Entrepreneurship Update
Ondernemen kun je leren ?!
L aunching Event CASE Pakhuis de Z wijger - 22 januari 2009 Nummer 6
ACEA2JST_report-af.indd 1
17-08-2006 12:16:47
Ondernemen kun je leren?! Launching Event CASE Pakhuis de Zwijger Amsterdam - 22 januari 2009
Uitgegeven door: Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE) Roetersstraat 11 1018 WB Amsterdam www.ace-uva.nl 020 525 4110 of
[email protected] April 2009 ISBN/EAN: 978-90-78621-06-5 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze dan ook.
Voorwoord Deze Entrepreneurship Update is een heel bijzondere. Het is de eerste keer dat we een Update1 uitgeven vanuit ons nieuwe Amsterdamse samenwerkingsverband van Centers for Entrepreneurship. Wellicht is het u niet ontgaan dat de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Hogeschool van Amsterdam, de Hogeschool InHolland Amsterdam/Diemen, de Gemeente Amsterdam, de Kamer van Koophandel Amsterdam, de Kenniskring Amsterdam en Jong MKB Nederland de krachten op het gebied van ondernemerschapsonderwijs hebben gebundeld in CASE: het Centrum van Amsterdamse Scholen voor Entrepreneurship. Het nieuwe Center is feestelijk geopend op 22 januari van dit jaar. Velen van u waren hierbij aanwezig en wij danken iedereen voor de warme en hartelijke ontvangst die ons initiatief op die dag en daarna heeft gekregen. Het doel van CASE is om effectief ondernemerschapsonderwijs een grote plaats te geven op Amsterdamse universiteiten en hogescholen. Er is al veel opgezet, zoals de minoren Entrepreneurhip, de mastertracks Entrepreneurship, een ondernemerscafé als ontmoetingsplaats voor studenten en ondernemers, en de Summerschool Ondernemen. Ook doet CASE onderzoek naar wat effectief ondernemerschapsonderwijs is. Daarnaast hebben we een ruimte in kunnen richten waar studenten in Eerder verschenen updates: Goed belonen loont! (2006); Entrepreneurship and human capital (2006); De economische voordelen van ondernemerschap (2007); Onderwijs en ondernemerschap in Nederland (2007); Hoe beïnvloedt ondernemerschap economische groei? (2008). 1
minoren of andere leertrajecten terecht kunnen om te ondernemen aan de Vijzelstraat 72 in Amsterdam (Duintjer CS). Maar we gaan nog veel meer doen de komende jaren, zoals het aanbieden van eerstejaarsonderwijs en het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal in de vorm van cases in Entrepreneurship en praktijkonderwijsmodules. Met deze Update willen we u nogmaals bedanken voor de belangstelling rond onze opening op 22 januari jongstleden. U kunt de voordrachten van Alexander Rinnooy Kan en Job Cohen nog eens rustig teruglezen of - als u er niet bij kon zijn - alsnog kennis nemen van hun beide voordrachten. Veel leesplezier en hopelijk tot ziens, Mirjam van Praag (directeur Amsterdam Center for Entrepreneurship) Erik Boer (directeur CASE)
Inhoud Toespraak Alexander Rinnooy Kan
6
Toespraak Job Cohen
17
Over CASE
22
Toespraak Alexander Rinnooy Kan
Ondernemen en ondernemersonderwijs in tijden van crisis Toespraak van prof. dr. A.H.G. Rinnooy Kan, voorzitter SER, tijdens de launch van de nieuw opgerichte instelling voor ondernemersonderwijs CASE, Centrum van Amsterdamse Scholen voor Entrepreneurship, donderdag 22 januari 2009, in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Alleen het gesproken woord geldt.
