Kwalificatiedossier Voertuigen en Mobiele Werktuigen
Deze verkorte uitgave bevat de belangrijkste onderdelen uit het kwalificatiedossier Voertuigen en Mobiele Werktuigen.
Werken in de voertuigenbranche
In het kwalificatiedossier staat wat een MBO-leerling moet beheersen om zijn diploma te halen. Het nieuwe dossier is geldig vanaf 1 augustus 2016 en is te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl. Het kwalificatiedossier geeft alleen de eindstreep aan. Er zijn dus geen tussentijdse evaluaties in opgenomen. De leerroute en het tempo worden in overleg met het ROC en de leerling bepaald. De schematische afbeelding hieronder laat zien: de verdeling in percentages van de totale opleidingsduur de profielen binnen dit dossier de opbouw van het dossier en de opleiding (basis, profiel en keuze) het niveau van de opleiding.
Keuzedelen
Beroepsgeriche Basis
Wat alle profielen gemeenschappelijk hebben
Algemene Basis
Nederlands, Rekenen, Loopbaan en Burgerschap
*% van de totale studielast per schooljaar (1.600 uur)
Niv. 4
P9 - Technicus mobiele werktuigen
Niv. 3
P8 - Allround Monteur mobiele werktuigen
Niv. 2
P7 - Monteur mobiele werktuigen
TSB Niv. 4
P6 - Technisch Specialist Bedrijfsauto’s
EBAT Niv. 3
P5 - Eerste Bedrijfsautotechnicus
BAT Niv. 2
P4 - Bedrijfsautotechnicus
TSP Niv. 4
P3 -Technisch Specialist Personenauto’s
EAT Niv. 3
P2 -Eerste Autotechnicus
P1 - Autotechnicus
AT Niv. 2
De leerling leert het vak in personen- en bedrijfsautobedrijven zoals dealerbedrijven, universele bedrijven en snelservicebedrijven. Technisch specialisten werken vaak in de grotere dealerwerkplaatsen. In de beroepspraktijk voeren zij technische werkzaamheden uit aan voertuigen, zoals onderhoudsbeurten, reparaties, het afleveringsklaar maken en aanpassen van nieuwe en gebruikte personen- en bedrijfsauto’s, het monteren van (elektronische) accessoires en het stellen van diagnoses. Daarnaast houden zij, afhankelijk van hun functieniveau, de bijbehorende administratie bij. De werkzaamheden worden uitgevoerd op drie verschillende niveaus (2, 3 en 4). In de beroepsgerichte basis worden vaardigheden aangeleerd die iedere leerling uiteindelijk moet beheersen. Die vaardigheden zijn vertaald in een aantal kerntaken en werkprocessen. De basistaken “Onderhoud” en “Reparatie” vragen voornamelijk om algemene kennis en vaardigheden rondom regels en instructies, gereedschappen, materialen, meten en gegevens opzoeken. Daarnaast gelden voor iedereen op elk niveau bepaalde eisen aan de beroepshouding. Die worden zwaarder naarmate de leerling vordert in zijn opleiding.
Algemene vakken
Tot het algemene deel van de opleiding behoren de vakken Nederlands, Rekenen en Loopbaan & Burgerschap. Voor de profielen op niveau 4 komt daar ook Engels bij.
Keuzedelen
De keuzedelen vervangen de zogenaamde ‘vrije ruimte’ en zijn gekoppeld aan de profielen. De keuzedelen zijn bedoeld om de leerling betere kansen op de arbeidsmarkt te bieden en/of te zorgen voor een gemakkelijkere doorstroom naar een vervolgopleiding. Het vormt als het ware een ‘plus’ op het diploma. De ROC’s kunnen zelf bepalen welke keuzedelen zij aanbieden. De keuzedelen zijn te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl.
Kerntaken en werkprocessen
In de nieuwe kwalificatiedossiers zijn de eisen duidelijker en overzichtelijker beschreven dan in de vorige versie dossiers. Kerntaken zijn de belangrijkste werkzaamheden van een Voertuigtechnicus. Werkprocessen vormen de afzonderlijke onderdelen of fasen van een kerntaak. Hieronder ziet u een overzicht van de beroepsspecifieke kerntaken en werkprocessen voor de basis en de profielen van het kwalificatiedossier Voertuigen en Mobiele Werktuigen.
