4 Voor iedereen die onderneemt in Breda
Op weg naar een
universiteitsstad?
Oude merken komen tot leven Actief grondbeleid goed voor kwaliteit stad Sportevenementen op weg naar de top
april 2008
(SPFOESVLXFSLIFFGUCJKPOTFFOTUSFFQKFWPPS "MT'4$HFDFSUJ¾DFFSEESVLLFSHFCSVJLFOXJKQBQJFSEBU HFQSPEVDFFSEJTVJUCPTTFOEJFCFIFFSEXPSEFONFUSFTQFDU WPPSNFOTFONJMJFV'4$GVOHFFSUEBBSCJKBMT²USBDLJOHBOE USBDJOH³TZTUFFNEBUVJUTQSBLFOPWFSEFIFSLPNTUWBOIFU QBQJFSDPOUSPMFFSCBBSNBBLU%JUDFSUJ¾DBBU FOPPLPO[F LFVSNFSLFO*40FO*40 MBUFO[JFOEBUXJKFSBMMFT BBOEPFOPNPO[F NJMJFV QSFTUBUJFTUFWFSCFUFSFO;PHBBO XF[PSHWVMEJHPNNFUHSPOETUPGGFOFOFOFSHJF;PSHFOXF WPPSFFOPQUJNBMFWFMWFSEFMJOH.FU[PNJONPHFMJKL QBQJFSBGWBM&OOBUVVSMJKLWPPSESVLXFSLEBUWPMEPFUBBO VXWFSXBDIUJOHFO*OXFMLFLMFVSEBOPPL
;ilbb\i`a
;`^`kXXc
8FESVLLFOFMLFLMFVS[PMBOHIFUNBBSHSPFOJT
Het keurmerk voor verantwoord bosbeheer SCS-COC-001114
fek[\b_\k^iX]`jZ_cXe[jZ_Xg
1$33$46(0(16(1&203/(:(#21 +2(.$4.5,1*(/2'(8$(4621 6(15564$$6,512*<<1 .$0(4$33$4 6(0(16%(5&+,.%$$423'(%(*$1( *421'8$1+(6&203/(:0(66(44$5 $$1'($4.5,1*(/22352084,-23 1$$02
125(1&/$8('(((456()$5(8$1 92213$4.&7/3674$;,-112* 84,- 56$$1'(8,//$=56(.2230(6((1 ,1+27'8$1$)&$ 0 (10(6 4,$16(67,12235200(18$1$) 2 84,-231$$0
1,*$//(<<18$1'('4,((,/$1'(1 ,1+(69$6(44,-.(92213$4.;,-112* %,-;21'(4(((1*(;,15921,1*(16( .2230(66(44$567,1',4(&6$$1+(6 9$6(4*(/(*(12235200(184,-23 1$$02
33$46(0(16(1&203/(:(#21
"21(1,192213$4.&7/3674$25(1&/$8((,/$1'(1(1(&7/3674(1
33$46(0(16(1,1+22*.9$/,6$6,(8( 9221624(133(/0(63$4.((4*$4$*( 2235200(1884,-231$$08$1'( $33$46(0(16(123'(/$*(4*(/(*(1 8(4',(3,1*(18$1$)2 (1 23'(+2*(4*(/(*(18(4',(3,1*(1 8$1$)2
18224%(4(,',1*,1 (6(4,1*(1(1*(;,15921,1*(1(156$'5921,1*(1,1"$6(4'21.(1 "21,1*(1,14,-+$/)84,-(184,-56$$1'(921,1*(13$6,2%71*$/295,10'($(1(1
"21(1 ,1 4('$
"( 4 .(1 ,1 4('$ $1624(1%('4,-)5+$//(1(19,1.(/56(.2236(+774(1.(/(8224%((/'(1
$16224/$*(1((1 (8(4',( 3,1*$$14,15(1.$'( (4/$$* 0 6(+774
1$074275( $..(%,-56(45 (8(4' (1 (8(4' 0 6(+774
$162248,//$255,1,6(+774 8(167((/22.6(.223 !,(4/$*(1 26$$/ 0
",1.(/47,06( 0 23'( %(*$1(*421'6(+774$$1!/$5 ;$.23&(16470/2&$6,(
$1$6!(4/(*+564$$6 %('4,-)5 71,65(/. 0 .$16224 5+2942200
('4,-)5&203/(:6(.2236(+774 $$1&7564$$6 +$/ 0 (1 .$16224 0
(+774$$1,1(4870 235/$*342'7&6,( 0 (1 .$1624(1626$$/ 0
",1.(/6(+774(,*(4564$$6 ,1&(164709,1.(/0(6.$16224 0$*$;,-10
8$1356$/0$.(/$$4',-8$12356$/%('4,-)52%-(.6(14,15(1.$'( !4('$9998$12356$/*42(31/
IN DIT NUMMER
Colofon Jaargang 2, nummer 4 APRIL 2008 Breda-com is een uitgave van de Gemeente Breda en verschijnt vier keer per jaar. Het magazine wordt toegezonden aan álle bedrijven en organisaties in Breda. Hoofdredactie Ad Baijens Redactieadres Gemeente Breda Postbus 90156 4800 RH Breda telefoon (076) 529 49 95 fax (076) 529 30 61 e-mail
[email protected] internet www.breda.nl
6
10
Van oude merken…
Werk maken van academische status
Al zijn ze soms al decennialang
Nog even, en Breda mag zich universiteits
verdwenen, oude merken roepen
stad noemen: aan de NHTV én de NLDA
bij de consument vaak nog warme
wordt werk gemaakt van de academische
gevoelens op. Links en rechts worden
status. Hans Uiterwijk en generaal-majoor
ze dan ook weer tot leven gewekt.
Siem van Groningen lichten hun plannen en
Wat komt daarbij kijken? En hoe zit
ambities toe.
het met het Bredase merkenerfgoed?
Fotografie/illustratie Kees Bennema, Wessel Keizer, Marc Kolle, Hollandse Hoogte Concept en realisatie Uitgeverij voor Overheidsmedia telefoon (0161) 43 60 34 Drukwerk Koninklijke Broese & Peereboom Oplage 13.500 exemplaren Advertenties Wilt u meer weten over de mogelijkheden om te adverteren, neem dan contact op met John Brands van Uitgeverij voor Overheidsmedia, (0161) 43 60 34. Suggesties of opmerkingen? Hebt u suggesties of opmerkingen over de inhoud of over bepaalde onderwerpen in het bijzonder? Laat het ons weten per e-mail:
[email protected] Copyright Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden gereproduceerd of vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Gemeente Breda. Hoewel bij de samenstelling van dit magazine de uiterste zorgvuldigheid is betracht, kan voor eventuele onjuistheden niet worden ingestaan.
4
9 Expats
12 Breda in space 26 Milieuregels
Van Californië naar Zandberg: hoe ervaart een kosmopoli tisch Amerikaans/Roemeens gezin onze stad?
Vanuit een appartement in Breda reist internationaal ruimtevaartexpert Henk Smid de wereld rond.
Meer ruimte voor maatwerk en minder rompslomp bij het vol doen aan milieuregels, dankzij het Activiteitenbesluit.
Breda-com nr. 4
14
Grondbeleid koerst op kwaliteit
18
Evenementen op weg naar de top
24
Is Breda veiliger geworden?
Bouwgrond trekt meer investeerders
Evenementen zijn belangrijk voor het
Met een 6,9 scoort Breda ruim boven
dan ooit tevoren. Dat biedt kansen
toeristisch profiel én de economische
het landelijk gemiddelde als het gaat
voor stedelijke ontwikkeling, maar
ontwikkeling van een stad. Vooral op
om het ondernemingsklimaat. Het gevoel
maakt de uitvoering ervan óók uitermate
sportief gebied liggen kansen: in het
van veiligheid is daarbij al sterker toege
complex. Met een actief grondbeleid –
kielzog van Breda Hippique, de Singelloop
nomen dan het doel dat voor volgend
zélf grond verwerven – wil de gemeente
en de ParaGames timmert Breda ook met
jaar is gesteld.
grip houden op kwaliteit.
tennis en hockey aan de weg.
En verder 17 Abderrahim Dihi vindt gat in de markt 20 Hazeldonk krijgt glasvezelnetwerk 20 Groene daken rukken op 20 Alle bestemmingsplannen digitaal beschikbaar
30 65-plus …en nog steeds aan het werk: drie oudere werknemers over waarom ze ervoor kiezen door te werken.
21 Beursvloer voor maatschappelijk ondernemen 21 Winkelcentra en bedrijventerreinen werken aan veiligheid 22 Zorgeconomie: wat wil de klant eigenlijk? 22 Ondernemers en gemeente stimuleren fietsgebruik 22 Speeddaten op creatieve marktplaats 29 Parels in het Bredase winkelaanbod: La Bohème
april 2008
5
ECONOMIE
Oude merken,
nieuwe kansen
De boontjes van HAK zijn helemaal terug, wie mobiel wil bellen kan dat weer met Ben. Quick is opnieuw een hip merk en Breda Bier is na veertig jaar afwezigheid niet aan te slepen in de schappen van Bredase Albert Heijn-filialen. Het lijkt erop dat oud ‘in’ is, als er maar een goede marketingstrategie achter zit.
