Opleidingswijzer 2012-2013 Verzorgende IG
Beste student, Welkom bij de opleiding tot verzorgende ig (individuele gezondheidszorg). In deze opleidingsgids vind je informatie over leren bij Zadkine en praktische informatie over: – Hoe je gaat leren. – Leeractiviteiten tijdens je opleiding. – Begeleiding en ondersteuning – Beroepen en opleidingen – Onderwijsprogrammering – Examinering. Namens alle medewerkers wens ik je veel succes met je loopbaan en veel plezier bij Zadkine. Ad de Jongh Programmamanager domein zorg.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 2 van 22
3-7-2012
Inhoud 1. Onderwijs van Zadkine: hoe ga je leren 1.1 Competentiegericht leren 1.2 Leerwegen: bbl en bol 1.3 Niveaus 1.4 Studiebelasting 1.5 Majors en minors
4 4 4 5 5 5
2. Leeractiviteiten 2.1 BPV (beroepspraktijkvorming = stage) 2.2 Praktijkgerichte projecten, opdrachten, presentaties en simulaties 2.3 Lessen 2.4 Relatief zelfstandig werken in de leertuin
6 6 6 6 6
3. Begeleiding en ondersteuning 3.1 De studieloopbaanbegeleider of mentor 3.2 Begeleiding in de beroepspraktijkvorming 3.3 N@tschool
7 7 7 8
4. Wettelijke regels
9
5. Beroepen en opleidingen 5.1 Het beroep 5.2 Toelating, intake en opleidingsduur 5.3 Kerntaken van het beroep, werkprocessen en competenties 5.4 Loopbaan en burgerschapschapseisen 5.5 Talen in jouw beroep en opleiding
10 10 10 11 12 12
6. Onderwijsprogrammering: hoe jouw opleiding in elkaar zit 6.1 Hoe het werkt 6.2 Programmering 6.3 Beoordeling tijdens je studie 6.4 Beroepspraktijkvorming (bpv) 6.5 Na je opleiding
13 13 14 15 16 17
7. Examinering 7.1 Toegang tot examens 7.2 Vormen van examinering 7.3 Examenplan 7.4 Bekendmaking uitslag examenonderdelen 7.5 Recht op herkansingen 7.6 Recht op inzage examens en beroepsmogelijkheid 7.7 Examinering bij handicaps 7.8 Vrijstelling, extraneusregeling en EVC 7.9 Bedrog en onregelmatigheden 7.10 Klachten over examens en overige informatie
18 18 18 18 20 20 20 20 20 21 21
Bijlage 1: Richtlijnen voor aangepaste examens voor studenten met een handicap
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 3 van 22
3-7-2012
1. Onderwijs van Zadkine: hoe ga je leren De visie van Zadkine op onderwijs is gebaseerd op vijf pijlers: Pijler 1. Hoofd, hart en handen: leren doe je met hoofd, hart en handen. Oftewel: leren is denken, durven en doen. Dat vormt voor Zadkine de kern van leren. Pijler 2. Talent tot leven brengen: dat is waar het bij Zadkine om draait. De studenten barsten van talenten. Pijler 3. Praktijk is de beste leermeester: bij Zadkine is de praktijk het uitgangspunt voor het leren. Pijler 4. Anytime, anyhow, anywhere: Zadkine gaat uit van de diversiteit van jongeren, in leerstijl, motivatie, tempo en mogelijkheden, wat maatwerk noodzakelijk maakt. Pijler 5. Co-makership: wij zoeken naar een balans tussen individuele leertrajecten en het gezamenlijk leren in een groep: leren van elkaar en met elkaar.
1.1 Competentiegericht leren Competentiegericht? Klinkt interessant, maar wat betekent dat eigenlijk? ‘Competent zijn’ betekent dat je in een bepaalde situatie op de juiste manier kunt handelen. Je gebruikt bewust de juiste combinatie van kennis, vaardigheden en houding. Je werkt met je hoofd, je handen en je hart. Je wordt niet automatisch competent door theorie te leren en vaardigheden te oefenen. Iemand die de verkeersregels kent en kan sturen, schakelen, gas geven en remmen is niet automatisch een goede automobilist: op de weg is elke situatie anders en daar moet je je rijgedrag op aanpassen. Je moet op het juiste moment de juiste beslissingen nemen. Dat vraagt om heel veel oefening in de praktijk. Zo is het ook met competentiegericht leren. We willen je opleiden tot een competente beroepsbeoefenaar, zodat je ook in onverwachte en nieuwe situaties weet wat je moet doen. Kennis veroudert steeds sneller en de wereld om je heen verandert voortdurend: daar moet je op kunnen inspelen. Daarom staat in het competentiegerichte onderwijs de beroepspraktijk vanaf de eerste dag centraal. Je ontwikkelt je competenties door aan beroepsgerichte opdrachten te werken.
1.2 Leerwegen: bbl en bol Zadkine biedt opleidingen in twee leerwegen aan: de bbl (beroepsbegeleidende leerweg) en de bol (beroepsopleidende leerweg). Een bbl-opleiding is een combinatie van werken en leren. Je gaat het grootste deel van de week werken, ten minste 24 klokuren en je komt op vaste tijden naar school. Je leert op deze manier het vak in de praktijk en op school krijg je theoretische ondersteuning. Bij de bol-opleiding ga je vier à vijf dagen per week naar school. Tijdens de opleiding ga je één of meerdere dagen per week of enkele keren een bepaalde periode in een bedrijf ervaring opdoen en leren (beroepspraktijkvorming), zeg maar stage lopen. Met de bolleerweg kom je in aanmerking voor studiefinanciering vanaf het moment dat je 18 jaar bent.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 4 van 22
3-7-2012
1.3 Niveaus Niveau 1: (duurt een half jaar tot een jaar) leidt op voor werk als ‘assistent’. Je voert routinematige werkzaamheden uit met een beperkte moeilijkheidsgraad. Niveau 2: (duurt twee tot drie jaar) levert ‘basisberoepsbeoefenaars’ af op vakmanschapniveau. De nadruk ligt op vakbekwaamheid op uitvoerend niveau. Je draagt een wat grotere verantwoordelijkheid – wel onder toezicht – en je moet kunnen samenwerken met collega’s. Niveau 3: (duurt twee tot drie jaar) leidt op tot ‘vakfunctionaris’. Je kunt met een niveau 3opleiding zelfstandig taken uitvoeren, collega’s begeleiden en controleren. De nadruk ligt op verbreding en verruiming van de vakbekwaamheid. Niveau 4 heeft twee soorten opleidingen: ‘middenkaderfunctionaris’ (duurt drie tot vier jaar) en ‘specialist’ (kopstudie van één tot twee jaar). Als je een opleiding op niveau 4 hebt behaald, kun je doorstromen naar het hbo.
