Onderzoeksrapport
Kwalificatiedossier Mobiele werktuigen (niveau 2, 3 en 4) in de praktijk.
Juli 2009 Femke van Laarhoven Nehem KMC 29 juli 2009
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
0
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 De BMWT 1.2 Radius College ROC West- Brabant (Regionaal OpleidingenCentrum) 1.3 Typering van de beroepengroep 1.4 Arbeidsmarkt
2 2 2 3 4
2. Methode 2.1 Onderzoeksgroep 2.2 Instrument 2.3 Betrouwbaarheidsanalyse 2.4 Factoranalyse (validiteit)
5 5 5 6 6
3. Resultaten 3.1 Het voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen 3.2 Uitvoeren van reparaties, modificaties en keuringen 3.3 Afronden van reparaties, modificaties en keuringen 3.4 Begeleiden en sturen van monteurs 3.5 Kostencalculaties 3.6 Open vragen 3.6.1 Voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen 3.6.2 Uitvoeren van reparaties, modificaties en keuringen 3.6.3 Afronden van reparaties, modificaties en keuringen 3.6.4 Begeleiden en sturen van monteurs Deelname aan werkoverleg Opstellen werkplan Organiseren van materialen en middelen Ondersteunen van monteurs Administreren en archiveren van productiegegevens 3.6.5 Kostencalculaties
8 8 9 10 11 12 13 13 13 13 13 13 13 14 14 14 14
4. Conclusie en discussie 4.1 Het voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen. 4.2 Uitvoeren van modificaties, reparaties en keuringen 4.3 Afronden van reparaties, modificaties en keuringen. 4.4 Begeleiden en sturen van monteurs 4.5 Kostencalculaties 4.6 Open vragen
15 15 15 15 17 16 20
5. Literatuurlijst
21
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
1
1. Inleiding Dit onderzoeksrapport is uitgevoerd in opdracht van het Radius College te Breda en de branche vereniging voor Bouwmachines, Magazijninrichting, Wegenbouwmachines en Transportmiddelen (BMWT). Het onderzoeksrapport is geschreven naar aanleiding van de opzet van het curriculum voor de opleidingen monteur mobiele werktuigen (niveau 2), allround monteur mobiele werktuigen (niveau 3) en technicus landbouwmechanisatie (niveau 4) zoals vernoemd in het kwalificatiedossier mobiele werktuigen (Fundeon, Kenteq & Colo, 2008-2009). Binnen het Radius College te Breda is het streven, om in 2010 te starten met de opleiding voor monteur mobiele werktuigen niveau 2, 3 en 4. Voordat deze opleiding gestart kan worden, is het van belang dat er een stevige basis aan ten grondslag ligt in de vorm van een curriculum met lesmateriaal. Voor de opzet van het curriculum is het uitgangspunt het kwalificatiedossier, waarin de uitvoering van competentiegericht onderwijs een leidende rol speelt. De reden voor de afname van de vragenlijst, zoals deze gepresenteerd wordt in dit rapport, is een goede aansluiting van het curriculum op de wensen en eisen van het bedrijfsleven. De leden van de BMWT (brancheorganisatie) hebben hiervoor een vragenlijst ingevuld waarvan de resultaten in dit rapport worden weergegeven. 1.1 De BMWT De Vereniging BMWT is een brancheorganisatie van importeurs of fabrikanten van Bouwmachines, Magazijninrichtingen, Wegenbouwmachines en Transportmaterieel. De BMWT, opgericht op 1 maart 1950, is geen werkgeversorganisatie. Zij richt zich vooral op het behartigen van de collectieve belangen van de leden in markttechnische zaken. Ook gemeenschappelijke zaken wat betreft de bedrijfsvoering krijgen aandacht. Vanwege de brede verscheidenheid aan activiteiten van de leden, heeft de BMWT haar taken verdeeld in acht secties, uit te voeren onder zes kwaliteitssystemen:
•
BMWT-Keur voor het keuren van werkmaterieel
•
BMWT-Train voor trainingen
•
BMWT-Rent voor het verhuur van werkmaterieel
•
BMWT-Lock voor de beveiliging van werkmateriaal
•
BMWT-Garant voor extra garantie op gebruikt werkmaterieel
•
BMWT-Cert voor VCA-gecertificeerde examens
De BMWT telt ruim 125 leden, waarvan de meeste ook deelnemers zijn aan BMWT-Keur. Samen hebben deze Keurbedrijven in 2007 meer dan 170.000 keuringen uitgevoerd. De lidbedrijven die deelnemen aan BMWT-Train hebben in 2007 ruim 5000 trainingen verzorgd. 1.2 Radius College ROC West- Brabant (Regionaal OpleidingenCentrum) Het Radius College werkt nauw samen met veel bedrijven en brancheorganisaties in de regio. Deze intensieve samenwerking zorgt ervoor dat de praktijk en het onderwijs dicht bij elkaar staan, en dat de opleiding wordt afgestemd op de wensen van de arbeidsmarkt. De studenten van het Radius College gaan al snel de praktijk in tijdens hun ’beroepspraktijkvorming’ (BPV of stage). In een bedrijf of instelling ervaren ze hoe het is om écht aan het werk te zijn in de gekozen beroepsgroep.