6
Breda-com nr. 4
I
eder merk heeft zijn eigen verhaal. En dus zullen bij oudere Bredanaars allerlei herin neringen boven komen bij het horen van namen als Kwatta, Etna, 3 Hoefijzers, Nibb-it, Loda, Teolin of A.K.E.T. Stuk voor stuk mar kante merken die ooit deze stad als thuisbasis hadden. Nu zijn ze verdwenen, of opgegaan in andere bedrijven. Maar er is hoop, want vergeten merken zijn op de weg terug. Neem Ben: blijkbaar denken ze bij T-Mobile dat deze merknaam genoeg bij de consument losmaakt om hem van zijn stoflaag te ontdoen. “Ik ga er vanuit dat T-Mobile zich maar moeilijk toegang tot de goedkope markt kon verschaffen, zoals Telfort en Simyo. Dan kun je twee dingen doen: een nieuw merk lanceren of teruggrij pen op een naam die nog grote bekendheid
april 2008
geniet”, zegt merkendeskundige Alef de Jong van adviesbureau Brand Capital. En bekendheid hebben oude merken vaak nog in overvloed, blijkt uit onderzoeken van bureau Trendbox. En dat niet alleen, bijna de helft van de Nederlanders zou daadwerkelijk een bus Vim of een reep Kwatta kopen als het kon. “Als zulke merken nog zo veel waarde hebben, is het zonde om er niets mee te doen”, zegt Trendbox-directeur Goos Eilander. “Royco is ook zo’n voorbeeld. Dat staat ergens voor. Ik zou als fabrikant onderzoeken of daar geen rendement meer uit te halen is.” Kostenbesparing Tot zijn vreugde constateert Eilander dat veel bedrijven dat tegenwoordig ook doen.
“Portfolio’s worden nauwlettend nagelopen om te kijken welke merken gereactiveerd kun nen worden. Veel merken zijn ooit verdwenen uit kostenbesparing. Neem Unilever, dat van 1600 merken terugging naar 400 en later zelfs naar 200. Natuurlijk is dat goedkoper, maar achter ieder merk staat een consument. En die wil je niet verliezen.” Zo bekeken is niet alleen het uit de handel nemen van een merk soms een slechte zet, ook het veranderen van een naam kan al ver keerd uitpakken. Eilander: “Op de zakken van Smiths staat sinds enkele jaren Lay’s. Een internationaal aangedreven operatie, die tot gevolg had dat het marktaandeel de eerste tijd met een derde terugliep. Mensen dachten met smart terug aan hun eerste zakje, met
7
ECONOMIE
een apart zoutzakje dat je over je chips moest uitstrooien. Die emotie schuilt achter Smiths, niet achter Lay’s.” Regionale iconen “De hang naar nostalgie en authenticiteit is momenteel een duidelijke trend”, zegt Diane Nijs, lector Imagineering aan de NHTV. “Door de globalisering is er meer van hetzelfde. Overal zie je een C&A of H&M. Mensen zoe ken aparte dingen, waar ze hun identiteit aan kunnen ontlenen. Vooral nationale of regiona le iconen, zoals Breda Bier, zijn dan erg inte ressant. Als je Breda Bier drinkt, zeg je nogal wat. Je bent van hier en wilt ook de smaak van hier. Een merk is soms heel geschikt om dat uit te drukken.” Het succes van Breda Bier heeft zelfs de ver
“Mensen zoeken aparte dingen, waar ze hun identiteit aan kunnen ontlenen.” wachtingen van fabrikant InBev overtroffen. Meer dan een kwart miljoen blikken en fles sen gingen in 2007 bij de Bredase Albert Heijnfilialen langs de kassa. Dat een gedeelte van de opbrengst naar de Grote Kerk ging, zal daar zeker aan hebben bijgedragen. “Dat spreekt de Bredanaar natuurlijk aan, net als het feit dat het bier de naam van zijn stad draagt”, zegt woordvoerder Ronald Panis. Door het succes is Breda Bier ook in 2008 nog verkrijgbaar. Aan het eind van het jaar beslist InBev over een mogelijk verder vervolg. Volgens Alef de Jong geldt voor HAK eigenlijk hetzelfde verhaal, maar dan vanwege de nationale betekenis. “Veel mensen zijn met die groenten opgegroeid en grijpen er daarom op terug. HAK speelt het handig door ook de oude stijl van adverteren uit de kast te halen. Zelfs Martine Bijl is weer terug. Niemand proeft het verschil tussen boontjes van HAK of van een huismerk. Maar het gevoel dat erbij hoort, bepaalt vaak de keuze.”
8
Stapje terug Hoewel iets minder recent, is ook Quick terug van weggeweest. Het Nederlandse sportkle dingmerk ging in 1992 failliet, maar werd in 2001 ‘heropgericht’. En liep de laatste periode voor de teloorgang niemand meer met Quick, tegenwoordig mag je er mee gezien worden. “Dat betekent niet dat het een vergissing was om het van de markt te halen”, zegt De Jong. “Als de winst van een merk terugloopt, moet je er meer geld insteken of een stapje terug doen. In dit geval is het goed geweest het later te herintroduceren. Onbedoeld kan het goed uitpakken een merk tijdelijk van de markt te halen, maar dat kun je van tevoren nooit voorspellen. Als er geen retrotrend was geweest, had Quick minder kans gehad.” Het simpelweg terugbrengen van een merk, volstaat echter niet. Volgens Nijs kan het pas een succes worden als daar een specifieke beleving omheen wordt gecreëerd. “Je moet je eigen identiteit analyseren en de interessan te aspecten uitkristalliseren. Dus wie waren de pioniers van een merk, hoe is het ooit gestart? Welke passie zat daarachter? Dat kan in de plaats zitten, zoals bij Breda Bier, maar ook in iets anders.” Spannend verhaal Nijs: “Een merk als Kwatta zou best kans maken, als het zich maar weet te onderschei den van bijvoorbeeld Côte d’Or. Sterke mer ken hebben een spannend verhaal. De oude Kwattafabriek stond in Breda, maar in dit geval zou ik me niet daarop richten. Veel mensen denken bij Kwatta terug aan hun jeugd, aan de tijd dat het leven nog mooi was. Daar zit een interessant aanknopings punt.” De Jong denkt dat er genoeg merken in aanmerking komen voor herintroductie. “De vraag is altijd wie het aandurft. Zo ben ik heel benieuwd of Buckler nog eens op de Nederlandse markt komt. Misschien als Youp van ’t Hek minder populair wordt of een misser begaat. Dat kan een ideaal moment zijn. Misschien zit de fabrikant daar ook wel op te wachten.”
Ook authentieke producten zijn weer helemaal ‘in’ De retrotrend doet niet alleen oude mer ken herleven, ook authentieke producten zijn weer in opkomst. Bredanaar Cees Akkermans richtte acht jaar geleden Copa Classic op, dat zich specialiseerde in ver koop van oude modellen voetbalshirts. “Grote merken begonnen met de heruitgave van oude tenues. Ik zag dat en ben ook in die markt gestapt. Copa Classic is meer een cultmerk. We bieden shirts en jacks die Puma of Adidas niet snel zullen produ ceren.” Concreet betekent het dat Copa Classic bijvoorbeeld geen retroshirt van Ajax of Feyenoord heeft, maar wel van de oude DDR en Suriname. Ook een shirt van NAC, uit de jaren zeventig, behoort tot de collec tie. Inmiddels is het bedrijf van Akkermans flink gegroeid. “In bijna alle landen van Europa hebben we verkooppunten en internetshops. We werken met drie mensen op ons kantoor aan de Oude Vest en twee logistiek medewerkers in België. De produc tie is uitbesteed.” Volgens Akkermans is de hang naar vroe ger meer dan een modegril. “Van Quick dachten veel mensen dat het merk slechts even zou opbloeien. Maar je ziet het succes ook in andere branches, zoals auto’s en meubels. Overal is vraag naar authentieke dingen.”
Breda-com nr. 4
BEDRIJF EXPATSEN INLOCATIE BREDA
“Nederland beleef je Kosmopoliet
vaak vanaf de snelweg” bij uitstek
Ontwikkelingen rondom snelwegen
Roemeens/Amerikaans gezin strijkt neer in Breda
Snelweg en bebouwing een onAlleen dat Nederlandse weer hè,hebben dat valt niet mee als je vanuit het zonnige
weerstaanbare aantrekkingskracht elkaar. Californië naar Nederland verhuist. Maar verder op voelen expats Peter Eble, Ann
Merchant hun drie kinderen Nicolas, Yvonne en Francis Deels en onvermijdelijk, maar daardoor ligt zich in Breda prima thuis.
risico van verrommelend landschap ehet hebben al heel wat van een de wereld gezien. Integreren Na een lang verblijf in Münchenop verhuisde streek het gezin in Breda neer. Hoe zijn de wel voortdurend de loer.Afgelopen In eennajaar groene het gezin in 2000 naar Thousand Oaks in eerste indrukken? “Afgezien van wat bureaucratische scherwaar het goed toeven is, zoalszonder Breda, Californië.stad Daar ging de Amerikaanse Merchant aan
mutselingen meer goed! Ann was al eens in Breda de slag als financieel directeur op het hoofdkantoor van
geweest, en was gecharmeerd is het zaak zoiets te voorkomen. Maar hoe? van het historische centrum en biotech-multinational Amgen. Toen zij het aanbod kreeg
het kleinschalige karakter van de stad. En inderdaad: het is hier Stoppen met bouwen is geen oplossing, om vice-president te worden van het European Logistic prima toeven. De mensen zijn zeer behulpzaam, en ook de kinCenter van Amgen in Breda, hoefde het gezin daar niet deren hebben hun draai inmiddels gevonden. Ze bezoeken de denkt Rijksadviseur voor de Infrastructuur lang over na te denken, vertelt de geboren Roemeen Eble. Montessorischool hier in de buurt: een goede manier om de taal Brouwer. Zorgvuldig ontwerpen wél. “Als kunstenaar –Jan ik maak abstracte schilderijen – ben ik snel op te pikken en andere kinderen te leren kennen. En onze
Z
niet gebonden aan een bepaalde locatie. Bovendien wilden we weer in een stedelijke omgeving wonen, in Californië woonden we redelijk afgelegen.”
april 2008
oudste zoon Nicolas voetbalt bij VV Baronie, eveneens een uitstekende manier om snel te integreren. Vooralsnog hebben we dan ook geen spijt van onze keuze voor Nederland.”
