Ondanks crisis toch toename van aantal vakanties Vakanties van Nederlanders in 2009 Door: Rob Dirven
V
oor de beschrijving van de vakantiebesteding van de Nederlandse bevolking is in het Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2009/2010 weer gebruikgemaakt van het ContinuVakantieOnderzoek (CVO) van NBTC-NIPO Research. De cijfers geven een breed overzicht van de ontwikkelingen die zich voordoen in de vakanties van Nederlanders. In het Trendrapport wordt het topje van de ijsberg belicht van de totale beschikbare
14
nritmagazine
database, waarin al zo’n 30 jaar lang onderzoeksdata over het vakantiegedrag van de Nederlander wordt verzameld. Het CVO is een panelonderzoek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een voor de Nederlandse bevolking representatief panel van bijna 7.000 personen. Deze panelleden verstrekken ieder kwartaal diverse gegevens over hun vakantiegedrag gedurende de afgelopen drie maanden. In dit artikel komen enkele highlights uit het betreffende
Onder het begrip ‘vakantie’ wordt in het CVO het volgende verstaan: ‘Een verblijf buiten de eigen woning voor ontspanning of plezier met ten minste één overnachting. Het gaat daarbij zowel om binnenals buitenlandse vakanties. Ook het logeren bij familie, vrienden of kennissen in het buitenland valt onder het begrip vakantie. Een verblijf bij familie, vrienden of kennissen in Nederland telt hier echter niet
mee, tenzij de bewoners de hele tijd of de meeste dagen afwezig waren.’ Ook vakanties waarbij wordt overnacht in een eigen accommodatie, zoals tweede woning, (sta)caravan op seizoen- of jaarplaats, volkstuinhuisje en boot met een vaste ligplaats, tellen mee. Een korte vakantie telt maximaal 3 aaneengesloten overnachtingen en een lange vakantie 4 of meer aaneengesloten overnachtingen.
‘Nederlanders gaan meer in de winter op vakantie’
hoofdstuk in het Trendrapport over vakanties van Nederlanders aan bod, zowel wat betreft vakanties in eigen land als die naar het buitenland. In concreto gaat het hier om aspecten als de deelname aan vakanties (vakantieparticipatie), het jaarlijkse aantal vakanties per vakantieganger (vakantieintensiteit), verhouding binnenland-buitenland, de vakantieduur, vakantie-uitgaven enzovoorts.
Vakanties en overnachtingen Net als in voorgaande jaren is ook in 2009 het totaal aantal vakanties van Nederlanders in lichte mate toegenomen. Was dit in 2008 nog in combinatie met een toename van het aantal overnachtingen, in 2009 zijn deze laatste met eenzelfde percentage afgenomen. Was de groei in 2008 uitsluitend van toepassing op het lange vakantiesegment, in 2009 is alleen het aantal korte vakanties toegenomen. De lichte toename van het aantal vakanties is vooral toe te schrijven aan de korte wintervakanties in binnen- en buitenland. In alle deelsegmenten zien we een toename van de wintervakanties in combinatie met een afname van het aantal zomervakanties. Vakantieparticipatie De vakantieparticipatie is het aandeel van de bevolking dat in een bepaald jaar minimaal één keer op vakantie is geweest. In de vorige eeuw is de vakantieparticipatie jarenlang gestaag toegenomen, met name in
de jaren zestig en zeventig. Het afgelopen decennium is deze gestabiliseerd tussen de 80% en 82%. Redelijkerwijs gesproken is een verdere substantiële groei van de vakantieparticipatie niet meer mogelijk. Er zijn immers altijd mensen die in een bepaald jaar niet met vakantie (kunnen) gaan, vanwege bijvoorbeeld ziekte, financiën, ouderdom, verbouwing/verhuizing. In 2008 kwam de vakantieparticipatie van de Nederlandse bevolking met 81,6% na enkele jaren van groei bijna weer op het niveau van 2003. In 2009 was met een vakantieparticipatie van 81,3% echter weer sprake van een kleine terugval, vooral ten gevolge van de wereldwijde financiële crisis. Dit komt in absolute zin neer op ongeveer 12,6 miljoen Nederlanders. Ondanks deze afname van de vakantieparticipatie zijn in 2009, gecompenseerd door de toename van de Nederlandse bevolking, ongeveer evenveel Nederlanders met vakantie geweest als in 2008.
