverse pogingen ondernomen om te komen tot een verplaatsing van de weekmarkt naar een meer geschikte plek in het centrum. Een verplaatsing van de weekmarkt heeft onvoldoende draagvlak. Initiatieven om meer lokale (fruit-)ondernemers te interesseren en combinaties te leggen met bijv. oogstfeesten zijn kansrijk, maar staan wel op gespannen voet met de omvang van de huidige locatie en de beoogde wijziging van de organisatievorm. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Een wijziging in de organisatievorm (weekmarkt/standplaatsen) zal vermoedelijk geen maatschappelijk effect hebben. Een verplaatsing van de weekmarkt in Bunnik heeft onvoldoende draagvlak. Het belang van ambulante handel, ter verlevendiging van het centrum en completering van het voorzieningenniveau wordt onderkend. Kanttekeningen De weekmarkt geeft reuring in het centrum. Als dat het enige doel van de markt is, dan moet je als gemeente bereid zijn om daarvoor te betalen. Het opheffen van de weekmarkt en omzetten in losse standplaatsen in Bunnik is mogelijk juridisch niet houdbaar. Financieel 2014 Besparing/opbrengst Kosten Saldo
2015 5.000
2016 5.000
2017 5.000
5.000
5.000
5.000
Consequenties formatie Opheffen functie marktmeester. Dit kan gelijktijdig worden meegenomen met de plannen voor privatisering van de buitendienst.
Risico’s
Voorwaarden invoering Instemming raad met harmonisatie verkoop ambulante handel.
Tijdspad Opstellen, besluitvorming en implementatie beleid in 2014.
6. Thema : openbare verlichting en energiebesparing Voorstel (inhoud, kort) De expertgroep stelt voor om de kosten te reduceren op het gebied van openbare verlichting, energie en dit duurzaam te bezien en stelt voor om taakstellend het verlichtingsniveau met 30% terug te dringen. Onderbouwing De expertgroep is van mening dat dit onderwerp mogelijk in combinatie met andere gemeenten opgepakt kan worden, idem dito voor wat betreft de onderhoudskosten. Te denken valt aan energiearme oplossingen, zoals bijvoorbeeld energiebesparende lampen samen met zonne-energie. Dit onder het mom: “eerst uit wat uit kan en wat overblijft: energiezuinig.” Want sommige verlichting staat ook aan als dit niet voor de zichtbaarheid nodig is. Vanuit sociale- en verkeersveiligheid moet er bij nadering van een bepaalde (verkeers)situatie wel verlichting zijn. Wellicht loont het de moeite om anders tegen dit onderwerp aan te kijken, aldus de expertgroep. In Drenthe zijn immers dorpen zonder enige openbare verlichting. Of alleen verlichting op kruispunten, die dan ook eerder uit zou kunnen gaan. Om hoge investeringskosten tegen te gaan zou elk jaar een gebied aangepakt kunnen worden waarin de plannen ten uitvoer gebracht worden. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Op basis van het Burgerlijk wetboek is de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk voor schade wanneer de weg, inclusief de openbare verlichting, niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert. Het gaat hier om risico aansprakelijkheid. Dat wil zeggen dat de weggebruiker in geval van schade niet de schuld van de wegbeheerder aan hoeft te tonen Een onveilige toestand kan voldoende zijn voor aansprakelijkstelling bij onvoldoende verlichting. Om inhoudelijk qua maatschappelijke gevolgen, effecten en rendement op het voorstel van de expertgroep in te gaan, is het belangrijk dat men kennis heeft van onderstaande begrippen: Verlichtingsniveau Voor de verlichting wordt over het algemeen de Nederlandse Praktijk Richtlijn voor de openbare verlichting gehanteerd (EN 13201-1) dit heeft betrekking op de verlichtingsterkte en gelijkmatigheid van de verlichting op het wegdek. Politie Keurmerk Veilig Wonen Heeft betrekking op de sociale veiligheid. Verkeersveiligheid Onder verkeersveiligheid wordt een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer verstaan. De weg moet zodanig verlicht worden dat de situatie en de rijrichting te overzien is. De verkeerdeelnemers moeten het verloop van de weg en de aanwezigheid van zijwegen, kruispunten en onoverzichtelijke plaatsen kunnen waarnemen. Sociale veiligheid Speelt zich af in alle openbare en semi openbare ruimten. In een sociaal veilige omgeving kan men zich bewegen zonder gevaar van geweld en gevoel van bedreiging. Bij sociale (on)veiligheid spelen twee aspecten een rol: optredende criminaliteit en gevoelens van angst en onveiligheid. Verlichting beïnvloedt het gedrag van mensen. De expertgroep stelt voor om daar te verlichten waar het moet en minder waar dit kan. Energiezuinige LED armaturen leveren een financiële bezuiniging in de stroomkosten ten opzichte van conventionele lampen. Inclusief het dimmen levert dit ca € 7.000 (dan moeten alle armaturen zijn vervangen door LED armaturen) op. Dit levert tevens een milieuwinst op (terugdringen CO2 verdrag van Kyoto 1997).
