Onderzoeksrapport Buurtonderzoek Inloophuis Psychiatrie Leiden
Project Praktijk Studiejaar: 2011-2012 Opleiding: Sph/Mwd Voltijd Jaar 4. Minor: Agoog in de GGZ Docent: Jet Breukel Opdrachtgever: Arjen Bergman Datum: 27 januari 2012 Klas: SWGGZ4B2 Studenten: Anne Aarden Mehtap Aynaoglu Mark van den Berg Jennie Gooris Anne-Wil Pesschier Miriam van Rijn Seda Ugur
1
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Inleiding
3
1. Achtergronden
4
1.1 Het Inloophuis Psychiatrie leiden en GGZ het informatiepunt
5
1.2 Beschrijving van de organisatiestructuur van Inloophuis psychiatrie Leiden
6
1.3 Ontstaan van de antipsychiatrie
7
1.4 Verschil tussen een inloophuis en een wegloophuis
8
1.5 Gedane onderzoeken
10
2. Het Onderzoek
11
2.1 Het onderzoek in de oude buurt
11
2.2. Het onderzoek in de nieuwe buurt
14
2.3 Het onderzoek onder bezoekers en vrijwilligers
16
2.4 Samenvatting conclusies en aanbevelingen van het gehele onderzoek:
20
Literatuurlijst
22
2
Voorwoord Graag willen wij ons voorstellen, wij zijn projectgroep SWGGZ4B2 bestaande uit Anne Aarden, Mehtap Aynaoglu, Mark van den Berg, Jennie Gooris, Anne-Wil Pesschier, Miriam van Rijn en Seda Ugur. Wij zijn studenten aan de Hogeschool Leiden en volgen de studie ‘Sociaal Pedagogisch Hulpverlening’ of ‘Maatschappelijk Werk en Dienstverlening’. Wij volgen de minor agoog in de geestelijke gezondheidszorg, dit is tevens een belangrijk onderdeel van het vierde jaar en zal bijdragen aan de richting die wij op gaan als wij dit jaar afstuderen. Deze minor bevat verschillende onderdelen en het uitvoeren van het praktijkgericht onderzoek onder de naam ‘Project Praktijk’ is hier één van. Docente Jet Breukel heeft ons begeleid bij de uitvoering van dit project en het bijbehorende onderzoek. Tevens heeft Jet Breukel ons in contact gebracht met de opdrachtgever van het onderzoek, Arjan Bergman. Arjen Bergman is werkzaam bij het ‘GGZ informatiepunt’ en het ‘Inloophuis Psychiatrie Leiden’. De laatst genoemde organisatie is degene waar wij onderzoek gaan doen. Hierover kunt u later in dit rapport meer informatie lezen. Voordat u in de volgende hoofdstukken verdere informatie over de aanleiding, achtergronden, uitvoering, resultaten en aanbevelingen van dit onderzoek zult lezen willen wij graag een aantal mensen bedanken. Graag willen wij de bovengenoemde docente Jet Breukel en opdrachtgever Arjen Bergman bedanken voor hun begeleiding. Ook bedanken wij de inlopers, vrijwilligers en (oud)buurtbewoners van het inloophuis Psychiatrie Leiden voor hun tijd en openhartigheid.
3
Inleiding In het voorwoord heeft u kunnen lezen dat Arjen Bergman namens Inloophuis Psychiatrie Leiden de opdrachtgever van dit onderzoek is. Arjen Bergman wilde vanuit zijn functie graag weten of de buurtbewoners van de wijk Pancrast-West, waar tevens het Inloophuis Psychiatrie Leiden is gevestigd, op de hoogte zijn van het bestaan en de functie van het Inloophuis. De directe aanleiding van dit buurtonderzoek is de verhuizing van het inloophuis op 23 november jl. vanaf het Rapenburg te Leiden naar de Hooigracht te Leiden. Om de onderzoeksvraag ‘hoe kan het inloophuis na de verhuizing maatschappelijke opvang realiseren in een nieuwe buurt?’ zo volledig mogelijk te kunnen beantwoorden, is de groep in overleg met de opdrachtgever opgesplitst in drie subgroepen. Elke subgroep heeft een eigen onderzoekspopulatie toegewezen gekregen: -De buurtbewoners van de huidige locatie van het inloophuis; -De buurtbewoners van de vorige locatie van het inloophuis; -De bezoekers en vrijwilligers van het inloophuis De reden dat de buurtbewoners, bezoekers en vrijwilligers van het inloophuis zijn bevraagd door middel van interviews en enquêtes is dat we de opdrachtgever aanbevelingen kunnen doen vanuit verschillende perspectieven. In dit onderzoeksrapport zal er bij hoofdstuk 1, de achtergronden van dit onderzoek, een uitleg gegeven worden over de functie en de doelgroep van het inloophuis en volgt er een beschrijving van de organisatiestructuur van Inloophuis Psychiatrie Leiden aan de hand van het boek ‘Introductie in management’ van Peter Thuis. Ook kunt u een belangrijk stuk over de antipsychiatrie lezen. In dit deel van de achtergronden wordt het ontstaan van de antipsychiatrie, daarbij de maatschappelijk georiënteerde zorg en de visie op de vorm van bejegening van tegenwoordig beschreven. De daaropvolgende paragraaf bevat informatie over het verschil tussen een inloop- en wegloophuis en het laatste stuk van de achtergrond informatie bevat een korte analyse van eerder gedaan buurtonderzoek met als onderwerp ggz in de buurt. In hoofdstuk 2 komen de uitkomsten van het onderzoek aan bod. In hoofdstuk 2.1 het onderzoek wat in de oude buurt is gedaan, in hoofdstuk 2.2 het onderzoek wat in de nieuwe buurt is gedaan en in hoofdstuk 2.3 komen de bevindingen uit het onderzoek dat in het inloophuis zelf heeft plaatsgevonden, aan het licht. De bevindingen zijn weergegeven aan de hand van een overzicht van de voorgelegde vragen, de (schematische)weergave van de uitkomsten, de conclusies en de aanbevelingen van dit onderzoek. In hoofdstuk 2.4 kunt u de conclusies en aanbevelingen van alle drie de onderzoeken nog een keer nalezen in een samenvatting.
4
1. Achtergronden van dit onderzoek 1.1 Het Inloophuis Psychiatrie Leiden en GGZ het informatiepunt Het informatiepunt en het inloophuis zijn twee aparte takken van dezelfde organisatie. Dit is de reden dat beiden takken zijn uitgewerkt, ondanks dat er onderzoek wordt gedaan bij alleen het Inloophuis Psychiatrie Leiden. Wat is het ‘Inloophuis Psychiatrie Leiden’? Het inloophuis bezit een gezellige huiskamer. In de huiskamer krijgen de gasten een kans om kennis te maken met lotgenoten en hiermee een gesprek te voeren, een spelletje te spelen of simpelweg hun verhaal kwijt kunnen. Iedereen kan zichzelf zijn in de huiskamer, het inloophuis is een gezellige ontmoetingsplek. Iedereen is er van harte welkom. Voor wie is het ‘Inloophuis Psychiatrie Leiden’? Het inloophuis biedt mensen een huiskamer die een psychiatrisch verleden of actieve psychische problemen hebben. Veel van de bezoekers van het inloophuis zijn opgenomen geweest en hebben een moeilijke tijd achter de rug. Meestal is het moeilijk om het “normale” ritme van het leven weer op te pakken. D.m.v. een praatje, een luisterend oor en een kopje koffie ervaren bezoekers een vertrouwde, veilige huiskamer die hen kan steunen in deze moeilijke tijd. (www.inloophuis-psychiatrie.nl , 01-10-2011) Wat is het’ GGZ informatiepunt’? Het ‘GGZ Informatiepunt Leiden en omstreken’ staat bekend om de laagdrempeligheid, is herkenbaar en ligt centraal in Leiden. Het informatiepunt is niet in samenwerking met andere instellingen die zorg bieden. Advies en informatie geven over diverse onderwerpen m.b.t. de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie in het algemeen is het belangrijke uitgangspunt van het informatiepunt. De informatie en kennis wordt geboden door voorlichters die te vinden zijn in het gebouw. Voor wie is het ‘GGZ informatiepunt’? Het informatiepunt is voor iedereen die zich meer wil laten informeren en/ of kennis wil opdoen d.m.v. vragen m.b.t. de geestelijke gezondheidszorg. Dat kunnen zijn: - (ex-)cliënten, patiënten van de geestelijke gezondheidszorg - familie van cliënten - vrienden, kennissen en betrokkenen - verwijzers - hulpverleners - studenten, scholieren en docenten - belangstellenden (www.ggz-informatiepunt.nl , 02-10-2011).