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
2
De vragenlijst die besproken wordt in dit rapport is een initiatief van het Radius College om aansluiting te vinden op de beroepspraktijk bij het ontwikkelen van een nieuwe opleiding. De studenten van het Radius College volgen middelbare beroepsopleidingen, via BOL- of BBLleerweg (voltijd- of deeltijdonderwijs), op niveau 1 tot en met 4, in o.a. de volgende technische richtingen: -
Laboratoriumonderwijs;
-
Elektrotechniek en Mechatronica, Automatisering en Energietechniek;
-
Werktuigbouwkunde, Commerciële techniek en Operationele Procestechniek;
-
Installatietechniek en Distributietechniek;
-
Bouwkunde en Schilderen;
-
Infratechniek en Landmeetkunde;
-
Motorvoertuigentechniek en Schadeherstel;
-
ICT, Mediavormgeving en Mediatechnologie;
-
Transport & Logistiek.
1.3 Typering van de beroepengroep De beroepengroep is door Kenteq, Fundeon en Colo omgezet in een kwalificatiedossier met de naam ‘mobiele werktuigen’. Hierin worden een drietal opleidingsniveaus gespecificeerd voor deze beroepengroep, namelijk niveau 2, monteur mobiele werktuigen, niveau 3, allround monteur mobiele werktuigen en niveau 4 technicus landbouwmechanisatie. Een monteur mobiele werktuigen is werkzaam in de sector techniek (Kenteq)/ Bouw & Infra (Fundeon). Hij werkt in de grond- water, en wegenbouw (gww) en in de landbouwmechanisatie aan mobiele interne transportmiddelen bij loon- of verhuurbedrijven. De werkzaamheden van een monteur mobiele werktuigen liggen op het gebied van onderhoud, reparatie en modificatie van machines, materieel en installaties. Bij reparaties en modificaties komen ook constructie en verspanende werkzaamheden voor. De werkzaamheden kunnen zowel binnen de werkplaats als buiten op de locatie plaatsvinden. De monteur mobiele werktuigen, voert routinematig onderhoud uit, repareert en modificeert de machine die voorkomen in de gww, bouw en landbouwmechanisatie. Eenvoudige storingen worden gelokaliseerd, geanalyseerd en gerepareerd. Bij complexe reparaties ondersteunt de monteur mobiele werktuigen de allround monteur mobiele werktuigen. Werkzaamheden van een monteur mobiele werktuigen (niveau 2) zijn: -
Onderhoud (routinematig) en modificaties uitvoeren;
-
Storingen (niet complexe) analyseren en repareren;
-
Assisteren bij het inspecteren en keuren van machines en installaties.
Werkzaamheden van een allround monteur mobiele werktuigen (niveau 3) zijn: -
Onderhoud en modificaties uitvoeren;
-
Storingen analyseren en repareren;
-
Inspecteren, testen en keuren van machines en installaties;
-
Begeleiden van de monteur mobiele werktuigen bij complexe reparaties/ modificaties;
-
Adviseren van de klant/ opdrachtgever.
Werkzaamheden van een technicus landbouwmechanisatie (niveau 4) zijn: -
Het begeleiden en ondersteunen van werkprocessen en het aansturen van medewerkers;
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
3
-
Het ondersteunen van de monteurs bij het adviseren van de klant;
-
Het controleren van het werk van de monteurs;
-
Verrichten van calculaties en het opstellen van offertes.
1.4 Arbeidsmarkt In 2006 is het arbeidsmarktvolume in de Bouw en Infra gestegen met 4,5% tot 455.000 arbeidsjaren. Voor de trend op de lange termijn gaat het EIB (Economisch Instituut voor Bouwnijverheid) uit van een jaarlijkse groei van de arbeidsproductiviteit met 0,7% voor het totale arbeidsvolume. Deze groei zal met pieken en dalen verlopen: in 2007 een groei van 4%, in 2008 een groei van 5%, tussen 2008 en 2012 wordt een stijging van 0,9% jaarlijks verwacht. Daartegenover staat jaarlijks een uistroom van 10-12% van de werknemers in de Bouw en Infra. In 2007 zijn er naar schatting 1665 arbeidsplaatsen voor de beginnende beroepsbeoefenaar binnen de sector bouw en infra. Er zijn voor de monteur mobiele werktuigen, 437 erkende leerbedrijven volgens het rapport van Donker van Heel, Kans, Siegert en Hazebroek (2008). Het arbeidsmarktperspectief van technisch gediplomeerde tot 2010 is erg gunstig. Zo zegt het rapport (Donker van Heel et al.,2008) dat het aantal mbo leerlingen in de technische richtingen met 6 procent harder stijgt dan de landelijke toename in het mbo (3 procent). Voor de technicus landbouwmechanisatie zijn voldoende BPV plaatsen. Leerbedrijven bieden binnen het bedrijf steeds meer opleidingsmogelijkheden. Ook kunnen leerlingen bij steeds meer bedrijven (in het kader van hun leerloopbaan) voor de breedte en doorstroming terecht.