Dames en heren, Ik ben verheugd en vereerd hier vandaag getuige te mogen zijn van dit mooie initiatief. Het is een ondernemend initiatief om de krachten te bundelen van twee universiteiten en twee hogescholen, in nauw contact met het bedrijfsleven (plus de Kamer van Koophandel en Jong MKB Nederland), de gemeente Amsterdam en de studenten. We kunnen op deze locatie natuurlijk terugdenken aan de VOC, en aan het bijbehorende VOC-gevoel over vernieuwen en ondernemen. Graag feliciteer ik de aanwezigen bij deze feestelijke gelegenheid. De organisatie achter CASE: de besturen van de scholen, universiteiten, betrokken bedrijven, gemeente Amsterdam, KvK, Jong MKB Nederland en studentenorganisaties. Om aan een dergelijk thema invulling te geven is een brede coalitie van onderzoekers, docenten, studentenorganisaties, 6
overheid en bedrijfsleven onontbeerlijk. Dit is een uitdaging, maar met de launch vandaag is een grote stap gezet. Docenten. Vandaag gaat het om leren en om onderwijs. De rol van docenten, jullie rol in het bevorderen van ondernemerschap en creativiteit, staat daarbij centraal. Studenten. Gefeliciteerd met de geweldige kansen die dit initiatief biedt! Of je nou aansluiting naar het bedrijfsleven zoekt of een minor wilt gaan volgen: allebei nuttig. Maar zeg nou zelf, leren ondernemen is vooral ook: leuk! En
mijzelf.
Ik
kan
ook
mezelf
feliciteren,
als
laatste.
Als
vertegenwoordiger van sociaal-economisch Nederland, omdat ik mezelf gelukkig prijs met een nieuwe coalitie die praktische invulling geeft aan veel van de adviezen die ik als voorzitter van de SER, maar ook het Innovatieplatform, heb onderstreept. Ook persoonlijk ben ik erg verheugd, ik draag immers zowel onderwijs als ondernemerschap een heel warm hart toe. We hebben zojuist een filmpje gezien, met als hoofdpersonen Mirjam van Praag, Arko van Brakel en een studentondernemer. Ook burgemeester Job Cohen komt kort aan het woord. Het filmpje van net laat een mooi beeld zien van belangrijke zaken: van strategie, van ambitie,
van
een
prachtige
coalitie
en
van
maatschappelijke
betrokkenheid. Strategie: want de initiatiefnemers achter CASE lijken goed te snappen waar Nederland en de Amsterdamse studenten en bedrijven nou precies behoefte aan hebben. 7
Van ambitie: niet alleen van de student die wil leren ondernemen, maar ook van de organisatoren, die van CASE een waar begrip willen maken. Een prachtige coalitie, van natuurlijk studenten, docenten, ondernemers, maar ook de gemeente in de persoon van Job Cohen. Dit is een mooie manier om de boel bij elkaar te krijgen. En ook van onderzoekers die ook nog eens wetenschappelijke lessen gaan trekken over de meest effectieve vormen van ondernemersonderwijs. En maatschappelijke betrokkenheid: want het idee is dat niet alleen studenten zelf betere kansen krijgen, maar ook de maatschappij daarvan kan profiteren. In mijn toespraak kan ik natuurlijk niet onder het belang van ondernemen en ondernemersonderwijs uit. Daar wil ik het graag met jullie over hebben. Het gaat, zeker in deze crisistijd, om de kwaliteit van ondernemers! Vandaag de dag kunnen we ook niet om de crisis heen. Het is een interessante tijd. Toen ik hier naar toe reed, vroeg ik me dan ook af: wat betekent de crisis voor ondernemerschap en jullie initiatief? Laat me met het laatste beginnen. Wat betekent de crisis voor ondernemerschap? Met de economie gaat het momenteel slecht, maar ondernemen betekent ook omgaan met tegenslagen. Ik durf te stellen dat de crisis voor ondernemerschap ook goede kansen biedt. Ik zal eerst ingaan op faillissementen. Er is een stijging van faillissementen ingezet, en die stijging zal voorlopig doorgaan. Je kunt spreken van ‘collectieve destructie’. Dit is veelal erg zonde. Maar: kenners geven ook aan dat een deel van die faillissementen maar beter is, die ondernemingen waren niet levensvatbaar. De crisis 8