5
1.2 Beschrijving van de organisatiestructuur van Inloophuis psychiatrie Leiden Om te weten te komen hoe het Inloophuis psychiatrie Leiden eruit ziet is het belangrijk om een goed beeld te krijgen van de organisatie rondom het ‘inloophuis psychiatrie Leiden’. Dit is dit beschreven volgens het boek: introductie in management van Peter Thuis. Peter Thuis beschrijft in zijn boek verschillende soorten organisatiestructuren. Hier staat de organisatiestructuur van het inloophuis niet in beschreven. Het inloophuis psychiatrie Leiden is samen met het GGZ informatiepunt een stichting (www.inloophuis-psychiatrie.nl, 12 december 2011). Een stichting kan opgericht worden door een natuurlijk persoon, maar ook door bijvoorbeeld een bv of een maatschap (www.kvk.nl, 8 december 2011). Zoals elke stichting hebben ze een bestuur. Een bestuur van een stichting geeft leiding aan de stichting (www.kvk.nl, 6 december 2011). Huisvesting, financiën, werkgeverschap en de algemene beleidskoers zijn de punten waar het bestuur verantwoordelijk voor is. De coördinator van het inloophuis en het GGZ informatiepunt is vast adviseur van het bestuur. Naast het bestuur van het inloophuis is er ook een stichting “vrienden van het inloophuis”. Deze stichting is in 2002 opgericht. Het doel van de stichting is om de donaties en andere giften te structureren. Elk jaar kan het bestuur van het inloophuis een aanvraag doen bij de stichting vrienden van het inloophuis. Deze aanvraag is bedoeld om noodzakelijke zaken te kopen voor het inloophuis. Daarnaast zorgt de stichting vrienden van het inloophuis ervoor dat er een financiële buffer is, mocht het noodzakelijk zijn dat er financieel moet worden bijgesprongen omdat het inloophuis het financieel niet red ( www.inloophuis-psychiatrie.nl, 6 december 2011). Naast de financiën van de “vrienden van het inloophuis” zorgt ook de gemeente voor financiën d.m.v. subsidie. Omgevingsinvloeden: In het boekje Introductie in management beschrijft Peter Thuis de zeven DESTEMP-variabelen. DESTEMP staat voor demografisch, economisch, sociaal, technologisch, ecologisch, markt- en bedrijfstak en politieke variabelen (Thuis, 2008: 16, 17). Het inloophuis zal vooral met de politieke variabelen te maken hebben. Het is de politiek die zorgt voor subsidie en huisvesting. Hierbij wordt indirect ook het economisch variabel betrokken. Indien de politiek moet bezuinigen heeft het inloophuis ook kans dat het minder subsidie zal krijgen. Daarnaast heeft het inloophuis ook kans op de reactie van de omgeving. Daar zullen de studenten in het onderzoek aandacht aan besteden. Planning: Stichting inloophuis leiden is een kleine organisatie. Het is voor het bestuur van belang dat ze weten wat er speelt op de vloer. Daarom is het verstandig dat bij de vergaderingen van het bestuur regelmatig de coördinator van het inloophuis aanwezig is. Dit gebeurt op het moment al. Het bestuur hoeft geen planning te maken waardoor er meer winst gemaakt moet worden, of producten ontwikkelt moeten worden. Hele concrete adviezen kunnen de studenten het bestuur verder niet geven.
6
1.3 Ontstaan van de antipsychiatrie In het vorige hoofdstuk is beschreven wat het inloophuis en het informatiepunt zijn en voor welke doelgroep het bedoeld is. In het inloophuis en het informatiepunt kunnen mensen ‘zichzelf’ zijn en dit maakt dat men zich als volwaardig burger kan voelen in contact met lotgenoten. Men ervaart herkenning en erkenning onderling. Het feit dat het ‘Inloophuis Psychiatrie Leiden’ en het ‘GGZinformatiepunt Leiden en omstreken’ centraal liggen in het centrum, maakt dat de bovengenoemde organisaties behoren tot de vermaatschappelijking van de GGZ. In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gemaakt van het ontstaan van de antipsychiatrie, daarbij de maatschappelijk georiënteerde zorg en de visie op de vorm van bejegening tegenwoordig. In de geschiedenis van de psychiatrie hebben pendelbewegingen plaatsgevonden. Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw was er behoefte aan reorganisatie van de zorg. Hiermee wordt meer maatschappelijk georiënteerde en georganiseerde zorg bedoeld. ‘’ De Mental Health Movement’’ , ‘’de antipsychiatrie’’, ‘’de sociale psychiatrie’’, ’’de extramuralisering’’ en ‘’de vermaatschappelijking’’ horen tot de maatschappelijk georiënteerde zorg. Een voorbeeld van een kritiekpunt voor het ontstaan van de antipsychiatrie is dat de diagnoses die gesteld worden bij cliënten bevorderend werken voor het voorschrijven van medicatie. Hierdoor ontstaat medicalisering. Tevens wordt de ziekte of de stoornis benadrukt, waarbij nauwelijks aandacht besteed wordt aan de context waarin de cliënt zich bevindt (Padt e.a. 2010:20). Cliënten vertellen steeds vaker over hun herstel. Dit geeft de hulpverlening meer inzicht en kennis om de hulpverlening hierop aan te passen (Padt e.a. 2010:21). Door het medisch model werd psychische problematiek veel geïndividualiseerd en werd de context niet meegenomen. Oorzaken van psychiatrische problematiek werd meer gezocht in sociale factoren, opvoeding, gebeurtenissen die stress opleveren en in aanpassingsproblemen van individuen. Vorm van bejegening en visie daarop. De psychiatrische problemen van cliënten worden bepaald door te kijken naar het biopsychosociaal model. Tijdens het hulpverlenen wordt er gezocht naar passende hulp. Dit is meer gericht op ervaring van de cliënt, de aanleg en de levensgeschiedenis van de cliënt. Hierdoor wordt de empowerment van de cliënt vergroot en wordt er gewerkt aan de cliëntenparticipatie. De bejegening is niet alleen gericht op de aanwezigheid van de psychiatrische problematiek, maar ook wordt er gekeken naar het verbonden voelen van de cliënt in een sociale omgeving en steun vinden in de directe omgeving (Padt e.a. 2010:34). De visie van Querido houdt in dat de hulpverlening aan psychiatrische cliënten plaatsvindt in de eigen wijk waarbij de context waarin de cliënt zich bevindt ook wordt meegenomen. (Padt e.a. 2010:35).