Dit jaar wil de gemeente Bunnik met een vervangingsplan en beleidsplan komen.. Veel openbare verlichting (= OV) masten en armaturen zijn strek verouderd en dienen de komende jaren te worden vervangen. De kosten hiervan zijn reeds in de begroting verwerkt. De energiewinst wordt geraamd op € 4.000 voor 2015 oplopend tot € 10.000 in 2018 (€ 8.000 in 2017). Het beleid is erop gericht om geen verlichting in het buitengebied te plaatsen, alleen binnen de bebouwde kom is verlichting i.v.m. de veiligheid noodzakelijk. Om structureel 30% taakstellend minder verlichting toe te passen, zullen er bepaalde gebieden niet meer van lichtmasten worden voorzien. Dit kan door bij geplande vervanging, geen masten terug te plaatsen. Totaal zijn er ca. 2.900 masten, er zullen dan ca. 900 masten verdwijnen. Besparing zal op de lange termijn (na > 10 jaar) naar 30 % van het totale budget kunnen oplopen. Op de korte termijn zal het effect minder zijn, aangezien het afkoppelen van één mast van het stroomnet ca. € 450 kost en dat moet weer in de investeringskosten worden meegenomen. Er zijn nog wel besparingen te vinden in het gebruik van de verlichting zoals bijv. ’s nachts uit of dimmen. Dit kan door iedere mast van besturing te voorzien. Deze besturing wordt in de toekomstige vervangingen meegenomen. Dit kan leiden tot een besparing op het stroomverbruik afhankelijk van de hoeveelheid masten die gedimd of uitgezet worden. Mogelijke extra maximale besparing bedraagt ca. € 5.000/jaar, maar vraagt wel extra investeringskosten. Ook hier geldt weer dat de terugverdientijd ca. 7 jaar is. Voorgesteld wordt om: - Of minder lichtmasten - Of ‘s nachts licht dimmen of uit. Behoefte naar de wijze van straatverlichting kan middels burgerinitiatieven worden opgepakt. Verlichting wordt geplaatst voor de verkeers- en sociale veiligheid om de leefbaarheid te kunnen waarborgen. Het op een andere wijze verlichten van de openbare ruimte zal aan de burgers moeten worden voorgelegd. In het financiële plaatje zijn de kosten van de energiewinst opgenomen. Daarnaast is een inschatting gemaakt van de mogelijke besparing van de kosten als gevolg van het terugdringen van het lichtniveau. Kanttekeningen Veiligheidsgevoel kan afnemen. Denk aan veiligheid (sommige plaatsen houden verlichting nodig)! Vraagt forse investering vooraf. Financieel 2014 Besparing/opbrengst Saldo
2015 8.000 8.000
2016 10.000 10.000
2017 15.000 15.000
Consequenties formatie
Risico’s Vermindering sociale veiligheid en verkeersveiligheid.
Voorwaarden invoering In de kadernota is van een gefaseerde uitvoering uitgegaan: vervanging van oude en afgeschreven masten en armaturen in een periode van 4 jaar.
Tijdspad
7. Thema: waar mogelijk afschaffen vergunningsplicht APV en bijzondere wetten Voorstel (inhoud, kort) Dereguleren vergunningsplicht APV en, waar mogelijk, bijzondere wetten. Onderbouwing Bekijk welke activiteiten, die op dit moment vergunningplichtig zijn in de APV, kunnen worden omgezet in een melding. En evalueer de huidige bepalingen omtrent meldingen (evenementen) om te kijken of deze voldoende gedereguleerd zijn. Het hiervoor genoemde onderzoek kan ook worden ingezet ten aanzien van bijzondere wetten als de Drank- en Horecawet, Wet op de kansspelen, Winkeltijdenwet, enz. Hiermee kan de gemeente mogelijk besparen op ambtelijke uren en publicatiekosten. Een meldingsplicht is wel noodzakelijk om inzichtelijk te houden welke activiteiten er zijn en indien noodzakelijk (in het kader van de openbare orde en veiligheid) voorwaarden te stellen. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Voor burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties betekent dit een vereenvoudigde procedure. In plaats van het indienen van een aanvraag van een vergunning of ontheffing kan men volstaan met een melding van de te organiseren activiteit. Het effect of rendement voor de gemeente Bunnik, is mede afhankelijk van welke vergunningen kunnen worden omgezet in een melding. Dit moet nader worden uitgewerkt. Het daadwerkelijke effect op de ambtelijke uren kan nu nog niet worden aangegeven. Wel kan al concreet worden overgegaan om het publiceren van aanvragen te schrappen. Dit is niet wettelijk verplicht en scheelt in de publicatiekosten. Kanttekeningen Het grootschalig dereguleren van de APV kan een effect hebben op de openbare orde en veiligheid omdat er in de praktijk bij een melding sprake is van algemene regels. Er moet kritisch worden gekeken welke activiteiten zich hier voor lenen. Tevens zorgt het voor minder inkomsten aan leges. Financieel 2014 2015 2016 Besparing/opbrengst 0 2.000 2.000 Kosten 0 Saldo 0 2.000 2.000 Die € 2.000 betreft een schatting van een besparing op kosten publicatie. Vereenvoudigde procedure voor maatschappelijke organisaties en particulieren blijft hiermee overeind. Consequenties formatie Het is op dit moment nog niet in formatie inzichtelijk wat het concreet scheelt wanneer er meer vergunningplichtige activiteiten worden omgezet naar een melding. Indien het dereguleren op grotere schaal plaatsvindt dan zal er wel een verschil plaatsvinden met betrekking tot de huidige inzet van formatie omdat de tijdsbesteding voor de afhandeling van een melding relatief weinig is vergeleken bij een procedure voor een vergunning/ontheffing.