Kerntaak / Werkproces AT = Autotechnicus EAT = Eerste Autotechnicus TSP = Technisch Specialist Personenauto’s BAT = Bedrijfsautotechnicus EBAT = Eerste Bedrijfsautotechnicus TSB = Technisch Specialist Bedrijfsauto’s
Profiel 1 Profiel 2 Profiel 3 Profiel 4 Profiel 5 Profiel 6
AT
EAT
TSP
BAT
EBAT
TSB
Basis
Voert onderhoud uit aan voertuigen of mobiele werktuigen Bereidt onderhoudswerkzaamheden voor
Voert onderhoudswerkzaamheden uit
Rondt onderhoudswerkzaamheden af en rapporteert
Voert reparaties uit aan voertuigen of mobiele werktuigen Bereidt reparatiewerkzaamheden voor
Voert reparatiewerkzaamheden uit
Rondt reparatiewerkzaamheden af en rapporteert
Prfofiel
Monteert accessoires, doet aanpassingen en maakt de personenauto / bedrijfsauto afleveringsklaar Bereidt afleveringsklaar maken van de personenauto/bedrijfsauto voor
Inspecteert de personenauto/bedrijfsauto
Maakt de personenauto/bedrijfsauto gereed voor aflevering
Rondt afleveringsklaar maken van de personenauto/bedrijfsauto af
Stelt diagnose aan het voertuig Bereidt diagnose aan de personenauto/ bedrijfsauto voor
Stelt diagnose aan de personenauto/ bedrijfsauto
Rondt diagnose aan de personenauto/ bedrijfsauto af
De aankomende Voertuigtechnicus is op alle niveaus klantgericht, servicegericht en heeft een lerende instelling. Als een collegiale ‘teamplayer’ springt hij bij als de klus op tijd geklaard moet worden. Hij voelt zich verantwoordelijk voor het voertuig van de klant en zet zich optimaal in om efficiënt, snel en economisch, maar ook veilig en verantwoord en volgens de regels te werken. Als hij er in zijn eentje niet uitkomt, schroomt hij niet om hulp te vragen. Dat vraagt dus ook om communicatieve en sociale vaardigheden. De ene reparatie is de andere niet. Er zijn bijvoorbeeld grote verschillen tussen het repareren van een band en het vervangen van een airco-compressor. Daarom zijn bij de basistaken aanvullende eisen opgenomen. Die gelden voor de hogere opleidingsniveaus op het gebied van complexiteit, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, (gevorderde) kennis en vaardigheden.
Profiel Autotechnicus
Wat doet de Autotechnicus?
De Autotechnicus voert onderhouds- en reparatiewerk uit aan personenauto’s. Hij maakt personenauto’s (nieuw of gebruikt) klaar voor aflevering en monteert accessoires.
Wat houdt dat in?
De werkzaamheden van de Autotechnicus zijn grotendeels standaard en routinematig. Hij werkt op aanwijzing van zijn leidinggevende en volgens de voorschriften van de fabrikant. Als hij twijfelt, iets niet begrijpt of als iets niet lukt, dan vraagt hij hulp aan een ervaren collega of aan zijn leidinggevende. Hij is alleen verantwoordelijk voor de hem toegewezen werkzaamheden en zijn werk kent over het algemeen een beperkt afbreuk- en veiligheidsrisico.
Wat heeft hij daar voor nodig?
De Autotechnicus heeft een lerende, flexibele instelling en een resultaatgerichte beroepshouding. Daarnaast beschikt hij over relevante technische kennis en werkt hij precies en efficiënt. Hij voelt zich verantwoordelijk voor de auto van de klant. Met (meet-)gereed¬schappen gaat de Autotechnicus op een veilige en verantwoorde manier om. Hij werkt regelmatig samen, dus dat vraagt om een collegiale en betrokken opstelling.
De Autotechnicus in de praktijk
Een klant komt bij de werkplaatsreceptie voor een onderhoudsbeurt aan zijn auto. De Serviceadviseur maakt de werkorder aan, neemt de sleutel in ontvangst, kijkt welke Autotechnicus beschikbaar is en geeft hem de werkorder. De Autotechnicus begint met het inklokken op de werkorder, er moet immers exact bepaald kunnen worden hoe lang de klus geduurd heeft. Dan haalt hij de auto van de klant op, plaatst beschermende hoezen over de bekleding om te voorkomen dat deze vuil wordt, en rijdt de auto op de brug. Vervolgens maakt hij een print van de inspectiechecklist. Hij controleert de verlichting en de componenten die door de chauffeur bediend kunnen worden. Dan draait hij de carterplug en het oliefilter los. Terwijl de afgewerkte motorolie in de opvangbak stroomt, voert hij een visuele controle onder de auto uit en controleert de bandenspanning. Vervolgens haalt hij bij het magazijn de benodigde onderdelen voor de onderhoudsbeurt.
Wat moet hij weten?
De Autotechnicus heeft basiskennis (op niveau 2) van: gebruikelijke vaktermen in de branche. kwaliteitsnormen en -eisen van het bedrijf. functie en opbouw van componenten en systemen van personenauto’s. relevante zoekstrategieën voor het achterhalen van (technische) gegevens. verbindings- en bevestigingsmiddelen en -technieken toegepast in/bij personenauto’s. handgereedschappen en hulpmiddelen voor het (de)monteren van personenauto-onderdelen. middelen voor het reinigen en smeren van personenauto-onderdelen. mechanische componenten/onderdelen toegepast in personenauto’s. meet- en testapparatuur voor (elektronische) componenten en systemen. technische voorzieningen voor het terugdringen van het brandstofverbruik en de schadelijke uitstoot bij personenauto’s.
Wat moet hij kunnen?