9
ONDERWIJS
NLDA en NHTV mikken op wo-accreditaties
Breda, universiteitsstad
Met de introductie van de bachelor-masterstructuur zijn hogescholen en universiteiten elkaar voorzichtig genaderd. Maar nog steeds wordt er onderscheid gemaakt tussen praktijkgericht hoger beroepsonder wijs en de wetenschappelijk georiënteerde universiteiten. Zowel de NLDA als de NHTV richt het vizier nu op de universitaire status. Wat komt daar zoal bij kijken?
Z
o op het eerste gezicht lijken het vogels van zéér verschillende pluimage. De NHTV internationale hogeschool Breda profileert zich als een ‘internationale themahogeschool’, met groeiende aandacht voor vrijetijdsweten schap, belevingsonderzoek en digitaal enter tainment. Aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA, voorheen de KMA) volgen cadetten en adelborsten een opleiding die uit zicht biedt op de hoogste officiersrangen bij land- of luchtmacht, marechaussee of marine. Wat ze echter gemeen hebben, is dat ze beide een bijzondere, unieke niche in de Nederlandse kennis- en onderwijswereld vormen. Bovendien hebben ze beide de ambitie om vanuit die positie door te stoten naar universitair niveau.
Kennisontwikkeling Generaal-majoor (én meester in de rechten) Siem van Groningen – in 1974 zelf als cadet in Breda begonnen – onderstreept dat de NLDA geen ‘gewoon’ opleidingsinstituut is. “De offi ciersopleiding kent drie pijlers. Om te beginnen uiteraard militaire vorming, met onderricht in de militaire praktijk. Persoonlijke ontwikkeling vormt een ander wezenlijk element binnen de opleiding, een officier moet straks immers leiderschap kunnen tonen. En een derde pijler is kennisontwikkeling. Dat vindt plaats aan de Faculteit Militaire Wetenschappen.” Militair onderzoek Het onderwijs en onderzoek aan deze faculteit
is verdeeld over Breda en Den Helder. “Je kunt denken aan technische studierichtingen, waarin militaire systemen en technologie centraal staan. De voortdurend veranderende inrichting van de militaire organisatie bestuderen we binnen de militaire bedrijfswetenschappen. Daarnaast maakt ook een vak als militaire ethiek onderdeel uit van het curriculum”, licht Van Groningen toe. Een opleiding als ‘krijgs wetenschap’ komt niet voor in het onderwijs-
Bachelor en master Alle Nederlandse universiteiten en hogescholen han teren inmiddels de bachelor-masteropzet. Er zijn in Nederland twee varianten van de bacheloropleiding: een vierjarige hbo-opleiding en een driejarige wobachelor. In principe kunnen alle bachelors doorstro men naar een één- of tweejarige masteropleiding. Universitaire masters worden door het Rijk bekostigd, hbo-masters – enkele uitzonderingen daargelaten – niet. Ruim negentig procent van alle universitaire bachelors studeert door voor een mastergraad, van de hbo-bachelors doet ongeveer een derde dit.
Aan de Nederlandse Defensie Academie volgen cadetten en adelborsten een opleiding die uitzicht biedt op de hoogste officiersrangen bij land- of luchtmacht, marechaussee of marine.
10
Breda-com nr. 4
Maintenance Valley
De klassieke tweedeling ‘praktische hogeschool’ en ‘theoretische universiteit’ vervaagt. Aan hogescholen wordt in de vorm van lectoraten steeds meer onder zoek verricht, en universiteiten werken nauw samen met het bedrijfsleven. Zeker voor de komende jaren ziet generaal-majoor Van Groningen op dat vlak grote kansen. “Zuidwest-Nederland profileert zich nadruk kelijk als een Europees ‘center of excellence’ rond het onderhoud, de revisie en de reparatie van vliegtuigen. Dit onderwerp – samengevat: maintenance – zou volgens mij uitstekend binnen de Faculteit Militaire Wetenschappen gepositioneerd kunnen worden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een hoogleraar die zich exclusief richt op zowel militaire als civiele main tenance. Met de kennis die daaruit voortvloeit kan vervolgens zowel defensie als het bedrijfsleven zijn voordeel doen.”
ik nog niet noemen - in een vergevorderd stadium om in 2009 de wetenschappelijke opleiding toerisme in de markt te zetten. En onlangs heeft zich een derde universiteit bij ons gemeld voor samenwerking.” Doorstroming Samenwerking met andere universiteiten is ook voor de NLDA een belangrijk aankno pingspunt. “We hebben voor één van de vijf bacheloropleidingen, Civiele Techniek, inmid dels een universitaire accreditatie verkregen”, zegt Van Groningen. “Dit mede dankzij samenwerking met de Universiteit Twente; onze studenten volgen hun colleges deels in Breda, deels in Enschede. Ook zijn er afspra ken waardoor onze bachelorstudenten naar bepaalde éénjarige masteropleidingen kunnen doorstromen aan de universiteiten van Tilburg, Delft, Utrecht, Groningen of aan de Open Universiteit.”
aanbod van reguliere universiteiten. Maar de NLDA doet volop onderzoek naar onder meer militaire geschiedenis, crisisbeheersing, inter nationale vredesoperaties en strategievraag stukken. Academische traditie Dat het wetenschappelijke gehalte van een instituut gestimuleerd wordt als je inhoudelijk een heel apart kennisveld bedient, blijkt ook aan de NHTV. Net als de NLDA kent de NHTV een wetenschappelijke traditie: de hogeschool komt voort uit het Nederlands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme. En die academische traditie is nog voelbaar, ook nu het aandachts veld zich heeft verbreed met thema’s als verkeer, planologie, facility management en imagineering. Bestuursvoorzitter Hans Uijterwijk: “In de lectoraten wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar het snijvlak van wetenschappelijke theorie en beroepspraktijk. Daarnaast hebben we verschillende docenten die aan academische instituten verbonden zijn als hoogleraar of onderzoeker.”
april 2008
Vrijetijdswetenschappen Eén van de universiteiten waar nauwe banden mee bestaan, is de Universiteit van Tilburg. Dat is op dit moment de thuisbasis van de wetenschappelijke bacheloropleiding Vrijetijdswetenschappen. “Die opleiding ver huist per 1 september 2009 naar Breda”, zegt Uijterwijk. “Daarmee beschikken we sneller dan verwacht over een universitaire opleiding, want we mikten op 2012. Maar alles loopt voorspoedig. Inmiddels zijn we ook met een andere gevestigde universiteit – namen kan
Eigen master De ambitie van de NLDA reikt echter verder, zegt Van Groningen. “Op termijn willen we indien mogelijk zélf een masteropleiding aan bieden in de militair-operationele wetenschap pen.” Eerste stap is echter het behalen van universitaire accreditatie voor de overige vier bacheloropleidingen. Van Groningen verwacht dat het in 2009 zover is. “Momenteel moeten we vooral op het gebied van administratieve en organisatorische processen de puntjes op de i zetten. Maar het academische niveau van onderwijs en onderzoek aan de NLDA is volgens ons prima in orde.”
11
MIDDEN IN DE SAMENLEVING
12
Breda-com nr. 4
BIJZONDER IN BREDA
Bredase ‘space consultant’ adviseert bedrijfsleven op gebied van ruimtevaart
Met paard en wagen naar de maan Niets aan de buitenkant van het appartement in het centrum van Breda doet vermoeden dat hier een over de hele wereld gevraagde ‘space consultant ’ woont. Al dertig jaar runt Henk Smid het ruimtevaartadviesbureau ribs Space Consultancy & Insurance.
‘T
hat’s one small step for man, a giant leap for mankind.’ De maanlanding in 1969 maakt grote indruk op de jonge Henk Smid; een levenslange fascinatie voor ruimtevaart is geboren. “In technologisch opzicht zijn we met paard en wagen naar de maan gereisd. Het horloge dat ik nu draag bevat méér rekenvermogen dan de Apollo -11 destijds. Dat gegeven boeit mij nog steeds enorm.” Groeikansen In die tijd leest Smid alles wat maar iets met ruimtevaart te maken heeft. Eind jaren zeventig richt hij het Ruimtevaart Informatie Bureau Smid (ribs) op. “De belangstelling voor ruimtevaart groeide destijds ook in Nederland gestaag: in die jaren ontstond de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, en het Nederlandse bedrijfsleven wilde daar maar al te graag een graantje van meepikken. Het ministerie van Economische Zaken vroeg mij om advies: waar liggen groeikansen, en hoe spelen we daar op in? Uiteindelijk ben ik jarenlang lid geweest van de Interdepartementale Commissie Ruimtevaart: een uitstekende positie om kennis te vergaren en een netwerk op te bouwen.” Kwaliteitscyclus Anno 2008 adviseert Smid als ‘space consultant’ bedrijven die in de ruimtevaart werkzaam zijn of dat van plan zijn. “De ruimtevaart stelt
april 2008
extreem hoge eisen aan materiaal. Simpel voorbeeld: bouten en moeren die hier op aarde geschikt zijn, kunnen niet zomaar in een raket verwerkt worden. Bedrijven die bijvoorbeeld willen leveren aan raket- en satellietbouwers, vragen mij daarom als onafhankelijke deskundige hun kwaliteitscyclus grondig door te lichten. Dat is gezien de astronomische bedragen die in de ruimtevaart omgaan overigens ook van belang voor verzekeraars. Zonder onafhankelijk kwaliteitskeurmerk zouden de premies voor een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering onbetaalbaar worden.” Politiek in de ruimte Nederland spreekt een aardig woordje mee als het gaat om hoogwaardige ruimtevaarttechnologie, vervolgt Smid. “Zo zit hier vlakbij, in Heerle, het bedrijf Bradford Engineering. Zij fabriceren zogenoemde ‘glove boxes’: afge sloten, steriele kasten waarin proeven kunnen worden gedaan. Inmiddels worden deze glove boxes onder meer gebruikt in het internationale ruimtestation ISS. Verder lopen onze technische universiteiten voorop als het gaat om ruimtevaartkennis.” Ook in andere landen gebeurt enorm veel, vertelt Smid. “We denken bij ruimtevaart al snel aan de NASA, maar er zijn veel meer landen die zich actief bezighouden met ruimtevaart. Neem Zuid-Korea: dat land ontwikkelt op grote schaal raketten en satellieten. Ook Iran timmert flink aan de weg, en onlangs heb ik zelfs lezingen verzorgd aan
de Sharif Technische Universiteit in Teheran. De islamitische geloofsovertuiging staat verzekeren namelijk niet toe. Ik ga in op de vraag hoe een moslimstaat als Iran de immense financiële risico’s tóch kan afdekken.” Inmiddels is Smid samen met twee collega’s bezig aan een boek over opkomende ruimtevaartnaties. “Daarbij kun je, naast Zuid-Korea en Iran, ook denken aan landen als India en Brazilië. Naast alle technische aspecten is ook de politieke dimensie die daarbij komt kijken razend interessant.” Tonnen brandstof Staan er over dertig jaar mensen op Mars? Smid heeft er een hard hoofd in. “Vanwege de extreem hoge kosten is daar uiteindelijk onvoldoende draagvlak voor. In wetenschappelijk opzicht levert het bovendien te weinig op, het zijn toch vooral prestigeprojecten. Laten we ons nu eerst eens concentreren op écht belangrijke zaken. Het ontsnappen uit de aardse zwaartekracht bijvoorbeeld: een lancering verslindt energie, elke meter de lucht in kost tónnen brandstof. Dat maakt ruimtevaart nu nog extreem duur, en dáár valt dus enorme winst te behalen. Weten we dat proces efficiënter te maken, dan kunnen we ruimtevaart bedrijven die wetenschappelijk relevant is én praktisch nut heeft. Voor het bedrijfsleven ligt daar een mooie uitdaging.”