heeft dan een ‘reinigend’ vermogen. Ter vergelijking: de SER is gelegen aan het Haagse Bos en mijn werkkamer heeft daar uitzicht op. Na een flinke storm zie je her en der wat bomen sneuvelen. Dat is jammer, maar als de storm over is geraasd zie je na een tijdje weer vrolijk jong groen de leemtes in het bos vullen. Zo gaat het volgens mij ook een beetje met ondernemingen. Wel moeten we beter omgaan met faillissementen. Als je zaak instort, ben je geen loser, maar heb je juist je nek uitgestoken! We moeten ondernemersrisico’s in Nederland veel positiever beoordelen! Dat vereist een cultuuromslag. Wat ik ernstiger vind: de crisis geeft aanleiding tot kritiek op ondernemerschap! We hebben het de afgelopen maanden gezien; veel commentaren op de crisis gooien alles op een hoop. De financiële crisis wordt soms gelijkgesteld aan marktfalen, alsof eigengewin en graaigedrag gemeengoed zijn. Maar mijn stelling is: dit is falen geweest van financiële instellingen, van management- en controlestructuren in grote organisaties, maar niet van de markt en al helemaal niet van ondernemerschap. Mocht dit beeld wel bestaan, dan verpesten die paar ‘graaiende’ ondernemers het mooi - of liever: lelijk - voor het gros van de degelijke en bewuste ondernemers. En dat is onterecht. Maar een discussie over de rol van de markt en ondernemers is onvermijdelijk. Zo’n discussie kan ook kansen bieden. We zullen de komende tijd zien of ondernemerschap misschien wel een nieuwe fase ingaat. Onze planeet is overbelast, het klimaat wordt warmer, de energievoorziening wordt een probleem, we moeten opletten voor 9
voedseltekorten, en er is een crisis in het financiële systeem. Wat betekent dit voor ondernemen en voor ondernemers? Gaan we naar ondernemen nieuwe stijl? Zulke zaken blijven koffiedik kijken, maar ik merk wel veranderingen. Bijvoorbeeld wil ik wijzen op de ontzettend serieuze aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en duurzaamheid. Ik loop al een tijdje in het bedrijfsleven rond en daar bestaat MVO al langer dan vandaag. Ook de SER adviseerde in 2000 al over MVO. Maar toch voel ik nu, negen jaar later, dat momenteel veel meer managers en bestuursvoorzitters echt overtuigd zijn van het belang hiervan, en dat steeds meer bedrijven hier creatief en grondig mee aan de slag gaan - tot in de VS toe! Daarnaast zijn er steeds meer inspirerende voorbeelden van bedrijven die duurzaamheid en sociale doelen als hun core business beschouwen. Of het nu gaat om de ingenieurs die werken aan energiebesparing of om sociale ondernemers die achterstandsgroepen meer willen betrekken bij de samenleving, het lijkt erop dat sociaal en duurzaam ondernemen definitief in opmars zijn. Als u mij toestaat wat te speculeren, dan leg ik bij deze voor: mijn toekomstscenario voor ondernemen na de crisis. Ondernemen nieuwe stijl: duurzaam, sociaal en betrokken. Duurzaam: want ondernemers zien in dat het niet alleen gaat om profit, maar ook om planet en people. Het gaat om houdbaarheid - bij ons, voor ons en door ons. Op de lange termijn is dit ook het meest lonend. Dat betekent: letten op milieu en op sociale aspecten in de eigen organisatie en productieproces, maar ook verder weg in de keten. 10