Risico’s - Geen rechtsbescherming (indienen van bezwaren) voor belanghebbenden. - Minder mogelijkheden om te sturen vanuit de gemeente. - Er kan een verschuiving plaatsvinden ten aanzien van ambtelijke inzet door een toename van klachten/verzoeken om handhaving bij het concreet dereguleren van vergunningplichtige activiteiten.
Op kosten publicatie bespaar je geld.
Ingekomen aanvragen voor een vergunning/ ontheffing mogen gepubliceerd worden. Dit is geen wettelijke plicht en kan dus worden afgeschaft. Het is mogelijk wel minder dienstverlenend/klantvriendelijk, maar zorgt wel voor een kostenbesparing in ambtelijke inzet. Op dit moment zorgt het publiceren van aanvragen voor een vergunning/ontheffing er in de praktijk voor dat er vooraf vaak een reactie/zienswijze wordt gegeven, welke wordt meegenomen ten aanzien van de besluitvorming. Dit is een grote tijdsinvestering terwijl de klant gewoon ook de mogelijkheid heeft om na de besluitvorming ook bezwaar te maken. Dit is dus feitelijk een dubbel proces.
Voorwaarden invoering Vergunning/ontheffingstelsels omzetten in een meldingsplicht of wijzigen in algemene regels: Dit zorgt voor een aanpassing van de APV en het huidige Evenementenbeleid Bunnik 2008.
Tijdspad 6 maanden tot een jaar.
Formulieren hierop aanpassen.
8. Thema : overdragen onderhoud groen aan wijken Voorstel (inhoud, kort) De expertgroep stelt voor het onderhoud van het groen over te dragen aan actieve wijken. De gemeente regisseert nog wel de groenvoorziening, maar voert deze alleen uit bij groenplaatsen die niet toe te wijzen zijn aan wijken (bijvoorbeeld stukken groen rond wegen enz.). In de toekomst kan bespaard worden op de uitgaven van het groen. Onderbouwing In dit voorstel wordt uitgegaan van eigen kracht in wijken/buurten en het vergroten van de harmonie. Het voorstel gaat uit van actieve burgers die met burgerkracht kunnen snoeien, maaien enzovoorts, dit in het verlengde van de bomenactie. Ook burgers kunnen en willen vaak best stukken groen onderhouden (mits ze niet opgezadeld worden met keurslijf van regeltjes). De aanbesteding kan goedkoper worden door deze samenwerking, bovendien hoeft niet al het groen er uit te zien als een voetbalveld. Samenwerken met andere gemeenten, bijvoorbeeld in het buitengebied, zou ook onderzocht moeten worden. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Grotere betrokkenheid burgers bij de wijk. Inspelen op actief burgerschap. Goede voorbeelden belonen (financieren van de buurt, door bijvoorbeeld een barbecue enz.). De expertgroep wil het uitgangspunt hanteren dat 25% van het openbare groen toe te wijzen is aan de wijken. Betrokkenheid bedrijven en burgers bij hun buurt gaat omhoog. De openbare ruimte zal aanvoelen als ruimte van hun zelf, dit zal tot minder “verrommeling” van de openbare ruimte leiden. Burgers kunnen wellicht een (eenmalige?) stimuleringssubsidie krijgen. De burger betaalt op dit moment ook belasting voor het onderhoud e.d. Participatie (= samenwerking burgers/gemeente) moet gestimuleerd worden vanuit een positievere benadering (“beloning”). Wellicht kan het groenonderhoud met andere gemeenten gebundeld worden. Om hoeveel financieel voordeel het exact gaat is nu echter vooraf lastig te zeggen. Dit is afhankelijk van ”wat en hoe” en de mate waarin bewoners bereid zijn om actief in het onderhoud te participeren. Dit zal verder uitgewerkt moeten worden. Indien het onderhoud van plantsoenen etc. volledig wordt overgedragen aan alle wijk/buurtverenigingen is een besparing mogelijk van € 40.000. Uitgangspunt hierbij is dat er dan vanuit de gemeente geen personele inzet meer nodig is voor onderhoud, controle en klachtafhandeling. Voorgesteld wordt om vooralsnog uit te gaan van een bezuiniging van € 25.000. De gemeente heeft eind 2013 beleid voor participatie groenonderhoud opgesteld. Dit betekent dat burgers c.q. wijkverenigingen zich kunnen aanmelden om een stuk openbaar groen te onderhouden voor de gemeente. Dit beleid is heel laagdrempelig en bevat weinig regels en voorschriften hoe het groen onderhouden moet worden. Dit sluit dus goed aan op dit voorstel. Door de mogelijkheid van participatie groenonderhoud actief onder de aandacht te brengen kan naar verwachting meer groen in beheer en onderhoud worden overgedragen dan nu het geval is. Kanttekeningen - Bestaand contract met BIGA zal herzien moeten worden. - Er moet gewaakt worden voor verloedering en eventuele sociale onveiligheid door bijvoorbeeld bossage. - Financieren van de buurt (als beloning) zal wel door accountant moeten worden goedgekeurd.