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
4
2. Methode In dit hoofdstuk zal kort de onderzoeksgroep en het onderzoeksinstrument worden besproken. 2.1 Onderzoeksgroep De onderzoeksgroep is samengesteld door de BMWT. Alle leden en haar dealerbedrijven (313) van de branchevereniging hebben een vragenlijst ontvangen. Belangrijk hierbij was dat er draagvlak gecreëerd moest worden om de vragenlijst ook te laten slagen met voldoende respondenten. De bedrijven zijn dan ook benaderd vanuit de BMWT. Het onderzoek kent 92 respondenten (n=92). Alle respondenten zijn afkomstig van de BMWT. Er zijn verder geen individuele gegevens bekend van de respondenten die de vragenlijst hebben ingevuld. Deze respons is hoog en vormt een onderstreping van het belang van dit onderzoek. 2.2 Instrument Door middel van een vragenlijst zijn vijf criteria onderzocht, namelijk: 1.
Het voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen;
2.
Uitvoering van reparaties, modificaties en keuringen;
3.
Afronding van reparaties, modificaties en keuringen;
4.
Begeleiden & sturen van monteurs;
5.
-
Deelname aan werkoverleg;
-
Opstellen werkplan;
-
Ondersteunen van monteurs;
-
Administreren en archiveren van productgegevens;
Kostencalculaties.
De vragenlijst bestaat uit 83 items, die allemaal een onderdeel van het curriculum binnen het kwalificatiedossier voor monteur mobiele werktuigen weergeven, onderverdeeld in vijf criteria. Deze vijf criteria zijn opgesteld naar aanleiding van de verschillende werkprocessen uit het kwalificatiedossier. De kerntaken zoals deze verwoord zijn in het kwalificatiedossier, zijn onderverdeeld in werkprocessen (zie Bijlage 2). De werkprocessen vormen een duidelijk onderscheid tussen voorbereiden, uitvoeren en afronden van werkzaamheden. Daarnaast is het begeleiden en sturen van monteurs, en het maken van kostencalculaties specifiek voor niveau 4 leerlingen. De vijf criteria zoals ze gehanteerd worden in de vragenlijst zijn gekozen op basis van deze indeling en dus niet leidend aan het kwalificatiedossier. Hieruit zijn 83 items voortgekomen. Deze items zijn opgesteld naar aanleiding van de ervaring en expertise van twee docenten/ onderwijskundigen van het Radius College te Breda en gericht op het kwalificatiedossier, de eindtermen en voorgaande opleidingen. Het invullen van de vragenlijst kostte de respondenten ongeveer 30 minuten. Bij ieder criterium of deelcriterium is de vraag gesteld: Hoe vaak komen de onderstaande onderdelen voor in de beroepspraktijk van een technicus mobiele werktuigen (niveau 4)? Een voorbeeld van een onderdeel van het curriculum is bijvoorbeeld: het vakjargon, onderhoud van de Nederlandse taal, mechatronica, kwaliteit, arbo en milieu etc. ingedeeld per criterium. Er is gekozen voor een vijfpuntsschaal om de onderdelen te beoordelen, zie Tabel 1.
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
5
Tabel 1 Vijfpuntsschaal vragenlijst 1
2
3
nooit
zelden (jaarlijks)
soms (maandelijks)
4
5
regelmatig
(bijna) altijd
(wekelijks)
(dagelijks)
Voor de verwerking van de gesloten vragen is gebruik gemaakt van het online programma SurveyMonkey. Daarnaast is er voor de statistische verwerking gebruik gemaakt van het programma SPSS17. Binnen de vragenlijst is er ook ruimte geboden voor opmerkingen en vragen, deze zullen apart verwerkt worden in de resultaten, conclusie en discussie.
2.3 Betrouwbaarheidsanalyse Over de vragenlijst is een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd (n=92) (zie Tabel 2). Binnen de vragenlijst was sprake van vijf criteria met ieder hun eigen aantal items. De Cronbach’s alpha binnen de verschillende schalen ligt tussen de .74 en de .93. De mate van betrouwbaarheid ligt hierbij tussen de 74% en de 93%, dit is een hoge betrouwbaarheid. In deze analyse wordt een Cronbach’s alpha van hoger dan .70 gezien als een voldoende schaal. Dit betekent dat de vragenlijst een hoge betrouwbaarheid heeft en dat iedere respondent de vragenlijst op dezelfde wijze heeft uitgevoerd.