Sociaal: want ondernemers van nu willen oplossingen verzinnen voor die problemen die nu spelen in de samenleving en elders in de wereld. Betrokken: want het is uiteindelijk de samenleving die ondernemers een license to operate geeft. Het doet me deugd dat, blijkend uit het filmpje van net, CASE hier expliciet ook aandacht aan lijkt te geven. En ook bij duurzaam en sociaal ondernemen gaat het om waarden als: enthousiasme, ambitie, energiek zijn en optimisme. Het belang van ondernemerschap blijft. Laten we na mijn woorden over de crisis nu snel teruggaan naar de viering van vandaag, waarin we het belang van ondernemerschap nog eens extra onderstrepen! Er wordt veel over gepraat, en het lijkt voor iedereen vanzelfsprekend. Maar laten we de deugden van ondernemerschap nog even op een rijtje zetten. Ondernemers zijn innovatief. Ondernemers zijn veranderaars, doeners, duwers, trekkers. Ondernemers zijn ongeduldig, niet snel tevreden, niet snel ontmoedigd. En ondernemers zijn wereldburgers. De wereld waarin we leven verandert voortdurend als gevolg van processen als globalisering en technologische vooruitgang. In die wereld veranderen dus ook onze comparatieve voordelen. Bijvoorbeeld: al langer hebben we de grondstof aardgas, nu zijn we bezig met de diepzeehaven in de Noordzee en de Dordtse Zeehaven. Onze comparatieve voordelen zijn dus niet - overigens al lang niet meer - lage lonen of aanwezige grondstoffen. Nee, bij ons zijn onze comparatieve voordelen eerder: slimme mensen, slimme organisaties, innovatieve producten. Daar moeten we dus in investeren. 11
Dit vergt innovatie en dus ondernemerschap, want voorkeuren en behoeftes van mensen en bedrijven veranderen en we moeten steeds hoger deze kennisladder op. Daarbij is er sprake van voortdurende ‘creatieve vernieling’. We maken ons nu soms zorgen over het behouden van bepaalde industrieën, maar wie had er ooit gedacht dat er nu zoveel mensen zouden werken in de ICT-branche? En dat mensen zoveel geld uit zouden geven aan TomToms en andere elektronische gadgets? Een treffend voorbeeld van de ongrijpbaarheid van innovatie vind ik de volgende quote uit een artikel van Alan S. Blinder, die zich afvraagt: wat zou een economisch adviseur die spreekt met president Thomas Jefferson in 1802 hem überhaupt kunnen adviseren? “You’ve just told the president that the share of Americans earning their living on farms will fall from 84% to 2% within 150-200 years - a great prediction. The great man looks worried, and asks: ‘And what will the other 82% do?’ You couldn’t have answered, but neither could anyone else.” 2 Je kunt innovatie dus moeilijk plannen, maar innovatie gaat ook niet vanzelf. Het is het werk van slimme koppen die nieuwe producten, processen en organisatiewijzen bedenken. Maar kennis alleen is niet genoeg. Het is aan ondernemers om alert de markt te volgen en nieuwe ideeën creatief aan de man te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat er in deze zaal ook ondernemers in spe zitten die producten of diensten zullen verkopen waar we ons momenteel nog geen voorstelling van kunnen Alan S. Blinder (2007), “Offshoring: Big Deal, or Business as Usual?”, CEPS Working Paper No. 149, June 2007, p 31. 2
12