13
GRONDBELEID
Grond is hot. De prijzen van ruwe bouwgrond zijn de afgelopen jaren omhoog geschoten; projectontwikkelaars en beleggers investeren steeds meer in een ‘grondportefeuille’. Dat betekent dat bij de ontwikkeling van nieuwbouw- of herontwikkelingslocaties ook steeds meer partijen betrokken zijn. Hoe zorg je ervoor dat die toegenomen complexiteit niet ten koste van de kwaliteit gaat?
Grip op grondontwikkeling
I
n Breda is dat een hoogst actuele vraag, vindt wethouder Marja Heerkens. “De bevol king groeit, we trekken veel bedrijven aan, er staan grote uitbreidingen voor de deur én er staat een grootscheepse herontwikkeling van het stationsgebied op stapel. Er gebeurt zó veel en er liggen nog zó veel kansen.” Er is Heerkens veel aan gelegen dit proces in goede banen te leiden. “Als een gebied ontwikkeld wordt, moet het niet alleen over aantallen huizen gaan, we willen ook voldoende ruimte voor groen en water, goede maatschappelijke voorzieningen zoals multifunctionele accom modaties of een zorgkruispunt, we hebben ruimte voor bedrijven nodig… Eigenlijk wil je dat in zo’n plan álle beleidsdoelstellingen aan bod komen.” Actief grondbeleid Het aangewezen instrument om grip op ont wikkelingen te houden, is het grondbeleid.
14
Traditioneel stellen gemeentelijke grondbedrij ven zich op dat vlak als het even kan actief op. Dat wil zeggen: ze schaffen zélf grond aan, maken die bouwrijp, en verkopen de grond vervolgens aan de projectontwikkelaar. Daarbij kunnen afspraken worden gemaakt over bij voorbeeld aantallen woningen, percentages huur- en koopwoningen en andere zaken die de gemeente belangrijk vindt. Ook kunnen in de verkoopprijs kosten verrekend worden die de gemeente maakt om terrein bouwrijp te maken en infrastructuur aan te leggen. Maar een actief grondbeleid is de afgelopen jaren wel steeds minder vanzelfsprekend geworden. Uit een onderzoek van het Ruimte lijk Planbureau (RPB) bleek vorig jaar dat gemeenten bij de ontwikkeling van locaties steeds afhankelijker worden van marktpartijen. De afgelopen tien jaar hebben projectontwik kelaars, beleggers, bouwers en woningcorpora
Breda-com nr. 4
ties zich massaal op de grondmarkt gestort, waardoor de prijs van ruwe bouwgrond enorm is opgedreven. Het RPB adviseerde gemeenten om meer gebruik te maken van faciliterend grondbeleid, waarbij de gemeente via bestem mingsplannen en exploitatieovereenkomsten met grondeigenaren invloed kan uitoefenen op de locatieontwikkeling. Net als veel andere gemeenten staat Breda in zekere zin dus op een kruispunt: overschakelen op een terughou dender opstelling, of doorgaan met een actief grondbeleid?
Kwaliteit van de stad gebaat bij actief grondbeleid
Meer sturen Tot voor kort was die keuze volgens George de Kam, bijzonder hoogleraar Maatschappelijk ondernemen met grond en locaties aan de Radboud Universiteit Nijmegen, een ongelijke strijd. “Faciliterend grondbeleid bood minder mogelijkheden voor sturing. Maar deze zomer wordt de nieuwe grondexploitatiewet van
kracht waarmee de gemeente meer kan sturen op kwaliteit, óók als grond in handen van marktpartijen is.” Daarmee heeft de gemeente een instrument in handen om voldoende per celen te bestemmen voor bijvoorbeeld sociale woningbouw of particulier opdrachtgever schap. Een echte verbetering, concludeert De Kam. “Maar actief grondbeleid blijft de makke lijkste manier om zulke kwaliteitsdoelstellingen te bereiken.” Dat is ook de mening van wethouder Heerkens: “Onderling zakendoen is nu eenmaal makkelij ker als je in de privaatrechtelijke sfeer afspraken kunt maken, dan wanneer je iets via wettelijke procedures en maatregelen of op basis van vrij willige medewerking moet zien te bereiken.” Toch kan Heerkens zich goed voorstellen dat de afweging tussen actief en faciliterend grondbeleid per gemeente anders gemaakt wordt. “Een gemeente waar het inwoners-
Hoe kijkt de markt tegen de keuzes van de Gemeente Breda aan?
Wim Scheffers, projectontwikkelaar AM Wonen
Josée Pijnenburg, Bouwfonds MAB Ontwikkeling
“Actief grondbeleid lijkt mij een heel verstandige keuze. Al wil ik dat wel nuanceren: dat hoeft niet altijd te betekenen dat de gemeente ook alle betrokken grond in eigendom moet hebben. Maar een gemeente moet actief, sturend bezig zijn, vooral en zeker bij complexe binnenstedelijke opgaves. Als je verstandig te werk gaat, kan het zin hebben voor de gemeente om daarbij grond aan te schaffen. Maar dat hoeft niet altijd. Neem de ontwikkeling van de Drie Hoefijzers: dat is een volledig private ontwikkeling, waarbij we wel in ongeveer een jaar tijd samen met de gemeente een Masterplan en een raamovereenkomst hebben gesloten over hoe je dat in de omge ving inpast. De realisatie daarvan levert soms wel weer haken en ogen op. De hou ding van de gemeente zal ook in die gevallen actief en sturend moeten zijn – samen met serieuze marktpartijen ontwikkelingen in gang zetten.”
“Ik snap heel goed dat de gemeente deze keuze maakt. Breda staat daar ook niet alleen in. Een gemeente heeft op deze manier nu eenmaal meer sturing. Je kunt beïnvloeden welke partijen betrokken raken bij een ontwikkeling, en ervoor zorgen dat alle doelgroepen in je volkshuisvestingsbeleid aan bod komen. Een logische keuze dus. Zolang de gemeente tegelijkertijd erkent dat een goede samenwerking met marktpartijen de sleutel tot succes is. Want de gemeente zal lang niet altijd alle grond in handen kunnen krijgen. Soms is de financiering van gronden voor ons makkelijker, en dan loont het zich om samen op te trekken, bijvoorbeeld via een PPS-constructie. En ontwikkelen en uitvoeren ís uiteindelijk onze specialiteit. Ieder zijn vak!”
april 2008
15
GRONDBELEID
ontkom je niet aan. En het RPB waarschuwt voor het risico dat je de ruimtelijke ontwikke ling vervolgens laat leiden door de grond die je in je bezit hebt, en niet door wat objectief de beste oplossing is.” Dat is een terechte waar schuwing, vindt De Kam. “Maar ik denk niet dat dit risico zo zwaar weegt dat je om die reden geen actief grondbeleid zou moeten voeren.” Temeer daar de gemeente vrijwel nooit alle betrokken grond in handen zal kun nen krijgen. “Een gemeente moet dus steeds met andere grondbezitters optrekken, en daar rolt eigenlijk altijd wel een samenwerking uit. Maar feit is dat een gemeente die grond bezit, een steviger onderhandelingspositie bezit.” aantal terugloopt of waar geen ruimte voor grootschalige uitbreiding is, zal minder behoef te hebben aan actief grondbeleid.” Eigenlijk erkent de Gemeente Breda zelf in een zojuist vastgestelde grondnota óók dat actief grond beleid niet overal nodig is. In gebieden waar veel ontwikkelingen op stapel staan, kiest de gemeente voor (pro)actief beleid; elders (in de zogenoemde consolidatiegebieden) kondigt de nota vooral een faciliterende opstelling aan. Risico’s George de Kam kan zich bij die keuze wel iets voorstellen. “Op zich zijn de voordelen van actief grondbeleid óók van toepassing op con solidatiegebieden. Maar daar zijn de risico’s en onzekerheden wel groter. In uitbreidingsgebie den kun je in een vrij vroeg stadium en tegen relatief lage prijzen grond aanschaffen.” Toch is bij actief grondbeleid zorgvuldigheid geboden, benadrukt De Kam. “Het is per definitie minder transparant dan faciliterend grondbeleid. Daar
16
Investeren in kwaliteit Actief grondbeleid heeft nog een, niet te ver waarlozen voordeel: het kan de gemeente winst opleveren. Zolang dat geld weer in de kwaliteit van de wijk zelf wordt gestoken, heeft De Kam daar geen probleem mee. “Sommigen vinden dit een oneigenlijke manier om aan inkomsten te komen. Maar als er lokaal geld verdiend wordt aan gebiedsontwikkeling, mag de gemeente daar best een redelijk deel van meenemen. Je kunt zulke winst onder meer gebruiken om de prijs van bepaalde kavels laag te houden en zo een aandeel sociale woning bouw veilig te stellen.” Volgens Heerkens moet je de omvang van die winsten niet overschat ten. “De prijzen van grond zijn de afgelopen jaren zo gestegen, dat de tijd van de grote win sten nu wel voorbij is. Maar als je met het grondbedrijf geld kunt verdienen waarmee je vervolgens de kwaliteit van een gebied kunt verbeteren, moet je dat doen. Want kwaliteit staat in ons grondbeleid voorop.”