7
1.4 Verschil tussen een inloophuis en een wegloophuis Het is voor het onderzoek van belang om te weten wat precies een inloophuis is. Nadat de onderzoekers zich hebben verdiept in de literatuur zijn zij erachter gekomen dat het inloophuis en wegloophuis dicht bij elkaar liggen. Om deze reden is er in dit hoofdstuk iets meer achtergrond informatie over deze twee begrippen beschreven. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het van belang om eerst helder te hebben wat precies een inloophuis en een wegloophuis is. Bij het inloophuis is er voor gekozen om echt de informatie te verwerken die over het inloophuis in leiden gaat. Bij het wegloophuis gaat het voornamelijk over het wegloophuis in Utrecht, omdat dit nog een van de weinige is die er bestaat in Nederland. Inloophuis In Leiden zit het ‘Inloophuis Psychiatrie Leiden’. Dit is een inloophuis voor (ex-) psychiatrisch cliënten. Dit huis bestaat sinds 1984. Vanaf dat het is ontstaan is het een ontmoetingsplek voor (ex) psychiatrisch cliënten. Zij kunnen daar een kopje koffie komen drinken en een kletspraatje houden. Eigenlijk is het een soort huiskamer. Het inloophuis is ontstaan in de periode waarin ook de antipsychiatriebeweging zijn oorsprong vond (Boersma, 2004: 15). De antipsychiatrie gaat over kritiek tegen de psychiatrie toen der tijd. Het ging over de behandeling en zorg. Er was kritiek op de bejegening van psychiatrische patiënten. Zij werden erg denigrerend neer gezet in de samenleving. Ook werden zij behandeld met gevaarlijke behandelingen zoals elektroshocks. Tevens kregen mensen erg snel een stempel opgedrukt. Dit waren de belangrijkste aspecten waar de antipsychiatrie tegen was (Poldervaart, 2002: 286). Psychisch lijden werd gezien als een normale reactie op abnormale gebeurtenissen. Er werd in dezelfde periode een omslag gemaakt van de medische psychiatrie naar de sociale psychiatrie (Padt e.a., 2010: 22). Dit heeft er uiteindelijk ook toe geleid dat er steeds meer voor wordt gekozen om mensen met psychiatrische problemen zoveel mogelijk te laten participeren in de samenleving. Een onderdeel hiervan is het inloophuis. In het inloophuis staat niet de psychiatrische ziekte centraal, maar de persoon zelf. Het inloophuis is opgericht door studenten (Boersma, 2004: 17). Er zijn verschillende periodes geweest van veel aanloop, tot zeer weinig aanloop. Bezoekers en vrijwilligers waren gelijk, er werd geen onderscheidt gemaakt. Wel was het een taak van de vrijwilligers om een oogje in het zuil te houden. De kern van het inloophuis is dat er niet behandeld wordt, maar het een ongedwongen huiskamer is waar een (ex) psychiatrisch patiënt binnen kan lopen ter ontspanning. (www.inloophuis-psychiatrie.nl, 3 december 2011) Wegloophuis Wegloophuizen zitten er in verschillende regio´s. Het wegloophuis is ontstaan tijdens de antipsychiatriebeweging. Het is een huis voor psychiatrische cliënten, zij kunnen daar tijdelijk wonen. Het doel van dit huis is voornamelijk het bieden van onderdak en begeleiding aan mensen zijn weggelopen uit een psychiatrische instelling. Ook kan het dat zij bij het wegloophuis komen omdat zij ontslagen zijn. Wat hierbij belangrijk is, is dat ze recentelijk ontslagen of weggelopen zijn, dus tot ongeveer 14 dagen geleden. Tevens biedt het wegloophuis onderdak aan psychiatrisch cliënten met een rechtelijke machtiging of in bewaring stelling. Er kan voor maximaal drie maanden een kamer worden gehuurd. Het bedrag is per wegloophuis verschillend, maar het zal ongeveer gaan om 10 euro per nacht (Poldervaart, 2002: 308). Er zijn een aantal specifieke redenen voor het in aanmerking komen voor het wegloophuis, dat zijn de volgende: - ´Ze kunnen het niet eens zijn met de manier waarop ze behandeld worden of de ze hebben problemen met de medicatie.
8
- Ze kunnen zich gefixeerd voelen in hun rol als patiënt door de behandelaren. - Er hangt geen goede sfeer op de afdeling waar ze nu zitten of geen goede sfeer onderling. - Als ze uitbehandeld zijn en naar alle waarschijnlijkheid op straat belanden. - Als ze behoefte hebben aan een time-out (ze worden bijvoorbeeld overvallen door eenzaamheid) ´ (www.wegloophuis-utrecht.nl, 4 december 2011). Het is opgezet door vrijwilligers en wordt ook draaiende gehouden door vrijwilligers en stagiaires. In het wegloophuis is er net als bij het inloophuis weinig hiërarchie. Allereerst was iedereen gelijk, de bewoners en de vrijwilligers. Sinds 1998 is er wel een coördinator aangewezen. Het is dus niet meer helemaal gelijk, wel gaat iedereen op een gelijkwaardige manier met elkaar om. De benadering vindt plaats van mens tot mens. De bewoners worden zo min mogelijk afhankelijk gemaakt van de medewerkers. Dit is om ervoor te zorgen dat de cliënten beter kunnen participeren in de samenleving. De medewerkers proberen de cliënten zo goed mogelijk te begeleiden, dat zij zo zelfstandig mogelijk kunnen leven. Er kan op een aantal gebieden basale begeleiding worden geboden. De vrijwilligers kunnen helpen bij het aanvragen van bepaalde dingen zoals een uitkering, proefverlof of voorwaardelijk ontslag bij een rechterlijke machtiging. Verder kunnen zij helpen bij het leren omgaan met geld, vinden van huisvesting en dagbesteding. Als laatste hebben de vrijwilligers van het wegloophuis een signaleringsfunctie. Wanneer zij constateren dat het niet goed gaat met een bewoner of ex- bewoner dan wordt dit besproken met de bewoner. Uiteindelijk wordt er dan hulpverlening ingeschakeld (Poldervaart, 2002: 309). Als de bewoners drie maanden gebleven zijn en er zogezegd uit moeten, hebben ze vaak nog behoefte aan contact. Op dat moment is er de mogelijkheid om in het wegloophuis binnen te komen voor een kopje koffie en een praatje (www.wegloophuis-utrecht.nl, 6 december 2011). Het verschil Het concrete verschil dat naar voren komt tussen beiden huizen is dat het inloophuis echt is voor overdag en s’ avonds en dat het wegloophuis ook een tijdelijke overnachtingsplek kan zijn. Verder overlappen deze twee huizen erg met elkaar. Beiden huizen maken juist de insteek op het contact met de persoon achter de psychiatrie. Wel komt in de informatie naar voren dat het wegloophuis net iets meer begeleiding biedt.