De Autotechnicus kan: relevante gereedschappen en hulpmiddelen gebruiken/bedienen. relevante informatiebronnen raadplegen. relevante meet-, controle- en testapparatuur gebruiken/bedienen. relevante reinigings- en smeermiddelen gebruiken/toepassen. gereedschappen en hulpmiddelen toepassen voor het (de)monteren van onderdelen en componenten van personenauto’s. noodzakelijke afstellingen uitvoeren. technische informatie en werkinstructies opzoeken in (digitale) systemen en toepassingen. werken met voorkomende formulieren, werkbonnen en checklists. werken volgens de kwaliteitseisen en -normen van het bedrijf en/of leverancier/importeur. wettelijke regels, voorschriften en bedrijfsprocedures toepassen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu.
Hij draait de carterplug met een nieuwe ring terug in het carter, vervangt het oliefilter en brengt het oliepeil op het juiste niveau. Vervolgens controleert hij de niveaus van de aanwezige vloeistoffen, de dikte van de remblokken en de verlichting van de auto. Tot slot vervangt hij het interieurfilter, reset hij de service-interval en vult hij het onderhoudsboekje in. Hij vinkt alle uitgevoerde werkzaamheden af op de checklist, ruimt de gebruikte gereedschappen op en rijdt de auto weer naar buiten. Tenslotte klokt hij uit op de werkorder en geeft aan de Serviceadviseur door dat de auto klaar is.
Profiel Eerste Autotechnicus
Wat doet de Eerste Autotechnicus?
De Eerste Autotechnicus voert de complexere onderhoudsbeurten en reparaties uit. Hij stelt diagnoses (met diagnose-apparatuur) bij storingen en monteert de complexere (elektronische) accessoires. Hij wisselt bij storingen informatie uit met de klant en geeft uitleg over de uitgevoerde werkzaamheden.
Wat houdt dat in?
De Eerste Autotechnicus werkt zelfstandig en draagt de verantwoordelijkheid voor zijn eigen werkzaamheden. Hij kan belast zijn met toezicht op en ondersteuning van leerlingen en minder ervaren collega’s. In die rol is hij eindverantwoordelijk voor de uitgevoerde werkzaamheden en dat betekent mogelijk grotere afbreukrisico’s. Actief bijblijven op zijn vakgebied is voor hem belangrijk.
Wat heeft hij daar voor nodig?
Van de Eerste Autotechnicus worden dezelfde kwaliteiten verlangd als van de Autotechnicus, met een ‘plus’ op het gebied van zelfstandigheid, analytisch vermogen en creativiteit. Hij moet bij het diagnose stellen alert zijn op het herkennen van niet gemelde gebreken. Daarnaast is hij in staat om planmatig te werk te gaan en de juiste prioriteiten te stellen. Hij moet dan een verantwoorde afweging kunnen maken tussen bijvoorbeeld preventief onderhoud of wachten tot de volgende onderhoudsbeurt. Dankzij een toereikende kennis van de Engelse taal is hij in staat Engelstalige instructies en handleidingen te begrijpen.
De Eerste Autotechnicus in de praktijk
Een klant komt bij de werkplaatsreceptie met de klacht dat zijn auto behoorlijk inhoudt maar dat er geen storingslamp brandt. De Serviceadviseur maakt de werkorder aan, neemt de sleutel in ontvangst, kijkt welke eerste autotechnicus beschikbaar is en geeft hem de werkorder. De Eerste Autotechnicus begint met het inklokken op de werkorder, er moet immers exact bepaald kunnen worden hoe lang de klus geduurd heeft. Dan haalt hij de auto van de klant op, plaatst beschermende hoezen over de bekleding om te voorkomen dat deze vuil wordt, en rijdt de auto op de brug. Vervolgens leest hij voor de zekerheid toch het foutgeheugen van het motormanagement systeem uit. Aangezien er geen aan de klacht gerelateerde fouten worden gevonden, kijkt hij in het foutgeheugen van andere units. Ook hier komen geen bijzonderheden naar voren.
Wat moet hij weten?
De Eerste Autotechnicus heeft kennis (op niveau 3) van: gebruikelijke vaktermen in de branche. kwaliteitsnormen en -eisen van het bedrijf. functie en opbouw van componenten en systemen van personenauto’s. relevante zoekstrategieën voor het achterhalen van (technische) gegevens. verbindings- en bevestigingsmiddelen en -technieken toegepast in/bij personenauto’s. middelen voor het reinigen en smeren van personenauto-onderdelen. handgereedschappen en hulpmiddelen voor het (de)monteren van personenauto-onderdelen. mechanische componenten/onderdelen toegepast in personenauto’s. elektrische componenten/onderdelen toegepast in personenauto’s. elektronische componenten/onderdelen toegepast in personenauto’s. meet- en testapparatuur voor (elektronische) componenten en systemen. technische voorzieningen voor het terugdringen van het brandstofverbruik en de schadelijke uitstoot bij personenauto’s.
Wat moet hij kunnen?
De Eerste Autotechnicus kan: relevante gereedschappen en hulpmiddelen gebruiken/bedienen. relevante informatiebronnen raadplegen. relevante meet-, controle- en testapparatuur gebruiken/bedienen. relevante reinigings- en smeermiddelen gebruiken/toepassen. gereedschappen en hulpmiddelen toepassen voor het (de)monteren van onderdelen en componenten van personenauto’s. noodzakelijke afstellingen uitvoeren. technische informatie en werkinstructies opzoeken in (digitale) systemen en toepassingen. werken met voorkomende formulieren, werkbonnen en checklists. werken volgens de kwaliteitseisen en -normen van het bedrijf en/of leverancier/importeur. wettelijke regels, voorschriften en bedrijfsprocedures toepassen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu. relevante Engelstalige teksten op zijn vakgebied lezen.