Financieel 2014 Besparing/opbrengst Kosten Saldo
2015 25.000
2016 25.000
25.000
25.000
Consequenties formatie Indien al het onderhoud wordt overgedragen leidt dit tot een afname van de formatie van 0,3 fte.
Risico’s Als gedwongen dan mogelijk tegendraads. Oplossing voor dit risico: start met positieve campagne “wij richten onze eigen buurt in”.
Voorwaarden invoering De burgers / buurten / wijken moeten actief benaderd worden. Dit kan actiematig gestart worden.
Tijdspad Vanaf 2015 dit initiatief uitwerken.
Er zal één aanspreekpunt bij de gemeente moeten zijn. Indien alles wordt overgedragen is er geen aanspreekpunt meer bij de gemeente. De burgers / buurten / wijken moeten geraadpleegd worden welke stukken openbaar groen in aanmerking kunnen komen om te worden uitgegeven, daarna campagne starten dat dit in beheer kan worden uitgegeven.
9. Thema: herinrichten speelterreinen Voorstel (inhoud, kort) 1. De expertgroep doet het voorstel om het herinrichten van speelterreinen gezamenlijk met de buurt op te pakken. De uitvoeringskosten komen dan voor rekening van de buurt, de materiële kosten voor de gemeente. Een mogelijkheid is ook om de speelplaatsen aan de buurt over te dragen, onder vergoeding van onkosten. De gemeente voert jaarlijks inspectie uit. De expertgroep stelt voor dit stap voor stap op te pakken, onder het mom van “waar het mogelijk is: doen”! Voorstel is gebruik te maken van de “best practices” in de gemeentelijke communicatie. 2. Een rigoureuzer voorstel is dat het budget voor vervanging en onderhoud volledig wordt overgedragen naar de wijk/buurtvereniging en de wijk/buurtvereniging alles zelf regelt en er geen bemoeienis meer is van de gemeente, afgezien van jaarlijkse inspectie. Onderbouwing Dit sluit aan op de visie dat burgers meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. De expertgroep ziet dit indien mogelijk ook in een breder perspectief, het kan samengaan met meer wijkgerichte zaken. Zij reageren immers alerter op mankementen (zie ook proef 3 - Jofferengaarde). Je zou dan toe kunnen met minder controles en goedkopere plaatsing/vervanging. Het past in het plan om meer vertrouwen en taken bij de burger neer te leggen; visie lange termijn. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Er zal meer sociale cohesie komen doordat wijken dit samen actief oppakken. Door precedentwerking kan dit positief uitpakken. Als een wijk niet betrokken is, dan kan het zijn dat het organiseren bij bijvoorbeeld de wijkvereniging blijft liggen of anders totaal bij de gemeente komt te liggen. Overleg met buurtbewoners (positieve insteek) en “sponsor” vanuit de gemeente (met onderhoud door burgers). Voorstel 1 past binnen het huidige beleid van de gemeente; bewoners zorgen dat speellocaties zelf worden ingericht en de gemeente faciliteert. Dit leidt tot een besparing op de onderhouds- en toezichtkosten. Mogelijk biedt dit ruimte voor meer natuurlijke speelplaatsen. Voorstel 2 legt de verantwoordelijkheid voor onderhoud en beheer volledig bij de wijk. De gemeente levert geen personele inzet meer. Is alleen verantwoordelijk voor de uitvoering van de jaarlijkse inspectie. Van belang is dat van tevoren het budget is bepaald. Wellicht kan de wijk / buurt subsidie krijgen voor wijkverbetering. Daardoor is er minder budget van de gemeente nodig. De expertgroep stelt concreet voor om voorstel 2 in te voeren. Kanttekeningen De gemeente is wettelijk aansprakelijk voor technische onvolkomenheden aan speeltoestellen. De omwonenden kunnen zich gaan gedragen als “eigenaren”. Daarnaast zal het niet overal kunnen. Het plaatsen van grote toestellen moet vakkundig gebeuren, in verband met certificering. Voor het keuren van speeltoestellen dient men tenminste in bezit te zijn van certificaat Keurmeester speelgelegenheden en – toestellen. Het is mogelijk burgers hiervoor op te leiden De cursussen hiervoor verschillen nogal van bestaande kennis etc. Aan het keuren van speeltoestellen zit ook het verwerken van de gegevens in een rapportage + toezien dat de werkzaamheden ook werkelijk worden uitgevoerd. Na het volgen van deze cursus mag men toestellen keuren. Ten aanzien van voorstel 2 is de vraag of dit in alle wijken mogelijk is. Sommige speelplaatsen zijn al aangepast: niet allemaal hebben ze (veel) groen.
