www.researchportal.be - 6 Jan 2016 12:23:24
Onderzoeksprojecten (1000 - 1500 van 3455) Zoekfilter: Classificaties: MENSWETENSCHAPPEN (H)
De chattaal van Vlaamse tieners: een taalgeografische analyse van Vlaamse (sub)standaardiseringsprocessen. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoeksvragen: -In welke mate integreren jongeren morfo-syntactische Brabandismen in hun chattaal? -Wat is de impact van de onafhankelijke variabele 'regionale herkomst'? -Vormt het antwoord op de voorgaande vragen een bevestiging van de stelling dat zich in Vlaanderen een autonoom informeel standaardiseringsproces voltrekt dat gekarakteriseerd wordt door een toenemend/veralgemeend gebruik van de/een Brabants gekleurde tussentaal? -Wat leert dit onderzoek ons over de mogelijkheden van chatmateriaal voor de studie van taalvariatie en taalverandering 'in progress'? Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove
Kenniscirculatie in de Lage Landen. Stromen van technische kennis in het westelijk kerngebied van de Lage Landen tussen ca. 1400 en 1700. Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van dit project is te onderzoeken, hoe de circulatie van technische kennis in de Late Middeleeuwen en het begin van de Nieuwe Tijden (c. 1400-1700) verliep, in welke mate de omvang of wijze van kenniscirculatie veranderingen onderging en waardoor deze veranderingen (of de afwezigheid ervan) kunnen worden verklaard. Er wordt daarbij gefocust op de steden Haarlem en Rotterdam in het Noorden, en Antwerpen en Gent in het Zuiden. Wat de sectoren aangaat, zal het onderzoek zich concentreren op de lakenbereiding (ververs, droogscheerders, persers), de houtbewerking (timmerlieden, schrijnwerkers, kuipers, scheepstimmerlui) en de edelsmeedkunst (goud- en zilversmeden). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Bert De Munck • Peter Stabel
De scheiding tussen kerk en staat in beweging. Zoektocht naar een passend politiek-filosofisch kader. Universiteit Antwerpen Abstract: De vragen die in dit onderzoek centraal staan zijn: 1. Welke ontwikkelingen doen zich de laatste jaren voor in België die de verhouding tussen levensbeschouwing en de politieke gemeenschap uitdagen? 2. Welke historische en politiek-filosofische modellen bestaan er om met deze evoluties om te gaan? 3. Welke normatieve afwegingen moeten er worden gemaakt bij het 'kiezen' en implementeren van een dergelijk model/perspectief? Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Adriaan Overbeeke • Walter Van Herck • Patrick Loobuyck
Hollandus' sporen. Het alchemistische Hollandus-corpus en zijn verspreiding in de Nederlanden en in Europa tot ca. 1600. Universiteit Antwerpen Abstract: Onder de vele fascinerende en tot nu toe nauwelijks bestudeerde alchemistische teksten die in de 16de eeuw in onze gewesten zijn ontstaan, trekt het zogenaamde 'Hollandus-corpus' meteen de aandacht. Het tekstbestand dat op naam van de obscure Isaac Hollandus en/of Johannes Isaaci Hollandus is overgeleverd, vormt de belangrijkste bijdrage uit ons taalgebied aan de Europese alchemistische teksttraditie. Het werd tot in de vroege 19de eeuw in verschillende Europese talen vertaald, gedrukt en afgeschreven. Het onderzoek omvat een studie van de inhoud, de oorsprong en de receptie van dit invloedrijke tekstcorpus. Gezien de omvang en de langdurige doorwerking van het materiaal wordt het onderzoek toegespitst op het tekstbestand tot ca. 1600. De studie van enerzijds de ontstaansgeschiedenis (bronnenonderzoek, datering, auteurschap) en anderzijds de overleveringsgeschiedenis (welke kopieën en vertalingen door welke verzamelaars, editeurs en uitgevers) van de handschriften en drukken zal nieuwe inzichten opleveren over de auteur(s) van de Hollandusteksten en over de kanalen waarlangs deze teksten over heel Europa werden verspreid. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Veerle Fraeters • Guido Marnef
De hedendaagse historische roman over New York City. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek wil een antwoord bieden op volgende vier hoofdvragen: (1) De literair-historische vraag naar aanwijsbare verschuivingen die ons toelaten het fenomeen van de hedendaagse historische roman over New York te duiden binnen de (Amerikaanse) literatuurgeschiedenis. (2) De genretypologische vraag naar de rol van queeste-en zoekverhalen in het bestudeerde corpus. (3) De documentaire vraag naar de omgang van schrijvers met historische bronnen. (4) De politiek-ideologische vraag naar het eventueel maatschappijkritische gehalte van de fictionele wereldbeelden die auteurs ontwikkelen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman • Peter Stabel • Bart Eeckhout
Het ontstaan van markeerders in het semantische domein van irrealiteit in de Mandetalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project beoogt een beter inzicht te krijgen op het ontstaan en de evolutie van diverse markeerders in het semantische domein van irrealiteit in de Mandetalen (gesproken in West Afrika). Omdat deze talen onderbeschreven zijn, moet ik actief primaire gegevens verzamelen. De middelen van dit BOF-project moeten mij in staat stellen veldwerk te verrichten en twee kleine corpora aan te maken. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Dmitry Idiatov
De creatie van de Westerschelde. Een historische kijk op de transformatie van het Westerschelde-estuarium van veenriviertje tot internationale handelsroute ( ca. 1000-ca. 1500). Universiteit Antwerpen Abstract: Het ontstaan van de Westerschelde als belangrijkste monding van de Schelde (ca. 1000-1500) toont aan hoezeer Europa's rivierestuaria in historische tijden nog grootschalige transformatieprocessen ondergingen. Via retrogressieve reconstructie van de Westerschelde in een GISomgeving en geconceptualiseerd vanuit een aktieve rol van de mens, tracht dit project een nieuwe impuls te geven aan het interdisciplinaire onderzoek hieromtrent Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
André Vandenbunder en filmstudies : naar een valorisering van het wetenschappelijk archief van een pionier van de filmtheorie en -semiotiek in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: André Vandenbunder (1918-2002) was professor semiotiek aan de toenmalige UIA en docent filmanalyse en filmsemiotiek aan het Filmmuseum Brussel. De doelstelling van dit project is: 1. De elektronische ontsluiting, en geannoteerde publicatie in boekvorm van het werk van Vandenbunder over de semiotiek van de film en de filmanalyse. 2. De wetenschappelijke en maatschappelijke situering in Vlaamse/Belgische en internationale context. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers
Analytische karakterisatie van luchtpolluenten voor de preventieve conservering van kunstobjecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is om gasvormige polluenten en stofdeeltjes zo volledig mogelijk in het kunstpatrimonium te karakteriseren. Door de combinatie van onderzoekstechnieken zal getracht worden om multi-polluent systemen in kaart te brengen, omdat deze omwille van synergistische effecten bijzonder schade kunnen veroorzaken. Het concept van de NOAEL-waarden zal gebruikt worden om de levensduur van de kunstobjecten te voorspellen. Organisaties: • AXES
Onderzoekers: • Velichka Kontozova
Uitgave van het manuscript: R.G.Collingwood, Realism and Idealism. Central Problems in Metaphysics. Universiteit Antwerpen Abstract: OUP heeft mij, samen met de Canadese filosoof Mathieu Marion, gevraagd om het zevende deel in de standaardeditie van R.G.Collingwoods oeuvre te publiceren. De concrete vraag van OUP is om een uitgave van het manuscript Realism and Idealism met drie kleinere manuscripten over metafysica te verzorgen. Deze vier manuscripten zullen Marion en ikzelf redigeren en daarenboven voorzien wij in een gedetailleerde inleiding van ongeveer 100 pagina's. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Guido Vanheeswijck
Achilles en Adonis. Een studie over de negentiende- en twintigste-eeuwse receptie en betekenis van Richard Westmacotts Wellingtonmonument in Hyde Park (Londen) Universiteit Antwerpen Abstract: In 1822 werd bij Hyde Park Corner in Londen een monument opgericht voor Wellington. De monumentale naakte Achilles (door Richard Westmacott) werd echter al snel voorwerp van spot en satire: in plaats van de held Achilles zag men in de naakte man een Adonis. Deze omvorming van Achilles naar Adonis past binnen de Westerse, liberale politieke cultuur, waar geen plaats blijkt te zijn voor representaties van mannelijk naakt. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Wetenschappelijke uitgave van het volledige poëtische oeuvre van Max Elskamp. Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie in de reeks Classiques Garnier (Parijs) van het volledige poëtische werk van de Antwerpse Franstalige dichter Max Elskamp (1862-1931). Het gaat hier om de eerste wetenschappelijke uitgave van een Belgische schrijver in deze prestigieuze reeks die de hoogste eisen stelt inzake het uitgeven van literaire, filsofische en historische teksten. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Christian Berg
De sociabilisering van een democratische bestuurstraditie in de Nederlanden: op zoek naar de wortels van onze hedendaagse politieke cultuur. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksvoorstel wil fondsen verwerven om een databank aan te leggen met namen van verkozen stedelijke functionarissen. De kracht van de databank zit hem in de combinatie van eenvoudige gegevens, namelijk de namen van stedelijke bestuursmandatarissen voor een lange periode (1300-1800). De gegevens dienen ter ondersteuning van onderzoek naar de langetermijnevolutie van democratische bestuurstradities in de Nederlanden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Dijck
Meertalig corpus Schrijfprocesdata Universiteit Antwerpen Abstract: In het schrijfonderzoek is de laatste twee decennia sterk de nadruk komen te liggen op de analyse van schrijfprocessen. Digitale loginginstrumenten hebben dit onderzoek in een stroomversnelling gebracht. Met dit project willen we binnen de Universiteit Antwerpen de basis leggen voor een repository voor een multilinguaal schrijfprocescorpus. Ook willen we de krijtlijnen uittekenen voor een XML-schema als standaard binnen het vakgebied. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
De rol van het taalaanbod in vroege Nederlandse kindertaalontwikkeling: een weging van sociaal-pragmatische factoren en vormaspecten. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project is gaat na in hoeverre de talige variatie in een groep van 47 Vlaamse nederlandstalige peuters verklaard kan worden vanuit een reeks kindexterne factoren. De geselecteerde kindexterne factoren houden verband met het taalaanbod, meer concreet (a) de frequentie van het taalaanbod, en (b) de pragmatische stijl van de moeders in interactie met hun kinderen. Beide factoren worden in de literatuur aangehaald als belangrijke factoren. Organisaties: • Taal, media en socialisatie
Onderzoekers: • Annick De Houwer
Signoor in China: Opera's op Nederlandse tekst in Antwerpen (1759-1761). Universiteit Antwerpen Abstract: De geschiedenis van de opera in Antwerpen werd in het verleden slechts sporadisch beschreven. Dankzij de recente vondst van vier opera's op Nederlandse tekst, kan in samenhang met andere historische bronnen voor het eerst systematisch onderzoek worden verricht naar een nog onbeschreven pagina van de Vlaamse muziekgeschiedenis. Uitvoering en analyse van deze werken zal aangeven welke de plaats van dit repertoire is binnen de bredere Europese context. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Onderzoek naar de opleidingsnoden van erfgoedbibliotheken inzake preservatie, conservatie en restauratie: de opleidingen Informatie-en Bibliotheekwetenschap (UA) en Conservatie en Restauratie -optie Papier (HA) als wegbereiders voor een coherente aanpak. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt hoe een betere opleiding van bibliotheekmedewerkers en conservatiedeskundigen een oplossing kan betekenen voor een professioneler beheer van erfgoedcollecties in bibliotheken. Het wil de sector hierover bevragen en onderzoeken welke oplossingen werden uitgewerkt door enkele erkende buitenlandse opleidingsinstituten. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt
Architectuurhistorische en constructieve kenmerken van stadspaleizen met binnenkoer in Antwerpen (1450-1650). Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil door een nauwkeurige bouwkundige en stedenbouwkundige analyse van een specifieke architecturale vorm, het stadspaleis met binnenkoer (met zogenaamde Toscaanse zuilengalerij), nagaan hoe, wanneer en op welke wijze renaissance-invloeden in de architectuur van Antwerpen en de Nederlanden gedurende de lange 16de eeuw zijn doorgedrongen. Het heeft daarbij specifiek oog voor de rol van stedelijke middengroepen in deze verspreiding. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel
Jacques-Nicolas Lemmens (1823-1881) en de stichting van de Ecole de Musique religieuse de Malines. Universiteit Antwerpen Abstract: Jacques-Nicolas Lemmens (1823-1881) was niet alleen een beroemd organist, maar ook de stichter van de École de Musique religieuse de Malines: een historisch personage dat in de loop van de tijd onderhevig is geweest aan een zekere mystificatie. Dit onderzoek focust op Lemmens' motivaties om in 1879 een school voor religieuze muziek op te richten en wil deze stichting in een ruimere politieke, historische en artistieke context plaatsen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Het zwijgen van de opera. Een inleidend onderzoek naar de betekenis van de performatieve wending in de esthetica voor de uitvoeringspraktijk van de opera. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek stelt de vraag naar de relevantie van de "performatieve wending" in de esthetica voor de opera. In een theoretisch luik wordt de centrale terminologie kritisch belicht. In een historisch-esthetisch luik wordt op basis van de receptie van Pelléas et Mélisande in het muziektheater, nagegaan hoe een opera-historische ontwikkeling van betekenis is geweest voor deze wending. Een praktijkgericht luik onderzoekt de relevantie van de wending voor de hedendaagse opera-opvoering. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Luc Van Den Dries • Christian Berg
Tussen volks- en kunstlied: het lied in de pre-Benoitperiode (ca. 1830-1860): een tekstanalytische, literairhistorische en muziekhistorische analyse van de liedcollectie uit de bibliotheek van het Koninklijk Vlaams Conservatorium. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project beoogt de ontsluiting en valorisatie van Vlaamse kunstliederen uit de pre-Benoitperiode (ca. 1830 ¿ ca. 1860). De liederen worden door een multidisciplinair team bestudeerd vanuit de literatuurgeschiedenis, de muziekgeschiedenis en de uitvoeringspraktijk. Die gediversifieerde benadering laat toe om het genre in een breed cultuurhistorisch kader te situeren, waarbij basisonderzoek op het domein van de Vlaamse literatuurgeschiedenis wordt verbonden met onderzoek op het gebied van muziekgeschiedenis, muziekanalyse en uitvoeringspraktijk. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Piet Couttenier
De investeringen in de vierde Kondratieff-cyclus en de woon-en werksatisfactie van (creatieve) bewoners. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoeksvoorstel heeft de volgende doelstellingen: -het uitvoeren en ordenen van een data-verzameling over het al dan niet samenvallen van de vierde Kondratieff lange-termijncyclus en de stedenbouwkundige investeringspatronen in Amsterdam en Antwerpen, -het verduidelijken hoe en waarom de bovenstaande investeringspatronen de aantrekkelijkheid van een metropool voor haar bewoners (inzonderheid de creatieve klasse zoals gedefinieerd door R. Florida) fundamenteel kunnen veranderen. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES)
Onderzoekers: • Luc Goossens
Hugo Claus en het engagement (1960-1970). Universiteit Antwerpen Abstract: De centrale onderzoeksvraag peilt naar de verhouding van de trits vorm-inhoud-engagement. Is het engagement op inhoudelijk vlak te situeren, zoals bijv. uitgesproken in de tendensroman, of op formeel vlak, bijv. door een specifieke omgang met het (taal)materiaal, of op beide vlakken tegelijk? Sinds het werk van Sartre en Adorno behoort de relatie tussen antithetische begrippen als experiment en engagement, autonomie en expressie, creatio en mimesis tot de kern van het onderzoeksgebied over literatuur, maatschappij en politiek. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Georges Wildemeersch
Data infrastructure for the study of guilds and other forms of corporate collective action in pre-industrial times. Universiteit Antwerpen Abstract: Het aanvullen en uitbreiden van de dataset over de gilden in de Zuidelijke Nederlanden. Dit bestaat uit het aanvullen van de reeds bestaande gegevens met bijkomende gegevens, dat wil zeggen uit het toevoegen van een aantal variabelen per gilde, die gekozen worden op basis van onderling overleg. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Editie van Middelnederlandse egodocumenten als basis voor historische dialect- en idiolectgrammatica's. Universiteit Antwerpen Abstract: Digitale verrijking en editie van een autografisch Middelnederlands egodocument. Organisaties: • Internationale bedrijfscommunicatie
Onderzoekers: • Jozef Van Loon
Project MIDP IV (Multilingual Information and informatics Development) : Meertaligheid van onderuit. Universiteit Antwerpen Abstract: In het overheersende discours rond taalbeleid en -planning, worden taalgebruikers al te vaak beschouwd als de passieve 'ontvangers' van overheidsbeslissingen op het vlak van taal. In tegenstelling met dat discours wil het MIDP IV project de reële betrokkenheid van de zogezegd ondergeschikte of zwakke ontvanger centraal stellen. Het uitgangspunt is dat diegenen die verondersteld worden taalbeleidsmaatregelen te ondergaan en louter te implementeren, in hun dagelijkse talige praktijk en doorheen hun discursieve percepties en interpretaties van taalverhoudingen de taalrealiteit mee vorm blijken te geven en haar bovendien in nieuwe en onverwachte richtingen te sturen. Dit dialectische interactieproces tussen beslissingen 'van bovenuit' en de actieve respons daarop 'van onderuit' geeft vorm aan de taalverhoudingen binnen meertalige gemeenschappen. Dat is de focus van het onderzoek dat binnen het MIDP IV project in de Xhariep (Free State Province, Zuid-Afrika) wordt opgezet en eveneens de focus van de publicatie die uit het project voortvloeit en waarin ook ander internationaal onderzoek over het thema
wordt samengebracht. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove • Pol Cuvelier
Convenant 2008-2012 Woordenboek Vlaamse Dialecten West-Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Het project kadert in het globale project ?Woordenboek van de Vlaamse dialecten? en behelst de aanleg van een digitale database en de lexicografische bewerking tot woordenboekafleveringen van de dialectwoordenschat van Frans-, West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Magdalena Devos • Jacques Van Keymeulen
De prehistorische bewoningsevolutie van Zandig-Vlaanderen vanuit een landschappelijk perspectief Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de kmst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat) op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan archeologische sites (zgn. clustergebieden) en 2 met een lage densiteit (zgn. "lege" gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en -technieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein - en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
Site catchment analysis van een Romeinse stad: bijdrage tot de studie van romanisatie en urbanisatie in Lusitanië Universiteit Gent Abstract: Het project stelt de introductie voor van een innovatieve, sterk itnerdisciplinaire aanpak in het kader van het archeologische nederzettingsonderzoek binnen de onderzoeksdiscipline van de Romeinse Mediterrane Archeologie. De toepassing van de methode van "Site Catchment Analysis" in het odnerzoek van het Romeinse landschap rond stedensites in het Mediterrane gebied moet een totaal vernieuwde aanpak lanceren van de studie van wisselwerkingen tussen stad en territorium in de Klassieke wereld. Als testgebied wordt een case study uitgewerkt in Romeins Portugal (Lusitanië), waar diverse omstandigheden ideaal zijn voor de uitvoering van deze nieuwe aanpak. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
God en Darwin in de Lage Landen. Een studie naar de verspreiding en de betekenis van Intelligent Design in Vlaanderen en Nederland Universiteit Gent Abstract: Naar aanleiding van de toenemende media-aandacht onderzoeken we hoe sterk de positie van Intelligent Design is in Vlaanderen en Nederland. Daarenboven zoeken we naar verklaringen voor de opkomst van dit recente fenomeen. We houden daarbij vooral rekening met de verschillen tussen beide contreien, de rol van zingeving en het gebrek aan wetenschappelijke kennis bij een breder publiek. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Historisch-kritische editie van Willem Kloos' poëzie, met een editietheoretisch commentaar Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek is gefocust op een tekstgerichte studie van de volledige poëzie van Willem Kloos. In een historisch-kritische editie worden alle variante lezingen van Kloos' gedichten gepresenteerd. Naast een studie van de ontstaans- en drukgeschiedenis, van de variante lezingen van alle gedichten en een editieverantwoording wordt uitvoerig ingegaan op de receptie(geschiedenis) van Kloos' poëzie. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Yves T'Sjoen
Apocalyps en eschatologie bij de veertiende-eeuwse Middelnederlandse auteurs Jan van Boendale, Lodewijk van Velthem en Jan van Leeuwen Universiteit Gent Abstract: Al snel na het ontstaan van de Apocalyps waren de apocalyptisch-eschatologische denkkaders aan verandering onderhevig. Zeker in de West-Europese middeleeuwen zijn een aantal ogenblikken aan te wijzen waarop ze alternatieve invullingen kregen. In het onderzoek zal nagegaan worden hoe het evoluerende apocalyptisch-eschatologische gedachtegoed bij de veertiende-eeuwse Middelnederlandse auteurs Velthem, Boendale en Van Leeuwen werd gerecipieerd. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Joris Reynaert
Zelfbeschouwing en identiteitsvorming in de vroeg-moderne tijd: betogend proza van Coornhert en Charron Universiteit Gent
Abstract: De vroegmoderne periode, zo heeft Michel Foucault betoogd, wordt bij uitstek gekenmerkt door de opkomst van het gouvernementele denken. In dit project woren Dirck Volckertsz. Coornherts Zedekunst dat is wellevenskunste (1586) en Pierre Charron's De la Sagesse (1601) zowel retorisch als inhoudelijk gelezen tegen de achtergrond van Foucaults analyse. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
Panpsychisme in de Westerse filosofie Universiteit Gent Abstract: Studieverblijf van D. Skrbina. Onderzoek in het domein van metafuysica en "philosophy of mind", vooral panpsychisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Erik Weber
De bioethische posities in China over stamcelonderzoek, medisch geassisteerde voortplanting en medisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Het project zal onderzoeken welke posities zich ontwikkelen in China over stamcelonderzoek, medisch geassisteerde voortplanting en medisch onderzoek. Dit zal gebeuren door de academische ethische literatuur te bestuderen, samen met de richtlijnen door overheden en beroepsverengigingen in China. De vergelijking met westerse opvattingen en de plaatsing binnen de specifieke culturele context van China moet meer inzicht opleveren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Guido Pennings
Prehistorische nederzettingspatronenen landgebruik in Zandig Vlaanderen (NW België): een diachrone and geoarcheologische benadering Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een interdisciplinaire GIS-gerelateerde studie van het landgebruik in Zandig-Vlaanderen (NW-België) tijdens de latere fasen van de steentijden (vanaf 13.000 uncal. BP) tot de komst van de Romeinen. Bedoeling is de rol en impact van het landschap (flora, bodem en klimaat)op het nederzettingssysteem in een multitemporeel kader te analyseren. Hiertoe zullen 3 tot 4 deelgebieden geselecteerd worden, waaronder 2 met een grote densiteit aan archeologische sites (zgn. clustergebieden) en 2 met een lage densiteit (zgn. ?lege? gebieden). In dit onderzoek zullen diverse analysemethoden en ?techieken gecombineerd worden: paleo-ecologische analyses (pollen, zaden, vruchten, enz), absolute dateringen (AMS, OSL), morfologische terrein ? en bodemmodellering (op basis van DHM, SoilGen), bodem-geofysische prospectie (boringen en electro-magnetische sensor), en landevaluatie. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Marc Antrop • Marc Van Meirvenne • Philippe Crombé • Peter Finke
Archeologie van versterkte Berber spijkers Universiteit Gent Abstract: In hun verdedigde graanspijkers slaan de Berbers hun oogsten en kostbare goederen op. Dergelijke spijkers werden meestal los van het dorp gebouwd op een gemakkelijk en natuurlijk te verdedigen plaats. Men vindt ze van Marokko tot Tripolitanië. De oudst gedateerde spijkers bevinden zich vermoedelijk in Zuid-Tunesië, maar dit onderwerp heeft er nog geen speciale aandacht gekregen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Johnny De Meulemeester
Studie van de impact van het Neolithicum in de Vlaamse zandstreek Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt het Neolithicum in de Vlaamse zandstreek, in het bijzonder in de regio van Zandig-Vlaanderen, in kaart te brengen en te evalueren d.m.v. proefsleuvenonderzoek en systematische boringen op oppervlaktevindplaatsen en vindplaatsen gedetecteerd via luchtfotografische prospectie. D.m.v. koolstofdateringen en paleoecologisch onderzoek zal tevens getracht worden om inzichten te verwerven in de chronologie en de natuurlijke omgeving tijdens het Neolithicum. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Philippe Crombé
De interactie tussen opslag en verwerking bij het onthouden en representeren van zinnen Universiteit Gent Abstract: Het werkgeheugen is enerzijds betrokken in het begrijpen en produceren van zinnen (onthouden welke woorden voorheen kwamen, onthouden van de woordvolgorde, bijhouden van syntatische informatie, ?) anderzijds wordt het werkgeheugen geholpen door taalgerelateerde aspecten (cf. onthouden van zinvolle woordgroepen tgo losstaande woorden). In dit onderzoeksproject wordt deze wederzijdse interactie van werkgeheugen en zinsverwerking verder onderzocht met behulp van zowel leestaken als werkgeheugentaken. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker • Tim Desmet
Christendom en de Oosterse godsdiensten en Mysterieculten in het werk van Franz Cumont, en het werk van Cumont in de context van het Modernisme (Alfred Loisy) Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de visie bestuderen van Cumont op het antieke Christendom vanuit zijn gepubliceerde werken, zijn ongepubliceerde correspondentie met andere geleerden, vooral Loisy en zijn recensies. Verder: zijn theorieën over de vergelijkende studie van religies over Christendom als een mysteriegodsdienst, heidense invloeden op het Christendom en Christendom versus de Oosterse Godsdiensten binnen het Romeinse culturele en politieke universalisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Danny Praet
Gebruik van een GIS voor het onderzoeken van een tweedimensionele conceptuele temporele ruimte Universiteit Gent Abstract: Aangezien het triangulaire temporele concept volwaardig gebruik maakt van een tweedimensionale ruimte, levert dit mogelijkheden op met betrekking tot visualisatie en analyse aan de hand vna GISystemen. In dit project wordt getracht deze tweedimensionale conceptruimte voor te stellen via GISystemen, zodanig dat bestaande gesofisticeerde technieken kunnen worden aangewend voor de analyse van tweedimensionale nietruimtelijke gegevens. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Martin Valcke • Philippe De Maeyer • Nico Van de Weghe
De dialectwoordenschat omtrent 'Eten en Drinken' in de dialecten van Frans-, West-, Oost- en ZeeuwsVlaanderen' Universiteit Gent Abstract: Digitaal opslaan in een database van dialectlexicografische gegevens voor Frans-, West-, Oost- en Zeeuws-Vlaanderen voor het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD) m.b.t. 'Eten en Drinken'. De relevante dialectwoordenschat wordt opgevraagd iva mondeling en schriftelijk veldwerk en wordt samengevoegd met het reeds voorhanden ongepubliceerde en gepubliceerde materiaal (sedert 1880). Op basis van het materiaal wordt een woordenboekaflevering in het vooruitzicht gesteld binnen Deel III 'Algemene Woordenschat', sectie 2 'het huiselijk leven' Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Magdalena Devos • Jacques Van Keymeulen
Taal- en spraaktechnologie: e-leermethodes ter bevordering van interculturele dialoog Universiteit Hasselt Abstract: Het consortium van dit LLP-multilateraal project wil vooreerst een contrastieve studie uitvoeren van de talen-culturen die deel uitmaken van TST-ID (Nederlands, Frans, Slovaaks, Roemeens, Turks). Op basis van deze gegevens en een studie van de niveaus A1-A2 van het CEFRL zullen vervolgens elektronische taalopleidingspakketten ontwikkeld wordne om volwassen leerders warm maken om (ook) andere of nieuwe Europese talen-culturen, die minder onderwezen worden of totnogtoe minder gekend zijn, te leren. Met aantrekkelijk, efficiënt en vernieuwend opleidingsmateriaal en -diensten, makkelijk toegankelijk voor een breed publiek (ook personen met handicap, als dyslexie, gezichtsproblemen), en ludieke promotie- en sensibiliseringsacties rond de producten en de betrokken culturen wil ze het leren van een nieuwe taal en de kennismaking met de cultuur aanmoedigen en stimuleren. Op die manier hoopt het consortium de kleinere Europese talen een plaats te kunnen geven naast de dominante vreemde talen in het Europese aanbod van taalopleidingen en bij te dragen tot de interculturele dialoog. Immers de keuze van de partners gebeurde vanuit het standpunt van de diversiteit: een oud EU-lid (België), een recent (Slovakije), een zeer recent (RO) en een komend (?; TR); drie godsdiensten (Catholicisme, Orthodoxe godsdienst, Islam); Germaanse (Nederlands), Romaanse (Frans, Roemeens), Slavische (Slovaaks) en Turkse talen; vier delen van de EU (West-, Centraal, Oost- en Zuid-Europa). Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Willem CLIJSTERS • Martine VERJANS • Anouk GELAN
Redeneren over kwantum informatie: een modaal-logisch perspectief op de fundamenten van de kwantum mechanica en de filosofische implicaties ervan. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project staat het logisch redeneren over kwantum informatie centraal. Meer bepaald, stelt dit project een filosofische analyse voor van de kwalitatieve en semantische eigenschappen van kwantum informatie. Door kwantum informatie een ontologisch statuut te geven en er een semantisch betekenis aan toe te kennen, plaatst dit project zich tegenover de huidig heersende opvattingen over kwantum informatie als een louter kwantitatief meetbaar gegeven. We stellen voor om in dit project de notie van 'informatie' een invulling te geven binnen de context van de Modale logica. Dit project stelt tevens de terugkoppeling voor naar het onderzoek in de filosofie van de fysica. Meer bepaald, het analyseren van de ruimtelijke en temporele eigenschappen van kwantum informatie zal nieuwe filosofische implicaties opwerpen voor de gangbare interpretaties van de kwantum mechanica. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • SONIA SMETS • JEAN VAN BENDEGEM
Scheepvaart binnen de exclusieve economische zone: een vrijheid in gevaar of eerder een gevaarlijke vrijheid? Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met de creatie van de exclusieve economische zone (EEZ) door middel van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee (1982 Verdrag) heeft de internationale gemeenschap het probleem van de overbevissing op volle zee (VZ) willen tegengaan. Het juiste juridische statuut van deze nieuwe zone, die zich bevindt tussen de territoriale zee (TZ), waar de kuststaat de soevereiniteit over heeft, en de VZ, gelegen buiten de nationale jurisdictie, gaf tijdens de conferentie aanleiding tot een confrontatie die onopgelost bleef. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • ERIK FRANCKX
Taalgebruik, taalvariatie en taalplanning in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1814-1830) Vrije Universiteit Brussel Abstract: De periode van de hereniging van Noord en Zuid in het "Verenigd Koninkrijk der Nederlanden" (1814-1830) (VKN) was cruciaal voor de status, de vorm en de functie (c.q. zelfs het voortbestaan) van het Nederlands in Vlaanderen. Over die periode is evenwel nauwelijks taalkundig onderzoek beschikbaar op basis van originele bronnen. Bovendien blijkt uit onze voorgaande expertise dat de schaars aanwezige informatie niet alleen ontoereikend is, maar vaak zelfs verkeerd. We willen die lacune invullen met een dubbel onderzoeksplan: 1.enerzijds een interne analyse van taalgebruik en taalvariatie (zowel sociaal als geografisch) in Vlaanderen tussen 1814 en 1830, op basis van een onderzoekscorpus dat we de voorbije jaren lieten samenstellen met externe middelen, en 2.anderzijds, een extern-historiografische analyse van Willems taalpolitiek en taalplanning in het 'vergeten' deel van het Zuiden (Wallonië, Luxemburg, Duitstalige gebieden) en in de kolonies en in de toenmalige Europese taalpolitieke context. Die nauw verweven onderzoekingen worden gebundeld in één goed gestructureerd en geïntegreerd project. Door de permanente wisselwerking tussen beide onderzoekingen garandeert die aanpak een aanzienlijke wetenschappelijke meerwaarde en in een optimaal gebruik van onderzoeksmiddelen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • ROLAND WILLEMYNS • WIM VANDENBUSSCHE
Netwerken van staat en kapitaal: oorlog, militaire instituties en ondernemers in de Nederlanden (ca. 1670 - ca. 1795) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project richt zich op de probleemstelling hoe binnen de Republiek en de Zuidelijke Nederlanden de staat en ondernemers via hun onderlinge netwerken samenwerkten om de middelen voor oorlogvoering te verwerven. Daartoe wordt geanalyseerd in hoeverre dit soort netwerken in de Zuidelijke Nederlanden in structuur en opzet verschilden van die in de Noordelijke Ne-derlanden. Tevens zal worden onderzocht in hoeverre deze netwerken met elkaar overlapten en of de overheden in de Nederlanden een beroep deden op netwerken die ook door bijvoorbeeld Engelse, Duitse of Franse betaalheren werden onderhouden. De centrale vraag van dit project is of het zwaartepunt van die netwerken zich binnen "de macht" (de staat) dan wel binnen "de markt" (handelaars/ondernemers) bevond en in hoeverre het gewicht van "de markt" werd teruggedrongen in de loop van de achttiende eeuw. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • CATHARINA LIS • HUGO SOLY
De cognitieve basis van wetenschap: een wijsgerig onderzoek naar de fundamentele continuïteit tussen wetenschappelijke en prewetenschappelijke vormen van kennisverwerving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoe is de mens als epistemisch subject feitelijk instaat kennis te verwerven? Wat zijn de natuurlijke (i.e., in de wereld gesitueerde) omstandigheden die wetenschapsbeoefening mogelijk maken? Dit project onderzoekt de implicaties voor de wetenschapsfilosofie van empirisch en theoretisch onderzoek binnen de cognitieve wetenschappen. Uitganspunt is de vraag hoe wetenschap is kunnen uitgroeien tot een betrouwbare epistemisch instrument om de wereld te leren kennen, en, meer specifiek, welke rol menselijke cognitieve processen hierin hebben gespeeld. Binnen de ontwikkelingspsychologie, neurowetenschappen en antropologie zijn er toenemende aanwijzigingen dat ons vermogen tot wetenschappelijke kennisverwerving berust op cognitieve capaciteiten die het ontstaan van wetenschap lang voorafgaan. Er bestaat een fundamentele continuïteit tussen wetenschappelijke en prewentenschappelijke vormen van kennisverwerving. Dergelijk onderzoek is zeer interessant voor wetenschapsfilosofen die pogen een naturalistisch beeld te scheppen van wetenschap als epistemische activiteit. Voortbouwend op mijn doctoraal onderzoek wil ik met dit project een algemeen theoretisch kader uitbouwen voor een cognitieve benadering van wetenschap. Dit zalik vervolgens toetsen aan specifieke casestudies. De nadruk igt op filosofie van de wiskunde, waarmee dit project uitstekend aansluit bij mijn doctoraal onderzoek en reeds gepubliceerde artikelen, en bij de activiteiten van mijn onderzoekscentrum, het Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Modellen voor "Informatief Zijn". Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde onderozek wordt binnen de filosofie van de informatie gesitueerd en beoogt de uitwerking van een theoretisch kader waarbinnen diverse aan "Semantische informatie" gerelateerde concepten geïntegreerd worden. Concreet gaat de aandacht uit naar de relaties van het geïnformeerd zijn, het geïnformeerd worden en het informatief zijn. Deze drie relaties en hun onderlinge interactie worden binnen een logischformeel kader beschreven. De belangrijkste techniek hiervoor is ontleend aan Dana Scott's Domein theorie - een zeer algemeen formalisme dat ons toelaat informatie-ordeningen te modelleren. Binnen dit kader worden twee intuïtief geldige principes m.b.t. het informatief zijn geformaliseerd. Het gaat enerzijds om het semantisch zwakke principe dat "slechts dat informatief is wat buiten het bereik van louter logisch-deductieve methoden ligt", en anderzijds om het semantisch sterke principe dat "slechts sat informatief is wat accuraat de actuele wereld beschrijft". Dit eerste principe, en in het bijzonder de pluralistische interpretatie ervan, vormt (zij het zonder expliciet gebruik te maken van Scott's Domein theorie) een integraal deel van het voorafgaande doctoraatsonderzoek. Binnen het nieuwe onderzoek wordt vooral het belang van de integratie van beide principes benadrukt. Om dit doel te verwezelijken, zullenin een
eerste fase (+/- het eerste jaar) de resultaten uit het doctoraatsonderzoek aan het algemene kader van de Domein Theorie gerelateerd worden. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
'Politieke correctheid' en 'de dingen zeggen zoals ze zijn' Een analyse van discours over de multiculturele samenleving in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In politiek-maatschappelijke debatten en in de media wordt sinds de jaren '90 regelmatig gewag gemaakt van 'politieke correctheid'. 'Politieke correctheid' is een geladen term, waarvan de oorsprong verre van duidelijke n de vetekenis veranderlijk en contextafhankelijk is. Vanuit een traditie van kritisch discoursonderzoek wil dit onderzoek een historisch en theoretisch kader schetsen van 'politieke correctheid' en van de conflicterende visies op taal in de discussie daarover. Op een empirisch niveau geeft het onderzoek via een kwantitatieve inhoudsanalyse van 'politieke correctheid' in de Vlaamse pers een overzicht van de verschillende discours over 'politieke correctheid' en de evoluties daarin. Dit kwantitatieve onderzoek tooont aan dat 'politieke correctheid' in Vlaanderen voornamelijk betrekking heeft op de multiculturele samenleving. Het kwantitatieve vooronderzoek vormt de basis voor de selectie van cases die kwalitatief zullen worden onderzocht. Via drie casestudies zal het functioneren van 'politieke correctheid' als discursieve strategie in het debat over de multiculturele samenleving empirisch worden geanalyseerd. door de analyse van de discursieve strijd over de betekenis van 'politieke correctheid' levert het onderzoek een specifieke bijdrage aan de analyse van het debat over de multiculturele samenleving. het onderzoek levert tevens een bijdrage aan methodologische discussies over discoursonderzoek, o.a. door een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve methoden van tekstonderzoek. Organisaties: • Culture, Emancipation, Media and Society • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER • Benjamin DE CLEEN
"Refugee Aesthetisc" in Afrikaanse diasporaliteratuur. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studie belicht de beeldvorming over vluchtelingen in de literaturen van de Afrikaanse diaspora, met name de literaire en discursieve strategiën die Engelstalige auteurs van Frikaanse afkomst aanwenden om de hedendaagse vluchtelingenproblematiek aan te kaarten. Hoewel migratie ongetwijfeld één van de centrale thema's binnen het veld van diaspora- en postkoloniale studies, rijst er steeds vaker kritiek op het geromantiseerde beeld van de nomade en het feit dat economische en politieke omstandigheden buiten beschouwingen worden gelaten. Uitgaande van een kritische benadering van de postkoloniale theorieën rond migratie en van publicaties van het Refugee Studies Centre aan de University of Oxford zal het spanningsveld belicht worden dat ontstaat tussen postkoloniale, sociologische/juridische en literaire vertogen over vluchtelingen, waarbij het de bedoeling isom te komen tot het formuleren van een "refugee aesthetics". Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Elisabeth BEKERS
Fonologische motivering in fraseologie: welklinkende collocaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Collocaties 'vb. Commit a crime; stark naked) worden algemeen beschouwd als het resultaat van arbitaire conventionalisering. Ze vallen onder Sinclair (1991) het Idiom Principle noemt, d. i. in syntagmatisch verband blijken sommige woorden andere woorden op te roepen. Deze lexicale selectie staat in contrast met het Open Choice Principle waarbij de synoniemen vrij gesubstitueerd kunnen worden (vb. drink/have/taste/enjoy/...wine). de doelstelling van het voorgestelde onderzoeksproject is om na te gaan of die 'motiveringen'(d.i. retrospectieve verklaringe,) worden gevonden waarom sommige woordcombinaties meer kans hebben dan andere combinaties om te worden gestandaardiseerd (als collocaties). De potentiële verklaring waarvan we de plausibiliteit in het voorgesteld project willen evalueren situeert zich op het niveau van de fonologie. Om de reikwijdte van fonologische motivering in colocaties te evalueren is er systematisch onderozek nodig, waarbij (1) methodisch het 'collocatiegedrag' van een staal synoniemparen wordt vergeleken a.h.v. corpusdata, en (2) de potentiële drijfveer van fonologische motivering psycholinguïstisch wordt getoetst a.h.v. gecontroleerde leerexperimenten. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • June EYCKMANS
Het toetsen van fraseologische kennis in vreemdetaalverwerving. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dankzij het nieuwe onderzoeksthema Taaltoetsontwikkeling voor vreemdetaalverwervingsonderzoek en de geassocieerde 0,1 ZAPfunctie kan de onderzoeksgroep AQUILANG verschillende aspecten van de reeds ontwikkelde expertise in vreemdetaaldidactiek op innoverende manier met elkaar te integreren in betreffend project (" Het toetsen van fraseologische kennis in vreemdetaalverwerving") dat zich richt op de ontwikkeling van - en het onderzoek naar- toetsen voor het meten van collocationele kennis in een vreemdetaal (Engels en Spaans). Volgens recente inzichten in de vreemdetaaldidactiek is vlot en effectief taalgebruik immers grotendeels afhankelijk van het kunne herkennen en recycleren van meerwoordcombinaties, die in de literatuur vaak "Chunks" genoemd worden. Het project heeft als doelstellingen (a) een meetinstrument (Discriminating Collocations Test) te ontwikkelen om de fraseologische kennis van vreemdetaalleerders in kaart te brengen en in verband te brengen met hun andere vaardigheden in de vreemde taal (bv. de morfologische en syntactische vaardigheden), en (b) een nieuw integratief toetsformaat (Deleted Essentials Test) dat een verbetering vormt op de wijd verspreide CLOZE en c-tests ( zie Eyckmans et al. 2004) te verfijnen en verspreiden. De toetsformaten worden iet enkel ontwikkeld voor beginners maar ook, en vooral voor meer gevorderde niveaus van vreemdetaalontwikkeling. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • June EYCKMANS
Woordenschatverwerving in verwante vreemde talen (EuroComGerm) Vrije Universiteit Brussel
Abstract: Al een heel aantal jaren doen wij (Lutjeharms en Lochtman) onderzoek naar de verwerving van woordenschat (en syntaxis) in een vreemde taal. daar onze eigen gegevens vooral komen uit onderzoek naar de verwerving van verwante talen (Nederlands, Duits, Engels) is Lutjeharms gevraagd mee te werken met het EuroCom-project (zie: http://www.eurocom-frankfurt.de), dat al is uitgewerkt voor de Romaanse talen. Sinds begin 2005 zijn we zeer intensief bezig met de Germaanse talen (een andere groep werkt aan de Slavische talen). voor de vewerving van het Nederlands door Duitstaligen, die ook engeld kennen, is het hoofdstuk eind 2005 en begin 2006 afgewerkt. Sinds januari 2005 is Lutjeharms ook verantwoordelijk voor de uitwerking van "Lautentsprechungen" (overeenkomst bij klanken) in de Germaanse talen. Robert Möller (ULg) werkt daar intussen aan mee (als specialist diachronie). Ook Marie-Reine Blommaert heeft hierbij geholpen (zij kent Deens, Zweeds en Noors) en alle in 7 vermelde partners. Dit zeer omvangrijk geworden hoofdstuk is intussen afgewerkt, rekening houdend met Nederlands, engels, Duits, Deens, Zweeds, Fries, Noors (Bokmal) en Ijslands. In januari 2007 heb ik de (hopelijk) laatste drukproeven verbeterd. Het eerste EuroComGerm-boek had eind 2006 moeten verschijnen, maar heeft wat vertraging opgelopen. Nu de theoretische achtergrond is uitgewerkt, kunnen we cursussen - volgens het principe van de meertaligheidsdidactiek- opstellen. Lutjeharms heeft al een begin gemaakt met Nederlands. Dit oefenmateriaal is begin 2007 - met succes - uitgetest met studenten van de universiteit van Darmstadt. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • MADELINE LUTJEHARMS
Kierkegaard's existentiële hermeneutiek als een antwoord op de crisis in de hedendaagse plichtsethiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Project omtrent Kierkegaards gedachtengoed binnen de problematiek van de crisis in de hedendaagse plichtsethiek Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Karl VERSTRYNGE
Welvaartszoekers of humanitaire vluchtelingen? Migratie, gezondheid en ethiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksvoorstel betreft medische aspecten van het migratie - en vreemdelingenbeleid en is een verderzetting van het EU Marie Curie Postdoctoral Fellowship aan de University of Warwick: Welfare-seekers or humanitarian refugees? Immigration and Residence in the EU on humanitarian and medical grounds: rights, policies and lived realities. Centraal in dit onderzoek staat de explicitering van ethische vragen en het onderzoek naar de beginselen van een normatief kader (criteria en procedurele mechanismen) dat richting kan geven aan legitimeerbare beslissingen in specifieke situaties. Het onderzoek onderzoekt verschillende perspectieven (het beleidsperspectief en datvan de betrokken migranten) en ervaringen en bevraagt deze vanuit een kritisch ethisch perspectief. Centraal staat het onderzoek naar de justificatie voor een universeel recht op gezondheid en de beginselen van een rechtvaardige verdeling van gezondheidszorg. Binnen dit kader worden ook vragen behandeld in verband met medische controle, expertise en advisering in asiel- en uitwijzingsbeslissingen, definities en concepten van gezondheid en welzijn. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Marc VAN DEN BOSSCHE • Gily COENE
Rekenschapsplichtigheid voor mensenrechtenschendingen door internationale organisaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project heeft als doel te onderzoeken via welke technieken, mechanismen en fora internationale organisaties en/of hun lidstaten rekenschapsplichtig (kunnen) gemaakt worden voor schendingen van mensenrechten gepleegd door, of toe te schrijven aan, deze internationale organisaties. Er zal in het bijzonder nagegaan worden hoe bestaande mechanismen voor het direct of indirect aansprakelijk stellen van internationale organisaties kunnen verbeterd worden, en welke nieuwe mechanismen kunnen/moeten ontwikkeld worden om die aansprakelijkheid te versterken. De eerste fase van het project zal in de eerste plaats bestaan uit "desk research", d.w.z.grondige literatuurstudie en het uitwerken van een analytisch-conceptueel kader, met een sterke klemtoon op zowel intra-disciplinariteit (het bestuderen van de relatie tussen de rechtstakken "internationaal publiekrecht", "recht der internationale organisaties", "recht van de mensenrechten", deels ook "internationaal strafrecht") als multidisciplinariteit (met openheid naar politieke wetenschappen en filosofie, met name bij de analyse van het begrip "accountability" in zijn diverse verschijnings- en operationaliseringsvormen). Ter verfijning van de probleemstelling en om een sterker empirisch inzicht in de problematiek in het kader van de werking van internationale organisaties te verkrijgen, zullen ook reeds in deze fase interviews (gebaseerd op een kwalitatieve vragenlijst) met geselecteerde personen (met name internationale en nationale ambtenaren; slachtoffers van mensenrechtenschendingen) worden gehouden. Tijdens de tweede fase zal, naast verdere "desk research", de klemtoon nog sterker op empirisch onderzoek liggen, met meer toegespitste interviews van geselecteerde kernactoren in het kader van de desbetreffende case-studies. In een derde fase worden de theoretisch/conceptuele inzichten van de eerste fase getoetst aan de inzichten verworven in het kader van de gevallenstudies van de tweede fase teneinde tot, enerzijds, een meer verfijnd theoretisch kader te komen en anderzijds praktisch relevante conclusies en aanbevelingen te formuleren. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Het ontwerpen van een monitoring voor het beleid naar anderstaligen in de Vlaamse rand. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project peilt naar de manier waarop het Vlaams karakter en de taalverschuivingsprocessen in de Vlaamse Rand kunnen gemeten worden. Ze moeten de basis vormen van een monitoringinstrument dat op permanente basis het beleid rond het taalgebruik in de Rand kan adviseren en evalueren. Organisaties: • Geschiedenis • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • ROEL DE GROOF
De historisch-ecologische analyse van boslandschappen in de Antwerpse Kempen. Vrije Universiteit Brussel
Abstract: In dit interdisciplinaire project worden en aantal oude bossen (permanent aanwezig sinds 1775) in de huidige provincie Antwerpen onderzocht als historische landschappen, waarin naar gelang de bezitsverhoudingen, de toegang tot het bos en de socio-economische strategieën van boseigenaars en -gebruikers, het bos anders conceptueel werd ingevuld (als jachtpark, als vrijwoud, als marktgericht hakhoutbos of als gemeenschappelijk bos), waardoor bossen van elkaar konden verschillen qua beheervorm, botanische samenstelling, eco-technologische inrichting en ruimtelijke inrichting. We willen dus te weten komen welke wederkerige relaties er in het ancien regime bestonden tussen enerzijds sociale en economische variabelen (bezit, macht, markt) en anderzijds landschappelijke en biologische variabelen. Deze vragen worden toegepast op vier oude boscomplexen in de huidige provincie Antwerpen, met zowel een relevante variatie aan socio-economische variabelen, als met een voldoende heuristische mogelijkheden (qua historisch archiefmateriaal, qua natuurhistorische ecologische waarden en qua landschappelijke relicten). In deze samenwerking tussen natuurwetenschappers en humane wetenschappers en tussen twee universiteiten en een overheid (provincie Antwerpen) wordt zo waardevol landschappelijk erfgoed bestudeerd in comparatief perspectief met belangrijke consequenties op zowel methodologisch, thematisch als beheersmatig vlak. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Anneleen DE JAEGHER • Dries TYS
De Inhoudelijk-Wetenschappelijke uitwerking van het project landschapspark Middelkerke. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De gemeente Middelkerke wenst de geschiedenis en het erfgoed van haar hinterland te ontsluiten voor het grote publiek. De bedoeling is om een netwerk van thematische fiets- en wandelroutes uit te werken, gekoppeld aan een historische bezoekerscentrum in het oud-gemeentehuis van Slijpe. De krijtlijnen van dit project werden uitgeschreven in een masterplan, opgemaakt door de firma Visual Dimension. Dit plan werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen van Middelkerke op 30/10/2007. Het houdt een aantal suggesties is met betrekking tot specifieke erfgoedsites die ontsloten kunnen worden en de wijze waarop technologisch het best kan gebeuren. Op basis van dit masterplan dient nu overgegaan te worden tot de uitwerking van de specifieke inhoud: enerzijds voor het fiets- en wandelroutenetwerk, anderzijds voor de invulling van het oud-gemeentehuis van Slijpe. De voorliggende opdracht houdt concreet in dat: 1.met betrekking tot het fiets- en wandelnetwerk: -het masterplan vanuit inhoudelijk-wetenschappelijk standpunt kritisch wordt bekeken en dat de selectie van de erfgoedsites (POI - points of interest), in samenspraak met de dienst Erfgoed en Museum, scherp wordt gesteld; -per POI wordt een wetenschappelijk verantwoorde, toegankelijke tekst aangeleverd die de site kadert in tijd en ruimte en zijn historisch belang aantoont; -per POI wordt een voorstel uitgewerkt van fotos, illustraties, reconstructietekeningen, enz. die kunnen worden gebruikt om het verhaal te ondersteunen en/of te visualiseren. In de mate van het mogelijke wordt dit iconografisch materiaal meegeleverd; -op basis van de geselecteerde POIs, en het knooppuntennetwerk van de provincie, wordt een voorstel gedaan van enkele thematische routes; 2.met betrekking tot het oud-gemeentehuis van Slijpe: -er wordt, in samenspraak met de dienst Erfgoed en Museum, een inhoudelijk programma ontwikkeld voor het historisch bezoekerscentrum in het oud-gemeentehuis van Slijpe. -per ruimte worden wetenschappelijk verantwoorde, toegankelijke teksten aangeleverd -per ruimte wordt een voorstel uitgewerkt van fotos, illustraties, reconstructietekeningen, enz. die kunnen worden gebruikt om het verhaal te ondersteunen en/of te visualiseren. In de mate van het mogelijke wordt dit iconografisch materiaal meegeleverd; Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Sarah DEPESTEL • Dries TYS
1)Taal en identiteitsvorming in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. 2)Relatie tussen taal en identiteit. De plaats van Nederlands en Vlaams als element in de identiteitsvorming van de Brusselaar. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoek wordt nagegaan in hoeverre de deelname van personen met een verschillende taalachtergrond aan de structuren van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel bijdraagt tot de identificatie met deze gemeenschap. Organisaties: • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS • MACHTELD DE METSENAERE
Etude doublons et synonymes thesaurus APV - Optimisation thesaurus Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
Theoretisch en artistiek onderzoek naar de symbiose van Westerse en niet-Westerse muzikale idiomen Hogeschool Gent Abstract: Kennis- en cultuurverspreiding kennen door de digitaliseringsvloed van de 21e eeuw nieuwe, ongekende hoogten. Naast de verhoogde toegankelijkheid van ons culturele erfgoed, zijn ook de studiemogelijkheden van digitale (muzikale) objecten naar een totaal ander type analyse geëvolueerd, met name Music Information Retrieval, een signaalanalysemethode die toelaat om muzikale informatie te extraheren uit klankopnames. Het resultaat is een patroon of structuur dat met een semantiek wordt verbonden en aldus in de context van een muziektheorie kan worden geïnterpreteerd. Toegepast op archieven van niet-Westerse muziek kan deze innoverende methode tot een herinterpretatie van interculturele beïnvloedingen leiden, en kunnen muziekculturen onafhankelijker van geijkte Westerse culturele concepten geduid worden. De analyse van een (ongekend) muzikaal idioom, moet leiden tot een waaier aan nieuwe klankkleuren, toonschalen, metrische verhoudingen en muzikale vormen die een aanzet kunnen geven tot inspiratie en compositie. Dergelijke vermenging van stijlen en culturen brengt ook vragen met zich mee: Kan muziek van verschillende culturen samengebracht worden
zonder één van beide conceptuele denkkaders oneer aan te doen? Moeten er / mogen er bepaalde regels vastgelegd worden? Wat zijn voor de componist de nieuwe muzikale mogelijkheden in een digitale omgeving? Leidt interculturele vermenging tot vervaging van decennia lang gegroeide culturen of brengt het net redding voor kwetsbare orale tradities? Leidt vermenging tot verminking? Al deze onderzoeksvragen staan centraal in een onderzoek dat de muzikale mogelijkheden en onmogelijkheden van interculturatie door huidige digitale media bestudeert en toepast in muzikale praktijk. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Lucien Posman • Olmo Cornelis
De documentatie van het Cappadocisch, een ernstig bedreigde minderheidstaal in Griekenland Universiteit Gent Abstract: Het cappadocisch is een ernstig bedreigde Grieks-Turkse mengtaal gesproken in Griekenland door orthodox-christelijke immigranten na de volkerenruil tussen Griekenland en Turkije in de jaren 1920. het onderzoek richt zich op de documentatie van het Cappadocisch (grammatica, lexicon, tekstcorpora), de socio-linguïstische status van de taal in de twee- tot drietalige taalgemeenschappen (Cappadocisch, Grieks, Turks) en de mogelijkheden tot revitalisatie. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Marc Janse
Archeometrisch onderzoek van beschilderde objecten Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject, dat zich situeert op de grens van het archeologisch en kunstwetenschappelijk onderzoek enerzijds, en de natuurwetenschappen anderijds, omvat het onderzoek van beschilderde objecten. Hierbij worden verschillende analysetechnieken ingezet om pigmenten, bindmiddelen en dragers te bestuderen. Dit project omvat verschillende vraagstellingen over objecten uit verschillende periodes (prehistorie, antieke oudheid, middeleeuwen) en locaties. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Violence de masse et fiction littéraire: transposer et traduire Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Guy Rooryck • Anneleen Spiessens
De levende lijn - Animatie, beeldende kunst en performativiteit, een media-archeologisch onderzoek Hogeschool Gent Abstract: Door de digitalisering is de theorievorming rond het bewegende beeld op vele niveau’s aan herdefinitie toe. Animatie is nu niet langer een aparte discipline of een special effect, het maakt nu vaak onmerkbaar en integraal deel uit van de meeste productieprocessen van bewegende beelden. Het vakgebied van de filmtheorie dient daardoor opnieuw gedefinieerd. Maar de historische animatiefilm is alsnog veel minder sterk systematisch onderzocht, laat staan theoretisch zo onderbouwd als de klassieke, narratieve film. In ons onderzoek nemen we de historische ‘format’ van de eerste animatiefilms als uitgangspunt voor het ontwikkeling van een kritisch/theoretisch model dat vervolgens wordt getoetst op digitale equivalenten van die zogeheten ‘lightning sketches’, de live presentatie van grafische, actief bewegende, niet-analoge, instabiele beelden in permanente verandering. waarbij de creatie van een sneltekenaar een eigen leven gaat leiden (Stuart Blackton, Emile Cohl, Winsor McCay). De algemene doelstelling is een interdisciplinair denkkader te ontwikkelen dat, vanuit een historisch perspectief, een aantal begrippen en taxonomiën aanreikt waarmee zowel de klassieke voorbeelden uit de animatiefilm als bepaalde actuele toepassingen van computergrafische beeldproductie zoals generatieve kunst kritisch kunnen geanalyseerd worden. Het is de bedoeling, om naast een revisie van een deel van de gecanoniseerde (animatie-) filmgeschiedenis, ook een terminologie en een theoretisch kader te ontwikkelen, bruikbaar voor zowel de kritische analyse van historische voorbeelden als de interpretatie van hedendaagse digitale praktijken. Niet alleen de verschijningsvorm, maar ook de intentie erachter dient geproblematiseerd ; animatie als een uiting van manipulatie, een verlangen naar controle, of juist omgekeerd animatie als commentaar en sociale kritiek, een bevrijdend alternatief voor de dominerende beeldcultuur. Een belangrijke bijkomende doelstelling is vervolgens te onderzoeken hoe media-archeologie en beeldende kunst in theorie en praktijk een dialoog kunnen aangaan (expositie/filmprogrammatie). Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Steven Jacobs • Edwin Carels
Vlaamse culturele specificiteit in vertaling: een empirische case-study. Universiteit Antwerpen Abstract: Vlaamse culturele specificiteit in vertaling: een empirische case-study. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout
Zelfbeelden van postkoloniaal West- en centraal Afrika. Een verkennend onderzoek naar Afrikaanse en Europese filmische representaties in vergelijkend perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Het verkennend project wil een aanzet geven tot het bestuderen van het zelfbeeld van West- en Centraal Afrika zoals het gerepresenteerd wordt in de postkoloniale narratieve langspeelfilms van 1963 tot 2007, en vergelijkt deze representaties met die van de Europese cinema uit dezelfde periode. De vergelijking levert een cultuurfilosofische kritiek op Eurocentrische representaties van 'de Ander', vanuit 'postcolonial filmstudies', het post-structuralistische differentiedenken van de antropologie en van de deconstructiefilosofie. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers
Meertaligheid en culturele identiteit in de hedendaagse Franstalige Caribische literatuur : een discoursanalytisch en vertaalwetenschappelijk onderzoek Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Liesbeth De Bleeker • Guy Rooryck
Stenen Status. Stedelijke Identiteit en het Typologische Discours van Particuliere Huizen in de Stad Antwerpen tijdens de Lange Zestiende Eeuw. KU Leuven Abstract: Het onderzoek beschouwt de stad Antwerpen binnen haar 16de-eeuwse omwalling, en concentreert zich op de 15de en 16de eeuw, inclusief voorlopersvia archeologische gegevens vanaf de 9de-10de eeuw en uitlopers tijdensde 17de-18de eeuw. Onderzoeksobject is het particuliere huis als woningen werkruimte, van de bescheiden éénkamerwoning tot het meest luxueuze complex. Van de hoogste categorieën, de koopmanshuizen en stadspaleizen, worden bepaalde architectuurelementen specifiek bestudeerd. De studie is transdisciplinair opgevat en combineert onderzoek van archivalia en iconografie in brede zin met bouwarcheologisch onderzoek van perceel,interne opdeling, constructie en afwerking. Terminologie is daarvan eenbelangrijk onderdeel. Ruimer gezien weerspiegelen de gebouwen de sociale diversiteit en allerhande contexten, en werpen ze een licht op de evolutie van een welvarende havenstad. Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Krista De Jonge
Work Order: Provision of article on frozen conflicts. Vrije Universiteit Brussel Abstract: analyse van zgn. bevroren conflicten Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS
Systemic change of the identification of citizens by government. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksproject over de ontwikkeling en verspreiding van de Belgische elektronische identiteitskaart van 1999 tot en met 2009. Dit project maakt deel uit van een Europees samenwerkingsverband tussen de Universiteit van Bremen, waarbij gelijkaardige projecten werden uitgevoerd in Spanje, Oostenrijk en Duitsland. Organisaties: • Studies van Media Informatie en Tele-Communicatie • Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Ilse MARIEN • Leo VAN AUDENHOVE
Oprichting en uitbouw van Centrum voor Leesonderzoek in Vlaanderen Universiteit Gent Abstract: Een centrum voor leesonderzoek zal worden uitgebouwd. De drie belangrijkste onderzoekslijnen zijn: (1) tijd nodig voor het herkennen van woorden en variabelen die hierop een invloed hebben, (2) atypische taallateralisatie, en (3) dyslexie bij studenten in het hoger onderwijs. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marc Brysbaert
INEX: convergerende en tegenstrijdige ethische waarden in het continuüm interne/externe veiligheid in Europa Vrije Universiteit Brussel Abstract: Veiligheid en onveiligheid zijn sociale, culturele en politieke concepten. Het interdisciplinair project INEX is ontworpen rond 2 onderzoeksassen: thematisch en geopolitiek. Het thematische onderzoeksas heeft 4 velden: 1. de ethische gevolgen van de proliferatie van veiligheidstechnologiën 2. de legale dilemma's die zich ontwikkelen van transnationale veiligheidsarrangementen 3. de ethische en waarde vraagstellingen rond de veranderende rol van veiligheidsmensen. 4. de gevolgen van de veranderende rol van buitenlandse veiligheidsbeleid Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Gloria GONZALEZ FUSTER • Rocco BELLANOVA • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
Samenwerking bij de uitbouw van het onderzoeksproject "The musician's act of creation" en expertondersteuning. Vrije Universiteit Brussel Abstract: uitbouw van het onderzoeksproject 'the musician's act of creation' en expertondersteuning bij de diverse activiteiten die door het Orpheus Research Centre in Music [ORCiM] worden ontwikkeld in het kader van Artistiek Onderzoek in Muziek. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • KATHLEEN COESSENS
De invloed van de geproduceerde tekst op het schrijfproces van professionele schrijvers. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject bouwt verder op het paradigma dat in het proefschrift van Mariëlle Leijten (2007) uitgewerkt werd. Daarin werd nagegaan hoe professionele schrijvers een strategie ontwikkelen waarbij ze een evenwicht zoeken tussen de evaluatie (en revisie) van de reeds geproduceerde tekst en het formuleren van nieuwe tekst. in deze studie herwerken we de oorspronkelijke taakstelling en spitsen we het onderzoek toe op individuele verschillen (self-monitoring en capaciteit van het werkgeheugen). Via de analyse van oogbewegingen gaan we op zoek naar procespatronen die het formuleringsproces kenmerken. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Monastic orders and congregations in European Civil Society, 1780-1914 Brussel 23-24 mei 2008 Vrije Universiteit Brussel Abstract: De focus van deze workshop ligt op de socio- politieke gezichtspunt dat religieuze instituten als sociale actoren beschouwt. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Jimmy KOPPEN • JEFFREY TYSSENS
NEON: Nederlandse ondertiteling. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project ontwikkelt CNTS een systeem voor automatische ondertiteling op basis van de output van spraakherkenning. Zo'n systeem laat toe om zinnen waar nodig te vereenvoudigen en in te korten zonder dat ze ongrammaticaal worden of veel van hun betekenis verliezen. Als methode wordt een combinatie van regelgebaseerde en statistische technieken gebruikt. Het project verloopt in samenwerking met onder meer de VRT en de NOS en de spraakherkenningsonderzoeksgroep van de K.U. Leuven. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Leven en creativiteit in het denken van Henri Bergson KU Leuven Abstract: Het doel van dit onderzoek is een bergosniaans concept van leven te onderwerpen aan een algemene studie omtrent de presupposities die dit modelbepalen.Door Bergson's ideeën te opponeren aan die van de fenomenologie (Sartre, Heidegger) en door hedendaagse modellen van het leven (evolutie theorieën) en van het bewustijn erbij te betrekken, hoopt de onderzoeker de verborgen spirituele en theologische dimensies en vooronderstellingen te expliciteren die in het werk van de auteur van L'évolution créatrice aanwezig zijn. Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Roland Breeur • N. N.