maken (en dan doel ik met ‘wij’ misschien vooral op mijn eigen generatie). Daarnaast: een ondernemende houding. Dat wil zeggen creatief, proactief, initiatiefrijk en vernieuwend zijn, is lonend in alle functies én in alle organisaties. En zelfs als levenshouding. Dit was altijd al zo, maar is misschien met een steeds flexibelere arbeidsmarkt en met steeds minder voorspelbare carrièrepaden alleen maar belangrijker geworden. De animo onder Nederlanders voor ondernemerschap is momenteel nog te bescheiden. Op de vraag aan mensen naar hun voorkeur voor zelfstandig ondernemerschap tegenover loonarbeid, koos in Nederland in 2000 nog 41% voor ondernemerschap. Dit was al niet erg hoog in vergelijking met andere landen, zoals de VS en het Verenigd Koninkrijk, maar in 2002 was dit zelfs gedaald naar maar 30%. In 2007 is het wat opgepikt tot 35%. En toch: op 17 november jongstleden heb ik aan minister Van der Hoeven het eerste exemplaar aangeboden van ‘Ondernemers in Nederland’. Dit is het eerste deel in de reeks ‘Bedrijfsleven in Nederland in de Twintigste Eeuw’ (BINT): een groot project met casestudies van ondernemers en bedrijven. En daaruit blijkt dat het goed is dat ondernemerschap ook op deze manier meer aandacht krijgt. Naast deze vooralsnog bescheiden animo voor ondernemerschap speelt ook nog beduchtheid om personeel te nemen. Velen die de stap wel wagen, verkiezen een éénmans- of vrouwszaak. Ze willen, kunnen of durven hun onderneming niet uit te breiden door werknemers aan te nemen. Dit is zeker voor studenten hier een punt om goed te overwegen. 13
Tenslotte, het gaat niet alleen om kwantiteit maar ook om kwaliteit. Pas geleden is de regelgeving om een bedrijf op te kunnen richten, versoepeld. Daarmee is het aantal nieuw opgerichte ondernemingen toegenomen. Tegelijkertijd hebben kenners echter hun zorgen geuit over de kwaliteit van deze nieuwe ondernemers, die vaak zonder enige ervaring zijn begonnen. Met de economische crisis vallen veel van deze nieuwe ondernemingen als eerste om. Sommigen houden het misschien voor gezien, terwijl ze misschien heel aardige ideeën hadden. Dat is zonde. Oftewel: gebrek aan ondernemerszin en ondernemerskennis betekent op termijn een gebrek aan goede ondernemers. Om concurrerend en innovatief te blijven als land, moet dit beter! Nu zal ik ingaan op de business van CASE, het ondernemersonderwijs en op de rol van ondernemersonderwijs. Een vaak gehoorde reactie is toch vaak: ondernemen, dat leer je toch niet op school? Er zijn immers voorbeelden genoeg van succesvolle ondernemers die hun studie niet hebben afgerond. Waarom zou je dan toch naar school gaan? Waarom toch naar CASE? Inderdaad is onderwijs niet de enige factor: voorbeelden in de familie, maatschappelijke relevantie, een positief ondernemersklimaat en goede randvoorwaarden spelen allemaal een rol. Maar toch. Onderwijs is misschien niet onontbeerlijk, maar het vergroot wel de kans. Veel succesvolle ondernemers zijn wel degelijk academisch of hbo opgeleid. Alleen wordt de opleiding door ondernemers in spe momenteel vaak als te weinig relevant ervaren. En daarnaast kan onderwijs latent ondernemerschap in jonge mensen prikkelen. Ook voor het onderwijs 14
liggen er kansen om op te pakken voor beter ondernemerschap. We moeten hierbij ook denken aan de kenniseconomie, die belangrijk wordt. Waar kan het onderwijs wellicht beter? Allereerst kan CASE natuurlijk helpen bij het beter bijbrengen van tal van concrete vaardigheden. Ik noem met name: klantgerichtheid, marktanalyse, struikelblokken als het opstellen
van
een
ondernemersplan,
managementvaardigheden,