1.4 Studiebelasting De studiebelasting van een volledige opleiding is gesteld op 1600 studiebelastinguren (SBU) per jaar. Dit betekent dat er van uitgegaan wordt dat je per jaar 1600 klokuren aan je opleiding besteed. De studiebelasting bestaat uit: bpv; begeleide lessen, practica en dergelijke; huiswerk. Als je een bol-opleiding volgt dan krijg je per jaar 935 klokuren begeleid onderwijs; in een bblopleiding is dat 330 klokuren. De studiebelastinguren zijn verplicht voor iedereen die in Nederland een mbo-opleiding volgt. Daarnaast heeft de minister bepaald dat de school een deel (20%) van de inhoud van de opleiding mag bepalen. Dat deel is ook een verplicht onderdeel van je opleiding.
1.5
Majors en minors
De opleiding van je keuze is je major. Daarnaast kun je een aanvullend keuzepakket, een zogenaamde minor volgen. De minors kleuren je opleiding verder in. Een minor kan van een andere studierichting zijn. Maar je kunt je in sommige gevallen ook specialiseren binnen je eigen vak. Zadkine leidt je zodoende breder op of stelt je in staat je te specialiseren. Op deze manier kun je jouw kansen op de arbeidsmarkt vergroten of je voorbereiden op de doorstroom naar het hbo. Deze keuzemogelijkheden zijn er nog niet in elke opleiding, bespreek je wensen altijd met je studieloopbaanbegeleider.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 5 van 22
3-7-2012
2. Leeractiviteiten Leeractiviteiten kennen verschillende vormen. Bij sommige leeractiviteiten krijg je begeleiding, bij andere niet. Zadkine biedt de volgende soorten leeractiviteiten:
2.1 BPV (beroepspraktijkvorming = stage) Tijdens de beroepspraktijkvorming of stage leer je de praktijk door mee te werken in een bedrijf of instelling. Natuurlijk begeleiden wij je hierbij. De beroepspraktijkvorming is onderdeel van je opleiding. Tijdens je opleiding informeren we je verder over de mogelijkheden van de beroepspraktijkvorming .
2.2 Praktijkgerichte projecten, opdrachten, presentaties en simulaties Je leert enorm veel van projecten, opdrachten, presentaties of simulaties die gaan over echte praktijksituaties. Daarom maken we veel gebruik van deze leeractiviteit. De opdrachten zijn zo opgesteld dat ze inspelen en verder gaan op jouw kennis en vaardigheden. Ook moet je kennis en ervaring uit verschillende ‘bronnen’ combineren om opdrachten te kunnen uitvoeren. Tot slot stimuleren we jou om bij opdrachten samen te werken met anderen. Soms begeleiden studenten met een hoger opleidingsniveau jou. Ook kunnen we je vragen studenten met een lager opleidingsniveau te helpen.
2.3 Lessen Het uitvoeren van praktische opdrachten en het werken in de beroepspraktijkvorming kun je niet zomaar. Je hebt er kennis en vaardigheden voor nodig. In je lesrooster vind je daarom theorie- en praktijklessen. Daarnaast krijg je les in taal en rekenen en werk je aan je ontwikkeling op het gebied van loopbaan en burgerschap.
2.4 Relatief zelfstandig werken in de leertuin Een deel van je tijd ben je zelfstandig (of samen met andere studenten) bezig met projecten of opdrachten. Soms doe je dat in een lesruimte, op een ander moment doe je dat in de leertuin waar je ook veel materiaal kunt vinden. In de leertuin is altijd een begeleider aanwezig om je te begeleiden en er zijn ook altijd docenten in de buurt om je te helpen als dat nodig is.