9
1.5 Gedane onderzoeken Omdat het onderzoek voor het Inloophuis Psychiatrie Leiden zicht richt op de buurt waarin het is gevestigd, zijn de onderzoekers benieuwd of er al eerder onderzoek gedaan is naar het beeld van buurtbewoners die een GGZ instelling/ GGZ inloophuis in hun buurt hebben. Het is van belang voor het schrijven van eventuele aanbevelingen dat er in kaart wordt gebracht of er acties ondernomen zijn door instellingen om bekendheid te krijgen in woonwijken. Helaas is er weinig informatie vrijgegeven over onderzoeken met als invalshoek GGZ in de buurt. Enkel in 2006 is er een klein onderzoek gedaan naar aanleiding van de bouw van een GGZ seniorencentrum van de instelling GGZ Breburg. Er is toentertijd een aantal keer bezwaar aangetekend tegen de bouw van dit centrum door het bewonerscomité. De reden dat er naar aanleiding van dit onderzoek, diverse bezwaarschriften zijn opgesteld tegen de bouw, had vooral te maken met praktische zaken zoals parkeergelegenheden, eventuele privacy schending, het verdwijnen van het uitzicht en de sloop van diverse panden. Op het gastenboek van de site van het bewonerscomité is te lezen dat een aantal bewoners zich ook zorgen maken over drugsmisbruik, slechte ervaringen met de doelgroep en dat men er niet positief tegen over stonden (www.korvel.com, 9 december 2011). De bezwaarschriften zijn in behandeling genomen door de gemeente Tilburg maar zijn niet geaccepteerd (www.korvel.com). De bouw van het senioren centrum is doorgezet en het pand zal op 14 december officieel geopend worden (www.ggzbreburg.nl, 9 december 2011). Omdat het seniorencentrum nog niet geopend is zijn er nog geen gegevens bekend over de manier waarop buurtbewoners nu tegenover de bouw van het senioren centrum staan. Het is dus niet bekend of de meningen veranderd zijn van de buurtbewoners t.a.v. de psychiatrie. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan met betrekking tot inloopgelegenheden voor mensen met een psychiatrische problematiek. Deze onderzoeken zijn met name gericht op de ontwikkeling en realisatie van inloopgelegenheden. De buurt en de omgeving van de voorzieningen worden niet direct genoemd in de onderzoeken.
10
2. Het Onderzoek In dit hoofdstuk komen uitkomsten van het onderzoek aan bod die op verschillende locaties door de drie subgroepen zijn uitgevoerd. Het onderzoek in de oude buurt, waar het Inloophuis Psychiatrie Leiden voorheen was gevestigd, is gedaan door Mark van den Berg en Anne-Wil Pesschier. Het onderzoek in de nieuwe buurt van het Inloophuis Psychiatrie Leiden is gedaan door Seda Ugur, Jennie Gooris en Mehtap Aynaoglu. Het onderzoek dat is gedaan onder de inlopers en vrijwilligers van het Inloophuis Psychiatrie Leiden is gedaan door Anne Aarden en Miriam van Rijn. Dit onderzoek is verspreid uitgevoerd, over ongeveer 10-15 weken. Omdat het inloophuis vlak na de start van het project verhuisd is, hebben de onderzoekers de eerste 5 weken bewust gewacht met het onderzoeken van de verschillende groepen. Dit hebben zij gedaan om de respondenten wat tijd te gunnen om aan deze nieuwe situatie te wennen en zodat er een eventueel verschil opgemerkt zou kunnen worden. De nieuwe situatie kan als wonen in een buurt met- en zonder een inloophuis in de wijk gekenmerkt worden en daar is op ingespeeld door de onderzoekers door hen te bevragen naar de verschillen tussen de situatie voor- en na de komst van het inloophuis Het onderzoek onder de inlopers en vrijwilligers van Inloophuis Psychiatrie Leiden is gericht op de behoefte en de mate van contact met buurtbewoners maar omdat de opdrachtgever Arjen Bergman de onderzoekers heeft gevraagd om de meningen van de inlopers en vrijwilligers met betrekking tot de verhuizing in het onderzoek te voegen zullen hier ook conclusies en aanbevelingen over worden beschreven. De drie onderzoeksgebieden hebben ieder hun eigen deelvraag: -De oude buurt: ‘Wat zijn de ervaringen van de buurtbewoners met betrekking tot het Inloophuis Psychiatrie Leiden?’. -De nieuwe buurt; ‘Zijn de buurtbewoners op de hoogte van de komst van het Inloophuis Psychiatrie Leiden en hoe staan ze hier tegenover?’. -De inlopers en vrijwilligers van het inloophuis: ‘Hoe staan de inlopers en vrijwilligers van het Inloophuis Psychiatrie Leiden tegenover de verhuizing en hoe is het contact met de (oud)buurtbewoners?’. 2.1 Het onderzoek in de oude buurt ‘Hoe staan de inlopers en vrijwilligers van het Inloophuis Psychiatrie Leiden tegenover de verhuizing en hoe is het contact met de (oud)buurtbewoners?’. Om het inloophuis psychiatrie Leiden tips en tops te geven met betrekking tot de relatie met de buurt zijn de onderzoekers naar de oude locatie van het Inloophuis Psychiatrie Leiden aan de Hooijgracht gegaan. Ze hebben hier omringende buren geïnterviewd met als doel de ervaringen van hen vast te leggen. Met deze gegevens kunnen de onderzoekers een advies geven aan Arjan Bergman over wat er eventueel goed en/of fout is gegaan in de oude buurt van het inloophuis. De oude locatie ligt net als de nieuwe locatie in het centrum van Leiden. Voordat we ons onderzoek zijn gestart hebben we een aantal vragen opgesteld. Deze vragen hebben we voorgelegd aan Arjan Bergman. Deze was benieuwd naar de antwoorden omdat hij het vermoeden had dat er weinig mensen uit de oude buurt wisten dat er een inloop voor de psychiatrie heeft gezeten. De enquête bestond uit de volgende vragen: - Wist u dat er een inloophuis zat? - Weet u dat het inloophuis verhuisd is? - Kunt u verschillen merken sinds het inloophuis verhuisd is? - Wat was uw band met het inloophuis? - Deed u mee aan activiteiten van het inloophuis? 11
- Was het inloophuis er al toen u hier kwam wonen? Zoja, wat was uw beeld van de psychiatrie toen u hier kwam wonen? - Heeft het inloophuis uw beeld van de psychiatrie veranderd? - Heeft u tips voor het inloophuis voor in de nieuwe buurt? Of tips voor de nieuwe buurt hoe om te gaan met het inloophuis? Uitkomsten: Tijdens ons buurtonderzoek hebben we 20 omwonende geïnterviewd. Opvallend is dat van deze 20 personen 16 mensen nooit hebben geweten dat er een inloophuis voor de psychiatrie heeft gezeten. Deze mensen wonen en/of werken in de directe omgeving van het voormalige inloophuis. Uit dit gegeven kunnen we concluderen dat ze nooit overlast gehad hebben van de bezoekers van het inloophuis. Bij deze groep hebben we gevraagd of ze wel deel hadden willen nemen aan buurt activiteiten die het inloophuis eventueel zou organiseren. Hier was geen tot weinig behoefte aan. De mensen reageerde hier niet enthousiast op. Dit was niet omdat ze iets tegen de psychiatrie hadden of er bang voor waren maar omdat ze het al druk genoeg hadden. Een medewerker van het oudheidsmuseum die we geïnterviewd hebben wist wel van het inloophuis af omdat hij er een keer langs gelopen was. Verder wist hij er niets over te vertellen. Tijdens het bezoek aan de Hortus Botanicus wist één medewerker dat het inloophuis bij hen aan de overkant heeft gezeten. Het enige wat hij er over kon vertellen was dat er nu een hotel in zou komen. Hij vertelde ook dat het hem nooit was opgevallen dat er psychiatrische bezoekers rondliepen. De enige die wel wisten dat het inloophuis er zat en er ook wat meer over wisten waren de directe buren. Een buurman wist dat het inloophuis was verhuisd. Dit had hij in de plaatselijke krant gelezen. Hij heeft nooit contact gehad met mensen van het inloophuis. In de zomerperiode groette hij de bezoekers van het inloophuis en dit was wederzijds. Zijn beeld van de psychiatrie was niet veranderd door het inloophuis. Hij vertelde dat er 1 keer een “gestoorde” (zo noemde de bezoekers zelf) met een mes heeft staan zwaaien. Dit was echter het enige incident wat hij zich kan herinneren in de laatste 10 jaar. De buurman vertelde dat dit in elke andere buurt ook kan voorkomen en gaf hier niet het inloophuis de schuld van. Ook het café op de hoek wist dat het inloophuis er heeft gezeten. Zij merkte ook geen verschillen sinds het inloophuis is verhuisd. De medewerkster vertelde dat de bezoekers in de winter wel eens bij hen kwamen zitten voordat het inloophuis geopend was. Omdat de bezoekers altijd vriendelijk waren in contact hebben ze dit nooit als last ervaren. Het café is wel blij dat er nu een hotel komt in plaats van het inloophuis. Dit omdat het waarschijnlijk beter is voor hun omzet. Bezoekers van het inloophuis kochten zelden wat en bezochten vaak alleen het toilet. Overzicht resultaten: Vraag: Wist u dat er een inloophuis zat?