financiering en fiscale aspecten, en ten slotte risico nemen, experimenteren en ga zo maar door. Business-scholen doen dit natuurlijk grotendeels al, maar het zit ‘m er ook juist in dat studenten in andere disciplines ook makkelijk kunnen ruiken aan het ondernemerschap. Een minor- of masterprogramma zoals jullie die hebben vormgegeven lijkt mij dus een prima idee! Ondernemen is vooral ook doen. Schrijf dat ondernemersplan, doe dat marktonderzoek, maak dat softwareprogramma, en als het niet lukt, evalueer en doe het opnieuw! Een goed voorbeeld van praktische ervaring opdoen betreft mini-ondernemingen, waarin studenten de kans krijgen met ondernemerschap te stoeien. En sommige van deze ondernemingen gaan naderhand in het echt door! Last but not least gaat het om ambitie voor ondernemerschap. Want die ambitie moet ergens vandaan komen. Sommige mensen lijken misschien wel geboren om te ondernemen, maar dat is vrij zeldzaam. En als jonge mensen het niet meekrijgen in hun opvoeding, dan vinden sommigen hopelijk wel inspiratie bij die inspirerende docent, die geweldige flitsstage of dat ontzettend spannende project, en denken ze: ja, dit wil ik! En, á la Obama: ja, dat kan ik! 15
Oftewel: voor jullie ligt een grote en belangrijke taak. Voor de organisatie achter CASE, de KvK, de gemeente, het bedrijfsleven, jong MKB Nederland: denk aan voorwaarden scheppen, coalities bestendigen, en initiatieven aanmoedigen. Voor docenten: het gaat veelal ook om vaardigheden overbrengen, en dat is iets anders dan kennis. En daarnaast: jullie kunnen zelf ook nieuwe dingen leren, stage lopen in bedrijven, bedrijven uitnodigen in het onderwijs. Voor studenten: met veel plezier en doorzettingsvermogen aan de slag! Tot slot nog even terug naar mijn voorspellingen over een nieuwe stijl van ondernemen. Wat betekent dit voor jullie? Leren ondernemen nieuwe stijl betekent dus ook leren over duurzaamheid en behoorlijk ondernemen, over ethiek en moraliteit, met volop aandacht voor de sociale en milieuaspecten van ondernemen. Vanuit het bedrijfsleven nieuwe stijl zal er niet meer behoefte zijn aan enkel goede marketeers of financiële whizkids, maar dus ook aan kritische, creatieve en ook betrokken studenten. Studenten wil ik meegeven: doe wat jij leuk vindt en waar jij goed in bent, maar verlies het publieke nut niet uit het oog en draag waar mogelijk je steentje bij. Tot slot. Ik ben benieuwd naar ervaringen: straks in het panel hoop ik van jullie te leren, maar ook daarna hoor ik graag over hoe het jullie vergaat. Voor nu vast veel succes toegewenst! Ik dank u voor uw aandacht. 16
Toespraak Job Cohen
Mercator Sapiens Toespraak van dr. M.J. Cohen, Burgemeester van Amsterdam, ter gelegenheid van de opening van het Centrum van Amsterdamse Scholen voor Entrepeneurship (CASE), op 22 januari 2009. Alleen het gesproken woord geldt.
Dames en heren, Ik wil deze opening voor de ondernemers van de toekomst beginnen met een sprong terug naar het verleden. In de 17de eeuw hield de dichter Van Baerle (of Barlaeus zoals hij zichzelf noemde) in Amsterdam een toespraak ter gelegenheid van de opening van de voorloper van de UvA, het Atheneum Illustre. Het verhaal dat hij hield was getiteld Mercator Sapiens, ofwel de ‘wijze koopman’. Het leek me wel toepasselijk om daar vandaag een paar woorden aan te wijden, aan die ‘wijze koopman’. Amsterdam, aldus Van Baerle, heeft een traditie hoog te houden als het gaat om de relatie tussen koopmanschap en wetenschap. De belangrijkste stelling uit zijn betoog was dat een koopman zich ook bezig moest houden met geestelijke aangelegenheden. Enerzijds uit principiële overwegingen, maar ook om als koopman succesvol te kunnen zijn. Het welbekende mes dat aan twee kanten snijdt. 17