2.4.1 Huiswerk Soms krijg je huiswerk. Meestal in de vorm van lesstof die je moet bestuderen of opdrachten die je zelfstandig moet maken. Je kunt dit thuis doen, maar ook in de leertuin van je locatie.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 6 van 22
3-7-2012
3. Begeleiding en ondersteuning 3.1 De studieloopbaanbegeleider of mentor Bij de start van je studie krijg je een studieloopbaanbegeleider (slb’er) toegewezen, die je adviseert over je studie en je begeleidt in je studievoortgang. Iedere student krijgt een vaste studieloopbaanbegeleider. Als je van opleiding wisselt, kun je een andere studieloopbaanbegeleider krijgen. Bij de start van een nieuwe opleiding of een nieuwe leeractiviteit krijg je een studieadvies van je studieloopbaanbegeleider. In dit advies is nagegaan over welke eerder verworven competenties (vaardigheden) jij beschikt en welke aanpassingen en vrijstellingen je hierdoor eventueel kunt krijgen. De studieloopbaanbegeleiders volgen je op de voet en adviseren je gevraagd en ongevraagd bij de ontwikkeling van je studieloopbaan. Zij praten met je over de voortgang in je opleiding, de toekomst en over alle onderwerpen die met jouw schoolloopbaan te maken hebben. Je kunt bij hen ook terecht voor andere zaken die invloed kunnen hebben op het verloop van je studie. Wees zo verstandig van deze begeleiding gebruik te maken, ook als er eventueel problemen zijn die buiten de school liggen. Als het nodig is, verwijzen zij je door naar het Studentenplein (Zadkine Service Centrum). Zie ook: hoofdstuk 3.1 van de opleidingswijzer. De studieloopbaanbegeleider heeft een kennismakingsgesprek met jou. Ook maakt de studieloopbaanbegeleider samen met jou een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Hierin beschrijf je wat je moet doen om jouw persoonlijke leerdoelen te bereiken. Sommige opleidingen maken ook nog een PAP (Persoonlijk Activiteiten Plan). Afhankelijk van jouw behoefte en mogelijkheden kiest de studieloopbaanbegeleider voor meer of minder begeleiding. Vanaf het begin van je opleiding leg je resultaten en bewijzen van wat je kunt vast in een persoonlijk dossier: het portfolio. Het portfolio groeit met je mee tijdens de opleiding. Het biedt de rode draad in de persoonlijke begeleiding. Bij de meeste opleidingen houd je jouw portfolio bij in N@tschool. De studieloopbaanbegeleider voert minstens drie keer per jaar een gesprek met jou. Soms zijn er meer gesprekken nodig. De ene opleiding vraagt ook meer persoonlijke begeleiding dan de andere. Die gesprekken gaan onder andere over jouw studievoortgang en of het je lukt om je te houden aan je eigen doelen uit je POP. Naast de gesprekken heb je ook regelmatig informeel contact met je studieloopbaanbegeleider. Ga met vragen of problemen altijd eerst naar je studieloopbaanbegeleider. Als je jouw studieloopbaanbegeleider iets vraagt (zowel ‘live’ als per telefoon of mail) kun je erop rekenen dat je binnen enkele werkdagen reactie krijgt. Als je studieloopbaanbegeleider zelf niet kan helpen, verwijst deze je naar andere personen of afdelingen binnen Zadkine. Om je goed te kunnen begeleiden moet je studieloopbaanbegeleider natuurlijk wel op de hoogte zijn van hoe het met jou en je studie gaat. Daarom is het belangrijk dat zaken die van invloed (kunnen) zijn op je studie, bekend zijn bij je studieloopbaanbegeleider. Ook je ouders of verzorgers kunnen voor informatie bij de studieloopbaanbegeleider terecht. Maar als je meerderjarig bent (18 jaar of ouder) moet jij daarvoor eerst toestemming geven.
3.2 Begeleiding in de beroepspraktijkvorming Tijdens de beroepspraktijkvorming (stage) begeleidt een bpv-begeleider je vanuit school. Deze heeft contact met jou en je praktijkinstelling. In de praktijk begeleidt iemand uit het bedrijf of de instelling jou; dit is je praktijkopleider of werkbegeleider.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 7 van 22
3-7-2012
3.3 N@tschool Naast de ondersteuning van je studieloopbaanbegeleider, krijg je bij veel opleidingen ook ondersteuning via http://natschool.zadkine.nl/. Dit is een elektronische leeromgeving. Je vindt in N@tschool veel informatie over de opleiding en over lesmateriaal. Ook kun je hierin bijvoorbeeld zelf uitgewerkte opdrachten plaatsen, zodat je docent deze kan bekijken. Bovendien kun je via N@tschool communiceren met andere studenten. Inloggen Om N@tschool te kunnen gebruiken moet je inloggen met een gebruikersnaam en wachtwoord. Inloggen (thuis en op school): http://natschool.zadkine.nl/ Achtergrondinformatie over N@tschool: http://natschool.zadkine.nl Gebruikersnaam (ID-nummer) en wachtwoord krijg je van je docent. Bij de eerste keer inloggen wordt een nieuw wachtwoord gevraagd. Hulp nodig? Kijk in N@tschool bij ‘Help en tips’.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 8 van 22
3-7-2012
4. Wettelijke regels Om ervoor te zorgen dat je met een diploma en een goede kans op werk de school verlaat, zijn er wettelijk regels vastgelegd. Deze regels worden de kwalificatieplicht genoemd. Je bent een voortijdig schoolverlater als je stopt met een opleiding zonder een startkwalificatie te hebben behaald. Dat is ten minste een diploma op mbo niveau 2. Twijfel je of je wilt doorgaan met je opleiding? Neem contact op met je studieloopbaanbegeleider. Hij of zij zal alternatieven met je bespreken of je verwijzen naar een loopbaanadviseur van het studentenplein, om opnieuw een beroeps- of opleidingskeuze te maken. Let op! Als je ongeoorloofd thuis blijft of geen opleiding meer wilt volgen bij Zadkine, zijn we verplicht dit te melden aan het loket van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs). Die zal je oproepen om te bespreken wat de gevolgen zijn van je verzuim. Ook bespreek je met hen hoe en waar je alsnog een diploma kunt halen.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 9 van 22
3-7-2012
5. Beroepen en opleidingen 5.1 Het beroep Je hebt gekozen voor een opleiding tot verzorgende individuele gezondheidszorg. Daarmee leiden we je op voor een beroep waarmee je aan de slag kunt als verzorgende in de verschillende sectoren van de gezondheidszorg. Als verzorgende inventariseer je de behoeften, wensen en mogelijkheden van een zorgvrager, waarna je een zorgplan opstelt. Dit kom je ook wel tegen als begeleidingsplan, zorgleefplan of ondersteuningsplan. Je ondersteunt iemand bij persoonlijke verzorging, zoals het wasssen en binnenkrijgen van voldoende vocht en eten.Ook ondersteun je bij het huishouden en zorg je voor een fijne woon- of leefomgeving. Je stimuleert een zorgvrager zo zelfredzaam mogelijke te zijn. Als het nodig is neem je werkzaamheden over. Je geeft voorlichting en advies over bijvoorbeeld een gezonde leefstijl, veiligheid in huis en hoe je hulpmiddelen kan gebruiken. Ook geef je een zorgvrager informatie over een ziekte of handicap en de gevolgen hiervan voor de persoonlijke verzorging en de huishoudelijke zorg.Je begeleidt een zorgvrager bij emotionele en gedragsproblemen. Daarnaast begeleid je een zorgvrager op sociaal en maatschappelijk gebied. Zo begeleid je een zorgvrager bijvoorbeeld bij het omgaan met anderenen bij het vinden en gebruik maken van een dagbesteding. Je voert verpleegtechnische handelingen uit, zoals het verzorgen van een katheter of het geven van een injectie. De zorg die je verleent kan per zorgvrager en per dag verschillen. Je werkt zelfstandig, maar stemt de zorg regelmatig af met collega’s en andere disciplines zoals helpenden zorg en welzijn, verpleegkundigen, fysiotherapeuten of sociaal agogisch werkers. Je voert je activiteiten uit volgens de visie en de richtlijnen van jouw zorginstelling. Je draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorgverlening. Door bijvoorbeeld vakliteratuur te lezen en bijscholingen te volgen ontwikkel je je deskundigheid. Ook werk je nieuw collega’s in en begeleid je studenten.