Na het maken van een proefrit blijkt dat de klant wel gelijk heeft t.a.v. de klacht, waarna de Eerste Autotechnicus besluit om de meetwaarde blokken te controleren. Hieruit komt naar voren dat de luchtmassa meter en de turbodruksensor een veel te lage waarde geven. Bij controle van het inlaatspruitstuk en de turbo blijkt het huis van de EGR klep weggezakt te zijn waardoor het inlaatspruitstuk een directe verbinding met de buitenlucht heeft. Het terugplaatsen van de klep ondersteunt de Eerste Autotechnicus met een sterk borgmiddel om herhaling te voorkomen. Vervolgens ruimt hij de gebruikte gereedschappen op en rijdt de auto weer naar buiten. Hij klokt uit op de werkorder en geeft aan de Serviceadviseur door wat er aan de hand was en dat de auto klaar is.
Profiel Technisch Specialist Personenauto’s
Wat doet de Technisch Specialist Personenauto’s?
De Technisch Specialist Personenauto’s voert werkzaamheden uit aan de meest complexe communicatieen regelsystemen in de auto. Hij is de technische contactpersoon voor klanten en andere externe relaties. Als vraagbaak op technisch gebied zorgt hij ervoor dat leerlingen en collega’s hun vakkennis op peil kunnen houden.
Wat houdt dat in?
Op autotechnisch gebied is de Technisch Specialist Personenauto’s de hoogst opgeleide in het bedrijf. Hij moet dus regelmatig pionieren en externe expertise inschakelen. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor eigen werkzaamheden zijn dan ook belangrijke kwaliteiten. Bij de grotere holdings treedt hij soms op als ‘vliegende troubleshooter’ en werkt hij dus niet alleen in zijn eigen vestiging. Leerlingen en minder ervaren collega’s kunnen rekenen op zijn toezicht en ondersteuning. Daarbij is hij eindverantwoordelijk voor de uitgevoerde werkzaamheden en dat betekent mogelijk grote afbreukrisico’s. Actief bijblijven op zijn vakgebied en het proactief delen van de door hem opgedane kennis in zijn werk of tijdens importeurstrainingen, is voor hem belangrijk.
Wat heeft hij daar voor nodig?
Van de Technisch Specialist Personenauto’s worden dezelfde kwaliteiten verlangd als van de Eerste Autotechnicus, met een ‘plus’ op het gebied van zelfstandigheid, analytisch vermogen en creativiteit. Hij moet bij het diagnose stellen alert zijn op het herkennen van niet gemelde gebreken. Daarnaast is hij in staat om planmatig te werk te gaan en de juiste prioriteiten te stellen. Hij moet dan een verantwoorde afweging kunnen maken tussen bijvoorbeeld preventief onderhoud of wachten tot de volgende onderhoudsbeurt.
De Technisch Specialist Personenauto’s in de praktijk
De klant vertelt aan de Serviceadviseur dat zijn auto opeens veel meer brandstof verbruikt. De Serviceadviseur maakt een werkorder aan en noteert zoveel mogelijk details. Hij draagt de werkorder over aan de Technisch Specialist Personenauto’s en bespreekt met hem de details die hij van de klant gehoord heeft. Dan haalt hij de auto van de klant op, plaatst beschermende hoezen over de bekleding om te voorkomen dat deze vuil wordt, en maakt hij een proefrit met een gekalibreerde verbruiksmeter om zelf de aard van de klacht vast te kunnen stellen. Terug in de werkplaats gaat hij met behulp van de systeemtester de storing uitlezen. Hij vindt geen foutcodes, geen storing en de motor loopt verder goed. Nu komt het aan op het analytische vermogen van de Technisch Specialist. Hij verdiept zich in de technische systemen van de auto en checkt bij de fabrikant of de storing bekend is en of er mogelijke oorzaken en oplossingen voorhanden zijn. Hij heeft specifieke kennis nodig van het merk, het model en het type motor om te weten hoe hij de gegevens moet interpreteren en analyseren.
Wat moet hij weten?
De Technisch Specialist Personenauto’s heeft brede en specialistische kennis (op niveau 4) van: gebruikelijke vaktermen in de branche. kwaliteitsnormen en -eisen van het bedrijf. functie en opbouw van componenten en systemen van personenauto’s. relevante zoekstrategieën voor het achterhalen van (technische) gegevens. verbindings- en bevestigingsmiddelen en -technieken toegepast in/bij personenauto’s. middelen voor het reinigen en smeren van personenauto-onderdelen. handgereedschappen en hulpmiddelen voor het (de)monteren van personenauto-onderdelen. mechanische componenten/onderdelen toegepast in personenauto’s. elektrische componenten/onderdelen toegepast in personenauto’s. elektronische componenten/onderdelen toegepast in personenauto’s. meet- en testapparatuur voor (elektronische) componenten en systemen. technische voorzieningen voor het terugdringen van het brandstofverbruik en de schadelijke uitstoot bij personenauto’s. alternatieve aandrijf- en brandstofconcepten bij personenauto’s.