Financieel 2014 Besparing/opbrengst voorstel Kosten Saldo
2015 20.000
2016 20.000
20.000
20.000
20.000
20.000
Consequenties formatie Voorstel 1. Minder uren voor onderhoud, controle en toezicht en meer uren voor overleg met bewoners over het inrichten van speellocaties en afhandelen vragen. Voorstel 2. Geen uren meer voor onderhoud en overleg bewoners.
Risico’s
Voorwaarden invoering Op dit moment moet een beleidsmatige keuze plaatsvinden ten aanzien van het amoveren van speellocaties. Het beleid kan in 2015 gemaakt worden.
Tijdspad Geleidelijke invoering vanaf 2015 met de beoogde besparingen, dit is afhankelijk van de keuzes die dan gemaakt dienen te worden.
10. Thema: besparen op openbaar groen Voorstel (inhoud, kort) De expertgroep stelt voor de uitgaven voor onderhoud en inrichting groen taakstellend met minimaal € 5.000 te reduceren. Onderbouwing In andere gemeenten wordt grootschalig (met mogelijkheid reclame) onderhoud en inrichting openbaar groen overgelaten aan o.a. tuinbedrijven. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Onderhoud van openbaar groen op prominente plaatsen in de gemeente worden graag overgenomen door bedrijven in ruil voor reclame. Incourante locaties zullen niet overgedragen kunnen worden. Kanttekeningen De gemeente Bunnik heeft weinig prominente plaatsen, zoals rotondes. In die zin zijn er niet heel veel courante locaties die bedrijven kunnen onderhouden in ruil voor reclame. Financieel Besparing/opbrengst Kosten Saldo
2014 5.000
2015 5.000
2016 5.000
5.000
5.000
5.000
Consequenties formatie Personele inzet blijft ongewijzigd. Wel besparing op externe kosten.
Risico’s Uitvoering geven aan dit voorstel bevat weinig risico’s.
Voorwaarden invoering Goede afspraken met bedrijven maken. Duidelijk wervingstraject inzetten.
Tijdspad Invoeren 2015
11. Thema: invoeren reclame- en precariobelasting Voorstel (inhoud, kort) De expertgroep stelt voor om reclamebelasting en precariobelasting in te voeren. Onderbouwing In tegenstelling tot veel omliggende gemeenten heft de gemeente Bunnik geen parkeerbelasting, geen reclamebelasting én geen precariobelasting. Het is bekend dat in vorige bezuinigingsronde de gemeenteraad zich duidelijk uit heeft gesproken geen nieuwe belastingen in te voeren. Echter, de financiële situatie is nu anders. Voorgesteld wordt om met name de mogelijkheden voor het invoeren van reclamebelasting en precariobelasting nader te onderzoeken en vanaf 2015 tot invoering hiervan over te gaan. Omliggende gemeenten halen forse bedragen binnen (bron: begrotingen betreffende gemeenten) met genoemde belastingen. Ter illustratie zie onderstaand overzicht: Gemeente
Opbrengst parkeerbel.