Proactief grondbeleid In de grondnota kondigt de gemeente aan in bepaalde gebieden ook proactief grond beleid te gaan voeren. Dat wil zeggen dat er, wanneer dat ver standig is, ook grond wordt aan gekocht in gebieden waar nog géén ontwikkelingsplannen voor zijn. “Dat wil niet zeggen dat we daarmee altijd een voorschot op toekomstige plannen nemen”, zegt wethouder Heerkens. “Het kan ook zijn dat die grond later weer verkocht wordt, of nodig is als verplaatsingslocatie bij ont wikkelingen elders in de stad.”
Breda-com nr. 4
EN DETAIL
Abderrahim Dihi vindt met Arabische
gelegenheidskleding gat in de markt
Marrakech aan de Singels
Het idee werd geboren toen Abderrahim Dihi (26) met een marktkoopman stond te praten die veel stoffen aan Marokkaanse vrouwen verkoopt: een winkel met traditionele Arabische vrouwenkleding. Hij was al langer op zoek naar een product waarvan de vraag het aanbod ruimschoots oversteeg. “Ik had weinig verstand van mode, maar heb me goed ingelezen. En ik kreeg al snel het idee dat er veel behoefte was aan een dergelijke winkel in deze regio.” Wie een feestelijke takchita, een mooie jabador of een djellaba zoekt, hoeft sinds enkele maanden dan ook niet meer naar Rotterdam of Brussel af te reizen. Boutique Amira staat gewoon aan de Bredase singels, in de Teteringenstraat. Hoewel traditioneel, heeft de kleding van Dihi veel invloeden uit het westen. “Niet alles is meer bedekkend. We hebben ook jurken met een split of decolleté. Ik denk dat de helft van de collectie strikt aan de normen van de islam voldoet.” Klanten van Boutique Amira kunnen ook kleding huren (bijvoorbeeld voor een bruiloft of voor het offerfeest) of speciaal iets laten maken. Voor dat laatste heeft Dihi een eigen naaiatelier achter zijn winkel.
april 2008
17
SPORTEVENEMENTEN
Nieuwe sportevenementen belangrijke bouwsteen in citymarketing
Op weg naar de top
Breda kent een aantal grote sportevenementen. Naast onder meer Breda Hippique, de Singelloop, ParaGames Breda en Breda Future, hebben we sinds dit jaar ook de Easter Friendly Hockey Games Breda. En wie weet ligt er met de komst van de Bavelse Berg nog meer in het verschiet. Hoe belangrijk zijn zulke evenementen voor de stad?
Goed voor het imago van de stad en goed voor de inwoners. Mathé Bögels, voorzitter van Breda Hippique, laat er geen misverstand over bestaan: grote sportevenementen hebben een belangrijke meerwaarde voor Breda. “Sport doet iets met mensen. Daarom vind ik het ook zo goed dat de Easter Hockey Games dit jaar zijn opgezet. We hebben in de stad een aantal clubs die op hoog niveau spelen, dan is het leuk als er ook een topevenement wordt georganiseerd. Het Nederlands dameshockeyteam komt, dus het spreekt zeker aan.” Profileren De directeur van Holland Casino Breda vindt dat de stad zich best wat meer mag profileren als sportstad. Zeker het aanbod van topsport bleef lange tijd ver achter bij andere steden. “De laatste jaren zien we gelukkig wat meer. Het is niet altijd noodzakelijk om gelijk het beste van het beste naar Breda te halen, maar
18
topniveau voegt wel iets toe. Breda Hippique herbergt niet in alle disciplines de top, maar in de vierspan wel. Mensen genieten daarvan. De Singelloop is top- en breedtesport ineen: het publiek doet mee én bewondert ook interna tionale lopers. En Breda Future is extra interes sant, omdat er tennissers aan meedoen die op weg zijn naar de top.” Toernooidirecteur Ariën de Haan van Breda Future bevestigt dat. “We hebben jarenlang in Breda een nationaal ranglijsttoernooi gehad. Dat was prima, maar Breda Future is wel van een andere orde. Vorig jaar verwelkomden we spelers uit Ecuador, Argentinië en Zuid-Afrika; tennissers die bij de beste 500 van de wereld horen en willen doorstromen naar de top honderd. Aan dit soort toernooien doen jonge spelers mee die de komende jaren alleen nog maar beter en bekender worden. Leuk voor de toeschouwers en stimulerend voor onze eigen leden.”
Breda-com nr. 4
ZORG EN WELZIJN
Aantrekkelijk aanbod De Haan is ervan overtuigd dat de stad baat heeft bij dergelijke evenementen. “De Gemeente Breda vindt het belangrijk om men sen naar de stad te trekken. Ze is gebaat bij een aantrekkelijk aanbod van cultuur en sport. Wat dat betreft vind ik dat de gemeente een nog actievere rol mag spelen. We werken wel nauw samen met de VVV. We krijgen een bij drage uit hun evenementenfonds.”
VVV-directrice Marlice Dreessen noemt het logisch dat (sport)evenementen een bijdrage krijgen. “Die bestaat overigens niet uit geld, maar uit ondersteuning op gebied van publici teit en facilitaire zaken. De organisatoren helpen ons feitelijk de stad te promoten, dat vinden wij belangrijk. De Mastboscross, Singelloop, Breda Hippique, Breda Future, de Haagse Beemdenloop en Paragames Breda krijgen daarom allemaal een bijdrage uit het fonds.”
Hockey- en atletiekcultuur Met de organisatie van de Easter Friendly Hockey Games Breda heeft de stad een hockeyevenement met allure binnen haar grenzen. Een evenement dat naadloos aansluit bij de hockeycultuur van Breda, want onze stad kent de grootste hockeydichtheid van Nederland: één op de 25 inwoners is lid van de verenigingen Push, Zwart Wit, Breda, Prinsenbeek of Teteringen (landelijk is dit één op de honderd). Ook het aantal loop evenementen in Breda lijkt niet toevallig, want met Sprint heeft onze stad de grootste atletiekvereniging van Nederland binnen haar grenzen.
april 2008
Media-aandacht Vooral de evenementen met landelijke media aandacht zijn volgens Dreessen belangrijk voor de stad. “Dan hebben we het vooral over Breda Hippique. En op sportgebied is NAC Breda natuurlijk top voor ons. Die club geeft ons zo veel promotionele aandacht, dat heeft altijd gevolgen. Hoe vaker de naam Breda op televisie wordt genoemd, hoe meer die blijft hangen bij potentiële toeristen. En op een gegeven moment komen ze hier een keer kijken.” Hoewel het aantal evenementen in orde is, zou Dreessen graag initiatieven zien met meer landelijke uitstraling. “Die vertegenwoordigen economische waarde. Breda Hippique trekt bijvoorbeeld ook bezoekers uit Groningen, dat doet de Singelloop minder. Maar de vraag is altijd wat je wilt. De artiesten van de Singelloop, zoals ik de deelnemers noem, komen wel weer uit de hele wereld. En voor onze eigen inwoners is het natuurlijk een schitterend evenement.”
19
KORT NIEUWS
Grensoverschrijdend glasvezelnetwerk voor Hazeldonk
Hazeldonk/Meer is binnenkort het eerste grensoverschrijdende bedrijventerrein met één glas vezelnetwerk. Eind februari ondertekenden wethouder Adank en burgemeester Van Aperen van de Belgische gemeente Hoogstraten een overeenkomst met KPN. Dankzij deze overeenkomst kunnen ondernemers op Hazeldonk nog voor de zomer in één klap beschikken over een uiterst moderne breedbandinfrastruc tuur, die ook mogelijkheden biedt voor geavanceerde bevei ligingsoplossingen.
Groen op het dak
Bestemming:
bekend Sinds kort zijn álle Bredase bestem mingsplannen digitaal te raadplegen via de website van de Gemeente Breda. Tot voor kort waren alleen bestem mingsplannen uit de afgelopen vijf jaar digitaal ontsloten. Nu zijn ook de honderden oudere bestemmings plannen gedigitaliseerd. De meest recente bestemmingsplannen zijn boven dien interactief gemaakt: door op een bepaalde locatie te klikken, komen bijbehorende voorschriften en aanvul lende informatie automatisch beschik baar. Nuttige informatie voor makelaars en bouwondernemingen, maar ook voor starters die snel de bestemming van een perceel willen achterhalen. Wilt u een bestemmingsplan inzien? Ga naar www.breda.nl en kies ‘Bestemmingsplannen’ in de kolom rechts.