Wat moet hij kunnen?
De Technisch Specialist Personenauto’s kan: relevante gereedschappen en hulpmiddelen gebruiken/bedienen. relevante informatiebronnen raadplegen. relevante meet-, controle- en testapparatuur gebruiken/bedienen. relevante reinigings- en smeermiddelen gebruiken/toepassen. gereedschappen en hulpmiddelen toepassen voor het (de)monteren van onderdelen en componenten van personenauto’s. noodzakelijke afstellingen uitvoeren. technische informatie en werkinstructies opzoeken in (digitale) systemen en toepassingen. werken met voorkomende formulieren, werkbonnen en checklists. werken volgens de kwaliteitseisen en -normen van het bedrijf en/of leverancier/importeur. toezien op het toepassen van wettelijke regels, voorschriften en bedrijfsprocedures met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu.
Op grond van de klacht gaat hij eerst met de systeemtester de inspuittijd en de brandstofdruk meten. De inspuittijd blijkt in orde. Vervolgens stelt hij vast dat de brandstofdruk onjuist is. Die wordt gemeten door de brandstofdruksensor. Hij concludeert dat de druksensor defect is en vervangt hem. Tenslotte gaat hij een proefrit maken om te controleren of de klacht is verholpen. Is dat het geval, dan meldt hij de opdracht af. Als de klant zijn auto weer komt halen, kan de Serviceadviseur eventueel aan de Technisch Specialist vragen om aan de klant uit te leggen wat hij gedaan heeft.
Profiel Bedrijfsautotechnicus
Wat doet de Bedrijfsautotechnicus?
De Bedrijfsautotechnicus voert onderhoud en reparaties uit aan bedrijfsauto’s. Hij maakt bedrijfsauto’s (nieuw of gebruikt) klaar voor aflevering, monteert accessoires en voert aanpassingen uit. Daarbij krijgt hij ook te maken met getrokken materieel en met diverse appendages als laad- en losinrichtingen.
Wat houdt dat in?
De werkzaamheden van de Bedrijfsautotechnicus zijn grotendeels standaard en routinematig. Hij werkt op aanwijzing van zijn leidinggevende en volgens de voorschriften van de fabrikant. Als hij twijfelt, iets niet begrijpt of als iets niet lukt, dan vraagt hij hulp aan een ervaren collega of aan zijn leidinggevende. Hij is alleen verantwoordelijk voor de hem toegewezen werkzaamheden en zijn werk kent over het algemeen een beperkt afbreuk- en veiligheidsrisico.
Wat heeft hij daar voor nodig?
De Bedrijfsautotechnicus heeft een lerende, flexibele instelling en een resultaatgerichte beroepshouding. Daarnaast beschikt hij over relevante technische kennis en werkt hij precies en efficiënt. Hij voelt zich verantwoordelijk voor de auto van de klant/chauffeur. Met (meet-)gereed¬schappen gaat de Bedrijfsautotechnicus op een veilige en verantwoorde manier om. De factor tijd is cruciaal in het onderhoud van bedrijfsauto’s, waarbij soms een beroep wordt gedaan op iedere beschikbare technicus. Dat vraagt dus om een collegiale en betrokken opstelling. Actief bijblijven op zijn vakgebied is voor hem belangrijk.
De Bedrijfsautotechnicus in de praktijk
Een klant komt bij de werkplaatsreceptie voor een onderhoudsbeurt aan zijn bedrijfsauto. De Serviceadviseur maakt de werkorder aan, neemt de sleutel in ontvangst, kijkt welke Bedrijfsautotechnicus beschikbaar is en geeft hem de werkorder. De Bedrijfsautotechnicus begint met het inklokken op de werkorder, want er moet exact bepaald kunnen worden hoe lang de klus geduurd heeft. Dan haalt hij de bedrijfsauto van de klant op, plaatst beschermende hoezen over de bekleding om te voorkomen dat deze vuil wordt, en rijdt de auto op de brug. Vervolgens maakt hij een print van de inspectiechecklist. Hij controleert de verlichting en de componenten die door de chauffeur bediend kunnen worden. Dan draait hij de carterplug en het oliefilter los. Terwijl de afgewerkte motorolie in de opvangbak stroomt, voert hij een visuele controle onder de bedrijfsauto uit en controleert de bandenspanning.
Wat moet hij weten?
De Bedrijfsautotechnicus heeft basiskennis (op niveau 2) van: gebruikelijke vaktermen in de branche. kwaliteitsnormen en -eisen van het bedrijf. functie en opbouw van componenten en systemen van bedrijfsauto’s. relevante zoekstrategieën voor het achterhalen van (technische) gegevens. verbindings- en bevestigingsmiddelen en -technieken toegepast in/bij bedrijfsauto’s. handgereedschappen en hulpmiddelen voor het (de)monteren van bedrijfsauto-onderdelen. middelen voor het reinigen en smeren van bedrijfsauto-onderdelen. risico’s bij hijsen, heffen, tillen en dragen. mechanische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. elektrische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. elektronische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. hydraulische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. pneumatische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. meet- en testapparatuur voor (elektronische) componenten en systemen. technische voorzieningen voor het terugdringen van het brandstofverbruik en de schadelijke uitstoot bij bedrijfsauto’s.
