Openbaar jaarverslag Ongevallen van kinderen 2013
Sinne kinderopvang Maart 2014
Inhoudsopgave Voorwoord…………………………………………………………………………………………………………….. blz. 2 Registratie van ongevallen………………………………………………………………………………………. blz. 2 Conclusie……………..….……………………………………………………………………………………………blz. 2 Bevindingen………………..….……………………………………………………………………………………. blz. 3 Ongevallen in 2013………………………………………………………………………………………………… blz. 4 Landelijke gegevens………………………………………………………………………………………………. blz.10
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina: 1.
Voorwoord Voor u ligt het openbare jaarverslag ongevallen 2013 van Sinne kinderopvang. Sinds vele jaren bieden wij professionele opvang in een vertrouwde omgeving. Kwaliteit is ons sleutelwoord. Sinne kinderopvang is een open en flexibele organisatie met een plezierige sfeer voor kinderen, ouders en medewerkers. Sinne kinderopvang biedt verschillende vormen van kinderopvang en heeft locaties in vrijwel alle wijken van de stad. Als professionele aanbieder van kinderopvang publiceert Sinne kinderopvang jaarlijks een openbaar verslag van de geregistreerde ongevallen. Het openbare jaarverslag wordt toegezonden aan de GGD en besproken met de Centrale Ouderraad (COR). In dit jaarverslag wordt een beeld gegeven van de ongevallen die in 2013 geregistreerd zijn en is beschreven op welke wijze deze ongevallen afgehandeld zijn. Allereerst is een beknopte beschrijving van de ongevallenregistratie opgenomen. Registratie van ongevallen Ongevallen waarbij een kind lichamelijk letsel oploopt, waaraan het (medisch) behandeld is, worden binnen een week door het locatiehoofd vastgelegd op het ongevallenregistratieformulier. De behandeling kan uitgevoerd zijn door een arts, een verpleegkundige, een bedrijfshulpverlener of een medewerker die de scholing “ongevallen met jonge kinderen” gevolgd heeft. Het locatiehoofd bepaalt welke maatregelen getroffen kunnen worden om herhaling in de toekomst te voorkomen. Een kopie van het ongevallenregistratieformulier gaat ter archivering naar de clustermanager. De ongevallenregistratie levert waardevolle informatie bij de risico-inventarisatie veiligheid & gezondheid, die jaarlijks op iedere locatie en bij iedere gastouder thuis uitgevoerd wordt. Ongevallen worden tijdens de risico-inventarisatie besproken en tevens in het verslag opgenomen. Daarnaast wordt er jaarlijks een organisatiebreed jaarverslag ongevallen opgesteld door de Stafmedewerker Kwaliteitsbeleid. Conclusie Het overzicht op pagina 5 laat zien dat er op 10 locaties geen ongevallen geregistreerd zijn. Het is erg aannemelijk dat dit komt doordat de focus van aandacht van pedagogisch medewerkers gelegen heeft op zaken zoals Kijk! en Uk & Puk en hierdoor het registreren van (bijna)ongevallen op de achtergrond gekomen is. Toch is het theoretisch niet aannemelijk dat er in het gehele jaar geen ongevallen plaatsgevonden hebben. Advies is dan ook dat hier opnieuw aandacht aan besteed wordt. Daarnaast is het belangrijk te vermelden dat er een forse daling in afname kinderopvang heeft plaatsgevonden in 2013 en dit ongetwijfeld meespeelt in het aantal geregistreerde ongevallen. In de aard van de ongevallen zie je geen trend van veranderingen ten opzichte van vorig jaar. Het is ook vergelijkbaar met de landelijke gegevens met betrekking tot de ongevallen kinderen in de kinderopvang bijgehouden door Stichting Consument en Veiligheid (zie pagina10). Sinne kinderopvang wijkt daarmee niet af van de landelijke cijfers.
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina: 2.