Opbrengst Precario
nvt nvt € 1.798.000 € 300.000 nvt nvt
Opbrengst reclamebel. nvt nvt € 25.000 nvt € 40.000 € 500.000
Zeist Buren Nieuwegein Geldermalsen Utrechtse Heuvelrug Tiel Bunnik
nvt
nvt
nvt
€ 128.000 € 552.500 € 127.000 € 1.250.000 € 81.000 € 1.072.000
Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Een aantrekkelijke en goed functionerende binnenstad draagt bij aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat voor bewoners en bedrijven. Met de uit de reclamebelasting voortvloeiende financiële middelen kan het centrum van Bunnik, Odijk en Werkhoven als winkel- en recreatiegebied beter worden geprofileerd. De belastingdruk bij (de grote) bedrijven neemt toe. Dit zou er voor kunnen zorgen dat bedrijven zich elders gaan vestigen. Bijkomend effect van deze precarioheffing is dat deze lasten voor de maatschappijen (deels) worden doorbelast aan de eindgebruikers. Kanttekeningen Het is aan te bevelen om voor het invoeren van reclamebelasting en precariobelasting een professioneel bureau in te schakelen. Met name het onderzoek naar het aantal kabels en leidingen binnen de gemeente Bunnik die belastbaar zijn voor precariobelasting is lastig. Met sommige nutsbedrijven zijn overeenkomsten gesloten waarin zij vrijgesteld zijn van precariobelasting. Complicerende factor bij de netwerken van nutsbedrijven zijn de private afspraken die zijn gemaakt tussen gemeenten en nutsbedrijven over het liggen van de netwerken, maar ook de eventuele kosten van verleggen en kostenvergoeding voor het liggen op of in gemeentegrond. Voor de inhuur van een dergelijk bureau zal budget moeten worden gevonden (mogelijk no cure no pay?). Er bestaat de mogelijkheid dat precariobelasting landelijk wordt afgeschaft. Hier moet bij het opstellen van de meerjarige begroting wel rekening mee worden gehouden. Er is nu al gerekend met opbrengsten in 2015, het is de vraag of dit daadwerkelijk al in 2015 kan worden gerealiseerd.
Financieel Opbrengsten Kosten Saldo
2015 80.000
2016 80.000
2017 80.000
(is raming)
80.000
80.000
80.000
(is raming)
Consequenties formatie
Risico’s
Voorwaarden invoering Invoering reclamebelasting Invoering precariobelasting
Tijdspad 2015 2015
12. Thema : verkoop kleine stroken grond aan aangrenzende bewoners Voorstel (inhoud, kort) Verkoop van openbaar groen dat grenst aan particulier terrein. Er zijn heel veel groenstroken die interessant kunnen zijn voor bewoners om hun tuin uit te breiden. Dat betekent een eenmalige opbrengst door verkoop grond en jaarlijks een verlaging van het onderhoud. Onderbouwing Het betreft hier het verplaatsen van openbare ruimte naar de burger op onderdelen waar de gemeente nu onderhoud op heeft, maar niet veel mee kan. Het is te beschouwen als een efficiencyslag. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Voor dit project zal de gemeente een onderhandse aanbestedingsprocedure doorlopen om een bureau te selecteren die deze werkzaamheden voor ons gaat uitvoeren. De gemeente heeft in een voorfase een offerte opgevraagd om deze werkzaamheden uit te laten voeren en de kosten bedroegen 48% van de opbrengsten. Gelet op de relatief hoge kosten is besloten om meerdere offertes op te vragen. De totale projectkosten zijn dus nog niet bekend, maar uitgegaan kan worden dat 48% van de opbrengsten het maximumbedrag is. De te verwachten opbrengsten werden geraamd tussen de € 235.000 en de € 335.00 en dit gaat alleen over de ingepikte stukken groen. Nog niet meegenomen is de verkoop van grond die niet is ingepikt. Alles bij elkaar is een opbrengst van € 340.000 reëel. Dit is inclusief de opbrengsten van grond die niet is ingepikt. Daarnaast bespaart de gemeente op onderhoudskosten van deze gronden. De gemiddelde beheerskosten per vierkante meter grond liggen rond de € 1,20. Kanttekeningen Wat te doen met onderdelen die tussen deze stroken niet verkocht worden (kantelenvorming). Het groene karakter van de gemeente Bunnik (kan) minder worden door de verkoop van openbaar groen. Financieel Besparing/opbrengst Kosten
2014 0 130.000
2015 170.000 + OZB 0
2016 170.000 + OZB
Saldo
-/-130.000
+ 170.000
+ 170.000
Consequenties formatie De gemeente is op dit moment bezig om te starten met een project om ingepikte stukken gemeentegrond eenmalig te koop aan te bieden en daarnaast actief niet ingepikte stroken snippergroen te koop aan te bieden met een gereduceerd tarief. Hiervoor hebben wij alle rest groenstroken die grenzen aan particulier eigendom opnieuw geïnventariseerd en aangegeven of die grond verkocht kan worden. Op korte termijn zal dat nieuwe groenbeleid in het college liggen ter besluitvorming. Alle werkzaamheden rondom de verkoop van de (ingepikte) gronden worden uitbesteed (door middel van een onderhandse aanbestedingsprocedure) aan een daarvoor gespecialiseerd bureau.
Risico’s Het totaal aan openbaar groen wordt minder. Het groenstructuurplan wordt wel in acht genomen, waardoor de hoofdgroen-structuur behouden blijft.