Wat moet hij kunnen?
De Bedrijfsautotechnicus kan: relevante gereedschappen en hulpmiddelen gebruiken/bedienen. relevante informatiebronnen raadplegen. relevante meet-, controle- en testapparatuur gebruiken/bedienen. relevante reinigings- en smeermiddelen gebruiken/toepassen. gereedschappen en hulpmiddelen toepassen voor het (de)monteren van onderdelen en componenten van bedrijfsauto’s. noodzakelijke afstellingen uitvoeren. technische informatie en werkinstructies opzoeken in (digitale) systemen en toepassingen. werken met voorkomende formulieren, werkbonnen en checklists. werken volgens de kwaliteitseisen en -normen van het bedrijf en/of leverancier/importeur. wettelijke regels, voorschriften en bedrijfsprocedures toepassen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu.
Vervolgens haalt hij bij het magazijn de benodigde onderdelen voor de onderhoudsbeurt. Hij draait de carterplug met een nieuwe ring terug in het carter, vervangt het oliefilter en brengt het oliepeil op het juiste niveau. Vervolgens controleert hij de niveaus van de aanwezige vloeistoffen, de dikte van de remblokken en de verlichting van de bedrijfsauto. Tot slot vervangt hij het interieurfilter, reset hij de service-interval en vult hij het onderhoudsboekje in. Hij vinkt alle uitgevoerde werkzaamheden af op de checklist, ruimt de gebruikte gereedschappen op en rijdt de bedrijfsauto weer naar buiten. Hij klokt uit op de werkorder en geeft aan de Serviceadviseur door dat de bedrijfsauto klaar is.
Profiel Eerste Bedrijfsautotechnicus
Wat doet de Eerste Bedrijfsautotechnicus?
De Eerste Bedrijfsautotechnicus voert de complexere onderhoudsbeurten en reparaties uit. Hij stelt diagnoses (met diagnose-apparatuur) bij storingen en monteert de complexere (elektronische) accessoires. Daarbij kan hij te maken krijgen met getrokken materieel en met diverse appendages als laad- en losinrichtingen. Hij wisselt informatie uit met de klant bij storingen en geeft uitleg over de uitgevoerde werkzaamheden.
Wat houdt dat in?
Hij werkt zelfstandig en draagt de verantwoordelijkheid voor zijn eigen werkzaamheden. De Eerste Bedrijfsautotechnicus kan belast zijn met toezicht op en ondersteuning van leerlingen en minder ervaren collega’s. In die rol is hij eindverantwoordelijk voor de uitgevoerde werkzaamheden en dat betekent mogelijk grotere afbreukrisico’s. Hij heeft contact met klanten/chauffeurs en moet zich daarom kunnen verplaatsen in de situatie van zijn gesprekspartner. Actief bijblijven op zijn vakgebied is voor hem belangrijk.
Wat heeft hij daar voor nodig?
Van de Eerste Bedrijfsautotechnicus worden dezelfde kwaliteiten verlangd als van de Bedrijfsautotechnicus, met een ‘plus’ op het gebied van zelfstandigheid, analytisch vermogen en creativiteit. Hij moet bij het stellen van de diagnose vooral alert zijn op het herkennen van niet gemelde gebreken. Daarnaast is hij in staat om planmatig te werk te gaan en de juiste prioriteiten te stellen. Hij moet dan een verantwoorde afweging kunnen maken tussen bijvoorbeeld preventief onderhoud of wachten tot de volgende onderhoudsbeurt. Dankzij toereikende kennis van de Engelse taal is hij in staat Engelstalige instructies en handleidingen te begrijpen. De Eerste Bedrijfsautotechnicus kan 24-uurs hulpdiensten hebben. Pechhulp aan gestrande bedrijfsvoertuigen vraagt om een hoge mate van creativiteit, improvisatievermogen en een groot (verkeers)veiligheidsbewustzijn. Goede doorvraagtechnieken zijn essentieel om te bepalen welke materialen mee moeten.
De Eerste Bedrijfsautotechnicus in de praktijk
Een klant heeft de servicedienst van het bedrijf gebeld met de mededeling dat de laadklep van zijn truck open blijft staan. Hij kan dus niet verder rijden. De Serviceadviseur geeft de melding door aan de eerste bedrijfsautotechnicus. Die belt op zijn beurt met de chauffeur om te vernemen wat er precies aan de hand is. Het stellen van de juiste vragen is een belangrijk onderdeel van het diagnose stellen. Allereerst moet de Eerste Bedrijfsautotechnicus precies weten over welk merk en type laadklep het gaat. Dan wil hij weten wat precies de klacht is en wanneer die optreedt. Zo kan hij erachter komen of het een elektrisch, mechanisch of hydraulisch probleem is. Hij vraagt de chauffeur achtereenvolgens om visueel de bewegende delen en het hydraulisch systeem na te lopen, te controleren en enkele eenvoudige tests uit te voeren. Dit levert niets op en lijkt allemaal in orde te zijn. De Eerste Bedrijfsautotechnicus concludeert dat het dan waarschijnlijk om een elektrische storing gaat. Hij moet er dus zelf heen. Voordat hij in de servicewagen stapt, verzamelt hij alle onderdelen, gereedschappen, schema’s en andere documentatie die hij mogelijk nodig kan hebben.