Tabel 2: Betrouwbaarheidsanalyse vragenlijst
Criterium
Cronbach’s alpha (betrouwbaarheid)
Voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen (16 items)
.88
Uitvoeren van reparaties, modificaties en keuringen (14 items)
.90
Afronden van reparaties, modificaties en keuringen (7 items)
.33 (scale it item deleted .83)
Begeleiden en sturen van monteurs (35 items)
.96
Kostencalculaties (11 items)
.93
De betrouwbaarheid van het criterium Afronden van reparaties, modificaties en keuringen heeft een lage betrouwbaarheid. Wanneer het item Wettelijke richtlijnen toepassen uit de vragenlijst wordt verwijderd verhoogd dit de betrouwbaarheid naar .83. Dit item zal in de verdere analyse ook niet mee worden genomen.
2.4 Factoranalyse (validiteit) Om de validiteit van de vragenlijst te bepalen is er een factoranalyse uitgevoerd over alle items in de vragenlijst. De vragenlijst is opgezet met het doel om vijf factoren (vijf kerntaken uit het kwalificatiedossier) te meten. Uit de factoranalyse zijn achttien factoren naar voren gekomen. Items die hoger laden dan .50 zijn opgenomen binnen de factoren. Opvallend hierbij is dat de meeste items hoog laden op twee factoren (zie figuur 1). Dit betekent dat de vragenlijst hoofdzakelijk twee factoren meet. Dit is te verklaren doordat er een sterke scheiding bestaat in de vragenlijst tussen het uitvoeren van werkzaamheden (kerntaak 1, 2 en 3) en het begeleiden en sturen van werkzaamheden (kerntaak 4 en 5). Het begeleiden en sturen van werkzaamheden zijn
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
6
kerntaken die relevant zijn voor leerlingen op niveau 4 (technicus landbouwmechanisatie). Op niveau 2 en 3 (monteur en allround monteur mobiele werktuigen) wordt meer de nadruk gelegd op het voorbereiden, uitvoeren en afronden van de werkzaamheden.
Figuur 1 Scree Plot van Factoranalyse
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
7
3. Resultaten De vragenlijst is zoals eerder al genoemd verdeeld over vijf verschillende onderdelen namelijk: 1) Voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen; 2) Uitvoering van reparaties, modificaties en keuringen; 3) Afronding van reparaties, modificaties en keuringen; 4) Begeleiden & sturen van monteurs; 5) Kostencalculaties. Per onderdeel zal hieronder kort weergegeven worden wat de respondenten geantwoord hebben. 92 Respondenten zijn gestart met het invullen van de vragenlijst, hiervan hebben 80 respondenten de vragenlijst volledig ingevuld. Dit verklaart kleine verschuivingen in aantallen en percentages. In de resultatensectie zal een korte, schematische weergave gegeven worden van de resultaten die voortkomen uit de vragenlijst met een korte analyse. De uitgebreide analyse van de resultaten zal volgen in de conclusie en bij de aanbevelingen. Voor gedetailleerde cijfers, zie bijlage 2. 3.1 Het voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen Het voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen is getoetst met zestien items. In figuur 2 is de verdeling over de items met de gemiddelde score weergegeven in een staafdiagram.
Figuur 2 Staafdiagram voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen (1= nooit, 2 = zelden (jaarlijks), 3= soms (maandelijks), 4= regelmatig (wekelijks), 5 = (bijna) altijd (dagelijks))
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
8
3.2 Uitvoeren van reparaties, modificaties en keuringen Het uitvoeren van reparaties, modificaties en keuringen is getoetst met veertien items. In figuur 3 is de verdeling over de items met de gemiddelde score weergegeven in een staafdiagram.
Figuur 3 Staafdiagram uitvoeren van reparaties, modificaties en keuringen (1= nooit, 2 = zelden (jaarlijks), 3= soms (maandelijks), 4= regelmatig (wekelijks), 5 = (bijna) altijd (dagelijks)
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
9
3.3 Afronden van reparaties, modificaties en keuringen Het afronden van reparaties, modificaties en keuringen is getoetst met zeven items. In figuur 4 is de verdeling over de items met de gemiddelde score weergegeven in een staafdiagram.
Figuur 4 Staafdiagram afronden van reparaties, modificaties en keuringen (1= nooit, 2 = zelden (jaarlijks), 3= soms (maandelijks), 4= regelmatig (wekelijks), 5 = (bijna) altijd (dagelijks))
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
10
3.4 Begeleiden en sturen van monteurs Het begeleiden en sturen van monteurs is getoetst met 35 items verdeeld over vier onderdelen namelijk: 1) Deelname aan werkoverleg; 2) Opstellen werkplan; 3) Ondersteunen van monteurs; 4) Administreren en archiveren van productgegevens. In figuur vijf is de verdeling over de items met de gemiddelde score weergegeven in een staafdiagram.