20
Gras, vetplantjes of zelfs hele parken: steeds meer bedrijven en gemeenten investeren in groen op het dak. Belangrijk voordeel is de natuurlijke isole rende werking van de ‘vegetatiedaken’: ‘s winters houden ze warmte vast, op hete zomerdagen zorgen ze ervoor dat het binnen koel blijft. Groene daken zijn energiebesparend, en de investering verdient zich dankzij een levensduur van maar liefst zestig jaar ruimschoots terug. Groene daken speelden een belangrijke rol in het studieproject ‘Uitgerekend op een duur zaam spoor’, waarin 25 Avans-studenten zes concepten voor de duurzame ontwikkeling van het gebied Drie Hoefijzers-Noord ontwikkelden. In het winnende concept, ‘A vison of Eco-Social Development’ zorgen groene daken voor meer leefbaarheid, wateropvang en energiebesparing, én dem pen ze het omgevingsgeluid. Alle zes de ontwerpen zijn vanaf 15 oktober 2008 in de vorm van maquettes en computeranimaties te bewonderen in het Milieu Educatief Centrum aan de Wolfslaardreef 95.
Breda-com nr. 4
Boomtown aan de Mark Met de verhuizing van GE Commercial Finance naar Breda profiteert directeur Jean-Pierre Vissers van de uitstekende ligging van de stad.
Beursvloer voor maatschappelijk ondernemen
Op 2 juni organiseert Breda-Actief voor de derde keer de Beursvloer Breda, een evenement waarbij onderne mers en maatschappelijke organisaties elkaar letterlijk en figuurlijk vinden. Vanaf 20 maart kunnen deelne mers op de website www.beursvloerbreda.nl aangeven welke praktische ondersteuning ze zoeken dan wel kunnen aanbieden. Het idee van de Beursvloer is dat op maandag 2 juni in het Stadskantoor matches worden gemaakt van vragers en aanbieders. De Beursvloer-editie 2007 was een groot succes, met 110 van dergelijke matches. De geboden ondersteuning varieerde van marketingadvies tot meubilair voor een kinderboerderij, en van vergaderruimte tot ‘handjes’ voor allerlei projecten. De resultaten waren voor het Fonds Maatschappelijke Ontwikkeling aanleiding een subsidieaanvraag te honoreren. Daarbij heeft BredaActief, gesteund door onder meer Fortis, KMPG, Singelveste, de Gemeente Breda en twee Rotary afdelingen, een dubbele opdracht meegekregen: de editie 2008 organiseren, én bedrijven mobiliseren die vanaf 2009 dit evenement financieel of anderszins willen ondersteunen.
De Beursvloer brengt bedrijven en maatschappelijke organisaties bij elkaar. Stadsboerderij De Kleine Hoeve beschikt nu over een biologisch verantwoorde kippenren. Dankzij bouwbedrijf Winters, dat oud -werknemers inschakelde en bij leveranciers tegen gunstige voorwaarden materiaal kon halen.
Veiligheid winkelcentra en bedrijventerreinen aangescherpt Veiligheid en een veilig gevoel zijn van levensbelang voor een economisch en cultureel vitale stad. In het integraal veiligheidsprogramma heeft de gemeente begin dit jaar een actielijst voor 2008 vastgelegd. Een belangrijk thema is de veiligheid van winkelcentra en bedrijventerreinen. Voor verschillende winkelcentra staat certificering volgens het Keurmerk Veilig Ondernemen op de agenda. De binnenstad en win kelcentrum De Donk gaan voor hercertificering van de eerste ster. Winkelcentrum De Berg streeft dit jaar naar een tweede KVO-ster, Heksenwiel naar de eer ste. Voor de bedrijventerreinen Hazeldonk (samen met het Belgische Meer), Minervum/Hoogeind, Steenakker en het bedrijvencluster Goesseelstraat/ Doornbos worden dit jaar beveiligingsplannen uitge voerd door de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Breda (SBBB) en de betrokken bedrijvenverenigingen,
april 2008
met (financiële) steun van de gemeente. Daarin speelt onder meer cameratoezicht bij de centrale toegang tot deze terreinen een rol. Omdat dit open baar gebied is, is hier een rol voor de burgemeester weggelegd. Deze zal na ‘driehoeksoverleg’ met de officier van justitie en de commissaris van de politie al dan niet een Aanwijzingsbesluit nemen om dit mogelijk te maken.
21
KORT NIEUWS
Zorgeconomie:
wat willen de klanten eigenlijk? Zorginstellingen en -ondernemers in Breda en omstreken zijn op zoek naar innovatieve productcombinaties. Maar wat wil de klant eigenlijk? In opdracht van de taskforce Zorgeconomie hebben studenten van NHTV en Avans een behoeftenanalyse uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn op 13 februari in een workshop met ‘toekomstige ouderen’ getoetst. Enkele conclusies: de toekomstige senior heeft belangstelling voor nieuwe zorgconcepten, maar is afwachtend en denkt dat marktwerking tot forse prijzen leidt. Er wordt veel belang gehecht aan een ontmoetingsplek in de buurt en een informeel ‘ouderenloket’. Ook hebben veel toekomstige senioren belangstelling voor preventieve ondersteuning om zo toekomstige zorgkosten beperkt te houden. Men wil de regie over eigen leven én zorg behouden, maar ervaart het zorgaanbod over het algemeen als ondoorzichtig. Neem voor meer informatie over het onderzoek contact op met initiatiefnemer AreaConsult via Fabian Jacobs,
[email protected].
Trappen naar de baas
Fietsen is goed voor de conditie én het milieu. Het is in een compacte stad als Breda vaak óók nog eens de snelste manier om je te verplaat sen. In het kader van de nota ‘Fietsen, net zo makkelijk’ gaat de gemeente op zoek naar partners om het fietsen te stimuleren: bedrij ven, sportverenigingen, winkels en scholen. Uitzendorganisatie Vedior heeft zich als een van de eerste partners bij de gemeente gemeld. “Uit maatschappelijke betrokkenheid én om in de gezondheid van de circa 160 flexwerkers te investeren”, zegt vestigings manager Dave Harmsen van der Vliet. “Om deze groep te stimuleren de fiets te nemen, hebben we de titel ‘Flexkracht van de Maand’ geïntro duceerd. Fietsende medewerkers kunnen in deze competitie rekenen op extra punten”. De hoofdprijs van deze actie is - hoe kan het ook anders - een trendy Johnny Loco fiets.
Speeddaten op creatieve marktplaats
Ondernemers en creatieve industrie kunnen méér voor elkaar betekenen dan alleen het klassieke opdrachtgeverschap; nauwere samenwerking leidt tot economisch waardevolle productinnovatie. Vanuit deze gedachte organiseert Colin, een aan de NHTV gerelateerde netwerkorganisatie voor creatieve bedrijvigheid, binnenkort een ‘creatieve marktplaats’ in Breda. Met brainstormsessies, speeddaten en presentaties van
22
best practices: van theater als middel om een cultuurverandering door te voeren tot een mobiele museumgids en een interactieve videoinstal latie die het veiligheidsgevoel in een Rotterdamse voetgangerstunnel verbetert. De creatieve marktplaats staat gepland op donderdagmiddag 22 mei in het Blushuis, aanvang: 15.30 uur. Neem voor meer informatie contact op met Jan Haarhuis,
[email protected]
Breda-com nr. 4
ADVERTORIAL
Rabobank Breda wil met Breda grote sprongen maken
“Aan extra allure heeft iederéén wat” “Een grote stad zonder aansprekende evenementen is geen grote stad.” Directievoorzitter Willem-Peter Kriek van Rabobank Breda is ervan overtuigd. En dus zet de Rabobank zich vol overtuiging in als hoofdsponsor van Breda Hippique én tal van andere evenementen. “Want als het goed gaat met de stad, heeft de héle gemeen schap daar wat aan.”
D
eze maatschappelijke betrokkenheid is bij de Rabobank ingebak ken, vindt Kriek. Een kwestie van lotsverbondenheid: “We zijn de enige échte Bredase bank. We zijn statutair met deze stad verbonden, mógen niet eens verhuizen. Er is, voor zover ik weet, maar één ander instituut waar dat ook voor geldt: de gemeente.” Zoiets schept een band? “Ja, maatschappelijk komen we de gemeente natuurlijk vanuit haar functie regelmatig tegen. De gemeente investeert bijvoorbeeld in maat schappelijke ontwikkeling via het FMO, wij via ons Coöperatiefonds. Dat geldt ook voor evenementen. Je geeft daarmee de economische ontwikkeling van de stad een enorme impuls. Wij willen dat steunen.
april 2008
We zijn nu een totaalpakket aan het samenstellen van sportieve, culturele en maatschappelijke evenementen waar we een substantiële bijdrage aan leveren.” In de vorm van sponsoring? “Bijvoorbeeld. Maar het gaat verder. Waar het ons om gaat, is dat de stad extra allure krijgt aan de hand van topevenementen. Daarom den ken we ook goed na over de samenstelling van dat pakket. Evenementen moeten uitstraling hebben, regionaal, soms landelijk en over de grens. En er moet diversiteit in zitten. Het moet iets zijn waar het gemeente bestuur voor heeft gekozen en de hele gemeenschap iets aan heeft.” Breda Hippique past daarin? “Dat evenement hééft allure. In sommige disciplines is het na Aken het grootste outdoorevenement van Europa. Dat is nogal wat. Maar belang rijker vind ik dat de organisatie die positie wil uitbouwen, de internatio nale uitstraling wil versterken. Die ambitie verdient onze steun. Breda wil op de kaart als poort naar Europa, dan is het goed dat men vanuit de ‘Europese helikopter’ herkenbaar is. Wij vinden het heel belangrijk dat Breda Hippique gratis toegankelijk wordt, dat elke Bredanaar, liefst met het hele gezin, er een mooie dag kan beleven. Dan ben je weer terug bij onze roots: de Rabobank is van en voor de gemeenschap.”