Barlaeus noemde allerlei voorbeelden om aan te tonen dat de koopman kennis moet hebben, en rekening moet houden met de moraal. Hij bouwt bijvoorbeeld een betere band op met zijn klanten als hij ze niet oplicht, en op die manier krijgt hij een reputatie van betrouwbaarheid en integriteit. En dat, stelt Barlaeus, is noodzakelijk voor zijn eigen geweten, bovendien kan hij gerust plaatsnemen in de aanschijn Gods. De koopman krijgt die moraal niet vanzelf volgens Barlaeus. Barlaeus prees het stadsbestuur van Amsterdam voor het oprichten van een instituut waar de mens zich moreel kan sterken met kennis en wetenschap die niet direct nuttig zijn, maar wel noodzakelijk voor de ontwikkeling tot een rechtschapen burger en tot een rechtschapen koopman, de mercator sapiens. Anno 2009 kent Amsterdam maar liefst vier van zulke kennisinstellingen. UvA, VU, InHolland en de HvA werken allen samen bij het Centrum van Amsterdamse Scholen voor Entrepeneurship. En alsof het niet bijzonder genoeg is dat alle vier die toch wel eigenzinnige Amsterdamse kennisinstellingen de handen ineen slaan, zijn ook de Kamer van Koophandel, Jong MKB Nederland en een uitgebreid netwerk van ondernemers en bedrijven betrokken bij CASE. Die Amsterdamse relatie tussen koopmanschap en wijsheid heeft in de 21ste eeuw niets aan betekenis ingeboet. Een goede onderneming begint nog altijd met kennis van zaken en een innovatief plan. En de ondernemer die anno 2009 een degelijke lange termijn strategie combineert met een beetje integriteit draagt onbetwistbaar bij aan zijn eigen succes, net als in de tijd van Barlaeus. 18
Ik ben blij met CASE. Ondernemerschap is van groot belang voor de Amsterdamse
economie;
samen
met
kennis
en
innovatie
is
ondernemerschap de drijvende kracht achter deze regio, en dat belang zal alleen maar toenemen. Daarom draagt de gemeente bij aan dit initiatief. Het is wel zaak dat de ondernemende houding die door CASE wordt bijgebracht, in een vruchtbare voedingsbodem terechtkomt. En daarom wordt in Amsterdam op meer fronten gewerkt aan ondernemerschap. Ik noem vier lijnen: • Advisering aan startende ondernemers, via de Ondernemershuizen; • De website Kennispoort is onlangs gelanceerd. Dat is voor startende ondernemers met een kennisvraag dé vraagbaak, en ook weer
een
samenwerkingsverband
tussen
de
Amsterdamse
kennisinstellingen. (Het gaat de goede kant op!); • Het beschikbaar stellen van microfinanciering voor kleinere ondernemers; • Het stimuleren van de bouw van kleinschalige bedrijfsruimte. Ondernemerschap en innovatie gaan hand in hand. Als je kijkt naar de ondernemingen die tot nu toe zijn voortgekomen uit CASE, onder meer via de Summerschool, dan gaat het in negen van de tien gevallen om een nieuw product of een nieuwe toepassing van bestaande producten of diensten. Wat dacht je van ‘Magcool’: een toepassing waarbij je iets kunt koelen op basis van magnetiseren. Of ‘Happymoms’: een platform voor moeders van wie de kinderen het huis uit zijn. (Daarvoor weet ik 19
trouwens nog wel een aardige nieuwe toepassing: een platform voor vaders wiens kinderen het huis uit zijn. Ook dat valt niet mee.) Dames en heren. In 2004 was ik in Boston, bij het MIT, één van de belangrijkste technische universiteiten ter wereld. Ik heb daar toen met veel belangstelling laten voorlichten over het ondernemerschapsonderwijs, dat aan die instelling zijn tijd ver vooruit was. Het MIT Entrepreneurship Center is een begrip en staat model voor de centra voor ondernemerschap die de afgelopen jaren in Nederland zijn opgericht. Aan MIT zijn grote technologische bedrijven geboren, van Gilette (scheerapparatuur) tot