5.2 Toelating, intake en opleidingsduur 5.2.1 Toelating tot de opleiding Je gaat een opleiding volgen op niveau 3. Om deze met succes te kunnen volgen moet je eerst minimaal een diploma vmbo kaderberoepsgerichte leerweg of een diploma mbo-niveau 2 behaald hebben. In sommige gevallen kan dit anders zijn. Dit bespreken we tijdens de intake.
5.2.2 Opleidingsduur Deze opleiding duurt in principe drie jaar. Het is soms mogelijk hier korter of langer over te doen. Dit hangt af van jouw inzet, maar ook van wat je al kunt en weet. Als je kunt aantonen dat je sommige competenties al hebt behaald (bijvoorbeeld in je vooropleiding of door werkervaring) dan kun je de opleiding in kortere tijd doen. In het examenplan (zie: hoofdstuk 7.3) is beschreven hoe je moet bewijzen wat je al kunt. In hoofdstuk 7 van deze opleidingsgids gaan we hier verder op in. Zo nodig kun je je studieloopbaanbegeleider vragen om je hierbij te helpen.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 10 van 22
3-7-2012
5.3 Kerntaken van het beroep, werkprocessen en competenties Het Kenniscentrum Calibris heeft beschreven wat de belangrijkste taken zijn voor het beroep waarvoor wij je opleiden. We noemen deze kerntaken. In de opleiding zijn dat er twee, namelijk: Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. Kerntaak 2: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. De kerntaak kunnen we in kleinere taken verdelen, dan hebben we het over werkprocessen. Om de werkprocessen goed te kunnen uitvoeren heb je een geheel aan kennis, vaardigheden en houding nodig. We zeggen dan dat je competent bent of over de juiste competenties beschikt. Een competentie is het vermogen om in een beroepssituatie te weten wat er gedaan moet worden en dat op een goede manier en met goed resultaat te doen. Hieronder staat een schema waarin we aangegeven welke kerntaken en werkprocessen er zijn. Dit geeft een goed beeld van waar jouw opleiding zich op richt. Ook de examens richten zich op deze kerntaken en werkprocessen en op de competenties die je nodig hebt om die werkprocessen te kunnen uitvoeren. Het is dus een belangrijk schema.
Kerntaak 1. Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning
Werkproces 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit. 1.4 Voert partusassistentie uit. 1.5 Begeleidt een zorgvrager. 1.6 Begeleidt een groep zorgvragers. 1.7 Ondersteunt bij wonen en huishouden. 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie. 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties. 1.10 Stemt de zorgverlening af. 1.11 Evalueert de zorgverlening.
2.
2.1
Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken.
2.2 2.3
verzorgende ig crebo 94830
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Geeft werkbegeleiding.
Pagina 11 van 22
3-7-2012
5.4 Loopbaan en burgerschapschapseisen Je opleiding richt zich niet alleen op het goed kunnen functioneren in een beroep. Je moet als volwassen burger ook in de maatschappij kunnen functioneren. Behalve aan de beroepseisen moet je daarom ook aan loopbaan- en burgerschapseisen (LB) voldoen: de eigen loopbaan sturen, vitaal burgerschap, politieke keuzes maken, kritisch consument zijn, enzovoorts. De LB-eisen zijn officieel onderdeel van je opleiding en worden dus ook geëxamineerd. Wat betreft je loopbaan gaat het erom dat je de juiste keuzes maakt voor je opleiding. Ook moet je de passende vervolgstappen kunnen maken om die keuzes te realiseren. Als student moet je inzicht krijgen en hebben in de kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven die bij jou horen. Maar ook is het nodig dat je je kunt oriënteren op de arbeidsmarkt en dat je inziet welke mogelijkheden er op de arbeidsmarkt voor jou zijn. Zo moet je in staat zijn om je eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven te vergelijken met de gevraagde waarden en kwaliteiten van verschillende soorten werk. Ook moet je zicht krijgen op de mogelijke doorstroomtrajecten in het mbo of in het vervolgonderwijs (hbo). Daarnaast is het van belang dat je de ondersteuningsmogelijkheden kent die hierbij nodig zijn. Daarom komen de volgende elementen tijdens de lessen voor loopbaan aan bod: – capaciteitenreflectie: welke capaciteiten zijn van belang voor je loopbaan? – motievenreflectie: welke wensen en waarden zijn van belang voor je loopbaan? – werkexploratie: wat moet je weten over de inhoud van je werk en veranderingen in je loopbaan? – loopbaansturing: hoe plan je je loopbaan en hoe beïnvloed je jouw leer- en werkproces? – netwerken: hoe bouw je contacten op en onderhoud je ze op de arbeidsmarkt? Wat betreft burgerschap zijn er vier onderdelen waar je als student en als burger mee te maken krijgt: – het politiek-juridische onderdeel; – het economische onderdeel; – het sociaal-maatschappelijke onderdeel; – het onderdeel vitaal burgerschap. Voor het voldoen aan de LB-kwalificatie ‘Student stuurt de eigen loopbaan’ kan ook Next Step worden ingezet zie ook hoofdstuk 6.5.