De internationale handel en de economische ontwikkeling in de Oostenrijkse Nederlanden, 1760-1790. Universiteit Antwerpen Abstract: Met deze onderzoeksaanvraag streven we ernaar de impact te bestuderen van de internationale handel op de economische ontwikkeling van de Oostenrijkse Nederlanden in de achttiende eeuw. Dankzij een systematische verwerking van de douanestatistieken (Raad van Financiën) wordt een omvattende studie van internationale handel en internationale handelspolitiek mogelijk. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Wilhelmina De Smedt
Een nieuwe orde, een nieuwe man. Mannelijkheid en Nieuwe Orde in België, ca. 1930-1945. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt nagegaan wat in België de invloed was van Nieuwe Orde-ideeën op het beeld van de ideale man (ca. 1930-1945). Door een onderzoek van de constructie, receptie en politieke instrumentalisering van manbeelden in (1) de jeugdbeweging, (2) de beeldende kunsten en (3) de nieuwe 'lichaamscultuur' wordt een dieper inzicht bereikt in de relatie tussen gender en politiek in de twintigste eeuw. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Van "schwarz wie holz" tot "zwart als inkt": De Nederlandstalige varianten van "Sneeuwwitje" in het kader van de literatuurhistorische receptie van de sprookjes van Grimm. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project brengt de belangrijkste tendensen in de Nederlandstalige receptie van de Grimmsprookjes in kaart. Het vergelijkt de vertalingen, bewerkingen, geïllustreerde versies en parodieën van het sprookje "Sneeuwwitje" met de brontekst van Grimm en kadert de stilistische, structurele en inhoudelijke aanpassingen binnen de heersende en wisselende opvattingen rond het sprookje, fantasieliteratuur, de positie van de jeugdliteratuur, en de visies op vertalen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle
Wetenschap en Pseudo-wetenschap in maatschappelijke context: de controverse over evolutietheorie en creationisme Universiteit Gent Abstract: De Britse onderzoeker Dylan Evans zal, in samenwerking met de Gentse onderzoeksgroep "The Moral Brain", gedurende drie maanden onderzoek verrichten naar verschillende kwesties omtrent (pseudo-) wetenschap en evolutietheorie: wat zijn goede strategieën om evolutietheorie te populariseren? Moeten wetenschapsfilisofie en methodologie deel uitmaken van het onderwijspakket in middelbare scholen? Op welke manier immuniseert het creationisme zich tegen kritiek en hoe moeten we haar succes verklaren? Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Evaluatie en waardering van de archeologische sites Rooiveld-Papevijvers Oostkamp (West-Vlaanderen) Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een inventaris te maken van de archeologische kennis van een gebied dat voor herbebossing in aanmerking komt. Gekoppeld hieraan worden een aantal archeologische sites en/of sporen d.m.v. proefsleuven onderzocht op hun gaafheid in functie van een aangepast beheer in eht kader van de herbebossing. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois • Philippe Crombé
Vooronderzoek thuistaal in onderwijs van allochtone kinderen (deel 2) Universiteit Gent Abstract: In het kader van het project Thuistaal in onderwijs wordt een nulmeting uitgevoerd bij alle leerlingen in de tweede en derde kleuterklassen van de deelnemende scholen, alsook bij een controlegroep van leerlingen getrokken uit een aantal vergelijkbare scholen. De meting behelst toetsing van taalvaardigheid, meer bepaald begrippen (Nederlands en Turks) en metalinguïstisch bewustzijn (ontluikende geletterdheid). Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Pinxten
Een analyse van de link tussen naam en identiteit, met bijzondere aandacht voor het Xhosa Universiteit Gent Abstract: Hoofddoel van dit project is om na te gaan of namen (voornamen, familienamen, bijnamen/roepnamen) een rol spelen in het verstaan van 'zichzelf' alsook het verstaan van 'de andere' in een multiculturele en meertalige context zoals deze die te vinden is op de campus van de Universiteit van de Westkaap, Zuid-Afrika. Ongeveer 800 questionnaires worden daarvoor geanalyseerd. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Stefaan Slembrouck • Gilles-Maurice De Schryver
Theorievorming rond literatuur, trauma en cultureel geheugen Universiteit Gent Abstract: Dr. Ilka Saal (University of Richmond, VA) bezoekt de UGent-onderzoeksgroep "literatuur en trauma" om te werken aan theorievorming rond literatuur, trauma en cultureel geheugen. Ze heeft expertise opgebouwd met het integreren van modellen (Butler, Assmann) zodanig dat een basis ontstaat om de literaire representatie van collectief en structureel trauma te benaderen. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Gert Buelens • Stef Craps
Uitwerking van een inhoudelijk deelconcept voor een presentatie in het Musem aan de Stroom (MAS). Universiteit Antwerpen Abstract: Uitwerking van een inhoudelijk deelconcept voor een presentatie in het Musem aan de Stroom (MAS). Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers
Turkse volksmuziek in Gent: muziektheoretisch, -sociologisch en artistiek onderzoek Hogeschool Gent Abstract: Introduction Present-day musical experiences of Turkish people in different contexts in the motherland and the diaspora are characterized by a great diversity, which is often intercultural by nature. Within the entirety of musical experiences, Turkish folk music (Türk halk müzii) plays an important part in almost every section of society, thanks to its vital and rich content, and its flexible and accessible forms. This six-year doctoral research project zooms in on the diasporic context of the Belgian city of Ghent, which has large Turkish immigrant communities (ca 15.000 inhabitants of Turkish origine) with a flourishing cultural life. As the project concerns a PhD in Arts, both scholarly (music-theoretical and -sociological) and artistic research are involved. Research objectives Scholarly, this project aims firstly at defining the concept of 'Turkish folk music' (with relation to other concepts like 'folk music of Turkey', 'Turkic folk music', 'Turkish classical music' et cetera). This definition will be based on source study as well as the consulting of experts. A second aim is to record, inventory, categorize and describe the Turkish folk music repertoire prevailing in Ghent, and to describe its concrete manifestations (characterized by different performance styles and attitudes). Thirdly, a description of individual and social meanings and functions of Turkish folk music in Ghent is a music-sociological objective. It will be achieved by qualitative surveys and participant observation. The sociological part will also include a description of the research field and its networks. Artistically, this project aims at creating new music based on characteristics emerging from the ‘deconstruction’ of the Turkish folk music repertoire. Explorations of different musical idioms and procedures (composed contemporary classical, free improvisation, jazz, pop,…) will be conducted by the researcher and other relevant musicians/composers. Inherent guiding principles will be to seek and facilitate collaborations with different kinds of Turkish folk musicians in Turkey and in the diaspora, as well as to find or create a meaningful role and appropriate use of the piano in relation to Turkish folk music. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek • Vakgroep Theorie
Onderzoekers: • Liselotte Sels • Geert Dhondt
A la recherche du moment. Framing the moment. Hogeschool Gent Abstract: De probleemstelling is gericht op de beleving van het “moment” en de diverse invalshoeken die beeldend kunnen uitgewerkt worden. Daarbij wordt in het project op 3 aspecten gefocust: beweging, tijd en geheugen. De planning omvat eerst (jaar 1 en 2) het uitwerken van vier videoprojecten en in parallel de theoretische studie vie literatuuronderzoek (Deleuze, Proust, ..). Het derde en vierde jaar wil ik in het project een scenario schrijven voor een speelfilm dat rond momentbeleving werkt. Tijdens het vijfde jaar wordt de film gedraaid en het laatste jaar is gericht op het schrijven van het doctoraat. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Manon De Boer • Johan Opstaele
Ondertiteling van Italiaanse film in het Nederlands van 2000-2006 Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Italiaans
Onderzoekers: • Manuela Caniato
Nieuwe Spaanse conquistadores? Persberichten en verslaggeving over de expansie van Spaanse bedrijven in LatijnsAmerika Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Jasper Vandenberghe • Patrick Goethals
You turn me: similarities and differences in art and anthropology Hogeschool Gent Abstract: Tijdens dit onderzoek wordt de relatie tussen artistieke en antropologische praktijken onderzocht met diverse crossculturele creaties als resultaat. In tegenstelling tot het bestaande theoretische discours, waarin verschillende auteurs neokoloniale veronderstellingen van artistieke projecten over de "ander" bekritiseren (zie Geertz 1988; Foster 1995; Irving 2006), voer ik mijn onderzoek bottom-up door het vergelijken van artistieke en antropologische praktijken afgeleid van mijn persoonlijk werk. Het merendeel van de auteurs die "de etnografische kentering in de hedendaagse kunst" (‘The ethnographic turn in contemporary arts’, Hall Foster 1995) bespreken, analyseert het eindresultaat van waaruit zij de etnografische relevantie betogen. Mijn onderzoek vertrekt daarentegen van artistieke praktijken waarbij de theoretische kritiek ter inspiratie dient. Dit postdoctoraal project biedt daarom een studie van een visuele sociale interventie dat proces benadrukt in plaats van het definitieve resultaat als onderwerp voor onderzoek (van. Dienderen, 2008). Tijdens dit onderzoek worden de basiselementen van etnografische methode toegepast: zelfreflectie, interactie, participatie, feedback, contextualiseren, in vraag stellen van essentializerende en eurocentrische categorisering. Concreet worden twee trajecten gerealiseerd: (1) Dog of Flanders: Dit project gaat in op de perceptie van Vlaanderen in Japan, Verenigde Staten
en Groot-Brittannië op basis van een 19e eeuwse novelle; (2) Scattering of the fragile cherry blossoms: is een langlopend artistiek onderzoek dat gaat over exotisme, weerstand en vergankelijkheid bij Japanse subcultuur, otaku. De quasi-onzichtbaarheid van vertaling neemt hierbij een centrale plek. De inhoud van beide trajecten leidt tot crossculturele en diverse vormen: documentaires, kortfilm/installatie, publicaties (monografieën, hoofdstukken in edited volumes en artikels internationale tijdschriften), prentkaarten, fotografisch essays, exposities, en academische paperpresentaties. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • An van Dienderen • Hans Op De Beeck
Stevin Nederlandstalig Referentiecorpus Hogeschool Gent Abstract: Het SoNaR-project beoogt de aanleg van een groot corpus (minimaal 500 miljoen woorden) hedendaags geschreven Nederlands dat als algemene referentie kan dienen voor allerlei onderzoek naar taal en taalgebruik. Daarbij valt te denken aan beschrijvend onderzoek (zoals dat zijn weerslag vindt in bv woordenboeken en grammatica's), maar ook aan onderzoek op het gebied van de taal- en spraaktechnologie. Voor dergelijk onderzoek is het van groot belang dat men beschikt over grote hoeveelheden data met de mogelijkheid deze data met eigen software te kunnen bewerken. Het corpus zal worden samengesteld aan de hand van het ontwerp dat daartoe werd gemaakt in het D-Coi project. In het corpus worden enkel (standaard) Nederlandstalige teksten opgenomen van na 1954. Dit kunnen teksten zijn die geschreven werden door moedertaalsprekers van het Nederlands, maar ook teksten die door professionele vertalers uit een vreemde taal werden vertaald naar het Nederlands. Er worden teksten verzameld die afkomstig zijn uit uiteenlopende domeinen en genres, waarbij tevens gekeken wordt naar een brede afdekking van onderwerpen. Voor zover mogelijk worden volledige teksten opgenomen. Dit voorkomt dat op voorhand bepaalde soorten onderzoek worden uitgesloten. In het corpus worden teksten opgenomen van Nederlandse en ook van Vlaamse auteurs. Bij het verzamelen van teksten gaat speciale aandacht uit naar teksten waar lezers mee in aanraking komen via nieuwe media. Het gaat daarbij onder meer teksten op websites, sms-berichten, e-mail, en chats. Over het gebruik van taal in dit soort teksten is nog relatief weinig bekend. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Russisch-Tsjechisch
Onderzoekers: • Veronique Hoste • Orphée De Clercq • Bart Desmet • Lidia Rura
Linguistische autobiografieën van Europese migranten in de VS. Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Michael Boyden • Lieve Jooken
Stopping the Show. Fotografische aspecten van stille slapstick comedy Hogeschool Gent Abstract: Onder de werktitel “Stopping the Show” bestudeert Hilde D’haeyere de verhouding tussen filmbeeld en fotografisch beeld in stille slapstick-shorts. Er wordt onderzocht wat het belang is van fotografische technieken en procédés in de ‘stop-&-start’-esthetiek die typerend is voor slapstick, en op welke manier de fotografische modus van verstilling of stilstand zich verhoudt met de narratieve dynamiek van het genre. Het theoretisch kader steunt op de verwantschap van slapstick met de ‘Cinema of Attractions’ (Tom Gunning, 1986) en op de structurerende motieven ‘pie & chase’ (Donald Crafton, 1988). Voor de visualisering van de onderzoeksresultaten worden audiovisuele presentatievormen uitgetest die de verschillende soorten beeldmateriaal (filmfragmenten, frames, promotionele stills, lobbykaarten, advertenties, pin up foto’s e.d.) aan elkaar linken en het ‘stop-&-start’-ritme thematiseren. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Autonome kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Steven Jacobs • Sophie Nys • Hilde D'haeyere • Hans Op De Beeck
Coachingproject rond taalstimulering en diversiteit in het kleuteronderwijs aan de scholen van de scholengemeenschap De Speling. KU Leuven Abstract: Coachingproject rond taalstimulering en diversiteit in het kleuteronderwijs aan de scholen van de scholengemeenschap De Speling. De coaching vangt aan tijdens het eerste trimester en zal bestaan uit een aantal contactsessies met het oog op het verdeskundigen van de gehele groep van deelnemers uit de verschillende scholen. Organisaties: • Centrum voor Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers:
• Kristiaan Van den Branden
Lange-termijn follow-up van ouders en kinderen in het kader van internationale adopties KU Leuven Abstract: Deze studie wil meer inzicht verkrijgen in de ontwikkelingstrajecten van adoptiekinderen en hun ouders Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Nicole Vliegen • Patrick Luyten
Fostering Language resources Network (FlaReNet). Universiteit Antwerpen Abstract: Internationale samenwerking en de creatie van een gemeenschap zijn de belangrijkste positieve factoren voor een coherente ontwikkeling van het gebied van Taalhulpmiddelen in de nabije toekomst. FlaReNet is een Europees forum voor de facilitering van interactie tussen belanghebbenden in het gebied van Taalhulpmiddelen. De organisatie ervan houdt er rekening mee dat Taalhulpmiddelen verschillende dimensies vertonen en vanuit verschillende perspectieven benderd moeten worden: technisch, maar ook organisatorisch, economisch, juridisch en politiek. Het netwerk richt zich eveneens op de multiculturele en multilinguale aspecten die essentieel zijn voor toegang en gebruik van digitale inhoud in het Europa van vandaag. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Literatuur in vertaling Universiteit Gent Abstract: Het betreft onderzoek over literatuur vertalen op het snijpunt van twee disciplines: de literatuur- en de vertaalwetenschap (HoGent, departement Vertaalkunde UGent, meerdere literatuurdepartementen). Deze samenwerking kan inzichten opleveren over concepten, methodologie en paradigmawissels met betrekking tot literaire procédés, strategieën en conventies alsook met betrekking tot processen van receptie en canonisering. Bedoeling is ook om de momenteel gefragmenteerde expertise te bundelen. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Ilse Logie
Zuid initiatief 2008 : Anthology of photography of Bangladesh : Southern Exposure. The Majority World looks back. (University of Liberal Arts Bangladesh) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het handelt over het schrijven van een nieuwe geschiedenis van de wereldfotografie. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • JOHAN SWINNEN
Racism and the Body: A Critical Perspective beyond Racism starting fromEmmanuel Levinas's Philosophy KU Leuven Abstract: Dit project tracht Levinas' conceptie van racisme als de ontkenning vande alteriteit van de Ander uit te diepen. De racist herleidt het verschil van de Ander tot diens fysische verschijning - d.i. tot de 'vorm' - en doet op die manier geweld aan de alteriteit van de Ander. Racismereduceert de alteriteit van de Ander tot diens verschil. Levinas' filosofie van het gelaat als de ethische betekenis probeert de racistische poging van het zelf als totalitaristisch te overkomen door het ontologischimperialisme van het zelf ten val te brengen door de ethische nabijheidvan de Ander te benadrukken. De Ander wordt dan benaderd in zijn of haar ethische betekenis en dus wordt er voorbijgegaan aan zijn of haar 'vorm'. Voor Levinas overstijgt deze niet-reductieve en niet-totaliserende relatie tot de Ander het racisme. De vraag blijft echter of in het herbeschouwen van racisme we de Ander kunnen definiëren als zonder eigenschappen of hem kunnen erkennen als een gelaat 'zonder enig cultureel tooisel'. Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Varakukalayil Jojo Joseph Varakukalayil • Rudi Visker
HET RITORNEL. Een nieuw concept KU Leuven Abstract: Gilles Deleuze en Félix Guattari maken het ritornel tot hun belangrijkste filosofisch concept. In dit proefschrift wil ik het ritornel situerenin hun werk en zowel de artistieke als de filosofische functie die ze het toekennen, toelichten. Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Roland Breeur • N. N.
Aleksandr Galic: biografisch-thematisch onderzoek Hogeschool Gent Abstract: Het oeuvre van Aleksander Gali, een Russische dissidente dichter. Zijn werk behoort tot een speciaal genre uit de Sovjetperiode dat een heel efficiënt middel bleek te zijn om de censuur te omzeilen en het dissidente gedachtegoed onder het brede publiek te verspreiden. Het onderzoek heeft als doel het werk van Gali te bestuderen met het oog op drie belangrijke aspecten: (i) de vorming van zijn standpunt als dissident, (ii) de hermeneutische analyse van zijn thematiek en de potentiële relevantie ervan voor zijn thuispubliek en voor de Westerse lezer (iii) het onderzoek naar het contrast tussen de enthousiaste receptie van hem als dissident en de moeilijke receptie van zijn werk in het Westen. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Russisch-Tsjechisch
Onderzoekers: • Piet Van Poucke • Lidia Rura
L’être et le jouant. Het zijn in het spelen Hogeschool Gent Abstract: Theoretische studie van de klassieke acteermodellen, getoetst aan een vergelijkend onderzoek met de hedendaagse context; Praktische studie van de anatomie voor het bewegen; Empirisch en exploratief onderzoek naar de mogelijkheden om de artistieke performatieve presentie van de speler te intensifiëren. Dit onderzoek vertrekt vanuit de mening van de onderzoeker dat in de dramatische praktijk het lichaam van de speler het cruciale instrument is voor de communicatie of het ‘uit-bewegen’ (e-motion) van creatieve emotionele bewustzijnsinhouden. Het valt de onderzoeker op dat men in de recentste post-dramatische theorie voor de beoordeling van de functie van ‘the body’ van de speler, veelal éénduidig redeneert vanuit de waarneming van de fysieke manifestaties van die creatieve bewustzijnsinhouden. Anders gezegd, veronderstellen de theatertheoretici dat de fysieke veruiterlijking van de ervaringen van de speler, onproblematisch vertaalbaar is naar algemeen geldende acteermodellen. Deze acteermodellen vertalen de wijze waarop de speler zich als performer moet verhouden tot de processen die aan de grondslag liggen van de veruitwendiging van de theatrale situatie. Dit onderzoek spitst zich dan ook toe op de wijze waarop de speler zélf zijn lichaam ervaart als materiële drager van tekens en hoe hij via een bewustwordingsproces van het eigen lichamelijk functioneren en organiseren en via fysieke trainingen de performatieve presentie van het spelen kan intensifiëren. Het onderzoek wil een duidelijker beeld geven van wat er gebeurt wanneer spelers op het toneel een complexe theatrale situatie vertolken vanuit hun tweeledige statuut als performer, en als uitvoerder van een ‘rol’. Wat weerhoudt een speler ervan om zijn innerlijke belevingswereld in alle vrijheid te communiceren naar een ‘hier en nu’ gebeurtenis? Welke fysiek-emotioneelzintuiglijke processen liggen aan de basis van de zelfexpressie bij het vertolken van een complexe theatrale situatie? Welke implicaties voor de dramatische praktijk hebben deze inzichten in de betekenis van het concept ‘lichaam’ vanuit het ervaringsperspectief van de speler? De resultaten van dit onderzoek kunnen geïmplementeerd worden in de praktijk van spellessen en dramaprojecten. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Departement Conservatorium • Vakgroep Drama
Onderzoekers: • Jan Steen • Sam Bogaerts
6F and the future for agriculture. KU Leuven Abstract: Al eeuwenlang staat de landbouw in voor het vervullen van verschillendemenselijke basisbehoeften: de productie van voedsel (Food), dierenvoeder (Feed), energie en brandstof (Fuel), grondstoffen (Fibre), maar ook sierteelt en landschapsvorming (Flower) en ontspanning door recreatie of genotsmiddelen (Fun). Steeds evolueerde het evenwicht tussen de zes verschillende F-en mee. De laatste jaren wordt dit 6F-evenwicht echter geconfronteerd met sterke schommelingen, vooral door de groeiende wereldbevolking met bijbehorende toenemende en veranderende vraag naar bepaalde landbouwproducten, de afnemende beschikbare hoeveelheden fossiele brandstoffen en de klimaatveranderingen. Dit in combinatie met veranderingen op landbouwbeleidsniveau, zowel Europees als globaal, zorgt in voor grote uitdagingen voor zowel de producenten als het beleid. In dit doctoraatsonderzoek zullen, met behulp van literatuuronderzoek, de verschillende F-en onderworpen worden aan een ethische analyse en zal getracht worden Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Eddy Decuypere • Johan De Tavernier • Ruben Boonen
Verstaan in verschil. Islamitische en Christelijke feministische reflecties op de mogelijkheden en beperkingen van interreligieuze dialoog. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Emilio Platti • Terrence Merrigan • Joke Lambelin
Persoonsidentiteit en het formele zelf KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Arnold Burms • Fauve Lybaert
Grammaticalizatie of diffusie: een contrastieve studie van de mechanismen en factoren in de ontwikkeling van de Engelse en Nederlandse infinitief. KU Leuven Abstract: In zijn postdoctoraal onderzoek verdiept Hendrik De Smet het eerder uitgebouwde diffusiemodel. Ten eerste worden de implicaties van het model nagegaan voor ons begrip van grammaticale categorieën. Uit het model blijkt immers dat grammaticale categorieën zeer complex gestructureerd zijn,met een gelaagde opbouw. Gevalsstudies bevestigen deze implicatie, zoals een synchrone gevalsstudie naar de interne structuur van de categorie van -ing-zinnen, en afzonderlijke diachrone gevalsstudies naar de relaties tussen subject-markeerder for en het voorzetsel for, en tussen partikels bij Engelse partikelwerkwoorden. Ten tweede wordt nagegaan hoe diffusie interageert met andere historische fenomenen, in het bijzonder grammaticalizatie, actualizatie na heranalyse, en het fenomeen van verdwijnende constructies (a.h.w. het spiegelbeeld van diffusie). Hierbij is het de bedoeling te onderzoeken of deze ontwikkelingen eveneens gevoelig zijnaan het type factoren dat door het diffusiemodel wordt vooropgeste
Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Hubert Cuyckens • Hendrik De Smet
Het gebeuren van de waarheid: de hermeneutische theologie in dialoog met Alain Badiou.nbsp; KU Leuven Abstract: Alain Badious afwijzing van de hermeneutiek daagt de hermeneutische theologie uit om stil te staan bij haar waarheidsverstaan. Hoe kan er, in het licht van Badious kritiek, binnen het kader van de hermeneutische theologie nog over de waarheid van religieuze tradities gesproken worden? Met het hier voorgestelde onderzoek willen we antwoorden formuleren op deze vraag. In confrontatie met Badiou beogen we zo het project van de hermeneutische theologie te verdiepen. Dit opzet concretiseren we aan de hand van volgende vier onderzoeksvragen: (1) Wat is het alternatief dat Badiou biedt voor de hermeneutiek? (2) Welke zijn de mogelijkheden van Badiou voor de hermeneutische) theologie? (3) Biedt Badiou werkeleijk een alternatief voor de hermeneutiek? (4) Hoe draagt een discussie van Badiou bij aan het ontwikkelen van een waarheidsconcept voor de (hermeneutische) tehologie? Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Jacques Haers • Frederiek Depoortere
De receptie van het Tweede Vaticaans Concilie tussen proces en product.Een historisch-kritische benadering van het actuele hermeneutiekdebat. KU Leuven Abstract: Doorheen de geschiedenis van het christendom vormen concilies ijkpuntenin de ontwikkeling van het christelijke denken. Conciliebesluiten worden gepercipieerd als autoritatief sluitstuk van een periode van theologische discussie, doch vormen telkens ook de aanzet tot nieuw theologischdebat. Dit samenspel van discontinuïteit en continuïteit kenmerkt ook het Tweede Vaticaans Concilie (1959-1962). Concilies constitueren een uiterst complexe vorm van leergezagsuitoefening, gekarakteriseerd door een aanhoudende spanning tussen het dynamische proces van totstandkoming vanconciliedocumenten enerzijds, en het gestolde eindproduct anderzijds in de vorm van constituties, decreten, verklaringen. Precies deze spanning tussen proces en product, tussen gebeuren en tekst, zorgt in de huidige receptie van Vaticanum II voor problemen (cf. in dit opzicht de opmerkelijke studie van Hünermann 2007). Verrassend hierbij is dat, op basis van dezelfde beschikbare literatuur, men regelmatig tot tegengesteld Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Peter De Mey • Mathijs Lamberigts • Karim Schelkens
De katholieke roman in Vlaanderen: 1918-1968.nbsp; KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Dirk De Geest • Pieter Verstraeten
De culturele economie van fanwerk in Japan: de handel in dojinshi als een hybride economie van open source culturele goederen KU Leuven Abstract: Media gemaakt door amateurs, zoals amateur-literatuur en amateur-comics, winnen dag na dag aan belang als in culturele economieën over de hele wereld. In Japan bijvoorbeeld schat men de totale waarde van de markt voor amateur-manga (dōjinshi genoemd) op tot een negende van de waarde van de hele commerciële manga-markt. Desondanks is er nog bijna geen onderzoek gevoerd naar deze amateur-manga, waardoor we maar een heel vaagidee hebben wat hun functie in de Japanse manga-markt eigenlijk is. Amateur-media worden niet enkel in Japan maar bijna overal hoe langer hoe belangrijker, en de goed ontwikkelde Japanse markt voor amateur-manga zoueen model kunnen worden voor andere markten van amateur-materiaal. Het doel van dit onderzoeksproject is de rol van amateur-manga als cultureleproducten te verduidelijken, en amateur-manga te ontsluiten voor verderonderzoek door Japanstalige en Engelstalige onderzoekers die zich specialiseren in fans en de media die fans creëren. Meer informatie is Organisaties: • OG Japanse Studies Leuven
Onderzoekers: • Willy Vande Walle • Nele Noppe
Spirituality-Based Leadership as a Precondition For Responsible Business. Towards Elucidating the Link between Ethics and Spirituality KU Leuven Abstract: Business is a human and social venture. Almost everyone participates init or gets affected by it directly or indirectly, as far as the presentworld of globalization is concerned. In this regard, business is directly relevant to human flourishing. However, when it lacks a human face, or negatively interferes with human needs and aspirations because of the vested interests of a dominant few, business requires to be integrated into a moral framework. Implementing and increasing ethical rules on business conduct will not however guarantee a solution, not only because ofthe changing situation of the market today, but also because it does not sufficiently pay attention to the necessary conditions for responsiblebehaviour. The actual crisis goes very deep and is characterised by an interrelation between two phenomena: (1) the quest for meaning in the workplace and (2) the spiritual roots of responsible leadership. It is therefore necessary to pay attention to both: spirituality in the work p Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Johan Verstraeten • Josin George
Latijns Amerika - Europa: een herbepaling van de grenzen van de modernekunst. Een onderzoek naar de Europese ervaring van Rio de la Plata-kunstenaars tussen 1900 en 1930. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Kunstwetenschappen Leuven
Onderzoekers: • Hilde Van Gelder • Javier Gimeno Martinez • Laurens Dhaenens
Het algemeen belang als ethisch kader voor ontwikkeling: een navraag inde bijdrage van het katholieke sociale gedachtengoed tot het hedendaagse debat over ontwikkeling KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Johan De Tavernier • Anthonette Mendoza
Spectacle and Critique. A phenomenological theory of art in Levinas KU Leuven Abstract: My project tries to diminish the bad reputation of Levinas's reading ofart by examining the phenomenological insights into the nature of art underlying this scheme. It overviews Levinas's tenents on image-consciousness, on account of which his analysis of the change in the temporality of consciousness is reconstructed. As a result, the scene is set for a critique that relocates art in Levinas's theory of hypostatic manifestation and describes the full scope of the temporal shift between anonymity and conceptuality in the reception of artworks. Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Rudi Visker
The Efficiency of the Canonical Institution of the Diocesan Syniod in the Catholic Church of Nigeria. A Juridical Analysis of the Promulgated Particular Post-Synodical Legislations, 1983-2008. KU Leuven Abstract: Summary and relevance of project: The 1983 Code of Canon Law offers theLatin Rite Church much room for local legislation and implementation ofthe universal laws. Some norms require action by the diocesan bishops, while some are optional others are obligatory. The diocesan bishop is obliged by law to make determinations with regard to the administration ofthe sacraments, temporal goods, and the conduct of the clergy. Subsequently, he is free to make determinations, if he so wishes, or leave the situation as it is stipulated in the universal law. For instance, preaching by priests and deacons by virtue of their ordination, ecumenical participation in sacraments, and the administration of certain types of Church goods. To arrive at legislations on these issues and more, the Code proffers the diocesan synod as one of the formal ways.. This doctoral research is an attempt at finding out generally how the celebrated diocesan synods in select-dioceses/vicariates of the nine Ecclesiastical Pr Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Luc De Fleurquin
Diplomatie in tijden van democratisering. Een onderzoek naar de cultuur van het Belgische diplomatieke corps, 19101940. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project wil verder bouwen op de politiek-culturele aanpak van Van Kemseke en Van Eenoo, en die aanvullen met inzichten uit de discoursanalyse, de sociologie en de Theorie van de Internationale Betrekkingen (cf. Keene, 2007; Kocho-Williams, 2006). De interdisciplinaire studie van de cultuur van het diplomatieke corps wordt opgevat als een 'etnografisch' onderzoek naar de politieke praktijken en vertogen van de diplomaten als sociale groep, om zo hun mentale leefwereld in kaart te brengen. Meer concreet wordt gepeild naar elementen als de zelfbeelden en de (expliciet verwoorde) zelfrepresentatie van de diplomaat op de Belgische ambassade, maar ook naar zijn gedragingen als vertegenwoordiger van een soevereine staat in een buitenlandse hoofdstad. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de internationale dimensie van de diplomatieke cultuur: Belgische specificiteit wordt steeds afgewogen tegen grensoverschrijdende kenmerken. De analyse van die elementen kan de hoofdonderzoeksvraag van dit project helpen beantwoorden, met name in hoeverre de democratisering de diplomatieke cultuur tijdens het Interbellum beïnvloedde. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen • Michael Auwers
Een diachrone en synchrone studie van de imperatief in het Nederlands, het Engels en het Duits. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderwerp van het project is de imperatief. Er wordt een brede opvatting van de imperatief gevolgd: ook eerste en derde persoonsconstructies, soms hortatieven genoemd, en prohibitieven zijn inbegrepen. Het onderzoek bestaat uit twee delen. 1. een synchrone studie in parallele corpora van het Nederlands, het Engels en het Duits, 2. een diachrone studie in corpora van dezelfde drie talen. De centrale vragen zijn: welke functies vervult de imperatief in het Nederlands, het Engels en het Duits en welke verschillen zijn er tussen de talen?; van welke andere grammaticale en/of lexicale middelen maken het Nederlands, het Engels en het Duits gebruik om de verschillende functies van de imperatief in de andere talen uit te drukken?; hoe is de semantische en vormelijke evolutie van de imperatief in het Nederlands, het Engels en het Duits verlopen en
zijn er gelijkenissen? Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Daniël Van Olmen
Sociale ongelijkheid en mobiliteit in de lange zestiende eeuw: 's-Hertogenbosch en haar Meierij. Universiteit Antwerpen Abstract: De historische belangstelling voor de dynamieken van sociale ongelijkheid is opvallend mager. Vooral met betrekking tot de laat middeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden is verrassand weinig geweten over patronen van sociale en economische mobiliteit binnen haar talrijke steden. Gewapend met een aantal uitzonderlijke bronnen hoopt dit project bij te dragen tot onze kennis en begrip van de ongelijkheden en mobiliteiten van een typische ancien régime stad, en van de bijhorende processen van (re)productie. Intergenerationale transfers van allerlei goederen zullen een centrale plaats innemen in zowel analyse als theorie. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Peter Stabel • Jord Hanus
Kunstveilingen op het snijpunt van cultuur en economie. Schilderijenconsumptie en -distributie in Antwerpen en Brussel tijdens de achttiende eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel een verklaring te bieden voor het opmerkelijke succes van de kunstveiling als kanaal voor cultuur-consumptie en ¿distributie in de eeuw van de verlichting: welke waren de socio-culturele en economische randvoorwaarden die het mogelijk maakten dat het veilingcircuit in een periode van snel verschuivende smaken en de opkomst van de gespecialiseerde winkel toch een grote stempel kon drukken op de eigentijdse cultuurbeleving? Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Filip Vermeylen • Dries Lyna
Oost-Europese welvaartsregimes in Sociaal Europa. Een vergelijking van de architectuur en sociale adequaatheid van de inkomensbescherming voor ouderen in drie Oost-Europese landen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project handelt over de ontwikkeling en de sociale doelmatigheid van de Oost-Europese welvaartsregimes in het kader van 'Sociaal Europa'. Meer in het bijzonder wordt op de inkomenspositie van ouderen gefocust. Aan de hand van verschillende kwantitatieve technieken wordt de impact geschat van verschillen tussen landen en verschillen binnen landen doorheen de tijd met betrekking tot sociaal beleid op de inter-en intragenerationele inkomensongelijkheid. In het bijzonder wordt het belang onderzocht van verschillen in 'inkomenspakketten' (publieke en private pensioenen, compensatie van de uitgaven voor gezondheid en huisvesting, inkomen uit arbeid) voor de adequaatheid van de inkomens. Op deze manier draagt dit project bij tot een beter begrip van de impact van het sociaal beleid op ongelijkheid en armoede en wordt er een bijdrage geleverd aan de literatuur over de evolutie van welvaartsregimes. Organisaties: • Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB)
Onderzoekers: • Bea Cantillon • Tim Goedemé
Metaforen en media: het gebruik van metaforen en de constitutie van nieuwsfeiten in de Franse geschreven pers Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is de rol te bestuderen die metaforen spelen in de totstandkoming van en de rapportage over nieuwsfeiten in de media. Het project levert zo een bijdrage tot twee onderzoeksdomeinen die binnen de taalkunde in volle ontwikkeling zijn: enerzijds de studie van metaforen, die sinds het werk van Lakoff en Johnson een centrale plaats inneemt in de cognitieve taalkunde, en anderzijds het onderzoek dat binnen de hedendaagse pragmatiek gevoerd wordt naar de wijze waarop nieuwsfeiten tot stand komen en voorgesteld worden in de media. Als specifieke casus hebben wij de artikels gekozen die in de Franse geschreven pers verschenen zijn over de rellen die in oktober-november 2005 plaats hadden in verschillende grote Franse steden. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Walter De Mulder • Stefanie Peeters
Het onzichtbare beleid? Actoren en hun interacties in het stedelijke architectuurbeleid in Vlaanderen, 1950-1980. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject bestudeert publieke overheidsarchitectuur op het stedelijke niveau in het Vlaanderen van de jaren 1950-1980, een periode die in de literatuur gekend is voor de marginalisering van publieke architectuur en voor het ontbreken van elk 'kwaliteitsvol' beleid. In dit project wordt deze stelling in twijfel getrokken én bieden we een oplossing door methodologisch verder te gaan dan de biografische en typologische studies die het historiografische landschap domineren. Het onderzoek richt zich daarom niet op het architectuurobject of de ontwerper op zich, maar wel op de link tussen de diverse actoren, hun interacties en impact op het stedelijke architectuurbeleid. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Hilde Greefs • Henk de Smaele • Inge Bertels
De vernederlandsing van de Vlaamse letteren. Een analyse van het redactiebeleid van de Vlaamse uitgeverij A. Manteau (1951-1970). Universiteit Antwerpen Abstract: De probleemstelling van dit project is: Het Vlaamse stigma en de naoorlogse boekenmarkt in de Lage Landen (1945-1970). Het project wil voor de allereerste keer systematisch de vernederlandsing van de Vlaamse literaire teksten in kaart brengen en analyseren. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck • Kevin Absillis
De "Joodse buurt" in Antwerpen. Geografisch en symbolisch ruimtegebruik van Joodse vreemdelingen in een stedelijke context (ca.1900-1950). Universiteit Antwerpen Abstract: De verhouding van etnische en godsdienstige minderheden in een stedelijke context wordt traditioneel gekenmerkt door twee op het eerste zicht tegenstrijdige bewegingen. Enerzijds wordt van minderheden verwacht dat zij zich integreren. Maar anderzijds willen zij ook hun identiteit bewaren. Hiertoe creëren en behouden minderheidsgroepen symbolische en materiële grenzen, een vorm van (zelf-)segregatie, tussen zichzelf en de hen omringende samenleving. Dit project onderzoekt voor een concrete casus, met name de Joodse gemeenschap van Antwerpen in de eerste helft van de twintigste eeuw, hoe deze twee mechanismen zich manifesteren. De mate waarin de Tweede Wereldoorlog met zijn tragische gevolgen voor de Joodse gemeenschap deze mechanismen beïnvloedde is een belangrijk aspect van het onderzoek. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Veerle J W M Vanden Daelen • Marnix Beyen
Civil society in het laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Mechelen. De ontwikkeling en rol van het maatschappelijk middenveld, 1400-1800. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject wil aantonen dat er al van in de late middeleeuwen in de Nederlanden sprake was van een maatschappelijk veld van autonome burgers, los van traditionele maatschappelijke krachten zoals de economische marktwerking of de centrale staat. Recente studies tonen immers aan dat deze civil society enkel kan worden begrepen vanuit een historisch perspectief. Maar de meeste historici gaan er nog steeds van uit dat de civil society zijn oorsprong had in het Verlichte verenigingsleven van de achttiende eeuw. De gevolgen van een nieuwe periodisering zijn nochtans belangrijk. Dit betekent immers dat niet de seculiere, Verlichte genootschappen uit de achttiende eeuw aan de basis liggen van de westerse civil society, maar eerder de christelijke corporaties uit de middeleeuwen aandacht verdienen om de hedendaagse civil society beter te begrijpen. De nadruk zal daarbij komen te liggen op de politieke cultuur die tot stand kwam in deze civil society. Verschillende onderzoekers hebben er immers al op gewezen dat een levendig verenigingsleven ¿ wat ongeveer hetzelfde is als een dynamische civil society ¿ garant staat voor een democratische politieke cultuur. Die visie komt echter niet overeen met de traditionele vaststellingen met betrekking tot politieke elites in de late middeleeuwen en de vroegmoderne periode. De meeste studies wijzen er immers op dat de stedelijke besturen in die periode erg oligarchisch en gesloten waren. Daarnaast toonde historisch onderzoek aan dat ook de ambachtsbesturen erg weinig ruimte lieten voor politieke participatie. Dergelijke conclusies suggereren dus dat de invloed van de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne civil society eerder gering was. Daarom wil dit onderzoeksproject onderzoeken hoe we de ideeën over een lange traditie van de Europese civil society kunnen verzoenen met de vaststellingen omtrent lage politieke participatie in vroegmodern Europa. We willen voor dit onderzoeksproject de ontwikkelingen in kaart brengen van één stad in de Nederlanden, namelijk Mechelen. Dit was een middelgrote stad in de Zuidelijke Nederlanden. De bevolking van de stad steeg van 15.000 inwoners in het midden van de veertiende eeuw naar 30.000 inwoners twee eeuwen later. De demografische ontwikkeling kantelde echter rond 1530. Dat was het gevolg van het vertrek van het hof van Margareta van Oostenrijk, de economische crisis en de gevolgen van de Opstand (1566-1609). De stad wist wel gedeeltelijk te herstellen van deze achteruitgang gedurende de zeventiende en achttiende eeuw, maar de bevolking overschreed nooit meer de piek van de 20.000 inwoners. De keuze om één stad te onderzoeken moet ons in staat stellen om meer precieze conclusies te formuleren over langetermijnontwikkelingen. Verder worden uiteraard ook vergelijkingen getrokken met andere steden in de Nederlanden die relatief goed zijn bestudeerd (Antwerpen, Amsterdam, Gent, 's-Hertogenbosch en Zwolle) en zal er gekeken worden naar andere Europese regio's. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Bert De Munck • Maarten Van Dijck • Guido Marnef
Priming-effecten en dialectverwerving: regelgebaseerde versus exemplaargebaseerde verklaringen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel een recente taaltheoretische discussie te helpen beslechten op basis van primingexperimenten. Die discussie betreft de vraag of taalverwerving en -verwerking het best via een regelgebaseerd ('rule-based') dan wel een exemplaargebaseerd/voorbeeldgebaseerd ('exemplar-based') model beschreven kunnen worden. Meer bepaald zal via priming-experimenten nagegaan worden of de twee modellen juiste voorspellingen doen over de verwerving van de fonologie en het lexicon van een dialect als tweede taal door kinderen die met een standaardtalige variëteit zijn opgegroeid. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Kathy Rys
Sociolinguïstisch-etnografische analyse van (sub)standaardiseringsprocessen op school. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstellingen van dit onderzoek zijn: 1. Onderzoeken welke rol Standaardnederlands en substandaardtalige vormen spelen in dagelijkse interactie op school; 2. Analyseren hoe substandaard-vormen interageren of wedijveren met pedagogische doelen en de stem van de leerkracht; 3. Exploreren welke verhoudingen bestaan tussen micro-klaspraktijken en macro-processen in Vlaanderen.
Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Jürgen Jaspers
De vlucht van Chronos. Alledaagse tijdsbeleving en -regulering in de Nederlanden (1750-1805). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerrit Verhoeven
Van "Schwarz wie holz" tot "Zwart als inkt": De Nederlandstalige vertalingen en bewerkingen van "Sneeuwwitje" in het kader van de literatuurhistorische receptie van de sprookjes van Grimm. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek stelt zich tot doel om de belangrijkste tendensen in de Nederlandstalige receptie van Grimm in kaart te brengen. In eerste instantie worden de populariteit en de status van de Grimm sprookjes onderzocht aan de hand van "Sneeuwwitje." Dit sprookje wordt als een paradigmatische casus genomen, en er wordt onderzocht in welke verschillende tekstuele verschijningsvormen dit specifieke verhaal zijn weg heeft gevonden naar de Nederlandstalige lezer in de periode van 1812 tot 2007 (vertalingen, bewerkingen, geïllustreerde versies, literaire parodieën). In tweede instantie wordt nagegaan hoe de aan- of afwezigheid van stilistische, structurele, narratologische en inhoudelijke aanpassingen in de vertalingen, bewerkingen en parodieën van "Sneeuwwitje" verklaard kan worden binnen de heersende en wisselende opvattingen rond kinderen, jeugdliteratuur, sprookjes en fantasieliteratuur (voor zowel kinderen als volwassenen), de positie van de jeugdliteratuur in het literaire systeem, en de visies op vertalen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Vanessa Joosen
Virtualiteit en herhaling: een fenomenologische ontologie van de virtuele werkelijkheid. Universiteit Antwerpen Abstract: De elektronische massamedia - vandaag alomtegenwoordig - worden gekenmerkt door transparantie. Ze verdwijnen om iets anders zichtbaar te maken, bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd of een spelomgeving. Dit project wil een fenomenologische beschrijving geven van deze gemedieerde (of virtuele) werkelijkheden, om op basis daarvan inzicht te krijgen in de verhouding van virtuele en niet-virtuele realiteit. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Peter De Graeve • Erik Myin • Gerardus Gooskens
Participatie in weteschap en technologie: de betekenisconstructie van participatie in een interactief Technology Assessment-opzet. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek stelt zich tot doel na te gaan hoe betrokkenen in een iTA-opzet de betekenis van participatie discursief onderhandelen in afweging van de wijze waarop de notie in institutionele discoursen en in iTA wordt uitgedragen. De doelstelling vertaalt zich in drie onderzoeksvragen (OV): (1) Welke invullingen van participatie zijn te onderscheiden in de institutionele discoursen rond wetenschap, technologie en maatschappij en hoe verhouden deze zich tot de wijze waarop participatie voorgesteld wordt in iTAliteratuur? (2) Hoe worden de verschillende interpretaties in antwoord (1) gereproduceerd, dan wel gecontesteerd en getransformeerd in de directe interacties binnen NanoSoc? (3) Hoe nopen de bevindingen van (2) tot een heroverweging van het participatieconcept en de bijhorende iTAaanpak? Organisaties: • Milieu en Samenleving (M&S)
Onderzoekers: • Ilse Loots • Michiel Van Oudheusden
Het eindrijm in de middelnederlandse epiek (ca. 1200-1500): ontwikkeling, verhouding tot auteurspersoonlijkheid en samenhang met genres. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt het eindrijm in de Middelnederlandse epiek (ca. 1200-1500). Aan de hand van drie onderzoeksvragen wil ik de ontwikkeling ervan in kaart brengen, zijn relevantie voor auteursherkenning bepalen en zijn samenhang met genres onderzoeken. Vanuit een breder literair-historisch perspectief wordt daarbij telkens de vraag gesteld hoe onderscheidend of creatief Middelnederlandse auteurs zich in hun werk opstelden. De methodologie die ik wil gebruiken is computergebaseerd en geautomatiseerd (cf. Hinskens & Van Dalen-Oskam 2007). Het project is op die manier afgestemd op de omvang van het onderzoeksmateriaal en de complexiteit van de onderzoeksvragen. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Frank Willaert • Mike Kestemont
Tikkun en techné. Een onderzoek naar de joodse bijdrage tot de vraag naar de techniek. Universiteit Antwerpen
Abstract: Onze maatschappij is doordrongen van techniek en dat niet alleen door de kwantitatieve verbreiding van apparaten en machines, maar ook en vooral omdat onze manier van denken en handelen een kwalitatieve verandering doormaakt. Hoewel deze vertechnisering van de maatschappij vooral een modern fenomeen is, vinden we zowel in Plato als in Aristoteles veelvuldig verwijzingen naar techné terug. Via de neoplatoonse en neo-aristotelische traditie, en vooral via Heideggers heropname van dit thema, werkt het conceptueel kader van deze Griekse technéopvatting tot vandaag door in de techniekfilosofie. Deze dualistische erfenis maakt dat moderne en hedendaagse benaderingen techniek vaak als een aan de mens en cultuur extern fenomeen blijven beschouwen. In dit onderzoek zal de stelling centraal staan dat vanuit het joodse denken een alternatieve benadering kan ontwikkeld worden die bijzonder vruchtbaar is om de ontwikkelingen in de hedendaagse techniek te denken. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Nathan Van Camp
Zoekend oordelen en moreel leven. Functie en grenzen van het reflecterend oordeelsvermogen in Kants 'impure ethics'. Universiteit Antwerpen Abstract: Ik wil me in mijn onderzoek toespitsen op een bepaald aspect van deze 'onzuivere ethiek', namelijk op het belang dat het reflecterend oordeelsvermogen volgens Kant heeft voor de moraliteit. Op de functie van het reflecterend oordeel voor de moraliteit wordt uiteraard reeds gewezen in (commentaren op) Kants KdU. Het reflecterend oordeelsvermogen speelt echter ook een belangrijke (en vaak zelfs een prominente) rol in teksten die tot het domein van Kants 'onzuivere ethiek' behoren. Via een studie van deze teksten wil ik aantonen dat het reflecterend oordeelsvermogen volgens Kant niet alleen een wezenlijk aspect is van de menselijke existentie, maar ook een vermogen, zoniet hét vermogen waarmee de mens aan het morele leven concreet gestalte geeft. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Liesbet Vanhaute
Vrede en disciplinering. Een politiek-theoretisch onderzoek naar vredesvorming in de internationale politiek: de NoordAtlantische regio (1945-2007). Universiteit Antwerpen Abstract: De oorspronkelijke doelstelling van de leer der internationale betrekkingen was inzicht te verkrijgen in de oorzaken van oorlog opdat de voorwaarden van vrede beter bekend zouden worden en de kans op vrede zou toenemen. Een spijtig gevolg hiervan was dat voornamelijk de oorlog aandacht kreeg, en dat vrede als concept veelal in de kou bleef staan. Een belangrijke verklaring is dat vrede, in duidelijke tegenstelling tot oorlog, niet problematisch werd (en wordt) geacht. Vrede is per definitie wenselijk en moet dus niet gedefinieerd worden. Een zelfde onkritische houding tot vrede bestaat er onder de algemene bevolking met betrekking tot de idee dat Europa specifiek, en het Westen in het algemeen, sinds 1945 een vredeszone is. Een dergelijke, schijnbaar natuurlijke waarheid noopt tot waakzaamheid en studie. Binnen de leer der internationale betrekkingen kunnen er, met betrekking tot het vraagstuk van de vrede, ruwweg twee scholen onderscheiden worden: het realisme en het liberalisme (waarbij de laatste gedurende de laatste twee decennia een constructivistische variant heeft ontwikkeld). Beide stromingen, maar niet de constructivistische variant, hanteren een beperkte ontologie van vrede. Ze definiëren vrede immers als de "mere absence of war." Wel geven ze verschillende oorzaken aan: een dominante macht of hegemon garandeert vrede voor de realisten; economische interdependentie, internationale instellingen en recht, en de democratie veroorzaken volgens de liberalen vrede. Het constructivisme, op vrede toegepast in de literatuur rond veiligheidsgemeenschappen (security communities) definieert vrede breder als de "dependable expecation of peaceful change". Hier echter nog meer dan bij het liberalisme komt de nadruk te liggen op democratie als voorwaarde voor vrede. Democratieën voeren immers geen oorlog met elkaar omdat ze elkaar kunnen vertrouwen. Maar, en op dit punt wenst dit project een bijdrage te leveren, hoe herkennen democratieën elkaar? Deze herkenning is immers noodzakelijk wil men wederzijds vertrouwen kunnen ontwikkelen. Wij zullen betogen dat education een belangrijke rol speelt in dit herkenningsproces. Dominante staten leren de andere staten aan hoe een goede democratie functioneert en aangezien de staten dus actief geconstrueerd werden als betrouwbare democratieën vervalt het probleem van de herkenning. Bovendien verschaft deze verklaring inzicht in de ontologie van vrede: deze wordt binnen deze optiek een gedisciplineerde en gelegitimeerde orde. Om deze bewering hard te maken zal er enerzijds een politiek-theoretisch onderzoek naar de samenhang tussen education en vrede worden gedaan alsook de mogelijkheid om deze theorie te extrapoleren naar het internationale niveau onderzocht. Centrale concepten hierbij zijn de "staat als burger" en "diplomatie als educatief medium". Anderzijds zullen we het theoretische model ook op haar empirische geldigheid testen. Heeft education met andere woorden een significante rol gespeeld in het totstandkomen en in de recente uitbreiding van de Westerse vrede? Hierbij zullen we focussen op de debatten rond zes vormende momenten of organisaties die inhoud gaven aan deze vrede: het Marshallplan, de oprichting van NAVO, de oprichting van EGKS, de oprichting van OVSE, de uitbreiding van NAVO, en de uitbreiding van EU. Wie stuwde deze processen? Hoe werden ze gerechtvaardigd? Werden er aan deelname eisen gesteld qua binnenlandse politieke organisatie? Werd actieve promotie van zowel deze processen zelf als van de gestelde eisen noodzakelijk geacht? Hoe werd er door de ontvangende staten of kandidaat-lidstaten op gereageerd? Deze vragen, die onze onderzoeksvraag hoe constitueert education burgerschap? En hoe constitueert education, via burgerschap, vrede? ¿ operationaliseren, worden beantwoord op basis van een analyse van zowel primaire bronnen als secundaire literatuur. Organisaties: • Internationale Politiek (IP)
Onderzoekers: • Tom Sauer • Jorg Kustermans
Relationeel en institutioneel vertrouwen in de internationale handelscircuits van de Nederlanden, 15de-16de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de rol van vertrouwen in netwerken en instituties die gebruikt werden door internationale kooplieden in Brugge en Antwerpen in de vijftiende en zestiende eeuw. Uitgaande van de twee categorieën van vertrouwen, namelijk relationeel en institutioneel vertrouwen, wil dit onderzoek nagaan of vertrouwen minder belangrijk werd naarmate nieuwe juridische instellingen en regels gevormd werden die handelstransacties tussen kooplieden moesten vergemakkelijken. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel • Jeroen Puttevils
Waanzin, religie en maatschappij in zeventiende-eeuws Brabant. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject richt zich op de relatie tussen waanzin, religie en maatschappij in de lange zeventiende eeuw in het hertogdom Brabant, waarbij het onderzoek naar de verwevenheid van deze drie componenten en de ontwikkelingen daaromtrent een centrale plaats krijgt toebedeeld. In de literatuur heerst er een consensus rond de verbondenheid van waanzin en secularisering. Dit project trekt deze consensus echter in twijfel. Vanuit het wat, wie, hoe en waarom van waanzin, en met een ruime aandacht voor de veelvoudigheid van mogelijke antwoorden, wil dit onderzoek een eenduidig verhaal van secularisering overstijgen. De Zuidelijke Nederlanden belooft daarbij een bijzonder interessante comparatieve casestudy te zijn, die zich tot hiertoe nog niet heeft laten gelden binnen de historiografie rond waanzin, maar die net toelaat een veel genuanceerder verhaal te vertellen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Guido Marnef • Sonja Deschrijver
De invloed van het montageprincipe in de film op L.P. Boons 'Mijn kleine oorlog' (1947), 'De Kapellekensbaan' (1953) en 'Zomer te Ter-Muren' (1956): een literair historische situering en grondige formele analyse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project zal aandacht besteden aan de formele aspecten van Louis-Paul Boons werk. Door doorgedreven systematisch onderzoek naar de manier waarop Boons teksten zijn 'gemaakt', alsook naar de effecten van de benutte kunstgrepen zal de literair-historische betekenis van deze radicale romanvernieuwer zowel in de Vlaamse als in een internationale context scherper gedefinieerd kunnen worden. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Kristiaan Humbeeck • Liesbeth Vantorre
Wetenschap of techniek? Circulatie van academisch-theoretische en technisch-praktische kennis binnen de medische beroepsmarkt in Brabant (1540-1815). Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt de circulatie van medische kennis onderzocht in een periode waarin de aard van die kennis en de context waarin ze tot stand komt fundamenteel wijzigen. Medische kennis kon zowel in verwoorde (of abstracte) als in belichaamde (of geïncorporeerde) vorm bestaan, en zowel in theoretische traktaten als in de vorm van vaardigheden circuleren. Verandert de aard van de kennis, zoals dat in de Nieuwe Tijd gebeurde, dan verandert noodgedwongen ook de manier van circuleren, en vice versa. Het is deze relatie tussen de kennis an sich en de manier waarop ze circuleerde tussen 1540 en 1815 - een periode van wetenschappelijke revoluties en medicaliseringsprocessen - die in dit project centraal zullen staan. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Robrecht Van Hee • Bert De Munck • Vincent Van Roy
Vrouwelijke netwerkvorming in Antwerpen tijdens de 17de en 18de eeuw: sociaal kapitaal "achter de schermen"? Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt onderzocht in welk soort netwerken vrouwen actief waren en welk soort sociaal kapitaal ze daarbij genereerden. Verschillende historici (cf. Haks, Stone) menen dat de zeventiende en achttiende eeuw werden gekenmerkt door een opkomende huiselijkheid die de vrouwelijke actor steeds verder wegdrong in een sterk afgescheiden private sfeer. Wat betekende dit voor de samenstelling en functies van vrouwelijke netwerken en voor de mogelijkheden tot vrouwelijke agency via het produceren van sociaal kapitaal? Via een integratie van vrouwengeschiedenis en onderzoek naar sociaal kapitaal wordt ons begrip vergroot van 1) de rol van gender in de productie van sociaal kapitaal én 2) de vrouwelijke handelingsbekwaamheid in een patriarchale gemeenschap. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Guido Marnef • Ellen Decraene
Zijn en ruimte, eigenlijkheid en plaats - Heideggers 'topologische wending'. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een studie van Heideggers 'topologie', zijn denken over ruimtelijkheid en plaats. Het richt zich in het bijzonder op de 'Kehre' in Heideggers denken in de vroege jaren '30, die geïnterpreteerd zal worden als een wending naar de topologie. Hoewel de topologische vraag bij de vroege Heidegger niet afwezig is, is het toch duidelijk dat de 'plaats van de plaats' met name in Sein und Zeit hoogst problematisch is. De reden daarvoor is niet slechts de voorrang van de tijdelijkheid, maar ook de afwezigheid van een eigenlijkheidsbegrip dat rekening houdt met het belang van de plaats. De 'topologische wending' (vlak) na Sein und Zeit gaat dan ook gepaard met een verschuiving in Heideggers begrip van de eigenlijkheid, die de erkenning inhoudt van het belang van de ruimtelijkheid en de plaats voor een waarachtig 'Dasein'. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Peter De Graeve • Jasper Van de Vijver
Sociale relaties en consumptieve praktijken van de Antwerpse elite (17de-18de eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar de sociale relaties die schuilgaan achter en vorm krijgen door consumptieve praktijken via kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het verloop van goederen/diensten en handelspartners aan de hand van huishoudjournalen, huishoudelijke rekeningen en briefwisseling toebehorend aan leden van de Antwerpse elite uit de 17de-18de eeuw. Door na te gaan wat er waar en bij wie werd aangekocht, wordt getracht het consumptief sociaal netwerk en de flow-verbruikspatronen te reconstrueren vanuit de actoren zelf, en aldus het hoe en waarom
te ontdekken achter consumptieve praktijken, de daaraan verbonden sociale relaties (krediet, reciprociteit, etc.), de omgang met goederen, en eventuele evoluties ter zake. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Tom De Roo
De binnenkant van het beeld. Immersie en narrativiteit op het snijpunt van theater en film. Universiteit Antwerpen Abstract: Immersion, een begrip uit de context van Virtual Reality evoceert de lichamelijke beleving wanneer men kopje ondergaat in een andere wereld. Immersie kent evenwel ook een kunsthistorische traditie (Grau, 2003). Vanuit een eeuwenoud verlangen om voorbij de grenzen van de representatie een onmiddellijke of authentieke beleving te evoceren, ontwikkelde de plastische kunst illusionistische beeldstrategieën die de (aandacht van de) toeschouwer vervoerde naar de wereld aan de andere kant van het kader (Gombrich, 1960). Deze visuele verhaalprincipes vonden ook ingang in theater, fotografie en film. Avant-garde experimenten zoals Environmental Theater (Schechner,1973) en Expanded Cinema (Youngblood, 1970) haalden de voorstelling uit zijn conventionele kader en verplaatsten de kijker lichamelijk naar de binnenkant van de beeldruimte. In het kielzog van die evolutie en met de fascinatie voor digitale technologiën als motor, opent zich vandaag in de cultuurpraktijk opnieuw een heterogeen veld van immersieve performances. Dit project wil vanuit de theater- en cognitieve film theorie inzichtelijk maken hoe de veranderde verhouding tot het beeld een herdenking van het bestaande arsenaal aan vertelstrategieën impliceert. Hoe laten vormelijke parameters eigen aan theater en film (dramaturgie, montage, beeldcompositie) zich vertalen naar een immersieve dramatische omgeving? Welke consequenties heeft de perspectiefverschuiving voor de emotionele betrokkenheid (empathie, suspension of disbelief, gevoel van aanwezigheid)? Welke consequenties heeft de beleving van het beeld van binnenuit voor de esthetische ervaring en het kritisch oordeel? Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte • Nele Wynants
Strategieën voor topic-initiatie door patiënten in hun interactie met dokters: Een etnomethodologische en conversatieanalytische benadering van medische gesprekken in een institutionele Poolse context. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar interactionele strategiën in gesprekken tussen artsen en patiënten is geen vrijblijvende onderneming. Inzicht in de wijze waarop de communicatie verloopt en in de mogelijke communicatieve problemen eigen aan een institutionele medische context, kan rechtstreeks bijdragen tot een optimalisering van de gezondheidszorg. Het voorliggende onderzoeksproject wil daaraan een bijdrage leveren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Matylda Weidner
Taalvariatie op de Vlaamse openbare omroep. Een onderzoek naar substandaardiseringsprocessen in televisieprogramma's. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen van het project: 1. Substandaardisering in verschillende soorten televisieprogramma's beschrijven; 2. Conversatieanalytisch recente programma's met oudere opnames vergelijken; 3. Linguïstisch-etnografisch beschrijven hoe en op basis van welke criteria programma's worden geconstrueerd. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jürgen Jaspers • Sarah Van Hoof
Spreken in naam van anderen. Een pragmatisch-linguïstische analyse van de eerste persoon meervoud in het discours van de Kamer van Volksvertegenwoordigers in België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Nederland, 1870-1940. Universiteit Antwerpen Abstract: Door middel van een systematisch en comparatief onderzoek naar het gebruik van de eerste persoon meervoud in vier West-Europese Kamers van Volksvertegenwoordigers, wil dit project nagaan welke transformaties het fenomeen politieke vertegenwoordiging onderging in een periode van snelle democratisering, en welke identiteiten daarbij tot uitdrukking werden gebracht. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Marnix Beyen • Henk de Smaele
Artificiële Creativiteit in visuele communicatie en kunst: een algoritme voor spitsvondige, evoluerende conceptontwikkeling en datavisualisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Met behulp van technieken uit de Artificiële Intelligentie wordt een computeralgoritme ontwikkeld dat een inhoudelijke opdracht (of dataset) ontleedt op kernbegrippen en relaties, daarbij relevante informatie opzoekt, verwerkt, bundelt en deze tenslotte in relatie brengt tot creatieve en visuele oplossingen. Dit algoritme wil menselijke creativiteit nabootsen door bestaande concepten te verbinden en te hercombineren tot er innovatieve visuele uitvoer uit opborrelt. De visuele uitvoer evolueert mee naargelang de inhoudelijke data wijzigt en uitbreidt. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Tom De Smedt
Wetenschappelijke opdracht in het kader van het onderzoek naar spraak- en taalverwerving bij cochleaire implantaten bij jonge kinderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Wetenschappelijke opdracht in het kader van het onderzoek naar spraak- en taalverwerving bij cochleaire implantaten bij jonge kinderen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis
De academische Engelse taal: in dienst van het wetenschappelijk onderwijs: organisatie van een systeem met grote capaciteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project zal een grondige hervorming tot stand brengen van de huidige taalvorming aan de FCK, om tegemoet te komen aan de nieuwe eisen ten aanzien van de academische taalbeheersing Engels. Er wordt vertrokken van een geavanceerde behoeftenanalyse. Voor de materiaalontwikkeling wordt een beroep gedaan op didactisch materiaal dat beschikbaar is in Kinshasa en aan de Universiteit Antwerpen. Het project streeft naar de vorming van docenten en de introductie van een vormingssyssteem dat veel performanter en intensiever is dan het huidige. Er wordt verwacht dat studenten beheersingsniveaus kunnen halen die toegang geven tot de internationale taaltests en de internationale kwalificaties (uiteraard afgestemd op de specifieke studentengroepen: eerste- en tweedejaars en studenten die een buitenlandse specialisatie nastreven). Een multiplicatoreffect wordt op de lange termijn beoogd, door uitbreiding van het systeem naar andere universiteiten en naar het middelbaar onderwijs.. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Colpaert • Pol Cuvelier
Partitie, verandering en continuïteit in de 17e eeuwse chorografieën in de Nederlanden. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project analyseert de ontwikkeling van verschillende historiografische conventies in chorografieën uit de 17de-eeuwse Nederlanden. Het focust op de verschillende representaties van het verleden in stedelijke en regionale chronografische studies en dit meer bepaald in het licht van de Tachtigjarige Oorlog en de eruit volgende scheiding. De benadering is zowel synchroon als diachroon en probeert veranderingen te verklaren in verschillende regio's en steden waarbij de nieuw gecreëerde grens tengevolge van de Opstand een extra dimensie toevoegt. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef • Raingard Esser
Leerstoel UCSIA-IJS/UA Joods-Christelijke verhoudingen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van de leerstoel is de bevordering van de studie van de geschiedenis van het Jodendom en de hebraïstiek vanuit perspectief van de joods-christelijke dialoog om aldus de plaats van deze traditie binnen de hedendaagse Europese cultuur te duiden en haar bijdrage tot de interreligieuze dialoog te onderzoeken. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska
Strategieën van legitimatie. Het spanningsveld tussen de lokale overheid en het verzet in België in een periode van transitie 1944-1946 Universiteit Gent Abstract: Legitimatie en contestatie van gezag als onderdeel van de studie van conflicten en regimecrises zijn een belangrijk studieobject binnen de politieke geschiedenis. De focus ligt op de het lokale niveau dat vaak verwaarloosd wordt, terwijl het juist daar is dat de interactie en spanning tussen overheid en samenleving, alsook de werking van het legimiteitsconcept duidelijker zichtbaar worden. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno De Wever
Lords and Ladies of the Rings: An analysis of four literary networks in London and Paris (1900-1920) Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de werking, samenstelling en het belang van vier culturele netwerken tussen 1900-1920 in Londen en Parijs aan de hand van de literair-sociologische theorie van Pierre Bourdieu. In een case studie wordt dieper ingegaan op de vraag hoe literaire netwerken instrumenteel zijn in de verspreiding van filosofisch, psychoanalytisch en sociologisch gedachtegoed als dat van Bergson, Freud en Marx. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
De schrijver als lezer. De poëtica van Vladimir Nabokovs Lectures on Literature Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek beoogt een analyse van het poëticale systeem dat ten grondslag ligt aan Vladimir Nabokovs Lectures on Literature, de colleges wereldliteratuur die de auteur tussen 1941 en 1959 gaf aan de universiteiten van Wellesley en Cornell. Centraal bij deze poëticale analyse staat de interactie tussen de componenten auteur, lezer en autonome status van de literaire teskt. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers:
• Jurgen Pieters • Bart Vervaeck
De emancipatorische elasticiteit van de islam: de relatie tussen goddelijke autoriteit, culturele authenticiteit en menselijke emancipatie in het politieke discours van Egyptische moslimintellectuelen Universiteit Gent Abstract: Mijn doctoraat omvat een onderzoek van de actuele politisering van de islam, aan de hand van een studie van de rol van autoriteit, authenticiteit en emancipatie binnen het hedendaagse discours van moslimintellectuelen in Egypte. Ik leg het politiek-semiotisch proces bloot, een fenomeen waarbij traditionele religieuze tekens potentiële dragers worden van moderne betekenissen, zoals mensenrechten, secularisering, democratie en emancipatie. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni • Jo Van Steenbergen
Lugones en Vasconcelos: een Neo-Helleense visie op de Nieuwe Wereld? De invloed van de klassiek Griekse traditie op de Spaans-Amerikaanse identiteitsvorming Universiteit Gent Abstract: Het gedachtegoed van de auteurs Leopoldo Lugones en José Vasconcelos wordt gekenmerkt door een niet-aflatende zoektocht naar een contintentale (Spaans-Amerikaanse) en nationale (Argentijnse/Mexicaanse) identiteit. Dit vergelijkend onderzoek wil nagegaan of hun gedeelte fascinatie voor de klassiek Griekse cultuur een verklaring kan bieden voor de gelijkenissen tussen hun ideeën in verband met identiteitsvorming op politiek-ideologisch, filosofisch en pedagogisch vlak. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Eugenia Houvenaghel
Oorlog, staatsvorming en de sociaaleconomische impact op de samenleving: het Bourgondisch leger onder Filips de Goede (1419-1467) Universiteit Gent Abstract: De studie onderzoekt vanuit militair gezichtspunt de cruciale regeringsjaren van hertog Filips de Goede en tract de verschillende 'staatsvormende' domeinen zoals fiscaliteit, volksvertegenwoordiging, verstedelijking en economie in verband te brengen. Aan de hand van interantionale debatten en discussies vragen we onszelf af in welke mate een politiek van permanente oorlogsvoering, belichaamd door de Honderjarige Oorlog, de vorming van moderne staten in de hand heeft gewerkt (Charles Tilly). Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
De europeanisering van Belgisch buitenlands beleid: een politiek-wetenschappelijke analyse Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek bestudeert de impact van het Europees buitenlands beleid op Belgisch buitenlands beleid. Hierbij wordt gesteund op twee case studies: de Afrikaanse Grote Meren en het Midden-Oosten. Met het schetsen en verklaren van de determinanten die deze invloed stuwen beoogt dit werk het inzicht in de ruimere relatie tussen nationaal en Europees buitenlands beleid te verruimen. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Hendrik Coolsaet
Symptomatologie bij Friedrich Nietzche en René Girard: een confrontatie Universiteit Gent Abstract: Een confrontatie van de symptomatologieën (d.w.z. psychofysiologische duidingen van gedragingen en discours) bij Nietzche en Girard aangaande fenomenen als reactiviteit, dematerialisering, theatraliteit en genialiteit een studie naar de cultuurkritische implicaties van hun symptomatologieën, uitgaande van de concepten schoonheid, liefde en waarheid, en naar de methodologische problemen, verbonden met hun symptomatologieën, met aandacht voor circulariteit en de rol van de taal. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
Klankreductie, frequentie en woordvolgorde. Naar een taalgebruiksgebaseerde analyse van klankreductie in (semi)lexicale constructies Universiteit Gent Abstract: In het onderzoek worden reductiefenomenen over de woordgrenzen heen bestudeerd die niet verklaard kunnen worden door mechanismen als het streven naar uitspraakgemak en woordfrequentie. De onderzoekshypothese is dat de vorming van constructies, zoals beschreven in de constructiegrammatica en het grammaticalisatieonderzoek, kan bijdragen tot verregaande reductie van vaste woordsequenties. De interactie van klankreductie, frequentie en de vorming van constructies wordt in Nederlandstalige corpusdata onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Magdalena Devos
Vaderlandse geschiedenis in Nederlandse epen (1766-1795): vormgeving van een historische ervaring? Universiteit Gent Abstract: Centrale onderzoeksvraag is op welke manier Nederlandse epen die verschenen tijdens het stadhouderschap van Willem V (1766-1795) de lezer naar een historische ervaring begeleiden. Het verleden wordt daarbij dienstbaar gemaakt voor contemporaine politieke ideologieën. Dit project beoogt een interventie in zowel de studie van de 18de-eeuwse Nederlandse literatuur als de conceptuele studie van de verhoudingen tussen literatuur en geschiedschrijving.
Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
Dynamiek in de Typen-theorie: een logisch kader voor collectieve kennis en informatieverwerking Universiteit Gent Abstract: Er zal gebruik worden gemaakt van een modaal constructief logisch kader om de relatie tussen informatie en kennis te modelleren in redeneerprocessen van de vorm: op voorwarde dat de informatiegegevens x,y,z geverifieerd zijn, beschikt de groep actoren A over de verantwoorde kennis K. Dergelijke redeneervormen treft men impliciet aan in een aantal alledaagse situaties die de basis vormen van intelligente interacties en collectieve beslissingsprocedures. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
De organisatie van het tweetalig geheugen: Evidentie via gedragsmaten en electrofysiologische technieken Universiteit Gent Abstract: Dit beoogt een beter inzicht te verschaffen in de globale organisatie van het tweetalig geheugen. Op basis van experimentele data zal worden nagegaan hoe lexicale en semantische aspecten van de moedertaal (L1-woorden) en de tweede taal (L2-woorden) zijn gerepresenteerd in het tweetalig geheugen, en welke verbindingen er tussen deze representaties bestaan. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Conceptmodellering in vage logica Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit onderzoek is het op realistische wijze integreren van conceptuele informatie in concrete vage logica's. Dit soort integratie laat ons toe om verscheidene tot nu toe moeilijk of niet modelleerbare aspecten van ons dagelijks redeneren alsnog op een precieze wijze na te bootsen (e.g. conceptcombinaties, metaforen, defaults, enz.) Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Middeleeuwse stedelijke toponymie in het hertogdom Brabant, spiegel van de stadsontwikkeling? Universiteit Gent Abstract: De centrale vraagstelling richt zich op de middeleeuwse stadsontwikkeling binnen het voormalige hertogdom Brabant. Het is opvallend hoe vaak identiek dezelfde toponiemen voorkwamen in de middeleeuwse steden. Er wordt een pgoing ondernomen om dit intigrerende fenomeen te verklaren en aldus nieuwe inzichten te verwerven over de stedenbouwkundige ontwikkeling en (de evoluties in) het gebruik van de publieke ruimte. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Magdalena Devos • Marc Boone
Logica, redeneren en rationaliteit Universiteit Gent Abstract: Tijdens de periode van de Wiener Kreis was er een sterke link tussen logica, redeneren en rationaliteit. Om meerdere redenen werd deze link in vraag gesteld. Het idee achter dit project is dat de tijd rijp is om de link te herstellen, niet op basis van klassieke logica, maar op basis van adaptieve logica's. Verschillende domeinen zullen worden onderzocht, zoals moreel redeneren, alledaags redeneren en ampliatief redeneren. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Taalnormen en ?accommodatie in Computer Mediated Discourse. De casus van Berber diasporawebsites Universiteit Gent Abstract: In deze studie wordt één van de centrale claims uit de recente sociale theorie onderzocht, namelijk dat ?traditionele? collectieve identiteiten, gebaseerd op een sociale klassenhiërarchie en ondersteund door lokale en nationale instituties, alsmaar meer en meer vervangen worden door meer dynamische en transnationale groepsidentiteiten die sterk ondersteund worden door de elektronische media. De volgende gerelateerde vraagstellingen worden voornamelijk onderzocht: 1. Hoe worden taalnormen gecreëerd op Berber diasporawebsites? 2. Hoe functioneren diasporawebsites als geïnstitutionaliseerde contexten? Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Michael Meeuwis
Taalnormen en ?accommodatie in Computer Mediated Discourse. De casus van Berber diasporawebsites Universiteit Gent Abstract: In deze studie wordt één van de centrale claims uit de recente sociale theorie onderzocht, namelijk dat ?traditionele? collectieve identiteiten, gebaseerd op een sociale klassenhiërarchie en ondersteund door lokale en nationale instituties, alsmaar meer en meer vervangen worden door meer dynamische en transnationale groepsidentiteiten die sterk ondersteund worden door de elektronische media. De volgende gerelateerde vraagstellingen worden voornamelijk onderzocht: 1. Hoe worden taalnormen gecreëerd op Berber diasporawebsites?
2. Hoe functioneren diasporawebsites als geïnstitutionaliseerde contexten? Organisaties: • Talen en Culturen
Onderzoekers: • Michael Meeuwis
Van schuldbewustzijn naar taalbewustzijn. Taalhandelingen en de constructie van bewustzijn in het werk van Ivo Michiels Universiteit Gent Abstract: Dit project streeft naar een geïntegreerde narratologische aanpak van taalhandelingen en bewustzijnsrepresentatie in experimenteel proza van de Vlaamse auteur Ivo Mechels. De theorie van taalhandelingen wordt geïntegreerd in een cognitief narratologische benadering van bewustzijn (sconstructie) om de werkin gvan Michiels' experimentele teksten preciezer te kunnen beschrijven. Anderzijds noopt Michiels' proza tot een kritische evaluatie van postklassieke modellen uit de narratologie. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Bart Vervaeck
Het fictionele leven. Een narratologisch-retorische benadering van karakterisering en fictionaliteit in de Griekse biografen van de keizertijd Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een formele beschrijving van fictionaliteit in antieke 'non-fictie met duidelijk fictionele inslag', nl. de sofisten- en filosofenbiografieën van de keizertijd (1ste-4de eeuw n. chr.). Dit gebeurt aan de hand van een narratologisch-retorische analyse van de constructie van karakterisering en levert een bijdrage aan onze kennis van de formele specificiteit van fictionele en non-fictionele narratieve literatuur. Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Kristoffel Demoen
De ethiek van neuromodulatie Universiteit Gent Abstract: Mijn project is gesitueerd binnen de neurothiek, een domein dat de ethische, wettelijke en sociale implicaties van neurologische kennis en neurologische toepassingen onderzoekt. Ik verricht onderzoek naar de wijsgerige en ethische vragen (zoals vragen over persoonlijke identitiet, mind-body relatie, verantwoordelijkheid en crimineel gedrag) met betrekking tot neuromodulatie (directe interventie in de hersenen) voor psychiatrische stoornissen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Johan Braeckman
Misschien armer dan gedacht, maar bijzonder respectabel! Genteel poverty en respectabiliteit bij Britse residenten in België en Frankrijk (1815-1914) Universiteit Gent Abstract: In de periode 1815-1914 trokken veel Britten naar België en Frankrijk om er zich voor lange tijd of zelfs permanent te vestigen. Dit project legt het leven van de armere residenten bloot, hun netwerken, hun gehechtheid aan hun Britse/Engelse nationale identiteit en hun nadruk op beleefdheid als een facade waarachter de soms bittere armoede werd verscholen. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Bruno De Wever
De causale structuur van wetenschappelijke theorieën en de aard van intertheoretische relaties Universiteit Gent Abstract: Aan de hand van een formeel kader dat gebruik maakt van causale Bayesiaanse netwerken zal ik de causale structuur van de klassieke genetica, delen van de cytologie en delen van de moleculaire genetica in kaart brengen. Daaraan gekoppeld zal ik de relaties tussen de respectievelijke netwerken van deze theorieën analyseren. Dit zal me toelaten het debat over intertheorieën analyseren. Dit zal me toelaten het debat over intertheoretische reductie in de genetica adequaat te benaderen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Whistleblowing als element van corporate governance: ethische risico's en betekenisgeving Universiteit Gent Abstract: Onderzoek gaat na: 1. wat de relatie is tussen voorschrijvende initiatieven binnen een bepaalde samenleving (overheid, belangenvereniging) omtrent whistleblowing en de vermelding ervan in corporate governance codes binnen die samenleving, 2. wat de concrete ervaringen zijn van verschillende stake holders met interne whistleblowing procedures volgens verscheidene modaliteiten (anoniem/confidentieel, in-house/outsourced, recipiënten, ?) Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
Het gebruik van adaptieve logica's voor de praktijk en de filosofie van de wiskunde en het gebruik van wiskundige tools voor de abstracte analyse van adaptieve logica's Universiteit Gent Abstract: Dit project betreft het onderzoek naar de relatie tussen wiskunde en adaptieve logica's (AL's) op drie verschillende vlakken: er wordt onderzocht hoe (a) AL's kunnen gebruikt worden voor de formele modellering van de praktijk van de wiskunde, (b) AL's problemen van de grondslagen van de wiskunde kunnen oplossen en © wiskundige technieken kunnen gebruikt worden voor de abstracte studie
van AL's. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Joke Meheus
Omstreden verleden: de representatie van het verleden en de constructie van het culturele geheugen in de Kroatische, Bosnische en Servische literatuur van de jaren negentig Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een analyse van het belang, de draagwijdte en de rol van het post-Joegoslavische proza van de jaren negentig in de transformatie van het 'culturele geheugen' in Kroatië, Bosnië-Hercegovina en Servië. Organisaties: • Vakgroep Slavistiek en Oost-Europakunde
Onderzoekers: • Raymond Detrez
Tituli honorarii: monumentale eregedenktekens. Vergelijkend en maatschappelijk onderzoek naar "the epigraphic habit" op het Italisch schiereiland, de westelijke provincies en Asia Minor Universiteit Gent Abstract: Monumentale eregedenktekens vormen de basis van het epigrafisch onderzoek, waarbij nieuw licht wordt geworpen op aspecten van de Romeinse maatschappij, zoals sociale mobiliteit. Zorgde de romainisatiegraad in de provincies voor een imitatie van het model? De invloed van provinciale subculturen wordt nagegaan. Aandacht wordt besteed aan de sociale stratificatie en mobiliteit binnen de provincies en de verhouding tot hét Romeinse samenlevingsmodel. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Koenraad Verboven
Analyse van de ethische verantwoordelijkheid en haar antropologische grondslagen in het denken van Max Scheler en Karol Wojtyla: reconstructie en revaluatie Universiteit Gent Abstract: In het denken van Max Scheler en dat van Karol Wojtyla speelt de ethische verantwoordelijkheid en haar justificatie een grote rol. In mijn onderzoek zal ik hiervan een moraalfilosofische evaluatie maken om vervolgens te kunnen nagaan hoe een pleidooi voor ethische verantwoordelijkheid binnen het domein van "global justice" en "global ethics" op de opvattingen van Scheler en Wojtyla kan steunen en hoe de inzichten van beide denkers in een niet godsdienstig argumentatief raamwerk overeind kunnen blijven als zinvolle verwerping van de morele onverschilligheid en passiviteit. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Martin Commers
De vernieuwing van de historische roman na 1975 Universiteit Gent Abstract: Onderzoek oa naar, inhoeverre de nieuwe historische roman afwijkt van de klassieke. In hoeverre de vernieuwing in de historische roman aanlsuit bij de verwennerij in de historiografie. Dit onderzoekproject wel de literaire vernieuweing van de histroische roman bestuderen als een van de motors achter de roman vernieuwing van de late twintigste eeuw. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Bart Vervaeck
Het integrale Joegoslavisme ten tijde van de koninklijke dictatuur (1929-1935) in Joegoslavië - inhoud, verspreiding en wisselwerking met andere nationale ideeën Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraatsproject beoogt een onderzoek naar het integrale Joegoslavisme als nationale idee zoals dat van staatswege vastgelegd werd tijdens de koninklijke dictatuur in Joegoslavië (1929-1935). De aandacht gaat uit naar een inhoudelijke definiëring van de Joegoslavische nationale identiteit, de verspreiding van dat nationale bewustzijn, alsook de wisselwerking met andere vormen van nationaal denken in Joegoslavië tijdens deze periode. Organisaties: • Vakgroep Slavistiek en Oost-Europakunde
Onderzoekers: • Raymond Detrez
Taal en verbeelding: Neurale correlaten van tijd- en plaatsrepresentaties bij zins- en tekstbegrip Universiteit Gent Abstract: De functionele neuroanatomie van taalverwerking op tekst- en gespreksniveau is onvoldoende gekend. Taalbegrip van spatiële semantische informatie op zinsniveau zou niet-linguïstische spatiële hersengebieden recruteren. Afgeleide relationele concepten worden (perceptueel of verbaal-propositioneel) opgebouwd in modaliteitsspecifieke hersengebieden. Vraag is of een situatie-model op tekstniveau zich ook van een spatieel (of temporeel) referentiekader bedient en of zins- en tekstniveau hetzelfde neurale correlaat hebben. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Guy Vingerhoets
Subject en infinitief in het Portugees en het Spaans Universiteit Gent Abstract: Contrastief, corpusgebaseerd onderzoek naar Portugese en Spaanse infiniteitconstructies met een eigen, nominatief subject in adveriale bijzinnen. Daarbij wordt - in een functioneel taalkundig kader - aandacht geschonken aan de graad van autonomie van de ondergeschikte zin, aan thematische coherentie en aan de graad van verbaliteit van de infinitief en propositionaliteit van de bijzin.
Organisaties: • Vakgroep Taal en communicatie
Onderzoekers: • Eugeen Roegiest
De context verbeeld. De visuele context als betekenisgenererende factor bij narratieve en figuratieve constructie van een beeldverhaal Universiteit Hasselt Abstract: In het huidige artistieke klimaat, waarin een graphic novel er al in slaagt om de shortlist te halen van de prestigieuze Libris Literatuurprijs 2008, wordt het beeldverhaal steeds meer als een volwaardig artistiek medium erkend. Net als bij elk zich autonomiserend medium heeft ook het beeldverhaal hierbij nood aan een specifiek ontwerptheoretisch kader. In de bestaande theoretische verhandelingen ligt de nadruk nogal eenzijdig op de gespannen verhouding tussen tekst en beeld, een problematiek die tot nu toe vooral vanuit een filmtheoretische invalshoek werd benaderd. Het voorliggende onderzoeksproject vertrekt van de hypothese dat het medium beeldverhaal over veel meer uniek potentieel beschikt. Het heeft dan ook de ambitie om op zoek te gaan naar het distinctive feature van het genre, naar datgene wat het fundamenteel onderscheidt van andere media zoals film, en een geheel uniek ontwerp mogelijk maakt. Hierbij speelt vooral een inventief gebruik van de visuele context een cruciale rol. Het is de bedoeling om de functionaliteit van deze visuele context te onderzoeken met het oog op de esthetische meerwaarde die dit kan bieden. Bijzondere aandacht gaat in dit onderzoek uit naar de wijze waarop door de visuele context betekenis wordt gecreëerd via codering, waardoor beeldenreeksen als een semiotisch te analyseren code gaan opereren. Deze codering wordt onderzocht via een artistiek onderzoek naar de vorm, de kleur en de combinatie van beide in zowel de figuratieve als narratieve constructie van een beeldverhaal. De masterscriptie van Tom Lambeens, Arme Indiaan, waarin wordt nagegaan hoe een minimale beeldtaal leidt tot een gelaagd en betekenisrijk beeldverhaal, fungeert hierbij reeds als een geslaagde eerste aanzet. Dit onderzoek beoogt in een dialectisch proces via literatuuronderzoek een specifiek op beeldverhaal toegepast semiotische analysemodel te construeren dat vervolgens kan worden gebruikt om onderzoekend te ontwerpen, waarbij het ontwerpresultaat op zijn beurt gebruikt wordt om het semiotische analysemodel te verfijnen en eventueel te verbeteren. Dat zal uiteindelijk resulteren in een ontwerptheoretische uitdieping van het genre vanuit een semiotisch en narratologisch perspectief, en de creatie van een beeldverhaal dat de grenzen van het medium aftast en verlegt. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Bert WILLEMS
Universal Design in de ontwerppraktijk: onderzoek naar universal design patterns als model en ondersteuning voor integraal en inclusief ontwerpen voor iedereen. Universiteit Hasselt Abstract: UnDit onderzoek in Universal Design (UD) bouwt verder op het doctoraatsonderzoek van Hubert Froyen, waarin wordt gezocht naar linken met de architectuurpraktijk, d.m.v. het schetsen van een algemeen theoretisch en methodologisch kader a.d.h.v. UD Patterns. De focus in dit onderzoek wordt gelegd op het ontwikkelen van de implementatie van het UD-paradigma in de ontwerppraktijk. Het doel van UD Patterns is om ontwerpers een hulpmiddel aan te bieden om de bindende prescriptieve normen en wetten te overschrijden en descriptief te werken. De afwezigheid van standaardoplossingen en prescriptieve eisen laat ruimte voor creatieve en vernieuwende ontwerpen. De ontwerper wordt hierbij ondersteund door de inventaris van conflicts, accurate probleemdefinities die de mogelijke misfits tussen gebruiker en gebouwde omgeving in kaart brengen en waaruit de gewenste performance van het ontwerp kan worden afgeleid. Vervolgens kan de ontwerper steunen op resolutions, een aantal tentatieve, empirisch gefundeerde oplossingsrichtingen, die echter voldoende ruimte laten voor innovatieve ontwerpoplossingen. De ontwikkeling van een UD Pattern-database moet bovendien de kennisoverdracht tussen gebruikers/experts en ontwerpers bevorderen. Kennisoverdracht is immers cruciaal om de bij de gebruikers aanwezige informatie ter beschikking te kunnen stellen van ontwerpers. Het doel van dit project is een UD Pattern-database te ontwikkelen op basis van open content software-technologie, waarbij een continue real-time uitwisseling van informatie mogelijk is. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Sylvain DE BLEECKERE
Bilaterale samenwerking in he kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-University of Kent_Vanhoutte Sofie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-University of Kent Vanhoutte Sofie Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Marc DE BIE
Van 'What-if' verhalen tot 'What-if' alternatieven. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek heeft als doel om twee soorten modaliteiten die een rol spelen bij het redeneren over wiskundige kennis te bestuderen. Enerzijds zijn er de wiskundig-epistemische 'might' modaliteiten (we- modaliteiten) die slaan op wat een bepaalde wiskundige kennis niet kan uitsluiten en anderzijds zijn er de 'what IF' 'counterfactual' modaliteiten (wi-modaliteiten) die verwijzen naar wat het geval zou zijn mocht de wiskunde er anders hebben uitgezien. Door middel van een formele analyse wil dit onderzoek zowel het specifieke van dit soort modaliteiten contrasteren met de meer gangbare modaliteiten als het onderscheid tussen we- en wi-modaliteiten zelf verduidelijken. Daarnaast wil het de inzichten die hieruit voortvloeien laten aansluiten bij thema's uit de filosofie van de wiskunde. De belangrijkste vragen die in het kader van dit onderzoek rijzen hebben betrekking op de waarheids- en beweerbaarheidsvoorwaarden van deze modaliteiten en van epistemische of indicatieve voowaardelijke zinnen. De context-gevoeligheid van zulke epistemische uitspraken vormt hierbij een cruciale moeilijkheid daar contexten zowel de beweerbaarheid (Stalnaker, 1999) als de waarheidsvoorwaarden ten dele lijken te beïnvloeden (Egan et al., 2005). Een bijkomende moeilijkheid bij wi-modaliteiten is dat deze soms betrekking hebben op tegenlogische alternatieven. Hierdoor lijken ze prima facie triviaal: ofwel zijn ze allemaal waar ofwel allemaal vals. Deze
Traditionele opvatting is zeker niet de meest vruchtbare. Een beter inzicht in de wiskundige praktijk en haar formalisering (Löwe & Muller, 2008; Wilhelmus, 2008) lijkt daarom vereist om te begrijpen hoe deze modaliteiten functioneren. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Hybride identiteiten en tweedetaalverwerving in meertalige contexten. Een comparatieve studie van twee- en eentalige adolescenten in de Belgische en Canadese hoofdstedelijke regio's. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoeksproject is een voortzetting van het door de onderzoeksraad van de VUB gefinanclerde project Taal en identiteit in Brussel. Onderzoek naar de relatie tussen tweedetaalverwerving, motivatie en identiteit by adolescenten in een meertalige context, Het doel is een comparatieve studie van de relatie tussen tweedetaalverwerving en identiteit in de Belgische en Canadese hoofdstedelljke regio's. Recent onderzoek toont aan dat taalleerders die in meertalige en multiculturele contexten wonen hybride identiteitsprofielen (Bakhtin 1981) vertonen. De ontwikkeling van nieuwe instrumenten gebaseerd op comparatieve studies en gemengd kwantitatief-kwalitatief onderzoek is nodig om aan deze nieuwe maatschappelijke realiteit tegemoet te komen. Dit project beantwoordt aan deze noodzaak. De vergelijking van tweedetaalverwerving bij een- en tweetallge adolescenten in de Canadese en Belgische context heeft tot doel (1) te onderzoeken in welke mate adolescenten hybride talige, regionale en nationale identiteiten vertonen via analyse van lnteractionele taaldata op microniveau, (2) een instrument te ontwikkelen dat een grootschalige crosscontextuele analyse van hybride identiteiten toelaat. Dit onderzoek is zeer innoverend m.b.t onderzoeksmethodologie en het is te verwachten dat het bijdraagt tot belangrijke theoretische wat betreft tweedetaalverwerving in meertalige regio's. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Rubens wetenschappelijk doorgelicht. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoeksproject KMSKA: - onderzoeksprocedures bepalen die gevolgd zullen worden voor het aanmaken van een wetenschappelijke catalogus van de Rubensschilderijen van het KMSKA Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Arnout BALIS
Redeneren tussen theorieën. Een model voor een epistemologie met logische middelen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1 PROBLEEMSTELLING EN SITUERING Eén van de gevolgen van de recente heropleving van de formele epistemologie (Fitelson, 2007), is dat men zich opnieuw is gaan afvragen hoe dit onderzoeksdomein zich tot de standaard kennisleer verhoudt en er uiteindelijk ook weer bij kan aansluiten. Deze vraag dringt zich niet in het minst op voor de formele epistemologie die gebruikmaakt van formeel-logische methoden (voornamelijk d.m.v. epistemische en doxastische logica's, zie Hintikka (1969)). Hoe men een brug tussen de formele en standaard epistemologie kan slaan, is evenwel niet onmiddellijk duidelijk. Volgens Hendrick's "Mainstream and Formal Epistemology" (Hendricks, 2006), moet men in de eerste plaats de structurele gelijkenissen tussen de formele en standaard epistemologie verduidelijken. Het erkennen van een kern van gemeenschappelijke problemen en methoden geeft ongetwijfeld aan waarom het zinvol is om de kloof tussen beide domeinen te dichten, maar het geeft niet aan hoe we hun onderlinge interactie precies kunnen vormgeven. Om hierin te slagen, is het noodzakelijk om formele en niet-formele theorieën op een precieze en systematische manier aan mekaar te linken. Dit aspect van de relatie tussen de formele en standaard kennisleer bleef tot nu toe onderbelicht. Het doel van het voorgestelde onderzoek is om hiervoor een algemeen methodologisch kader uit te werken. Doordat het de precieze relatie tussen formele en informele modellen van de belangrijkste epistemische concepten als onderwerp heeft, onderscheidt dit onderzoek zich duidelijk van de meer voor de hand liggende vraag hoe we logische methoden kunnen aanwenden om problemen uit de standaard epistemologie op te lossen. Het dieperliggende probleem waarop dit onderzoek zich toespitst, is de vraag waarom deze logische methoden, ondanks de vele gekende problemen (Dretske, 1970; Hocutt, 1972), relevant kunnen zijn. Wat hiervoor in de eerste plaats verduidelijkt moet worden, is hoe abstracte en schijnbaar sterk geïdealiseerde modellen voor kennis en overtuiging de meer gesofistikeerde analyses uit de standaard kennisleer kunnen vervolledigen en mogelijk zelfs kunnen corrigeren. Formeler uitgedrukt: kunnen theorieën waarvan de respectievelijke abstractieniveaus niet exact overeenkomen aan mekaar gerelateerd worden? [bemerk de analogie met het probleem van het kennis toekennen in een taal die niet de taal van het kennend subject is en de problemen die rijzen wanneer 'higher-level' theorieën aan 'lower-level' theorieën gerelateerd moeten worden] Door het vanuit dit perspectief te benaderen, verruimen we de oorspronkelijke zoektocht naar potentiële bruggen tussen formele en informele analyses tot een meta-reflectie over het doel en het functioneren van de bekende logische modellen van epistemische en doxastische toestanden. De kern van zo'n meta-reflectie is volgende vraag: hoe kan redeneren binnen een formeel systeem ons iets bijleren over het informele systeem waarop het gebaseerd is? Preciezer, welke informatie over de individuele thesen van een informele theorie kan men uit de (corresponderende) individuele thesen van de gerelateerde formele theorie bekomen? Om een al te enge benadering van deze vraagstelling uit te sluiten, wordt niet enkel de logische representatie van statische noties, maar ook van de dynamische processen die deze toestanden wijzigen in dit onderzoek betrokken. Een uitbreiding met deductieve en communicatieve processen dringt zich daarom op. Op het formele vlak heeft dit vooral betrekking op de epistemische logica's van de tweede generatie die meer aandacht hebben voor sociale, interactieve en dynamische aspecten van de cognitie (Baltag & Moss, 2004; van Ditmarsch et al., 2007). Met betrekking tot de standaard epistemologie, komt dit neer op de integratie van inzichten met betrekking tot 'rechtmatige beweringen' (het probleem van wat geldt als proper assertion, zie DeRose (2002); Douven (2006); Hawthorne (2004); Williamson (2000)) en de voorwaarden voor het bekomen van kennis door getuigenis (de problemen van testimony en trust, zie Coady (1973); Graham (1997); Fricker (2006)). Tenslotte, laat de integratie van het probleem van kennis-uitbreiding door deductief redeneren dit onderzoek ook aansluiten bij één van de meest centrale problemen in de kennisleer en de filosofie van de logica. Samengevat, is het doel van dit project de conceptuele analyse en de formele explicitering van de relatie tussen formele representaties van cognitieve toestanden en acties (die automatisch op een welbepaald abstractie-niveau functioneren) en informele, maar meestal erg genuanceerde inzichten in de interactie van kennis, overtuiging, deductief redeneren, assertion en trust (maar die niet noodzakelijk op een welbepaald of vast abstractie-niveau functioneren). Dit doel kan enkel bereikt worden door middel van een geïntegreerde aanpak. Concreet, omvat dit de uitwerking van (1) een algemene strategie voor het formuleren van 'bridge principles', (2) een generiek formaat en algemeen kader waarin de respectievelijke formele en niet-formele theorieën
uitgedrukt, gesitueerd en indien nodig ook bijgestuurd en uitgebreid kunnen worden en (3) de toepassing van deze strategie voor elk van de genoemde epistemische concepten en fenomenen. Doordat de meeste problemen die uit deze initiële vraagstelling voortkomen, benaderd zullen worden vanuit de filosofie van de informatie (in het bijzonder de abstractie-methode), sluit dit project aan bij diverse onderzoekssporen die binnen het doctoraatsonderzoek uitgewerkt werden. De belangrijkste zijn: (i) het verband tussen het logisch pluralisme, de pluralistische interpretering van informatie-inhoud en de abstractie-methode en (ii) de verantwoording aan de hand van infomorfismen van een op adaptieve logica gebaseerd nietmonotoon informatie-concept. 2 'BRUG PRINCIPES' De meest voor de hand liggende illustratie van de problematische relatie tussen formele en informele theorieën, is het verband tussen het theoretische concept van de logische gevolgrelatie en de praktische concepten van het redeneren en het afleiden. Dat het theoretisch concept constitutief of op zijn minst relevant zou moeten zijn voor de actuele praktijk van het (deductief) redeneren, is een wijdverbreide doch vage en meestal slechts impliciet aanwezige veronderstelling. Deze eerder naïeve visie wordt ongetwijfeld versterkt door de historische band tussen de logica, de studie van het redeneren en de argumentatietheorie, maar is daarom nog niet onbetwist. Zo werd bijvoorbeeld het meer pessimistische standpunt dat logica niet in het bijzonder relevant is voor het menselijk redeneren meermaals door Gilbert Harman verdedigd (Harman, 1986). Ook in Fitelson's recentere analyse van de relatie tussen confirmatie en logisch gevolg, vindt men een gelijkaardig standpunt terug (Fitelson, 2006). In het algemeen komt zo'n pessimistische visie neer op de ontkenning dat er niet-triviale 'brugprincipes' bestaan die de formele logische gevolgrelatie met de praktijk van het redeneren verbinden. Ook in de huidige context waar de relatie tussen formele en standaard kennisleer centraal staat, heeft deze pessimistische visie verstrekkende gevolgen. De reden hiervoor is dat de skeptische argumenten die tot dit pessimisme leiden veralgemeend kunnen worden en zo alle 'brug-principes' tussen logische systemen en hun canonieke toepassingsdomein verwerpen. Net zoals de naïeve visie, is ook dit veralgemeende pessimisme niet onbetwist. De argumenten waarop het steunt, beperken niettemin de manoeuvreer-ruimte bij het formuleren van adequate 'brugprincipes'. In het bijzonder tonen deze aan dat de meeste naïeve voorstellen (bv. indien A door ? geïmpliceerd wordt, dan moet wie van alle elementen van ? overtuigd is, ook A aan haar overtuigingen toevoegen) onhoudbaar zijn. Het impliceert het eveneens dat een traditioneel logisch revisionisme (het afzwakken van de onderliggende logica) deze voorstellen niet kan redden. De overtuigingskracht van zo'n veralgemeend pessimisme, is vooral aan de structuur van de bewuste argumenten te wijten. Voor het propositionele geval argumenteert men dat wanneer volgens een deductiestandaard L het zo is dat A door ? geïmpliceerd wordt, terwijl de redenering van ? naar A niet aanvaardbaar is, men de deductiestandaard L moet herzien. Analoog, argumenteert men dat wanneer volgens een epistemische logica L het zo is dat KB door KA geïmpliceerd wordt, hoewel het mogelijk is om A maar niet B te weten, de epistemische logica L aan herziening toe is (voor een doxastische logica is het argument gelijklopend). De cruciale eigenschap van zulke redeneringen, is dat de loutere veronderstelling dat logica constitutief is voor het redeneren volstaat om alle logische systemen (tenzij de lege of nul-logica) zonder meer te verwerpen. Hoewel epistemische en doxastische logica's zelf reeds naar cognitieve relaties verwijzen, zijn zij hier niet immuun voor. De mogelijkheid van een op logica gebaseerde formele epistemologie komt zo op de helling te staan. Eén van de beweringen die doorheen dit onderzoek hard dienen te worden gemaakt, is dat voldoende verfijnde 'brug-principes' het logisch-epistemologisch project wel veilig kunnen stellen. Het belangrijkste inzicht hierbij is dat voor dit doel aanvaardbare 'brug-principes' zelf geen deel kunnen uitmaken van het logisch systeem noch in de object-taal van dat systeem uitgedrukt kunnen worden. 3 ABSTRACTIE In tegenstelling tot de suggestie dat een logischformele kennisleer met adequate 'brug-principes' uitgebreid moet worden, is het meer gangbaar om doxastische en epistemische logica's te interpreteren als representaties van de kennis of overtuigingen van sterk geïdealiseerde agents of als rationaliteits-normen voor diezelfde agents. Zulke verwijzingen naar een geïdealiseerde rationaliteit volstaan echter niet om alle gangbare tegenwerpingen te weerleggen (zie Stalnaker (1991) voor een kritische evaluatie). Ook volstaan zulke manoeuvres niet om te ontkomen aan de 'slippery slope' van het steeds verder afzwakken van de onderliggende logica. De les die we uit dit falen kunnen trekken, is dat we niet via veronderstelde idealiseringen het onderwerp van onze theorieën moeten herzien, maar dat we deze theorieën aan hun respectievelijke abstractie-niveau moeten koppelen. Een kritische blik op Hendricks' voorstel dat formele epistemologie de structuur aanbrengt die nodig is om standaard epistemologische strategieën en methoden (b.v. het construeren van tegenvoorbeelden) te regimenteren, verduidelijkt waarom het belangrijk is om verschillen in abstractie-niveaus te herkennen. Het weerlegt namelijk de initieel plausibele suggestie dat formele structuren rechtstreeks gebruikt kunnen worden om de in de standaard epistemologie impliciet aanwezige informele structuren te preciseren en te vervolledigen. Het alternatief dat als onderdeel van dit onderzoek voorgesteld wordt, is dat formele structuren gebruikt worden om over minder expliciet uitgewerkte structuren te redeneren. In tegenstelling tot de eerste optie, veronderstelt deze tweede optie niet dat beide structuren of theorieën op hetzelfde abstractie-niveau functioneren. In deze context, draagt de abstractie-methode (Floridi & Sanders, 2004) waarop deze inzichten steunen twee dingen bij: het structureert de zoektocht naar geschikte 'brug-principes' en het geeft een verklaring voor het falen van de meer voor de hand liggende principes. De formele basis voor de idee dat 'brug-principes' geen deel uitmaken van een formele theorie, maar een link vormen die ons toelaat om met die theorie over een andere theorie te redeneren, steunt op Barwise en Seligman's werk over information flow (Barwise & Seligman, 1997). De kern hiervan is het feit dat één theorie informatie kan bevatten over een andere theorie en men bijgevolg de eerste kan gebruiken om over de tweede te redeneren. Als we bedenken dat de meest bekende problemen in de epistemische logica (cfr. de spanning tussen het behouden van elk syntactisch detail versus het streven naar semantische algemeenheid) te wijten zijn aan het feit dat onze intuïtieve structuren meer verfijnd zijn dan hun formele tegenhangers, dan lijkt deze voorstelling van de feiten heel wat accurater dan Hendricks' oorspronkelijke voorstel. Het verder binnen Barwise en Seligman's systeem preciseren van het inzicht dat 'brugprincipes' ons toelaten om 'tussen twee theorieën' te redeneren, heeft als voordeel dat het mede verklaart waarom adequate principes niet alleen relatief zwak, maar ook niet-monotoon zijn. Het in deze context toepassen van Barwise en Seligman's inzichten vormt een nieuw en onverwacht gebruik ervan. De geschetste formele strategie is niet de enige die een uitzicht biedt op adequate 'brug-principes'. Het is zelfs niet de meest plausibele, maar ze biedt wel een aantal unieke voordelen. Wat alle plausibele strategieën verbindt, is het verwerpen van een radicaal logisch revisionisme (enkel de lege logica is onvoorwaardelijk toepasbaar). Samen met de vaststelling dat monotone gevolgrelaties systematisch een te grote en/of te beperkte gevolgverzameling opleveren, is dit van bij het begin een centrale overweging geweest bij de ontwikkeling van adaptieve logica's (Batens, 1997, 2007). Het verschil tussen de adaptieve of niet-monotone aanpak en het huidige voorstel, is dat adaptieve logica's bekeken kunnen worden als logische systemen die zelf de 'brug-principes' bevatten die adequaat zijn voor een bepaald toepassingsdomein. Dit overstappen naar een ander soort logica (i.p.v. het louter afzwakken ervan) biedt ongetwijfeld een meer voor de hand liggende uitweg voor het geschetste probleem, maar sluit een benadering waarbij meer aandacht uitgaat naar abstractie-niveaus en systeem-externe 'brug-principes' niet uit. De voorgestelde aanpak geeft een preciezere analyse van het probleem en van de mogelijkheden om ze op te lossen. De adaptieve aanpak, daarentegen, biedt de mogelijkheid om exclusief te focussen op de exacte structuur van het nietmonotoon redeneren dat nodig is om tussen verschillende theorieën en abstractie-niveaus te redeneren. Beide strategieën zijn eerder complementair en dit uit zich ook in de formele details (in het bijzonder in het feit dat, net zoals 'brug-principes', de werking van adaptieve logica's niet door een verzameling axioma's exhaustief gekarakteriseerd kan worden). 4 BEOOGDE RESULTATEN EN MEERWAARDE Wat is nu precies de meerwaarde van de voorgestelde strategie om de interactie tussen formele en standaard epistemologie te bestuderen? Een antwoord op deze vraag kan gegeven worden vanuit het perspectief van dit onderzoek, maar ook vanuit de specifieke methode die voorgesteld wordt. Zoals vermeld, beperkt dit onderzoek zich niet tot epistemische en doxastische toestanden of tot de rol van het deductief redeneren bij de uitbreiding hiervan, maar heeft het als doel om 'brugprincipes' te formuleren die zowel statische als dynamische en zowel individuele als sociale en interactieve kennistheoretische concepten met mekaar in verband brengen. Naast de breedte van dit onderzoek, is het belangrijk dat de voorgestelde strategie oog heeft voor eigenschappen van de relatie tussen de formele en standaard epistemologie die door andere strategieën niet zo expliciet benaderd kunnen worden. In vergelijking met meer traditionele voorstellen, zoals Streumer's "For all propositions p1 , ..., pn and q, if the conjunction of p1 , ..., and pn entails q, then there is a reason against a person s both believing that p1 , ..., and that pn and believing the negation of q" (Streumer, 2007), heeft de huidige strategie alleszins meer dan minimale logische beperkingen te bieden. In vergelijking met de niet-monotone aanpakken waarbij 'brug-principes' deel uitmaken van het logisch systeem, laat de vooropgestelde strategie het toe om een aantal cruciale onderscheiden explicieter naar voor te brengen. De twee belangrijkste zijn: (i) het verschil tussen louter logische en epistemische of doxastische gevolgrelaties en (ii) het verschil tussen abstractie en idealisering. Het eerste onderscheid wordt reeds ten dele naar voor gebracht door niet-monotone of adaptieve inferenties te beschouwen als epistemische of doxastische gevolgrelaties en ze daarom als conditionele doxastische of epistemische operatoren te formaliseren. Het onderscheid tussen idealisering en abstractie heeft dan weer betrekking op de manier waarop we de door een model voorspelde epistemische eigenschappen interpreteren: dit kan als eigenschappen van de agents waarover we redeneren, maar kan ook als eigenschappen van het gebruikte formele kader
zijn. Dit onderscheid is vooral van belang voor de interpretatie van de traditioneel ongewenste eigenschappen van formele systemen: in het eerste geval worden deze eigenschappen veelal als idealiseringen van de cognitieve vermogens van de relevante agents begrepen, in het tweede geval betreft het slechts abstracties (want adequate 'brug-principes' wijzen erop dat het bekomen model geen informatie verschaft met betrekking tot die eigenschappen dit schijnbaar geïdealiseerd zijn). Wanneer 'brug-principes' in het formele model opgenomen worden, zijn het dit soort nuances die verdwijnen. Tenslotte, telt deze aanpak nog twee meer algemene verdiensten. Zo biedt het een nieuw perspectief op de rol van het logisch modelleren binnen de formele epistemologie en herinterpreteert het traditionele argumenten voor logisch revisionisme in termen van het verfijnen i.p.v. het verwerpen van modellen. Ook is dit een project dat niet blijft steken bij de evidente vraag hoe een epistemologie met logische modellen de inzichten van de standaard epistemologie kan incorporeren (van Benthem, 2006), maar biedt het vooral een meer accuraat perspectief op de praktijk van het logisch modelleren. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM • Patrick ALLO
Burgerparticipatie: naar een herformulering van het principe van de vertegenwoordiging? Vrije Universiteit Brussel Abstract: a. Project 1. Historiek. Art. 42 van de Grondwet bepaalt: "De leden van beide Kamers vertegenwoordigen de Natie en niet enkel degenen die hen hebben verkozen". Dit artikel wordt traditioneel gezien als de juridische basis van het "vertegenwoordigingsbeginsel" van het Belgisch grondwettelijk recht (Velu, 1986). Volgens deze traditionele interpretatie, afkomstig uit de Franse doctrine, bestaat dit beginsel uit vier subsidiaire principes (Carré de Malberg, 1921). Deze zijn : (1°) Het principe van de nationale vertegenwoordiging: elke vertegenwoordiger, ongeacht de oorsprong van zijn verkiezing, vertegenwoordigt de hele natie en niet enkel zijn kiezers; (2°) Het principe van de onherroepelijkheid: de kiezers hebben geen enkele herroepingsmacht, zelfs niet als de vertegenwoordiger fouten begaat; (3°) Het principe van de juridische nietaansprakelijkheid: de enige mogelijke sanctionering van de volksvertegenwoordiger ligt besloten in zijn niet-herverkiezing; (4°) Het principe van het verbod van het bindend mandaat: de vertegenwoordiger kan in geen geval gebonden zijn door de wensen van zijn kiezers, zelfs al heeft hij zich hiertoe geëngageerd. Deze principes geven samen gestalte aan een opvatting van vertegenwoordiging die van Otto von Gierke en Georg Jellinek afkomstig is: met name de theorie van de organieke vertegenwoordiging (Brunet, 2004). De theorie van de organieke vertegenwoordiging is altijd al controversieel geweest. Lange tijd was het belangrijkste bezwaar ertegen dat de theorie niet op een ander politiek lichaam toegepast kon worden dan het Parlement. Zo werden in Frankrijk vragen gesteld bij de representativiteit van de Président de la République, en, daarna, bij die van de grondwettelijke rechters (Hamon, Troper, 2005). In België, waar de de theorie van de organieke vertegenwoordiging werd ingevoerd door Oscar Orban, in zijn Droit constitutionnel de la Belgique (Orban, 1906), bleef de controverse rond de invoering van ervan uit. De kwestie van de representativiteit van de Koning of van de leden van het Arbitragehof werd nooit bediscussieerd. Erger nog: de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 bevat geen enkele bepaling die dit principe, dat wel op het federale Parlement van toepassing is, omzet op het niveau van de gefedereerde entiteiten. De laatste Belgische jurist die terzake naar de controverse rond de theorie van de organieke vertegenwoordiging verwezen heeft was Pierre Wigny in Droit constitutionnel (Wigny, 1952). Sindsdien heeft de inhoud, noch het toepassingsgebied van het vertegenwoordigingsbeginsel het voorwerp van enige ernstige kritiek uitgemaakt. Alleen een het lopend doctoraatsonderzoek van A.-E. Bourgaux (ULB) lijkt de discussie opnieuw te willen opnemen. 2. Problematiek. Actuele ontwikkelingen werpen vandaag de dag een nieuw licht op dit gebrek aan belangstelling voor het vertegenwoordigingsbeginsel in België. In het bijzonder denken we daarbij aan de opvallende eis van burgers om beter te worden betrokken bij de publieke besluitvorming (Ost, van de Kerchove, 2002 ; Chevallier, 2004). Deze ontwikkeling uit zich op twee manieren : (1°) Op een positieve wijze, door de stijging van het aantal instanties die tussenkomen vòòr de publieke besluitvorming, zoals bijvoorbeeld het geval is voor de werkzaamheden van het VIWTA bij het Vlaams Parlement inzake de evaluatie van de impact van wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen (De Sutter, 2006). (2°) Op een negatieve wijze, door de toegenomen kritiek op het gebrek aan belang dat aan het standpunt van de burgers wordt gehecht in de publieke besluitvorming. Dit was bijvoorbeeld het geval in de controverse rond de toelating om GGO's (genetisch gemodificeerde organismen) te telen op Belgisch grondgebied (De Sutter, 2006). De eis tot meer burgerparticipatie steunt op een sterke stroming binnen de politieke filosofie en theorie, die op zijn beurt wordt versterkt door allerhande activistische praktijken. Samen vormen zij de drijvende kracht van de ontwikkeling van "burgerparticipatie" als een belangrijk politiek thema bij het begin van de 21ste eeuw (Sintomer, 2007 ; Crépon, Stiegler, 2007). Vanuit juridisch oogpunt heeft de ontwikkeling van de burgerparticipatie geleid tot twee kritieken betreffende het vertegenwoordigingsbeginsel. (1°) In de eerste plaats heeft ze aanleiding gegeven tot de theoretische formulering van een aantal kritieken ('doleanties') op de idee van vertegenwoordiging (Hardt, Negri, 2004), waarbij vooral het principe van de nationale vertegenwoordiging in vraag wordt gesteld. In de plaats hiervan wordt een verplichte inachtneming van concrete diversiteit van de burgers bepleit, eerder dan een ijl vertegenwoordigingsbeginsel dat is opgehangen aan een abstract lichaam zoals de Natie. (2°) Een tweede kritiek heeft geleid tot tot een praktische formering van een "lastenboek" voor de hervorming van de vertegenwoordiging (Latour, 2005). Dit "lastenboek" heeft als doel het principiële verbod van het imperatief mandaat gedeeltelijk te herbekijken. In tegenstelling tot wat de orgaantheorie voorziet, zou de ontwikkeling van nieuwe vormen van burgerparticipatie de verplichting in het leven roepen om in het grondwettelijk recht ruimte te maken voor ad hoc vertegenwoordigers, die anders dan door verkiezingen aangewezen zouden worden. Hier kan ook gekeken worden naar de evolutie van de (nietverkozen) representatieve orgaantheorie bij de uitvoerende macht, gezien de ontwikkeling van het concept van de mandaathouders eenzelfde probleem heeft doen rijzen (De Becker, 2006). Tenzij aangenomen wordt dat België geen representatieve democratie is, moet deze dubbele kritiek technisch aangepakt worden, zoals dit het geval is in Frankrijk of in Nederland (Hermitte et alii, 2003 ; Lindahl, 2000). 3. Centrale onderzoeksvraag en onderzoekshypothese. Hoe kunnen de eisen van art. 42 GW vanuit een juridisch oogpunt verzoend worden met de sociale eisen van de burgers, alsook met de politieke eisen van de institutionele spelers en de in de literatuur ontwikkelde kritieken? Of anders gesteld : hoe kunnen de eisen van art. 42 GW juridisch worden verzoend met de coëxistentie van heterogene praktijken terzake ? Dit is geenszins een abstract probleem. (1°) Vanuit de het oogpunt van rechtsfilosofie heb ik in mijn proefschrift over de rol van het VIWTA bij het Vlaams Parlement, al aangetoond dat dit probleem van coëxistentie concrete gevolgen heeft voor de legitimiteit en de rechtskracht van de beslissingen die door satellietorganen van parlementaire instellingen genomen worden (De Sutter, 2006). (2°) Vanuit het oogpunt van de politieke filosofie heb ik mij in het kader van het éénjarig postdoctoraal mandaat dat de Vrije Universiteit Brussel mij voor het jaar 2007 heeft toegekend, gepoogd aan te tonen dat dit probleem ook concrete gevolgen heeft voor de politieke aanvaardbaarheid van gerechtelijke strategieën die worden ingezet door activistische groeperingen, zoals de anti-GGO of anti-reclame groepen (Berns, De Sutter, 2008). (3°) Dit post-doctoraal onderzoeksproject strekt dan ook tot het onderzoek van de concrete gevolgen van deze ontwikkelingen voor de theorie en de grondslagen van het grondwettelijk recht als dusdanig. De hypothese die ik in voorliggend project wil toetsen op basis van een verkenning van de relevante staatsrechtelijke literatuur, luidt als volgt. Om in België een evenwicht te bewerkstelligen tussen enerzijds het grondwettelijk principe van vertegenwoordiging, en anderzijds de sociale eisen met betrekking tot participatie, de politieke respons erop en het hieraan verbonden militante activisme, is het noodzakelijk om het genoemde principe te herformuleren. In het kader van de Europese Unie heeft een soortgelijke bekommernis geleid tot de ontwikkeling van een hybride theorie, met name de theorie van de belangenvertegenwoordiging (Greenwood, 2003 ; Giorgi, 2006). Deze theorie is echter niet bevredigend in die zin dat zij niet meer doet dan de institutionele situatie (het monopolie van de belanghebbenden - de stakeholders) in het recht te verankeren, en dat is precies datgene waartegen de sociale participatie-eisen en activisme gericht zijn: de theorie verzekert geenszins dat er met de concrete eisen van burgerparticipatie rekening zou worden gehouden. Om tot een herformulering van het vertegenwoordigingsbeginsel te komen dat het evenwicht tussen alle krachten tot stand brengt, moeten een lokale en afgebakende toegang van nieuwe actoren tot de politieke besluitvorming mogelijk gemaakt worden (Callon, Lascoumes, Barthe, 2001). In dat geval zou de politieke vertegenwoordiging evolueren tot wat men een vorm van gedistribueerde vertegenwoordiging zou kunnen noemen. I. Doelstellingen De doelstellingen van voorliggend project zijn: A. Een exhaustieve analyse te bieden van het principe van vertegenwoordiging in het Belgisch grondwettelijk recht; B. Een volledige juridische analyse te ondernemen
van de kritieken op dit principe; C. De problemen in kaart brengen die de vertegenwoordiging in het Belgisch grondwettelijk recht ondervindt; D. Onderzoeken op welke punten het vertegenwoordigingsprincipe onder impuls van deze problemen hervormd moet worden; E. De juridische noodzaak van deze hervorming afwegen tegen de geformuleerde politieke en sociale eisen; F. Tot een geloofwaardige formulering van het vertegenwoordigingsprincipe komen die rekening houdt met al deze elementen Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • Laurent DESUTTER • SERGE GUTWIRTH
Taalcommunicatie over kleurgrenzen heen: Zwart Afrikaans in Centraal Zuid-Afrika. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Hoewel de functies van het Afrikaans sedert 1994 grondwettelijk ingeperkt werden, fungeert het Afrikaans nog steeds als lingua franca in verscheidene delen van plattelands en stedelijk Zuid-Afrika. Het vormt de natuurlijke lingua franca in die plattelandse streken van de West- en Noord-Kaap waar het de dominante moedertaal is. Het is ook de dominante lingua franca van het centrale deel van Zuid-Afrika, nl. de Vrijstaat en de Provincie Noordwest, waar de dominante moedertalen respectievelijk seSotho en seTswana zijn, d.w.z. twee genetisch nauw verwante en onderling verstaanbare Bantoetalen die door zwarten gesproken worden. Als moedertaal wordt het Afrikaans in die provincies grotendeels gesproken door Blanke en Kleurlingminderheden, die meestal in stedelijke centra geconcentreerd zijn. Als een lingua franca wordt het meestal door L1 seSotho- en seTswanasprekers gesproken, ten gevolge waarvan het gewoonlijk bestempeld wordt als 'Zwart Afrikaans'. De etnische verscheidenheid van die bevolking die Afrikaans gebruikt voor de dagelijkse omgang brengt een diversiteit aan Afrikaanse variëteiten met zich mee die tot nu toe niet aan diepgaand onderzoek onderworpen werden. Onderzoeksprojecten hebben wat inzicht gegeven in de L2 Zwarte Afrikaanse variëteiten met een seSotho achtergrond, alsook in de Afrikaanse variëteiten die gebruikt worden door Blanke moedertaalsprekers in hun interactie met Zwarten in het algemeen. Verrassend genoeg werden die variëteiten steeds geïsoleerd onderzocht, en het is daarom tot op heden volstrekt onduidelijk (of en) in hoeverre de pragmatische taalcontexten bepalend zijn voor de taalnormen in multi-etnische conversaties tussen eerstetaal- en tweedetaalsprekers van het Afrikaans. Het doctoraatsonderzoek dat ik sedert october 2004 verricht heb werd toegespitst op de in-group dimensie van etnische eerstetaalvariëteiten van het Afrikaans. Die beperking heeft ertoe geleid dat er geen aandacht geschonken kon worden aan een ander cruciaal aspect van de Afrikaanse taalrealiteit: het feit dat het Afrikaans ook een essentieel onderdeel is van het talige repertoire van een belangrijke groep tweedetaalsprekers, d.w.z., moedertaalsprekers van Bantoetalen die hun L2 Afrikaanse variëteiten gebruiken in hun interactie met andere etnische groepen. Vandaag vindt het overgrote deel van interetnische communicatie via L2 Afrikaanse variëteiten plaats tussen Zwarte Zuid-Afrikanen, of tussen Zwarte Zuid-Afrikanen en Blanken of Kleurlingen. In de huidige Zuid-Afrikaanse context waarin etnische machtverhoudingen geherdefinieerd worden, lijkt het wenselijk om een beeld te krijgen van hoe etnische groepen, in het bijzonder de Zwarte groep, zich talig gedragen naargelang van de pragmatische context van het gesprek. Interetnische communicatieprocessen brengen 'accommodatie' met zich mee, d.w.z. samenlopende dynamieken van opwaartse convergentie en neerwaartse divergentie waarbij sprekers pogen om de doeltaal te benaderen of om van de doeltaal af te wijken in het belang van maximale wederzijdse verstaanbaarheid. Dit gebeurt vooral in contexten waar een van de betrokken partners duidelijk minder gemakkelijk toegang heeft tot de prestigenorm dan de andere. . Samen met accommodatie kan interetnische communicatie ook een mate van uitsluiting met zich meebrengen. In die situatie kan etnische solidariteit tot uiting komen in het creëren van een taalbarrière die, enerzijds, de leden van de outgroup moet wijzen op de bestaande etnische afstand, of, anderzijds, de leden van de ingroup afschermt van outgroup-interferenties. Het is de bedoeling van dit onderzoeksproject om de processen van interetnische communicatie te beschrijven zoals ze plaatsvinden in de stedelijke omgeving van Bloemfontein, de hoofdstad van de Vrijstaat en het grootste stedelijke centrum van Centraal Zuid-Afrika. Ik neem daarvoor het taalgedrag onder de loep van de Zwarte inwoners van Bloemfontein (voornamelijk seSothosprekers), zowel binnen de eigen bevolkingsgroep als in hun interactie met de plaatselijke Kleurlingen en Blanken die samen een derde van de Bloemfonteinse bevolking uitmaken. Dit project bouwt voort op het model van Labovs experimenten met Zwart Amerikaans Engels en volgt de door Bell en Johnson (1997) toegepaste methodologie van assymetrische etnische koppeling van sprekers: door informeel groepen van sprekers van drie generationele categorieën op basis van gelijke of ongelijke etniciteit (nl. Zwart met Zwart, Zwart met Kleurling en Zwart met Blank) te confronteren, hoop ik een representatief inzicht te krijgen in de processen van taalaccommodatie en taaluitsluiting tussen, respectievelijk, L2 Afrikaanstalige Zwarten en L1 Afrikaanstalige Blanken, enerzijds, en L2 Afrikaanstalige Zwarten en L1 Afrikaanstalige Kleurlingen, anderzijds. Dit werd nog nooit eerder onderzocht, hoe cruciaal ook voor een correcte inschatting en analyse van de hedendaagse Afrikaanse taalrealiteit. De informatie die deze studie zal opleveren, valt in verscheidene theoretische dimensies uiteen. Vanuit het gezichtspunt van de historische taalwetenschap is mijn cross-generationele studie van Zwart Afrikaans de allereerste grondige studie van de ontwikkelingstendensen in de minst gedocumenteerde variëteit van het Afrikaans die, ironisch genoeg, met 15 miljoen Zwarte sprekers (van sterk uiteenlopende taalvaardigheidsniveaus) tevens de grootste variëteit van het Afrikaans is. Doordat Afrikaans een kunstmatig etiket is dat gebruikt werd voor alle Nederlandse variëteiten die zich al van in het begin van de 18de eeuw doorheen centraal Zuid-Afrika begonnen te verspreiden, kan het zg. Zwart Afrikaans rechtmatig beschouwd worden als de meest verspreide Nederlands-gebaseerde Creoolse taal of Nederlands-gebaseerde lingua franca. Het kan ook geen twijfel lijden dat de studie van die variëteit verdient om op dezelfde voet geplaatst te worden als die van de aanzienlijk minder gesproken Surinaams-Nederlandse variëteiten, en die van Creoolse of contacttalen in het algemeen. Mijn project vult dus een cruciale lacune in zowel de historische creolistiek als in de geschiedenis van het Zuid-Afrikaanse taallandschap. Vanuit het gezichtspunt van de taalpragmatiek zal mijn studie van het Zwart Afrikaans niet enkel inzichten genereren in de functionaliteit van het Afrikaans, maar onvermijdelijk ook in die van het seSotho en het Engels (zowel in ingroup- als in outgroup-contexten) onder de voornaamste etnische groepen van Centraal Zuid- Afrika, voor wie die talen ook deel uitmaken van de alledaagse taalrealiteit. Bijzonder interessant is de vraag in hoeverre die laatste twee talen opduiken in het door Zwarten gesproken Afrikaans. Met andere woorden: is het gebruik van een Afrikaanse variëteit met een seSotho/Engelse inslag typisch in gesprekken tussen Zwarten en Kleurlingen, terwijl een meer 'conservatieve' vorm van het Afrikaans gehandhaafd wordt in gesprekken tussen Zwarten en Blanken? De vraag waar Afrikaans ophoudt en seSotho of Engels beginnen in de interactie tussen de zwarte groep en de andere groepen is niet enkel cruciaal voor ons onderzoek, ze biedt ook een radicaal nieuw perspectief op het Afrikaans als een multi-etnische contacttaal. Ook taalpragmatisch gezien is het dus vernieuwend en grensverleggend onderzoek. Vanuit een etnografisch gezichtspunt kan mijn studie van de strategieën van taalaccommodatie en taaluitsluiting een belangrijke bijdrage leveren aan het in kaart brengen van de communicatie over kleurgrenzen heen. Gaat taalvariatie in interetnische gesprekken samen met een variatie in onderwerpen, discourse-marking en attitudes? In dit opzicht kan een beschrijving van kleurgebonden variatie in het Zwart Afrikaans als schoolvoorbeeld en basis dienen voor verder onderzoek naar interetnische communicatie in 'kleursensitieve' gebieden van de Derde Wereld zoals Zuid-Amerika (Suriname) en het Caraïbisch gebied. Ik meen; tot slot, dat het hier voorgestelde project ook tegemoet komt aan een aantal bestaande sociale en academische behoeften. Een studie van het Zwart Afrikaans in de interetnische context van Bloemfontein is politiek correct bevonden door die plaatselijke agentschappen die zich met de bevordering van het seSotho bezighouden. Er is bovendien een dringende en reële behoefte aan een gedetailleerd overzicht van hoe en wanneer Zwarte inwoners het Afrikaans gebruiken in ingroup en outgroup contexten, omdat dit inzichten kan verschaffen in de beperkingen van de functionaliteit van seSotho, en daarom richtlijnen kan suggereren voor seSotho corpusplanning in het belang van het ambtelijke drietalenbeleid van de Vrijstaat. Er is bovendien (ook in Vlaanderen) een uitgesproken academische vraag naar dit type onderzoek: ik verwijs bijvoorbeeld naar het feit dat collega's van de Universiteit Antwerpen een studie van het Zwart Afrikaans als een pragmatisch variabele taalentiteit direct relevant bevonden voor hun lopende MIDP-project ('Multilingualism from below') dat ze tot op heden in de Vrijstaat uitgevoerd hebben. Tenslotte wordt de uitkomst van dit project ook van kritisch economisch belang geacht door de leidende Afrikaanstalige uitgeverij in Zuid-Afrika, nl. Naspers, die thans erop uit is om een grotere groep van Zwarte lezers te bereiken via meertalige producten. Dit onderzoeksproject kan rekenen op technische bijstand op verschillende niveau's van het Department of African Languages van de University of the Free State, het Departement Afrikaans van de Universiteit van Stellenbosch alsook van de Pan South African Language Board.
Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Gerald STELL • ROLAND WILLEMYNS
De roloriëntaties van parlementsleden in een complexer wordende institutionele omgeving. De rol van kiessystemen en van de organisatie van het parlement. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitgangspunten Leden van parlementaire assemblees worden altijd geconfronteerd met verschillende verwachtingen. Ze hebben verschillende taken waarop ze beoordeeld (kunnen) worden. Zo wordt van hen verwacht dat zij de bevolking correct vertegenwoordigen. Anderzijds wordt ook verwacht dat ze een bijdrage leveren aan het wetgevende werk. Het politiekwetenschappelijk onderzoek heeft die spanning in kaart gebracht en geanalyseerd met het concept van 'representational roles' (zie vooral Searing, 1994). Het onderzoek waarop dat gebaseerd is, heeft echter nood aan upgrading. De jongste decennia zijn er een aantal ontwikkelingen aan de gang waarvan verwacht kan worden dat zij de roloriëntaties van parlementsleden grondig beïnvloeden. De politieke agenda wordt minder voorspelbaar. De erosie van de traditionele religieuze en sociaaleconomische breuklijnen hebben tot gevolg dat vertegenwoordigers minder duidelijk kunnen afbakenen en definiëren wie of wat ze representeren. De vernieuwde aandacht voor territoriale tegenstellingen creëert ook nieuwe verwachtingen met betrekking tot de manier waarop de band met de te vertegenwoordigen bevolking kan gelegd worden. De toenemende Europese integratie en de sterkere regionalisering zorgen ook voor een (verdere) versterking van de macht van regeringen en voor een toenemend belang van intergouvernementeel overleg. De snelle ontwikkelingen in het medialandschap - steeds meer en diversere media, sterke personalisering - beïnvloeden de manier waarop parlementsleden zich aan de bevolking kunnen presenteren. In het wetgevende werk spelen de partijen een steeds grotere rol. Zij vragen discipline rond een coherente set van ideeën om de kiezer een duidelijk programma te kunnen aanbieden. Die partijdiscipline beperkt het geweten en de kwaliteiten van de individuele verkozenen. De spanning tussen de verschillende rollen van parlementsleden, tussen de verschillende verwachtingen van de kiezers, de partij, de media en de collega's in het parlement is daardoor meer dan ooit een actueel probleem dat om wetenschappelijk onderzoek vraagt. Theoretische inspiratie Daarom lijkt het ons nuttig en relevant om met nieuw empirisch materiaal aan te knopen bij de traditie van onderzoek naar 'representational roles'. We zouden daarbij de aandacht willen toespitsen op 'backbenchers', op parlementsleden die geen deel uitmaken van de regering en voor wie een plaats in de regering ook niet de eerste bekommernis of mogelijkheid is. Backbenchers zijn een interessante groep omdat zij immers, meer dan de frontbenchers, de vrijheid hebben om zelf vorm te geven aan de rollen die ze wensen in te vullen. Roloriëntaties van parlementsleden zijn patronen van cognitieve carrièredoelen en emotionele incentives (samen de motivational core van de rol), van kenmerkende attitudes en van gedragingen. Searing (1994) ontwikkelde de enige typologie die rekening houdt met de diverse rolcomponenten. Hij onderscheidde vier grote roloriëntaties: 'policy advocates', 'constituency members', 'ministerial aspirants' en 'parliament men'. Hoewel zijn kwalitatief werk van onschatbare waarde is en zeker als richtsnoer kan fungeren voor mijn onderzoek, moet gesteld worden dat zijn roltypologie te sterk ingebed is in de Britse context. De bevindingen kunnen niet zomaar getransponeerd worden op andere parlementen, ook al is de tegenstelling tussen parlementsleden die zich eerder toespitsen op het vertegenwoordigende werk (contact met de kiezers) en parlementsleden die zich eerder toespitsen op het wetgevende werk (inhoudelijke specialisatie) een zeer relevante tweedeling gebleken (Thomassen & Esaiasson, 2006). Een bijkomend element is dat de diepte-interviews, die de basis vormen van Searings werk, dateren uit de jaren 1970. Nieuw onderzoek is dus absoluut noodzakelijk om onder meer na te gaan of en hoe rollen beïnvloed worden door de diverse politieke en maatschappelijke ontwikkelingen die we hierboven schetsten. In dat nieuwe onderzoek willen we op twee vlakken proberen nieuw materiaal en nieuwe inzichten aan te brengen. In eerste instantie plannen we ons onderzoek bij een staal van parlementsleden uit veertien verschillende landen. In tweede instantie willen we naast de leden van de nationale parlementen ook de volksvertegenwoordigers op het regionale (deelstatelijke) niveau bevragen (zie ook nog verder). We kunnen daardoor de institutionele context waarin parlementsleden (moeten) functioneren maximaal laten variëren. We sluiten ons daarbij uitdrukkelijk aan bij de traditie van het rational choice institutionalisme. Politieke rollen zijn immers een resultante van het samenspel tussen de individuele voorkeuren en de institutionele setting (Strøm, 1997). Hoewel parlementsleden ontegensprekelijk verschillende doelen proberen te realiseren, toch worden ze allen primair geconfronteerd met de nood aan herverkiezing (Mayhew, 1974). Welke rol ze dan opnemen en hoe ze die invullen, hangt enerzijds af van het electoraal systeem en anderzijds van de organisatie van de parlementaire assemblee. De bredere institutionele context (partijsysteem, relatie tussen partijen en belangenorganisaties, organisatie van de media, volatiliteit van het stemgedrag, ...) mag daarbij ook nooit uit het oog verloren worden. Alleen expliciet comparatief onderzoek kan precies aan het licht brengen hoe dit functioneert. Onze onderzoeksvraag luidt derhalve als volgt: Op welke manier en in welke mate beïnvloeden het electoraal systeem en de organisatie van de parlementaire assemblee de roloriëntaties van parlementsleden? En meer in het bijzonder: hoe beïnvloedt deze institutionele context de keuze voor een roloriëntatie die eerder gericht is op het wetgevende werk dan wel op het vertegenwoordigende werk (policy advocates versus constituency members). Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Lithische technologie van het finaalpaleolithicum en het vroegmesolithicum in de Kempen. Een onderzoek naar gedragsverandering in de overgang van Pleistoceen naar Holoceen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uitgangspunt en vraagstelling De fabricatie en manipulatie van lithische artefacten is een aan sterke regels gebonden proces dat van generatie op generatie wordt aangeleerd en doorgegeven. Of men er bewust mee uitpakt of niet, deze technologische vaardigheid weerspiegelt altijd een culturele traditie. Veranderingen in de technologische basis van prehistorische culturen kwamen in principe maar moeizaam tot stand, meestal als een noodgedwongen of opportunistische aanpassing aan veranderende omstandigheden. In dit project zoeken we een verklaring voor variabiliteit in de lithische technologie van jager-verzamelaar gemeenschappen in de overgang van de laatste ijstijd naar de huidige tussenijstijd (14000 tot 9000 jaar geleden). Het rijk archeologisch archief van finaalpaleolithische en vroegmesolithische sites van de Kempen vormt hiervoor de basis. Dit onderzoek bouwt verder op recente technologische studies van vergelijkbare ensembles uit de aangrenzende valleien van de Maas (De Bie & Caspar 2000) en de Schelde (Perdaen 2004). Onderzoekskader Intensief onderzoek in de Kempen heeft de laatste jaren nieuw licht geworpen op gedragspatronen van laatglaciale en vroegholocene gemeenschappen. De aandacht ging daarbij vooral naar de studie van nederzettingssystemen en landgebruik (De Bie & Van Gils 2006 & in druk). De eerste kolonisten (de Federmessergroepen), die hier tijdens de Alleröd-oscillatie, op het einde van de laatste ijstijd, de regio bevolkten, installeerden er een strak nederzettingspatroon. In grote mate werd dit bij aanvang van het Holoceen verder gezet (of heropgenomen) door de vroege mesolithische groepen. De aantoonbaar sterke voorkeur voor droge zandruggen nabij (voormalig) open water liet toe een groot aantal (nieuwe) archeologische sites van deze periodes op te sporen en de omvang en rijkdom ervan in kaart te brengen. Enkele bedreigde sites werden ook op grote schaal opgegraven. Dit leverde de laatste jaren heel wat nieuw bronnenmateriaal op. Grondige analyse van de materiële cultuur bleef voorlopig evenwel beperkt tot een deel van één site die reeds vroeger werd opgegraven (Meer-Meirberg; Van Noten 1978). Intersite vergelijkingen tussen ensembles van de betrokken tradities bevinden zich nog in een primair stadium (De Bie 1999). Intussen hebben bovenstaande studies van de valleisites, en doorgedreven onderzoek op de loessgronden (vooral door de Franse school; Valentin 1995, Ducrocq 2001), in aangrenzende regio's heel wat inzichten opgeleverd in de regionale en chronologische variabiliteit van de finaalpaleolithische en vroegmesolithische industrieën. Het inzetten van de daar ontwikkelde sleutels moet toelaten ook op de meer noordelijke zandgronden van de Kempen op zoek te gaan naar diagnostische technologische kenmerken en deze te spiegelen aan de klassieke typologische evolutie van de werktuigen bij deze culturen. Omwille van recurrente problemen van stratigrafische en chronologische
controle (door beperkte sedimentatie en posterieure bodemprocessen zijn de materiële resten van de opeenvolgende occupaties op het terrein vaak nauwelijks gescheiden), is deze zoektocht hoe dan ook pertinent. De belangrijkste vraag is evenwel wat de diverse technologieën precies leren over het gedrag van toenmalige gemeenschappen. Binnen dit project willen we verschillende factoren bekijken die van invloed kunnen zijn geweest. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Marc DE BIE
Amor technologiae. Een kritische reflectie op het gebruik van nieuwe informatietechnologie aan de hand van het werk van Marshall McLuhan en Andrew Feenberg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding Nieuwe informatietechnologieën (digitale media) kennen sinds geruime tijd een ontzaglijke opgang. De publieksreceptie ervan verloopt vaak kritiekloos en zelfs 'hartstochtelijk', ondanks steeds kritische waarschuwingen van techniekfilosofen. Onderhavig projectvoorstel stelt de vraag naar die sterke gehechtheid. Ze doet dat - gezien het tribalistische, tot participatie uitnodigende karakter van nieuwe informatietechnologie - op basis van het werk van Marshall McLuhan en Andrew Feenberg. Probleemstelling Het thema behoeft een genuanceerde benadering; wellicht moet vermeden worden de 'liefde voor informatietechnologie' terug te voeren, enerzijds tot lege, technofiele behoeften (cf. Rapp, 1995, 1999), anderzijds tot een symptoom van een beschaving-in-crisis (cf. Bauman, 2005). Enkel in het spanningsveld tussen technofobie en technofilie, tussen dystopie en utopie kan het verschijnsel afdoend behandeld worden. Aldus splitst de probleemstelling zich in twee vragen: 1. Waarom zijn we zo gehecht, verknocht aan onze informatietechnologie, ook al zou deze op controle en uniformisering gericht zijn en eventueel noodlottige effecten hebben? (dystopisch aspect) 2. Kunnen mensen een voldoende kritisch potentieel ontwikkelen ten opzichte van informatietechnologie, wanneer ze ze doorgaans achteloos omarmen als leniging van - bestaande of nieuw ontstane - behoeften? (utopisch aspect) Deze vragen zijn urgenter dan ooit in een tijd waarin nieuwe 'tools', gadgets en diensten elkaar aan een hoog tempo opvolgen. Niet slechts het effect van informatietechnologie, de bemiddeling van technologische artefacten of hoe mensen met informatietechnologie omgaan zijn aan de orde: ook de sterke emotionele aanhechting tussen mens en informatietechnologie dient in het licht gesteld te worden. 'Verlangen' mensen nieuwe informatietechnologieën? 'Verleiden' deze ons? Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Marc VAN DEN BOSSCHE
De vorming van pre-electorale coalities. Een vergelijkende en exploratieve benadering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Algemene presentatie van het onderzoeksthema Coalitievorming heeft binnen de politieke wetenschappen ruime aandacht gekregen. Coalities zijn inderdaad een belangrijk aspect in de competitie tussen partijen voor bestuursmacht. Het begrijpen en verklaren van het gevormde coalitietype en van welke partij meer kans heeft ertoe te behoren, zijn daarom belangrijke onderzoeksvragen. In de pogingen om deze vragen te beantwoorden, zijn theorieën over coalitievorming constant geëvolueerd. Dit onderzoeksveld heeft voortdurend zijn theoretische modellen aangepast in een poging om succesvol de uitkomst van het onderhandelingsproces tussen verkiezingen en regeringsvorming te voorspellen. Ze omvat theorieën uit een waaier aan disciplines binnen de politieke wetenschappen in zijn ruimste zin. 'Rational choice' theorie, speltheorie, microeconomische analyse, enz. hebben alle een bijdrage geleverd aan onze hedendaagse kennis over coalitievorming. Één van de meest recente aanpassingen en uitbreidingen in deze literatuur, is de verhoogde aandacht voor de institutionele factoren die de keuzes en het gedrag van de partijpolitieke actoren bepalen. Deze institutionele factoren zouden ons in staat moeten stellen te begrijpen en te verklaren waarom de klassieke 'rational choice' georiënteerde voorspellingen in sommige landen beter werken dan in andere. Een andere verandering is de poging om een meer kwalitatieve benadering te gebruiken. Eerder dan te proberen om de overkoepelende mechanismen verder te corrigeren, hebben een aantal auteurs opgeroepen en zich ingezet om onderzoek te doen in een poging om de 'black box' van het coalitievormingsproces te openen. Dit vergt een meer kwalitatieve en 'bottomup' methodologie. Één van de elementen die echter tot dusver ontbreekt, is de aandacht voor pre-electorale coalities of kartels. Deze zijn relevant omdat ze een deel zijn van de set van onafhankelijke of interveniërende variabelen die de uitkomst van coalitievorming kunnen verklaren. Maar hun effect en impact gaan verder dan dat. Kartels beïnvloeden de electorale competitie en daardoor ook de reactie van de kiezers op het electorale aanbod. Ondanks de argumenten om kartels te bestuderen, vertelt het huidig onderzoek ons er zeer weinig over. Onderzoeken die kartels toch aanraken focussen zich vooral op regeringscoalities. Zowel in kwantitatief als kwalitatief onderzoek worden kartels verwaarloosd. 'Case studies' vermelden kartels wel af en toe, maar vaak slechts als een interessant randfenomeen (Golder, 2006). Het gebrek aan aandacht voor kartels is tegelijk treffend en verbazingwekkend. Kartels komen immers vaak voor. In een onderzoek van Sona Golder (2006), een van de eerste en enige onderzoekers die getracht hebben een allesomvattend model op te stellen voor kartelvorming, waren er 240 kartels tussen 1946 en 2002 op het nationale niveau in 23 geïndustrialiseerde parlementaire democratieën. 70% van deze kartels vormden later ook effectief de regeringscoalitie. Dit percentage zou nog hoger liggen als ze ook de regeringscoalities meetelde waarbij het kartel samen met een andere regeringspartner bestuurde. 147 (47,8%) van de 364 wetgevende verkiezingen in het onderzoek telden ten minste één kartel. Dat betekent dat in ongeveer een vijfde (19,2%) van alle verkiezingen die Golder bestudeerde, er een regering werd gevormd op basis van een pre-electorale coalitieovereenkomst. Toen Müller & Strøm (2000) de formele coalitieakkoorden in West-Europese landen bestudeerden, kwamen ze tot de conclusie dat wanneer men alle coalitieregeringen in acht nam, vele beschikten over een 'identificeerbaar coalitieakkoord', en dat meer dan een derde van deze akkoorden gesloten werden voor de verkiezing. Kartels omvatten bovendien ook een normatieve component. Men zou kunnen stellen dat kartels de mogelijkheid bieden om de beste elementen van de meerderheidsvisie op democratie (verhoogde verantwoordelijkheid, transparantie, identificeerbaarheid van de overheid, sterke mandaten) met de beste elementen van de proportionele visie (ruime keuze, beter weerspiegeling van kiezersvoorkeuren in het bestuur) te combineren (Golder, 2006). Pre-electorale coalities vormen een belangrijk element in het functioneren van de democratische overheid (die gebaseerd is op partijen). Daarom geloven we dat het nuttig en belangrijk is om onze kennis over kartels uit te diepen en te verbreden. Concepten en theorieën In de eerste plaats moeten we de definitie van een kartel verduidelijken. Is het voldoende dat een partijleider publiekelijk bekend maakt dat hij met een bepaalde partner wenst te regeren? Is een geschreven overeenkomst nodig? Moet deze overeenkomst naar de kiezer worden gecommuniceerd? We zullen een continuüm gebruiken, voorgesteld door Golder (2006), om de omvang van kartels te bepalen. Dit continuüm varieert van nominatieakkoorden tot een publiek engagement om samen te regeren en zal worden aangevuld met de bijdrage van Duverger (1972) die de nood aan een geschreven coalitieakkoord kort aanraakte. We bouwen ook verder op de bestaande pogingen om kartels te verklaren. Er bestaan ruwweg 2 hypothesen hieromtrent. De eerste werd aangedragen door Shepsle & Bonchek (1997) en Strøm, Budge & Laver (1994) en behandelt het aspect van de kiessystemen. Hoe disproportioneler het kiessysteem, hoe groter de stimulans voor kartelvorming. Het argument hier is vrij duidelijk: indien een electoraal systeem voortdurend grotere partijen bevoordeelt, zullen partijleiders aangemoedigd worden om een alliantie te vormen met andere partijen voor de verkiezing. Golder (2006) voegt hier nog een bijkomende voorwaarde aan toe. Indien disproportionaliteit een invloedsfactor wil zijn, dan moet het aantal partijen voldoende groot zijn. Deze bijkomende voorwaarde werd vroeger ook al geïntroduceerd door Duverger (1963). De disproportionaliteitshypothese stelt dus dat: "Disproportionaliteit de waarschijnlijkheid op kartelvorming verhoogt indien het aantal partijen voldoende groot is (Golder, 2006: 26)". De tweede hypothese benadert kartels als 'signalling devices' die een toekomstige overheid meer identificeerbaar trachten te maken en zo de onzekerheid over welke partijen de regering zullen vormen, vermindert (Roberts, 1988). Er bestaan andere definities van dit concept dat meestal gebruikt wordt in 'case studies' (bvb. Hancock, 1998; Hillebrand & Irwin, 1999), maar de voorgaande definitie heeft het meeste potentieel voor veralgemeenbaarheid. Golder (2006) veronderstelt dat de onzekerheid over de identiteit van toekomstige regeringen correleert met het aantal
combinaties voor de vorming van een mogelijke overheid. Het aantal mogelijke combinaties is duidelijk een toenemende functie van het aantal partijen. Golder (2006: 29) formuleert de signalling hypothese als volgt: "Kartelvorming wordt waarschijnlijker indien er een groot aantal partijen aanwezig is". We zullen kartelvorming op dezelfde manier benaderen als coalitievorming, nl. als een 'bargaining proces'. De theorie van Müller & Strøm (1999) zal als belangrijkste basis voor onze analyse dienen. De 'trade-off' tussen 'office, policy and votes' die partijleiders maken wanneer ze een regering vormen, werpt zich ook op bij kartelvorming. Het feit dat kartels zo vaak voorkomen suggereert dat ze een of andere vorm van politiek voordeel opleveren. Maar aangezien ze niet altijd voorkomen, moet het even waar zijn dat er voor partijen ook kosten verbonden zijn aan het coördineren van hun pre-electorale strategieën (Golder, 2006). We verwachten dat partijleiders een kosten-baten analyse voor de vorming van kartels en dat deze analyse gebaseerd is op een afweging tussen 'policy, office and votes'. Deze theorie zal worden uitgebreid met de microeconomische analyse van democratie door Anthony Downs (1957) en de implicaties van het partijlandschap, opgeworpen door Sona Golder (2006). Zij stelt dat de mate waarin partijelites worden geconfronteerd met een gematigde of extreme oppositie een invloed uitoefent op de bereidwilligheid van partijen om een compromis te sluiten over de distributieve en beleidsverschillen heen. Aangezien er uitgebreide literatuur bestaat over post-electorale coalitievorming, zullen we de klassieke coalitietheorieën trachten te integreren in onze analyse. De theorieën van Riker, Gamson, De Swaan, enz. zullen nuttig blijken om te verklaren hoe kartels gevormd worden. Ideologische compatibiliteit en coalitiegrootte zijn twee uitgebreid onderzochte concepten in de klassieke coalitieliteratuur die zeer bruikbaar zijn voor ons onderzoek naar kartels. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Taal als springplank tot het hoger onderwijs Hogeschool Gent Abstract: - Digitale instapproef taalvaardigheid: alle eerstejaarsstudenten worden online getest op hun taalvaardigheid. - Digitale basiscursus taalvaardigheid in Blackboard: differentieerbaar zelfstudiepakket volgend op de instapproef met theorie en oefeningen. Organisaties: • Departement Lerarenopleiding Ledeganck • Vakgroep Talen en Onderwijs • Vakgroep Pedagogiek en Agogiek
Onderzoekers: • Hanne Vandenbussche • Barber Bossuyt • Bert De Bisschop • Helena Vanhuysse • Liesbet Dutillieux • Sabina Versieck
Picturale praktijken in antieke Egyptische muurschilderijen: methodologische benadering en vergelijkende studie met vier XVIIIde dynastie tombes Universiteit Gent Abstract: In dit onderzoeksproject wordt de schilderkunst in een aantal private tombes (Thebaanse necropolis, Luxor, Egypte) daterend van de XVIIIde dynastie onderzocht. Hierbij wordt een visuele analyse gekoppeld aan macrofotografie, scheerlicht opnames en UV-fluorescentie fotografie. Daarnaast worden een aantal archeometrische technieken ingezet om de gebruikte materialen te analyseren (colorimetrie, IR spectroscopie, UVfluorescentie, X-stralen fluorescentie, Raman spectroscopie). Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Een interdisciplinaire databank met correcte namen in laat-faraonisch, Grieks-Romeins en Byzantijns Egyptisch (ca.800BC - AD640). KU Leuven Abstract: Dit project heeft tot doel een database te creeren van alle eigennamen geattesteerd in teksten gevonden in Egypte, tussen 800 voor en 800 na Christus. Dit is het tijdsluik van het interdisciplinaire platform Trismegistos (www.trismegistos.org), waarmee het nauw verbonden is. Opgenomen worden anthroponiemen, toponiemen en theoniemen, alsook verschillende kleinere categorieen.De aanpak varieert volgens de taal en het schrift van de bronnen. Voor teksten in het egyptisch is er geen full text database beschikbaar, wat met zich meebrengt dat het ingeven van gegevens grotendeels handmatig moet gebeuren, voortbouwend op werk verricht in de loop van vorige projecten. Voor Grieks en Latijn werken we samen met de Duke Database of Documentary Papyri (DDbDP) die de volledige tekst van alle gepubliceerd papyrologisch materiaal bevat. We zullen een computerprogramma ontwikkelen om de namen uit de teksten te filteren en het gewenst materiaal te 'taggen'. Deze digitale aanpak zal de gegevensinvoer ste Organisaties: • OG Oudheid Leuven
Onderzoekers: • Mark Depauw • Katelijn Vandorpe • Willy Clarysse
ODIS: Databank intermediaire structuren in Vlaanderen. KU Leuven Abstract: ODIS ((URL:http://www.odis.be/)www.odis.be) is een contextuele webdatabase met (historische) gegevensreeksen m.b.t. het Vlaamse/Belgischemiddenveld. Ze biedt een omgeving waarin de vele, verspreide gegevensverzamelingen, instrumenten en repertoria over het onderwerp kunnen wordengecentraliseerd, gerelateerd en geactualiseerd. Het datamodel voorziet vandaag vijf centrale datacategorieën: (1) de intermediaire structuren zelf (organisaties/instellingen), (2) de personen die er in actief waren,(3) de publicaties en (4) de archivalische eenheden die door hen werdenvoortgebracht of informatie over hen bevatten, en (5) de verkiezingshandelingen waaraan zij participeerden. Van deze categorieën wordt in specifieke, genormeerde formaten informatie opgeslagen. De onderlinge relaties worden gevalideerd aan de hand van (eveneens genormeerde) keuzelijsten. Dankzij een toelage van de Herculesstichting wordt in 2009-2011 de technische en functionele omgeving van de ODIS-databank aanmerkelijk verruimd Organisaties: • KADOC
Onderzoekers: • Jan De Maeyer
Burgeroorlog, gender en burgerschap. De impact van vrouwenorganisaties op de reconstructie van collectieve identiteiten in naoorlogs Bosnië-Herzegovina 1995-2000 Universiteit Gent Abstract: Burgeroorlog, gender en burgerschap. De impact van vrouwenorganisaties op de reconstructie van collectieve identiteiten in naoorlogs Bosnië-Herzegovina 1995-2000 Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Gita Deneckere • Raymond Detrez
Het ontwikkelen van hyperpolyfone muziek Hogeschool Gent Abstract: Het ontwikkelen van hyperpolyfone muziek (meerstemmigheid met een eigen tempo en stijl per stem) o.a. door live algoritmische improvisaties vormt de hoofdbrok van mijn onderzoek Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Hans Roels • Godfried-Willem Raes
Weglating bij technisch-wetenschappelijke vertaling Russisch-Nederlands Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Russisch-Tsjechisch
Onderzoekers: • Bart Hendrickx
Applicatie van recente digitale audio- en video klankanalyses binnen het domein van de stempedagogiek Hogeschool Gent Abstract: In het algemeen wordt stempedagogiek aan het Hoger Kunstonderwijs te weinig onderbouwd door wetenschappelijk onderzoek en publicaties. Uit het gebrek aan onderzoek kan geconcludeerd worden dat dit onderwijstype te vaak steunt op subjectieve oordelen en te persoonlijke interpretaties. Daarom is het doel van dit onderzoek te streven naar meer objectivering van de stemtraining, en dit door inschakeling van wetenschappelijk onderbouwde methodes. Bijzondere aandacht gaat naar het gebruik van digitale klankanalyses, in een meer afgebakend gebied van jazz- en popzang. De diverse aspecten van de zangtechniek kunnen belicht worden door verschillende soorten analyses: zo kan onder andere gebruik gemaakt worden van spectrumanalyse, waardoor een beter inzicht kan gekregen worden in het gebruik van de resonantieholtes voor de formanten, van software voor intonatie-correctie, zodat exacte informatie over de intonatie in de juiste context geplaatst kan worden, van een electro-glottograaf om de bewegingen van het strottenhoofd in kaart te brengen, en dergelijke meer. Vooral de studie van de boventonen krijgt speciale aandacht, omdat deze non-invasief bestudeerd kunnen worden tijdens zang, en de voorlopige onderzoeksresultaten op dit vlak veelbelovend zijn.
Software Op dit moment wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een eigen software, Mimmitt, die toelaat om op zeer gebruiksvriendelijke manier de onderzoeksresultaten actief te implementeren in het zangonderricht, waardoor de resultaten van deze studie geoptimaliseerd kunnen worden. De software geeft realtime feedback over de verhouding van de boventonen, in vergelijking met een vooraf opgeslagen modelprofiel. Dit zal de student toelaten om concrete aanpassingen aan de zangtechniek te doen, om het beoogde klankresultaat te bereiken. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek • Vakgroep Theorie • Vakgroep Ensembles • Vakgroep Instrument
Onderzoekers: • Wilfried Van Beveren • Wannes Gonnissen • Maarten Weyler • Kristen Cornwell
CPDP 2009 - Data Protection in profiled world - 2nd annual Conference on Computer, Privacy and Data Protection (16-17 januari 2009) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Organisatie van de tweede editie van CPDP in Brussel op 16-17 januari 2009 : Data Protection in profiled world Organisaties: • Fundamentele rechten en constitutionalisme • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT
A research on the use of Ubiquitous Urban Games to generate Mental Maps Universiteit Hasselt
Abstract: Het doel van het onderzoek is het ontwikkelen van een toolbox die helpt visualiseren hoe mensen een bepaalde ruimtelijke omgeving waarnemen en er gebruik van maken, met andere woorden: een toolbox om mentale kaarten te visualiseren. Het vernieuwende aspect van dit onderzoek is het gebruik maken van recente ontwikkelingen binnen locatieve en media-technologie voor de ontwikkeling van deze toolbox, in het bijzonder van de recente ontwikkelingen binnen de alomtegenwoordige gaming. We stellen dat games gebruikt kunnen worden om mentale kaarten te visualiseren. Het doel van het onderzoek is dit argument valideren, door het ontwikkelen van een alomtegenwoordig spel voor een bepaalde ruimtelijke context en binnen een bepaald thema. Organisaties: • ArcK • Data-analyse en Modellering • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten • Instituut voor Mobiliteit
Onderzoekers: • Gerhard WETS • Oswald DEVISCH
AILab Audiovisueel en Interactief Onderzoekslab Hogeschool Gent Abstract: Via het Herculesprogramma voor verwerving van middelzware onderzoeksinfrastructuur is financiering voorzien voor de installatie van een professioneel audiovisueel en interactief onderzoekslabo. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Steven Jacobs
Ecologie en Macht. Leefmilieu als bron van conflict in de middeleeuwse en vroegmoderne Nederlanden. Universiteit Antwerpen Abstract: De controle over de natuurlijke omgeving was ook in het verleden een belangrijke bron van conflict. De onderzoekslijn "ecologie en macht" stelt de vraag naar wisselende constructies van politieke macht bij ecologische conflicten in het verleden. Meer bepaald wordt in een doctoraatsproject onderzocht in hoeverre politieke centralizering tussen de 14de en de 16de eeuw leidde tot een toenemende overheidsinterventie in de regulering van het lokale leefmilieu als middel om de autonomie van kommunale bestuursinstellingen op het platteland in te perken. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
De verbeelding van de periferie en het centrum van de wereld. Een verkenning van de globale en transnationale aspecten van natievorming in België en Nieuw-Zeeland tijdens de 19de en 20ste eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit comparatieve project zal de spanning tussen centrum en periferie onderzoeken in de constructie van nationale identiteit in België en Nieuw-Zeeland tijdens de 19de en 20ste eeuw. Om hun kleine omvang, geringe internationale gewicht en perifere positie te compenseren, hebben beide zich namelijk verbeeld als frontier nations. De globale invalshoek situeert zich op drie niveaus: inhoudelijk (representatie), analyse (verklaring) en methodologie (ruimtelijke schalen). Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Ginderachter
Villanadine: een artistiek onderzoek naar een beeldende transpositie van stilte en herhaling Hogeschool Gent Abstract: Dit onderzoek, dat parallel aan de verdere ontwikkeling van mijn artistieke praktijk verloopt, is gegroeid uit een aantal bekommernissen die wortelen in reeds eerder uitgewerkte thema's, nieuwe interesses en actuele omstandigheden. Het reflecteren op de "moeder" is een piste waar ik reeds in 1998 mee ben begonnen. Hier voer ik een beeldend en open narratief op (in video, fotografie, objecten, installatiekunst,…) waarin ik de band tussen moeder en kind centraal stel. De familiale nucleus verschijnt er als een vervreemde entiteit, ondergedompeld in een psychologisch suspens. In beeld wordt gereflecteerd over hoe het verleden zich inschrijft in het heden, hoe het dit heden kleurt en ten dele structureert doorheen codes, omgangsvormen, objecten en relaties. Hierbij wil ik het creatieve potentieel van het alledaagse onderzoeken, en wijzen op de ambigue verhouding tussen kunst en leven, tussen representatie en interpretatie, tussen schijn en werkelijkheid. Naast het bevragen van identiteit zijn vooral de perceptie en de ervaring van het "zijn" een onderwerp. Verder onderzoek in verschillende (nieuwere) wetenschappelijke velden hebben mijn interesse in dit thema versterkt. Het verder ontsluiten van ons neurologisch systeem en de impact op productie en beschouwing van kunst hebben hierbij mijn bijzondere aandacht. Onlangs heb ik na twintig jaar, mijn atelier verlaten. Een nieuwe situatie dient zich aan. Voor de volgende vijf jaar heb ik een nieuwe studio, een jaren ’50 villa in een paradijselijke setting. Dit is mijn nieuwe basiskamp voor dit project. Dit nieuw gegeven zal er voor zorgen dat de twee onderzoeksvelden - de ruimte van de moeder / de ruimte van mijn eigen onderzoek - een eigen plaats krijgen. De 7 kamers in dit huis structuren de 7 gekozen velden waarin onderzoek wordt gedaan. De ruimte van de moeder: het familiale huis, en de ruimte van de kunstenaar: het atelier. Door deze omkadering ontstaat er een directe relatie met de fysionomie van het huis en zijn betekenis..... Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Philip Huyghe • Annemie Van Kerckhoven
Hendi, een automatische helderheidstool voor Engels en Nederlands discours in parallelle en vergelijkbare teksten
Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Bedrijfskunde Aalst • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Toegepaste Informatica/Wiskunde • Vakgroep Taaltechnologie • Vakgroep Frans • Vakgroep Engels • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Sonia Vandepitte • Hildegard Vermeiren • Veronique Hoste • Peter Velaerts • Roland Maerivoet • Bart Defrancq
De Jespersen-cyclus. Universiteit Antwerpen Abstract: De term 'Jespersen-cyclus' verwijst naar een set van hypotheses over de ontwikkeling van negatiemarkeerdes. De data waarop de hypotheses steuen komen uit de Europese standaardttalen. Het project heeft twee grote doelstellingen. De eerste doelstelling is een uitbreiding van het onderzoeksterrein naar talen buiten Europa, en de tweede is het verfijnen van de analyse. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera
Het einde van de secularisering? Charles Taylor en Marcel Gauchet over de betekenis van het religieuze in een geseculariseerde wereld. Universiteit Antwerpen Abstract: De confrontatie tussen Gauchet en Taylor gaat uit van de volgende onderzoeksvraag : wat is de cultureel-maatschappelijke betekenis (de 'plaats') van het religieuze in de seculiere wereld? Doelstelling van deze vraag is de aard van de spanningsverhouding te expliciteren zoals die zich vandaag voordoet tussen de religieuze ervaring die wordt uitgedrukt in termen van het heilige, het goddelijke en het transcendente enerzijds en het voortschrijdende proces van secularisering anderzijds. De actualiteit van deze vraag staat buiten kijf : de vraag naar de plaats en de betekenis van het religieuze in onze samenleving komt onder meer tot uitdrukking in de hernieuwde belangstelling voor de religie, het hoofddoekendebat, het fenomeen van het oplaaiend fundamentalisme, de individuele zoektocht naar extreme of bijzondere ervaringen, en dergelijke. Bovendien is een gepaste maatschappelijke reactie op deze verschijnselen gebaat met een zo genuanceerd mogelijk inzicht in de onderliggende historische processen en filosofische betekenissen. Gauchet noch Taylor gaan aan genoemde thema's voorbij ¿ wel integendeel : hun reflecties vertrekken juist van de vaststelling dat het religieuze in een seculiere wereld blijft voortbestaan. Deze problematiek is niet bijkomstig in hun filosofisch werk, maar vormt er het kernstuk van en ze wordt bovendien op een wetenschappelijk vernieuwende manier uitgewerkt : beide auteurs verleggen de uitgangspunten van het klassieke seculariseringsdebat zowel door hun breed historisch perspectief op de rol van de religie in de samenleving als door hun antropologisch-sociologische aanpak. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Walter Van Herck • Guido Vanheeswijck
Zintuigen. Een filosofie van de sensorische modaliteiten. Universiteit Antwerpen Abstract: Waarneming heeft een objectieve en een subjectieve zijde. We nemen gebeurtenissen en objecten waar, maar tegelijkertijd verschijnen deze gebeurtenissen en objecten ons op een bepaalde manier. Een belangrijke rol in de bepaling van 'hoe de objecten ons verschijnen' wordt gespeeld door de zintuiglijke modaliteiten. Filosofen van Aristoteles tot Paul Grice hebben zich over de vraag gebogen wat nu precies de zintuiglijke modaliteiten van elkaar onderscheidt. Wat maakt horen tot horen, en zien tot tot zien? Daarnaast heeft ook de vraag naar wat de sensorische modaliteiten verbindt een grote aantrekkingskracht uitgeoefend op filosofen. Hierom draait de beruchte vraag van Molyneux: wat zou er gebeuren indien een blinde, die objecten op de tast herkent, plots zou zien? Zou deze persoon een bol of een kubus op zicht als een bol of kubus herkennen? In het voorgestelde project zullen de twee vragen naar wat de zintuigen onderscheidt en wat de zintuigen bindt, herbekeken worden in het licht van de sensomotorische contingentietheorie voor waarneming en perceptueel bewustzijn en de opvatting van de filosoof Andy Clark over de 'Extended Mind' en zijn stelling dat mensen wat hij noemt 'Natural Born Cyborgs' zijn: wezens die externe hulpmiddelen zo in hun gedrag integreren dat deze artefacten letterlijk een deel van henzelf worden. Op deze basis zal een nieuwe opvatting over de zintuigen worden geëxploreerd die mogelijk een bevredigend antwoord toelaat zowel op de vraag naar wat zintuigen onderscheidt, als op de vraag naar wat zintuigen verbindt. Bovendien zal vanuit deze nieuwe opvatting over de modaliteiten getracht worden een invulling te geven aan het dubbele karakter van de perceptuele ervaring: dat van objectief zijn en subjectief verschijnen, die de traditionele spanning tussen beide aspecten kan verzachten. Tenslotte heeft de voorgestelde opvatting over de zintuigen belangrijke implicaties voor het debat tussen internalisten en externalisten omtrent de vraag of het mentale zich 'in het hoofd' bevindt, of integendeel, of het mentale en de ervaring zich 'uitstrekt' over de omgeving. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Militaire bezetting als transnationale vorm van politiek. Een sociale en culturele geschiedenis van het Duitse bezettingsbestuur in België tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt het Duitse bezettingsbestuur in België tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog van binnenuit, als een onderling samenhangende en in de maatschappij ingebedde politieke structuur bestudeerd. Door daarbij een intertemporeel comparatief perspectief te hanteren wil het gelijkenissen, continuïteiten en verschillen tussen beide besturen blootleggen. In algemenere termen wil het op die manier inzichten verschaffen in de geschiedenis van het militair bezetten als een specifieke vorm van politiek. Daarbij wordt uitgegaan van het gegeven dat bezettingsbesturen transnationale politieke organisaties zijn: zij opereren buiten de politieke en maatschappelijke context van de overheden waaraan zij ondergeschikt zijn, en moeten dus zowel tegenover de politieke overheden van hun thuisland als tegenover de bevolking in het bezette
land legitimiteit verwerven. Dit project tracht deze processen van legitimiteitsverwerving op het spoor te komen door heel concreet in te zoomen op de sociale samenstelling en cohesie van de bezettingsbesturen en op de interactie van deze bezettingsbesturen met de bevolking van het bezette land. Het situeert zich op het kruispunt tussen politieke, sociale en culturele geschiedenis, maar gebruikt bovendien inzichten uit de organisatiesociologie en uit de culturele antropologie. Op methodologisch vlak zullen prosopografie, netwerkanalyse en discoursanalyse met elkaar worden gecombineerd. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Herman Van Goethem • Marnix Beyen
Haantjesgedrag. Lokale elites in een veranderende samenleving: een comparatief onderzoek naar machtsverwerving in Vlaamse en Brabantse dorpsgemeenschappen (13e-16e eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Door middel van een vergelijkend onderzoek van twee regio's in de Zuidelijke Nederlanden met een duidelijk verschillend ontwikkelingstraject - de Antwerpse (Noorder-)Kempen en de Vlaamse Kustpolders - wordt met dit project voor het eerst getracht de invloed van deze agrarische transformatie op de organisatie en de dynamiek van lokale elites te verklaren. Vertrekpunt is de vraag óf een vroege en intense commercialisatie van de landbouw lokaal gepaard ging met een parallelle concentratie van economische en politieke macht in handen van 'nieuwe' elitegroepen, en óf omgekeerd in regio's met een meer traditionele plattelandssamenleving zowel bestaande feodale elites als de dorpgemeenschap als collectiviteit langer hun invloed lieten gelden. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
De bescherming van culturele goederen tijdens de gewapende conflicten: naar een integrale preventiestrategie. Universiteit Antwerpen Abstract: Tijdens de 20ste eeuw zijn er heel wat preventiemaatregelen ter bescherming van cultuurgoederen (zowel roerend als onroerend) tijdens gewapende conflicten ontwikkeld. Toch blijkt dat destructie en plunderingen de laatste decennia toenemen. Dit onderzoek wil dan ook nagaan wat de oorzaken zijn voor het falen van deze strategie. Daartoe wordt in een eerste fase een niet-limitatieve inventaris opgesteld van bestaande en ooit toegepaste preventiemaatregelen. Bottom-up, vanuit de verschillende preventiemaatregelen, zal een typologie worden ontwikkled, die vervolgens wordt vertaald in een modelstrategie. Een laatste fase evalueert de voorgaande, door top-down, vanuit de modelstrategie, twee casussen (Kosovo en Irak) te analyseren. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme
De bron van gemaskeerde primingeffecten: het lexicaal of het episodisch geheugen? Universiteit Antwerpen Abstract: Gemaskeerde priming is een techniek waarbij een woord zo kort wordt aangeboden dat het niet bewust kan worden waargenomen, terwijl het toch een effect kan hebben op de verwerkingssnelheid van een onmiddellijk daarop volgend woord. Deze techniek wordt daarom vaak gebruikt in de psycholinguïstiek om de geheugenstructuren en -processen achter woordherkenning te onderzoeken. Recent is echter discussie ontstaan over de lexicale aard van deze zgn. gemaskeerde primingeffecten (zie Bodner & Masson, 2003, 2004, 2006): vertellen ze werkelijk iets over de structuur van het mentale lexicon of reflecteren ze residuele activatie in het episodische geheugen, waar mensen persoonlijke ervaringen opslaan? Een reeks experimenten moet antwoord geven op de vraag of een lexicale interpretatie van het effect verdedigbaar is. Gegeven de populariteit van de techniek, kunnen de uitkomsten van dit onderzoek verstrekkende gevolgen hebben voor de theorievorming m.b.t. het mentale lexicon. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra
Radicaal enactivisme. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van dit project is een boek af te werken, getiteld 'Enactivism Explicated. Consciousness Clarified', in co-auterschap tussen Professor Dan Hutto (University of Hertforshire, UK), en de promotor (Erik Myin). Het boek -onder contract bij MIT Press- heeft als onderwerp de zogenaamde 'Enactive Approach' of 'enactieve aanpak' van perceptie en bewustzijn. De enactieve aanpak is een hedendaagse poging om het mentale te hersitueren in het belichaamde en gecontextualiseerde handelen van subjecten. In het boek zal een radicale versie van enactivisme uitgewerkt en verdedigd worden, en zal aangetoond worden dat di radicaal enactivisme een plausibele houdiing impliceert ten opzichte van het probleem van het bewustzijn, en tegelijkertijd perfect verzoenbaar is met vooruitgang in de neurowetenschappen. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Wetenschappelijke begeleiding en ondersteuning van het sabbatsverlof van prof. S. Weisenburger aan het Vlaams Academisch Centrum van de KVAB. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project komt neer op een samenwerking tussen S. Weisenburger en L. Herman, waarbij een monografie wordt geproduceerd over de roman _Gravity's Rainbow_ (1973) van de Amerikaanse auteur Thomas Pynchon. Weisenburger en Herman maken deel uit van een KVAB/VLACcluster met onderzoek over trauma in de Engelstalige literatuur. In de monografie van Weisenburger en Herman wordt bestudeerd hoe Pynchon in zijn roman omgaat met de verdrukking van het niet-blanke individu in de twintigste eeuw. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman
Smart-eye-D: Haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheid om radiografiebeelden van schilderijen met een verhoogd absorptiecontrast te registreren.
Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project willen we nagaan of het mogelijk is om de kwaliteit van radiografiebeelden, vergaard van 18-20e eeuwse schilderijen, te verbeteren. Hiervoor zijn we op zoek naar een methode die kleine absorptiecontrastverschillen, die tot nog toe onzichtbaar blijven, kan visualiseren. Organisaties: • AXES • Chemometrie (Mitac 3)
Onderzoekers: • Pierre Van Espen
Een historisch gedocumenteerde scenische uitvoering van Johann Christian Bachs opera Artaserse. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil Johann Christian Bachs vooruitstrevende opera Artaserse op een historische geïnformeerde manier uitvoeren. Dit betekent dat er in de eerste plaats een kritische partituur dient vervaardigd te worden ¿ er bestaan enkel een aantal originele handschriften van het werk. Vervolgens zal onderzoek gedaan worden naar historische decors, kostuums en regie. Ten slotte worden de studenten van het conservatorium onderwezen in de specifieke uitvoeringspraktijk van deze periode. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Muziekwetenschappelijke en artistieke studie naar historische en stilistische achtergronden in de Russische opera's van Sergei Prokofiev en het belang van Maddalena als voorstudie voor De Speler en De Vuurengel. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit geïntegreerd artistiek onderzoeksproject stelt de Russische opera's van Sergei Prokofiev centraal. Muziekhistorisch en muziektechnisch onderzoek moet nieuwe inzichten aanbrengen inzake ontstaan, uitvoering, perceptie, stilistische en inhoudelijke achtergronden en hun belang voor het integrale oeuvre van Prokofiev. Dit wordt gekoppeld aan een nieuwe instrumentatie van de éénakter Maddalena en het componeren van een nieuwe kameropera op basis van hetzelfde verhaal. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Theater zonder verloop: het statuut van de tekst in het postdramatische theater. Universiteit Antwerpen Abstract: De ontwikkeling van het theater in de twintigste eeuw laat zich vatten als overgang van het 'dramatische' theater naar het 'postdramatische' theater. Terwijl de literatuur hieromtrent vooral aandacht heeft voor de lichamelijkheid van het postdrama, wil dit project de consequenties nagaan voor de theatrale omgang met tekst vandaag. Focus van dit 'practice based'-onderzoek is het tijdsverloop eigen aan actuele postdramatische narratieven. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte
De vroege hydrografie van de stad Gent: een verkennend geomorfologisch onderzoek van het menselijk ingrijpen in de waterhuishouding van het Middeleeuwse Gent (1100-1300). Universiteit Antwerpen Abstract: Menselijke modificaties aan het natuurlijke waterwegennet in de omgeving van de stad Gent liggen aan de basis van één van de meest spectaculaire voorbeelden van stedelijke groei in middeleeuws Europa. Toch bestaan over het onderwerp nauwelijks historische studies. Door integratie van de (schaarse) historische gegevens met recent voor het onderzoek beschikbare geomorfologische en geologische data in een hydrologisch model, wordt met dit onderzoeksproject een belangrijke synergie gecreërd tussen de onderzoeksexerptise binnen het Centrum voor Stadsgeschiedenis (UA) en het Centrum voor Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis (HA). Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
De evolutie van het architectuuronderwijs in Antwerpen 1919-1977. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek heeft als onderwerp de evolutie van het architectuuronderwijs in Antwerpen in de periode 1919-1977. Vooropgesteld wordt dat de architectuuropleiding in de loop van de 20ste eeuw belangrijke veranderingen heeft ondergaan, die in nauwe relatie stonden met de ontwikkeling van een regionaal modernisme enerzijds en de evolutie van het professionele kader van de architect anderzijds. Een diepgaande studie van deze veranderingen moet een bredere basis leggen voor bijkomend onderzoek naar de architecten en het patrimonium van het Antwerpse modernisme. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Achttiende-eeuwse klaviermuziek in de Zuidelijke Nederlanden. Onderzoek naar samenhang en wisselwerking tussen repertoire en instrumentarium. De historische uitvoeringspraktijk in interdisciplinair perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: De 18de-eeuwse klaviermuziek uit de Zuidelijke Nederlanden is een ondergewaardeerd studieterrein. Via onderzoek naar de relatie tussen instrumentarium en repertoire worden nieuwe, musicologisch gegrondveste bevindingen getoetst aan de huidige uitvoeringspraktijk. Daarenboven zal deze uitwisseling van bevindingen ook in belangrijke mate bijdragen aan een juister en vollediger beeld van de 'historische' uitvoeringspraktijk. Hiermee wordt tevens dit repertoire in een ruimere context geplaatst, en zo een belangrijke lacune in de muziekgeschiedschrijving én muzikale praktijk opgevuld. Organisaties:
• Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Tekstreductie bij live ondertiteling met spraakherkenning. Universiteit Antwerpen Abstract: Schrijven met spraakherkenning is een erg waardevolle en snelle methode gebleken om live televisieprogramma's van (intralinguale) ondertitels te voorzien. Toch zorgen de vaak erg hoge spreeksnelheid van het te ondertitelen bronmateriaal en de beperkte leessnelheid van de kijkers ervoor dat er ingekort en aangepast moet worden. Dit onderzoek gaat op zoek naar de ideale reductiegraad voor de ondertiteling van live programma's. Aan de hand van twee opeenvolgende experimenten worden zowel productie als receptie van real-time ondertitels belicht. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes • Mariëlle Leijten
Onderzoek en kwalitatieve digitale ontsluiting van de eerste Belgische fotografietijdschriften 'Bulletin belge de Photographie' en het 'Bulletin de l'Association Belge de Photographie'. Universiteit Antwerpen Abstract: Het project onderzoekt de kwalitatieve digitalisering van de eerste Belgische fotografietijdschriften 'Bulletin belge de Photographie' en het 'Bulletin de l'Association Belge de Photographie'. De resultaten uit het onderzoek worden gebundeld in een kwalitatief lessenpakket, syllabus en een e- book dat wordt aangeboden aan specifieke vakbibliotheken en musea om de informatie toegankelijk te maken voor verder onderzoek. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Herman Van Goethem
Taalverwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Dominiek Sandra
Identiteit, functie en expansie van de Vlaamse barok in Europese context. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Meervoudige identiteiten in een laatmiddeleeuwse en vroegmoderne stad: Mechelen in de 15de en 16de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil door het analyseren van meervoudige identiteiten die stedelingen aannemen en (re)produceren een meer genuanceerde blik geven op de stedelijke samenleving dan het traditionele sociale en sociaal-culturele onderzoek toelaat. Voor de casus Mechelen in de late middeleeuwen en het begin van de nieuwe tijd zal worden nagegaan hoe stedelingen deze identiteiten construeren (o.a. door hun participatie in het middenveld van sociale organisaties), hoe ze die beleven op het publieke forum en hoe deze identiteiten worden ervaren in het collectieve geheugen (rituelen, historiografie en literatuur). Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Hubert Meeus • Maarten Van Dijck • Frank Willaert • Guido Marnef • Peter Stabel
De aspectuele bijdrage van object-argumenten aan het lexicaal aspect. Universiteit Antwerpen Abstract: In eerder onderzoek werd in het lexicale aspectuele domein een drievoudig onderscheid voorgesteld als alternatief voor het traditioneel tweevoudig (domein-neutraal) onderscheid. In dit voorstel wensen we de analyse verder uit te breiden en de aspectuele rol van directe objecten na te gaan. Hierbij zal getest worden of een drievoudig onderscheid voor nominale groepen een goed alternatief is om een antwoord te bieden op enkele problemen die zich stellen binnen het traditioneel tweevoudig onderscheid. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Gretel De Cuyper
Micro-economische analyse van de textielhandel rond 1500 in Brugge: de dubbele boekhouding van Wouter Ameide (1498-1507). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project brengt analysemethodes uit de bedrijfseconomie (accountancy, microstudies) en uit de geschiedenis samen om een nieuw licht te werpen op de introductie van productiviteitsverhogende technieken (efficiëntere methodes om informatie te verwerven en beheren) in periodes van grote economische verandering (tijdens de overgangsfase van Brugge naar Antwerpen rond 1500). Organisaties:
• Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel
Ecologische conflicten, plattelandsgemeenschappen en politieke centralisatie in de Bourgondisch-Habsburgse Nederlanden (ca. 1300-ca. 1570): test-case: het hertogdom Brabant. Universiteit Antwerpen Abstract: De ecologische impact van het laatmiddeleeuwse 'staatsvormingsproces' wordt in vraag gesteld aan de hand van de interventies van lokale overheidsfunctionarissen in de organisatie en regulering van het leefmilieu in Brabantse plattelandsgemeenschappen tussen de 14e en de 16e eeuw. Centraal staat de vraag in hoeverre de centrale overheid reeds in de late middeleeuwen een dominante rol ging spelen in de verdeling van ecologische kosten en baten op lokaal niveau en of dit ten koste ging van traditionele ecologische beheersings- en kennissystemen. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Tim Soens
Mobiele X-stralen fluorescentie spectrometer Universiteit Gent Abstract: X-stralen fluorescentie analyse (XRF) is een analytische techniek die toelaat om snel en op een niet-destructieve manier de elementcompositie van een object te bepalen. In dit project wordt een mobiele X-stralen fluorescentie spectrometer aangekocht, waardoor archeologische objecten geanalyseerd kunnen worden, wat nuttig is voor diverse archeometrische toepassingen (herkomstbepaling, bepaling van het productieproces, materiaalidentificatie, etc.) Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
9/12: Het na-bestaan van 11 september in de literatuur Universiteit Gent Abstract: Het voorgestelde project beoogt onderzoek naar het genre van de '9/11-roman', waarin de gebeurtenissen van 11 september onrechtstreeks aan bod komen, of zelfs grotendeels op de achtergrond worden gehouden. De nadruk ligt hier op hoe de aanslagen in het dagelijkse leven blijven nazinderen, en hoe deze infiltratie leidt tot spectralisatie van ruimte en tijd. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Kristiaan Versluys
Een retorisch-narratologisch onderzoek van figuurlijkheid in narratieve settings, met toepassingen op handelingsrijke Duitstalige prozaliteratuur van de vroege moderniteit tot het poëtisch realisme (1660-1880) Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject voert een systematische analyse door van de interferentie tussen complexe figuurlijke en stilistische processen enerzijds en gelaagde narratieve settings anderzijds in een historisch gedifferentieerd corpus van handelingsrijke vertellende teksten (Grimmelshausen, Forster, Kleist, Meyer, Keller, Raabe). Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de cotextuele verankering van de figuurlijke processen en aan de wijzen waarop ze de lezerbetrokkenheid sturen. Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
INCO Conferentie: Rethinking Religion in India II: Rethinking Secularism, 10-13 January 2009, New Delhi, India Universiteit Gent Abstract: Deze conferentie maakt deel uit van een cluster van vijf conferentie rond gerelateerde thema's. Deze tweede was gericht op de vraag: als de kaders uit de religious studies ontoereikend zijn om India te bestuderen, hoe moeten we dan een reeks conflicten en andere feiten verklaren die over het algemeen gekoppeld worden aan 'religie'? In de Platform sessies werd een gericht debat gevoerd over de vraag of 'secularisme' een oplossing kan zijn voor religieus geweld. In de Ronde Tafel gesprekken werden verschillende sub-thema's aangesneden. Er waren ook Parallel Paper sessies waarin jonge onderzoekers van over heel de wereld hun werk presenteren. Organisaties: • Vakgroep Vergelijkende cultuurwetenschappen
Onderzoekers: • Balagangadhara Rao
Auteurschap als cultureel schouwspel: het citeren/ situeren van de auteur, 16e tot 19e eeuw Universiteit Gent Abstract: Dit project wil het concept 'auteurschap' in zijn grote diversiteit en maakbaarheid bestuderen sedert de vroegmoderne tijd tot het begin van de 20ste eeuw. Een grote diversiteit aan aspecten van auteurschap zal aan bod komen zoals vertaling, gender, genre, coauteurschap, pseudoniemen en anonimiteit, de canon, en het lot van de 'auteur', van 'auteurschap' in theorieën en literaire analyse. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Gert Buelens • Ingo Berensmeyer
Auteurschap als cultureel schouwspel: het citeren/ situeren van de auteur, 16e tot 19e eeuw Universiteit Gent Abstract: Dit project wil het concept 'auteurschap' in zijn grote diversiteit en maakbaarheid bestuderen sedert de vroegmoderne tijd tot het begin van de 20ste eeuw. Een grote diversiteit aan aspecten van auteurschap zal aan bod komen zoals vertaling, gender, genre, coauteurschap, pseudoniemen en anonimiteit, de canon, en het lot van de 'auteur', van 'auteurschap' in theorieën en literaire analyse.
Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor • Ingo Berensmeyer
Terminale sedatie: praktijk, perspectieven en ethische analyse Universiteit Gent Abstract: Terminale sedatie (TS) hoewel moreel omstreden, komt steeds frequenter voor. Het project bestudeert TS door analyse van beschikbare databases (SENTIMELC, EURELD en IWT-SBO MELC de beschrijving van de feitelijke rechtvaardigingen voor TS-praktijkvarianten en de systematische ethische analyse ervan (in het licht van informed consent, proportionaliteit, surrogaatbeslissingen, de doctrine van het dubbel effect en van doen en laten, etc.) Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Sigrid Sterckx
De modernisatie van de Westerse wereld. Een interantionaal historisch-comparatief onderzoek naar huwelijkspartnerkeuze (1800-1914) Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een historisch-comparatieve analyse van partnerkeuze naar sociale origine op basis van een internationale dataset bestaande uit uniform gecodeerde huwelijksakten. Op basis hiervan worden de modernisatie-hypothese en alternatieve verklaringen voor de evolutie van maatschappelijke openheid onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Sociologie
Onderzoekers: • Bart Van de Putte
Ontwikkeling van nieuwe analytische strategieën voor de directe analyse van archeologisch materiaal Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de ontwikkeling van analytische methodes, voornamelijk op basis van laser ablation - ICP-massaspectrometrie, voor de quasi niet-destructieve element- en isotopische analyse van archeologische materialen (zonder voorafgaandelijke digestie). Prehistorische rotsschilderingen, pre-Romeins en middeleeuws keramiek en Romeinse munten, alle afkomstig uit Spanje, werden als artefacten geselecteerd. De interpretatie van de aldus verkregen gegevens zal in samenwerking met archeologen gebeuren. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
De gedichten van Pseudo-Hadewijch Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek heeft als doel de analyse en interpretatie in hun context van de gedichten van pseudo-Hadewijch m.n. de nummers 17 tot 29 van de Mengeldichten (J. Van Mierlo, 1952). Het onderzoek focust op de handschriftelijke overlevering, de taalkundige en formele aspecten van het corpus, de omgeving van het ontstaan en de identificatie van de bronnen in het licht van de weerklank die ze in de werken van Jan van Ruusbroec gekend hebben. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Joris Reynaert • Sabine Verhulst
Politieke vertegenwoordiging van allochtonen. Een nationaal en internationaal vergelijkende analyse van allochtone vertegenwoordiging op lokaal vlak in Engeland, België en Frankrijk Universiteit Gent Abstract: In welke mate hebben het burgerschapsregime, het kiesstelsel, de partijkenmerken en de belangenconstellatie een remmende dan wel stimulerende invloed op 1) de verkiezing van allochtone kandidaten en 2) de groepsvertegenwoordiging van allochtonen door allochtone verkozenen? Voorliggend onderzoek biedt antwoorden op deze onderzoeksvragen op basis van diepte-interviews met kandidaten, verkozenen en lijstvormers in drie landen die zowel op het vlak van burgerschapsregime als inzake kiesstelsel sterk van elkaar verschillen: Engeland, België en Frankrijk. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Carl Devos
Het gesproken Nederlands in Vlaanderen. Percepties en attitudes van een 'spraakmakende' generatie Universiteit Gent Abstract: In Vlaanderen is in de laatste decennia van de 2e0 eeuw de tussentaal ontstaan, een nieuwe omgangstaal, met ingrediënten uit zowel de dialecten als de standaardtaal. Om de huidige ontwikkelingen in het gesproken Nederlands te kunnen begrijpen is onderzoek nodig naar de percepties en attitudes van jonge Vlamingen, de nieuwe spraakmakende gemeente, ten aanzien van die tussentaal en de standaardtaal. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Johan De Caluwe
Gent Kinemastad. Een multimethodisch onderzoek naar de ontwikkeling van de filmexploitatie, -programmering en beleving in de stad Gent en randgemeenten (1896-2010) als case binnen een internationaal comparatief New Cinema History Onderzoek Universiteit Gent
Abstract: Dit project wil in het kader van de New Cinema History perspective within film and media studies, whereby researchers concentrate upon the social embedding and the lived experiences of cinemagoing. The project focuses upon the history film exhibition, programming and cinemagoing in Ghent and its suburbs (1896-2010). Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Daniël Biltereyst
?Het einde van de boerensamenlevingen? Een comparatief onderzoek naar de transformatie van boerensamenlevingen and de impact op sociale relaties en ongelijkheid (Noordwest Europa, Midden-Afrika, de Andes, Oostkust van China, 15002000).? Universiteit Gent Abstract: Dit project peilt naar de historische transformatie van boerensamenlevingen in de context van wereld-systemische expansie binnen een vergelijkend analysekader. De Noordzee regio, Oost Congo, de hoogvlakte van de Centrale Andes en de Yangzi delta vertonen divergerende trajecten van boerenincorporatie, zowel in ruimte (zonering binnen de wereld-economy) als in tijd (incorporatiefases). Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
Auteurschap als cultureel schouwspel: het citeren / situeren van de auteur, 16de tot 19de eeuw Universiteit Gent Abstract: Dit project wil het concept ?auteurschap? in zijn grote diversiteit en maakbaarheid bestuderen sedert de vroeg-moderne tijd tot het begin van de 20ste eeuw. Een grote diversiteit aan aspecten van auteurschap zal aan bod komen zoals vertaling, gender, genre, co-auteurschap, pseudoniemen en anonimiteit, de canon, en het lot van de ?auteur?, van ?auteurschap? in theorieën en literaire analyse. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Gert Buelens
Inventarisatie van de literatuur over stadsstudies Universiteit Gent Abstract: Op basis van een inventarisatie van de literatuur over stadsstudies, ?settler? kolonialisme en politieke economie, kijkt dit proefschrift naar de geschiedenis en de geografie van infrastructurele netwerken (elektriciteit en wegen)om de ruimtelijke modaliteiten van ?settler? kolonialisme en ongelijke ontwikkeling te analyseren in Palestina. In het bijzonder onderzoekt dit proefschrift hoe infrastructuren worden gecoproduceerd en bestuurd en hoe ze politieke en socio-economische ongelijkheid en segregatie in de praktijk creëren. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni
Onderzoeksgemeenschap Taal Universiteit Gent Abstract: Om de samenwerking tussen universiteiten te bevorderen, heeft het FWO de onderzoeksgemeenschappen ingesteld. Hierbij krijgen de samenwerkende co-promotoren een beperkte financiering voor het organiseren van gezamenlijke activiteiten en onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marc Brysbaert
De poëtica van het Griekse romantische proza (1830-1850) en het genre van de avonturenroman Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt - de relatie te beschrijven van Griekse romantische romans geschreven vóór 1850 met de avonturenroman, en intertekstuele relaties met Antieke of Byzantijnse modellen te tonen; - tekstanalyses te maken om generisch patroon en ideologische functie van Nieuwgriekse avonturenroman aan het licht te brengen; - te bepalen hoe genre en functie passen in de Griekse en Europese Romantiek Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Gunnar De Boel
Ironie in de hedendaagse Franse roman na 1980 Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoek de impact van ironie in de hedendaagse Franse literatuur. Het betreft een onderzoek naar vorm en strategieen gebruikt door een steeds frequenter voorkomende schrijftrant. Het project onderzoekt zowel individuele teksten, als groepen auteurs (ihb les éditions de Minuit) en stelt zich voor tot een classificatie te komen. Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Pierre Schoentjes
Syntaxis in Taal en Muziek : Overlap in Globale en Lokale Structuurverwerking Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de relatie tussen de structurele verwerking van muzikale en linguïstische sequensen (cfr. SSIRH, Patel, 2003). Ten eerste wordt de overlap in globale structuurverwerking onderzocht door dubbeltaakstudies en structureel primingsonderzoek. Ten tweede wordt getracht door middel van muzikale varianten op klassieke psycholinguïstische paradigmata deze relatie te integreren met recente taalsyntaxmodellen(cfr. Pickering & Branigan, 1998).
Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Robert Hartsuiker
Theatermaatschappij. Volkstalige literaire cultuur en de ontwikkeling van de vroegmoderne kennissamenleving in de Nederlanden, 1450-1650 Universiteit Gent Abstract: Tussen 1450 en 1650 werd de performatieve literaire wereld het centrum van het West-Europees mediasysteem. Performatieve literatuur werd ook het model bij uitstek voor de organisatie en overdracht van kennis. Dit project bestudeert de manieren waarop de instituties, actoren en media van de theatersamenleving van een vroegmoderne metropool als Antwerpen kennis en informatie opnamen, verwerkten en toegepasten. Organisaties: • Vakgroep Nieuwe geschiedenis
Onderzoekers: • Hildegarde Symoens
Landschappelijke en sociale archeologie van de nomadische volkeren in het Altaj-gebergte van de Bronstijd tot de Turske periode (2de millenium v.C. - 1500 n.C.) Universiteit Gent Abstract: Het Altaj-gebergte ligt bezaaid met funeraire en rituele monumenten van nomadische volkeren (2de millenium voor tot midden 2de millenium van onze tijdrekening). Sedert meeedere jaren zijn valleien van het Altaj grondig geïnventariseerd. Deze data moeten toelaten een landschappelijke evenals sociologische studie van deze culturen op te maken. Tevens willen wij de volledige inventaris van de onderzochte valleien publiceren. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
De Laurion doorgelicht: Archeo-topografische analyse van ertswasserijen en hun watervoorzieningssystemen in de zilverateliers van Attica Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp van het voorgestelde onderzoek richt zich tot de Laurionstreek in Attica. Het opzet is via GIS een overzicht te creëren van de aldaar gesitueerde archeologische structuren die in verband kunnen gebracht worden met metallurgische activiteiten. Hierdoor wordt de interne en externe werking ervan als het ware blootgelegd. Specifieke aandacht zal besteed worden aan de watervoorzieningssystemen van de zilverateliers. Organisaties: • Vakgroep Studie van de derde wereld
Onderzoekers: • Sami Zemni • Christopher Parker
Oriëntalisme en Franz Cumont: zijn visie op ?Oost? en ?West? binnen de Altertumswissenschaft van de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Universiteit Gent Abstract: Cumont biedt een uniek wetenschappelijk dossier: hij publiceerde ca. 800 titels over de religieuze en culturele interactie tussen het antieke Midden-Oosten en het Westen. Hij correspondeerde met toonaangevende geleerden, en schreef dagboeken over zijn reizen in het MiddenOosten wanneer dit onder Europese koloniale controle kwam. Deze diverse communicatiecontexten bieden een unieke gelegenheid voor een genuanceerde reflectie over oriëntalisme and postkolonialisme. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Danny Praet
Interacties tussen fonologie en orthografie met betrekking tot Duitse woordherkenning Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Martina Penke
Verbale perifrases in het Grieks: een typologisch en diachronisch onderzoek vanuit cognitief- linguïstisch perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het gebruik van verbale perifrases in het postklassiek Grieks op basis van een corpus van vroeg-Christelijke biografische (narratieve) teksten. Het project is ingebed in theorie die gekend is onder de verzamelnaam "Cognitieve Linguïstiek". Volgende doelstellingen staan centraal: (1) definitie en typologie (2) beschrijving van de positie in het verbaalsysteem (3) beschrijving van het gebruik in context (pragmatiek). Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Marc Janse
Stad, architectuur en koloniale ruimte in Matadi en Lubumbashi, Congo. Een hystorische analyse vanuit translokaal perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek wil nagaan hoe de specifieke koloniale stedelijke ruimtes van de Congolese steden Matadi en Lubumbashi zich hebben ontwikkeld tussen 1885 en 1960. De fysieke stedelijke ruimte zal op diverse schalen (stad, gebouw, straat, wijk) worden ontleed vanuit translokaal perspectief en worden gerelateerd aan sociaal-demografisch onderzoek dat de impact van diverse migratiestromen op de totstandkoming van deze steden traceert.
Organisaties: • Vakgroep Architectuur en stedenbouw
Onderzoekers: • Johan Lagae • Jean Sebastian Lecocq
Conventus. Problemen van het religieuze gemeenschapsleven in de hoge middeleeuwen (Wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap) prof. S. Vanderputten 2009 Universiteit Gent Abstract: Deze internationale onderzoeksgemeenschap beoogt door middel van interuniversitaire en internationale samenwerking het onderzoek naar het religieuze gemeenschapsleven in de Zuidelijke Nederlanden en Noord-Frankrijk tussen ca.900 en ca. 1200 te coördineren en het interdisciplinaire karakter ervan te stimuleren. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Steven Vanderputten
Yell - Jonge Europeanen houden van talen. Universiteit Hasselt Abstract: Jongeren motiveren om buiten het formele onderwijssysteem vreemde talen te leren is allesbehalve evident. Dit project, dat 11 partners uit 10 landen verenigd, wil in een breed veldonderzoek trachten voorbeelden van goede praktijken te vinden in het non-formele en informele circuit. Het wil gemeenschappelijke kenmerken trachten te vinden en een handleiding op te stellen om de beoogde motivatie van jongeren te bereiken. Het wil tenslotte instrumenten verzamelen in een databank en zorgvuldig ze parametreren om ze voor zoveel mogelijk organisaties en structuren ter beschikking te stellen via een website. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Willem CLIJSTERS • Martine VERJANS
Onderzoek naar een evaluatiemethode voor de beoordeling van de duurzaamheid van een architecturaal ontwerp vanaf de vroege ontwerpfases. DESUSA-methode: DEsign SUpport for Sustainable Architecture. Universiteit Hasselt Abstract: Al is duurzaamheid momenteel zeer actueel, toch krijgt 'duurzaam bouwen' nog te weinig aandacht in het huidige architecturaal ontwerpproces. Nochtans biedt het ontwerpproces grote mogelijkheden om impact uit te oefenen op de duurzaamheid van een gebouw. Van bij de start van het ontwerpproces worden immers belangrijke karakteristieken van het gebouw vastgelegd, zoals compactheid en oriëntatie, die impact hebben op de duurzaamheid.Echter, in deze ontwerpfase is er slechts weinig informatie ter beschikking van de ontwerper en worden de meeste beslissingen genomen op basis van intuïtie en ervaring.Bovendien is de beschikbare informatie, zoals checklists en richtlijnen, niet afgestemd op het gebruik ervan tijdens het ontwerpproces en gebeurt de evaluatie van een ontwerp doorgaans op het einde met het oog op de regelgeving. Om ontwerpers bewust te maken van de impact van hun ontwerpbeslissingen op de duurzaamheid van het gebouw, is er daarom nood aan een evaluatiemethode die de ontwerper projectspecifieke feedback geeft, reeds vanaf de vroege ontwerpfase. De algemene doelstelling van dit doctoraatsonderzoek betreft daarom de ontwikkeling van een methode die de evaluatie van de energetische en comfortkwaliteit van het ontwerp toelaat tijdens het ontwerpproces en op basis van het beperkt aantal beschikbare inputparameters reeds vanaf het begin bruikbare feedback geeft aan de ontwerper. De DESUSA-methode moet toepasbaar zijn van bij het eerste schetsontwerp tot aan het uitvoeringsontwerp. Hiervoor moet de rekenmodule meeëvolueren met het ontwerp en afgestemd zijn op de beschikbare inputgegevens van het ontwerp op een bepaald ogenblik. Organisaties: • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Griet VERBEECK
Co-fin bij OZR1772 : Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratie, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Onderzoeksgroep Vrouwenstudies • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Jessie VAN DEN HEUVEL • Gily COENE
Religieuze uitingen in de publieke sfeer. Evenwichtsoefeningen tussen de vrijheid van godsdienst en de seculariteit van de staat. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 2.2. Doelstelling van het project. Dit onderzoek wil bijdragen tot de uitbouw van een aan de Belgische context aangepast actueel en theoretisch onderbouwd publiekrechtelijk kader, bruikbaar voor de juridische aanpak van problemen veroorzaakt door de toename van religieuze diversiteit binnen publieke instellingen. Het project bestaat uit 5 taken die hieronder achtereenvolgens worden toegelicht. TAAK 1: het Belgisch publiekrechtelijk kader In de eerste plaats wensen we het bestaande juridische en institutionele kader van de problematiek van de religieuze uitingen in publieke instellingen te analyseren en te systematiseren. Daarbij zal een analyse worden gemaakt van de relevante Belgische publiekrechtelijke beginselen. Artikel 19 van de Gec. Gw poneert de vrijheid van godsdienst en eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid van meningsuiting zonder overheidsinmenging. Daarnaast verzekeren de artikelen 10 en 191 van de Gec. Gw eenieders gelijkheid voor de wet en de neutraliteit van de overheid ten aanzien van de rechtsonderhorigen. Dit betekent dat de openbare diensten alle burgers in gelijke mate een gelijke dienstverlening dienen aan te bieden, ongeacht hun religie. De vraag rijst naar in hoeverre de uitoefening van een grondrecht in het kader van de neutraliteitsverplichting van de Staat juridisch ingeperkt kan worden. Ook andere grondrechten dan de godsdienstvrijheid kunnen t.a.v. de gestelde problematiek een belangrijke (bijkomende) rol spelen: de uitingsvrijheid, recht op bescherming van het privé-leven, het recht van leden van een minderheidsgroep om hun cultuur te beleven, het recht op (gelijke) toegang tot het openbaar ambt (onder meer beschermd in artikel 25 (c) IVBPR en artikel 11bis GW). De problematiek dient eveneens te worden geanalyseerd in het licht van de nieuwe antidiscriminatiewetgeving van 10 mei 2007. Tenslotte dient te worden ingegaan op de vraag hoe de neutraliteitsverplichting doorsijpelt respectievelijk in de verschillende besturen, in het onderwijs, de rechterlijke macht, ziekenhuizen, enz.. TAAK 2: het Belgisch antidiscriminatierecht Vervolgens zal de Belgische antidiscriminatiewetgeving worden geanalyseerd. Wat betreft de exclusief federale bevoegdheden gelden de drie antidiscriminatiewetten van 10 mei 2007: de Antiracismewet, de Genderwet en de Antidiscriminatiewet. Maar ook in Vlaanderen zijn verschillende antidiscriminatieregels van kracht op het vlak van onderwijs, tewerkstelling bij de Vlaamse overheid en sociaal woonbeleid. Hier gelden het Decreet houdende evenredige deelname aan de arbeidsmarkt en het Gelijke Onderwijs Kansen Decreet (GOK-decreet). Bovendien is er op dit ogenblik een ontwerp van een algemeen Gelijkekansendecreet hangende in het Vlaams Parlement - een decreet dat discriminatie verbiedt op alle domeinen waarvoor Vlaanderen bevoegd is. TAAK 3: Europees en internationaal mensenrechtenrecht inzake religie en overheid Aangezien de relevante grondrechten ook zijn opgenomen in Europese en internationale verdragen met rechtstreekse werking, moet ook een analyse worden gemaakt van het internationaal en Europees recht terzake. De verschillende rechtsregels vermeld onder TAAK 2 zijn immers voor een groot deel het resultaat van de implementatie van Europese antidiscriminatierichtlijnen. De Europese Commissie en het Europees Parlement, die mede voor de inhoud van de antidiscriminatierichtlijnen verantwoordelijk zijn, klagen aan dat de meeste lidstaten (waaronder België en Vlaanderen) wel voor nationale omzettingswetgeving gezorgd hebben, maar nagelaten hebben deze ook werkelijk operationeel te maken, zodat mede hierdoor onduidelijkheid bestaat over de toepasbaarheid van de regelgeving op concrete problemen en op personen van allochtone origine. TAAK 4: Rechtsvergelijking. Tenslotte zal vanuit een rechtsvergelijkende onderzoekslijn, worden gekeken naar de juridische vormgeving van de relatie tussen religie en overheid en de ontwikkelingen hierrond in Frankrijk, Nederland en Groot- Brittannië (taak 4). In Nederland en Groot-Brittannië is sprake van een vrij grote tolerantie in het beleid ten aanzien van religieuze uitingen in de openbare sfeer waarbij de antidiscriminatiewetgeving een belangrijke rol speelt. Daarom is het relevant om het aldaar geldende publiekrechtelijke kader goed te onderzoeken, en de toepassing en de interpretatie van de bestaande regelgeving in de Nederlandse en Britse rechtspraak en rechtsleer te analyseren. Anderzijds krijgt de keuze voor .tolerantie. in die landen echter meer en meer kritiek te verduren en wint het Franse laïciteitsmodel aan populariteit. Dit model zal daarom tevens aan een grondige analyse wordt onderworpen (regelgeving, rechtspraak en rechtsleer). Deze rechtsvergelijking dringt zich des te meer op omdat het Franse publiekrecht traditioneel een sterke invloed heeft gehad op de ontwikkeling van het Belgisch publiekrecht. TAAK 5: Grondslagenonderzoek Nauw aansluitend bij de analyses en cases behandeld onder de vier vorige taken zal simultaan op meer speculatieve en theoretische wijze worden ingegaan op concepten als gelijkheid, godsdienstvrijheid, secularisme, neutraliteit en de scheiding van kerk en staat binnen een democratische rechtsstaat. De invulling van deze open concepten staat vandaag immers opnieuw ter discussie. De bedoeling is dat hieruit pistes zouden voortvloeien die relevant zijn hetzij voor legislatieve initiatieven, hetzij voor de hermeneutiek van de rechter, of voor beide. Wat het laatste aspect betreft, rijst al onmiddellijk de vraag of het nuttig zou zijn om inzake conflicten rond religie in de publieke sfeer, een methode te ontwikkelen om tot een nauwkeurigere belangenafweging te komen, welke criteria hierbij door de rechter dienen te worden gehanteerd en hoe het gewicht van de verschillende erbij betrokken belangen moet worden gewogen. In deze taak zal, in wisselwerking met het meer toegespitst positiefrechtelijk onderzoek van de taken 1 tot 4, onder meer worden ingegaan op de vraag welk gewicht en welke rechtskracht toekomen en zouden moeten toekomen aan het principe van secularisme, met name de scheiding tussen kerk en staat op institutioneel vlak en de verwante principes van neutraliteit en onpartijdigheid op normatief vlak. Terzake zijn immers verschillende perspectieven en referentiekaders aan het werk die tot uiteenlopende argumentaties en rechtsbescherming leiden (Jonkers, 2006; zie ook Brems, 2004). Academici bezinnen zich vandaag over de vraag of de klassiek liberale interpretatie van dit principe, met name de statelijke plicht tot .hands-off. of verschillende neutraliteit, geen herijking of herdefiniëring behoeft (bvb. Carens en Bader). Anderen wijzen er op dat het principe van scheiding van kerk en staat geen adequaat perspectief zou bieden om de hedendaagse uitdagingen van religie in de politiek, het recht en het publieke leven te benaderen (Van Bijsterveld, 2006). Kortom, er is nood aan een verduidelijking van de verhoudingen tussen het principe van secularisme en de basiswaarden van een democratische rechtsstaat met zijn sterke mensenrechtenstandaarden op het vlak van de religieuze vrijheid en vrijheid van meningsuiting. Hoe verhouden de verschillende conceptualiseringen van neutraliteit/secularisme zich tot de democratische rechtsstaat, waar de bescherming van de vrijheid, de diversiteit en het pluralisme centraal staan? Zijn actief pluralisme of relationele neutraliteit vandaag een dwingende mensenrechtelijke of constitutionele optie die staten moeten implementeren? Organisaties: • Sociaal Recht • Metajuridica
Onderzoekers: • Cécile MATHIEU • SERGE GUTWIRTH • PAUL DE HERT • Alexander DE BECKER
Politiek buiten de Staat III. Representatie, coördinatie en aansprakelijkheid in multigelaagde settings. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project focust zich op de politiek representatie and beleidsmaking in complexe en multigelaagde systemen. 2 onderzoekslijnen worden bekeken: - de eerste focust zich op de veranderende rol van parlementen als forums van representatie - de tweede focust zich op parlementen in beleidscoördinatie en aansprakelijkheid Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • Sebastian OBERTHUR • CHRISTIAN DESCHOUWER • Irina TANASESCU
Een interdisciplinair onderzoek rond Creativiteit: Formele en Empirische studie van contextuele effecten in de Kunsten en Wetenschappen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit project is inzicht te krijgen in de onderliggende mechanismen van creativiteit vanuit het perspectief van cognitie en evolutie. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Diederik AERTS • BART D'HOOGHE • Liane GABORA • SVEN AERTS
Argumentieve netwerken: een nog steeds ontbrekende integratie van filosofische benaderingen van argumentatie met AImodellen, met een toepassing op de wiskundige praktijk. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 3. Onderzoeksdoelen. Ons eerste doel is gebaseerd op de vaststelling dat de beide domeinen van argumentatietheorie en het onderzoek naar argumentatieve netwerken op het huidige moment relatief onafhankelijk van elkaar werkzaam zijn (zoals kan vastgesteld worden door een bibliografische vergelijking). Nochtans is het onze overtuiging dat ze elkaar vruchtbaar kunnen inspireren. Daarom is een vergelijkende studie van beide domeinen dringend nodig. Om te vermijden, evenwel, dat dit geen "louter" theoretisch onderzoek wordt, is ons tweede en meer specifiek doel om, zoals reeds aangegeven, te zoeken naar toepassingen in de praktijk(en) van de wiskunde. Hoewel er reeds een paar bescheiden aanzetten bestaan om bewijzen te lezen als argumentaties, zie bvb. [Abe07], [Ben08a], [Ben08b], dient het "echte" werk nog verricht te worden. Het mag trouwens vermeld worden dat in deze aanzetten Stephen Toulmin, één van de grote verdedigers van de informele argumentatietheorie, een centrale rol speelt. De keuze van de gevalstudie, namelijk het classificatietheorema van de eindige, simpele groepen, is in eerste instantie bepaald door het gegeven dat geen individuele wiskundige in staat is het gehele bewijs te vatten, wat betekent dat het moet 'gedeeld' worden in de wiskundige gemeenschap. Dit betekent zoveel als een uitnodiging om gebruik te maken van argumentatie en argumentatieve netwerken, het kernthema van dit onderzoeksvoorstel. Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Eergerelateerd geweld en geweld in naam van de eer: mythe of realiteit? Een pilootonderzoek in Vlaanderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eergerelateerd geweld kan, in de context van migratre, begrepen worden als een vorm van gendergerelateerd, geweld dat als functie heeft cuturele grenzen van minderheidsgroepen te bepalen en de morele eigenheid van de groepsidentiteit af te bakenen ten aanzien van de genderspecifieke normen en waarden van de dominante cultuur in de samenleving. Daarbij worden aan meisjes/vrouwen en jongens/mannen verschillende rollen en normen opgelegd. Eergerelateerd geweld omvat niet alleen (pogingen tot) eremoord en eerwraak maar ook gedwongen huwelijken, gedwongen maagdelijkheid, vrijheidsberoving, opsluiting enz. In tegenstelling tot andere Europese landen (zoals Nederland, Duitsland, het Verenigd Konrnkrijk en Zweden) is er tot op heden, geen grondig en systematisch onderzoek gebeurd naar het fenomeen in Belgie. Voorliggend onderzoek wenst in een eerste fase een brede exploratieve studie uit te voeren in Vlaanderen (voorkomen, kenmerken, types, ) en in een tweede fase een kwalitatief diepteonderzoek uit te voeren dat gericht is op conceptuele verheldering en theoretische begripsvorming. Daarbij wensen we na te gaan wat de betekenis en invloed is van concepten van (mannelijke)eer en (vrouwelijke) bescheidenheid op gebied van seksuele en relationele moraal in enkele culturele minderheidsgroepen, en in welke mate deze al dan niet een invloed uitoefenen op gedragsregulering en sanctionering in de vorm van dwang en geweldpleging. Dit houdt ook in na te gaan wat de relatieve impact is van verschillende factoren en determinanten van geweldpleging in de context van migratie, in welke mate en op welke gronden dit geweld verschilt van andere vormen van partner en intrafamiliaal geweld in de gastsamenleving, en in hoeverre al dan niet sprake is van (angst voor) een stigmatiserende perceptie van de culturele 'ander'. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • Gily COENE
Het beleid ten aanzien van nieuwkomers in Antwerpen, Gent en Charleroi, 1700-1900. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project betreft een deelonderzoek in het verlengde van het door het FWO gefinancierde postdoc project "Uitwijzing subsidiëring? Lokaal beleid ten aanzien van nieuwkomers in de Zuidelijke Nederlanden, ca. 1700-1900" (01/10/2007-31/09/2010 op naam van Anne Winter), dat een comparatieve analyse beoogt van de motivaties, belangen, en impact van de lokale politiek die in de Zuidelijke Nederlanden ten aanzien van nieuwkomers in de loop van de achttiende en negentiende eeuw werd gevoerd. De processen van proletarisering enerzijds en economische lntegratie anderzijds die deze periode kenmerkten, zorgden voor een groeiende arbeidsmobiliteit, die aanleiding gaf tot velerlei economische, sociale, politieke en cultureelideologische spanningen. Het onthaal van nieuwkomers werd hierbij een bijzonder conflictgeladen materie waarmee verschillende - dikwijls tegenstrijdige - belangen gemoeid waren, en die vele variaties vertoonde doorheen tijd en ruimte. Het postdoc project wil de oorzaken en consequenties van deze variaties onderzoeken aan de hand van een comparatieve benadering die verschillende niveaus van ruimtelijke en diachronische analyse integreert. Het specifieke deelonderzoek waarvoor in deze aanvraag ondersteunende financiering wordt gevraagd, betreft het in kaart brengen van het migratiebeleid ten uitvoer gebracht door de stedelijke administraties van Gent, Antwerpen en Charleroi in de achttiende en negentiende eeuw. De grote verschillen in migratiepatronen en arbeidsmarktstructuur die deze drie steden kenmerkten tijdens de betreffende periode, maken een dergelijk comparatief perspectief ten zeerste geschikt om te evalueren in welke mate (veranderingen in) migratievelden en de lokale opportuniteitsstructuur het gevoerde migratiebeleid beïnvloedden. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Cerebellaire neurocognitie: een neuropsychologische en neurolinguïstische investigatie van cognitieve disfuncties na cerebellaire letsels bij kinderen en adolescenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit FWO-onderzoeksproject, bestaande uit een neurolinguïstiscehn neuropsychologisch onderzoeksluik, werd d.m.v, externe financiering (NVSG-ANAH, SIG, Deloitte Belgium) en bijpassing van het OZR opgesplitst in 2 bursalen. Deze aanvraag betreft een predoctoraal opvangmandaat volgend op mijn bursaal-mandaat om mijn doctoraat af te ronden (geplande verdediging: mei 2009). Aangezien er een (bij de aanvang van het project NIET te voorzien) tekort was aan pediatrische patienten, werd er een grensoverschrijdende samenwerking op punt gesteld met kinderneurologe Dr. Catsman-Berrevoets (Erasmus MC/Sophia Kinderziekenhuis, Rotterdam) die van start ging in februari 2007. Dankzij deze samenwerking heb ik een 30-tal kinderen kunnen includeren waaruit een veelheid aan data en meerwaarde aan analyses zal gepuurd worden. Daarenboven is er een tweede interpratieniveau (akoestische analyses) toegevoegd, waarbij ik de fonetische analysetechnieken heb leren beheersen i.s.m. Prof. dr. Verhoeven (City University of London, Universiteit Antwerpen). Er werd tevens een internationale samenwerking gestart met dr. Visch-Brink (Erasmus Universiteit Rotterdam) en Prof, dr. Howard (University of Newcastle) om de afasietest "Comprehensive Aphasia Test" te vertalen en te normeren omdat de bestaande Nederlandstalige afasietesten onvoldoende sensitief zijn om taalstoornissen bij volwassen patienten met cerebellaire laesies te diagnosticeren. Normering zal plaatsvinden in maart 2008 waarna de klinische bruikbaarheid van de afasietest zal getoetst worden bij patienten met cerebellaire laesies. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Philippe PAQUIER
De professionele epuratie van RTT-werkneemsters na de Tweede Wereldoorlog: een genderanalyse van de epuratiedossiers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De professionele epuratie na de Tweede Wereldoorlog in Belgie vonnde tot nu toe nog niet het onderwerp van systematisch historisch onderzoek; evenmin werd deze problematiek geanalyseerd vanuit een genderperspectief. Nochtans tonen studies uit het buitenland dat de vervolging van de collaboratie duidelijk een gegenderd karakter had en dat welbepaalde constructies van vrouwelijkheid en mannelijkheid hieraan ten grondslag lagen. Via een unieke en tot nu toe nog nooit gebruikte bron, individuele epuratiedossiers van de RTT, werd deze lacune opgevuld. Deze bron werd aangevuld met vakbonds-en verzetsarchieven, persoonlijke archieven, archieven van politieke organisaties, overheidsarchieven en de pers. De verzamelde gegevens werden zowel aan een kwantitatieve als kwalitatieve analyse onderworpen. Hierdoor konden niet alleen de profielen van de van collaboratie beschuldigde werknemers en het bestraffingsbeleid worden geanalyseerd, maar werd (en wordt) eveneens het discours t.a.v. collaboratie doorgelicht op genderconstructies. Meer bepaald werd bijzondere aandacht geschonken aan de beschuldigingen van collaboratie en arbeidscultuur op de RTT. Daarnaast werd de RTT-zuivering ook in een bredere naoorlogse politieke en maatschappelijke context geplaatst. Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • MACHTELD DE METSENAERE
Coalitievorming in steden en gemeenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het begrip coalitie vormt een koepelterm voor een veelheid aan types coalities. Formele coalitietheorieen trachten dan ook te verklaren welke coalities zich zullen vormen na verkiezingen. Niettemin vertonen deze theoretische verklaringen nog vele tekortkomingen. Kwalitatief onderzoek dringt zich dan ook op: diepte-interviews kunnen ons helpen om het proces van coalitievorming beter te begrijpen. Dit onderzoek wil de coalitievorming op het lokale niveau na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 nagaan. De empirische bijdrage richt zich op de analyse van het proces van coalitievorming in een aantal Vlaamse en Waalse gemeenten en dit door het interviewen van de betrokken getuigen ervan. Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • CHRISTIAN DESCHOUWER
Artisanale kwaliteit van gefermenteerde levensmiddelen: mythe, realiteit, percepties en constructies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil nagaan welke rol het concept "artisanaal" sedert zowat een eeuw speelt met betrekking tot productie, distributie en consumptie van gefermenteerde levensmiddelen. Het bevat twee onderzoeksluiken, het historische en het biotechnologische, die volkomen verstrengeld zijn: het project combineert menswetenschappelijke met biotechnologische benaderingen en methoden. De relevantie ervan is inzicht te verwerven in de relaties tussen sociaal-culturele processen en de voedingstechnologie en -industrie. Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Geschiedenis • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Anneke GEYZEN • PETER SCHOLLIERS • Luc DE VUYST • FREDERIC LEROY
Naar een corpusgebaseerde grammatica voor het Noord-Sotho.