Hewlett Packard (printers) en nog talloze andere succesvolle ondernemingen in elk formaat. Het zou mooi zijn wanneer, als over een jaar of tien het jubileum van CASE wordt gevierd, de lijst met Amsterdamse start ups minstens zo indrukwekkend is als die van MIT. Dat valt uiteraard niet te voorzien: wie van voorspelbaarheid houdt begint niet met een eigen zaak. De vergelijking met MIT is als David met Goliath vergelijken, maar we kunnen er wèl van uitgaan dat de onderlinge diversiteit groter zal zijn bij de Amsterdamse studentondernemingen dan bij degene die aan MIT zijn ontsproten. Door de unieke samenwerking zullen studenten uit alle mogelijke richtingen, van toekomstige leraren tot ICT’ers en van historici tot medici, in de gelegenheid worden gesteld om hun kennis van en ervaring met ondernemerschap te verbreden. En laat die onderlinge verscheidenheid nu net de kracht van Amsterdam zijn. 20
Dames en heren, ik ga afronden. Ik heb nog één aankondiging. Het centrum voor ondernemerschap van MIT reikt al sinds jaar en dag een prijs uit aan de meest veelbelovende onderneming opgericht door studenten. Dat gaat vanuit CASE ook gebeuren. CASE looft een heel mooi pakket uit aan de meest veelbelovende studentondernemer, met advies van experts op het gebied van financiën, juridische zaken en belastingen èn werkruimte in het CASE-gebouw. En niet onbelangrijk: begeleiding bij het combineren van opleiding en onderneming. Want ook ondernemende studenten hebben baat bij het afronden van hun opleiding - denk aan de historische woorden van Barlaeus! Tenslotte draagt ook Amsterdam Topstad draagt iets bij aan deze prijs: de winnaar krijgt gratis publiciteit op AT5. Rest mij nog alle koopmannen en koopvrouwen veel wijsheid, maar vooral ook heel veel durf, creativiteit en plezier toe te wensen.
21
Over CASE Amsterdam wil met het CASE-project stimuleren dat ondernemerschap een kernkwaliteit wordt van alle Amsterdamse studenten. Om het ondernemersklimaat te versterken én om studenten de gelegenheid te bieden hun kwaliteiten optimaal in te zetten. Hoogopgeleide jongeren hebben gemiddeld méér succes als ze gaan ondernemen dan ondernemers met een lagere opleiding. Ondernemende werknemers bieden hun werkgevers méér waarde, zijn sterker gericht op innovaties en spelen beter in op nieuwe kansen. Studenten van nu zijn onze toekomstige topondernemers en ondernemende medewerkers. CASE heeft tot een 2012 subsidie van SenterNovem en de Gemeente Amsterdam om haar doelen te bereiken. CASE • Brengt studenten en ondernemers samen • Maakt samen met partners méér en beter ondernemersonderwijs • Doet onderzoek naar de effectiviteit van ondernemersonderwijs • Is creatief, eigenzinnig en praktijkgericht
Deelnemers in CASE • Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE) voor de Universiteit van Amsterdam • VU Center for Entrepreneurship (VU CfE) voor de Vrije Universiteit Amsterdam 22
• Centrum voor Ondernemen en Ondernemerschap (CvOO) voor de Hogeschool InHolland Amsterdam/Diemen • Centrum voor Ondernemerschap (CvO) voor de Hogeschool van Amsterdam • Kamer van Koophandel Amsterdam • Amsterdam Topstad, namens de Gemeente Amsterdam • Stichting Kenniskring Amsterdam • Jong MKB Nederland
Partners van CASE Fortis Bank Nederland NV; KPMG; Jong Ondernemen; New Venture; Amsterdam Partners; ABN AMRO Bank NV; Boer & Croon Groep; XSML; Stichting Suikeroom; EIM BV; Studentondernemers Amsterdam; SIFE UvA; SIFE VU; Top Talent Consultancy; Spring Associates; Nieuwe Helden; Exact Online; Creative City Lab www.case-amsterdam.nl
23