Weet u dat het inloophuis verhuisd is? Kunt u verschillen merken sinds het inloophuis verhuisd is? Wat was uw band met het inloophuis? Deed u mee aan activiteiten van het inloophuis? Was het inloophuis er al toen u hier kwam wonen? Zoja, wat was uw beeld
Antwoord: 16 mensen wisten dit niet. Twee mensen hadden er wel eens van gehoord. 2 mensen hadden persoonlijke ervaring met het inloophuis. Voor 16 mensen was dit niet van toepassing. vier mensen wisten dit wel. Niemand heeft verschillen gemerkt sinds het inloophuis verhuisd is. Niemand had een persoonlijke band met het inloophuis. Niemand was zich er bewust van dat er activiteiten waren waar ze aan deel konden nemen. Omdat veel mensen niet wisten dat het inloophuis er zat was er geen mogelijkheid om hun beeld van de 12
van de psychiatrie toen u hier kwam wonen? Heeft het inloophuis uw beeld van de psychiatrie veranderd? Heeft u tips voor het inloophuis voor in de nieuwe buurt? Of tips voor de nieuwe buurt hoe om te gaan met het inloophuis?
psychiatrie te veranderen. Bij niemand heeft het inloophuis zijn of haar beeld van de psychiatrie veranderd. Wel opvallend was dat mensen spraken over gekken of gestoorden i.p.v. bezoekers. Niemand had tips voor het inloophuis om in de nieuwe buurt actief deel te nemen.
Conclusie: In de oude buurt waren zeer weinig mensen op de hoogte van het feit dat het inloophuis daar jaren heeft gezeten, zoals de opdrachtgever Arjen Bergman al vermoedde. Hieruit kunnen wij concluderen dat er dus ook geen overlast is geweest in de tijd dat het inloophuis op het Rapenburg was gevestigd. Aanbevelingen: We kunnen verschillende aanbevelingen doen. Dit is echter afhankelijk van wat het inloophuis wil gaan beteken in de nieuwe buurt. Als het inloophuis zich puur wil richten op de bezoekers moeten ze doorgaan zoals ze op het Rapenburg deden. Als het inloophuis meer bekendheid en contact in de buurt zou willen, zullen ze daar meer aandacht aan moeten besteden. Dit zou kunnen door bijvoorbeeld: meer promotie van bijvoorbeeld activiteiten door posters op te hangen in het pand en in de buurt en uitnodigingen voor gezamenlijke activiteiten te versturen aan de omwonenden. Ook lijkt het ons erg belangrijk om zelf bij de omwonenden langs te gaan, dit maakt vaak nog meer indruk dan een poster.
13
2.2. Het onderzoek in de nieuwe buurt ‘Zijn de buurtbewoners op de hoogte van de komst van het Inloophuis Psychiatrie Leiden en hoe staan ze hier tegenover?’. Voor dit onderdeel van het onderzoek zijn verschillende mensen geïnterviewd. De 20 respondenten die hebben meegewerkt aan ons onderzoek zijn voornamelijk studenten, een aantal gezinnen en barkeepers van cafés in de buurt. De enquête omvatte de volgende vragen: - Wat is uw geslacht, leeftijd en beroep? - Weet u wat van het ´inloophuis Psychiatrie´? Zo ja, wat weet u ervan? Zo nee, wil en kan u deelnemen aan de voorlichtingsavond op 1 november? - Weet u wat de functie is van het inloophuis Psychiatrie? - Wat voor beeld heeft u van psychiatrische cliënten die gebruik maken van het inloophuis? - Wat was u eerste reactie toen u hoorde dat het inloophuis op de Hooigracht zou komen? - Verwacht u overlast van het inloophuis en haar bezoekers? - Zou u mee willen doen met activiteiten die het inloophuis organiseert zoals met Koninginnedag e.d. ? (als bezoeker, medeorganisator of als vrijwilliger) - Wat is tot nu toe uw ervaring met het inloophuis? - Wilt u de maandelijkse digitale nieuwsbrief Kopstukken en informatie over voorlichtingen en activiteiten ontvangen van het inloophuis Psychiatrie en het GGZ informatiepunt? - Heeft u inspraak gehad bij de plaatsing van het inloophuis hier in de buurt? Uitkomsten: De antwoorden die naar voren kwamen waren veelzijdig, toch hebben we een relatief goed beeld kunnen vormen van de antwoorden over het algemeen genomen. Wat allereerst naar voren kwam was dat de helft van de mensen niet wisten dat er een inloophuis was. Wat voornamelijk naar voren komt als er een beeld is van het inloophuis, is dat mensen denken dat het een soort instelling is waar mensen met een psychiatrisch ziektebeeld naar toe komen voor behandeling. Verder lijken de mensen een redelijk positief beeld te hebben van de cliënten zelf. Er zijn een aantal mensen die zeggen dat het normale mensen zijn, met een bepaalde beperking of een trauma. Een aanzienlijk stuk minder mensen vindt het allemaal gekken. Veel mensen associëren psychiatrie ook met verslaving en denkt dat deze mensen veel drugs en alcohol gebruiken. Er wordt gezegd dat het mensen zijn die veel contact nodig hebben en hulp om optimaal te kunnen leven. Wij hebben de mensen ook gevraagd wat hun eerste reactie was op het inloophuis. Bij die vraag kwam naar voren dat mensen een neutrale reactie hadden, de meeste wisten niet zo goed wat ze ervan moesten verwachten of ze vonden het geen probleem dat het inloophuis in hun buurt kwam. Twee respondenten vonden het wel vervelend omdat ze niet goed wisten of het veilig zou zijn voor hun kinderen. Tevens komt naar voren dat de meeste mensen niet erg bang zijn voor overlast, hooguit met een feestje. Daarbij wordt aangegeven dat het in de buurt zit van veel studentenwoningen, dus dat daar waarschijnlijk net zoveel last van zal zijn of misschien nog wel meer. Ongeveer de helft van de mensen geeft aan dat ze wel mee zouden willen doen met het organiseren van een feestje of iets dergelijks. Ook de cafés zouden wel samen willen werken met het inloophuis. Bij studenten komt veelal naar voren dat ze geen tijd hebben. Als laatste komt naar voren dat mensen nog weinig ervaring hebben met het inloophuis omdat het er nog maar net zit. Dit maakt het lastiger om een goed beeld te krijgen. 14
Overzicht resultaten: Vraag: Weet u wat van het ´inloophuis Psychiatrie´? Zo ja, wat weet u ervan? Zo nee, wil en kan u deelnemen aan de voorlichtingsavond op 1 november? Weet u wat de functie is van het inloophuis Psychiatrie? Wat voor beeld heeft u van psychiatrische cliënten die gebruik maken van het inloophuis? Wat was u eerste reactie toen u hoorde dat het inloophuis op de Hooigracht zou komen? Verwacht u overlast van het inloophuis en haar bezoekers? Zou u mee willen doen met activiteiten die het inloophuis organiseert zoals met Koninginnedag e.d. ? (als bezoeker, medeorganisator of als vrijwilliger) Wat is tot nu toe uw ervaring met het inloophuis? Wilt u de maandelijkse digitale nieuwsbrief Kopstukken en informatie over voorlichtingen en activiteiten ontvangen van het inloophuis Psychiatrie en het GGZ informatiepunt? Heeft u inspraak gehad bij de plaatsing van het inloophuis in deze buurt?