Universiteit Gent Abstract: In dit project is het de bedoeling om de basis te leggen voor de eerste volledig corpusgebaseerde grammatica van het Noord-Sotho. Na zes weken werk is in principe het theoretisch kader af, is er een toegang tot een beter corpus met betere middelen mogelijk, en werd een aanvang genomen met enkele deelaspecten van de corpusgebaseerde grammatica zelf. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Jacques Van Keymeulen • Gilles-Maurice De Schryver
Charles Taylor: Van secularisatie naar een post-seculiere religie KU Leuven Abstract: This thesis will be a critical study of Charles Taylor's view on secularization and the future of religion. In his most recent book, A Secular Age, Taylor develops a new view on the development of the West and the rise of a secular culture. reacting against former secularization theories (such as those of Löwith, Blumenberg, or Gauchet) he develops his own Reform Master Narrative emphasizing mainly the moral dimension of the whole development and not only the intellectual one (as in Löwith, Blumenberg or Gauchet). In addition, Taylor defends the necessity of an internal approach to religion in order to fully understand not only the past ofreligion but also its future. What can be the place of religion in a post-secular society? And what kind of religion? As Taylor is mainly talking about the West, in a last chapter I will try to apply these questions to the situation in my home-country, India. Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • André Cloots • Sabu George Madathikunnel
Pietro Pomponazzi on natural laws and religion: A study of his De incantationibus KU Leuven Abstract: The aim of this project is to explore Pietro Pomponazzi's (1462-1525) concept of the laws of nature, and how this concept influences his notionof religion, as well as his notion of causality, through a close study of his treatise De naturalium effectuum admirandorum causis, sive de incantationibus, as well as his other works pertaining to the topic of thisproject. The treatise De incantationibus was written in 1520, and circulated in manuscript before it was published posthumously in 1556. In this treatise Pomponazzi offers natural explanations for extraordinary and wondrous phenomana, including miracles, angels and demons, prayers, prophecy, and resurrection. The sources of Pomponazzi's views on miracles and religion include Avcenna, Averroes, Albert the Great, Thomas Aquinas, Siger of Brabant, and Peter of Abano. This treatise widely circulated among early modern philosophers, physicians and naturalists. However, it has been undeservedly ignored by modern scholarship. My analysis of Organisaties: • OE De Wulf-Mansioncentrum
Onderzoekers: • Andrea Robiglio • Russell Friedman • Ye Yang
Moderne Metropool: naar een culturele analyse van het sacrale in de grootstedelijke ruimte. Universiteit Antwerpen Abstract: Tegen de achtergrond van de rationalisatie en secularisatie van de moderne samenleving tracht dit onderzoeksproject het sacrale en zijn vele verschoven en getransformeerde gestalten in de moderne cultuur en in het bijzonder in de grootstedelijke ruimte te begrijpen. Als referentiekader voor deze analyse dient het theoretisch programma van het Collège de Sociologie. De centrale concepten die binnen deze theorie van het sacrale ontwikkeld werden, stellen ons in staat om het heropduiken van het sacrale in de hedendaagse grootstedeljke ruimte te duiden. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Walter Van Herck
Onderzoek naar de capaciteit van het Nederlandstalig secundair onderwijs in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Impact van de huidige leerlingenevoluties op de capaciteit en de organisatie van het secundair onderwijs in Brussel Organisaties: • Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum
Onderzoekers: • RUDI JANSSENS
Contract Leonardo Da Vinci voorbereidend bezoek onder het programma 'Een leven lang leren'. Universiteit Hasselt Abstract: De voorbereidende bezoeken situeren zich binnen het LLP onder de transversale programma's. Een studiebezoek is een kort verblijf van ,in dit geval, drie dagen in een gastland voor een groep van 10 tot 15 Europese onderwijs- en beroepsopleidings specialisten en beleidsvormers. Ze zijn belanghebbenden die een bepaald aspect van het 'levenslang leren-programma' willen onderzoeken in een ander deelnemend land. Een voorbereidend bezoek omvat meestal presentaties en on-site bezoeken aan plaatsen zoals onderwijs-en opleidingsinstellingen, ministeries en opleidingscentra. Zij bieden een forum voor discussie, uitwisseling en het leren over thema's van gemeenschappelijk belang en op Europese en nationale prioriteiten. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
De natie in de stad: imagining the nation beyond Benedict Anderson. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project is een aanzet tot internationale samenwerking met partners in Oxford en Leiden. Doel is de historische kennis over natievormingsprocessen in de 19de eeuw in een fundamenteel nieuwe richting te sturen. Met name het paradigma van de imagined communities van B. Anderson wordt ter discussie gesteld via een comparatief onderzoek naar de verbeelding van de natie binnen verschillende stedelijke milieus in België, Nederland en Duitsland. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Ginderachter
Singulariteit en herhaling: Maurice Blanchot over het neutrum en de conditie van de subjectiviteit Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project is een Nederlandse vertaling te realiseren van de belangrijkste teksten van Blanchot over het thema van het neutrum. De filosofische relevantie van deze notie wordt door de auteur aangegeven in discussie met het hedendaagse filosofische vertoog dat onder invloed staat van de filosofie van Heidegger en in relatie tot de modernistische transformatie van de narratieve structuur van de roman. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Arthur Cools
Systematisering en transcriptie van dialectopnamen. Universiteit Antwerpen Abstract: Voor mijn doctoraat "Structuurverandering in grensdialecten" werden in NL en D spraakdata opgenomen. Ze bevatten o.a. taalmateriaal voor 27 onderzochte linguïstische variabelen. Het volledige corpus is grotendeels nog niet ontsloten en bevat waardevolle informatie voor baanbrekend taalveranderingsonderzoek. Voor transcriptie en systematische opslag ervan wordt een jobstudent aangeworven die onder begeleiding van de projectleider zal werken. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Tom Smits
Production pedlars en peasants in de vroegmoderne Zuidelijke Nederlanden. De lokale economie in een vergelijkend perspectief. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil de lokale economieën in twee vroegmoderne regio's vergelijken. Op basis van de expertise opgedaan in het doctoraal onderzoek naar de Aalsterse regio, zal een welomlijnde, comparatieve studie naar het Land van Waas gebeuren. Allereerst beoogt het project de opmaak van een databank van de huishoudeconomie van 600 gezinnen. Vervolgens zullen deze gegevens voor publicaties in internationale tijdschriften worden gebruikt. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Reinoud Vermoesen
Naoorlogse publieke architectuur en publiek opdrachtgeverschap, een internationaal perspectief Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil een impuls geven aan het internationale onderzoek naar naoorlogse publieke architectuur en opdrachtgeverschap door het opzetten van een comparatief onderzoek naar de definiëring van én het debat over publieke architectuur en opdrachtgeverschap in internationale tijdschriften. Dit onderzoek moet leiden tot een internationaal wetenschappelijk artikel én de conceptuele basis voor de organisatie van een interdisciplinaire studiedag. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Inge Bertels
Zo goed als oud: tweedehandsconsumptie en de opkomst van de moderniteit, ca. 1750-ca. 1870. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project richt zich op de studie naar tweedehands in een tijd van toenemende industrialisering en modernisering (c 1750-1870). Momenteel staat daarbij de dataverwerking van aangelegde bronnen-databases centraal; net als de noodzakelijke comparatieve toetsing aan gelijkaardig internationaal onderzoek. Een zorgvuldig gepland studie- en onderzoeksverblijf aan de University of California in Berkeley, is daarbij prioritair en aangewezen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Ilja Van Damme
De filosofie van de geste: een onderzoek van de lichamelijke expressie geïnspireerd door Mead, Vygotsky en MerleauPonty. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is een gezamelijke publicatie van David McNeill (University of Chicago) en Liesbet Quaeghebeur over enkele theoretische aspecten van multimodaal taalgebruik, d.w.z. het talig uitdrukkingsvermogen bekeken als lichamelijke aangelegenheid eerder dan als zuiver linguïstische. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Peter Reynaert
Sekse als sleutel tot succes? Vroegmoderne gegenderde arbeidsmarkten onderzocht aan de hand van 18de eeuwse Brabantse beroepstellingen. Universiteit Antwerpen
Abstract: Door de arbeidsmarkten van zowel mannen als vrouwen te onderzoeken in het vroegmoderne Brabant stel ik de veronderstelde causale relatie tussen vrouwelijke arbeidsmarktpaticipatie en economische groei in vraag. Aangezien de plaatselijke verschillen belangrijk waren, zullen zowel rurale gebieden als kleine en grote steden onderzocht worden. Daarbij zal een onderscheid gemaakt worden tussen gehuwde, alleenstaande en verweduwde mannen en vrouwen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Laura Van Aert
HISSTAT ontwikkeling centrale gegevensbank van statistieken uit de 19de en 20ste eeuw beschikbaar op lokaal niveau Universiteit Gent Abstract: Het voorliggende voorstel beoogt de ontwikkeling van een centrale gegevensbank voor historische statistieken in Vlaanderen en België die beschikbaar zijn tot op het niveau van de gemeenten sinds 1795. De databank is bedoeld om het rijke patrimonium van historische tellingen dat Vlaanderen en België rijk is, te beschermen, te exploiteren en toegankelijk te maken voor uiteenlopende toepassingen en voor een breed publiek. De centrale gegevensbank is voorzien van een informatiesysteem dat de bewerking van digitale statistieken en het vervaardigen van historische kaarten mogelijk maakt. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
VLAC Fellow cluster-project "Whither Trauma theory? Debating the Future of Literary Research on the Memory of Catastrophe" Universiteit Gent Abstract: Dit gezamenlijk onderzoeksproject heeft als doel na te gaan of en, zo ja, hoe de traumastudie zich kan ontdoen van haar monoculturele en Eurocentrische neigingen, die haaks staan op het engagement voor sociale rechtvaardigheid waarop het veld prat gaat, via de analyse van literaire en culturele representaties van diverse veronachtzaamde traumatische geschiedenissen. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Gert Buelens
Internationale conferentie "Conference on the Historical Use of Images". 10 & 11 maart 2009 Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colloquium over het gebruik van iconografische bronnen voor historisch onderzoek. Organisaties: • Sociaal-culturele voedingsstudies • Geschiedenis
Onderzoekers: • Joeri JANUARIUS • Nelleke TEUGHELS • PETER SCHOLLIERS
De fotograaf in de stad. Fotohistorisch en fotografisch onderzoek naar de beeldvorming van de stad, vanuit het oeuvre en de praktijk van stadsfotograaf Edmond Sacré (1851-1921 Hogeschool Gent Abstract: De probleemstelling is gericht op de rol van de fotografie in de beeldvorming van een stad rond 1900, vertrekkend van de praktijk van stadsfotograaf E. Sacré. Een tweede onderzoeksvraag betreft de rol van de stadsfotograaf in de huidige tijd. De onderzoeksresultaten zijn gericht op een dubbeltentoonstelling, een symposium over stadsfotografie met daaraan gekoppeld een catalogus in boekvorm en tevens enkele internationale publicaties. Het project is gepland over 3 werkpakketten: de praktijk van Sacré, de hedendaagse rol van de stadsfotograaf en valorisatie door een tentoonstelling, publicatie en symposium. De uitvoering van die werkpakketten is parallel gepland omdat er wederzijdse interactie wordt verwacht waarbij tussenresultaten mogelijks de uitvoering van de werkpakketten kan beïnvloeden. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk
Onderzoekers: • Peter De Smet
Contrastief onderzoek met betrekking tot het Spaans on vergelijking met het Engels, Nederlands en Frans: beschrijvende, computationele en theoretische aspecten. Universiteit Gent Abstract: Toevoeging van de Spaanse component aan het lopend Contragram onderzoek over werkwoordstrukturen in het Engels, Frans en Nederlands. Concreet: uittesten van een hypothese in verband met het onderscheid tussen 'satellite framing' en 'verb framing' talen. Verder wordt gezamenlijk onderzoek beoogd naar de limieten van corpus-driven research, zowel qua software als qua aard van bepaalde onderzoeksvragen. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Dominique Willems • Anne-Marie Vandenbergen
Prospectie en opgraving van een finaalpaleolithisch en mesolithisch sitecomplex langs te Molse Nete te Lommel. KU Leuven Abstract: Ten gevolge van de uitbreiding van het industrieterrein Kristalpark in Lommel, wordt een uitgestrekt finaalpaleolithisch en mesolithisch sitecomplex langs de Molse Nete bedreigd. Voorafgaand aan en samen met deze ontwikkeling, voert de Eenheid Prehistorische Archeologie een preventieve prospectie en opgraving uit, in opdracht van Stad Lommel. Kern van het onderzoek is een c. 12 ha bedreigde zone van het sitecomplex. Het onderzoek, de resolutie van registratie en de schaal van opgraving wordt ingegeven door de informatie die in het sitecomplex
besloten ligt. Deonderzoeksvragen hebben betrekking op de tijdsdiepte van de occupatie, de evaluatie van het palimpsest probleem en de relatie tussen mens en landschap gedurende de periode vanaf het laatglaciaal tot het midden holoceen. Het onderzoek bestaat uit een prospectie door middel van landschappelijke en archeologische boringen, het graven van proefputten en het opgraven van geselecteerde delen van het sitecomplex.nbsp; Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Bart Vanmontfort • Philip Van Peer
Ontwikkeling en capaciteitsopbouw van de ISIS gebaseerde "Library Automation Software": Implementatie-initiatieven (DOCBIBLAS II). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project heeft als doel een implementatie-phase toe te voegen aan het DOCBIBLAS I project waarin een bibliotheek-automatisering gebaseerd op UNESCO's CDS/ISIS technologie werd ontwikkeld. De software is beschikbaar en trainingsmaterialen getest in een workshop, terwijl een brede ISIS FOSS-community (wereldwijde groep van ISIS-gebruikers) nood heeft aan ondersteuning. Het project wil in de eerste plaats die ondersteuning ontwikkelen voor VLIR/UOS partner-bibliotheken. Organisaties: • Onderzoeksgroep Boek, Bibliotheek en Informatie • Informatie, Emancipatie & Ontwikkeling
Onderzoekers: • Egbert De Smet
Radiography of the past. Integrated non-destructive approaches to understand and valorise complex archaeological sites Universiteit Gent Abstract: Europees consortium van partners uit Academia en Industrie dat onderzoek uitvoert naar de toepassing en valorisering van nondestructieve prospectietechnieken voor het bestuderen van grote en complexe archeologische sites Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Frank Vermeulen
Talenplatform Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Platform voor talen werd opgericht in April 2009 ter ondersteuning en verdere ontwikkeling van het onderzoek toegepaste taalkunde van de Erasmus Universiteit College Brussel. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Dutch Language Online Media Analysis Hogeschool Gent Abstract: DuOMAn Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
Lingua Cluster: Meer euregionale buurtalen-, culturenkennis, hefboom voor euregionale sociale en economische mobiliteit Universiteit Hasselt Abstract: De cluster omvat een zestal acties die enerzijds het geheel van het initieel onderwijs gaande van de kleuterleeftijd tot het hoger onderwijs, en anderzijds ook de arbeidsmarktgerichte voortgezette opleidingen omvatten. Verder zal zowel het onderwijs in de reële klassituatie als het virtueel taalleren aandacht krijgen. Het Centrum van Toegepaste Linguïstiek van de universiteit Hasselt zal op de eerste plaats instaan voor de realisatie van het virtuele talenleerplatform, waarbij niet alleen de zuiver talige component maar ook de cultuurgelinkte communicatieve aspecten zullen aan bod komen. Het platform zal een gevarieerde reeks instrumenten omvatten: een taalleerplatform, een cultuurcommunicatief platform, een sitotheek met een inventaris van geanalyseerde nuttige internetsites, een makelaardij van leermateriaal met een EMR-inslag, de uitwisselingsbeurs voor het opzetten van taalgemengde activiteiten met klassen uit meerdere subregio's van de EMR ... Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Digitalisering van historische kernen op basis van het gereduceerd kadaster.(zie ook VLL41) Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het kader van de algemene inventarisatieopdracht voor het onroerend erfgoed van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE), en in functie van de implementatie van het 'Europees verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed' (verder het verdrag van Malta genoemd, Valetta, 1992), diende een gevectoriseerde kaart van 'indicatieve historische kernen' te worden opgemaakt. De basis hiervoor is de gedigitaliseerde versie van het zgn. 'gereduceerd kadaster' (ca. 1850). Deze kaarten dienden binnen het bestek van deze opdracht gegeorefereerd te worden. De kaart dient onder meer een instrument te worden voor het archeologisch erfgoedbeleid en meer bepaald tav. de zgn. preventieve archeologie. Ze moet hierbij richtinggevend zijn voor het bepalen wanneer een ingreep vanaf een bepaalde omvang (in oppervlakte) vooraf moet onderworpen worden aan een archeologisch terreinonderzoek. In functie hiervan, en in het kader van de algemene inventarisatie van het onroerend erfgoed in Vlaanderen, diende deze kaart ook een startpunt te zijn voor het karakteriseren van historisch-urbane landschappen in de zgn. landschapsatlas. Hiervoor is de ontwikkeling een duidelijke methodiek
van vectorisering en beschrijving noodzakelijk. De opbouw van deze methodiek is deel van het project. In het project moet er ook een voorstel gedaan worden voor een afbakening van de belangrijkste stedelijke nederzettingskernen, waar archeologische deposities quasi verzekerd zijn. Het project werd besteld door de Stuurgroep van de Centrale Archeologische Inventaris en is een onderdeel van de verdere ontwikkeling van de CAI. Het bestond uit twee fasen. De eerste werd uitgeschreven in 2007 en liep van 1 juli 2007 tot 31 augustus 2008. De tweede vormde de aanvulling en afwerking en liep van 1 mei 2009 tot 31 december 2009. Organisaties: • Wetenschappen van het Systeem Aarde • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Eline BUYLE • FRANK CANTERS • Dries TYS • Inge VERDURMEN
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Roman Society Research Center (RSRC). VUB: Prof.Paul Erdkamp,Voorzitter/ UGent: Prof. Koen Verboven Vrije Universiteit Brussel Abstract: Economische, sociale, politieke en mentaliteitsgeschiedenis van de Romeinse Wereld (8e eeuw v.Chr. - 6e eeuw v.Chr.) Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Peter ERDKAMP
Archeologische evaluatie en waardering van de circulaire structuur van Ver-Assebroek (Brugge): Methodologie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze studieopdracht werd uitgevoerd in opdracht van het Agentschap R-O Vlaanderen, afdeling Onroerend Erfgoed. Het kadert in een mogelijke bescherming van een circulair monument gelegen in de Assebroekse Meersen. Een beschermingsprocedure kan slechts opgestart worden wanneer voldoende gegevens voor handen zijn met betrekking tot de aflijning, aard en waardering. Daarom schreef het Agentschap R-O Vlaanderen een studieopdracht uit met de volgende onderdelen: een historische studie, een booronderzoek, een geofysisch onderzoek en het graven van een proefsleuf. Dit onderzoek is uitgevoerd door Ruben Willaert bvba, de Vrije Universiteit Brussel en de Belgisch Geologische Dienst en vond plaats tussen mei 2009 en januari 2010. De circulaire structuur te Ver-Assebroek is het relict van het kasteel van de Heren van Assebroek, een adellijke tak die een hoge maatschappelijke positie bekleedde. De oudste vermeldingen van dit geslacht gaan terug tot de 12de eeuw, maar het is vooral in de 13de eeuw dat ze veel macht en rijkdom vergaren. Een belangrijke inkomstenbron is de veenontginning. Het lijkt dan ook geen toeval dat deze heren hun kasteel aanleggen in een veengebied. Het kasteel behoort tot de groep van de ronde kastelen. Dit kasteeltype is gekend in Nederland maar werd tot nu toe niet aangetroffen in Vlaanderen. In Nederland was het in hoofdzaak de hoge adel die dergelijke kastelen optrok in de periode tussen 1150 en 1350. Ver-Assebroek onderscheidt zich door de aanwezigheid van vier grachten en wallen, wat voor deze groep uitzonderlijk was. Historische en cartografische bronnen tonen aan dat het centrale eiland opgehoogd was, maar dit werd in latere tijden afgegraven. Op het centrale eiland troffen we slecht één uitbraakspoor aan, naast restanten van een beschoeiing. De grachten zijn uitgegraven tot onder het niveau van de kalkgyttja. De opgespitte moeraskalk werd op de plaats van de wallen opgebracht, terwijl ze verder opgehoogd werden met behulp van aangevoerd zand. Aan oostelijke zijde bevindt zich ter hoogte van de eerste wal een mogelijke voorburcht, die wellicht met een brug verbonden was met het centrale eiland. Het kasteel werd vermoedelijk aangelegd in de 13de eeuw en bewoond in de 14de eeuw. Het lijkt verlaten te zijn in de 15de eeuw, waarna de grachten geleidelijk aan verveenden. In de 19de of 20ste eeuw werd het monument genivelleerd en werd het projectgebied heringericht als hooiland. Deze herinrichting bracht grote schade aan de bovengrondse structuren. De grachtvullingen blijken in grote mate intact en zijn onder andere rijk aan fragiele archaeologica zoals metaal, bot en hout. De conservering van de grachtvulling wordt echter in grote mate bedreigd door de verdere oxidatie van het veen. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Delfien TERMOTE • Dries TYS
Auteurshonorarium van de uitgave van een boek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Divers' hebben voor het project ' Auteurshonorarium van de uitgave van een boek. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • JOHAN SWINNEN
Publicatie monografie "Maranne et maronne: l'écriture réversible d'André Schwarz-Bart". Universiteit Antwerpen Abstract: Publicatie monografie "Maranne et maronne: l'écriture réversible d'André Schwarz-Bart". Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels
Colloquium "Groeiringen, Kunst, Archeologie" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Colloquium "Tree Rings, Art, Archaeology", Brussel, 10-12 Februari 2010, op het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Zie: www.kikirpa.be
Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie
Onderzoekers: • Thomas COOMANS DE BRACHENE
Investeren in technische kennis in de diamantsector te Antwerpen, tweede helft zestiende - begin negentiende eeuw Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt het investeren in technische kennis onderzocht voor de Antwerpse diamantsector in de vroegmoderne periode. Centraal staan de vragen 1) hoe het leren op de werkvloer veranderde ten gevolge van de veranderingen in de productiestructuren en de productinnovaties, 2) welke rol investeringen in de transfer van technische kennis speelden in de ontwikkeling van deze skill-intensieve sector en 3) welke rol instellingen speelden in het aangaan van die investeringen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
Verdronken maar niet verlaten. Interacties tussen sociale en ecologische veerkracht van estuariene landschappen na overstromingen. Test-case: de Wase Scheldepolders op de Antwerpse Linkeroever (15e-18e eeuw). Universiteit Antwerpen Abstract: Estuaria zijn zeer dynamische ecosystemen waarvan de sociale en ecologische adaptaties - de veerkracht - na catastrofale overstromingen moeilijk te voorspellen zijn. Met dit onderzoeksproject worden respectievelijk de ontwikkeling van geulsystemen en het menselijk hergebruik van historische overstromingsgebieden in het laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Westerscheldegebied als proxys gebruikt om inzicht te krijgen in de wisselwerking tussen ecologische en sociale veerkracht op lange termijn. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Stijn Temmerman • Tim Soens
De retoriek van de passies. Naar een historisch-contextuele interpretatie van Humes theorie van de passies en zijn praktische kritiek van de religie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek betreft de relatie tussen David Humes filosofisch-verklarende theorie van de passies en zijn retorisch-essayistische evaluatie van de religieuze passies. Dit onderzoek moet aantonen hoe Humes matiging van de kritiek op de religieuze passies in zijn latere geschriften kan verzoend worden met zijn naturalistische verklaring van de passionele oorsprong van de religie en het religieus fanatisme als zodanig. Organisaties: • Centrum voor Ethiek
Onderzoekers: • Willem Lemmens
De visuele verbeelding als perceptuele activiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal een theorie van de visuele verbeelding verdedigd worden die haar opvat als een vorm van perceptuele capactiteit. Onderbouwd door de zogenaamde 'enactieve' benadering tot de waarneming, waarin de waarneming beschouwd wordt als een actieve exploratie van de omgeving, zal het idee ontwikkeld worden dat de verbeelding een proces van 'hersituering' is waarbij geen interne beelden of representaties in het hoofd gecreëerd worden. Organisaties: • Centrum voor Filosofische Psychologie
Onderzoekers: • Erik Myin
Wie voelt zich geïntegreerd? Een interdisciplinaire analyse van patronen van identificatie en participatie van drie immigrantengroepen in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Werktitel: 'Van Multiculturalisme naar pluriforme accommodatie'. Het doctoraatsonderzoek focust op de vraag of en waarom het multiculturalisme, zowel als een beleidsstrategie als een politiek-filosofisch paradigma, anno 2014 nog steeds kan worden verdedigd. Deze vraag is apert omdat er thans op velerlei wijzen sprake is van een 'backlash against multiculturalism'. Het doctoraat zal concreet bestaan uit vier delen. In deel 1 wordt de zogenaamde 'rise and fall' van het multiculturalisme besproken. In deel 2 wordt ingezoemd op de liberale merites van het multiculturalisme (werkt het?). Deel 3 vormt een analyse van Will Kymlicka's multiculturele filosofie. In hoeverre gaat het op te beweren dat zijn theorie slechts dan kan worden volgehouden als er een substantiële graad van complexiteit, dynamiek en gradualiteit wordt genegeerd? Deel 3 biedt tegelijk de aanzet voor het vierde en laatste deel alwaar de basis van een inclusieve rechtvaardigheidstheorie wordt uitgewerkt. Deze theorie centraliseert het belang van een contextuele erkenningslogica die inclusiever is voor zover de etnisch-culturele diversiteit wordt aangevuld met een notie van 'pluriforme diversiteit'. Organisaties: • Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS)
Onderzoekers: • Christiane Timmerman • Patrick Loobuyck
Een cultuurindustrie in transformatie: analyse van de evolutie van de Vlaamse muzieksector sinds 1990. Universiteit Antwerpen Abstract: De muzieksector is wereldwijd in transformatie. Met dit onderzoek willen wij: (1) in kaart brengen welke de belangrijkste veranderingen zijn geweest binnen de Vlaamse muzieksector sinds 1990, met name op het vlak van: 1. omvang en aard (omzet en marktstructuur, te weten densiteit en concentratie) van de Vlaamse muzieksector en haar verschillende groepen actoren ; 2. haar waardenketen, ook in de verticale zin (bijdrage en inkomsten van verschillende schakels in de bedrijfskolom); 3. met bijzondere aandacht voor het profiel en gedrag van de Vlaamse muziekconsument, en het effect daarvan op de horizontale (1) en verticale (2) evolutie van de sector;
4. technologische vernieuwingen, vooral in de sfeer van nieuwe (internet-gedragen) vormen van distributie en promotie (in de brede betekenis: ook bvb. i.t.v. visibiliteit), en hun gevolgen voor 1, 2 en 3; de meest opvallende veranderingen toetsen aan een aantal bestaande theorieën over industrieën in verandering, met de nadruk op bijdrage uit de zogeheten industriële organisatie (economie) en organisatie-ecologie (sociologie). Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Annick Schramme • Arjen van Witteloostuijn
Eigen Initiatief (EI): projet visant à renforcer l'Université Catholique de Bukavu la Chaire interuniversitaire des Droits de l'Homme à l'Est de la RDC. (République Démocratique du Congo-RD Congo) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit VLIR EI-project richt aan de Université Catholique de Bukavu een Mensenrechten-Humanitair recht centrum op. Organisaties: • Internationaal en Europees recht
Onderzoekers: • STEFAAN SMIS
Leadher travel grant Universiteit Gent Abstract: De Universiteiten van Al-Qud en van Gent hebben een samenwerking uitgebouwd waarbij ze de Palestijnen willen helpen om hen uit hun intellectueel isolement te halen. Al Quds is de grootste universiteit in de Palestijnse gebieden en de enige om een volledige opleiding in de geneeskunde aan te bieden. Deze opleiding zal als case voor de ICT- en informatiegerichte samenwerking dienen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Henri Verhaaren
BOAT 1550 BC Universiteit Gent Abstract: Het project beoogt diverse gemeenschappelijke activiteiten tussen Franse, engelse en Vlaamse partners, met de bouw van een schaalmodel (1/2) van een bronstijdboot, een rondreizende tentoonstelling met catalogus in drie talen, drie wetenschappelijke congressen, een archeologische kit voor kinderen, met handboek, lezingen en andere activteiten. Centraal tema is de bronstijd (grosso modo 2de mill. BC) aan beide kanten van Kanaal en Noordzee, met de nadruk op de gelijkenissen die tussen deze gebeiden kunne worden aangetoond Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Jean Bourgeois
De eeuwige wederkeer van de revenant Hogeschool Gent Abstract: Ik ben geboren uit Armeense ouders in Syrië en leef sinds mijn jeugd in België. Mijn eigen vreemde, Armeense afkomst en die van anderen is één van de thema’s in mijn werk, dat zich kenmerkt zich door een grote diversiteit aan media: fotografie, tekst, neon, video, geluid, installatie en publicatie. Ik onderzoek vragen rond migratie en verschuivingen in culturele context en betekenis, en tegelijkertijd sta ik stil bij de conceptuele mogelijkheden en potenties van het kunstwerk zelf; de wijze waarop het kan communiceren met de toeschouwer, het verbonden kan worden met een ruimere traditie of de grenzen van het bevattelijke verruimt of doorbreekt. De breuk is het (nood)lot van de vreemdeling; hij heeft definitief iets achter zich gelaten, maar dit blijft hem bespoken, en het blijft zijn identiteit meebepalen. Migratie en diaspora: het herinneren, verdwijnen, vergeten, verliezen, verhuizen, verraden, de verdamping, verbrokkeling van identiteit, taal, familie, cultuur, geschiedenis - het uitdoven van traditie. ‘Ballingschap maakt een kadaver van het oude lichaam, van de oude taal.’ (Kriteva, 1988) ‘Het is een wonder: het moment, vliegensvlug aanwezig, vliegensvlug voorbij, er vóór een niets, erna een niets. Dit moment komt toch nog als spook terug en verstoort de rust van een later moment.’ (Nietzsche, 1873-1876) Dit bespookt worden van de vreemdeling is enerzijds eigen aan ‘het menselijke leven dat op zichzelf terugkomt’, en anderzijds verwant met onze historische ervaring vandaag, die gedefinieerd wordt door de ambigue invloeden en latente aanwezigheid van onopgeloste geschiedenissen, van revenants en van de moderniteit. ‘Eigen aan het menselijke leven is dat het op zichzelf terugkomt, moet terugkomen omdat het nu eenmaal door zijn ‘geweest-zijn’ wordt achternagezeten. … ‘Modern’ is dus vreemd genoeg de ervaring niet aan de eigen tijd, niet aan de moderniteit toe te komen, te worden bespookt door fascinaties, gehechtheden, passies, religies waarvan het kritische bewustzijn zich bevrijd waande.’ (Vande Veire, 1996) Mijn moeder is geboren en opgegroeid in Libanon, en ook ons gezin zou zich vestigen in Beiroet, ware het niet voor de Libanese burgeroorlogen (1975-1991). De Armeense en Libanese geschiedenissen kennen beide ongeëvenaarde, buitengewone catastrofen: enerzijds genocide (die of vergeten is en/of ontkend wordt), anderzijds burgeroorlog (en een eigen soort van vergeten door de ‘unjust and scandalous general amnesty law that was passed by parliament on 28 March 1991, Law No. 84/91’). (Toufic, 2007) Withdrawl of tradition past a surpassing disaster is één van de concepten van de Libanese filosoof Jalal Toufic (Toufic, 2000). Een buitengewone ramp zorgt, behalve voor verlies (of het uitdoven) van traditie, ook voor de terugkeer van de revenant: een bespookt worden dat specifiek gelieerd is aan de ervaring van (en aan het leven na) de buitengewone ramp. Zowel de Libanesen als de Armeniërs (uit Anatolië, nu in diaspora) kunnen hun doden niet vergeten - elk op hun eigen manier: de Armeense situatie is ontstaan en evolueert sinds 1915, de Libanese sinds 1975. De houding en het discours van de Armeniërs (in diaspora) tegenover de onopgeloste geschiedenis van deze ramp en hun verlies is door de generaties heen geëvolueerd. Terwijl de Libanesen nog middenin de uitlopers van de verschillende burgeroorlogen leven. Deze doden, of liever: undead (Toufic, 2003) blijven terugkomen; de term (of het concept) revenant is afgeleid van het Franse woord revenir. In de huizen van Armeniërs over de hele wereld keren de doden terug op kalenders, posters, in boeken of liederen, op artefacten zoals wandtapijten, bij de jaarlijkse herdenkingen,… In de straten van Beirut verschijnen de revenants ondermeer op posters van martelaren, en andere undead, die een enorme invloed hebben op het leven in Libanon en voor politieke doeleinden worden misbruikt. Een Engelse gezegde leert ons ‘dead men tell no tale’, maar zowel bepaalde personages in fictie (zoals bij Shakespeare), als martelaren via hun vooropgenomen video-testamenten vertellen de doden hun verhalen aan de levenden.
In mijn werk sta ik stil bij de conceptuele mogelijkheden en potenties van het kunstwerk zelf. Zoals mijn eigen geschiedenis gelaagd is, zo bevat ook mijn discours verwijzingen naar verschillende filosofen of schrijvers (en hun concepten), zoals Baudelaire, Melville, Duras, Borges, Nietzsche, Toufic, Wittgenstein, Derrida, en anderen. Mijn werk verwijst ook naar andere beeldende kunstenaars door het gebruik van verschillende strategieën van herhaling. Kunstenaars hanteren al lang strategieën van herhaling. Het citeren, kopiëren en modificeren van belangrijke werken uit de kunstgeschiedenis stonden centraal bij het (neo-)klassieke model om kunst te produceren. Dit model werd, gedurende de laatste twee eeuwen, herhaaldelijk betwist door het geloof dat moderne individuen radicaal nieuwe kunst moeten maken door de verdienste van hun eigen spontane creativiteit. Postmoderne critici vielen deze cultus van het individuele genie aan en er ontstond een discursieve ruimte waarin het belang van auteurschap en originaliteit werd betwijfeld. De paradigma’s van strategieën van herhaling (zoals appropriation, re-enactment, remake, retake, repetitie, nabootsing, kopie, verdubbeling, gerneming, etc.) kenmerken sindsdien de hedendaagse kunsten. Mijn eigen positie betreffende appropriation is een andere dan die verdedigd door kunstenaars in het verleden, zoals de generatie kunstenaars en theoretici van de jaren ’80, of die van de popart, surrealisme, dadaïsme of het classicisme. ‘…the specific difference between the momentum of appropriation in the 1980s and today lies in a decisive shift in the relation to the object of appropriation – from the re-use of a dead commodity fetish to the invocation of something that lives through time …’ (Verwoert, 2007) Strategieën van herhaling stellen kritisch in vraag of negeren de eisen en paradigma’s van het modernisme (het geloof in de vooruitgang, de eis van de radicale breuk met het verleden, ...). De herhaling bouwt een labyrint op in plaats van een rechte lijn. Het is net in een labyrint (of een ruïne) dat de revenant kan wederkeren (Toufic, 2003) en een breuk veroorzaken. ‘The cultural experience (that) the discourse of appropriation conveys under the sign of postmodernity is that of a radical temporal incision’ (Verwoert, 2007). De wederkeer kan voor een breuk zorgen, een breuk in de tijd: ‘it makes events untimely through recurrence’ (Toufic, 2000). Deze breuk in de tijd is net wat de revenant – die altijd in wezen oneigentijds is door zijn wederkeer veroorzaakt. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Mekhitar Garabedian • Manon De Boer
Documentaire tijd als <em>bespookte tijd en de wezenlijke rol van de klankband bij het overbrengen van deze tijdservaring Hogeschool Gent Abstract: My research focuses on documentary time as haunted time, the idea that the present is always impure and out of joint. It addresses documentary film as a projection screen on which past, present and future mingle and jostle each other, and the lived experience of this haunted time. Important in my work is the exploration of the vital role of the soundtrack in conveying this experience. Throughout my artistic practice I have always thought of the relationship between documentary film and (the experience of) time as being highly complex. I have always sensed documentary time to be a time inhabited by ghosts and have always been intrigued by "the non-contemporaneity with itself of the living present" (Derrida, 2006: xviii). Two of my previous films, Cinema Central (2005) and Lignes. En quête d’une mémoire (2006), not only explore the way the past sustains in the present, but even more how the past hijacks the present and because of that brings the present to a standstill (or at least protracts, temporises and slows down the present). These films are not only concerned with the interlacing of past, present and future, but also with the connection between personal and political time. My latest documentary Not Waving, But Drowning (2009) focuses on the experience of Indian refugees during their arrest and detention by the harbour police in Zeebrugge, Belgium. Within the tense, haunted context of the harbour and the seaside, and together with them, we slowly lose all sense of time and place. Without investigating their past or their future, the human trafficking organisations or the Belgian legislation, the film transgresses into the timelessness (a powerless and impotent non-time and the continuous recurrence of standstill) in which our society imprisons people without papers. In my research I wish to explore this idea of haunted time throughout the philosophies of time of Walter Benjamin and Jacques Derrida. I want to discover the ways in which these philosophers can help me in creating a theoretical framework for a non-linear documentary time and how one can engage in the imperative "to speak of the ghost, indeed to the ghost and with it (...)" (Derrida, 2006: xviii). At the moment I am working on a documentary film on the ambiguous time of the immigrant.
Bibliography Derrida, J. (2006) Specters of Marx. New York / London: Routledge Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Elias Grootaers • Dirk Braeckman
Future Footwear Hogeschool Gent Abstract: ‘Future Footwear’ is a six-year PhD project in the arts financially supported by the Research Fund of University College Ghent. The set-up of the research is interdisciplinary with input from physical medicine and biomechanics, ecological anthropology and design sciences. Two cases on ethnic footwear, one in South India on Kolhapur footwear, one in Northern Europe on Sami boots, and one case on contemporary shoe design deliver the necessary data to develop a toolbox for the efficient creation of footwear. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Vormgeving
Onderzoekers:
• Catherine Willems • Dirk van Gogh
The International Institute for the Conservation, Archiving & Distribution of Other People's memories Hogeschool Gent Abstract: Dit doctoraatsproject vertrekt van mijn multimediale project “Het Internationaal Instituut voor de Conservatie, Archivering en Verspreiding van Andermans Herinneringen” (IICAVAH). Sinds 2005 is dit het overkoepelde orgaan van mijn artistieke praktijk en hierin tracht ik de sterk met elkaar verweven noties archief en geheugen uit te diepen. Het project steunt zowel op theoretische/filosofische research als op empirisch onderzoek waarbij mijn archief van ‘andermans herinneringen’ als basis dient. Deze steeds groeiende verzameling bestaat uit gevonden egodocumenten waarvan de vindplaatsen variëren van rommelmarkten, tweedehandswinkels en verkoopzalen, tot containerparken en straten. Momenteel focus ik voornamelijk op 8mm-familiefilms maar het archief bevat eveneens een grote collectie video’s, oude foto’s, geluidstapes, persoonlijke documenten en kleine voorwerpen. Deze herinneringsdocumenten worden via foundfootage-technieken zoals ‘cut & paste’ verwerkt tot autonome kunstwerken (films, installaties en grafische werken). Hierbij worden zowel compilatie, collage en appropriatie als techniek gebruikt. Door te focussen op de subjectieve kant van zowel het produceren als het raadplegen van het geheugen, tracht ik te reflecteren over het begrip identiteit (van het individu, het collectief, de geschiedenis, het archief, ...). Door de verweesde herinneringen opnieuw te verspreiden via exposities, filmscreenings en online projecten tracht ik tevens de originele emotionele waarde van de herinneringen te herstellen. De verrichtingen van het IICAVAH zijn bijgevolg pas geslaagd wanneer vertoonde herinneringen zich bij de toeschouwer in het geheugen nestelen waardoor de aanvankelijk verweesde herinneringen nieuwe bestemmingen krijgen. Centraal in dit doctoraat staat de observatie dat er sinds de teloorgang van het modernistische vooruitgangsdenken in de 20ste eeuw1 een paradoxale wending naar het verleden en herinnering in onze westerse cultuur ontstaan is2. Enerzijds lijkt deze obsessieve drang tot herinnering gepaard te gaan met een sterke musealisering3 van het verleden. De groeiende aandacht voor cultureel erfgoed, de expansie van archieven en de oprichting van herdenkingsmonumenten zijn hier slechts enkele getuigen van. Nieuwe technologische ontwikkelingen lijken daarenboven meer dan ooit zelf-musealisatie aan te wakkeren: vandaag de dag wordt het persoonlijke leven excessief geregistreerd door foto’s en video’s en het immer uitdijende internet stelt ons in staat massaal herinneringen te delen via blogs, facebooks en (you)tubes allerhande. Anderzijds bestempelen steeds meer critici onze huidige ‘geheugencultuur’ als een cultuur van amnesie. Pierre Nora ziet hier de verschuiving van milieux de mémoire naar lieux de mémoire als oorzaak. Hiermee doelt hij op het verlies van spontaan en geleefd geheugen ten gevolge van het institutionaliseren van herinneringen. Modern geheugen is, volgens hem, bovenal archivalisch: het is afhankelijk van de materialiteit van het spoor, de directheid van de opname, de zichtbaarheid van het beeld.4 De groeiende aandacht voor geheugen en verleden gaat gepaard met de politisering hiervan en dit lijkt gestuwd door de ‘spektakelmaatschappij’ waarin de media een prominente rol spelen.5 Geschiedenis wordt tegenwoordig op een gelijkaardige manier behandeld als fictie en dit bewerkstelligt het verlies aan historisch bewustzijn. Toch zijn het net deze media – met het internet op kop – die ervoor zorgen dat steeds meer geheugen toegankelijk is. Technologische ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat kennis overal en altijd opvraagbaar is. De massale opslag van herinneringen en de eenvoudige toegankelijkheid hiervan zorgen voor een steeds parate geheugensteun. Maar, vervangen dergelijke geheugendocumenten zo niet het menselijke geheugen? En kun je zo niet stellen dat het niet zozeer de drang naar herinnering maar eerder de angst te vergeten is die heerst? Freud6 leerde ons reeds dat herinneren en vergeten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Jacques Derrida illustreerde dit samengaan met een zeer eenvoudig en concreet voorbeeld. Tijdens een lezing naar aanleiding van de waarheidscommissie in Zuid Afrika veroorzaakte hij opschudding met volgende stelling: ‘ieder archief produceert tegelijkertijd geheugen en vergeten: wanneer ik iets op een papiertje neerschrijf en dit vervolgens in mijn zak stop, dan doe ik dit enkel omdat ik het zou kunnen vergeten, wetende dat ik het later terug kan vinden zonder dat ik mij intussen hierover zorgen moet maken.’ Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Jasper Rigole • Hans Op De Beeck
Fotografisch document: de mens in de stad Hogeschool Gent Abstract: Als actief onderzoeker als fotograaf wil de onderzoeker via het tijdskrediet verder het spanningsveld onderzoeken tussen fotografisch document en fotografisch constructie waarbij het onderwerp zich concentreert rond de mens in de stad. Het concreet plan bevat duidelijke geplande mijlpalen: 8 monumentale panoramische beelden in Brussel opgenomen en een uitgebreid essay waarbij hij Brusselse beelden historisch zal plaatsen. Er worden toonmomenten voorzien van de onderzoeksresultaten in Antwerpen en Rotterdam en enkele lezingen in het buitenland. De plaatsing van dit dossier binnen het academisingsproces is tweeledig: binnen de vakgroep Fotografie wil men duidelijk de breuklijn tussen fotografie en documentaire uitwerken binnen de masterklassen. Daarnaast past het project in de strategie om bruggen te bouwen tussen de opleidingen schilderkunst en fotografie. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie
Onderzoekers: • Martien Van Beeck
Uitdrukkelijk: een corpusvertaalkundig onderzoek naar de rol van het vertaalproces vs het taalsysteem bij ex/implicitering in vertaalde teksten, aan de hand van de semantische categorie 'wijze' Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Joost Buysschaert
, an automated reed organ Hogeschool Gent Abstract: a computer controlled robotic harmonium with 6 octaves and 9 registers Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek
Onderzoekers: • Godfried-Willem Raes
Autonomie en retentie in de computergesteunde vreemdetaalverwerving: De impact van het onderliggende pedagogische principe (cognitief-constructivistisch vs. sociaal-constructivistisch) van een online-leermodule op het verwerven van schrijfstrategieën en c Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Carola Strobl
Taalvaardigheid aan de start (TaalVaSt). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Instituut voor Levende Talen
Onderzoekers: • Lieve De Wachter • Caroline Van Soom
Metafysica en secularisatie bij Gianni Vattimo. Universiteit Antwerpen Abstract: Vattimo is een filosoof die veel wordt geciteerd, omwille van zijn provocatieve ideeën, maar die zelden grondig wordt bestudeerd. Zijn populaire 'zwakke denken' is verworden tot een holle slogan waarbij iedereen zich wel iéts kan voorstellen. Mijn project wil het denken van Vattimo volgens twee lijnen analyseren: zijn metafysicakritiek en zijn secularisatiemodel. In het eerste beweert hij Heidegger te volgen, die hij zelf nihilistisch maakt door hem aan de hand van Nietzsche te corrigeren. Hij zet zich daarbij scherp af tegen Derrida. Ik wil hier aantonen dat Derrida de differentie bij Heidegger beter doordenkt dan Vattimo. In het tweede vaart Vattimo een eigen(zinnige) koers en begeeft zich op theologisch vlak. In dit project beperk ik me tot zijn secularisatiemodel, dat wordt vergeleken met dat van Girard. Van beiden kwam onlangs een dialoog uit in boekvorm. Ook dit model van Vattimo blijkt aan ernstige interne zwakheden onderhevig, die zich bij Girard niet voordoen. Een conclusie zet beide lijnen nog eens tegenover elkaar en onderzoekt in hoeverre de problemen met het secularisatiemodel terug te voeren zijn tot problemen met de metafysicakritiek. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Guido Vanheeswijck • Erik Meganck
The Aspect-Modality Interface: a Typological perspective (AMITy). Universiteit Antwerpen Abstract: In de laatste decennia zijn de categorieën van tijd, aspect en modaliteit, de drie belangrijkste categorieën die op het werkwoord gemarkeer worden, vanuit verschillende gezichtspunten bestudeerd. Een van de belangrijke vraagstukken is dat van de relatie tussen deze drie categorieën, zowel synchroon als diachroon, en zoals binnen de grammatica als in discourse. Het is vooral de relatie tussen tijd (en dan vooral de verleden en de toekomstige tijd) en modaliteit (de attitude van de spreker tegenover de propositie) die bestudeerd werd, met bijzondere aandacht voor de band tussen verleden tijd en irrealis of epistemiciteit. Het verband tussen aspect (de interne structuur van een stand van zaken) en modaliteit is veel minder onderzocht, behalve en dan nog in beperkte mate het verband tussen imperfectiviteit en modale betekenis. Het project heeft tot doel de interface tussen aspect en modaliteit te bestuderen, vanuit een synchroon en typologisch perspectief. Meer in het bijzonder zullen, via corpuswerk, de strategieën onderzocht worden waarmee het Frans, Spaans, Italiaan, Nederlands, Engels en Duits met aspect modaliteit kunnen uitdrukken en aldus een panorama te kunnen schetsen van de verschillen en overeenkomsten tussen de 6 talen. Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Johan Van der Auwera • Adeline Patard
Mobiliteit van ideeën en verspreiding van literaire teksten en onderricht in de volkstaal in het Rijnland en de Lage Landen (ca. 1300-1550) (MITT). Universiteit Antwerpen Abstract: "Mobility of Ideas and Transmission of Texts" (MITT) is een vormingsprogramma voor jonge onderzoekers dat onderzoek doet naar de middeleeuwse overdracht van kennis van kerkelijke en academische elites van professionele intellectuelen naar een breder publiek dat bereikt werd via de volkstaal. Het programma richt zich op de dynamiek van het middeleeuwse intellectuele leven in het Rijnland en de Lage Landen, een gebied dat heden ten dage over vijf landen verspreid ligt (Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, België en Nederland). In de Middeleeuwen was het echter één cultuurgebied. In dit gebied brachten de grote veertiende-eeuwse mystici Meister Eckhart, Johannes Tauler, Jan van Ruusbroec en hun tijdgenoten een ontwikkelde literatuur in de volkstaal voort die handelde over theologie en religieuze praktijk en die een nieuw lekenpublieksgroepen bekend maakte met een persoonlijke relatie tot God. Het project wil een nieuw perspectief op deze literaire cultuur ontwikkelen door onderzoek te doen naar publiek, toeëigening en verbreiding van teksten in de toenmalige religieuze en intellectuele context. Organisaties: • Onderzoekscentrum Ruusbroecgenootschap
Onderzoekers: • Thomas Mertens • Cornelis Schepers • Bence Nanay
Data infrastructure for the study of guilds and other forms of corporate collective action in pre-industrial times.
Universiteit Antwerpen Abstract: Het aanvullen en uitbreiden van de dataset over de gilden in de Zuidelijke Nederlanden. Dit bestaat uit het aanvullen van de reeds bestaande gegevens met bijkomende gegevens, dat wil zeggen uit het toevoegen van een aantal variabelen per gilde, die gekozen worden op basis van onderling overleg. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Peter Stabel
Medics on the Move (LL-MoM). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Toegepaste Taalstudies
Onderzoekers: • Christel Van De Poel
Psychose als realisteitsstoornis: een epistemologisch onderzoek Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraat is een kritische literatuurstudie binnen d filosofie van de psychiatrie. Centraal aandachtspunt binnen deze optiek is het epistemologisch vraagstuk naar realiteitstoetsing en hierbij de mogelijkheid tot twijfel, verwarring en waanzin. De opzet van dit doctoraat is een epistemologisch onderbouwde benadering van het psychotische subject bewerken zonder segregatie, maar met aanvaarding van deze subjectieve andersoortige vorm van psychische organisatie. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Fichte's Wissenschaftslehre 1794 als metafysische fundament voor het relevantiewaarheidsconcept in de filosofie van A. Schütz en R. Boehm. (annex, becommentarieerde vertaling van fichte's Wissenschaftslegre 1794). Universiteit Gent Abstract: Fichte's Wissenschaftslehre 1794 als metafysische fundament voor het relevantiewaarheidsconcept in de filosofie van A. Schütz en R. Boehm. (annex, becommentarieerde vertaling van fichte's Wissenschaftslegre 1794). Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Sponsoring aan Centrum Neerlandistiek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sponsoring aan Centrum Neerlandistiek Organisaties: • Centrum voor Linguistiek
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
L'Etranger van Albert Camus: culturele transfers en descriptief-interpretatieve analyse van de vertalingen in het Engels, Nederlands, Portugees en Spaans Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Desiree Schyns • Roosje Dejonghe
Bibliotheekkrediet Sociale en Human Wetenschappen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht toegekend door de Universiteit Antwerpen. De promotor levert de Universiteit Antwerpen de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd door de universiteit. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center) • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Walter De Mulder • Bruno Tritsmans
Hybride identiteiten: cross-contextueel en multi-methodologisch onderzoek naar de relatie tussen tweedetaalverwerving, identiteit en gemeenschapsideologieën Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Nederlands
Onderzoekers: • Evy Ceuleers
Automatic sense induction and unsupervised cross-lingual Word Sense Disambiguation for Machine Translation and Multilingual Information Retrieval Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers:
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Studiecentrum Experimentele Literatuur - SEL Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Studiecentrum voor Experimentele Literatuur (SEL) of Study Centre for Experimental Literature (SEL) van de UGent-VUB is een onderzoekscentrum dat zich bezighoudt met de experimentele traditie in de Nederlandse literatuur sinds het einde van de negentiende eeuw tot op vandaag. Het wil onderzoek stimuleren en verrichten naar literatuur die bewust afwijkt van de gangbare conventies en op zoek gaat naar formele vernieuwing. Er wordt gefocust op auteurs en teksten uit het symbolisme, de historische avant-garde, de neo-avant-garde (vijftigers, nouveau roman, Ander Proza) en het postmodernisme. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de genres waarin het experiment zich in het bijzonder manifesteert, zoals het prozagedicht en het paraproza. Zowel de tekst en context van het experiment als de theoretische implicaties van het experiment komen aan bod op workshops en congressen, in projecten en publicaties. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • HANS VANDEVOORDE
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-UGent: Stadsgeschiedenis - CITY Vrije Universiteit Brussel Abstract: Stadsgeschiedenis van de middeleeuwen en vroegmoderne tijd Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER
Onderzoeksgroep Alliantie UGent - VUB 'Social History (post-1750) - Network (SocHist-Net). UGent: Prof. Gita Deneckere (voorzitter), VUB: Prof. Guy Vanthemsche (co-voorzitter) - SGHBG Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sociale geschiedenis na 1750: staat, samenleving en individu/oorlog, crisis en maatschappij/cultuur, transfer en identiteit/meta- en publieksgeschiedenis/ arbeid en onderneming / eetcultuur / (nieuwe) sociale bewegingen / sociale politiek Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • GUY VANTHEMSCHE
De christelijke Byzantijnse receptiegeschiedenis van de Griekse versiesvan het Oude Testament. Algemene tendens gekoppeld aan een specifieke benadering via de Commentaar op Spreuken van Malachias Monachus (kritische editie en studie). KU Leuven Abstract: Het onderzoeksobject sensu lato van dit project is de receptie van de verschillende Griekse versies (christelijk en joods) van het Oude Testament in de christelijke Byzantijnse literatuur. Tot op heden is hetnbsp;van de Septuagintatekst en zijn verscheidene joodse revisies en christelijke recensies niet uitgetekend. Daar waar recente projecten hun spoor proberen te volgen in het Byzantijnseen middeleeuwse jodendom, zal dit project een eerste en a priori vernieuwende impuls bieden voor de studie van de specifiek christelijke receptiegeschiedenis. Bovenal zal aangetoond worden in welke mate Byzantijnse corpora van nut kunnen zijn voor Septuagintastudies. Om zulke vragen adequaat te kunnen beantwoorden, wordt er naast een contextuele studie van deze christelijke Byzantijnse literatuur ook een diepgravende analyse van een welbepaald werk uitgevoerd. Dit onderzoeksobject sensu stricto is de commentaar op het oudtestamentische boek Spreuken van de (laat)Byzantijnse auteur Malachias Monachus Organisaties: • OG Griekse Studies Leuven
Onderzoekers: • Joseph Verheyden • Peter Van Deun • Reinhart Ceulemans
Een kritische evaluatie van Augustinus' genadeleer. De casussen van de anti-donatistische en christologisch-liturgische sermones ad populum. KU Leuven Abstract: Dit project onderzoekt de aanwezigheid en behandeling van de verhouding gratia-libertas binnen Augustinus sermones ad populum buiten de specifiek anti-pelagiaanse context. In mijn doctoraatsonderzoek bestudeerde ik het profiel van de behandeling vannbsp;in de anti-pelagiaanse sermones. Eeneerste onderzoeksspoor in het voorliggend project zijn de anti-donatistische sermones. Zij behoren, zoals de anti-pelagiaanse sermones, tot het polemische preekgenre, maar ze gaan er chronologisch aan vooraf en zijn inhoudelijk ook verschillend. Een tweede onderzoeksspoor vormen de christologisch-liturgische sermones, behorend tot het (niet-polemische) pastorale preekgenre, temporeel verspreid over de 40 jaar van Augustinus preekactviteit, christologisch van inhouden moraliserend van oogmerk. Zowel binnen de anti-donatistische als de christologisch-liturgischenbsp;werd de gratia-thematiek vooralsnog niet bestudeerd. Zodoende kunnen de profielenvannbsp;van deze drie categorieënnbsp;met elkaar vergele Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Mathijs Lamberigts • Anthony Dupont
Over het wezen van de waarneming: beeld en handeling.
KU Leuven Abstract: Dit project is een onderzoek naar de motieven voor het gebruik van de notie beeld in de verhouding van het bewustzijn tot de wereld ten eindete bepalen welke aspecten ervan geweerd moeten worden uit een waarnemingsleer en welke onvermijdelijk zijn. Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Ullrich Melle • Filip Mattens
De argumentrealisatie van gewaarwordingsprocessen: synchrone en diachrone analyse. KU Leuven Abstract: In de zin zijn tante verstouwde drie gebakjes heeft het werkwoord verstouwen twee argumenten: zijn tante en drie gebakjes. De manier waarop de argumenten syntactisch gerealiseerd worden hier als subject en direct object staat in de syntaxis bekend als argumentrealisatie. Dit project gaat over argumentrealisatie bij werkwoorden die een gewaarwordingsproces uitdrukken, zoals verbazen, schamen of ergeren. Door hun betekenis zijn zulke werkwoorden moeilijk in te passen in een klassieke transitieve structuur met een subject en een object. Ik zal nagaan met wat voor soort constructies zulke werkwoorden voorkomen, welke verschillen er zijn tussen de verschillende werkwoorden, en hoe de argumentrealisatie in de loop van de eeuwen verandert. Elk van deze drie kwesties haakt in op lacunes in het bestaande onderzoek naar werkwoordssyntaxis. Het uitgangspunt van dit project is dat de argumentrealisatie (en syntaxisin het algemeen) semantisch en pragmatisch gemotiveerd kan worden: de keuze vo Organisaties: • OG ComForT Leuven
Onderzoekers: • Hans Smessaert • Freek Van de Velde
Hemelbestormers. Leuvense theologen en hun streven naar geloofseenheid en kerkvernieuwing (1519-1578). KU Leuven Abstract: Dit onderzoek bestudeert hoe theologische kennis werd ingezet als instrument in de ketterbestrijding en de katholieke hervorming in de 16e eeuw. Daarom wordt eerst de academische theologie onderzocht zoals deze aan de Leuvense theologische faculteit werd ontwikkeld en gedoceerd, als eendynamisch kennissysteem, specifiek in relatie tot de protestante leerstellingen en het internationale politiek-religieuze debat. Zo krijgen we een globaal inzicht in de dynamische werking van een dominant wetenschapssysteem, dat door maatschappelijke evoluties onder druk kwam te staan. Door het activistische profiel van de Leuvense theologen werd de theologie geconfronteerd met maatschappelijke evoluties en processen. Het gebruik van theologie in de praktijk bestudeer ik in enkele casestudies. Ik richt me vooral op de inquisitoriale en de episcopale rol van de theologen. Hier komt de nauwe samenhang tussen ketterbestrijding en katholieke hervorming aan het licht. Een diachrone analyse brengt tendenzen, v Organisaties: • OG Nieuwe Tijd Leuven
Onderzoekers: • Mathijs Lamberigts • Gert Gielis • Carl Cools
De opkomst van de Terramare 'cultuur'? Een archeologische studie naar de sociaaleconomische ontwikkelingen van de midden bronstijd in de Po-vlakte (Noord-Italië). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Ilse Schoep • Jonas Danckers
Economische geschiedenis en sociaal-culturele reconstructie van Japan in de periode van de Grote Depressie. KU Leuven Abstract: Het project behelst een economische geschiedenis en sociaal-culturele reconstructie van Japan in de periode van de Grote Depressie; het is een poging om de 'totale' of multicontextuele aspecten van die depressie aan te tonen aan de hand van een beschrijving van verschillende maar complementaire gezichtspunten op de kernproblemen van de depressie en hunmogelijke oplossingen die leefden binnen verschillende soorten sociale klassen en verschillende denktendenzen. Historisch gezien behelst het project de periode van de zgn. Showa financiele crisis (1927) tot en met het uitbreken van de tweede Chinees-Japanse Oorlog (in 1937). Er bestaat op dit moment nog geen publicatie die de Japans ervaring met de Grote Depressie in al haar aspecten behandelt. Organisaties: • OG Japanse Studies Leuven
Onderzoekers: • Michael Schiltz
Naar een christelijk open verhaal: een onderzoek naar de theologische implicaties van de openheid ervan KU Leuven Abstract: Dit project zal nagaan hoe Gods liefde kadert binnen het model van het open verhaal zoals dat uitgewerkt werd door Lieven Boeve. Boeve biedt dit model als een instrument om de christelijke traditie voor de actuele, postmodern genoemde context te recontextualiseren. Dit project zal aantonen dat Gods liefde het best begrepen wordt als een houding van gekwalificeerde openheid voor de ander, mogelijk tot op het punt waarop het zelf opgeofferd wordt. Boeves idee van de onderbreking zal beschouwd worden als uitnodiging om de openheid van Gods liefde te benadrukken. Deze open liefde komt bij uitstek tot uiting in het zenden van Gods Zoon in de wereld opdat allen zouden leven. Jean-François Lyotards kritiek op het christendom als groot verhaal zal in overweging genomen worden ende uitdaging ervan zal opgenomen worden in de vraag van openheid voor onherleidbare andersheid. Het antwoord zal gevonden worden in een christelijk open verhaal van liefde dat zich weigert te sluiten voor de Organisaties: • OE Systematische Theologie & Religiewet.
Onderzoekers: • Lieven Boeve • Phillip Davis
Onderzoeksplatform Kunsten: 'To Play the Cadence'. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Musicologie Leuven
Onderzoekers: • Pieter Bergé • Jeroen D'hoe
De verhouding tussen de opstallen en de grond. KU Leuven Abstract: In dit proefschrift staat de verhouding tussen de grond en de opstallen centraal. In een eerste luik van het onderzoek wordt de onroerende natrekking op functionele wijze geanalyseerd, waarna we de bestaande juridische uitgangspunten met betrekking tot de onroerende natrekking bespreken. Hieruit blijkt dat alle onderzochte rechtsstelsels vetrekken van de superficies solo cedit-regel, op grondwaarvan de opstallen in beginsel worden nagetrokken tot de grond.Ineen tweede deel onderzoeken we de huidige juridische instrumenten om af te wijken van deze natrekkingsregels, waardoor eigendomsrechten boven en onder elkaar gestapeld worden en meervoudig grondgebruik mogelijk wordt gemaakt. Uit het voorgaande blijkt dat het toenemende meervoudig grongebruik ertoe noopt om de klassieke uitgangspunten met betrekking tot de werking van de onroerende natrekking te herijken. Hierdoor neemt de gebruiker van de grond, in plaats van de grondeigenaar, een steeds centralere rol in.Ten slotte wordt een model Organisaties: • Instituut voor Familiaal Vermogensrecht
Onderzoekers: • Alain Laurent Verbeke • Vincent Sagaert • Sofie Bouly
Sociale mobiliteit, partnerkeuze, huwelijk en gezinsvorming onder migranten. Een levensloopbenadering van migratie en integratie in drie West-Europese havensteden: Antwerpen, Rotterdam en Stockholm, 1850-1914. KU Leuven Abstract: Met behulp van drie grote historisch-demografische databases (de Antwerpse Cor* Database, de Historische Streekproef Nederland en de Historische Stockholm Database) wordt het integratieproces van migranten in Antwerpen, Rotterdam en Stockholm bestudeerd voor de periode 1850-1914. De focus ligt op drie kernsociologische onderwerpen: sociale mobiliteit, partnerkeuze en gezinsvorming. Er wordt gebruik gemaakt van het levensloopperspectief, aangezien uit voorgaand onderzoek is gebleken, dat dit een uitstekende benadering is voor het bestuderen van de keuzes en ervaringen van migranten. Havensteden vormen de plaats van onverzoek aangezien deze oorden zowel door interne als internationale en zowel door tijdelijke als permanente migranten in groten getale werden bezocht. De keuze voor Antwerpen, Rotterdam en Stockholm heeft te maken met de verschillende economische en demografische structuren waardoor deze havensteden gekenmerktwerden. Wij verwachten dat verschillen op de lokale arbeidsmarkt Organisaties: • OE Centrum voor Sociologisch Onderzoek
Onderzoekers: • Koenraad Matthys • Jan Kok • Paul Puschmann
. KU Leuven Abstract: Samenvatting Risico, kwetsbaarheid en beschermende aspecten van veerkracht en hoop in Peru, met een onderzoek naar 'communitybased leaders'Roxanna Morote RíosPromoters: Prof. Dr. Jozef Corveleyn en Prof. Dr. Odin Hjemdal; Co-promotor: Prof. Dr. Patricia Martinez Uribe. Het onderzoek naar de beschermende aspecten van veerkracht heeft in de afgelopen decennia het gezichtsveld van de klinische psychologie verruimd (Davydov, Stewart, Ritchie, & Chaudieu, 2010). Veerkracht verklaart psychosociaal welzijn ondanks zware levensomstandigheden(zoals oorlog, armoede) of psycho-biologische kwetsbaarheid (genetischeaandoeningen, verwaarlozing in het gezin of geweld). Recentelijk zijn empirische onderzoekskaders voor veerkracht ontwikkeld, maar deze zijn nauwelijks getest in Latijns Amerika (Ahern, Kiehl, Sole, & Byers, 2006; Campo, Granados, Muñoz, Rodríguez, & Trujillo, 2012; Windle, Bennett, & Noyes, 2011). Deze dissertatie bestudeert de verbanden en de relevantie van veerkracht Organisaties: • OG Klinische Psychologie
Onderzoekers: • Jozef Corveleyn • Roxanna Morote Rios
Books from the Southern Netherlands in the Viceroyalty of Peru (1532-1808) KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Nieuwe Tijd Leuven
Onderzoekers: • Pierre Delsaerdt • Werner Thomas • Ulrike Fuss
De katholieke charismatische vernieuwing in het Aartsbisdom Colombo, SriLanka. Een theologische en pastorale reflectie KU Leuven Abstract: De Katholieke Charismatische Vernieuwing (KCV) en het Pentecostalisme (christelijke gemeenschappen buiten de belangrijkste kerkelijke gemeenschappen) zullen onderzocht worden om eventueele vergeten en onontgonnen, maar dynamische dimensies te herontdekken voor het revitalisering van dekerk in het aartsbisdom Colombo, Sri Lanka. We proberen te achterhalen waarom katholieken aangetrokken worden tot de Katholieke Charismatische Vernieuwing en tot pentecostale gemeenschappen. In dit licht zal de theologische basis van de KCV onderzocht worden. Er zal een model gepresenteerd worden voor de revitaliseirng van de kerk in Colombo alsook een evaluatie van de KCV. Pastorale implicaties van charismatische aspecten zullen kritisch aan de orde komen, evenals bepaalde specifeke kwesties, medemet het oog op een mogelijke vernieuwig van het parochiale leven.
Organisaties: • OE Pastoraaltheol. en Empirische Theol.
Onderzoekers: • Marc Steen • Paththinikuttige Claude Nishantha Nonis
The Public Role of the Church in Contemporary Ukrainian Society: the Contribution of the Ukrainian Greek-Catholic Church to Peace and Reconciliation KU Leuven Abstract: This dissertation will focus on healing memory and reconciliation in contemporary Ukrainian society with reference to the official pronouncements and actions of the Ukrainian Greek-Catholic Church (the UGCC) since 1989. Numerous scholars consider reconciliation as a means to healing painful memories after a traumatic historical past and even as a possible solution to conflicts both on a personal and on a public level. Notwithstanding the need to address the totalitarian legacy of the country, thereare considerable disagreements with regard to the scholarly evaluation of reconciliation theories in the Ukrainian context. Among the most active proponents of reconciliation in Ukrainian society is the Ukrainian Greek-Catholic Church. During the 20 years since the UGCC came out of theunderground (caused by the totalitarian regime of the former Soviet Union), it has launched or supported the discussion on the topic of reconciliation in several regards (e.g. with regard to Ukrainian-Polish re Organisaties: • OE Theologische en Comparatieve Ethiek
Onderzoekers: • Johan Verstraeten • N. N.