Figuur 5 Staafdiagram begeleiden en sturen van monteurs (1= nooit, 2 = zelden (jaarlijks), 3= soms (maandelijks), 4= regelmatig (wekelijks), 5 = (bijna) altijd (dagelijks))
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
11
3.5 Kostencalculaties Het criterium kostencalculaties is getoetst met 11 items. In figuur 6 is de verdeling over de items met de gemiddelde score weergegeven in een staafdiagram.
Figuur 6 Staafdiagram kostencalculatie (1= nooit, 2 = zelden (jaarlijks), 3= soms (maandelijks), 4= regelmatig (wekelijks), 5 = (bijna) altijd (dagelijks))
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
12
3.6 Open vragen Er is binnen de vragenlijst ook ruimte gelaten voor eventuele aanvullingen, opmerkingen. Hieronder worden de resultaten besproken.
3.6.1 Voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen Bij dit criterium wordt aangegeven dat het niet duidelijk is wat een technicus mobiele werktuigen precies doet. Dit geeft aan dat er onduidelijkheid is over de naamgeving van de opleiding en/of het kwalificatiedossier. Er wordt aangegeven dat voertuigelectronica steeds belangrijker wordt naarmate het niveau van de werknemer stijgt. Eén respondent geeft aan dat er een duidelijk onderscheid gemaakt moet worden tussen elektronische systemen en computersystemen. De eerste categorie kan door een monteur met elektrische of elektronica kennis worden behartigd, de tweede categorie vraagt om meer specialistische kennis maar ook een ander abstractieniveau. Zeker bij drive-by-write machines wordt de correlatie tussen softwarecontroller CPU- netwerk (CAN)- actuator en hardware steeds complexer.
3.6.2 Uitvoeren van reparaties, modificaties en keuringen Bij dit criterium wordt aangegeven dat de onderdelen meer passen bij een monteur Tractiebatterijen (monteur binnendienst, intern transport). Daarnaast is er onduidelijkheid over het onderdeel gevoel voor richting en ruimte. Eén respondent geeft aan deze te interpreteren als onderdeel van het hebben of creëren van overzicht op en rond de werkplek als ook het doorvoeren van werkzaamheden waar deze relevant voor zijn.
3.6.3 Afronden van reparaties, modificaties en keuringen Bij dit criterium wordt er gewezen op het onderdeel mobiel voertuig zelfstandig over de weg verplaatsen. Eén respondent geeft aan dat grondverzetmachines meestal “naast de weg” of in het veld, bouwput etcetera staan. Waar nodig en relevant – lees noodzakelijk in verband met storingsopheffingen en toegestaan ivm lokale regels en risico’s – kan en zal de monteur deze machine zelfstandig verplaatsen. Een tweede respondent geeft aan dat - de werking van de machine zoals de klant hem gebruikt, verplaatsen in de gedachten van de gebruiker - ontbreekt bij dit criterium.
3.6.4 Begeleiden en sturen van monteurs Deelname aan werkoverleg Bij dit onderdeel wordt aangegeven dat een leverancier bedoeld moet worden als een derde partij welke in het veld specialistische werkzaamheden krijgt aanbesteed door de centrale planning van het bedrijf. Een tweede respondent geeft aan dat deze onderdelen meer van toepassing zijn op de chef werkplaats/ leidinggevende van de werkplaats.
Opstellen werkplan Bij dit onderdeel zijn er geen reacties.
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
13
Organiseren van materialen en middelen Bij dit onderdeel wordt aangegeven dat voorraad bij een specifiek bedrijf alleen eigen (wagen) voorraad omslaat. Een andere respondent geeft aan dat er een onderdeel ontbreekt namelijk het op orde houden van de serviceauto met hierin gereedschap en een kleine voorraad aan onderdelen. Ondersteunen van monteurs Bij dit onderdeel wordt aangegeven dat het meer onderdelen zijn voor een leidinggevende.
Administreren en archiveren van productiegegevens Bij dit onderdeel wordt aangegeven dat de monteurs alleen hun eigen urenadministratie bij moeten houden, niet die van andere monteurs. Een andere respondent geeft aan het belangrijk te vinden dat projectmatige kosten in de gaten worden gehouden. Kosten van werkorders horen volgens hem bij het dagelijkse werk en niet bij dit criterium.
3.6.5 Kostencalculaties Bij dit onderdeel zijn er geen opmerkingen gemaakt.
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
14
4. Conclusie en discussie 4.1 Het voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen. Bij dit criterium vallen de hoge scores op, dit betekent dat er veelgebruikte onderdelen in de beroepspraktijk voorkomen in dit criterium. Vooral de volgende onderdelen scoren gemiddeld tussen 4,17 en 4,72 (waarbij onderdelen van machines het hoogste gemiddelde heeft): -
Vakjargon;
-
Aandrijving;
-
Nederlandse taal;
-
Hydrauliek;
-
Veiligheidsvoorzieningen;
-
Elektronische systemen;
-
Onderdelen van machines;
-
Elektrische verschijningen bepalen;
-
Gereedschap- en materialenkennis.