Wat moet hij weten?
De Eerste Bedrijfsautotechnicus heeft kennis (op niveau 3) van: gebruikelijke vaktermen in de branche. kwaliteitsnormen en -eisen van het bedrijf. functie en opbouw van componenten en systemen van bedrijfsauto’s. relevante zoekstrategieën voor het achterhalen van (technische) gegevens. verbindings- en bevestigingsmiddelen en -technieken toegepast in/bij bedrijfsauto’s. middelen voor het reinigen en smeren van bedrijfsauto-onderdelen. handgereedschappen en hulpmiddelen voor het (de)monteren van bedrijfsauto-onderdelen. mechanische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. elektrische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. elektronische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. meet- en testapparatuur voor (elektronische) componenten en systemen. pneumatische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. technische voorzieningen voor het terugdringen van het brandstofverbruik en de schadelijke uitstoot bij bedrijfsauto’s. risico’s bij dragen, tillen, heffen en hijsen.
Wat moet hij kunnen?
De Eerste Bedrijfsautotechnicus kan: relevante gereedschappen en hulpmiddelen gebruiken/bedienen. relevante informatiebronnen raadplegen. relevante meet-, controle- en testapparatuur gebruiken/bedienen. relevante reinigings- en smeermiddelen gebruiken/toepassen. gereedschappen en hulpmiddelen toepassen voor het (de)monteren van onderdelen en componenten van bedrijfsauto’s. gereedschappen en hulpmiddelen toepassen voor het repareren van onderdelen en componenten van bedrijfsauto’s. noodzakelijke afstellingen uitvoeren. technische informatie en werkinstructies opzoeken in (digitale) systemen en toepassingen. werken met voorkomende formulieren, werkbonnen en checklists. werken volgens de kwaliteitseisen en -normen van het bedrijf en/of leverancier/importeur. wettelijke regels, voorschriften en bedrijfsprocedures toepassen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu. relevante Engelstalige teksten op zijn vakgebied lezen. hulpmiddelen toepassen voor het (de)monteren van onderdelen en componenten van bedrijfsauto’s.
Bij het pechgeval aangekomen start hij met het doormeten van het elektrische circuit van het laadklepsysteem, te beginnen bij de zekeringen. Uiteindelijk stuit hij op een relais dat niet de juiste meetwaarde geeft. Om dit te controleren vervangt hij het relais door een nieuw exemplaar dat hij bij zich heeft. De laadklep doet het weer. Nadat hij heeft vastgesteld dat de rest van het elektrische circuit in orde is en de laadklep goed blijft functioneren, sluit hij alles af en pakt zijn spullen weer in. De chauffeur kan weer verder en de Eerste Bedrijfsautotechnicus kan weer terug naar zijn bedrijf. Bij terugkomst noteert hij de gebruikte onderdelen en tijd, en geeft dit door aan de receptie.
Profiel Technisch Specialist Bedrijfsauto’s
Wat doet de Technisch Specialist Bedrijfsauto’s?
De Technisch Specialist Bedrijfsauto’s voert de meest complexe werkzaamheden uit. Daarbij kan hij te maken krijgen met getrokken materieel en met diverse appendages als laad- en losinrichtingen. Voor klanten en andere externe relaties is hij de technische contactpersoon. Als vraagbaak op technisch gebied zorgt hij ervoor dat leerlingen en collega’s hun vakkennis op peil kunnen houden.
Wat houdt dat in?
Op bedrijfsautotechnisch gebied is de Technisch Specialist Bedrijfsauto’s de hoogst opgeleide in het bedrijf. Hij moet dus regelmatig pionieren en externe expertise inschakelen. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid voor eigen werkzaamheden zijn dan ook belangrijke kwaliteiten. Bij de grotere holdings treedt hij soms op als ‘vliegende troubleshooter’ en werkt hij dus niet alleen in zijn eigen vestiging. Leerlingen en minder ervaren collega’s kunnen rekenen op zijn toezicht en ondersteuning. Daarbij is hij eindverantwoordelijk voor de uitgevoerde werkzaamheden en dat betekent mogelijk grote afbreukrisico’s. Actief bijblijven op zijn vakgebied en het proactief delen van de door hem opgedane kennis in zijn werk of tijdens importeurstrainingen, is voor hem belangrijk.
Wat heeft hij daar voor nodig?