Antwoord: 11 mensen wisten dit niet. 4 van de 11 hadden belangstelling voor de voorlichtingsavond. 9 mensen wisten het wel, maar dachten dat het echt een instelling was waar mensen een behandeling konden krijgen. 9 mensen dachten het wel te weten, 11 niet. De 9 mensen die het dachten te weten, wisten niet de echte functie van het inloophuis. 17 mensen hebben een relatief positief beeld van de cliënten. 3 mensen denken dat ze echt met gekken te maken hebben. Wel associëren alle respondenten psychiatrische cliënten met alcohol of drugsverslaving. 18 mensen hadden een neutrale reactie. Ze wisten niet echt wat ze konden verwachten en laten het op zich af komen. 2 mensen waren er echt tegen omdat ze bang waren dat hun kinderen gevaar konden lopen. 18 mensen verwachten geen overlast, hooguit met een feestje. 2 mensen verwachten wel overlast ivm drugs en alcoholgebruik. 10 mensen zou willen meedoen en de 10 overige mensen niet. Dit vanwege drukte of geen behoefte.
Niemand van de respondenten kan echt een goede ervaring beschrijven met het inloophuis, simpelweg omdat het er nog maar net zit. 4 van de 20 respondenten wilde dit ontvangen.
Geen van de respondenten zegt inspraak te hebben gehad bij de plaatsing van het inloophuis.
Conclusie: Bij de mensen uit de nieuwe buurt wisten er velen niet dat er een inloophuis is geplaatst. Wat als tweede opvallend was, was dat de mensen dachten dat het een instelling was voor mensen met problemen. Aanbevelingen: Het inloophuis zou zich meer kunnen publiceren in de nieuwe buurt en aandacht schenken om de nieuwe buurt leren kennen. Dit kunnen ze doen door verschillende activiteiten te organiseren en het
15
initiatief in het begin zelf te nemen. Hierdoor kunnen ze als eerst een contact leggen met de bewoners en daarna kunnen ze dit uitbreiden om samen activiteiten te organiseren.
2.3 Het onderzoek onder bezoekers en vrijwilligers ‘Hoe staan de inlopers en vrijwilligers van het Inloophuis Psychiatrie Leiden tegenover de verhuizing en hoe is het contact met de (oud)buurtbewoners?’. Voor het buurtonderzoek van opdrachtgever Arjen Bergman naar de bekendheid en het beeld van de buurtbewoners over het inloophuis Psychiatrie Leiden hebben wij tien inlopers en vijf vrijwilligers van het inloophuis geïnterviewd. De reden dat wij dit in het belang van het buurtonderzoek hebben gedaan is dat de opdrachtgever graag wil weten hoe de inlopers en vrijwilligers tegenover de verhuizing staan. Ook wilde hij graag weten hoe zij het contact met de buurt hebben ervaren en of ze nu contact hebben met de nieuwe buurtbewoners. Voordat wij zijn gestart met het interviewen van de bezoekers van het inloophuis heeft de opdrachtgever Arjen Bergman de vragen goedgekeurd. Wij hebben tien bezoekers en vijf vrijwilligers geïnterviewd over de verhuizing van het inloophuis. De vragen die wij de inlopers hebben voorgelegd zijn: - Wat dacht u toen u hoorde dat het inloophuis ging verhuizen? - Nu het op de hooigracht zit, wat vind u ervan? - Wat vond u van de vorige locatie (rapenburg)? Veel verschillen? Zo ja, wat dan? - Hoe vond u het contact met de buurtbewoners toen het inloophuis op het Rapenburg was? Had u wel eens contact? En hoe is dat nu in de nieuwe buurt? - Wat vind u van de sfeer op de nieuwe locatie en de oude? - Wat zijn de voor en nadelen van het nieuwe pand? - Hoe denkt u dat andere mensen kijken naar de psychiatrie? Heeft u daar wel eens last van? Wordt u wel eens benadeeld? - Zou u meer contact willen hebben met de nieuwe buurtbewoners? Hoe ziet u dat voor zich? De vragen die wij de vrijwilligers hebben voorgelegd zijn: - Heeft het inloophuis sinds de verhuizing nieuwe bezoekers aangetrokken? - Merkt u verschil tussen de oude en de nieuwe locatie, denkt u dat er verschillen zijn tussen de twee buurten? Zo ja welke? - Wat vind u van de verhuizing? - Hoe denkt u dat er door de buurt gedacht wordt over de komst van het inloophuis? De interviews die wij hebben afgenomen hebben plaatsgevonden in het inloophuis. Tien inlopers waren bereid om geïnterviewd te worden. De interviews duurden ongeveer een half uur per persoon. De geïnterviewde inlopers waren allen bekend met beide interviewers. De geïnterviewden hebben dit niet als belemmerend ervaren. Eerder als iets positiefs. Ook waren de inlopers erg geïnteresseerd in onze opleiding en hierdoor was het contact met de inlopers snel gelegd. De uitkomsten van de interviews met de inlopers: Op de vraag wat de inlopers dachten toen ze te horen kregen dat het inloophuis ging verhuizen, waren de antwoorden verschillend. Een respondent zag er erg tegenop. Twee respondenten hoopten dat ze er iets gelijkwaardigs voor terug zouden krijgen, drie respondenten hadden het erg naar hun zin in het oude en wilden afwachten. Vier respondenten waren benieuwd naar het nieuwe inloophuis. Over het nieuwe inloophuis wisten de inlopers met name veel te vertellen over de inrichting en indeling van het pand. 16
Drie respondenten vinden dat de indeling er erg op achteruit is gegaan, en hebben het gevoel dat de drempel om advies/hulp te vragen aan de vrijwilligers letterlijk hoger is geworden door de indeling van het pand. De andere 7 geïnterviewde respondenten vertelden dat ze de indeling van het nieuwe inloophuis juist erg mooi vonden. De slechte ventilatie van het rookhok en het feit dat deze kleiner is dan in het vorige inloophuis is door vier respondenten benoemd. Een andere respondent vond dit juist een enorme vooruitgang. Over de ligging van het pand zijn de meningen gelijk. Allen vinden het een mooie locatie maar het is wel iets verder weg voor hen. Over het contact met de buurt zijn de ervaringen verschillend. In de oude buurt hebben vijf respondenten aangegeven wel eens contact te hebben gehad met buurtbewoners, als in gedag zeggen en af en toe een praatje maken met de buurman. Ook vertelde één respondent het leuk te vinden dat er wel eens mensen van buiten af gebruik maakten van de binnenplaats bij evenementen in de buurt. In de nieuwe buurt heeft één respondent contact met een buurtgenoot waar hij af en toe een praatje mee maakt als hij hem tegenkomt. Deze buurtgenoot heeft de respondent ontmoet tijdens de opening. De andere negen respondenten hebben nog geen contact gehad met buurtbewoners van de Hooigracht. Één respondent wijt dit aan het drukke verkeer in de straat. Vier respondenten vinden de sfeer in het nieuwe inloophuis beter, doordat het lichter is en meer ruimtelijk. Één respondent vindt de sfeer minder goed doordat er een aantal mensen alleen maar in het rookhok zitten en het rookhok helemaal achterin het pand is gevestigd, ook vindt diezelfde respondent dat het buiten erg grijs en grauw is. Op de vraag hoe er gedacht wordt over hen als bezoeker van het inloophuis, waren de antwoorden en ervaringen van de inlopers verschillend. Twee respondenten hebben het idee dat dit niet anders is dan over andere mensen. Één respondent vindt dat ze er als ervaringsdeskundige alles aan gedaan heeft om dat beeld te veranderen en denkt ook dat het beeld niet stigmatiserend is. Één respondent weet niet precies hoe dit beeld zou zijn en vindt het ook niet belangrijk. Één respondent heeft