Dit betekent dat deze onderdelen minimaal wekelijks en maximaal dagelijks in de beroepspraktijk in worden gezet en dus kunnen gaan behoren tot de basiskennis/ vaardigheden in de opleiding. De volgende onderdelen scoren gemiddeld tussen 2,57 en 3,80 (waarbij oppervlakte en inhoud berekenen de laagste score heeft): -
Duitse taal;
-
Engelse taal;
-
Pneumatiek;
-
Oppervlakte en inhoud berekenen;
-
Grafieken analyseren en interpreteren;
-
Vloeistofdruk en viscositeit verklaren en toepassen.
Dit betekent dat deze onderdelen minimaal maandelijks en maximaal wekelijks in de beroepspraktijk ingezet worden. Deze onderdelen behoren niet tot de dagelijkse handelingen van een monteur en behoeven minder aandacht in de eerste leerjaren van een monteur. Voor een overzicht van alle onderdelen zie Tabel 8. Het voorbereiden van reparaties, modificaties en keuringen komen in het kwalificatiedossier voor in kerntaak 1, 2 en 3 en hebben allen een uitstroom naar niveau 2, 3 en 4 (zie bijlage 1). Dit betekent dat deze onderdelen belangrijk zijn voor de uitvoering van het beroep van een monteur mobiele werktuigen in alle modaliteiten en dus prioriteit behoeven binnen het curriculum. De vragenlijst bevestigt deze constatering. Er kan nu door middel van deze vragenlijst ook een prioriteiring gesteld worden aan de verschillende onderdelen zoals hierboven te lezen is.
4.2 Uitvoeren van modificaties, reparaties en keuringen Bij dit onderdeel vallen de hoge scores op, dit betekent dat er veel onderdelen uit dit criterium voorkomen in de beroepspraktijk. Bij de volgende onderdelen wordt gemiddeld gescoord tussen 4,15 en 4,67: -
Informatie genereren uit gegevens;
-
Proactief informeren;
-
Expertise delen;
-
Storingen herkennen;
-
Storing diagnose maken;
-
Slijtage vaststellen;
-
Metingen verrichten;
-
Afstellen van onderdelen van mobiele werktuigen;
-
Reinigen van onderdelen van mobiele werktuigen;
-
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
Bedrijfsklaar maken van mobiele werktuigen.
15
Dit betekent dat deze onderdelen gemiddeld minimaal wekelijks en maximaal dagelijks gebruikt worden in de beroepspraktijk. Deze onderdelen kunnen in het curriculum gezien worden als basiskennis/ vaardigheden. De volgende onderdelen scoren gemiddeld tussen 3,24 en 3,99: -
Onderdelen van een stroomkring
-
benoemen; -
Berekeningen uitvoeren over
Energieoverdrachtsystemen analyseren en repareren;
-
Gevoel voor richting en ruimte;
stroomspanning en vermogen; Dit betekent dat deze onderdelen minimaal maandelijks en maximaal wekelijks ingezet worden. Deze onderdelen behoren niet tot de dagelijkse beroepspraktijk van een monteur en behoeven minder aandacht voor de eerste leerjaren van een monteur mobiele werktuigen. Voor een overzicht van alle onderdelen zie Tabel 8. Het uitvoeren van reparaties, modificaties en keuringen komen in het kwalificatiedossier voor in kerntaak 1, 2 en 3 en hebben allen een uitstroom naar niveau 2, 3 en 4 (zie bijlage 1). Dit betekent dat deze onderdelen belangrijk zijn voor de uitvoering van het beroep van een monteur mobiele werktuigen in alle modaliteiten en dus prioriteit behoeven binnen het curriculum. De vragenlijst bevestigt deze constatering. Er kan nu door middel van deze vragenlijst ook een prioriteiring gesteld worden aan de verschillende onderdelen zoals hierboven te lezen is.
4.3 Afronden van reparaties, modificaties en keuringen. Binnen dit criterium scoren vijf van de zes items tussen de gemiddelden van 4,49 en 2,73. Dit houdt in dat de volgende onderdelen minimaal wekelijks en maximaal dagelijks worden toegepast in de beroepspraktijk: -
Rekening houden met
-
fabrikantspecificaties; -
Rekening houden met Kwaliteit, Arbo
Rapporteren over geconstateerde gebreken;
-
Restmateriaal scheiden en afvoeren.
en Milieu; -
Rapporteren over uitgevoerde werkzaamheden;
Deze onderdelen behoren tot de basiskennis/ vaardigheden van een monteur mobiele werktuigen. Het onderdeel Mobiel werktuig zelfstandig over de weg vervoeren scoort gemiddeld 3,53. Dit betekent dat een monteur dit maar eens per maand en maximaal eens per week hoeft uit te voeren. Dit zal geen prioriteit behoeven in de opleiding van de monteurs. Voor een overzicht van alle onderdelen zie Tabel 8. Het afronden van reparaties, modificaties en keuringen komen in het kwalificatiedossier voor in kerntaak 1, 2 en 3 en hebben allen een uitstroom naar niveau 2, 3 en 4 met uitzondering van het rapporteren over inspectie en keuringen (zie bijlage 1). Dit betekent dat deze onderdelen belangrijk zijn voor de uitvoering van het beroep van een monteur mobiele werktuigen in alle modaliteiten en dus prioriteit behoeven binnen het curriculum. De vragenlijst bevestigt deze constatering. Er kan nu door middel van deze vragenlijst ook een prioriteiring gesteld worden aan de verschillende onderdelen zoals hierboven te lezen is.