Bevindingen In 2013 zijn er op de locaties in totaal 62 (bijna) ongevallen van kinderen geregistreerd, een daling van 50% ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze ongevallen vonden plaats op 28 locaties (TSO en GOB als locatie meegerekend), en in de meeste gevallen op de dagopvang (63%). Vanuit de ongevallenregistratie blijkt dat meer jongens (58%) een ongeval hebben gehad op het dagverblijf dan meisjes (42%), dit is in lijn met voorgaande jaren en ook met de landelijke cijfers. Ook in 2013 zijn bij de meeste ongevallen kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar betrokken. Opvallend is de afname van het aantal ongevallen in de leeftijd van 0-12 jaar. In alle leeftijdscategorieën is het aantal met 50% afgenomen (in registratie), waardoor de procentuele verdeling gelijk blijft maar de relatieve aantallen dalen. Leeftijd van het kind 0 tot 2 jaar 2 tot 4 jaar 4 tot 8 jaar 8 tot 12 jaar
2013 16 23 14 9
2012 31 47 29 18
Bij de ongevallen zijn in de meeste gevallen (75%) geen andere personen (kinderen, ouders of medewerkers) betrokken. In de groepsruimte en op de buitenspeelruimte vinden de meeste (in totaal samen 79%) ongevallen plaats. Het letsel ontstaat in de meeste gevallen doordat het kind ergens vanaf valt, struikelt/uitglijdt of ergens tegenaan botst of stoot. In de meeste gevallen ontstaat letsel in de vorm van een bult, bloeduitstorting of een vergelijkbaar letsel (33%) of een open wond of schaafwond (32%), veelal aan het hoofd (60%). Deze gegevens laten op hoofdlijnen vergelijkbare tendensen zien ten opzichte van de voorgaande jaren. Tevens is er melding gemaakt over een mogelijke brandplek. Eenmaal heeft een BSO kind zich gebrand aan een lijmpistool door het aanstoten van een ander kind. Bij het gebruik van de lijmpistool zijn de maatregelen aangescherpt en wordt de omgeving vrijgehouden van spelende kinderen. De kinderen worden na het ongeval meestal door de bedrijfshulpverlener/EHBO-er (29%) of de huisarts (37%) behandeld. Met natuurlijk de opmerking dat de kinderen die door de huisarts behandeld zijn, uiteraard eerst door een EHBO-er of BHV-er gezien/behandeld zijn. Dit gegeven is niet in de telling meegenomen. In 2013 wordt in 18% van de gevallen de spoedeisende hulp bezocht, in een aantal gevallen ter controle zonder dat er daadwerkelijk een behandeling noodzakelijk is. Bij een groot aantal ongevallen (62%) is er direct contact opgenomen met de ouders van het kind, meestal door de pedagogisch medewerkers (90%). Een aantal ongevallen vond plaats tijdens de haalen/of brengmomenten, terwijl de ouders op de locatie aanwezig waren. In 29% van de ongevallen zijn er maatregelen genomen naar aanleiding van het ongeval, in de overige gevallen is er bewust voor gekozen om dit niet te doen. Enkele voorbeelden van maatregelen die naar aanleiding van een ongeval wel genomen zijn: praktische werkafspraken gemaakt met medewerkers, aanpassing van de groepsregels, plaatsing van het meubilair of het geven van andere voeding in geval van allergische reacties.
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina: 3.
Ongevallen in 2013 In 2013 zijn er op de locaties en bij de gastouders thuis in totaal 62 ongevallen van kinderen geregistreerd, een daling ten opzichte van het voorgaande jaar. Hierbij streven we naar voortdurende aandacht voor registratie van de ongevallen, wetende dat dit een aandachtspunt is en blijft.
Trendontwikkeling aantal ongevallen 140 120 100 80 60 40 20 0 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
In de volgende figuren is specifieke informatie met betrekking tot de ongevallen van kinderen in 2013 opgenomen.
Verdeling ongevallen van kinderen per opvangsoort 2010 2011 2012 2013 0
50
100
150
2013
2012
2011
2010
Tussenschoolse opvang
2
6
5
0
Buitenschoolse opvang
19
39
14
15
Dagopvang
39
78
45
31
Gastouderopvang
2
2
0
0
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina: 4.
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina: 5.
Leeftijd van het kind
Geslacht van het kind
Meisje 42% Jongen 58%
8 tot 12 jaar 15%
0 tot 2 jaar 26%
4 tot 8 jaar 23%
2 tot 4 jaar 36%
Waren er andere personen bij het ongeval betrokken? Ja 25%
Nee 75%
Waar vond het ongeval plaats?
Speellokaal/ruimte Kindertoilet/ 8% verschoonruimte 5%
trap 2%
Speelplein/buiten 32%
Slaapruimte 3%
Entree/garderobe/ gang 3% Leef-/groepsruimte 47%
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina: 6.
Hoe ontstond het letsel? gesneden of geprikt 2%
Anders: kraal in neus, allergische reactie 8% Ergens vanaf gevallen 26%
Onderling contact 10%
Bekneld geraakt 11%
Ergens door geraakt 6% Ergens tegenaan gestoten of gebotst 19%
Gestruikeld/uitgegleden/ verstapt 22%
Wat voor letsel heeft het kind opgelopen? Geen 21% Kneuzing/ bloeduitstorting 33%
ontwrichting 3% Anders (b.v. allergische reactie, hersenschudding) 6% Brandwond 2% Botbreuk 3% Open wond (ook schaafwond) 32%
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina: 7.