daadwerkelijk het gevoel dat ze wordt benadeeld, mensen die haar vragen of ze dingen snapt en haar complimenteren met het feit dat ze kan tellen vind ze irritant omdat ze dan het gevoel heeft dat ze als een kind behandelt wordt. Één respondent heeft deze ervaring soms: ‘Als ik sommige mensen vertel dat ik een psychiatrische achtergrond heb, gaan ze hard praten en denken ze dat ik doof ben ofzo’. Twee respondenten hebben niet het idee benadeeld te worden en hebben ook niet het gevoel dat ze gestigmatiseerd worden. Eén respondent heeft wel eens het idee dat hij ’raar’ wordt aangekeken maar heeft er niet veel last van. De vraag zou u meer contact willen hebben met de buurtbewoners in de nieuwe buurt werd door vijf respondenten met een resolute ‘Nee, geen behoefte aan’ beantwoord. Drie respondenten vinden het leuk en zouden meer contact willen hebben in de vorm van een praatje en gedag zeggen. Twee respondenten zouden het leuk vinden als er buurtbewoners langs zouden komen op burendag of andere activiteiten. De uitkomsten van de interviews met de vrijwilligers: Van de vijf respondenten hebben er vier benoemd dat de verhuizing nodig was omdat het oude pand te oud werd. Alle respondenten zijn blij met de locatie. Vier respondenten vinden met name de positie van de bar in het pand minder goed dan op het Rapenburg. Het contact met de inlopers is hierdoor minder geworden. De voordelen van het pand worden door alle 5 de respondenten benoemd als schoon, fris, meer ruimte voor activiteiten en het feit dat er nieuwe inlopers zijn gekomen wordt als positief ervaren. 17
Over de mening van de buurtbewoners zijn 4 respondenten van mening dat er weinig over bekend is en dat er weinig contact is. Één respondent denkt dat de buurtbewoners het inloophuis erg gezellig zouden vinden. Twee respondenten vonden het jammer dat er maar twee mensen naar de open dag zijn gekomen.
Overzicht resultaten: Vraag: Wat dacht u toen u hoorde dat het inloophuis ging verhuizen?
Nu het op de hooigracht zit, wat vind u ervan?
Wat vond u van de vorige locatie (rapenburg)? Veel verschillen? Zo ja, wat dan?
Hoe vond u het contact met de buurtbewoners toen het inloophuis op het Rapenburg was? Had u wel eens contact? En hoe is dat nu in de nieuwe buurt? Wat vind u van de sfeer op de nieuwe locatie en de oude?
Wat zijn de voor en nadelen van het nieuwe pand? Hoe denkt u dat andere mensen kijken naar de psychiatrie? Heeft u daar wel eens last van? Wordt u wel eens benadeeld?
Zou u meer contact willen hebben met de nieuwe buurtbewoners? Hoe ziet u dat voor zich?
Antwoord: 1 respondent zag er tegen op, 2 hoopte er iets gelijkwaardigs voor terug te krijgen, 3 hadden het naar hun zin en 4 waren benieuwd naar het nieuwe inloophuis. Voor 9 respondenten is de huidige locatie verder reizen maar vormt dit geen belemmering om naar het inloophuis te gaan. 6 respondenten waren van mening dat het oude inloophuis sfeervoller was dan het nieuwe inloophuis. De indeling van het oude inloophuis was volgens dezelfde respondenten ook beter. Twee respondenten benoemen de indeling van het inloophuis juist aks 3 respondenten hebben wel eens contact gehad met de directe buren, 7 respondenten niet.
4 respondenten vinden de sfeer op de nieuwe locatie beter, 1 vind de sfeer wat minder de andere 5 respondenten vinden dat deze gelijk is gebleven. Iedereen kan wel wat voor en nadelen benoemen. Deze hebben voornamelijk met de indeling van het pand te hebben. 4 respondenten hebben er niet last van, 1 vind dat ze er zelf alles aan gedaan heeft om dit voorkomen, 1 respondent weet het niet, 2 respondenten vertelden wel benadeeld te worden, 1 respondent heeft deze ervaring soms en 1 respondent heeft wel het idee soms benadeeld te worden. 5 respondenten geven aan het niet te willen, 3 respondenten zouden het leuk vinden, 2 respondenten zouden het leuk vinden als er buurtbewoners langs kwamen.
Conclusie van de interviews met de inlopers van het Inloophuis Psychiatrie Leiden: De conclusie van de interviews is dat de meningen van de inlopers van elkaar verschillen. De één vindt het heel erg leuk dat het inloophuis is veranderd van locatie, en de ander vindt de verhuizing een 18
achteruitgang. Vooral de indeling van de bar en de rokersruimte ervaart het grootste deel van de geïnterviewden als belemmerend om een praatje te maken met de vrijwilligers. Het buurtcontact van de geïnterviewde inlopers is op beide locaties vrij minimaal te noemen. Af een toe een praatje met de buurtbewoners van de nieuwe locatie is het maximale contact wat de geïnterviewden benoemen. Op de vorige locatie aan het Rapenburg was er iets meer contact volgens de inlopers maar meer dan af en toe een praatje met de directe buren en af en toe een kort praatje met de buurtbewoners was het niet. Over het gewenste contact met de ‘nieuwe’ buurtbewoners is geen eenzijdig beeld ontstaan. De helft van de geïnterviewde inlopers heeft geen behoefte aan contact. De andere helft wel, dit varieert van een praatje op straat tot deelname aan activiteiten zoals ‘burendag’. Het beeld van de inlopers over de stigma’s en vooroordelen van de buurt en de maatschappij wordt vooral individueel beantwoord. Over stigma’s die rusten op de schouders van alle mensen met een psychiatrische achtergrond hebben de geïnterviewden geen directe mening, behalve het feit dat er veel gedaan wordt om dit te voorkomen. Conclusie van de interviews met de vrijwilligers van het Inloophuis Psychiatrie Leiden: De vrijwilligers stonden erg open voor de verhuizing en vonden het tijd worden voor een ‘frisse start’. Het uiteindelijke resultaat is hen wel een beetje tegen gevallen. Wat ze vooral erg jammer vinden is de indeling van het nieuwe inloophuis omdat er haast geen overzicht is. Opvallend was ook dat het voor de vrijwilligers minder aantrekkelijk is geworden, dit vooral omdat ze steeds minder contact hebben met de inlopers en dit is juist waarom ze vrijwilliger zijn geworden. De bar is niet meer het centrale middelpunt van het inloophuis. Daarnaast vinden ze de locatie wel top, ze vinden dat ze boffen met een plekje als dit op de Hooigracht. Er zijn nieuwe inlopers gesignaleerd in het nieuwe pand, dit is een positieve ontwikkeling volgens de geïnterviewden. Over de mening van de buurt jegens het inloophuis hebben de vrijwilligers aangegeven dat ze hier weinig over konden vertellen omdat het contact minimaal is en werd het als ‘jammer’ ervaren dat er weinig mensen op de open avond waren afgekomen. Aanbevelingen naar aanleiding van het onderzoek onder inlopers en vrijwilligers van het Inloophuis Psychiatrie Leiden: -
Aanbevelingen met betrekking tot de verhuizing naar het nieuwe pand: Wij bevelen de opdrachtgever aan om te kijken naar de indeling van de bar en rokersruimte die zich in het inloophuis bevinden. Kijken naar de mogelijkheid of de bar wat toegankelijker is voor de inlopers en vrijwilligers om meer contact te kunnen hebben. Nu is de drempel voor de inlopers te hoog om in vertrouwen contact te hebben met vrijwilligers omdat de bar opgesplitst is in twee delen door een wand. Zo is er vanuit het gedeelte waar de rookruimte staat veel afstand en weinig overzicht.