4.4 Begeleiden en sturen van monteurs Dit criterium is met een aantal van 35 items getoetst verdeeld over vier onderdelen. Opvallend zijn de lagere scores op dit criterium. Er scoren maar drie onderdelen tussen de 4 en 5 gemiddeld (4,27 – 2,77) en dat zijn: -
Afstemmen met de klant;
-
Communiceren met de klant;
-
Communiceren met collega’s.
Bedrijven geven aan deze onderdelen minimaal wekelijks en maximaal dagelijks in te zetten in de beroepspraktijk. Deze onderdelen behoren dus bij de basiskennis/ vaardigheden van een monteur mobiele werktuigen. De volgende onderdelen scoren gemiddeld tussen 3,00 en 3,99: -
Deelnemen aan vergaderingen;
-
Werkopdrachten verstrekken;
-
Aansturen van monteurs;
-
Zorgdragen voor keuring materiaal;
-
Feedback geven aan monteurs;
-
Verbeteren van processen;
-
Kwaliteit- arbo en milieuzorg initiëren
-
Inzet van materiaal;
en toezien op uitvoering;
-
Inzet van personeel;
-
Bedrijfskundige principes toepassen;
-
Voorraad beheer;
-
Methoden en middelen inzetten om
-
Rekening houden met
processen te besturen; -
goederenstroom;
Contacten met leveranciers
-
Aansturen mensen;
onderhouden;
-
Feedback geven;
-
Projectadministratie bijhouden;
-
Leidinggeven;
-
Planning maken;
-
Tekstverwerkingsprogramma
-
Systematisch werkmethoden
-
gebruiken;
opstellen;
-
Verbetervoorstellen maken;
Zelfstandig en compleet reparatieplan
-
Urenadministratie beheren;
opstellen;
-
Kosten beheren.
Dit betekent dat deze onderdelen minimaal maandelijks en maximaal wekelijks voorkomen gezien vanuit een niveau 4 positie. Deze onderdelen komen niet ‘vaak’ dagelijks voor maar zijn wel belangrijke onderdelen voor een technicus landbouwmechanisatie en behoren dus tot de basiskennis/ vaardigheden van een niveau 4 student. Tenslotte scoren de volgende onderdelen tussen 2,07 en 2,93: -
Werkoverleg organiseren;
-
Productiviteit en capaciteit van materiaal vaststellen en beoordelen;
-
-
(Bijzonder) transport van materieel verzorgen;
-
Afschrijving van materiaal
Wetgeving arbeid en sociale verzekeringen toepassen.
vaststellen; -
Kalibratiebeheer van materialen verzorgen;
-
Inspectierapporten beoordelen;
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
17
Deze onderdelen komen binnen dit criterium dus minimaal jaarlijks en maximaal maandelijks voor in de beroepspraktijk van een niveau 4 technicus landbouwmechanisatie en behoeven dus minder prioriteit binnen het curriculum. Voor een overzicht van alle onderdelen zie Tabel 8. Het begeleiden en sturen van monteurs komt in het kwalificatiedossier voor in kerntaak 4 en heeft een uitstroom naar niveau 4 (zie bijlage 1). Dit betekent dat deze onderdelen belangrijk zijn voor een technicus landbouwmechanisatie niveau 4. De vragenlijst bevestigt deze constatering gezien de scores. Deze onderdelen scoren lager op de lijst en zijn dus geen dagelijkse uitvoerende werkzaamheden maar leidinggevende onderdelen, deze komen minder vaak voor maar dit betekent niet dat deze minder belangrijk zijn. De onderdelen komen niet voor binnen de opleiding voor niveau 2 en 3 en behoren dus niet tot dat curriculum. Deze onderdelen moeten meegenomen worden in het curriculum voor een niveau 4 opleiding. Er kan nu door middel van deze vragenlijst ook een prioriteiring gesteld worden aan de verschillende onderdelen zoals hierboven te lezen is.