Als het project succesvol is afgerond, zullen de verzoeken om aankoop van snippergroen daarna afnemen en hoeft de gemeente minder uren beschikbaar te hebben voor deze werkzaamheden. Zowel op onderhoudskosten van de grond als op personeelskosten kan de gemeente dan bezuinigen voor deze werkzaamheden. Voorwaarden invoering Duidelijk uitgiftebeleid opstellen wanneer grond verkocht kan worden. Eenmalig gereduceerd tarief gedurende het project. Werkzaamheden laten uitvoeren door een bureau met garantie dat het project binnen 2 jaar is afgerond.
Tijdspad 2 jaar
13. Thema: verkoop woning Langstraat 11 in Bunnik Voorstel (inhoud, kort) De expertgroep stelt voor de woning aan de Langstraat 11 te Bunnik te verkopen of, indien verkoop niet mogelijk is, de onderhoudslasten omlaag te brengen. Onderbouwing De expertgroep acht dit een reëel voorstel omdat ze van mening is dat dit bezit geen gemeentelijk doel dient. Daarnaast vragen zij zich af of de exploitatie van dit pand wel een taak van de gemeente is. Indien het doel van deze woning bijgesteld wordt naar het huisvesten van asielzoekers dan ligt dit bijvoorbeeld anders. Dat zou dan door het Sociaal Domein nader bekeken kunnen worden. Momenteel heeft de Langstraat 11 een WOZ-waarde van € 180.000. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Er zit momenteel een huurster in met huurbescherming. Met deze huurster is afgesproken, dat zij de woning mag huren voor zolang als zij leeft. Daarna zal de woning worden verkocht. Als de woning in verhuurde staat wordt verkocht, levert dit minder op, het zal een incidentele, eenmalige baat opbrengen van maximaal € 160.000. Daarnaast vervallen de jaarlijkse lasten, maar ook de huur. Dit levert een structurele besparing op van circa € 2.700. Op dit moment wordt er al minimaal onderhoud aan de woning gepleegd. Kanttekeningen De huurder heeft huurbescherming. De huur kan alleen opgezegd bij een wanprestatie van de huurder. Indien de huurder gedwongen moet verhuizen heeft hij recht op verhuiskostenvergoeding. Verwacht wordt dat bij verkoop van het pand in verhuurde staat verkoop beduidend minder zal opbrengen (raming -/- € 20.000). Het pand behoudt zijn waarde redelijk. De verkoop betekent een eenmalige inkomstenbron. Als het pand wordt hergebruikt, bijvoorbeeld als dependance van een bibliotheek, dan leidt dit wellicht elders in de gemeentelijke begroting tot een besparing. Het pand zou in dit kader ook gebruikt kunnen worden voor bijzondere groepen als verenigingen e.d. Dit is een aandachtspunt voor het Sociaal Domein. Financieel Besparing/opbrengst Kosten Saldo
2014 p.m.
2015 2.700
2016 2.700
p.m.
2.700
2.700
Eenmalig: verkoop met huurster : € 160.000 - of verkoop zonder huurster : € 180.000 Consequenties formatie
Risico’s Eventueel toekomstig gebruik brengt risico’s met zich mee en kan beperkt worden door de grootte van de woning, die erg klein is. Indien de woning opnieuw verhuurd moet worden aan bijvoorbeeld asielzoekers dan dienen de voorzieningen in de woning wel te worden vernieuwd.