23
Is Breda veiliger geworden? 24
Breda-com nr. 4
ONDERNEMINGSKLIMAAT
Het ondernemingsklimaat in Breda is er de afgelopen jaren flink op vooruit gegaan. Dat constateert het ministerie van Economische Zaken in ieder geval op basis van een uitgebreid onderzoek onder Bredase ondernemers. Die gaven als totaalcijfer een 6,9, waarmee Breda ruim boven het landelijk gemiddelde zit. Opvallende stijger was vooral het veiligheidsgevoel: het rapportcijfer dat de gemeente zich voor 2009 ten doel had gesteld (6,3) is nu al voorbijgestreefd (6,6). Is Breda inderdaad veiliger geworden?
Ton van Tilburg, voorzitter ondernemersvereniging Hazeldonk
“Heel veel investeren” “Ik kan niet zeggen dat het op Hazeldonk veiliger dan wel onveiliger is geworden. Wel dat we samen met de gemeente heel veel in veiligheid investeren. Wij hebben hier vooral te maken met georganiseerde crimi naliteit, en die moet je professioneel aanpakken. Overdag is er niets aan de hand, ’s avonds is het een ander verhaal. Met de revitalisering hebben we dan ook gewerkt aan zaken als betere verlichting en het afsluiten van sluipwegen. Nu geven we daar een vervolg aan met een Integraal Veiligheidsplan, waarin ook collectieve surveillance, gecontroleerde toegang en cameratoezicht een rol spelen. En dat pakken we sámen met het Belgische deel van het bedrijventerrein aan.”
Gorgo de Wit, bedrijfsleider van speciaalzaak in modeltreinen 2000 in de Boschstraat
“Wij laten ons niet zo snel afschrikken” “Wij zijn vorig jaar vanuit de Concordiastraat naar de Boschstraat ver huisd. We wisten wel dat deze straat zo zijn problemen kent, maar er is de afgelopen jaren wel veel verbeterd. Bredere trottoirs en betere verlich ting, bijvoorbeeld. Persoonlijk denk ik dat je problemen blijft aantrekken zolang je coffeeshops gedoogt. Maar ik voel me hier niet onveilig. Ach, risico loop je overal vandaag de dag. We krijgen veel jong publiek over de vloer, en die kleden zich soms wat apart, met capuchons ver over de ogen en zo. Als die overlast geven, zeggen we daar wat van. We laten ons niet zo snel afschrikken.”
Bredase ondernemers hechten aan veiligheid en economisch beleid ‘Ondernemingsklimaat’ is een veelomvattend begrip. Wat bepaalt of het in een stad goed ondernemen is? Het benchmarkonderzoek Gemeentelijk Onderne mingsklimaat van het ministerie van Economische Zaken polste ondernemers door het hele land. Bredase ondernemers denken bij een goed ondernemingskli maat vooral aan duidelijke communicatie en een goede bestuurlijke organisatie van het economisch beleid (‘waarmee kan ik bij wie terecht?’). Vooral het laat ste telt in Breda zwaarder mee dan in de rest van het land. Hetzelfde geldt voor veiligheid. Verkeersbeleid en parkeren worden in Breda juist mínder vaak genoemd dan in andere steden, evenals dienstverlening en vergunningverlening. Hetzelfde onderzoek vroeg ondernemers ook ‘hun’ gemeente rapportcijfers te geven. Op vrijwel alle thema’s scoort Breda boven het landelijk gemiddelde. De uitzondering is veiligheid – ondanks het hogere rapportcijfer ten opzichte van 2005. Punten waarop Breda duidelijk boven het landelijk gemiddelde zit, zijn promotie- en acquisitiebeleid en de kwaliteit van gemeentelijke dienstverlening.
Huub Miegielsen, eigenaar van Super De Boer-vestiging De Donk en voorzitter van Winkeliersvereniging De Donk
THEMA
“Betere sociale controle”
Beschikbare ruimte Bereikbaarheid per auto Parkeermogelijkheden Bereikbaarheid per openbaar vervoer Veiligheid omgeving bedrijfspand Staat van de openbare ruimte Ontwikkeling en herstructurering bedrijfslocaties Startersbeleid Promotie- en acquisitiebeleid Arbeidsmarktbeleid Kwaliteit gemeentelijke dienstverlening Duidelijkheid gemeentelijke organisatie Duidelijkheid gemeentelijk beleid/regelgeving Mate van aandacht voor verbeteren ondernemingsklimaat
“Ik zie absoluut verbetering. Nadat we hebben geïnvesteerd in meer en betere verlichting, is het winkelcentrum als hangplek een stuk minder aantrekkelijk geworden. Verder is ook het contact tussen de onder nemers onderling een stuk verbeterd, wat zich heeft vertaald in een toegenomen sociale controle. Maar de overlast is nog steeds niet helemaal verdwenen. Op termijn willen we toe naar cameratoezicht en naar de inzet van zogenoemde mosquito’s: apparaten die een hoogfrequente toon uitzenden waar alleen jonge mensen - tot circa 25 jaar – last van hebben. Verder is het winkelcentrum omringd door beveiligde bedrijventerreinen. Momenteel overleggen we met een particulier beveiligingsbedrijf over opname van ons terrein in de inspectierondes.”
april 2008
BREDA
6,6 7,3 6,6 6,8 6,6 7,0 6,5 6,4 6,7 6,5 6,5 6,1 5,9 6,1
LANDELIJK GEMIDDELDE
6,5 7,2 6,5 6,7 6,7 6,9 6,3 6,2 6,2 6,4 6,0 5,9 5,7 5,8
25
ACTIVITEITENBESLUIT
Meer ruimte voor maatwerk
Gelijke monniken, gelijke kappen Twaalf afzonderlijke milieubesluiten zijn op 1 januari van dit jaar samengebracht in één Activiteitenbesluit, dat voor álle ondernemers in Nederland geldt. Doel van deze vereenvoudiging: meer duidelijkheid, minder lasten, en méér ruimte voor maatwerk.
26
Breda-com nr. 4
Een praktijkvoorbeeld De grafische industrie is één van de bedrijfstakken die sterk profiteert van de komst van het Activiteitenbesluit. Veel bedrijven die tot voor kort een vergunning nodig hadden, kunnen nu volstaan met een digitale melding van hun activiteit. Hetzelfde geldt voor de metaal- en elektrobranche.
T
ankstations, tandartspraktijken, jachthavens en restaurants… Tot voor kort was er voor elke groep een afzonderlijk milieu besluit. Nu vallen ze allemaal onder hetzelfde besluit en dezelf de voorschriften. Maar dat is niet het enige dat er veranderd is, zegt Frans van Beurden, hoofd van de afdeling Milieubeheer van de Gemeente Breda. “Veel ondernemers hoeven voortaan geen vergun ning meer aan te vragen, maar kunnen volstaan met een digitale mel ding van hun activiteit. En zelfs dat hoeft niet altijd. Sommige activiteiten zijn helemaal van de meldingsplicht vrijgesteld.” Besparing Het effect van deze vereenvoudiging is aanzienlijk, blijkt uit cijfers van het ministerie van VROM. Ongeveer 37.000 bedrijven hoeven voortaan geen vergunning meer aan te vragen. Voor zo’n 68.000 bedrijven – vooral kantoren, zorginstellingen, sommige scholen en detailhandel – vervalt de meldingsplicht. “Alles bij elkaar gaat het om een administratieve lastenverlichting van 215 miljoen euro”, rekent Prisca Meesters van het ministerie van VROM voor. “En er is meer duidelijkheid. Milieueisen zijn nu niet meer per branche bepaald, maar per activiteit. Een voorbeeld: of het nu om een metaalbewer kingsbedrijf gaat of om een garagebedrijf: bij het bewerken van metaal hebben ze zich aan dezelfde regels te houden.”
Harmonisatie Volgens milieuvergunningadviseur Bart Oortwijn van ingenieursbu reau Syncera is dat laatste een duidelijk pluspunt. “De voorschriften zijn nu voor alle branches gelijk. Vroeger kwam het wel voor dat de ene branche onder een ‘ouder’ besluit viel en dus onder nét iets andere voorschriften dan een bedrijf in een andere branche dat eigenlijk hetzelfde deed.” Een kwestie van gelijke monniken, gelijke kappen dus. Maar aan de harmonisatie zit ook een keerzijde, vindt Oortwijn. “Het kan dus betekenen dat de voorschriften waaraan je als ondernemer gewend was, versoepeld of juist strenger geworden zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor bedrijven die tot voor kort onder het besluit Horeca vielen.” Een bedrijf dat nu een activiteit aanmeldt, ziet gelijk wat de nieuwe voorschriften zijn. Maar of ondernemers die hun activiteit in het verleden hebben gemeld de moeite nemen zich in de gewijzigde voorschriften te verdiepen, daar zet Oortwijn vraagtekens bij. “Veel bedrijven zijn er nog niet van op de hoogte, en daarnaast zal het voor veel ondernemers niet meteen duidelijk zijn aan welke regels zij zich moeten houden. Temeer omdat er bepaalde overgangs termijnen zijn, en je aan sommige voorschriften nog niet direct hoeft te voldoen.”
april 2008
Milieu Prisca Meesters beaamt volmondig dat het harmoniseren van de voor schriften voor verschillende branches niet altijd even eenvoudig was. “Aan de ene kant mochten de veranderingen níet tot meer of strenge re regels leiden. Maar een ander uitgangspunt was dat de nieuwe regels dezelfde milieubescherming zouden moeten bieden, en bij elke regel die geschrapt is hebben we afgewogen wat de eventuele gevol gen voor het milieu zouden zijn.” Toch is Meesters blij met het resul taat. “We zijn er uiteindelijk uitgekomen. Onder meer doordat gemeenten in de nieuwe opzet lokale omstandigheden kunnen laten meetellen.” Meer ruimte De gemeente blijft verantwoordelijk voor het registreren van meldin gen, het afgeven van vergunningen én voor handhaving van het Activiteitenbesluit. Leveren de standaardregels ergens een onredelijke situatie op, dan heeft de gemeente meer ruimte dan voorheen om de norm voor zaken als geluidbelasting strenger of soepeler te maken. “In ieder geval op het niveau van een individueel bedrijf”, zegt Frans van Beurden. “Je zou in theorie ook voorschriften collectief of per thema kunnen aanpassen als de lokale omstandigheden dat rechtvaardigen, maar daar zien we voorlopig van af.” Maatwerk Ook ondernemers krijgen meer vrijheid om te bepalen hóe ze aan doelvoorschriften uit het Activiteitenbesluit voldoen, zegt Oortwijn. “Dat kan door een erkende maatregel te nemen óf door zelf iets anders te verzinnen waarvan het effect gelijkwaardig is. Je kunt dus op meerdere manieren aan de voorschriften voldoen. Met als gevolg meer vrijheid en flexibiliteit.” En volgens Oortwijn zit dáárin de grootste winst voor de ondernemer. “Of het voor de gemiddelde ondernemer administratief heel veel scheelt, weet ik niet. Maar uiteindelijk krijg je méér maatwerk.”