5.5 Talen in jouw beroep en opleiding Om je beroep goed uit te kunnen oefenen, besteden we aandacht aan de Nederlandse taal en, afhankelijk van je opleiding, de Engelse taal. Dit verwerken we zoveel mogelijk in de beroepsopdrachten. In hoofdstuk 7 komen wij hierop terug en verwijzen daar ook naar de landelijk geldende eisen op het gebied van Nederlands en Engels. Rekenen in jouw beroep en opleiding Ook moet je als beroepsbeoefenaar beschikken over voldoende rekenvaardigheid. Daarom besteden we in je opleiding hier ook aandacht aan. Ook dit verwerken we zoveel mogelijk in de beroepsopdrachten. In hoofdstuk 7 komen wij hierop terug en verwijzen daar ook naar de landelijk geldende eisen op het gebied van rekenen.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 12 van 22
3-7-2012
6. Onderwijsprogrammering: hoe jouw opleiding in elkaar zit 6.1 Hoe het werkt In de vorige hoofdstukken heb je al veel informatie gekregen over hoe het onderwijs bij Zadkine is georganiseerd. En op welke manier jij gaat leren bij ons. Dit onderwijssysteem is overal binnen Zadkine op hoofdlijnen hetzelfde. Zo kunnen we al onze studenten goede kwaliteit bieden. In de volgende paragrafen vind je een overzicht van leeractiviteiten per leerjaar. En binnen een leerjaar per periode van tien weken. Dit overzicht richt zich op de gemiddelde student. Als je dit programma aanhoudt, doe je precies de geplande tijd (drie jaar) over jouw opleiding. Op deze leeractiviteiten heb je recht. Wordt er iets niet aangeboden, trek dan aan de bel. Dan proberen we het zo goed en zo snel mogelijk op te lossen. Natuurlijk kunnen er redenen zijn om in jouw specifieke geval bewust van de programmering af te wijken en • sneller of langzamer te gaan, of • andere leeractiviteiten in de programmering op te nemen, of • leeractiviteiten te schrappen. Dit bespreek je met je studieloopbaanbegeleider en samen met je studieloopbaanbegeleider stel je een persoonlijk opleidingsplan (POP) op dat meer of minder afwijkt van het basisprogramma, zoals in dit hoofdstuk staat omschreven. In de programmering tref je verschillende soorten leeractiviteiten aan. Hierbij is steeds het aantal lesuren vermeld. We geven bij de planning ook aan welke uren wij begeleiden en welke uren onbegeleid zijn. De onbegeleide uren kun je in het open leercentrum (OLC) doen, maar soms ook thuis. De programmering richt zich op studenten die in het begin van het schooljaar starten met hun opleiding. Als je later in het jaar start, dan is de programmering uiteraard verschoven. In jouw POP tref je altijd de programmering aan die voor jou geldt.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 13 van 22
3-7-2012
6.2 Programmering Rode draad Fasering opleidng Verzorgende periode blok1.1 blok1.2 blok1.3 blok 1.4 onderdelen Ned 1 1 1 Engels 1 1 1 Rekenen 1 1 1 ICT 0,5 LLB 1 1 1 TCR Leertuin Intro LP 1 Leren 1 Intro LP 2 Samenwerken 1 Kompas Beroepsbeeld, Opleidingsbeeld, professionaliseren 3 SLB StudieLoopbaan begeleiding 2 2 2 Bp 1.1 Gegevens verzamelen Verzamelen en rapporteren 0,5 bvp Vergelijken van gegevens 1 Bp 1.2 Beginnen met zorg Maken en uitvoeren van handelingsplan 2 bpv zorgdragen voor mobiliteit 1 Samenstellen weekmenu 1 Verzamelen en rapporteren 1 Verzorgen van schone en leefbare omgeving 1 Rapporteren van gegeven zorg 1 bp 1.3 Planmatig Zorgverlenen I Maken van 2 zorgplannen 3 bpv Vragen van feedback aan anderen 3 Bp 1.4 Uitvoeren van huishoudelijke taken Zorg voor 3 zorgvragers bij zelfredzaamheid bij wonen en 3 bpv Evaluatie van de geboden zorg 3 Interview over wonen en huishouden door mantelzorger 2 Bp 1.5 Ondersteunen bij basisbehoeften Ondersteunen bij basisbehoeften 3 5 4 bpv Monitoren vitale functies 2 4 3 basisbehoeften in andere culturen 2 Zorgcategorie Geriatrie 3 bpv stage BPV 1 32 uren per week 25 23 25 32 inhoud fase 1 Algemene vakken
periode blok 2.1 blok 2.2 blok 2.3 blok 2.4 inhoud fase 2 Algemene vakken
Bp 1.2 Beginnen met zorg
SLB Bp 2.1 Vaardig in Verpleegtechniek
Bp 2.2 Omgaan met lastige situaties
Bp 1.1 Gegevens verzamelen bp 2.3 Planmatig Zorgverlenen 2 bp 1.3 Planmatig Zorgverlenen I
Bp 2.4 Uitvoeren van verpleegtechnische Bp 1.5 Ondersteunen bij basis vaardigheden
Bp 1.4 Uitvoeren van huishoud Bp 2.5 begeleiden van een woongroep
onderdelen Ned Engels Rekenen LLB TCR Leertuin StudieLoopbaan begeleiding Voorlichting gevaarlijke situaties Observeren verpleegtechnische handelingen Wetgeving Uitvoeren verpleegtechnische handelingen Uitvoeren Branchegerichte verpleegtechnische handelingen Onderzoek naar dwang en drang Handelen bij calamiteiten Meldingsprocedure fouten en ongevallen Beperkte communicatie Grensoverschrijdend gedrag Afnemen en bijstellen anamnese Opstellen/bijstellen zorgplan Uitvoering vealuatie van zorg
1 1 1 1
1 1 1 1
2
2
Onderzoek relevante wetgeving Casuistiek met toepassing verpleegtechnische handelingen Uitvoering Verpleegtechnische handelingen Uitvoeren Branchegerichte verpleegtechnische handelingen Geven van Voorlichting en advies aan derden Uitvoeren Branchegerichte verpleegtechnische handelingen bij een onverwachte situatie Sociale netwerkkaart met plan van aanpak gesprek met mantelzorger of naaste Profiel sociogram en groepsactiviteit Begeleiding bij het gebruik van hulpverleningsinstanties
bpv
bpv
bpv
bpv
bpv
bpv
bpv
bpv
bpv
bpv
Bp 2.6 Omgaan met grensoverschrijdend gedrag
Observeren van grensoverschrijdend gedrag Onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag Casus van grensoverschrijdend gedrag
bpv
bpv
Bp 2.7 begeleiden bij verandering pijn en verliesverwerking
Pijnbegeleiding begeleidding bij verandering en verliesverwerking
bpv
bpv
Zorgcategorie
Chronisch zieken Verstandelijkgehandicapten/Psychiatrie BPV uren per week
stage
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 14 van 22
3
9
4 1 11
32 32
32 32
3-7-2012
periode blok 3.1 blok 3.2 blok 3.3 blok 3.4 inhoud fase 3 Algemene vakken
onderdelen Ned Engels Rekenen LLB TCR Leertuin StudieLoopbaan begeleiding
SLB Bp 3.1 Verdiepen in een branche
1 1 1 1
1 1 1 1
2
2 bpv
bpv
Bp 3.2 Professionaliseren
bpv
bpv
bp 3.3 Participeren in kwaliteit van zorg
bpv
bpv