Voorwaarden invoering
Tijdspad
14. Thema: herziening grondexploitaties Herziening grondexploitaties Voorstel (inhoud, kort) De expertgroep stelt voor om de braakliggende gronden waar de gemeente eigenaar van is beschikbaar te stellen voor particuliere initiatieven om zodoende door tijdelijk gebruik van deze gronden inkomsten te kunnen genereren. De gronden die nu braakliggen kunnen mogelijk een zinvolle en financieel aantrekkelijke (tijdelijke) bestemming krijgen indien ze gebruikt kunnen worden voor particuliere initiatieven zoals moestuinen, plaatsen zonnepanelen, festivalterrein, etc. In het kader van Odijk-West zijn gronden aangekocht ten behoeve van de ontwikkeling van woningbouw inclusief aanleg infrastructuur. Tevens zijn gronden aangekocht ten behoeve van een bedrijventerrein langs de A12. Het merendeel van deze gronden is, hangende de besluitvorming ontwikkeling Odijk-West, tijdelijk verpacht of er zijn afspraken gemaakt voor voortgezet gebruik van de voormalige grondeigenaar. Op de locatie Rijneiland en locatie de Werkhof en Scholeneiland Bunnik is ook nog sprake van braakliggende gronden. Insteek bij deze gronden is dat ze zo snel mogelijk worden verkocht voor woningbouw. Deze tijdelijk beschikbaar stellen t.b.v. particulier initiatief zal niet bijdragen aan een snelle verkoop van deze locaties en zal daarmee financieel niet aantrekkelijk zijn. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de gronden van locatie ’t Burgje zo snel mogelijk via een meervoudig onderhandse aanbesteding op de markt wordt gebracht voor de ontwikkeling van circa 150 woningen. Voor de overige gronden, met uitzondering van de gronden ten behoeve van een bedrijventerrein langs de A12, is besloten om deze zo snel mogelijk te verkopen. Het vraagt nader onderzoek om na te gaan of het winstgevend is om deze gronden niet te verkopen maar beschikbaar te stellen voor particulier initiatief. Ook voor de gronden waarover nog geen definitieve besluitvorming heeft plaatsgevonden c.q. bestemming is bepaald is het waard om nader te onderzoeken of particuliere initiatieven financieel meer opleveren dan het tijdelijk te verpachten. Uitgangspunt hierbij is dat de opbrengsten, die hieruit voortvloeien, de jaarlijkse rentelasten van de gronden moeten kunnen dekken Een mogelijkheid is om hiertoe een oproep te plaatsen voor het indienen van particuliere initiatieven. Er is dan wel personele inzet vereist om dit te begeleiden. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Particuliere initiatieven kunnen bijdragen aan activiteiten op het terrein van educatie, cultuur, duurzaamheid, sociale cohesie etc. Kanttekeningen
Financieel Besparing/opbrengst Kosten Saldo
2014 p.m.
2015 p.m.
2016 p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Consequenties formatie
Risico’s
Voorwaarden invoering
Tijdspad
15. Thema: verdeelmodel Voorstel (inhoud, kort) Ga samen met andere nadeelgemeenten voorstellen het verdeelmodel van het gemeentefonds aan te passen en start hiervoor een lobbytraject richting het Rijk. Onderbouwing De gemeente ontvangt van het Rijk een algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Deze algemene uitkering wordt berekend op basis van verdeelmaatstaven. Het verdeelmodel van het gemeentefonds gaat deels uit van een eigen verdienmodel van gemeenten, gebaseerd op de waarde van het onroerend goed. Deze ligt in Bunnik zeer hoog. Het idee is dat vermogende eigenaren meer kunnen bijdragen in de kosten van de eigen gemeente. Het verschil met gemeenten met een lagere waarde van het onroerend goed is soms meer dan € 600 per persoon per jaar. Bij een gemiddelde gezinsgrootte dus meer dan € 1.200. Dat is meer dan het dubbele wat gezinnen aan OZB betalen. De verdeelmaatstaven van het gemeentefonds worden regelmatig herijkt. Het gaat op korte termijn dan om de verdeelmaatstaven: infrastructuur en educatie. Medio 2016 staat de herijking van de verdeelmaatstaf openbare orde en veiligheid op de rol. Vooralsnog is het Rijk niet voornemens de verdeelmaatstaf onroerende zaakbelasting (OZB) aan te passen. Lobbyen kan dit mogelijk doorbreken. Daarnaast stelt het Rijk jaarlijks de verhoging van de tarieven onroerende zaakbelastingen vast. Omdat de gemeente Bunnik al op het maximum van de tarieven onroerende zaakbelastingen zit, is het voor Bunnik niet mogelijk om extra geld uit de onroerende zaakbelastingen te genereren. Ook dit kan mogelijk door lobbyen worden doorbroken. Maatschappelijke gevolgen, effecten, rendement Het niet aanpassen van het model leidt ertoe dat Bunnik straks geen ‘algemene voorzieningen’ meer kan hebben waardoor drempels om deel te nemen aan het sociale verkeer steeds hoger worden. Dit is het omgekeerde van wat we proberen te bereiken met de WMO. Gevolg verdere verschraling van alle voorzieningen. Het aanpassen van het verdeelmodel biedt dus de mogelijkheid om dit tegen te gaan. Kanttekeningen Een dergelijke actie vereist een lange adem omdat het veel lobbywerk vergt en samen met andere gemeenten moet worden bevochten. Mogelijk kan de burgemeester dit traject starten door alle burgemeesters in Nederland op te roepen hier aan deel te nemen. Op korte termijn zal dit niet leiden tot besparingen. Financieel 2014 2015 2016 Besparing/opbrengst Kosten p.m. p.m. p.m. Saldo p.m. p.m. p.m. Het is nu niet aan te geven wat dit aan besparingen kan opleveren. Consequenties formatie Het starten van het lobbytraject zal zeker in de beginfase extra personele inzet vragen.
Risico’s Geen
Voorwaarden invoering Vertrouwen bij het college van B&W van Bunnik en overige gemeenten dat het lobbytraject succes zal hebben. Dit vraagt een goed onderbouwd voorstel van de financiële voordelen die dit kan opleveren.
Tijdspad