Aan welk lichaamsdeel heeft het kind letsel opgelopen? Arm 10%
Borst/buik 3%
Nek/hals 2%
Rug 2%
Teen/voet (incl. enkel) 8% Been (incl. heup) 2%
Hoofd 60%
Vinger/hand (incl. pols) 13%
Door wie is het kind behandeld? Niet 16% BHV-er/EHBO-er 29%
Spoedeisende hulpafdeling ziekenhuis 18%
Huisarts 37%
Is er direct contact met de ouders van het kind opgenomen?
Wie heeft er contact opgenomen met de ouders? Locatiehoofd 6%
Gastouder 4%
Nee 38%
Ja 62% Pedagogisch medewerker 90%
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina: 8.
Zijn er maatregelen genomen naar aanleiding van het ongeval?
Ja 29%
Nee 71%
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina: 9.
Landelijke gegevens De landelijke gegevens met betrekking tot de ongevallen kinderen in de kinderopvang worden bijgehouden door Stichting Consument en Veiligheid. Stichting Consument en Veiligheid beheert het Letsel Informatie Systeem (LIS 2007-2011), deze gegevens zijn via de website www.veiligheid.nl te raadplegen. Tegenwoordig zijn er ongevalscijfers bekend van de kinderopvang, dus niet alleen van privé ongevallen. Hierdoor is er een beter vergelijk te maken. In de periode 2007-2011 zijn jaarlijks gemiddeld 2.100 kinderen van 0 tot en met 12 jaar op een SEHafdeling behandeld vanwege letsel dat is opgelopen in de kinderopvang. Hierna worden de diverse vormen van kinderopvang apart uitgewerkt. Kinderdagverblijf Jaarlijks lopen 1.400 kinderen van 0 tot en met 4 jaar letsel op in een kinderdagverblijf waarvoor een SEHbehandeling noodzakelijk is. Meer jongens (58%) dan meisjes (42%) lopen letsel op in een kinderdagverblijf. Dit verschil zien we ook bij SEH-behandelingen na privéongevallen in het algemeen kinderen bij jonger dan 5 jaar. Het overgrote deel van de slachtoffers van een ongeval op het kinderdagverblijf is 1, 2 of 3 jaar oud. Peuterspeelzaal Jaarlijks worden gemiddeld 210 kinderen van 1 tot en met 4 jaar op een SEH-afdeling behandeld vanwege letsel dat is opgelopen in een peuterspeelzaal. De meeste slachtoffers zijn 3 jaar (43%), dit is niet opvallend, aangezien de meeste kinderen die een peuterspeelzaal bezoeken 3 jaar oud zijn. Twee derde van de slachtoffers zijn jongens (63%). Buitenschoolse opvang (BSO) Jaarlijks worden naar schatting 510 slachtoffers in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar op een SEHafdeling behandeld na een ongeval in de buitenschoolse opvang (BSO). Meer jongens (58%) dan meisjes (42%) lopen letsel op in de BSO, dit verschilt per leeftijd. Zeven op de tien slachtoffers is in de leeftijd van 5 tot en met 8 jaar (70%). SEH-behandelingen na een ongeval in de kinderopvang (kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, BSO) Onder de slachtoffers zijn iets meer jongens (56%) dan meisjes (44%). Melding van kinderen van Aantal SEH-behandelingen twee jaar oud zijn in de meerderheid (26%). Kinderdagverblijf (0-4 jaar) 1.400 Peuterspeelzaal (1-4 jaar) 210 meeste BSODe (4-12 jaar)kinderen hebben letsel doordat zij gevallen zijn. Vooral een val van 510de trap, . een val van een speeltoestel en een val van een zitmeubel komen relatief veel voor. Vergiftiging, verbranding en Totaal kinderopvang (0-12 jaar) 2.100 beknelling zijn ongevalsscenario’s die voorkomen. Bron: Letsel Informatie Systeem 2007-2011, Krantenknipselregistratie 1997-heden, VeiligheidNL; Letsellastmodel
Kinderen hebben vaak letsel aan het hoofd, de hals of de nek (55%). Bij de kinderen die na het ongeval worden behandeld op de SEH-afdeling betreft dit vaak een open wond (oppervlakkig letsel). Het grootste aantal ongevallen worden veroorzaakt door een val (69%). Het gehele rapport van Stichting consument en veiligheid is te vinden op www.veiligheid.nl (ongevalscijfers in de kinderopvang).
Bron: Letsel Informatie Systeem 2007-2011, Krantenknipselregistratie 1997-heden, VeiligheidNL; Letsellastmodel 2011, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum; Bevolkingsstatistiek 2007-2012, Centraal Bureau voor de Statistiek
Jaarverslag ongevallen van kinderen 2013/ definitief 12 mei 2014
Pagina:10.