Pannonische martelaars van de Grote Vervolging en de vorming van een christelijke identiteit in het laatantieke Middeldonaugebied KU Leuven Abstract: Dit doctoraatsproject heeft als focus de Pannonische martelaars uit de periode van de zgn. Grote Vervolging onder Diocletianus.Voor iedere martelaar zal een compleet hagiografisch dossier worden samengesteld; alle teksten zullen worden vertaald en, waar nodig, kritisch worden uitgegeven. Het gaat om een vrij groot aantal dossiers die in omvang echter eerder beperkt zijn: Demetrius of Sirmium (BHL 2122-2127) en de anonieme virgines die met hem terechtgesteld werden; Montanus en Maxima; Anastasia(BHL 0404); Irenaeus van Sirmium (BHL 4466), Pollio van Cibalae (BHL 6869), de vier coronati (BHL 1966); Quirinus van Siscia (BHL 7035-7039); Donatus en zijn gezellen (BHL 2309); en Sinerotas (BHL 7595-7596). De analyse van deze teksten zal een belangrijke bijdrage bieden tot onze kennis van het laatantieke Pannonische christendom. Organisaties: • OE Geschiedenis van Kerk en Theologie
Onderzoekers: • Johan Leemans • Hajnalka Tamas
De Betekenis van de Dood en het Leven van Jezus in 2 Kor 4:7-15: Een Exegetisch-Theologische Studie KU Leuven Abstract: De Tweede brief van Paulus aan de Korinthiers is een van de meest persoonlijke brieven van Paulus en is nog steeds de focus van veel wetenschappelijk debat en intens onderzoek. De omtmoeting met de Verrezen Heer Jezus kan worden beschouwd als de funderende ervaring die het leven en de missie van Paulus beheerste. De hier voorgestelde studie beoogt de betekenis van de kern van de Paulijnse theologie te onderzoeken, namelijk de dood en verrijzenis van Jesus zoals gepresenteerd in 2 Kor 4:7-15. Hoe begript Paulus het lijden dat hij gedurende zijn apostolische missie te verduren heeft? En wat is de relatie tussen zijn lijdenservaring met het lijden van Jezus' leven? Ons onderzoek zal gecentreed zijn op de kernvermelding van Paulus in v.10; v. 11 en v. 14. Ons onderzoek zal zich richten op de betekenis van "de dood van Jezus in het lichaam dragen" om aldus het leven van Jezus en de hoop op verrijzenis zichtbaar te maken. Wij willen de implicaties van dit "leven" voor de huidige gelovigen di Organisaties: • Faculteit Theologie en Religiewetensch.
Onderzoekers: • Reimund Bieringer
Assessing participation in forest resource management KU Leuven Abstract: Er is recent veel onderzoek gedaan naar de discussies en conflicten diebestaan tussen de autoriteiten en de lokale gemeenschappen in beschermde natuurgebieden inzake de kwesties van bescherming en participatie in het beheer. Er is daarbij een brede erkenning van het feit dat dit beheerniet enkel kennis en expertise vraagt betreffende de natuurlijke condities en de noodzakelijke technische interventies, maar dat ook expertise nodig is inzake de sociale organisatie en het bevorderen van de leerprocessen van de betrokken (politieke) sociale en culturele systemen. Ondanks deze erkenning zijn de pogingen om de participatie van lokale gemeenschappen in het beheer van beschermde gebieden te stimuleren in heel wat delen van de wereld, niet succesvol gebleken. Zeker ook in veel ontwikkelingslanden waar lokale gemeenschappen vaak sterk afhankelijk zijn van deaanwezige natuurlijke hulpbronnen. Veel onderzoekers beklemtonen dat niettegenstaande de retoriek, die voortdurend wijst op de substantiële Organisaties: • OE Educatie, Cultuur en Samenleving
Onderzoekers: • Daniël Wildemeersch • Jan Masschelein
Mythische heldengeslachten in Pseudo-Apollodorus, Bibliotheca, III. Een filologische commentaar. KU Leuven Abstract: Dit doctoraatsproject heeft een filologische commentaar op het derde boek van de 'Bibliotheca' van Pseudo-Apollodorus als opzet.Omdat de 'Bibliotheca' het enige omvattende compendium over Griekse mythologie is dat uit de oudheid tot ons gekomen is, is het werk een unicum binnen het genre van de mythografie. Dit prozagenre houdt zich bezig met het navertellen, parafraseren en soms ook interpreteren van mythen, en dit zonder al te veel verfraaiing. Ofschoon het genre door zijn gebrek aan literaire pretenties in modern onderzoek vaak in de schaduw blijft staan, blijkt het in het verleden niet alleen van literair belang te zijn geweest (door de interactie met de poëzie en de historiografie), maar ooksocioculturele relevantie te hebben gehad. Dit project kadert binnen een breder onderzoek naar de Griekse mythografie en naar Pseudo-Apollodorus binnen de onderzoekseenheid Griekse Studies, met als doel een synoptische teksteditie, commentaar en bronnenstudie op dit werk.Aangezien bestaande co Organisaties: • OG Griekse Studies Leuven
Onderzoekers: • Peter Van Deun • Stefan Schorn • Johanna Astrid Michels
Galilea gedurende de tweede eeuw n. Chr. Een periode van politieke, socio-culturele en economische veranderingen. KU Leuven Abstract: De tweede eeuw n.Chr. is een eeuw waarin de joodse samenleving in Galilea zich opnieuw moest definiëren. De val van de Tempel in Jeruzalem (70 n.Chr.) en de twee joodse opstanden (respectievelijk, 6670 en 132135 n.Chr.) waren zware klappen die de vroegere pijlers van de joodse samenleving deden wankelen. Zo verloor bijvoorbeeld de hogepriesters-klasse haar sociaal-religieuze macht. Tegelijkertijd opende Galileas nieuwe positie in het Romeins Oostenniet langer als vazalstaat, maar als onderdeel van de provincie Judaea (later Syria Palestina) nieuwe sociaalculturele wegen voor haar inwoners om te bewandelen. Galilea is als regio natuurlijk vooral gekend als bakermat van het vroege Christendom en het rabbijns-Jodendom, en deze bijzondere geschiedenis weegt zwaar door op de wijze van regionale archeologiebeoefening. Onderzoek heeft zich dan ook vooral gericht rond de periode waarin Jezus van Nazareth leefde (1ste eeuw v.Chr.1ste eeuw n.Chr.) en de periode van de rabbijnse geschrifte Organisaties: • OG Archeologie Leuven
Onderzoekers: • Jeroen Poblome • Marc Waelkens • Rick Bonnie
De rol van correctieve feedback in impliciete taalverwerving via serious games KU Leuven Abstract: Tegenwoordig zijn games -- in al hun varianten -- niet meer weg te denken uit de samenleving en winnen ze aan populariteit bij een almaar breder wordend publiek. Ze worden ook steeds meer ingezet voor andere doeleinden dan louter vermaak. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van games voor publiciteit, voor het creëren van bewustzijn rond maatschappelijke thema's en ter ondersteuning van opleiding en vorming, zoals het aanlerenof inoefenen van een taal. Deze serious game beweging past inzichten en technieken uit het ontwerpen van games toe met het oog op het verhogen van de betrokkenheid van wie geïnformeerd of opgeleid moet worden. Dit kan bijvoorbeeld door de leeromgeving te voorzien van mogelijkheden om een constante stroom van geïndividualiseerde feedback te genereren.Eerder onderzoek, voornamelijk met games die niet ontwikkeldwerden voor taalonderricht, toont aan dat games sterke katalysatoren kunnen zijn voor het leren van een (vreemde) taal. Wie speelt, pikt gemakkelijk nieuwe w Organisaties: • OG FranItalCo Kulak
Onderzoekers: • Geraldine Clarebout • Piet Desmet • Frederik Cornillie
Why does Spanish have a dozen pseudocopulas to express change-of-state?Towards a cognitvie-functional account KU Leuven Abstract: Het Spaans beschikt over een dozijn werkwoorden die als pseudocopula gebruikt kunnen worden om verandering uit te drukken. Het ontbreekt alsnogaan een diepgaande analyse die hun distributie beschrijft en peilt naarde conceptuele verschillen die de werkwoordkeuze bepalen. Het project beperkt zich niet tot de studie van de aspectuele restricties van het werkwoord en de lexicale semantiek van het gezegde, maar beoogt een zo integraal mogelijke beschrijving te bieden van de variatiemogelijkheden van zowel het onderwerp als het werkwoord en het gezegde. Vertrekkend van de hypothese dat aan elk werkwoord een verschillende voorstelling van kinesis en evolutie beantwoordt, zullen voor elk van de drie constituenten meerdere parameters worden onderzocht in het licht van hun mogelijke bijdrage aan de specifieke interpretatie van de dubbele eventstructuur (veranderingsproces en resulterende toestand). Om de graad van grammaticalisatie en van lexicale persistentie van het pseudocopulatief gebruikt Organisaties: • OG FunC Leuven
Onderzoekers: • Nicole Delbecque • Bert Cornillie • Lise Van Gorp
Developing self-regulated learning from a task-based curriculum. The case of Vietnamese university students learning English KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Taal en Onderwijs Leuven
Onderzoekers: • Kristiaan Van den Branden • Elke Van Steendam • Hoang Yen Phuong
Extended drawing within embryonic design
KU Leuven Abstract: Extended Drawing een metafoor die onconventionele, onorthodoxe, of niettraditionele tekentechnieken of implementaties van tekeninstrumenten omafwijkende beelden of visuele texturen te bekomen. Het project onderzoekt een veranderde houding met betrekkign tot het ontwerptekenproces binnen de architecturale praktijk. Door de introductie en verspreiding van digitale teken- en beeldbewerkingsmiddelen, het ontstaan van digitale zoekmachines en de bereikbaarheid van digitale fotografie lijkt de status en waarde, ooit toegekend aan het ontwerpmatig schetsen, grondig veranderd. Door het combineren van literatuuronderzoek en praktijkexperimenten zoekt het project naar het veranderende proces van denken en exploratie binnen het ruimtelijk ontwerp. Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Ann Heylighen • Sven Sterken • Robin Schaeverbeke
De interactie tussen Aktionsart en grammaticale tijd. Een vergelijkend onderzoek naar de polyfunctionaliteit van uitdrukkingen van het heden in het werkwoordelijke paradigma. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project beoogt een studie van de interface tussen Aktionsart (of lexicaal aspect) en grammaticale tijd vanuit een taalvergelijkend perspectief, waarbij de aandacht specifiek zal uitgaan naar de interactie tussen de klasse van dynamische werkwoorden en de uitdrukking van tegenwoordige tijd. De hypothese die hier naar voren wordt geschoven, is dat er in verschillende talen bij de verwijzing naar dynamische (i.e. veranderlijke, nietstatische) gebeurtenissen in het heden een conceptueel probleem optreedt, dat leidt tot een opvallende polyfunctionaliteit van de markeerder in kwestie: tegenwoordige tijd bij statische werkwoorden, en een niettegenwoordige interpretatie bij dynamische (bv., als een verleden of toekomende tijd). Organisaties: • Centrum voor grammatica, cognitie en typologie
Onderzoekers: • Frank Brisard • Marie-Astrid De Wit
Amerikaanse maximalistische fictie tussen globale en lokale kennis- Richard Powers, David Wallace en de informatieroman. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek richt zich op de "post-postmoderne" tendens in de hedendaagse Amerikaanse fictie, met als voornaamste auteurs Richard Powers en David Foster Wallace. Overtuigd dat ironie niet de enige uitkomst is na het failliet van de Grote Verhalen (Lyotard), zien Powers en Wallace de roman als een mogelijke uitweg voor het postmoderne solipsisme van hun literaire voorgangers. Beide auteurs beogen een tekst die informatie zo kan scherpstellen dat lokale kennis alsnog in een tentatief globaal model wordt weergegeven. Een kennistheoretische en postklassiek-narratologische analyse van hun romans moet nagaan hoe dit model tot stand kan komen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman • Toon Staes
Het oeuvre van Rebecca Brown: een plaatsbepaling binnen de hedendaagse Engelstalige letterkunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project wil het oeuvre van de Amerikaanse schrijfster Rebecca Brown (°1956) voor het eerst wetenschappelijk ontsluiten. Het onderzoek zal zowel een comparatistische dimensie hebben als een sociologische verklaringsgrond bieden voor de veeleer marginale plaats die Brown binnen het veld van de hedendaagse Engelstalige letterkunde inneemt. In het comparatistische gedeelte worden twee onderzoeksvragen beantwoord: (1) Wat is de aard van het minimalisme dat Brown beoefent? (2) Hoe is het werk van Brown intertekstueel verankerd in de moderne Engelstalige letterkunde? Ook het sociologische gedeelte valt uiteen in twee onderzoeksvragen: (1) Wat maakt het literaire wereldbeeld van Brown zo weinig populair? (2) Welke externe invloed oefent het hedendaagse Amerikaanse boekbedrijf uit op de algemene aandacht die het werk van Brown krijgt? Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Bart Eeckhout • Lies Xhonneux
Waar is de mens? Proeve van een fenomenologische topologie. Universiteit Antwerpen Abstract: Waar is de mens? Op deze vraag wil het hier voorgelegde onderzoeksproject een antwoord bieden middels een fenomenologische benadering van de plaats en de ruimtelijkheid van de mens. Vertrekkend vanuit het denken van Husserl en vooral Heidegger wordt een poging ondernomen een fenomenologische topologie uit te werken die een alternatief kan bieden voor de wetenschappelijk-objectieve benadering van de ruimte. Dit perspectief lijkt immers niet in staat te zijn de eigenheid van de plaats en de ruimtelijkheid van de mens te denken, omdat ze die reduceert tot de fysisch-mathematische ruimte - de plaats wordt er gedacht als een locatie in de homogene ruimte, de ruimtelijkheid wordt er gereduceerd tot de meetbare afstand tussen die verschillende locaties. De plaats van de mens valt echter niet samen met de positie van ons lichaam in de ruimte, en de ruimtelijke verhouding tussen mens en ding kan niet worden teruggevoerd op kwantificeerbare afstand. Dit project heeft uiteindelijk de bedoeling om op een formeel-ontologische manier een aantal categorieën fenomenologisch te verhelderen (plaats, ruimtelijkheid, nabijheid, verte) en zodoende de eigenheid van de menselijke plaats-ruimtelijkheid filosofisch te onderbouwen. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Geert Van Eekert • Jasper Van de Vijver
Explorateurs in aquatoriaal Afrika en hun iconografisch tradities, 1870-1900. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie focust op iconografische tradities (zowel grafische, picturale als fotografische) die voortkomen uit de onmiddellijke reiscontext van enkele bedrijvige, laat negentiende-eeuwse explorateurs in Midden-Afrika. Het betreft hier een historisch-antropologische analyse van het
visualiseren als een concrete exploratiepraktijk. Welke rol speelt het maken van afbeeldingen in dagelijkse kennisverwerving en kennisverspreiding rond geëxploreerde gebieden? Hoe, waarom en in welke concrete context komen verschillende soorten afbeeldingen tot stand? Hoe zijn representaties ingebed in opvattingen en vertogen over Midden-Afrika, het concept 'expeditie' en het beroep van explorateur? Dat zijn de hamvragen van deze studie. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele • Laurent Poschet
Strategieën voor topic-initiatie door patiënten in hun interactie met dokters: Een etnomethodologische en conversatieanalytische benadering van medische gesprekken in een institutionele Poolse context. Universiteit Antwerpen Abstract: Onderzoek naar interactionele strategiën in gesprekken tussen artsen en patiënten is geen vrijblijvende onderneming. Inzicht in de wijze waarop de communicatie verloopt en in de mogelijke communicatieve problemen eigen aan een institutionele medische context, kan rechtstreeks bijdragen tot een optimalisering van de gezondheidszorg. Het voorliggende onderzoeksproject wil daaraan een bijdrage leveren. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren • Matylda Weidner
Waanzin, religie en maatschappij in zeventiende-eeuws Brabant. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project staat de relatie tussen waanzin, religie en maatschappij in het zeventiende-eeuwse hertogdom Brabant centraal. Aan de hand van mirakelverhalen en procesdossiers richt het onderzoek zich op de interactie tussen de diverse actoren die geconfronteerd werden met waanzin, om zo de processen van negotiatie en conflict die schuilgaan achter de identificatie, de perceptie en het beheer van krankzinnigheid te grijpen. Aandacht zal daarbij uitgaan naar wisselwerkingen en spanningen tussen de religieuze en wereldse registers waarbinnen waanzin gevat en beleefd werd. Van daaruit wordt het mogelijk abstracte, vaak lineair gedachte begrippen als "secularisering" en "medicalisering" te nuanceren. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Guido Marnef • Sonja Deschrijver
Vrouwelijke netwerkvorming in het vroegmoderne Aalst: sociaal kapitaal "achter de schermen"? Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project wordt onderzocht in welke soorten netwerken (gehuwde) vrouwen in een (kleine) vroegmoderne stad actief waren en hoe deze netwerken evolueerden onder invloed van belangrijke sociaal-economische en culturele transformaties zoals de "industrious revolution" en de zogezegde "privatisering" van de vroegmoderne vrouwelijke actor. Dank zij de integratie van gendergeschiedenis en studies naar sociaal kapitaal wordt daarbij enerzijds ons begrip van de rol van gender in de productie van sociaal kapitaal vergroot en wordt anderzijds het monolithische onderscheid tussen de "publieke mannelijke sfeer" en de "vrouwelijke private sfeer" historisch geproblematiseerd. Deze inhoudelijkmethodologische insteek zal concreet gemaakt worden voor Aalst, een kleine stad die een exemplarische sociaal-economische transformatie doormaakte, uitstekende bronnenreeksen heeft en zich -vanwege de schaal- uitstekend leent voor een geïntegreerde analyse. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Bert De Munck • Ellen Decraene
Een studie naar de invloed van Brain Derived Neurotrophic Factor (BDNF) op sensitieve perioden voor vocaal leergedrag in de zebravink: implicaties voor menselijk taalleren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het voorgestelde project is het onderzoeken van de invloed van BDNF op de sensitieve periode voor het aanleren van complexe vocalisatie. De sensitieve periode voor het leren van zang in de zebravink zal dienen als model voor de sensitieve periode van het taallerende kind. De studie zal zich richten op het toedienen van BDNF in een targetregio in het vogelbrein teneinde deze sensitieve periode te verlengen in zebravinken die op jonge leeftijd geen zang gehoord hebben. Zowel de mate waarin de vogels in staat zijn tot het verlaat aanleren van met name de syntactische elementen van zang als de neurale reactie op het horen van een tutorzang zullen dienen als indicatoren voor een verlengde sensitieve periode Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Anne van der Kant
De heruitvinding van het verleden. Re-enactment in de hedendaagse dans- en performancekunst. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de impact van re-enactment op de ontologie van hedendaagse dans- en performancekunst. Steeds vaker worden choreografieën of performances uit het verleden hernomen. Dit markeert een fundamentele verschuiving: de behoefte om grensverleggend werk te creëren wordt ingeruild voor een uitgesproken interesse in de artistieke erfenis. Een herziening van de gangbare opvattingen over de wezenskenmerken van deze praktijken dringt zich op. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Kurt Vanhoutte • Timmy De Laet
Tussen Techné en Techniek. Hannah Arendt, Günther Anders, Herbert Marcuse en Hans Jonas. Universiteit Antwerpen Abstract: Heideggers kortstondige omhelzing van het nationaalsocialisme heeft een belangrijke impact gehad op de receptie van zijn wijsgerig oeuvre en dat van diegenen die door zijn denken zijn beïnvloed. In een aantal recente studies heeft men deze problematiek uitgewerkt met betrekking tot het leven en werk van een aantal van zijn joodse studenten. Hoewel hierin enerzijds wordt aangetoond dat hun denken op diepgaande wijze door Heidegger beïnvloed is gebleven en anderzijds dat hun werk grotendeels begrepen kan worden als een reactie op tekortkomingen in Heideggers denken, wordt er echter nergens ingegaan op deze confrontatie in de context van de thematiek die Heidegger in de Einführung in die Metaphysik zelf expliciet heeft aangegrepen als legitimering voor zijn sympathie voor de nationaalsocialistische beweging, namelijk de moderne techniek. In dit onderzoek zal daarom geanalyseerd worden hoe de techniekfilosofie van aantal van Heideggers joodse studenten -Hannah Arendt, Günther Anders, Herbert Marcuse en Hans Jonas- begrepen kan worden als een kritische uitwerking van Heideggers vroege denken van de techniek. Organisaties: • Instituut Joodse Studies
Onderzoekers: • Vivian Liska • Nathan Van Camp
Mimesis bij Ricoeur en Lacoue-Labarthe: een onderzoek naar de bijdrage van de literatuur in de explicitering van de persoonsidentiteit. Universiteit Antwerpen Abstract: Mimesis bij Ricoeur en Lacoue-Labarthe: een onderzoek naar de bijdrage van de literatuur in de explicitering van de persoonsidentiteit. Organisaties: • Centrum voor Europese Filosofie
Onderzoekers: • Johan Taels • Arthur Cools • Petra Van Den Bempt
De Middelnederduitse 'Flos unde Blankeflos'. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit receptieonderzoek beoogt te achterhalen op welke wijzen de tekstuele samenstelling van de vijf codices die de Middelnederduitse Flos unde Blankeflos bevatten de receptie van deze tekst beïnvloedt en hoe de handschriften hierin overeenkomen en verschillen. Eerst wordt de overlevering van de tekst onderzocht, tot slot worden tekst en codex t.o.v. de Middelnederduitse literatuur en de Europese Floire et Blanchefleurtraditie besproken. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Frank Willaert • Elisabeth de Bruijn
Poëzie en cultuurpolitiek in het negentiende-eeuwse Vlaanderen: Theodoor van Ryswyck (1811-1849) en de Antwerpse literaire romantiek. Universiteit Antwerpen Abstract: In het voorliggende project wordt vanuit een literatuurwetenschappelijk perspectief de functie van literatuur in het moderne natievormingsproces bestudeerd. Het corpus dat daarbij centraal staat is de poëzie van Theodoor van Ryswyck: spilfiguur van de Antwerpse romantische school, overgangsfiguur van een Belgisch naar een Vlaams cultuurnationalisme en dichter van een naar vorm uiteenlopend en naar inhoud overwegend politiek oeuvre. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Piet Couttenier • Adelheid Ceulemans
De typografie van het handgedrukte boek in Vlaanderen (1473-ca. 1815). Genres, evoluties en factoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde onderzoek wil een licht werpen op de typografische evoluties van het handgedrukte boek in Vlaanderen en de achterliggende redenen daarvoor bloot leggen door een beperkt aantal goedgekozen tekstgenres over een langere periode onder de loep te nemen. De werkhypothese daarbij is dat typografische ontwikkelingen zich afhankelijk van het soort genre anders, sneller of trager ontwikkelen, een uitgangspunt dat voorlopig door gevalsstudies wordt bevestigd (bv. Van Impe & Bos 2006). Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Hubert Meeus • Goran Proot
"La main de l'histoire se fatigue". Vertogen over verledens in Antwerpen en Brussel tijdens de Franse periode. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Marnix Beyen • Brecht Deseure
Het functioneren van theater in een vroegmoderne stad: De relatie tussen inrichting en repertoire van de Antwerpse theaters tussen 1610 en 1746/1762. Universiteit Antwerpen
Abstract: Het onderzoek behandelt het georganiseerde theaterleven in Antwerpen tussen 1610 en 1746 vanuit de relatie tussen theatertekst en theatergebouw. Theaterhistorisch onderzoek beperkt zich vaak tot het repertoire enerzijds of tot het gebouw en de uitrusting anderzijds. Voor de periode 1610-1746 ontbreken beide soorten onderzoek voor Antwerpen. Om een zo compleet mogelijk inzicht in het functioneren van het theater te verwerven, wordt in de wisselwerking en de relatie tussen beide aspecten geanalyseerd. Door de toneelteksten (inhoud, impliciete en expliciete opvoeringsgegevens, enz.) te analyseren in relatie tot de theatergebouwen en de speellocaties (technische & semiotische analyse, CAD/driedimensionale computerreconstructies, publiek, schouwburgbestuur, enz.) wordt het mogelijk de evolutie en het functioneren van het theaterleven tussen 1610 en 1746 op een veel diepgaandere manier te reconstrueren, dan wanneer men zich tot één van beide aspecten zou beperken. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Frank Peeters • Hubert Meeus • Timothy De Paepe
Het totaliserende genre. William Gaddis, Thomas Pynchon en de encyclopedische roman in de Verenigde Staten. Universiteit Antwerpen Abstract: 1. Hoe kan de 'encyclopedie' als tekst nuttig worden gemaakt voor de benaming van een literair genre? Denis Diderot definieert de encyclopedie als een geheel van kennis waarin verandering centraal staat (Anderson). Deze definitie gaat wellicht niet zonder meer op voor Diderots eigen encyclopédie; maar werd in elk geval door diverse literatuurwetenschappers (Rasula, Clark) aangegrepen om de encyclopedische roman te beschrijven als de narrativisering van de beperkingen van de encyclopedie. 2. Is het zinvol om Gravity's Rainbow en The Recognitions te rangschikken 'binnen' een bepaald genre? Is de relatief jonge term 'encyclopedische roman' het meest geschikt ter benoeming van de vele vergelijkingspunten tussen deze twee romans? En hoe verhoudt zich de encyclopedische roman tot de Menippische satire (Kharpertian, Weisenburger) en tot de anatomy van Northrop Frye? 3. Hoe doen Gravity's Rainbow en The Recognitions de illusie van totaliteit ontstaan? Wat is de functie van deze totaliteit in de twee romans? Gaddis thematiseert de valsmunterij in de kunstwereld en roept daarbij de vraag op naar de 'authenticiteit' van (het totaliteitsproject van) zijn eigen roman. Pynchon doet bij de lezer een creatieve paranoia ontstaan die de illusie van een coherent geheel tegelijk versterkt en aanvreet. Welke literaire strategieën dragen bij tot deze effecten? 4. Hoe functioneert de encyclopedische roman (met als matrix Gravity's Rainbow en The Recognitions) in het Amerikaanse genresysteem? Is dit een elitair genre, dat wordt gerecipieerd als een uiting van een academisch 'postmodernisme', of wordt de encyclopedische roman veeleer gezien als een signaal van hergroepering op het gebied van de wetenschap, als een indicatie van een blijvend streven naar coherentie en totaliteit in de voorstelling en ervaring van kennis? Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Luc Herman • Petrus Van Ewijk
Pre-industriële sociale structuur en verandering. Ongelijkheid, polarisatie en levensstandaard in de Zuidelijke Nederlanden (ca. 1650-1850). Universiteit Antwerpen Abstract: De opzet van het onderzoek is om door middel van een lange-termijnsstudie (ca. 1600-1850) een beter inzicht te krijgen in de veranderingen en de evolutie van sociaal-economische ongelijkheid en polarisatie aan de vooravond en het begin van de industriële revolutie. Het is een poging om eerst en vooral de evolutie van ongelijkheid, polarisatie en veranderingen in sociaal-economische verhoudingen te meten gedurende deze periode. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Gerlinde Verbist • Wouter Ryckbosch
Exemplaargebaseerde modellen van menselijke zinsverwerking. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de mogelijkheid om een exemplaargebaseerd model van menselijke zinsverwerking te ontwikkelen, dat in staat is om de relaties tussen de verschillende woorden van een zin op een psychologisch adequate manier te identificeren. Om dit model te evalueren wordt nagegaan of de voorspellingen van het model correleren met experimentele gegevens over de verwerking van structureel niet-ambigue en tijdelijk structureel ambigue zinnen. Voor de toetsing van het model beperken we ons tot de relatie tussen het werkwoord en zijn argumenten. Op die manier kunnen een aantal cruciale problemen van menselijke zinsverwerking worden onderzocht. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Dominiek Sandra • Bram Vandekerckhove
Politieke strategieën van ambachtslieden onder druk: meesters, gezellen en leerjongens tussen stedelijke overheid en middenveld in 16de-eeuws Antwerpen. Universiteit Antwerpen Abstract: Deze studie kadert in het onderzoek naar 'civil society' en het 'stedelijke corporatieve middenveld', waarin de focus wordt gelegd op hoe ambachten, als corporatieve verenigingen van beroepsgenoten, stabiliteit wisten te behouden binnen een stedelijke samenleving die stevig onder druk kwam te staan in het turbulente 16e-eeuwse Antwerpen in vergelijking met de aangewende strategieën (politiek, sociaal, economisch en cultureel) van ambachten uit andere Brabantse steden als Mechelen en Leuven. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck • Ellen Burm
Van bisschop tot heks: een onderzoek naar de religieuze en mentale leefwereld van gewone gelovigen in het bisdom Antwerpen, 16de-17de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit onderzoeksproject is de focus gericht op de religieuze en mentale leefwereld van gewone gelovigen in het bisdom Antwerpen vanaf de tweede helft van de 16de eeuw tot en met de 17de eeuw. Het uitgangspunt daarbij is dat het kerkelijk pparaat (op de diverse niveaus: bisschop, deken, plaatselijke clerus) en de plaatselijke gemeenschappen van gelovigen geen afgescheiden gehelen zijn, maar culturele en sociale circuits vormen die met elkaar communiceren en op elkaar inspelen. Het impliceert dat zowel de 'officiële' Kerk en de modale gelovigen aandacht moeten krijgen vanuit een dynamisch perspectief. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef • Vrajabhumi Vanderheyden
De computationele leerbaarheid van morfologisch complexe talen. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstelling van het project: Traditionele systemen voor spellingcontrole maken gebruik van een woordenlijst. Wanneer een woord niet voorkomt in de woordenlijst, markeert het systeem het woord als "fout". Recente systemen (o.a. Németh 2009) benaderen het probleem van spellingcontrole voor agglutinerende talen vanuit een andere invalshoek: een woord wordt beschouwd als een spelfout, als het niet kan worden gegenereerd door eenachterliggend morfotactisch model. In dit project onderzoeken we hoe een spellingchecker kan gebruikt worden als hulpmiddel bij het automatisch leren van een morfotactisch systeem voor het Swahili. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Guy De Pauw • Walter Daelemans
Godsdienst, herinnering en identiteit in de zeventiende eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In de zestiende en zeventiende werd Europa geplaagd door een reeks godsdienstoorlogen. Een daarvan was de Opstand, een burgeroorlog die de zeventien Nederlanden uiteen reet. Dit project onderzoekt welke rol herinneringen aan die oorlog speelden in het creëren van nieuwe religieuze en politieke culturen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, en vergelijkt de herinneringsculturen in de Nederlanden met die van andere gebieden waar om het geloof was gestreden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
Voltooiing boekproject "Engaging with Language and Ideology: Pragmatic guidelines for Empirical Ideology research" en de ontwikkeling van de grondslagen voor een nieuw theorievormend onderzoek in de taalkundige pragmatiek. Universiteit Antwerpen Abstract: Voltooiing boekproject "Engaging with Language and Ideology: Pragmatic guidelines for Empirical Ideology research" en de ontwikkeling van de grondslagen voor een nieuw theorievormend onderzoek in de taalkundige pragmatiek. Organisaties: • Antwerps Centrum voor Pragmatiek (IPrA Research Center)
Onderzoekers: • Jozef Verschueren
Naar een synthese van kennisgebaseerde en datagebaseerde methodes in de computertaalkunde. Universiteit Antwerpen Abstract: Hybride systemen voor natuurlijke taalverwerking die diepe, op taalkundig inzicht gebaseerde, analyses combineren met de inductieve datagebaseerde methodes kunnen een significante verbetering van de accuraatheid en toepasbaarheid van de computertaalkunde bewerkstelligen. Er zijn evenwel verschillende manieren waarop een dergelijk hybridisering gerealiseerd kan worden. In dit project zal ik vooral kijken naar de cognitiewetenschap als inspiratiebron voor nieuwe hybride aanpakken. Dit werk bouwt voort op eerder werk rond memory-based language processing als cognitief relevant model. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Post-apartheid en postkoloniale Afrikaanse literatuur in Zuid-Afrika: een status quaestionis. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoek bestudeert vrouwelijke subjectiviteit in vier postkoloniale Zuid Afrikaanse werken in het Afrikaans. De vier werken samen bestrijken een periode van apartheid (officieel ingevoerd in 1948) tot 1994, het jaar van de afschaffing en de 18 jaren na de afschaffing van de segregatie. Poppie Nongena (1978) van Elsa Joubert, Agaat (2004) van Marlene van Niekerk, 30 nagte in Amsterdam (2008) van Etienne van Heerden en Noudat slapende honde (2008) van Ronelda S. Kamfer worden vanuit zowel postkoloniale als feministische invalshoek geanalyseerd (Bhabha, 1990; Bhabha, 1994; Spivak, 1988; McClintock, 1995). Door middel van textuele analyse van de vier werken worden een aantal concepten door internationaal gereputeerde specialisten (McClintock, 1995; Gardner, 1990) genuanceerd en wordt het postkoloniaal vrouwelijk subject in relatie tot familie, natie(vorming) en gemeenschap bestudeerd. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Kathleen Gyssels
Antwerpen Kinemastad. Een mediahistorisch onderzoek naar de naoorlogse ontwikkeling van de filmexploitatie en receptie in de stad Antwerpen (1945-2010) met focus op het Rex-concern. Universiteit Antwerpen
Abstract: Het project beoogt een multimethodisch onderzoek naar de naoorlogse ontwikkeling van filmexploitatie en -receptie in de stad Antwerpen (1945-2010) met focus op het Rex-concern. Door systematische analyse van de ontwikkeling van het Antwerpse bioscooplandschap en een grootschalig receptieonderzoek naar pers- en publieke discoursen zal de link worden gelegd tussen institutionele geschiedenis en filmbeleving. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi)
Onderzoekers: • Philippe Meers
De genese van Samuel Becketts roman Comment c'est / How It Is. Universiteit Antwerpen Abstract: Een elektronische genetisch-kritische editie van Becketts roman Comment c'est/How It Is, gecodeerd in XML (eXtensible Markup Language), bestaande uit transcripties en facsimile's van de 14 manuscriptversies van Comment c'est (facsimile's en transcripties) plus alle versies van Becketts eigen vertaling naar het Engels, met een kritisch apparaat om de lezer door de manuscripten te leiden. De editie gaat gepaard met een monografie waarin de genese van de tekst wordt geanalyseerd. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle
Medewerking aan het "Beckett Digital Manuscript Project" (FWO Vis.Postdoc.Fel., Anthony CORDINGLEY, Australië, Univ.Rouen-Frankrijk).. Universiteit Antwerpen Abstract: Met de toestemming van de Estate of Samuel Beckett werkt het Centre for Manuscript Genetics (CMG; centrum voor tekstgenetica) aan de UA momenteel, in samenwerkimg met de Beckett International Foundation en het Harry Ransom Humanities Research Center (University of Texas at Austin) aan een digitale genetisch-krititische editie: het 'Beckett Digital Manuscript Project' omvat alle bewaard gebleven manuscripten van Becketts werken. Elk werk vomt een aparte module. Dit internationale samenwerkingsverband is het bredere kader waarbinnen deze projectaanvraag te situeren is. Het project zal erin bestaan, in samenwerkimg met het CMG, de module rond Becketts tweetalige roman "Comment c'est/How It Is" binnen dit kader te realiseren, voortbouwend op het werk van Edouard Magessa O'Reilly. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Dirk Van Hulle
Transformation of Empire: Historiography, Ritual Communication, and Religion in the Later Roman Empire Universiteit Gent Abstract: Het project stelt zich tot doel de fundamentele transformatie van het vroege naar het late keizerrijk te vatten door lange-termijn veranderingen in drie gebieden in detail te bestuderen: de geschiedschrijving ontwikkelt een nieuw begrippenapparaat de relatie tussen onderdaan en heerser wordt progressief geritualiseerd de christianesering is een onderdeel van een wijziging in de wijze waarop men over godsdienst nadacht. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Peter Van Nuffelen
Dichterschap en zelfbesef in de vroegmoderne tijd. De representatie van het stedeljike individu in Eduard de Denes "Testament Rhetoricael" Universiteit Gent Abstract: Dit project wil het Testament Rhetoricael (1561) van de Brugse dichter Eduard de Dene (1505-tussen 1576 en 1579) lezen als een representatie van het zelfbesef en de individualiteit van de auteur ervan. Dit zal gebeuren door de collectie te confronteren met een aantal theorieën over het zelf. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse literatuur
Onderzoekers: • Jurgen Pieters
De Laurion doorgelicht: Archeo-topografische analyse van ertwasserijen en hun watervoorzieningsystemen in de zilverateliers van Attica Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp van het voorgestelde onderzoek richt zich tot de Laurionstreek in Attica. Het opzet is via GIS een overzicht te creëren van de aldaar gesitueerde archeologische structuren die in verband kunnen gebracht worden met metallurgische activiteiten. Hierdoor wordt de interne en externe werking ervan als het ware blootgelegd. Specifieke aandacht zal besteed worden aan de watervoorzieningssystemen van de zilverateliers. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Roald Docter
Verbale perifrases in het Grieks: een typologisch en diachronisch onderzoek vanuit cognitief-linguïstisch perspectief. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt het gebruik van verbale perifrases in het postklassiek Grieks op basis van een corpus van vroeg-christelijke biografische (narratieve) tekste. Het project is ingebed in theorie die gekend is onder de verzamelnaam 'Cognitieve Linguïstiek". Volgende doelstellingen staan centraal: (1) definitie en typologie 2) beschrijving van de positie in het verbaalsysteem (3) beschrijving van het gebruik in context (pragmatiek), Organisaties: • Vakgroep Latijn en Grieks
Onderzoekers: • Marc Janse
Taalvariatie en constructionele semantiek: argumentstructuur-constructies Universiteit Gent Abstract: Het project bevindt zich op het snijpunt van constructiegrammatica, historische taalkunde en variationele sociolinguïstiek. Op basis van uitgebreid kwalitatief en kwantitatief corpusonderzoek naar de semantische eigenschappen van argumentstructuur-constructies in verschillende (regionale, stilistische en diachrone) variëteiten van het Nederlands, wil het project patronen van taalvariatie en -verandering in constructionele semantiek blootleggen en analyseren. Organisaties: • Vakgroep Nederlandse taalkunde
Onderzoekers: • Johan De Caluwe
Ontwikkeling van chemische isolatiemethoden en meetprotocols voor koper-, antimoon- en titaanisotopenanalyse van antiek glas door middel van multicollector-ICP- massaspectrometrie. Universiteit Gent Abstract: Een analytische methodiek, bestaande uit (i) het zuiver en kwantitatief isoleren van het analiet (Cu, Sb, Ti) van de begeleidende matrix en (ii) het verwerven van isotopische informatie via multicollector-ICP-massaspectrometrie, zal ontwikkeld worden voor herkomstbepaling van Cu-, SBen Mn- gebaseerde reagentia gebruikt in de oudheid om glas te (ont) kleuren. Ook niet-destructieve (femtoseconde) laser ablatie MC-ICP- MS zal hiertoe ingezet worden. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
Ontwikkeling van een filosofische theorie voor een geschiedschrijving van het subject, de leefwereld en de ervaring Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de ontwikkeling van een filosofische theorie die de cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis in staat stelt de leefwereld, het subject en de ervaring tot haar onderwerp te maken. Dit zal gebeuren door te vertrekken van de cultuurfilosofie van Ernst Cassirer en door deze te contrasteren met de traditionele hermeneutiek en de historiografische praktijk. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Een literair-maatschappelijke hergeboorte van klassieke tragedie na Nietzsche. Een poëticale receptiestudie naar de sociale integratie van een 'klassieke' tragische conditie in Duitse literaire en dramatische teksten, begin 20e eeuw. Universiteit Gent Abstract: Dit project wil de receptie van verhaalstof, taal-en vormstructuren van de klassieke tragedie in het dramatische en poëticale werk van de Duitse dichter Paul Ernst (1866-1933) onderzoeken. Als reactie op de contemporaine samenleving en geïnspireerd door Nietzsche, engageerde hij zijn werken om een artistieke en maatschappelijke ?renaissance? van een ?tragische conditie? te realiseren Organisaties: • Vakgroep Duits
Onderzoekers: • Benjamin Biebuyck
"L'union fait la force? Literaire samenwerking in Groot-Britanië in de lange negentiende eeuw" Universiteit Gent Abstract: Dit doctoraat vormt een belangrijke aanvulling op lopend onderzoek naar literaire samenwerking in de negentiende eeuw, dat hoofdzakelijk focust op schrijverskoppels, maar voorlopig weinig aandacht besteedde aan de rol van salons en schrijversnetwerken. Een theoretisch referentiekader (Perre Bourdieu, Judith Butlers theorie van de " performativity") wordt aangevuld met case studies en onderzoek naar het economisch belang van multiple autorship. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Sociale vernieuwing en artistocratseringsprocessen bij de stedelijke elites van laatmiddeleeuws Vlaanderen. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksproject is gericht op de samenstelling van de stedelijke elites van de grote en middelgrote steden van het graafschap Vlaanderen in de late middeleeuwen. Dit was een sleutelfase in de gescheidenis van stedelijke elites, waarbij deze zich met groeiend succes wisten te affirmeren tegenover de corporatieve middengroepen. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Marc Boone
Grensgebieden in beweging. Grenzen, beweging en geschiedenis in de regio van het Kivu meer. Universiteit Gent Abstract: Historisch onderzoek naar de grens tussen Rwanda en Congo (ca. 1880-1962) Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Jean Sebastian Lecocq
De Rossetti's in context: De poëzie van Dante Gabriel en Christina Rossetti in negentiende-eeuwse Britse en Amerikaanse tijdschriften Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt een historiserend en contextualiserend onderzoek naar de al dan niet geautoriseerde publicatie van de poëzie van de Victoriaanse dichters Dante Gabriel Rossetti en Christina Rossetti in negentiende-eeuwse Britse en Amerikaanse tijdschriften. Organisaties: • Vakgroep Engels
Onderzoekers: • Maryse Demoor
Hoe kan de radical Verlichting geactualiseerd worden zonder haar radicaliteit te verliezen? Fichtes conceptie van de radicale Verlichting en de betekenis ervan voor het hedendaags debat over vrijheid, tolerantie en pluralisme. Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt de historisch- coneptuele mogelijkheidsvoorwaarden voor een nieuwe conceptie van de radicale Verlichting die, anders dan de traditionele visie en de recentste studies van de Verlichting, a)ook verlichte filosofieën met een religieuze dimensie kan omvatten en b) tot een kritiek op het hedendaags politiek- filosofische debat over de relaties tussen individuen, maatschappij(en) en staat kan bijdragen. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Gertrudis Van de Vijver
Ontwikkeling van chemische isolatiemethoden en meetprotocols voor koper-, animoon- en titaanisotopenanalyse van antiek glas door middel van multicollector-ICP- massaspectrometrie. Universiteit Gent Abstract: Een analytischemethodiek, bestaande uit (i) het zuiver en kwantitatief isoleren van het analiet (Cu, SB of Ti) van de begeleidende matrix en (ii) het verwerven van isotopische informatie via multicollector-ICP- massaspectrometrie, zal ontwikkeld worden voor herkomstbepaling van Cu-, Sb- en Mn- gebaseerde reagentie gebruikt in de oudheid om glas te (ont)kleuren. Ook niet-destructieve (femtoseconde) laser ablatie MC-ICP-MS zal hiertoe ingezegt worden. Organisaties: • Vakgroep Analytische chemie
Onderzoekers: • Frank Vanhaecke
A judgemental theory of collectieve modal knowledge with applications. Universiteit Gent Abstract: In de informatiegerichte maatschappij bouwen rationele agenten hun kennis op op basis van ontvangen informatie. De doelstelling van dit onderzoek is een logica te verkrijgen waarin oordelen met relevante informatie gestructureerd worden en de epistemische attitudes van de agenten uitgedrukt worden door modaliteiten. Er wordt een formele taal ontwikkeld met een multi-bronnen en multi-ontvanger structuur, die toepassingen heeft in de computerwetenschappen en de verkaring van collectieve kennis. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Joke Meheus
Een ethische analyse van leeftijd als criterium bij beslissingen in de gezondheidszorg. Universiteit Gent Abstract: Het project zal onderzoeken of en in welke mate het gebruik van leeftijd bij het nemen van beslissingen in de gezondheidszorg een vorm van discriminatie is. Hiervoor zal onder meer een vergelijking worden gemaakt met andere vormen van discriminatie zoals onderscheiden gemaakt op basis van geslacht, seksuele voorkeur enz. De analyse gebeurt binnen het bredere kader van theorieën over verdelende rechtvaardigheid. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Guido Pennings
Sociale mobiliteit in het klassieke Athene Universiteit Gent Abstract: Een onderzoek naar de mogelijkheden, patronen en determinerende factoren van sociale mobiliteit in het vijfde- en vierde-eeuwse Athene. Het project stelt zich als doel een nieuw interpretatiemodel te ontwikkelen, dat in staat zal zijn de contrasterende visies binnen het academische debat omtrent de aard van de Atheense maatschappij te verzoenen. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Andries Johan Zuiderhoek
De horizonten van Guibertus van Gembloers (1124/25-1214). Historisch-antropologisch onderzoek naar de wereld van een benedictijnse briefschrijver uit de decennia na de 'crisis' van het traditionele cenobitisme Universiteit Gent Abstract: Vanuit de briefwisseling van de benedictijner monnik Guibertus van Gembloers wil dit historisch-antropologische onderzoek nagaan hoe het traditionele benedictinisme in de Zuidelijke Nederlanden zich wist te positioneren, zowel maatschappelijk als spiritueel, tijdens de decennia volgend op de vermeende (crisis' in het traditionele cenobitisme (Van Engen, 1986). Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Jeroen Deploige
Machtsevenwicht en internationaal recht. De Europese diplomatie en de uitwerking van de internationale orde, 18de eeuw en post-1945. Universiteit Gent
Abstract: Het onderzoek wil nagaan in welke mate het Europese machtsevenwicht van de vroege achttiende eeuw (1713-1740) terugkeert in de Europese contestatie van de schijnbaar bipolaire wereldorde na 1945. De juridische vertaling van een multipolaire orde vormt daarbij het analytisch kader, de diplomatieke correspondentie (door juristen maar weinig behandeld naast verdragen en doctrine) de voornaamste bron. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Dirk Heirbaut
Via het lichaam. Uitdrukkingen van de menselijke conditie via het lichaam in de hedendaagse juweelkunst en beeldhouwkunst. Universiteit Hasselt Abstract: Dit onderzoek naar de mogelijkheden van hedendaagse juweelkunst en beeldhouwkunst, onderzoekt de uitdrukkingen van het menselijk lichaam voor moeilijkheden waarmee we geconfronteerd worden in de hedendaagse Westerse maatschappij. Het doel is om artistiek werk te ontwikkelen dat mogelijkheden en gelegenheden biedt om de toeschouwer te confronteren met moeilijkheden en problemen betreffende mentaliteiten en maatschappij, om zo een kritische reflectie en discussie teweeg te brengen. Hiervoor wordt de positie van het lichaam in onze maatschappij alsook de verhouding van het lichaam tegenover lichamelijke afbeeldingen bestudeerd door het ontwikkelen van artistiek werk gebaseerd op het (ver-)vormen van het menselijke lichaam. Het gebruik van zowel hedendaagse juweelkunst als beeldhouwkunst versterkt deze confrontatie door de verscheidenheid in materialen, groottes en draagbaarheid. Organisaties: • Media, Arts and Design • Niet onderzoeksgroep gebonden projecten
Onderzoekers: • Bert WILLEMS
INTERcCOM: Interculturele Communicatie in de Euregio Maas-Rijn Universiteit Hasselt Abstract: De Euregio Maas-Rijn, de provincies Limburg en het land Noord-Rijn Westfalen hebben dit onlangs erkend door een omvangrijke ondersteuning van een ambitieus project: INTERcCOM: Interculturele communicatie in de Euregio Maas-Rijn. INTERcCOM wordt ontwikkeld door een internationaal consortium: Provinciale Hogeschool Limburg (PHL), Centrum Toegepaste Linguïstiek - Universiteit Hasselt (CTL-UHasselt), CommArt International (spin-off UHasselt), Hogeschool Zuyd, Institut Supérieur des Langues Vivantes - Université de Liège (ISLV - Ulg), RheinischWestphälische Technische Hochschule (RWTH) Aachen en Gymnasium St. Leonhard Aken. Het project heeft als hoofddoelstelling om op een innovatieve manier en via interactieve e-modules (blended learning) studenten uit de Euregio Maas-Rijn beter te leren communiceren in de drie Euregionale talen: Frans, Nederlands en Duits. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden met alle cultuurverschillen die in deze complexe grensregio bestaan. Bovendien voorzien de modules een onderdeel voor (potentiële) studenten afkomstig uit Polen en Turkije. Aan de ontwikkeling gaat een uitgebreid onderzoek vooraf naar taal- en cultuurverschillen, enerzijds tussen de vijf deelregio's van de EMR onderling, anderzijds tussen Turkije, Polen en de EMR. INTERcCOM streeft dus naar een versterking van de communicatieve vaardigheden van toekomstige deelnemers op de Euregionale arbeidsmarkt. Ook om die reden zullen de onderzoeksresultaten verder benut worden ten dienste van de bedrijfswereld. Organisaties: • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek • Centrum voor Toegepaste Linguïstiek
Onderzoekers: • Martine VERJANS
Sabbatverblijf van Prof. Anat FEINBERG: Language, Alienation and Hybrid Identity in the Literary Works of Exiled IraqiJewish Writers. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het Vlaams Academisch Centrum (VLAC) kende aan Heidy Margrit Müller en Kamal Kolo (Vakgroep Taal- en Letterkunde, Vrije Universiteit Brussel) een onderzoeksproject toe over Language, Alienation and Hybrid Identity in the Literary Works of Exiled Iraqi-Jewish Authors. Als buitenlandse collega is Prof. Anat Feinberg (Hochschule für Jüdische Studien, Heidelberg) bij het project betrokken. Het onderzoek zal leiden tot publicaties over de literaire werken van auteurs van Iraaks-Joodse afkomst die in de diaspora leven (o.m. Samir Naqqash, Sami Michael, Eli Amir, Shimon Ballas, Naim Kattan, Mona Yahia en Nissim Rejwan). De Joodse gemeenschap was sinds de Oudheid - sinds de Babylonische ballingschap - in Mesopotamië ingeburgerd. In de eerste helft van de twintigste eeuw hebben schrijvers van Joodse afkomst een belangrijke bijdrage geleverd tot de Iraakse literatuur en cultuur. In de periode van 1947 tot 1973 heeft echter bijna de hele Joodse bevolking van Irak (meer dan 120.000 mensen) het land (moeten) verlaten. De romans en verhalen van de auteurs die in hun kindertijd of jeugdjaren uit Irak moesten vluchten, thematiseren zeer genuanceerd enerzijds het leven in de tijd van voor de vervolging en de vlucht, anderzijds de problemen van de immigratie en van het leven als Arabischtalige joden in Israël of in de Westerse wereld, verscheurd tussen culturen die elkaar als vijandig beschouwen. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Kamal KOLO • Margrit MULLER Heidy
'Law and Autonomic Computing: Mutual Transformations'- (Besteding sabbatical leave 2009-2010) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Recht en autonome computers : wederzijdse transformaties Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT
Identiteitsconstructie: dagelijks leven, ontmoetingsplaatsen en beelden van Italiaanse migranten in Brussel 1880-1935. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het project beoogt bij te dragen tot de studie van de "lived experience" en beeldvorming van migranten in hun onthaalsteden. Het sluit aan bij recent onderzoek m.b.t. identiteitsconstructie dat vooral tot uiting komt bij confrontatie meyt de andere(n). Het project wil onderzoek doen naar processen van integratie, cohesie, segregatie en racisme. Het richt zich op de Italiaanse gemeenschap in Brussel tussen 1880 en 1935. Constructie van identiteit (eigenheid) zal worden bestudeerd vanuit twee nauw met elkaar verwante invalshoeken: de dagelijkse levensomstandigheden van Italianen in Brussel en de wijze waarop deze mensen werden bekeken door de autochtone bevolking. Wat het eerste betreft, richt het onderzoek zich op de huisvesting van migranten, hun beroepen, de winkels waar ze zich bevoorraadden en hun sociale en culturele contacten. Ruime aandacht zal gaan naar de publieke plaatsen van de Italiaanse gemeenschap (winkels, restaurants, cafés, clubs, kerken, markten, ...). Het aanverwante luik (de "blik van de Brusselaar") betreft een studie naar beeldvoring in pers en literatuur. Wat dit luik betreft, ligt het accent op de vier jaren waarin Brussel een internationale tentoonstelling herbergde, wat gepriviligieerde momenten van confrontatie en contact betekenden. Aan bronnen geen gebrek: bevolkings- en vreemdelingenregisters, advertenties (kranten, weekbladen, brochures), lokale, nationale en internationale kranten, politiearchieven (in Brussel en Firenze), adresboeken, mondelinge geschiedenis, iconografisch materiaal. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Olivier DE MARET • PETER SCHOLLIERS
Autobiografie en autobiografische roman in de Nederlandstalige literatuur na 1985: een genologisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project wil een typologie ontwikkelen die aan de spanning tussen het canonieke autobiografische schrijven en de hedendaagse (postmoderne) experimenten recht doet en die daarbij rekening houdt met de tussenpositie van de modernistische autobiografie. Voor de ontwikkeling van de typologie worden nieuwe literatuurtheoretische inzichten in de problematiek van referentialiteit en authenticiteit gebruikt. Op die manier wordt de blik gescherpt voor de veelheid aan vormen van autobiografisch schrijven die zich in de naoorlogse periode ontwikkeld hebben. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • HANS VANDEVOORDE
De diachronische ontwikkeling van het gebruik van de woordgroepen afgeleid van het Franse travers en het Italiaanse traverso: een onderzoek naar grammaticalisatie en semantische ontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het voorgestelde project wil een eerste stap zijn in de algemene analyse van de diachronische evolutie en de grammaticalisatie op Romaans niveau van twee representatieve, maar vrijwel niet onderzochte prepositionele woordgroepen. Het gaat om de ruimtelijke uitdrukkingen die afgeleid zijn van het Franse travers en het Italiaanse traverso; allen stammen af van het lexicon dat zich vormde rond het Latijns tran(s)versu(m). Het onderzoek behelst een exhaustieve analyse van de evolutie van deze woordgroepen (inclusief de Latijnse) vanaf het klasiek Latijn tot het hedendaags Frans en Italiaans. De reconstructie van de respectievelijke ontwikkelingen zal worden gerealiseerd met behulp van verscheidene digitale databases. Voor een eerste classificatie en voor de formulering van werkhypothesen zal worden uitgegaan van een nog uit te werken, kritische synthese van de resultaten van de bestaande literatuur over het onderwerp. De globale interpretatie van de fenomenen volgt uiteraard naar het einde van het onderzoek toe. Deze studie zal interessante theoretisch-methodologische suggesties kunnen opleveren, die toelaten de beschrijving van grammaticalisatie en de mechanismen van semantische ontwikkeling te verfijnen. Bovendien zal dit project een belangrijke lacune in de diachronische beschrijving van de Franse en Italiaanse preposities weg kunnen werken. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • Thomas HOELBEEK • DIRK VANDEN BERGHE
Geautomatiseerde statistische anticipaties en het recht. Een juridisch onderzoek naar de mogelijkheden voor grondwettelijke waarborgen binnen het recht op privacy, de bescherming van persoonsgegevens en non-discriminatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In het sterk opkomende gebied van proactive computing wordt het verleden op een zeer specifieke manier ingezet om een bepaalde toekomst te anticiperen en te produceren . namelijk door het handelen van individuen te voorzien op grond van verwachtingen die zijn gegenereerd door middel van geautomatiseerde statistische algoritmes (zoals bijvoorbeeld in Amazon.s aanbevelingsalgoritmen). De vraag is of dit zou kunnen leiden tot een dusdanige sturing van toekomstige mogelijkheden van een individu dat men deze kan definiëren als een grondwettelijke inbreuk op de persoonlijke identiteit, dan wel op het gelijkheidsbeginsel. Tegelijkertijd is het niet onwaarschijnlijk dat noch het privacyrecht, noch het dataprotectierecht, noch het antidiscriminatierecht, afdoende bescherming kan bieden tegen dergelijke gedragsbeïnvloeding. Bij het recht op de bescherming van persoonsgegevens is het de noodzakelijke link naar een identificeerbare natuurlijke persoon, die problematisch lijkt (omdat vaak sprake zal zijn van toepassing van een statistische categorisatie op een geanonimiseerd individu); bij het privacyrecht is het de sfeer van het privé-leven die mogelijk te beperkt is; en wanneer de grond voor ongelijke behandeling geen gevoelige discriminatoire grond betreft zal vermoedelijk ook het recht op non-discriminatie niet van toepassing zijn. In dit doctoraatsproject wordt gezocht naar constitutionele en/of wettelijke aanpassingen die aan deze lacune het hoofd zouden kunnen bieden. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Ekaterina DE VRIES • SERGE GUTWIRTH
Epistemische logica met justificatie en contexten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project stelt het formaliseren van een epistemologisch contextualisme voorop. De nadruk ligt daarbij op kennistheorieën die de onderzoekspraktijk centraal stellen in hun definitie van context. Dit project heeft twee luiken: - De ontwikkeling van een epistemische logica waarin (a) kennisuitspraken contextgevoelig zijn en (b) expliciet verwijst naar de beschikbare verantwoording kan worden verwezen. Epistemische logica met justificatie dient als basis en wordt uitgebreid met agenda's en acties om contexten te wijzigen. - De toetsing van de oorspronkelijke (informele) contextualistische kennistheorieën aan de gevolgen van de formele theorie.