Digitale melding De site aim.vrom.nl geeft in een paar minuten uitsluitsel over de voorschriften die op uw situatie van toepassing zijn. Als een melding verplicht is, kunt u die via dezelfde module digitaal bij de gemeente indienen. “Als een digitale melding compleet is ingevuld, zien wij ook in één oogopslag of de melding aan andere partijen moet worden doorgegeven, zoals het waterschap”, zegt Frans van Beurden. “Dat hoeft de ondernemer zelf dus niet meer te doen.”
27
Wegens succes verlengd.
De nieuwe Caddy Maxi. De meest gekochte bestelauto van Nederland is er nu ook in een verlengde uitvoering: de Caddy Maxi. Met z’n 47 cm extra biedt hij u voortaan nog meer ruimte om te ondernemen. Vanaf nu vindt u hem bij Van Tilburg-Bastianen. Onze verkopers vertellen u graag meer over de Caddy Maxi. Kom dus snel langs om kennis te maken met dit nieuwe model.
Konijnenberg 31, 4825 BC Breda. Telefoon 076 - 578 79 11. Fax 076 - 578 72 99.
[email protected], www.tb.eu Er is al een Caddy Maxi vanaf G12.950,- excl. BTW/BPM of G339,- per maand. Leasetarief Full Operational Lease o.b.v. 60 mnd. en 20.000 km per jaar exclusief BTW en brandstof.
28
Breda-com nr. 3
EN DETAIL
Breda is winkelstad bij uitstek. Onder toeristen is ‘winkelen voor het plezier’ de meest genoemde activiteit, en samen met Maastricht is Breda de stad waar bezoekers tijdens het winkelen het meeste uitgeven. Die positie willen we handhaven, en dat vraagt om karakteristieke, bijzondere winkels.
De schatkamer
van La Bohème
A
Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat de chocolatiers van La Bohème begonnen met de ambachtelijke bereiding van lekkernijen die uit groeiden tot een begrip in Breda en ver daarbuiten. Harry van Valkenburg, diens broer Gerard en een knecht werkten zich in de beginjaren een slag in de rondte, maar toch was de winkel maar twee middagen per week open. Dan was namelijk de hele voorraad al weer uitverkocht… april 2008
an het succes van de beginjaren is nooit meer een einde gekomen. La Bohème verhuisde in 1970 van de Haven naar de overkant: een statig pand aan de Prinsenkade. Boy van Valkenburg (52) werkt sinds 1969 in de zaak en is nu samen met vrouw Wilma eige naar: “Mijn vader heeft me alles geleerd.” De reden voor de populariteit van de La Bohème producten ligt volgens Boy voor de hand: “Goede kwaliteit tegen een redelijke prijs.” La Bohème levert inmiddels aan winkels door heel Nederland, veelal banketbakkers, delicatessen winkels en restaurants. Puccini Van heinde en verre komen mensen naar Breda om bonbons te kopen. De fraai ingerichte winkel alleen al is de reis meer dan waard. De naam La Bohème verwijst naar de bekende opera van Puccini van wie Harry van Valkenburg
een enorme fan was. Vandaar ook dat er in de winkel diverse portretten van deze Italiaanse componist hangen. Verder springen de hoge plafonds met fraaie ornamenten en indrukwek kende kroonluchters meteen in het oog, is de grond bedekt met bijzondere natuursteen en warme rode tapijten, waarop donkerhou ten meubilair prijkt. Maar het belangrijkst is natuurlijk het gevarieerde aanbod aan bonbons, petit fours en chocoladerepen. Die liggen bij duizenden opgestapeld achter het glas van de meterslange toonbank, wachtend op het karak teristieke paarsroze doosje. Vanaf 2001 produ ceert La Bohème bovendien 24 soorten ijs, dat tot nu toe op zes plekken in Nederland wordt verkocht. Sinds afgelopen zomer is het ook mogelijk om een ijscoupe of een kopje koffie met bonbon te nuttigen op het terrasje voor de winkel, met uitzicht op de nieuwe haven. Breda op zijn best!
29
ARBEIDSMARKT
Doorwerken
ste na je 65 ...
Anton van de Ven (bijna 66) woont in Baarle-Nassau en heeft al 16 jaar een eigen ingenieursbureau. Vanaf zijn 55ste was hij tien jaar lang een dag in de week docent carrosserietechniek op een mboschool in Bergen op Zoom. Toen hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikte, was er geen haar op zijn hoofd die er aan dacht met wer ken te stoppen: “Daarom heb ik me ingeschreven bij Uitzendbureau 65+. Al snel kon ik voor 13 uur in de week aan de slag als docent voertuigtechniek bij het Tessenderlandt in Breda. Dat is goed te combineren met mijn eigen bedrijf. ‘Stop met werken en ga toch genieten!’, zeggen veel mensen. Dan antwoord ik dat ze het maar lekker moeten bekijken. De een gaat vissen, de ander blijft fijn doorwerken. Als het kan, wil ik dat zeker tot mijn 70ste blijven doen.”
Het aantal ouderen dat blijft werken na hun 65ste neemt sinds 1999 licht
“Waarom zou ik stoppen?”
toe. En dat is maar goed ook. De West-Brabantse arbeidsmarkt ver toont tekenen van overspannenheid, het wordt steeds moeilijker vacatures in te vullen. Aan de ene kant beweegt dat steeds meer werkgevers ertoe ouderen in dienst te nemen. Maar er is ook nog huiver en voor oordelen over oudere werknemers blijken hardnekkig. Terwijl ouderen op punten als zelfstandigheid, socia le vaardigheid en ziekteverzuim vol gens onderzoek beter scoren dan hun jongere collega’s. De Bredase vestiging van Uitzendbureau 65+ zette ons op het spoor van drie ouderen die nog altijd met veel plezier aan het werk zijn. Wat zijn hun beweegredenen?
30
Breda-com nr. 4
Ad Verheijen (66) werkt bij het Stadsarchief van de Gemeente Breda aan het samenstellen van de beeldbank. Hij zoekt informatie en schrijft teksten bij foto’s van vóór 1970 die betrekking hebben op de stad Breda en waarvan niet bekend is wie of wat er op staan af gebeeld: “Als Bredanaar in hart en nieren heb ik altijd veel interesse gehad in mijn stad. Ik weet er daardoor veel van af. Voor mijn 65ste zat ik in de handel en was ik eigenaar van een soort ‘Handyman’ in Roosendaal. Ik vind het prettig om door te werken. Op je 65ste ben je nog lang niet afgeschreven. Uitgangspunt was een uurtje of 12 per week, maar dat zijn er vaak bijna veertig. Het geld dat ik verdien is ook belangrijk, maar het voornaamste is dat ik bezig blijf. Want thuiszitten is niets voor mij.”
“Nog lang niet afgeschreven”
april 2008
Riet Roks (69) is een paar ochtenden in de week receptioniste/ telefoniste bij diverse wijkbureaus van het Instituut Maatschap pelijk Welzijn in Breda. Met haar ex-man bestierde ze dertig jaar lang vishandel Sweres aan de Haagdijk: “Dat stopte op mijn 52ste. Daarna heb ik tot mijn 64ste veel op de kleinkinderen gepast. De reden dat ik weer ging werken is het feit dat ik structuur in mijn leven wilde houden en wel een extra centje kon gebruiken. Verder is het gewoon prettig om nog mee te tellen in de maat schappij. Ik was 64 toen ik bij het IMW aan de slag ging en dacht dat het op mijn 65ste wel weer zou ophouden. Maar toen de vraag kwam of ik wilde blijven, heb ik volmondig ‘ja’ gezegd. Nu zit ik hier al weer vijf jaar. Zolang ik gezond blijf en ze me hier willen hebben, blijf ik lekker aan het werk.”
“Drang naar structuur”
31
Inspiring Space
Inspirerende en duurzame leefomgevingen bedenken en ontwikkelen, dat is de passie van AM. Wij betrekken actief alle belangen en belanghebbenden in een open planproces om de soms verborgen kracht van locaties – zowel in de stedelijke omgeving als in het landelijk gebied – te benutten. Wij doen dit creatief, professioneel, eigenzinnig en vol bezieling. Zoals in Breda, waar AM met de ontwikkeling van het Chassé Park een nieuw binnenstadmilieu introduceerde waarin stedelijkheid en openheid zijn verenigd. Het samenspel van eigenwijsheid, chemie, vasthoudendheid en trots op de stad leverde in 2007 de Neprom Volhardingsprijs op. AM zorgt hiermee voor kwaliteit van ruimte én kwaliteit van leven.
VOOR LOCATIEONTWIKKELING
NEPROM-PRIJS
2007
www.am.nl