Zorgcategorie
Kraam
stage
BPV uren per week
3 1 10
32 32
1 7
32 32
6.3 Beoordeling tijdens je studie Tijdens je opleiding beoordelen wij je regelmatig. Soms doen we dat om te kijken hoe ver je staat in je leerproces (beoordelen om te leren) en soms om te kijken in hoeverre je beschikt over de vereiste competenties (beoordelen om te beslissen). Bij beoordelen gaat het om het uitspreken van een beoordeling: je doet het goed, maar het kan wellicht nog beter. Je talenten en kwaliteiten maken we in een beoordeling als het ware zichtbaar. Bij het beoordelen van je leeractiviteiten gaan we uit van de volgende stelregels: • Jij bent als student zelf actief betrokken bij de beoordeling. Je bent verantwoordelijk voor het aandragen van ‘bewijslast’, je laat zien ’dat je het kunt en dat je weet waarom’. • Ook de (beroeps)praktijk is actief betrokken bij het beoordelen. • Meerdere mensen beoordelen je vanuit verschillende invalshoeken: een beoordeling is nooit afhankelijk van één beoordelaar of examinator. Zadkine maakt een onderscheid tussen: Beoordelen om te leren Bij beoordelen om te leren gaat het over alle activiteiten die jou informatie geven over je eigen leerproces. Beoordelen om te leren is ontwikkelingsgericht. De centrale vraag is hoe ver je bent gevorderd in je leerproces. Beoordelen om te leren heet: formatief toetsen. Beoordelen om te beslissen Bij het beoordelen om te beslissen gaat het om de vraag of je beroepsbekwaam (=competent) bent. Wij beoordelen of je voldoet aan de diploma-eisen. Beoordelen om te beslissen heet: summatief toetsen. Omdat we dit onderscheid zo belangrijk vinden, werken we beide vormen van beoordelen in de volgende paragrafen verder uit.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 15 van 22
3-7-2012
6.4 Beroepspraktijkvorming (bpv) De beroepspraktijkvorming (zoals de stage of werk tegenwoordig wordt genoemd) is een belangrijk onderdeel van alle beroepsopleidingen, omdat je daar werkprocessen in het echt leert beheersen. De bol-opleidingen bestaan voor minimaal 20 procent en maximaal 59,9 procent uit beroepspraktijkvorming. De bbl-opleidingen bestaan voor minimaal 60 procent en maximaal 80 procent uit beroepspraktijkvorming. Tijdens de beroepspraktijkvorming leer je het bedrijfsleven in al zijn aspecten kennen en kun je kennis en vaardigheden in praktijk brengen. Dat doe je door normaal deel te nemen aan het arbeidsproces. Je kunt alleen een diploma halen als je een voldoende hebt gehaald voor de beroepspraktijkvorming. Voorbereiding Voordat je aan de beroepspraktijkvorming begint, bereiden we je hierop voor. We leren je wat er van je wordt verwacht in een bedrijf, maar ook wat jij mag verwachten. Voor de beroepspraktijkvorming moet je solliciteren bij een bedrijf. We leren je om dat zo goed mogelijk te doen. Erkend leerbedrijf De werkgever bij wie je in dienst bent of stage loopt, moet een erkend leerbedrijf zijn voor jouw opleiding (crebo). Een bedrijf is erkend als het als leerbedrijf ingeschreven staat bij het kenniscentrum van jouw opleiding en aan de eisen van dit kenniscentrum voldoet. Erkende leerbedrijven zijn terug te vinden op de website van het kenniscentrum. In jouw geval betekent dit dat je kunt kijken op de website van Calibris of het bedrijf erkend is voor jouw opleiding (crebo). Als je een werkgever vindt die nog niet erkend is, moet je dit bij de school melden. Wij kunnen je werkgever vertellen hoe hij deze erkenning kan aanvragen bij het kenniscentrum. Praktijkovereenkomst Aan het begin van je beroepspraktijkvorming (bol) of dienstverband (bbl) sluit je een praktijkovereenkomst (POK) met de school en de werkgever. Hierin staan de rechten en de plichten van de school, het stagebedrijf/werkgever en de student. Ook is geregeld wat je moet doen bij problemen of conflicten. Jij, het stagebedrijf / werkgever en de teamleider van je opleiding moeten de overeenkomst ondertekenen. De ondertekende praktijkovereenkomst lever je zelf weer op school in. Als je een bbl-opleiding volgt en wij geen ondertekende overeenkomst van je hebben ontvangen, kun je niet aan de lessen, toetsen en examens deelnemen. Een bol-student moet voorafgaand aan de beroepspraktijkvorming een ondertekende praktijkovereenkomst inleveren. Begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming Tijdens de beroepspraktijkvorming word je natuurlijk ook begeleid, zowel vanuit school als binnen het bedrijf. De praktijkbegeleider vanuit school komt zo vaak bij het bpv-bedrijf op bezoek als in het (format) bpv-handboek van de opleiding is vastgelegd. De begeleider vanuit school praat dan met jou en met je praktijkopleider binnen het bedrijf. Als je stage loopt in het buitenland is de praktijkopleider in het bedrijf diegene met wie jij het meest te maken hebt. De praktijkbegeleider in Nederland houdt dan via e-mail contact met jou en de praktijkopleider. Beoordeling van de beroepspraktijkvorming De beoordeling van de beroepspraktijkvorming speelt een belangrijke rol bij het behalen van je diploma. De praktijkopleider en je praktijkbegeleider bepalen samen welke beoordeling jij verdient.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 16 van 22
3-7-2012
6.5 Na je opleiding Als je het diploma van deze opleiding hebt behaald, kun je verder studeren. Goede vervolgmogelijkheden zijn: de opleiding tot verpleegkundige, maar ook de branche-opleiding EVV (eerst verantwoordelijk verzorgende). Ook kun je www.mijnnextstep.nl gebruiken om meer over je toekomstmogelijkheden te weten. Als je hier nog wat meer over wilt weten, kun je terecht bij je studieloopbaanbegeleider.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 17 van 22
3-7-2012
7. Examinering 7.1 Toegang tot examens Als je een beroepsopleiding bij Zadkine volgt, heb je het recht om deel te nemen aan examens. Voor de toegang tot bepaalde examenonderdelen kan de eis gelden dat andere examenonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd en/of dat de voortgangsbeoordeling (zoals opgenomen in het portfolio) voldoende is. Wij laten je toe tot het kwalificerende deel als het voorgaande onderwijsprogramma voldoende is afgesloten.