Organisaties: • Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • JEAN VAN BENDEGEM
Seculiere naastenliefde? Een kritische bevraging aan de hand van de filosofie van Friedrich Nietzsche. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De centrale vraagstelling luidt: in hoeverre is het behoud van naastenliefde in een seculier wereldbeeld mogelijk? We werken deze vraagstelling verder uit in twee probleemstellingen: (1) in hoeverre is ook vanuit niet-godsdienstige optiek naastenliefde intrinsiek verbonden met het idee van een (religieuze) transcendentie, zodat het realiseren ervan binnen een louter seculier wereldbeeld problematisch wordt? (2) Is er dan een vorm van naastenliefde denkbaar die louter gefundeerd is op seculiere gronden? Op welke manier zou deze dan seculier gefundeerd worden? Wij wensen deze doelstellingen te benaderen aan de hand van de filosofie van Friedrich Nietzsche, waar een niet-godsdienstig wereldbeeld tot in zijn uiterste consequenties is doorgedacht. We maken een omvattende studie van de rol van de naastenliefde in het werk van Nietzsche, vertrekkend vanuit de hierboven geformuleerde probleemstellingen. Deze studie wenst op die manier een analytische bijdrage te leveren vanuit niet-godsdienstige standpunt aan het debat van een seculiere naastenliefde. Organisaties: • Wijsbegeerte-Moraalwetenschappen
Onderzoekers: • ELSE WALRAVENS
Levenslopen aan de rafelrand: 'bedelaars' en 'landlopers' in Belgische Rijksweldadigheidskolonies. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In 'Levenslopen aan de rafelrand' wordt nagegaan welke mannen en vrouwen tijdens de jaren 1890-1910 in Belgische Rijksweldadigheidskolonies terecht kwamen en waarom. Onderzocht wordt in welke mate het ging om personen vervolgd in het kader van een geconcerteerde repressie ten aanzien van bedelaars en landlopers en in welke mate om vrijwillige opnamen. In eerste instantie leidt dit naar een analyse van doelstellingen der beleidsmakers en de lokale variaties in de toepassing van de wetgeving. Op de tweede plaats willen we de levenslopen van de onderscheiden groepen 'kolonisten' recontrueren. Wat was er zo specifiek aan hun levenstraject dat ze ofwel voor vervolging in aanmerking kwamen ofwel op eigen initiatief een verblijf binnen de muren opzochten? Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Anne WINTER • CATHARINA LIS
Een analyse van zin. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De zinvraag wordt op filosofisch vlak vrijwel genegeerd. Toch is er wel degelijk fundamenteel onderzoek mogelijk, met zowel theoretische als niet-substantiële maatschappelijke relevantie. Een van de elementen van zin is dat het verlangen naar een zinvol leven een objectief gegeven is, maar het antwoord erop alleen relevant is als het aanspreekt, zonder dat dit de laatste inhoudt dat zin daardoor een subjectief gegeven zou zijn. Zingeving lijkt hier met het verstaan van betekenis verbonden, terwijl de betekenissen zelf een publiek karakter vertonen, en dus de subjectieve betrokkenheid daar weer afhankelijk van is. De samenhang tussen zin en betekenis kan ook nog vanuit een andere hoek worden benaderd, waarbij betekenis dan ruimer wordt opgevat. Wat is een bepaalde context als zinvol kan worden ervaren, verliest zijn zin (zijn betekenis) in een andere. We kunnen dit het principe van de recontextualisering noemen, waarbij deze mogelijkheid tot hersitueren oneindig lijkt. Wil het verlangen naar zin niet omslaan in zinverlies, dient het zich echter noodzakelijk te verzoenen met eindigheid.De vraag is dan hoe het proces van verzoening functioneert. Organisaties: • Centrum Leo Apostel
Onderzoekers: • Nicole NOTE
De volkenbond, prostituees en hun "rehabilitatie" Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit project wil ik een vergelijkende analyse maken van de internationale initiatieven van de Volkenbond rond de rehabilitatie van prostituees en de visie van prostituees zelf over het fenomeen prostitutie. Enerzijds wil ik het discours van de Volkenbond en zijn nationale (gouvernementele en niet-gouvernementele) partners over prostitutie en de rehabilitatie van prostituees analyseren. Anderzijds zal de socioeconomische achtergrond van prostituees uit twintig verschillende landen aan bod komen om de motivaties om zich te prostitueren en de oplossingen om uit het prostitutiemilieu te stappen te vergelijken. Zo wil het onderzoek zowel aansluiting vinden bij de studie van internationale en vrouwenorganisaties en hun visie op sociale kwesties, alsook een historisch perspectief bieden aan actuele debatten over prostitutie. Het vernieuwende van deze studie is dat de mening van de betrokken personen een centrale plaats in het onderzoek krijgt. Gebruik makend van het bronnenmateriaal over rehabilitatieprogramma's en de antecedenten van prostituees dat in het archief van de Volkenbond (VN-bureau in Genève) bewaard is, wil ik drie hoofdvragen beantwoorden. Wat was de visie van de Volkenbond en zijn nationale partners op prostitutie? Hoe definieerden prostituees zelf arbeid, prostitutie en rehabilitatie? En in welke mate speelde de socio-economische achtergrond van de geïnterviewde prostituees een rol bij het uitoefenen van prostitutie en bij de wil of onwil om uit het prostitutiemilieu te stappen? Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • Magaly RODRIGUEZ GARCIA Maria
Financiering IOF-Proof of Concept: valorisatie van een draagbaar optisch meetsysteem voor de niet-destructieve in situ karakterisering van cultureel erfgoed materiaal Vrije Universiteit Brussel Abstract: valorisatie van een draagbaar optisch meetsysteem voor de niet-destructieve in situ karakterisering van cultureel erfgoed materiaal Organisaties: • Kunstwetenschappen en Archeologie • Toegepaste Natuurkunde en Fotonica
Onderzoekers: • HUGO THIENPONT • WENDY MEULEBROECK • KARIN NYS
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Renmin University of China_Wang Honyu Vrije Universiteit Brussel Abstract: Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Renmin University of China_Wang Honyu Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • BRUNO COPPIETERS • Xiaokun SONG
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-Goethe Universitat (Frankfurt)_Stefanie Weil Vrije Universiteit Brussel Abstract: Joint PhD overeenkomst voor Stefanie Weil Organisaties: • Politieke Wetenschappen
Onderzoekers: • GUSTAAF GEERAERTS
Expanded Documentary: Een studie naar de mediale mogelijkheden van documentaires Hogeschool Gent Abstract: Wat kunnen de hedendaagse ontwikkelingen in mediale opstellingen voor documentaire filmmakers betekenen? In 1970 beargumenteerde Gene Youngblood in zijn visionair boek Expanded Cinema hoe men met film en video tal van nieuwe mediale experimenten kan ontwikkelen die niet alleen een radicaal andere beleving evoceren, maar die het audiovisuele medium in zijn geheel ook nieuwe betekenissen en een ruimere horizon bieden. Met dit project willen beide promotoren (vanuit hun expertise in respectievelijk de antropologische documentaire en de mediatheorie) deze probleemstelling vooropstellen in een hedendaagse context met betrekking tot documentaires. Hiermee willen we aansluiten bij een internationale tendens die sinds enkele jaren uitdrukkelijk onder de (documentaire) kunstenaars leeft: de zoektocht naar andere reflectiekaders en beeldstrategieën. Mediale opstellingen voorzien hierbij in een ruim register aan alternatieve presentatiemogelijkheden (denken we bijvoorbeeld aan interactieve en generatieve installaties, 3-dimensionale en dynamische visualisaties). Tevens ontwikkelde de mediakunst het laatste decennia in een versneld tempo eigen artistieke benaderingen en visualiseringmethodes die de documentaire een erg creatief instrumentarium kunnen bieden. Dit project wil, vertrekkende vanuit de artistieke praktijk van Jasmina Fekovic, Sarah Vanagt en Laurent van Lancker, nagaan hoe een dialoog tussen documentairefilm, mediakunst en theorie een surplus kan generen. De centrale onderzoeksvraag is hierbij: hoe kan dit team de mediale technieken en logica’s als middel gebruiken voor een verruiming van documentaire demarches? Hoe kan men voorts een reflectie of kritiek ontwikkelen op de bestaande beeldcultuur of kunsttraditie door middel van beeldcitaten, vervreemdingseffecten of heropvoeringen? Hoe kunnen mediale opstellingen het werk vanuit een zintuiglijke en belichaamde benadering, ervaringen van dislocatie, breuken (in plaats, cultuur, tijd), culturele transitie simuleren en versterken? Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Theoretische omkadering van de kunstpraktijk • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • An van Dienderen • Robrecht Vanderbeeken
De vrije wil en de verhouding van de mens tot God en zichzelf in de 17eeeuwse filosofie bij Malebranche, Fénelon en Pascal KU Leuven Abstract: Na de Reformatie gaat de 17e eeuwse mens gebukt onder angst, een groot schuldbesef, en de vrees bedrogen te worden (inclusief door zichzelf). Hoe verhoudt deze mens zich tot God en zichzelf, en hoe kan de filosofie een antwoord bieden op de existentiële drama's van de 17e eeuwse mens. We onderzoeken deze kwesties bij Pascal, Malebranche en Fénelon, waarbij we speciale aandacht hebben voor de implicaties van het debat van de eigenliefde en de pure liefde voor het vraagstuk van de vrije wil. Organisaties: • OE Husserl-Archief: Centr.Fenomenologie
Onderzoekers: • Roland Breeur • Vincent Caudron
Geloof in logica en filosofie. KU Leuven Abstract: In mijn doctoraatsthesis argumenteer ik voor de filosofische relevantievan de dynamische wending in de epistemische logica. Dit deelgebied vande logica houdt zich bezig met het formeel beschrijven van het logischegedrag van epistemische noties zoals kennis, overtuiging, (subjectieve)kans, etc. Een typisch studieobject is het principe van positieve introspectie: als een persoon weet dat p, volgt hier dan meteen uit datze ook weet dat ze weet dat p? De fundamenten van de epistemische logica werden gelegd door J. Hintikka en anderen in de jaren 60 van de 20e eeuw. Deze auteurs werkten vanuit een expliciet filosofische motivatie: het was hun bedoeling om hun technische resultaten uit de epistemische logica te gebruiken in de filosofische (epistemologische) analyse van kennis. Later werd meer en meer werk in de epistemische logica verricht door economen (speltheorie) en computerwetenschappers (multi-agent systemen, cryptografie, etc.). Zij gebruik(t)en de epistemische logica omspecifieke p Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Stefaan Cuypers • Lorenz Demey
Naar een personalistisch republicanisme: persoon-zijn en burgerschap bij Ricoeur. KU Leuven
Abstract: Dit onderzoeksproject wil een derde weg blootleggen in de burgerschapstheorie, voorbij de huidige tweedeling tussen civic humanism en civic republicanism. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de traditie van het personalisme en in het bijzonder van het werk van Paul Ricoeur. Het project bestaat uit twee hoofddelen. In het eerste deel zal ik onderzoeken in hoeverre Ricoeur het personalisme een nieuwe ontologische basis kan verschaffen. In het tweede deel zal ik een soort personalistisch republikanisme ontwikkelen, vertrekkende van het politieke denken van Ricoeur. Dit personalistisch republikanisme moet civic republicanism overstijgen door af te stappen van individualistische vooronderstellingen, terwijl het tegelijkertijd ook afstand neemt van civic humanism door middel van een alternatief positief vrijheidsconcept. Het personalistisch republikanisme moet uiteindelijk in staat blijken om het hoofd te bieden aan theoretische uitdagingen die verbonden zijn aan de recente transnationale en Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Bart Raymaekers • Dries Deweer
Reinterpreting the Analogy of being: A Dialogue between Erich Przywara and Edith Stein KU Leuven Abstract: The primary focus of this dissertation is to explore the reinterpretation of the analogy of Being in the work of Rich Przywara and Edith Stein.It will thus seek to be a close textual comparison of each thinkers main work: Przywara's 'Analogia' and Stein's 'Finite and Eternal Being'. The point of departure for comparison will be taken primarily from Stein'sown words in the 'Preface of the Author' of 'Finite and Eternal Being' about some of the main similarities and differences between her work andPrzywara's. Following from Stein's own remark the shared similarities between them concerning the relation between philosohy and theology will be treated as well as the similar views on the relation between the creature and Creator. The primary difference that Stein mentions between thetwo is one of method or approach, that is, the historically immanent approach of Przywara and the more supra-historical approach of Stein. I will thus argue that the difference between these two points of departu Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • Philip GONZALES • William Desmond
Hobbes's Theory of Justice KU Leuven Abstract: Hobbes Theorie van Rechtvaardigheid. Deze dissertatie streeft ernaar een omvattende, historisch geïnformeerde,filosofische analyse van de theorie van rechtvaardigheid van de Engelsefilosoof Thomas Hobbes (1588-1679) te bieden. Het bestudeert zijn veranderendeconceptualiseringen van rechtvaardigheid en verwante termen, en toont de plaatsen rol van rechtvaardigheid in zijn morele, politieke, en rechtsfilosofie.De dissertatie bestaat uit acht hoofdstukken,verdeeld over drie delen: Moraal, Politiek en Recht. Deel 1 behandelt derelatie tussen rechtvaardigheid, natuurwet, en het goede. Deel 2 richt zich metname op distributieve rechtvaardigheid en eigendomsrecht. Deel 3 onderzoekt deverbanden tussen rechtvaardigheid, hoogverraad, en de wet.HNL" lang="NL">oofdstuk 1 argumenteert dat Hobbes verdediging van de relatieve aard van alle waarde het hem onmogelijkmaakte plek te geven aan de notie morele goedheid. Omdat hij het j Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Helder De Schutter • Johannes Olsthoorn
Evolution and Normativity KU Leuven Abstract: This dissertation aims to problematize various attempts to use evolutionary theory or biological processes to better conceptualize health and disease (normativism, naturalism, Darwinism) and does so by appealing to the work of Georges Canguilhem as well as biological theories such as plasticity and niche construction. Organisaties: • OE Centr. Logica en Analyt. Wijsbegeerte
Onderzoekers: • Andreas De Block • Jonathan Sholl
Pessimism in Kant and Schopenhauer. On the Horror of Existence KU Leuven Abstract: Dit doctoraal onderzoek had tot doel vast te stellen dat de ethiek en godsdienstfilosofie van Immanuel Kant en Arthur Schopenhauer als reactie kan beschouwd worden op een onderliggende laag pessimisme. Meer bepaald werden de volgende 4 doelen nagestreefd:1) Het vaststellen dat Kants ethiek een vorm van pessimisme onderschrijft, namelijk een existentieel pessimisme dat een oneindige afstand postuleert tussen de natuurlijke verlangens van de mens en de morele wet. Daarenboven stelt Kant ook vast dat er binnen de menselijke indifferente vrije keuze een positieve drang bestaat om deze natuurlijke verlangens de voorkeur te geven op de morele wet (Hang zum Böse). Hij geeft dan ook grif toe dat ieder puur transcendentaal perspectief op het morele leven maar bijster weinig weerklank vindt voor de particuliere mens.2) Dit pessimisme resoneert inKants godsdienstfilosofie. Hij postuleert namelijk twee afzonderlijke gedachtsentiteiten, enerzijds het bestaan van God en anderzijds een morele religie Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • William Desmond • Dennis Vanden Auweele
De rol van morele verontwaardiging in een herstelgerichte strafpraktijk KU Leuven Abstract: Een onderzoek naar de rol van morele verontwaardiging in een herstelgerichte strafpraktijk met concrete toepassingen naar het strafrecht (o.a. naar onweerstaanbare drang en ontoerekeningsvatbaarheid). De relevantie van dit filosofische project wordt hierdoor juridisch en maatschappelijkgeïllustreerd. Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Bart Raymaekers • Tine Vandendriessche
Friendship, Love and the Logic of the Gift in Nietzsche KU Leuven Abstract: In this project, I will investigate how Friedrich Nietzsche's account of friendship can help us to understand the challenges that friendship isfacing today. Nietzsche is highly critical of idealized classical and modern characterizations of friendship, praising instead the notion of agonistic friendship in which competitive interactions support personal and shared excellence. It will be argued that Nietzsche's treatment of friendship is an attempt to re-inscribe the Aristotelian virtues of friendship into a new therapeutic model fit to cope with the nihilism of (post)modernity. To aid in understanding the current predicament of friendship, and also why Nietzsche uniquely has something to offer, a historical study of the philosophy of friendship will be pursued. The problem of friendship in Nietzsche will be examined in conjunction with an analysis offriendship in the works of Aristotle, Cicero, Montaigne, Kant, Schopenhauer and Emerson. In doing so, my project will not only contribute Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Paulus Van Tongeren • Willow Verkerk
Lonergans Natural Theology: A bridge for philosophical religious dialogue KU Leuven Abstract: To analyze criticisms concerning approaches to contemplating the existence of God implored in the modern and post modern eras of philosophy andto pose whether a natural theology derived from Bernard Lonergan can address these criticisms. Organisaties: • OE Metafysica, Godsdienst- & Cultuurfil.
Onderzoekers: • William Desmond • Joris Geldhof • Donald Devon
The logic of the gift between altruism and economic exchange: Re-visiting the Logic of Gift-giving and Reciprocal obligation KU Leuven Abstract: PROPOSED OUTLINE OF THE DISSERTATION:
In the past, the logic of the gift-giving as a primitive mode of exchange was dynamically operative inarchaic societies. As such it has attracted the interest of many anthropologists. The logic of the gift-exchange was an operative mechanism of the primitive economy and social relations, sustained by the informal reasoning of primitive societies on the basis of reciprocity. Altruism aims exclusively at serving the interests of the other distinguished from one#s self-interest. Reciprocity has to be strict and immediate in the logic of economic exchange. Within contemporary society, the logic of economic exchange (mostly) seems to deeply determine every human life. The underlying logic of market exchange opens up to the distinguishing characteristics of market realities, such as, self-interest, calculation, profit, utility, etc. In brief, the logic of market economy tends to reduce the mechanism/components, specific to the logic of the gift, to a Organisaties: • OE Centr. Ethiek, Soc. & Pol. Filosofie
Onderzoekers: • Antoon Vandevelde • N. N.
Museuminventaris: op een methodologisch verantwoorde manier het roerend erfgoed van de NMBS-Groep in kaart brengen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' NMBS-Holding - Public Affairs & External relations.' hebben voor het project ' Museuminventaris: op een methodologisch verantwoorde manier het roerend erfgoed van de NMBS-Groep in kaart brengen. ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Geschiedenis
Onderzoekers: • FRANCOIS SCHEELINGS
Een hedendaagse technologie voor directe animatietechnieken Hogeschool Gent Abstract: Doelstelling van het onderzoek De doelstelling van het onderzoek is het ontwikkelen van een softwaretoepassing die animatiekunstenaars in staat stelt directe animatietechnieken toe te passen met alle voordelen van de hedendaagse digitale technologie. Er zal prioriteit worden gegeven aan het ontwerpen van een gebruikersomgeving op maat van kunstenaars. Het uitgangspunt is de nood aan een manier om objecten en materialen direct te manipuleren en in verschillende stadia op te slaan zodat een animatie ontstaat. Tijdens het manipuleren van de animatie moeten zoveel mogelijk elementen die een onderdeel van de creatie uitmaken visueel beschikbaar zijn. Aanleiding tot het onderzoek De directe aanleiding tot het onderzoek heeft te maken met het verhuizen van de animatiefilmopleiding naar de nieuwe locatie in de Bijloke. De oude en zeer logge animatietafels uit het analoge animatiefilmtijdperk worden nog steeds gebruikt voor projecten van studenten omdat ze in de ateliers aanwezig zijn . De vraag drong zich op of er een alternatief voor deze apparatuur voorhanden is. Omdat dit niet het geval is hebben we besloten zelf een alternatief te ontwikkelen. De directe animatietechnieken
Met directe animatiefilmtechnieken worden beeld per beeld opnametechnieken bedoeld waarbij objecten of materialen onder een digitale foto of videocamera worden gemanipuleerd met als doel beweging te simuleren. Het gaat hierbij om animatietechnieken zoals cut-out animatie (animeren van uitgesneden grafische elementen) en materieanimatie (animeren van zand, olieverf of andere materialen). Met de directe animatietechnieken kunnen plastische resultaten worden bereikt die met zuiver digitale technieken moeilijk realiseerbaar zijn. Anderzijds schept de digitale technologie nieuwe mogelijkheden op technisch en productioneel vlak die de directe technieken een nieuw elan kunnen geven. Probleemstelling Uit gesprekken met kunstenaars blijkt dat zij een groot belang hechten aan de ‘tastbaarheid’ tijdens het creatieproces, iets wat zij als een gemis ervaren bij methoden die uitsluitend met digitale technologie tot stand komt. Zij geven de voorkeur aan het manipuleren van het eigenlijke object of materiaal. Omdat animatiesoftware door informatici wordt ontwikkeld zijn het vooral technisch georiënteerde gebruikers die de gebruikersomgeving als ‘logisch’ aanvoelen. Het gevolg is dat software vooral geschikt is voor ‘computer-minded’ gebruikers terwijl andere gebruikers vaak afhaken. Verwachte resultaten Door dit onderzoek kan een waardevolle klassieke analoge animatietechniek worden omgevormd tot een nieuwe manier van animatiekunstbeoefening. Door de directheid en de flexibiliteit van deze technologie kunnen nieuwe vormen van animatiefilm ontstaan. Het is moeilijk in te schatten hoe deze technologie zal worden aangewend. We kunnen enkel een instrument aanreiken die nieuwe mogelijkheden biedt op het terrein van de animatiefilm. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Audiovisuele kunsten
Onderzoekers: • Geert Vergauwe
Training van vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS) vertonen tekorten in de vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden: joint attention, imitatie en symbolisch spel. Deze studie gaat de effectiviteit na van kortdurende interventies om deze vaardigheden te trainen bij jonge kinderen met ASS. Dit gebeurt met het oog op het ontwikkelen van een geïntegreerd behandelingsprogramma. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Internationale Conferentie: Computers, Privacy & Data Protection (CPDP 2010) 29 & 30 januari 2010 (ikv IPAVUB) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Internationale Conferentie: Computers, Privacy & Data Protection (CPDP 2010) 29 & 30 januari 2010 (ikv IPAVUB) Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • SERGE GUTWIRTH
Binnen of buiten de tang? Een corpusgebaseerd onderzoek naar de positie van voorzetselconstituenten in vertaald en niet-vertaald Nederlands Hogeschool Gent Abstract: Een onderzoek naar de positie van Prepositional Phrases (PP's) in bijzinnen ingeleid door het grammaticaal inleidend voegwoord 'dat' in vertaald en niet-vertaald Nederlands - Nagaan welke factoren de variatie bepalen en hoe deze factoren interageren. - Onderzoeken of deze factoren eenzelfde effect hebben in vertaalde en niet-vertaalde teksten. Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Nederlands
Onderzoekers: • Gert De Sutter • Annelore Willems
Vlaanderen in de buitenlandse pers Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Engels • Vakgroep Spaans
Onderzoekers: • Liesbeth De Bleeker • Patrick Goethals • Ellen Van Praet
Moments before the flood: Carl de Keyzer Hogeschool Gent Abstract: De probleemstelling is gericht op een fotografisch onderzoek omtrent het risico van overstroming van de Europese kustlijnen tengevolge van de klimaatopwarming. Meer bepaald wordt een fotografisch onderzoek gepland over de latente spanning omtrent het mogelijk gevaar en de wijze waarop de bewoners dit ervaren.
Het project omvat 5 werkpakketten: Werkpakket-1: er worden 250 groot-formaatbeelden gepland (65 M.pixels), Werkpakket-2: een website-blog om de reisverslagen te publiceren, Werkpakket-3: netwerking met co-financierders zoals Magnum Photos Parijs en Orange Telecom, Werkpakket-4: een boek op 10.000 ex. wordt uitgegeven in 2013 door 5 uitgeverijen in 5 verschillende landen en Werkpakket-5: een reizende tentoonstelling met Magnum Photos Parijs in 2013. Organisaties: • Departement Koninklijke Academie voor Schone Kunsten • Vakgroep Fotografie • Vakgroep Autonome kunsten
Onderzoekers: • Carl De Keyzer • Hans Op De Beeck
Toepassing van Music Information Retrieval technieken op hedendaags klassieke en etnische muziek Hogeschool Gent Abstract: De probleemstelling is gericht op een onderzoek omtrent bruikbare software voor het systematisch analyseren van klankfragmenten, ter ondersteuning van diverse doctoraatsprojecten die worden uitgevoerd binnen het Conservatorium. Bestaande klankanalysesoftware is hoofdzakelijk op commerciële muziek gericht en daardoor niet geschikt voor het lopend onderzoek. Met dit projectvoorstel wiwillen we klankanalysesoftware bouwen die bruikbaar is voor zowel etnomusicologisch onderzoek en anderzijds ook gericht op klassieke hedendaagse muziek. Organisaties: • Departement Conservatorium • Vakgroep Scheppende Muziek • Vakgroep Theorie
Onderzoekers: • Maarten Weyler • Joren Six • Olmo Cornelis
Nascholing talen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Divers' hebben voor het project ' Inschrijving nascholing Talen ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • MICHEL PIERRARD
Vervolgonderzoek en publicatie in de reeks "De fonteinen van de Oranjeberg" Universiteit Gent Abstract: Het eerste deel omvat het institutioneel kader en focust zich op de aanloop en totstandkoming van het provinciedecreet, evenals de gevolgen voor de interne provinciale organisatie. Het tweede deel is een ?politieke biografie? met een bundeling van gegevens over het politiek personeel in de periode 1994-2010, een prosopografische analyse en biografieën van de gouverneurs, provincieraadsvoorzitters, gedeputeerden en griffier. Organisaties: • Vakgroep Politieke wetenschappen
Onderzoekers: • Herwig Reynaert
Europe, Brain and music: New perspectives for stimulating cognitive and sensory processes (EBRASMUS) Universiteit Gent Abstract: Doel van het EBRAMUS project is om onze algemene kennis van de hersenfunctie te vergroten en om invloed te hebben op de klinische en educatieve toepassingen, door het ontwikkelen van nieuwe diagnostische tools, training en revalidatie technieken, en nieuwe muziek technologie. Het EBRAMUS team bestaan uit een internationale en interdisciplinaire grope van partners. Het progamma is gebaseerd op 11 projecten. IPEM is de partner die het voortouw neemt voor het Cochlear Implant Music (CIM)-project. Het doel van het CIM-project is het ontwikkelen van een op gebaren gebaseerd audio-stimulatie systeem dat de koppeling van actie en waarneming is cochleaire implanaat gebruikers bevordert. Organisaties: • Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen
Onderzoekers: • Marc Leman
Van Charter naar Tools. Een kwalitatief onderzoek naar de toepassing van het ICOMOS Ename Charter op scheepserfgoed Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt hoe aan de hand van de ?ICOMOS Ename Charter principes? een ?interpretatie en presentatie?-instrumentarium kan ontwikkeld worden dat kadert binnen een integraal en duurzaam erfgoedbeleid én gericht is op de specifieke context van maritiem en scheepserfgoed. Het Charter bepaalt de basisdoelstellingen/principes voor de interpretatie en presentatie van erfgoedsites en ziet ze als wezenlijk onderdeel van erfgoedbehoud. Organisaties: • Vakgroep Communicatiewetenschappen
Onderzoekers: • Lieven De Marez
De homogene moraliteit van de comedias moralistas van J. Ruiz de Alarcón in vraag gesteld: een reconstructie van de morele heterogeniteit van de Latijnse en Spaanse hypoteksten. Universiteit Gent
Abstract: Dit onderzoeksproject stapt af van voorgaande biografisch georiënteerde analyses en stelt de morele homogeniteit van Alarcóns komedies in vraag door ze te plaatsen tegenover de heterogene moraliteit van de bronteksten. Onze voornaamste doelstelling is inzicht verwerven in de totstandkoming en specificiteit van Alarcóns moraliteitsgedachte aan de hand van de studie van de Latijnse en Spaanse bronteksten, gebaseerd op Genettes hypertekstualiteitsmodel. Organisaties: • Vakgroep Romaanse talen (andere dan het Frans)
Onderzoekers: • Eugenia Houvenaghel
OpenAIRE: Open Access Infrastructure for Research in Europe Universiteit Gent Abstract: De belangrijkste doelstelling van OpenAIRE is de ondersteuning van de in augustus 2008 door de Europese Commissie geïntroduceerde Open Access?pilot. In het kader van deze pilot (waarvoor ongeveer 20% van het FP7-budget is gereserveerd) worden wetenschappers uit zeven verschillende onderzoeksdisciplines (gezondheid, energie, milieu, informatie- en communicatietechnologieën, onderzoeksinfrastructuren, sociaaleconomische wetenschappen & geesteswetenschappen en de wetenschap in de maatschappij) verplicht om de volledige tekst van hun onderzoekspublicaties wereldwijd toegankelijk te maken via een Open Access-repository van een onderzoeksinstelling of een overkoepelende repository voor een bepaald vakgebied. OpenAIRE moet de wetenschappers helpen te voldoen aan de pilot-eisen, onder andere door middel van een Europese Helpdesk en het opzetten van een OpenAire-portal en e infrastructuur voor de repository-netwerken. Ook wordt in samenwerking met vijf vakdisciplines onderzocht wat de mogelijkheden zijn op het gebied van het beheer van wetenschappelijke gegevens. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Sylvia Van Peteghem
Visies over zorg aan het levenseinde. Onderzoek naar de attitudes, voorkeuren,en verwachtingen van de bevolking en de media representaties met betrekking tot zorg aan het levenseinde. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Een toenemende aandacht voor de kwaliteit van het levenseinde heeft zich geuit in een toename van onderzoek naar aspecten van zorg aan het levenseinde in België. Er is echter nauwelijks onderzoek dat aandacht besteed aan de visies, houdingen, verwachtingen, en aspiraties omtrent levenseinde(zorg) bij de Belgische algemene bevolking (maar ook in internationaal opzicht), ondanks het duidelijke sociologisch belang ervan. De centrale probleemstelling van dit onderzoek is dan ook welke visies over levenseindezorg in een samenleving bestaan en circuleren bij de bevolking. Het onderzoek gaat na welke algemene attitudes, persoonlijke voorkeuren en verwachtingen, en kennis en ervaringen Belgen hebben omtrent levenseindezorg. Een wisselwerking van al deze aspecten zal immers de keuzes en het gedrag in de zorg aan het levenseinde beïnvloeden. Dit onderzoek probeert daarom ook het geheel van deze beïnvloedende aspecten in kaart te brengen en de onderlinge samenhang te bestuderen. Organisaties: • Zorg rond het levenseinde • Communicatiewetenschappen • Medische Sociologie
Onderzoekers: • Nico CARPENTIER • Joachim COHEN • LUC DELIENS
Databases in beeld Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Rathenau Instituut' hebben voor het project ' Databases in beeld' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Recht Wetenschap Technologie en Samenleving • Metajuridica
Onderzoekers: • Niels VAN DIJK • SERGE GUTWIRTH • Mireille HILDEBRANDT
Tekstreductie bij live ondertiteling met spraakherkenning. Universiteit Antwerpen Abstract: Schrijven met spraakherkenning is een erg waardevolle en snelle methode gebleken om live televisieprogramma's van (intralinguale) ondertitels te voorzien. Toch zorgen de vaak erg hoge spreeksnelheid van het te ondertitelen bronmateriaal en de beperkte leessnelheid van de kijkers ervoor dat er ingekort en aangepast moet worden. Dit onderzoek gaat op zoek naar de ideale reductiegraad voor de ondertiteling van live programma's. Aan de hand van twee opeenvolgende experimenten worden zowel productie als receptie van real-time ondertitels belicht. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
talenplatform Vrije Universiteit Brussel Abstract: De talenplatform werd opgericht in April 2009 met als doelstelling het behouden en verder ontwikkelen van toegepaste talenonderzoek met de Erasmus Hogeschool Brussel Organisaties: • Taal- en Letterkunde
Onderzoekers: • PIERRE VAN DE CRAEN
Digitaal woordenboek van de Vlaamse dialecten
Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van het project is het valoriseren van de lokale en regionale dialectwoordenboeken die door dialectliefhebbers zijn samengesteld, door ze in een efficiënt doorzoekbare database onder te brengen. Aangezien het aantal woordenboeken dat voor bewerking in aanmerking komt zeer hoog is., is onderhavig project een pilootproject, dat een vervolg kan krijgen en ook geïnternationaliseerd kan worden. Met amateurlexlcografie wordt bedoeld het maken van woordenboeken door dialectliefhebbers, In tegenstelling tot de geïnstitutionaliseerde (dialect)lexicografie voor het Nederlands aan het Instituutvoor Nederlands Lexlcologie (INL) in Leiden of het project Woordenboek van Vlaamse Dialecten van de Universiteit Gent. Het project heeft als doel het valoriseren van de inspanningen van de amateurs die dialectwoordenboeken hebben geschreven. Vele woordenboeken (meer bepaald de oudere) zijn overigens in de handel niet meer te krijgen (hoewel er een aantal herdrukt werden). De uitermate rijke schat aan gegevens over de oraal overgeleverde woordenschat wordt zo samengebracht en aan het grote publiek ter beschikking gesteld. Organisaties: • Vakgroep Taalkunde
Onderzoekers: • Jacques Van Keymeulen
Onderzoeksgroep Alliantie VUB-ULB: European Criminal LAW - RECL Vrije Universiteit Brussel Abstract: Toekomst van Europees Crimineel Recht Organisaties: • Metajuridica
Onderzoekers: • PAUL DE HERT
Een web service voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek voor het Nederlands Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Organisaties: • Departement Vertaalkunde • Vakgroep Taaltechnologie
Onderzoekers: • Veronique Hoste
De humanistische rechtsgeleerdheid en de opkomst van het klassieke volkenrecht. KU Leuven Abstract: Het doel van dit onderzoeksproject is het analyseren van de bijdrage die de humanistische juristen van de 16de eeuw en in het bijzonder de juristen die deel uitmaken van de Franse School van Bourges geleverd hebben aan de ontluikende rechtsgeleerdheid van het volkenrecht. Ten eerste zullen de ideeën van de humanistische rechtsgeleerden met betrekking tot enkele centrale vraagstukken over oorlog en vrede in kaart worden gebracht.Ten tweede worden deze bevindingen geconfronteerd met de laat-middeleeuwse Romeinse rechtsgeleerdheid (civilistiek) zodat het mogelijk wordt te bepalen in hoeverre de humanistische bijdrage aan het volkenrecht niet enkel op de Oudheid is gebaseerd, maar ook op de latere Romeinsrechtelijke traditie. Ten derde wordt de impact van het humanisme op de groteauteurs van het volkenrecht van de late 16de en vroege 17de eeuw, in het bijzonder Gentili en Grotius, geduid. Organisaties: • OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis
Onderzoekers: • Randall Lesaffer
OLITH: De 'identiteit' van de literatuur. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OG Literatuur en Cultuur Leuven
Onderzoekers: • Dirk De Geest
Becketts bibliotheek: leessporen en hun interpretatieve implicaties. Universiteit Antwerpen Abstract: Centraal in dit project staan de lectuurnotities en marginalia in de nog nooit volledig onderzochte, persoonlijke bibliotheek van de Ierse schrijver Samuel Beckett. Enerzijds biedt deze bibliotheek een schat aan nieuwe informatie (zoals Becketts aantekeningen in de marge); anderzijds omvat ze niet alle boeken waar Beckett ooit mee gewerkt heeft (wat onder meer blijkt uit andere leesnotities in aparte notitieboekjes). Het project zal daarom (1) nagaan wat de relevantie is van de voorhanden leessporen voor de interpretatie van Becketts werk en (2) de lacunes in de bibliotheek in kaart brengen. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Geert Lernout • Dirk Van Hulle
Schrijvers uit de Hispano-Amerikaanse canon in het hedendaags verhalend proza van de Spaanstalige Caraïben, Argentinië en Chili (1990-2010).
Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project zal de rol worden onderzocht van de Hispano-Amerikaanse canon (vooral dan met betrekking tot preboomschrijvers (1940/50) en boomschrijvers (1960)) in een representatieve selectie uit het verhalend proza van de Spaanstalige Caraïben, Argentinië en Chili (Cono Sur) tussen 1990 en 2010. Het uitgangspunt is dat de Hispano-Amerikaanse literatuur bij uitstek een herschrijvende literatuur is. Er zal voornamelijk worden ingegaan op de expliciete intertextuele aanwezigheid van relevante figuren uit de nationale en transnationale HispanoAmerikaanse canon, de selectie, de mate waarin en wijze waarop (instemmend, kritisch, parodiërend¿) ze literair worden gerepresenteerd en hun functie. Organisaties: • Literatuur van de moderniteit
Onderzoekers: • Rita De Maeseneer
Verbeelde monarchie: Heraldisch vertoon en vertoog in de vroegmoderne monarchie, 16de-17de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In de maatschappij van het Ancien Régime functioneren wapenschilden als signalen van macht en gezag. Op die manier vormen ze een spiegel van de vroegmoderne staatsvorming. De monarchieën veranderen nauwelijks wat aan hun middeleeuws heraldisch patrimonium, maar ze interpreteren en herinterpreteren het voortdurend. Op dit raakvlak van vertoon en vertoog ontwikkelt zich bovendien een heel intense kruisbestuiving tussen de heraldiek en de wereld van de emblemata. Het is een proces van toe-eigening dat het mogelijk maakt om vooraf vastgelegde tekens voortdurend dynamisch te herinterpreteren. Dit onderzoek wil de mechanismen van toeeigening die hieraan ten grondslag liggen, projecteren op processen van vorstelijke machtsopbouw in de vroegmoderne samenleving. Het heraldische en para-heraldische vertoon genereert nieuwe betekenissen, bedient zich van een waaier aan media en wordt op strategische wijze ingezet. Kortom: betekenissen worden machtsinstrumenten. Op die manier heeft men een uitgelezen basis voor een vernieuwend onderzoek naar de politieke cultuur van de vroegmoderne monarchie. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Luc Duerloo
De chattaal van Vlaamse tieners: een taalgeografische analyse van Vlaamse (sub)standaardiseringsprocessen tegen de achtergrond van de internationale chatcultuur. Universiteit Antwerpen Abstract: 1 Chattaal en tienertaal: glocaliseringsprocessen en de impact van het Engels: ONDERZOEKSVRAGEN -Welke rol speelt het Engels in het linguïstisch repertoire van Vlaamse jongeren? Hoe manifesteert de inbedding in de internationale chatcultuur zich in de chattaal van Vlaamse jongeren? -Welke transformatieprocessen ondergaat het Engels in de chatspeak van de tieners (op verschillende niveaus: morfologisch, semantisch, grafematisch)? -In welke mate is er een tijd van globalisering ook nog ruimte voor lokale dynamiek? Vertoont de tienertaal van Vlaamse jongeren nog regionale diversiteit? 2 De evolutie van het Nederlands in Vlaanderen: ONDERZOEKSVRAGEN: -In welke mate integreren jongeren morfo-syntactische en fonologische Brabandismen in hun chattaal: wat zijn de relatieve frequentieverhoudingen tussen Brabantse regiolectische varianten, niet-Brabantse regiolectische varianten en Algemeen Nederlandse varianten voor de verschillende variabelen? -Wat is de impact van de onafhankelijke variabele 'regionale herkomst'? Is er een correlatie tussen de relatieve vertegenwoordiging van Brabantse regiolectismen en de regio waaruit de informant afkomstig is? Integreren jongeren uit West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg Brabandismen in hun chattaal en in welke mate doen ze dat? Of: in welke mate zijn Brabantse regiolectismen expansief? -Wat is de impact van het al dan niet regio-overschrijdend karakter van de chatcommunicatie? Gebruiken jongeren van niet-Brabants/Antwerpse herkomst meer morfo-syntactische en fonologische Brabandismen in 'interregionale' communicatie dan in 'intraregionale' (lokale) communicatie? -Wat is de pragmatische functie van de gehanteerde variëteiten? Vormt het antwoord op de voorgaande vragen een bevestiging van de stelling dat zich in Vlaanderen een autonoom informeel standaardiseringsproces voltrekt dat gekarakteriseerd wordt door een toenemend/veralgemeend gebruik van de/een Brabants gekleurde tussentaal? Wat leert dit onderzoek ons over de mogelijkheden van chatmateriaal voor de studie van taalvariatie en taalverandering 'in progress'? Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Reinhild Vandekerckhove
Koppeling van schrijfprocesdata aan lexica. Universiteit Antwerpen Abstract: In het schrijfonderzoek is de laatste decennia sterk de nadruk komen te liggen op de analyse van schrijfprocessen. Digitale loginginstrumenten hebben dit onderzoek in een stroomversnelling gebracht. Met dit project willen we de basis leggen voor een nieuwe stap in het schrijfprocesonderzoek. Daarbij aggregeren we schrijfprocesdata van het letterniveau (toetsaanslag) tot het woordniveau door ze te koppelen aan lexica en Naturally Language Processing tools. Een dergelijke koppeling vormt een belangrijke basis voor meer linguïstisch georiënteerd schrijfprocesonderzoek. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Luc Van Waes
De kerk in het midden. Een onderzoek naar de stedelijke parochie en parochiekerk in de Zuidelijke Nederlanden (ca. 14501700). Universiteit Antwerpen Abstract: De opzet van dit project is een onderzoek naar de betekenis van de stadsparochie en de stedelijke parochiekerk in de Zuidelijke Nederlanden in de periode van ca. 1450 tot 1700. Daarbij zullen de archieven die deze instituties zelf genereerden en/of bewaarden centraal worden gesteld en zal in hoofdzaak het perspectief van de parochianen worden gehanteerd. Daartoe zullen twee casestudies worden uitgewerkt, met name de Sint-Jacobskerk in Gent en de Sint-Jacobskerk in Antwerpen.
Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Guido Marnef
De Laatste Modernist? Paul De Vree (1909-1982); een interdisciplinaire ontmoeting. Universiteit Antwerpen Abstract: Vertrekkend vanuit zijn interdisciplinaire privé-archief, worden de activiteiten en het netwerk van dichter, criticus, uitgever, kunstenaar en catalysator Paul De Vree (1909-1982) voor het eerst in kaart en in beeld gebracht. Daarbij wordt aandacht besteed aan de rol van het (en dit) archief voor het geheugen van de avant-garde, de visuele poëzie als crossover-strategie van de neo-avant-garde, de rol van het naoorlogse Antwerpen als broeinest van avant-gardeinitiatieven en De Vree als 'missing link' tussen de historische avant-garde (jaren twintig) en de neo-avantgarde (jaren zestig). Het interdisciplinair onderzoek combineert invalshoeken uit literatuurwetenschap, kunstgeschiedenis en theaterwetenschap, en mikt op een tentoonstelling, een monografie en een interdisciplinair symposium met publicatie. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Georges Wildemeersch
Stadsklanken 18: Onderzoek naar het muziekleven in Antwerpen in de 18de eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit onderzoeksproject bekijkt het muziekleven in Antwerpen in de breedte, zonder onderscheid te maken tussen de genres, waardoor een breed overzicht ontstaat inzake de plaats en het functioneren van het muziekleven. Tal van onbekende muziek wordt in zijn breder artistiek kader geschetst, waardoor ook de historische uitvoeringspraktijk verder wordt gevoed en de muziek kan worden gesitueerd tegen de achtergrond van de West-Europese muziekgeschiedenis. De band met de actuele uitvoeringspraktijk wordt versterkt door de artistieke eindproducten te clusteren in het totaalconcept 'Stadsklanken 18'. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
Onderzoek naar zwarte kleurstoffen gebruikt in de textielindustrie van 1600-1856: historische bronnen versus realia. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil inzicht verkrijgen in het gebruik van ijzerverbindingen bij het zwartverven van textiel en de gevolgen ervan voor de verwering, conservatie (vroegmoderne periode, Antwerpen). Onze hypothese is dat ondanks het verbod op de goedkope en slechte verfprocédés door de ambachten, deze in de praktijk toch veel meer werden toegepast dan men uit historische bronnen kan vermoeden. Onze aanpak bestaat erin de technologische geschiedenis zoals die uit geschreven bronnen naar voor komt, te confronteren met onderzoek op overgeleverd textiel. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bert De Munck
De status van (her-)vertaalde tussentitels bij de restauratie en presentatie van stille film. Universiteit Antwerpen Abstract: Bij de restauratie van stille films met vertaalde tussentitels worden filmarchieven geconfronteerd met etische, esthetische en praktische problemen. Bij gebrek aan wetenschappelijk onderzoek naar de status van de vertaalde ondertitels zijn de restauratieprocedures vaak ad hoc, waarbij een uniforme of wetenschappelijke benadering ontbreekt. Dit onderzoek wil door het beschrijven, categoriseren en analyseren van bestaande stille films en hun vertaalde tussentitels, procedures ontwikkelen die een verantwoorde restauratie van het beeld- én tekstmateriaal mogelijk maken. Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers: • Tom Paulus
Capita selecta inzake het gebruik van de blokfluit bij de uitvoering van geestelijke muziek (ca. 1500-1650): variaties op een thema. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project onderzoekt de historische rol van de blokfluit in de uitvoering van geestelijke muziek tussen 1500 en 1650. Via gevalsstudies wordt onderzoek verricht naar geselecteerde uitvoeringsparameters die niet expliciet aanwezig waren in de oorspronkelijke muziekbronnen. Bij gevolg wordt ook de rol van de contemporaine musicus bij de uitvoering van deze composities centraal gesteld. De muziek wordt uitgevoerd op verschillende manieren, zodat op basis van comparatief onderzoek nieuwe, praktijk-georiënteerde edities worden gerealiseerd. Historisch onderzoek en onderzoek inzake uitvoeringspraktijk worden dus op elkaar afgestemd. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé
De geleende blik. Een onderzoek naar de 'verplaatsing' in tijd en ruimte van het fotografische beeld in de schilderijen van Karin Hanssen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het onderzoek is na te gaan hoe in de hedendaagse schilderkunst gebruik wordt gemaakt van de 'flashback' door de werking ervan te definiëren en af te bakenen naar vorm, inhoud en inzet - dit zowel in de praktijk als in de theorievorming. Het onderzoek naar het formuleren en het gebruik van de fotografische terugblik (flashback) zal gebeuren aan de hand van het beeldende werk (nieuw en bestaand) van Karin Hanssen in vergelijking met dat van verwante kunstenaars. Het soort beeld dat in deze context als bronmateriaal dienst doet, is het publieke, conventionele fotografische beeld uit het recente verleden (ca.1950-ca.1980). Organisaties: • Onderzoekscentrum Visuele Poëtica
Onderzoekers:
• Kurt Vanhoutte
De publieke rol van kunst. Universiteit Antwerpen Abstract: Kunst is een wezenlijke menselijke activiteit die de bescherming van de wet verdient. De meest hedendaagse grondwetten garanderen een bijzondere bescherming van kunstzinnige uitdrukking als een belangrijk grondwettelijk goed, en erkennen dus de sleutelrol van kunst in het ontplooien van individuen en gemeenschappen. Het project wil licht werpen op de rol van kunst in de publieke sfeer van een democratische polis en conclusies trekken over de bescherming die ze van de staat verdient. Hierbij worden de leden van de locale en internationale hedendaagse kunstgemeenschap gevraagd om de natuur van kunst te heronderhandelen en worden de leden van de rechtsgemeenschap en van het algemene publiek uitgenodigd om hun opvattingen te herzien over de beperkingen en de waarde van kunstzinnige uitdrukking binnen een democratische polis. Organisaties: • Overheid en Recht
Onderzoekers: • Georgios Pavlakos
Jacques-Nicolas Lemmens: leven en werk van een Belgisch organist, gezien vanuit de 19e-eeuwse orgelpraktijk en met focus op de École d'Orgue basée sur le plain-chant romain (1862). Universiteit Antwerpen Abstract: Jacques-Nicolas Lemmens (1823-1881) wordt algemeen beschouwd als een sleutelfiguur voor de ontwikkeling van de orgelmuziek in de 19e eeuw: zijn invloed als pedagoog, virtuoos en componist reikte tot ver buiten de landsgrenzen. In schril contrast met zijn roem staat de beperkte informatie die er over hem te vinden is. Een diepgravend artistiek onderzoek naar zijn betekenis en invloed, samen met de kadering van zijn werk binnen de Europese orgelcontext, en met focus op zijn École d'Orgue basée sur le plain-chant romain (1862) kan een belangrijke bijdrage leveren tot het praktijkonderzoek naar de 19e-eeuwse orgelmuziek in België. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Henk de Smaele
Plenum.be - Het geheugen van de parlementaire democratie. De opbouw van een digitale databank voor de Handelingen van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers, 1870-1940. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project legt de basis voor een integrale digitalisering van de Handelingen van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Voor de jaren 1870-1940 zullen de door de diensten van de Kamer ter beschikking gestelde PDF-documenten worden omgezet in flexibel doorzoekbare OCR-bestanden, die worden opgeslagen in een duurzame digitale standaard. Door de creatie van een onderzoekswebsite zal de databank publiek toegankelijk worden gemaakt. Organisaties: • Power in History - Centrum voor Politieke Geschiedenis
Onderzoekers: • Marnix Beyen
Opbouw van een vergelijkingsbestand van typografische kenmerken van het handgedrukte boek geproduceerd tussen ca. 1470 en ca. 1815 in de buurregio's van Vlaanderen Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project voegt een dimensie toe aan het postdoc onderzoek "De typografie van het handgedrukte boek in Vlaanderen (1473-ca. 1815). Genres, evoluties en factoren" door een uitbreiding van het geografisch selectiecriterium. Er wordt een vergelijkings- en toetsingsinstrument opgebouwd door registratie van typografische kenmerken van 250à 300 zorgvuldig geselecteerde handgedrukte boeken geproduceerd tussen 1470-1815 in buurregio's van Vlaanderen. Organisaties: • Instituut voor de studie van de letterkunde in de Nederlanden (ISLN)
Onderzoekers: • Goran Proot
WRITINGpro: Kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek Universiteit Antwerpen Abstract: Om schrijfprocesonderzoek een platform te bieden, willen we een digitaal kenniscentrum voor schrijfprocesonderzoek ontwikkelen: WRITINGpro. De belangrijkste doelen van dit kenniscentrum zijn de methodologische kennis voor schrijfprocesonderzoek samenbrengen en hier tevens een databank van schrijfprocesdata aan te koppelen (cf. CHILDES). Website: loggingprogramma's, databank schrijfprocesdata, dataverzameling, data-analyse, FAQ en referenties. Organisaties: • Management
Onderzoekers: • Mariëlle Leijten
Van middeleeuwse standenvertegenwoordiging naar modern parlement. Een onderzoek naar de politieke participatie op gewestelijk en centraal niveau in de Nederlanden Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project wil op zoek gaan naar de oorsprong van een moderne parlementaire cultuur. De doelstelling van dit project moet worden bereikt door te kijken naar de afgevaardigden van Mechelen op gewestelijk en centraal niveau tussen 1350 en 1850. De gegevens over deze afgevaardigden zal in relatie worden gebracht met de bestaande databanken over lokale ambtenaren, politieke mandatarissen, bestuursleden van verenigingen en sociale groepen. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Maarten Van Dijck
Training van Interpersoonlijke communicatie door natuurlijke taalinteractie met autonome virtuele karakters (deLearyous).
Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het deLearyous-onderzoeksproject is het ontwikkelen van een interactieve serious 3D-game voor het trainen van interpersoonlijke communicatievaardigheden binnen een professionele context, bvb. in een werkgever-werknemer- of klant-bediende-relatie. Het spel bestaat erin de trainee te laten interageren met autonome virtuele karakters, die op een realistische en expressieve manier inspelen op de input van de speler. Op deze wijze kan de trainee verschillende gedragspatronen en rollen op eigen tempo inoefenen, en dit in een veilige, virtuele omgeving. De rol can CLiPS in het project is de ontwikkeling van algoritmen en methodes voor emotie-analyse van tekst, het detecteren van onderwerpen in tekst, en dialoogvoering. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Een veiliger internet: het (semi)automatisch herkennen van internetpedofilie in meertalige online social networks. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we enerzijds een methodologie voor om de manuele controle van peer-to-peernetwerken te (semi)automatiseren en anderzijds een methodologie voor de automatische extractie en analyse van stijlkenmerken (geassocieerd met persoonlijkheid, leeftijdsgroep en misleidend taalgebruik) die we willen toepassen op individuele pedofielen en groepen van pedofielen in chatruimtes. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans • Claudia Peersman • Leona Van Vaerenbergh
"Economies of quality" en de materiële renaissance. De vergeten consumptierevolutie van de Lage Landen in de "Lange Zestiende Eeuw. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden de transformaties van de materiële cultuur van de Lage Landen tijdens de lange zestiende eeuw voor het eerst systematisch geanalyseerd en dit vanuit een in meerdere opzichten geïntegreerd perspectief. Voor drie exemplarische clusters van producten die een grote invloed uitoefenden op en ondergingen van veranderende gedragsrepertoires (kledij, tafelgerei en meubilair/binnenhuisdecoratie) zal de volledige productlijn van ontwerp, grondstof, productie, distributie, consumptie, bezit, toe-eigening, recyclage, tot herverkoop, smeltkroes en afvalput bestudeerd worden. Organisaties: • Centrum voor stadsgeschiedenis
Onderzoekers: • Bruno Blondé • Bert De Munck
Een web service voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek voor het Nederlands (STYLENE). Universiteit Antwerpen Abstract: Doel van het project is de implementatie van een robuust, modulair stysteem voor stylometrie- en leesbaarheidsonderzoek op basis van bestaande technieken voor automatische tekstanalyse en zelflerende technieken, en de ontwikkeling van een web service die onderzoekers in de HSS toelaat teksten te analyseren met behulp van het systeem. Op die manier wil het project recente vooruitgang op het gebied van het computationeel modelleren van stijl en leesbaarheid beschikbaar maken voor onderzoek in de sociale en geesteswetenschappen. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers van erkende CLARINcentra, met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren van nieuwe typen onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Walter Daelemans
Project TST Tools voor het Nederlands als Webservices in een Workflow (TTNWW). Universiteit Antwerpen Abstract: Het doel van het project is om allerlei bestaande componenten die ontwikkeld zijn in CGN en STEVIN in te passen in een workflowsysteem voor web services dat ontwikkeld wordt in CLARIN-verband, en dit geheel te laten draaien op servers van erkende CLARINcentra, met als doel faciliteiten aan te bieden voor onderzoekers uit de HSS met geen of weinig technische bagage. Deze faciliteiten moeten 1) hen in staat stellen hun onderzoeksvragen beter of makkelijker aan te pakken en 2) mogelijkheden bieden voor het formuleren van nieuwe typen onderzoeksvragen, i.e. onderzoeksvragen die voor CLARIN niet gesteld konden worden of niet doelmatig te beantwoorden waren. Organisaties: • Media, middenveld en politiek (M2P)
Onderzoekers: • Stefaan Walgrave
Een contrastieve (ver)taalstudie van het niet-prototypisch agens in subjectpositie Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek wil een vergelijkend overzicht maken van de semantische, syntactische en lexicale kenmerken van Engelse, Franse en Nederlandse niet-prototypische agentia in subjectpositie, de restricties waaraan ze onderhevig zijn en de potentiële syntactische en lexicale alternatieve strategieën. Daarnaast wordt een ovezicht geleverd van de vertaalalternatieven met een diepte-analyse van de correlaties tussen de taalkenmerken en de vertaalalternatieven.
Organisaties: • Vakgroep Frans
Onderzoekers: • Sonia Vandepitte
Zijde Route (Centraal Azie) - project voor de ontwikkeling van een informatiesysteem ter ondersteuning van de seriele nominatie op de werelderfgoedlijst Universiteit Gent Abstract: Het project zal het proces voor de nominatie van de Zijderoutes tot werelderfgoed ondersteunen door het uitdenken en uitwerken van een aangepast documentatiesysteem. Het gaat daarbij om een aantal seriële grensoverschrijdende nominatie van sites. Het systeem moet de betrokken landen toelaten relevante informatie over het culturele erfgoed voor de nominatie en voor de monitoring te delen en uit te wisselen. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Philippe De Maeyer
De Laurion doorgelicht: Arche- topografische analyse van ertswasserijen en hun watervoorzieningsystemen in de zilverateliers van Attica. Universiteit Gent Abstract: Het onderwerp van het voorgestelde onderzoek richt zich tot de Laurionstreek in Attica. Het opzet is via GIS een overzicht te creëren van de aldaar gesitueerde archeologische structuren die in verbank kunnen gebracht worden met metallurgische activiteiten. Hierdoor wordt de interne en externe werking ervan als het ware blootgelegd. De specifieke aandacht zal besteed worden aan de watervoorzieningssystemen van de zilverateliers. Organisaties: • Vakgroep Archeologie
Onderzoekers: • Roald Docter
OptiPIL, a Readability Optimizer for Patient Information Leaflets (optimalisatie van de leesbaarheid van patiëntenbijsluiters) Universiteit Gent Abstract: Ondanks de wettelijke bepalingen betreffende de leesbaarheid van de bijsluiter en ondanks de concrete uitwerking van sjablonen met standaardformuleringen is de bijsluitertekst nog altijd niet echt ?gebruikers?vriendelijk. Het StarTT OptiPIL project vertrekt vanuit een eerder ontwikkeld prototype (IWT TETRA 070103) en zal op korte termijn resulteren in een robuuste web service die state-of-the-art taaltechnologische know-how gebruikt om de leesbaarheid van Engelse en Nederlandse medische teksten te verbeteren. Organisaties: • Directie Onderzoeksaangelegendheden
Onderzoekers: • Ignace Lemahieu
Economische Raad voor Oost-Vlaanderen. 55 jaar de stuwende kracht. Universiteit Gent Abstract: In december 1955 werd de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen (EROV) boven de doopvont gehouden, met als doel de bevordering van de economische ontwikkeling van de provincie. In 2010 vierde EROV zijn 55-jarig bestaan met dit boek. Het is een terugblik op een lange en intrigerende geschiedenis, ingebed in een ruime economische en politieke context. Organisaties: • Vakgroep Geschiedenis
Onderzoekers: • Eric Vanhaute
Toonaangevende juridische tijdschriften in België als instrumenten van de praktijk (1830 tot vandaag) Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek valt uiteen in twee grote delen. Aangevangen wordt met een contextuele rechtshistorische analyse, waarin de grote tendensen en triggers in de juridische tijdschriftengeschiedenis worden blootgelegd. In het tweede deel toetst de vorser deze algemene geschiedenis aan de zeven belangrijkste, toonaangevende juridische tijdschriften die tot op heden hun stempel drukten op de Belgische juridische wereld. Organisaties: • Vakgroep Grondslagen en geschiedenis van het recht
Onderzoekers: • Dirk Heirbaut • Georges Martyn
De Kabinetskaart van Ferraris onder de loupe, nieuw onderzoek in het licht van nieuwe technieken Universiteit Gent Abstract: Ferraris? Kabinetskaart (1770-1778) is de oudste grootschalige, gebiedsdekkende topografische kaart van onze regio. In een eerste fase worden de semiologie, semantiek, geometrische vervormingen en geodetische grondslag van de kaart onder de loep genomen en filiaties uit en naar ander kaartmateriaal bestudeerd. De zo opgedane kennis wordt gebruikt om de kaart te integreren in een historisch G.I.S. met vage elementen. Organisaties: • Vakgroep Geografie
Onderzoekers: • Erik Thoen • Philippe De Maeyer • Nico Van de Weghe
Menselijke verbeterkunde' in relatie tot morele verantwoordelijkheid, menselijke waardigheid en de normativiteit van het natuurlijke: een ethische analyse Universiteit Gent
Abstract: ?Menselijke verbeterkunde?, een verzamelnaam voor allerlei interventies die ?verbetering? beogen door de functionele limieten van het menselijke lichaam te overstijgen, vormt het voorwerp van vele bio-ethische controverses. De meest cruciale intrinsieke argumenten betreffende de morele (on)aanvaardbaarheid van verbeterkunde houden verband met: (1) morele verantwoordelijkheid; (2) de normativiteit van het natuurlijke; en (3) menselijke waardigheid. De verheldering van deze kwesties vormt het voorwerp van dit onderzoeksproject. Organisaties: • Vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschap
Onderzoekers: • Sigrid Sterckx • An Ravelingien • Guido Pennings