4.5 Kostencalculaties Dit criterium is met 11 items getoetst waarvan de gemiddelde van de items tussen de 2,12 en 3,29 ligt. Dat betekent dat deze onderdelen minimaal jaarlijks en maximaal maandelijks voorkomen voor een niveau 4 technicus landbouwmechanisatie. Wat hier wel opvalt is een hoge standaardafwijking. Dit betekent dat de bedrijven erg gespreid geantwoord hebben, zie bijlage 2. Over de gemiddelden van deze items kan geconcludeerd worden dat ze niet vaak voorkomen en specifiek gericht zijn op een leidinggevende functie op niveau 4. Wanneer deze items dagelijks voor zouden komen zou het wellicht verstandig zijn deze items al eerder in de opleiding aan de orde te laten komen. Dit is niet het geval dus de volgende items zijn typische onderdelen voor een niveau 4 student. Voor een overzicht van alle onderdelen zie Tabel 8: -
Inschatting maken op basis van
-
kengetallen;
Advies geven over afschrijving materiaal;
-
Kostprijs berekenen;
-
Presenteren van producten;
-
Offertes opstellen;
-
Verkooptechnieken toepassen;
-
Schaderapporten opstellen;
-
Marketinginstrumenten toepassen.
-
Machinekosten vastleggen;
-
Doelmatig bedrijfsvoering vaststellen;
-
Besparingsberekeningen uitvoeren;
Kostencalculaties komt in het kwalificatiedossier voor in kerntaak 5 en heeft een uitstroom naar niveau 4 (zie bijlage 1). Dit betekent dat deze onderdelen belangrijk zijn voor een technicus landbouwmechanisatie niveau 4. De vragenlijst bevestigt deze constatering gezien de scores.
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
16
Schematische weergave conclusie:
Tabel 3 : Overzicht conclusie Dagelijks - wekelijks
Wekelijks - maandelijks
Maandelijks - jaarlijks
Vakjargon Nederlandse taal Veiligheidsvoorzieningen Onderdelen van machines Gereedschap- en materialenkennis Aandrijving Hydrauliek Elektronische systemen Elektrische verschijningen Informatie genereren uit gegevens Proactief informeren Expertise delen Storingen herkennen Storing diagnose maken Slijtage vaststellen Metingen verrichten Afstellen van onderdelen van mobiele werktuigen Reinigen van onderdelen van mobiele werktuigen Bedrijfsklaar maken van mobiele werktuigen Rekening houden met fabrikantspecificaties Rekening houden met Kwaliteit-, Arbo en Milieu Rapporteren over uitgevoerde werkzaamheden Rapporteren over geconstateerde gebreken Restmateriaal scheiden en afvoeren Afstemmen met de klant Communiceren met de klant Communiceren met collega’s
Duitse taal Engelse taal Pneumatiek Oppervlakte en inhoud berekenen Grafieken analyseren en interpreteren Vloeistofdruk en viscositeit verklaren en toepassen Onderdelen van een stroomkring benoemen Berekeningen uitvoeren over stroomspanning en vermogen Energieoverdrachtsystemen analyseren en repareren Gevoel voor richting en ruimte Mobiel werktuig zelfstandig over de weg vervoeren Deelnemen aan vergaderingen Aansturen van monteurs Feedback geven aan monteurs Kwaliteit- Arbo en milieuzorg initiëren en toezien op uitvoering Bedrijfskundige principes toepassen Methoden en middelen inzetten om processen te besturen Contacten met leveranciers onderhouden Projectadministratie bijhouden Planning maken Systematisch werkmethoden opstellen Zelfstandig en compleet reparatieplan opstellen Werkopdrachten verstrekken Zorgdragen voor keuring materiaal Verbeteren van processen Inzet van materiaal Inzet van personeel Voorraad beheer Rekening houden met goederenstroom Aansturen mensen Feedback geven Leidinggeven Tekstverwerkingsprogramma gebruiken Verbetervoorstellen maken Urenadministratie beheren Kosten beheren
Werkoverleg organiseren Productiviteit en capaciteit van materiaal vaststellen en beoordelen Afschrijving van materiaal vaststellen Kalibratiebeheer van materialen verzorgen Inspectierapporten beoordelen (Bijzonder) Transport van materieel verzorgen Wetgeving arbeid Sociale verzekeringen toepassen Inschatting maken op basis van kengetallen Kostprijs berekenen Offertes opstellen Schaderapporten opstellen Machinekosten vastleggen Doelmatig bedrijfsvoering vaststellen Besparingsberekeningen uitvoeren Advies geven over afschrijving materiaal Presenteren van producten Verkooptechnieken toepassen Marketinginstrumenten toepassen
4.6 Open vragen Uit de open vragen kan geconcludeerd worden dat een enkel bedrijf een onderdeel mist in de vragenlijst maar dat er geen uitgesproken meningen bestaan over de indeling zoals deze nu voorgelegd is.
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
20
5. Literatuurlijst: Colo, Fundeon, Kenteq. (2008-2009). Landelijke kwalificaties MBO. Mobiele werktuigen. Fundeon. (2009). Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie. Fundeon 2009. Harderwijk: Fundeon. Donker van Heel, P., Kans, K., Siegert, J., Hazebroek, E. (2008). Arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie. Kenteq 2008-2009. Hilversum: Kenteq.
Onderzoeksrapport juli 2009, Femke van Laarhoven, Nehem KMC
21