-
Aanbevelingen met betrekking tot contact met de nieuwe buurt: Activiteiten organiseren waarin de buurt betrokken wordt. Er is vanuit de inlopers niet direct behoefte aan veel contact met buurtbewoners maar wel contact in de vorm van gedag zeggen en een praatje maken. Een aantal respondenten hebben aangegeven om het leuk te vinden als er een burendag of soortgelijke activiteiten worden georganiseerd.
19
2.4 Samenvatting van conclusies en aanbevelingen van het gehele onderzoek Een groot gedeelte van de mensen uit de nieuwe buurt van het inloophuis wisten niet van het bestaan af, diegene die er wel van af wisten dachten dat dit een instelling voor mensen met problemen was. Ditzelfde geldt voor de bewoners van de oude buurt waar het inloophuis voorheen gesitueerd was, er waren zeer weinig mensen op de hoogte van het feit dat het inloophuis daar jaren heeft gezeten. Hieruit hebben wij concluderen dat er geen overlast is geweest in de tijd dat het inloophuis op het Rapenburg was gevestigd. De geïnterviewde inlopers/bezoekers van het inloophuis verschilden sterk van mening over de verhuizing. De één vindt het heel erg leuk dat het inloophuis is veranderd van locatie, en de ander vindt de verhuizing een achteruitgang. Voornamelijk de indeling van het nieuwe pand kwam vaak ter sprake, zowel in negatieve- als in positieve zin. De indeling van de bar en de rokersruimte ervaart het grootste deel van de inlopers als belemmerend om een praatje te maken met de vrijwilligers. Uit de vragen die beantwoord zijn over het buurtcontact van de geïnterviewde inlopers, bleek dat dit op beide locaties vrij minimaal te noemen is. Op de huidige locatie van het inloophuis is af een toe een praatje met de buurtbewoners, het maximale contact wat de geïnterviewden hebben benoemd. Op de vorige locatie aan het Rapenburg was er iets meer contact volgens de inlopers, een dagelijks praatje en gedag zeggen. Er is geen sprake geweest van gezamenlijke activiteiten. Hetgeen dat de helft van de geïnterviewde inlopers geen behoefte heeft aan contact met buurtbewoners zou je kunnen afleiden aan de mate van contact die de inlopers hebben met de (oud)buurtbewoners. Van de helft van de ondervraagde inlopers, die wel behoefte aan contact met de buurtbewoners heeft, ziet het gewenste contact voor zich als het maken van een praatje op straat en deelname aan activiteiten zoals ‘burendag’. In tegenstelling tot een aantal inlopers, is de verhuizing bij de vrijwilligers van het inloophuis in alle openheid en met het vooruitzicht op een ‘frisse’ start ontvangen. De mening van de vrijwilligers over de indeling van het nieuwe pand, het verminderde overzicht en de positie van de bar en rokersruimte komt overeen met hetgeen wat de inlopers hierover vertelden. De locatie van het nieuwe pand vinden de vrijwilligers erg goed en voelen zich bevoorrecht. Een andere positieve ontwikkeling, volgens de vrijwilligers van het inloophuis, is het feit dat er nieuwe inlopers zijn gesignaleerd in het nieuwe pand. Hetgeen dat de vrijwilligers jammer vonden aan de verhuizing is dat er weinig mensen bij de open dag zijn geweest, twee om precies te zijn. Aan de hand van de bovenstaande conclusies kunnen wij een aantal aanbevelingen doen waarmee wij de hoofdvraag ‘Hoe kan het inloophuis na de verhuizing maatschappelijke opvang realiseren in een nieuwe buurt?’, kunnen beantwoorden. Wij hopen dat de opdrachtgever Arjen Bergman hier samen met het team van het inloophuis verder mee kan gaan. Indien de medewerkers van het inloophuis zich puur wil richten op de bezoekers van het inloophuis, en het contact met de buurt op dezelfde wijze willen voortzetten, kunnen de medewerkers van het Inloophuis Psychiatrie Leiden verder gaan, zoals ze dit op het Rapenburg deden en zo de maatschappelijke opvang in de buurt realiseren. Indien de medewerkers een doelstelling beogen om meer bekendheid en contact in de buurt te willen hebben, en zich zo in de buurt willen profileren, zullen ze daar meer aandacht aan moeten besteden. 20
Dit zou kunnen door meer promotie van bijvoorbeeld activiteiten en voorlichtingsavonden door posters op te hangen in het pand en in de buurt en bijvoorbeeld een uitnodiging voor gezamenlijke activiteiten te versturen/persoonlijk af te geven aan de omwonenden. Hierdoor kunnen ze als eerst een contact leggen met de bewoners en daarna kunnen ze dit uitbreiden om samen activiteiten te organiseren. De medewerkers zouden meer activiteiten kunnen organiseren waarin de buurt betrokken wordt. Er is vanuit de inlopers niet direct behoefte aan veel contact met buurtbewoners maar wel contact in de vorm van gedag zeggen en een praatje maken. Een aantal respondenten hebben aangegeven om het leuk te vinden als er een burendag of soortgelijke activiteiten worden georganiseerd. Wat betreft de indeling van het pand zelf zouden de medewerkers kunnen kijken naar de indeling van de bar en rokersruimte die zich in het inloophuis bevinden en hierbij kijken naar de mogelijkheid of de bar wat toegankelijker is voor de inlopers en vrijwilligers om meer contact te kunnen hebben.
21
Literatuurlijst
Internetsites: Collegebesluit,http://www.korvel.com/dossiers/ggz/images/GGZ_uitspraak_Bezwaarschrift_Comie.p df De stichting, http://www.kvk.nl/ondernemen/rechtsvormen/overzicht-van-alle-rechtsvormen/destichting/ (6 december 2011) GGZ Breburg, http://www.zorgwelbrabant.nl/socard/Organisation.aspx?id=22227 Inloophuis psychiatrie Leiden, www.inloophuis-psychiatrie.nl (01 oktober 2011) Jaarstukken 20011, http://www.inloophuis-psychiatrie.nl/downloads/files/jaarstukken%202010.pdf (12 december 2011) Rechtsvormen, http://www.kvk.nl/download/Rechtsvormen_tcm14-125843.pdf (8 december 2011) Uitnodiging opening centrum voor senioren, http://www.ggzbreburg.nl/~/media/Files/Bijlagen%20nieuws/Uitnodiging_A5_def.ashx (9 december 2011) Vrienden, http://www.inloophuis-psychiatrie.nl/?p=vrienden (6 december 2011) Welkom bij het wegloophuis Utrecht, www.wegloophuis-utrecht.nl Boeken: Boersma, F. (2009). Een te gekke plek. 20 jaar inloophuis Psychiatrie Leiden. Uitgerij en plaats: Onbekend. Padt, I. van der en B. Venneman (2010). Sociale psychiatrie. Visie, theorie en methoden van een maatschappij georiënteerde psychiatrie. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Poldervaart, S. (2002). Leven volgens je idealen; De andere politieken van huidige socialebewegingen in Nederland. Amsterdam: Askant. Thuis, P. (2008). Introductie in management. Groningen: Wolter-Noordhoff
22