7.2 Vormen van examinering Om het diploma te behalen, moet je: • aantonen dat je kerntaken en werkprocessen kunt uitvoeren op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar; • bewijzen dat je jezelf hebt ontwikkeld op het gebied van loopbaan en burgerschap (LB); • aantonen dat je taal- en rekenvaardigheid voldoende zijn; • aantonen dat je de beroepspraktijjkvorming met een voldoende hebt afgerond. Bij alle beoordelingen die je van ons krijgt, zijn meerdere mensen betrokken, ook zoveel mogelijk mensen uit het bedrijfsleven. Dit vergroot de objectiviteit van de beoordeling.
7.3 Examenplan Het gehele examen bestaat uit verschillende onderdelen. Dit is het examenplan, het heeft de vorm van een schema (zie volgende pagina’s). In dit schema zie je: • Welke examenonderdelen er zijn. • Welke vorm deze onderdelen hebben. • Welk gewicht een examenonderdeel heeft. Sommige examenonderdelen tellen zwaarder dan anderen. • In welke periode de toets in principe plaats vindt. • Waar het examen plaatsvindt. Dit kan zijn school (S), bpv-bedrijf (B) of externe exameninstelling (E). • Of er voorwaarden zijn aan examinering. Bijvoorbeeld toetsen die eerst met voldoende resultaat moeten zijn afgelegd. Het kan ook zijn dat de portfolio voldoende ontwikkeld en beoordeeld moet zijn. Examenplan opleiding tot verzorgende niveau 3 Bij examinering laat je zien dat je de kerntaken van het beroep waarvoor je bent opgeleid vakbekwaam kunt uitvoeren. Dat wil zeggen dat je laat zien dat je de bij een kerntaak behorende werkprocessen en competenties beheerst. De bij deze opleiding behorende kerntaken en werkprocessen zijn beschreven onder hoofdstuk 5.3. Het examen bestaat uit: - Een aantal theorie-examens; - Een proeve van bekwaamheid ‘verdiepen in de branche’; - Een examen verpleegkundig rekenen; - Examen Nederlands, bestaande uit de onderdelen lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren; - Examen rekenen; - Opdrachten loopbaan- en burgerschapscompetenties. In het onderstaande schema zijn de examenonderdelen gerangschikt volgens de werkprocessen voor de opleiding tot verzorgende niveau 3. Nederlands, rekenen en Engels worden bij verschillende examenvormen apart beoordeeld. Ook je portfolio voor loopbaan en burgerschap hoort bij de examinering.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 18 van 22
3-7-2012
Examenplan voor de opleiding tot verzorgende ig Naam opleiding: Crebo: Kwalificatiedossier: Cohort:
Naam examen
theorie
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging (niveau 3) Ondersteunen bij verpleeg technische handelingen (niveau 3) Ondersteunen bij huishouden en wonen (niveau 3) Zorgcategorie: kraamzorg Verpleeg kundig rekenen Meesterproef: Verdiepen in de branche
x
Werk processen 1.1., 1.2, 1.5, 1.10, 1.11
Competentie s C, D, E, F, H, J, K, M, Q, R
1
1.1, 1.2, 1.3, 1.5, 1.8, 1.10, 1.11
x
1
x
1
x
Nvt
1.1, 1.2, 1.5, 1.7, 1.10, 1.11 1.1 t/m 1.11 Nvt
x
x
praktijk
opleiding tot verzorgende ig 95530 Calibris 2011-2012 2012-2013
Kerntaak 1
x
x
1
1.1 t/m 1.11
2 2.1 t/m 2.3 Nederlands x
x Engels
x
Rekenen
x
LB
x
schriftelijk
Inkoop/ Samenwerking Nee
C, D, E, F, H, I, J, K, L, M, Q, R, T
schriftelijk
Nee
C, D, E, f, H, J, K, L, M, Q, R, t K
schriftelijk
Nee
schriftelijk
Nee
nvt
schriftelijk
Evt. Cito
C, D, E, F, H, I, J, K, L, M, Q, R, T, U, V C, K, T
schriftelijk Praktisch in de arbeidsorganis atie of Gesimuleerd Schriftelijk IE Schriftelijk IE Schriftelijk IE Mondeling Mondeling
Ja Consortium voor Beroepsonderwijs
Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Mondeling Mondeling
Deviant Deviant Deviant
Schriftelijk
APS
Lezen, Luisteren, Schrijven Spreken, Gesprekken voeren Lezen, Luisteren, Schrijven Spreken Gesprekken voeren Getallen Verhoudinge n Meten en meetkunde Verbanden
examenvorm
Periode afname
Deviant Consortium voor beroepsonderwijs
Opdrachten
Meer informatie over de planning, inhoud, organisatie, vorm van de examenonderdelen, wijze van beoordeling en gebruik van hulpmiddelen staan in de examenprogrammering die uiterlijk vier weken voor afname van het examenonderdeel bekend wordt gemaakt. Per kerntaak stellen wij een eindbeoordeling vast. Daarnaast stellen wij vast of je voldoet aan het voor deze opleiding geldende niveau voor Nederlandse taal en rekenen. Volg je een opleiding op niveau 4, dan stellen we ook vast of je voldoet aan het geldende niveau voor Engels. De inhoud van de niveaus maken we duidelijk tijdens verschillende onderwijsactiviteiten.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 19 van 22