Van de Technisch Specialist Bedrijfsauto’s worden dezelfde kwaliteiten verlangd als van de Eerste Bedrijfsautotechnicus, met een ‘plus’ op het gebied van zelfstandigheid, analytisch vermogen en creativiteit. Hij moet bij het diagnose stellen alert zijn op het herkennen van niet gemelde gebreken. Daarnaast is hij in staat om planmatig te werk te gaan en de juiste prioriteiten te stellen. Hij moet dan een verantwoorde afweging kunnen maken tussen bijvoorbeeld preventief onderhoud of wachten tot de volgende onderhoudsbeurt. De Technisch Specialist Bedrijfsauto’s kan 24-uurs hulpdiensten hebben. Pechhulp aan gestrande bedrijfsvoertuigen vraagt om een hoge mate van creativiteit, improvisatievermogen en een groot (verkeers)veiligheidsbewustzijn. Goede doorvraagtechnieken zijn essentieel om te bepalen welke materialen mee moeten.
De Technisch Specialist Bedrijfsauto’s in de praktijk
Een klant staat bij de serviceadviseur van het bedrijf met de mededeling dat de toerenregeling voor het gebruik van de PTO het vaak laat afweten. De toerenregeling is voor deze klant erg belangrijk omdat de PTO een pompinstallatie aandrijft die op maximale capaciteit moet werken om zo kort mogelijk overlast te veroorzaken op het terrein waar geladen moet worden. Te hoge toeren zijn funest voor de installatie en te laag levert een boze klant op. Helaas is het probleem op het moment van controle niet aanwezig. De Technisch Specialist Bedrijfsauto’s vraagt de chauffeur wanneer de situatie zich precies voordoet, waarop de klant meldt dat het alleen gebeurt op dagen dat het regent en altijd bij dezelfde klant. Het uitlezen van het foutgeheugen levert geen bijzonderheden op. Na enige doorvraag over de situatie bij de betreffende klant wordt duidelijk dat het terrein waar gewerkt wordt erg krap is en alleen achteruit benaderd kan worden.
Wat moet hij weten?
De Technisch Specialist Bedrijfsauto’s heeft brede en specialistische kennis (op niveau 4) van: gebruikelijke vaktermen in de branche. kwaliteitsnormen en -eisen van het bedrijf. functie en opbouw van componenten en systemen van bedrijfsauto’s. relevante zoekstrategieën voor het achterhalen van (technische) gegevens. verbindings- en bevestigingsmiddelen en -technieken toegepast in/bij bedrijfsauto’s. middelen voor het reinigen en smeren van bedrijfsauto-onderdelen. handgereedschappen en hulpmiddelen voor het (de)monteren van bedrijfsauto-onderdelen. mechanische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. elektrische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. elektronische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. hydraulische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. pneumatische componenten/onderdelen toegepast in bedrijfsauto’s. meet- en testapparatuur voor (elektronische) componenten en systemen. technische voorzieningen voor het terugdringen van het brandstofverbruik en de schadelijke uitstoot bij bedrijfsauto’s. alternatieve aandrijf- en brandstofconcepten bij bedrijfsauto’s. risico’s bij dragen, tillen, heffen en hijsen.
Wat moet hij kunnen?
De Technisch Specialist Bedrijfsauto’s kan: relevante gereedschappen en hulpmiddelen gebruiken/bedienen. relevante informatiebronnen raadplegen. relevante meet-, controle- en testapparatuur gebruiken/bedienen. relevante reinigings- en smeermiddelen gebruiken/toepassen. gereedschappen en hulpmiddelen toepassen voor het (de)monteren van onderdelen en componenten van bedrijfsauto’s. noodzakelijke afstellingen uitvoeren. technische informatie en werkinstructies opzoeken in (digitale) systemen en toepassingen. werken met voorkomende formulieren, werkbonnen en checklists. werken volgens de kwaliteitseisen en -normen van het bedrijf en/of leverancier/importeur. toezien op het toepassen van wettelijke regels, voorschriften en bedrijfsprocedures met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu.
Meer informatie? Onze onderwijskundige specialisten helpen u met oplossingen rondom personeel, onderwijsinrichting en de inzet van leermiddelen. Vragen over de kwalificatiedossiers? T 030 608 77 96 / E
[email protected] Vrijblijvend kennismaken? Onze accountmanagers helpen u graag: Sjoerd Flonk (06-51190973) / Jenneke de Winter (06-53215189)
Aangezien de klacht van de installatie zich alleen op dit adres voordoet kijkt de Technisch Specialist wat de achteruit en het toerental met elkaar te maken hebben. Uit de schema’s blijkt dat het signaal voor het toerental en de draad voor de achteruitrijverlichting naast elkaar in de doorvoerconnector onder de cabine zitten. Na het controleren van deze connector blijkt er aardig wat aanslag op de contacten te zitten. Het vermoeden bestaat dat de waterdichte stekker misschien niet zo waterdicht is. De Technisch Specialist maakt de contacten schoon en verplaatst uit voorzorg het contact voor de achteruitrijverlichting naar een andere “vrije” positie. Daarnaast vervangt hij de afdichtingen in de connector om deze weer waterdicht te maken. Uit controle blijkt dat de ingang van het toerental na een sluiting met + geweigerd wordt tot het contact uit is geweest. Op de werkorder vermeldt de Technisch Specialist de benodigde tijd voor onderzoek en reparatie. Aan de chauffeur wordt nog mee gegeven dat als zich zoiets voordoet het systeem gereset kan worden door het contact uit te zetten en opnieuw te starten.