3-7-2012
7.4 Bekendmaking uitslag examenonderdelen Binnen maximaal een maand maken wij de uitslag van een examenonderdeel bekend.
7.5 Recht op herkansingen De regeling voor herkansingen is als volgt: elk examen kan één keer herkanst worden. In bijzondere gevallen kan naar het oordeel van de examencommissie een tweede herkansing worden toegestaan. Deze tweede herkansing dient aangevraagd te worden bij de examencommissie (schriftelijk en gemotiveerd).
7.6 Recht op inzage examens en beroepsmogelijkheid Werkstukken van studenten worden, als de aard of omvang van die werkstukken dat toelaat, samen met de toets en de beoordelingscriteria minimaal zes maanden na diplomering bewaard. Binnen de eerste drie maanden van deze periode heb je recht op inzage. Je kunt bijvoorbeeld als je twijfelt over de juistheid van de beoordeling om uitleg vragen. Je vraagt dit schriftelijk via een formulier aan bij het examenbureau.
7.7 Examinering bij handicaps Als je op een of andere manier beperkt bent, waardoor je je examen op een aangepaste wijze moet afleggen, kun je bij de examencommissie om aanpassingen vragen. De daarvoor geldende mogelijkheden staan omschreven in bijlage 1.
7.8 Vrijstelling, extraneusregeling en EVC (erkenning van verworven competenties) Als je in het bezit bent van een ErvaringsCertificaat (EVC) dat is uitgegeven door een erkende EVC-aanbieder, kun je bij de examencommissie vragen om erkenning van je eerder verworven competenties. Hierdoor kun je de opleiding sneller afronden en via een aangepaste examinering eerder je diploma halen. Wil je via de extraneusregeling alsnog een diploma halen, dan rekenen wij een bedrag van 250 Euro. Ben je een kandidaat bent met een EVC-rapportage en je wilt op basis daarvan een diploma halen, dan rekenen wij ook een bedrag van 250 euro. Vrijstelling voor Nederlandse taal en rekenen is mogelijk in de volgende gevallen. 1. Als je een andere mbo-opleiding al hebt afgerond en binnen twee jaar na diplomering nogmaals examen moet doen (bijvoorbeeld bij doorstroom of overstap naar een andere mbo-opleiding). De vrijstelling geldt alleen als je een mbo-opleiding op hetzelfde of op een hoger niveau volgde en je daarvoor ten minste het eindcijfer zes hebt gehaald voor Nederlands en/ of rekenen. 2. Als je in het havo/vwo een voldoende haalde voor het examen Nederlands of de rekentoets en je binnen twee jaar na het behalen van je havo/vwo-diploma de mbo-opleiding afrondt. Vrijstelling voor Nederlands is mogelijk voor het gehele examenonderdeel maar ook voor alleen het centraal gedeelte of alleen het instellingsgedeelte.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 20 van 22
3-7-2012
7.9 Bedrog en onregelmatigheden Als je tijdens een examen in welke vorm dan ook bedrog pleegt, melden wij dit onmiddellijk bij de examencommissie. Onder bedrog en/of onregelmatigheden wordt in ieder geval verstaan: • op frauduleuze wijze verkrijgen van antwoorden; • een ander dan de kandidaat neemt deel aan het examen; • niet opvolgen van instructies van surveillanten en examinatoren; • gebruik van niet-toegestane hulpmiddelen. De examencommissie kan dan een van onderstaande maatregelen treffen: • Ongeldigheidverklaring van de uitslag van schriftelijk examen, zodat je het examen opnieuw moet doen. • Uitsluiting van (verdere) deelname aan examinering. • Ongeldig verklaren van een of meer onderdelen van het al afgelegde examen. • Bepalen dat het diploma of de certificaten slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de examencommissie aan te wijzen onderdelen. Als dat een examenonderdeel in een bedrijf of examencentrum is, vindt dit plaats bij de eerstvolgende gelegenheid.
7.10 Klachten over examens en overige informatie Zadkine heeft een klachtenprocedure, die vermeld is op de website. Als je specifieke klachten hebt over examens en je komt er niet uit met de betrokken beoordelaar, kun je die klacht indienen bij de examencommissie. Zie voor verdere stappen de Klachtenregeling op www.zadkine.nl/klachten. Als je het niet eens bent met de beslissing van de examencommissie op je schriftelijk ingediende klacht kun je in beroep bij: Beroepscommissie Deelnemers Centraal Bureau Zadkine Postbus 1480 3000 BL Rotterdam.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 21 van 22
3-7-2012
Bijlage 1: Richtlijnen voor aangepaste examens voor studenten met een handicap 1 De richtlijnen voor aangepaste examens zijn in te zien op n@tschool of volg onderstaande link: Klik hier voor de richtlijnen:
1
Daar waar handicap staat, kan indien van toepassing tevens chronische ziekte, leerstoornis of examen- en
toetsvrees worden gelezen.
verzorgende ig crebo 94830
Pagina 22 van 22
3-7-2012