nritmagazine
15
Figuur 1
Vakanties en overnachtingen van Nederlanders naar duur, bestemming en seizoen (aantal in 2009 in miljoenen, ontwikkeling 2008-2009 in %) Zomer vakanties: 4,6 (-1,5%) overnachtingen: 9,9 (-0,6%) Binnenland vakanties: 9,3 (+3,9%) overnachtingen: 20,2 (+4,0%)
’12,6 miljoen Nederlanders gingen in 2009 op vakantie’
Winter vakanties: 4,7 (+9,7%) overnachtingen: 10,3 (+8,9%)
Kort vakanties: 13,1 (+6,5%) overnachtingen: 29,0 (+6,4%)
Zomer vakanties: 1,4 (-0,8%) overnachtingen: 3,3 (-3,1%) Buitenland vakanties: 3,8 (+13,5%) overnachtingen: 8,8 (+12,3%) Winter vakanties: 2,4 (+24,0%) overnachtingen: 5,5 (+23,9%)
Totaal vakanties: 36,4 (+1,3%) overnachtingen: 276,4 (-1,3%)
Zomer vakanties: 5,6 (-3,4%) overnachtingen: 53,2 (-3,1%) Binnenland vakanties: 8,7 (+1,9%) overnachtingen: 73,6 (+1,6%) Winter vakanties: 3,1 (+13,4%) overnachtingen: 20,4 (+16,5%)
Lang vakanties: 23,3 (-1,4%) overnachtingen: 247,4 (-2,2%)
Zomer vakanties: 8,9 (-10,9%) overnachtingen: 120,3 (-7,6%) Buitenland vakanties: 14,6 (-3,3%) overnachtingen: 173,9 (-3,7%) Winter vakanties: 5,6 (+11,7%) overnachtingen: 53,5 (+6,5%)
Bron: ContinuVakantieOnderzoek, NBTC-NIPO Research
De meeste Nederlandse vakantiegangers ondernemen in ieder geval een lange vakantie. Daarom is de participatie van lange vakanties (alleen lang + kort en lang) bijna gelijk aan de totale vakantieparticipatie. Ruim de helft van de vakantiegangers (53%) onderneemt in ieder geval een korte vakantie, meestal in combinatie met een of
16
nritmagazine
meer lange vakanties. Een minderheid gaat uitsluitend kort met vakantie. Aantal vakanties Reeds een vijftal jaren is het totaal aantal vakanties van Nederlanders jaarlijks toegenomen, met slechts geringe groeipercentages. Zo ook in 2009, in weerwil van de
economische crisis en ondanks de afname van de vakantieparticipatie. Deze toename kon dit jaar uitsluitend worden bereikt dankzij de bevolkingsgroei. Uiteindelijk is het aantal vakanties van Nederlanders in 2009 toegenomen met 1,3%. In totaliteit hebben de Nederlandse vakantiegangers in 2009 36,4 miljoen vakanties genoten.
Een tegengestelde ontwikkeling kan worden geconstateerd voor het totaal aantal vakantieovernachtingen, die ten opzichte van 2008 daalden met 1,3%. Het lange vakantiesegment is grotendeels verantwoordelijk voor het totale vakantievolume in ons land. In 2009 was dat een kleine twee derde deel (64%). Dit betreft ongeveer 90% van het totaal aantal vakantieovernachtingen. In 2009 is het aantal lange vakanties ten opzichte van 2008 afgenomen met 1,4% (-340.000 lange vakanties). Bovendien is men gemiddeld langer met vakantie geweest, waardoor het aantal overnachtingen sterker is afgenomen dan het aantal vakanties (-2,2%). Ruim een derde deel (36%) van het totale vakantiesegment bestaat uit korte vakanties. Deze 36% staat voor in totaal slechts 10% van het aantal vakantieovernachtingen. In 2009 is het aantal korte vakanties toegenomen (+6,5% oftewel +800.000 korte vakanties). Dit geldt ook voor het aantal overnachtingen, al was de toename daarvan vanwege de iets kortere vakantieduur minder sterk (+6,4%). Verhouding binnenland-buitenland De laatste jaren heeft het buitenland gaandeweg steeds meer terrein gewonnen als vakantiebestemming voor de Nederlandse vakantieganger. In 2009 is dat echter vanwege de financiële crisis niet meer het geval geweest. Werd in 2006 nog zo’n 51,5% van alle vakanties doorgebracht in eigen land, in 2007 is dit afgenomen tot 50,1% en in 2008 zelfs tot 48,6%. In 2009 vond een lichte toename plaats tot 49,4%. Ten aanzien van de overnachtingen is deze ontwikkeling duidelijker waar te nemen: een afname van het aandeel van het binnenland van 37,1% in 2006 via 35,4% in 2007 tot 32,8% in 2008. In 2009 is het binnenlands aandeel weer toegenomen tot 33,9%.
Vakantieduur In de afgelopen decennia zijn lange vakanties gemiddeld korter van duur geworden. Men gaat immers steeds vaker met vakantie, waardoor in samenhang met een gelijk aantal vakantiedagen deze vakanties wel iets korter móeten duren. Daarbij hebben korte vakanties de neiging wat langer van duur te worden. Met name de laatste jaren is deze tendens echter wat afgezwakt. De ‘rek’ lijkt er een beetje uit te zijn. In 2009 kunnen we opnieuw spreken van een daling van de gemiddelde vakantieduur bij de lange vakanties, maar dan alleen in het buitenland. In het binnenland is deze gelijk gebleven ten opzichte van 2008. De korte vakanties zijn in het binnenland eveneens gemiddeld ongeveer van gelijke duur geweest, en in het buitenland licht gedaald. Vakantie-uitgaven In 2009 werd door alle Nederlandse vakantiegangers tezamen in totaal ongeveer 15,1 miljard euro aan vakanties uitgegeven, zo’n 160 miljoen euro minder dan in 2008 (-1,0%). In 2008 was nog sprake van een forse toename van deze vakantie-uitgaven (+10,5%). In vergelijking daarmee alsmede tegen het licht van de ontwikkeling van het aantal vakanties (+1,3%) en vakantieovernachtingen (-1,3%) kunnen we spreken van een behoorlijke afname. Deze daling van de uitgaven kan helemaal worden toegeschreven aan de lange vakanties naar het buitenland. De uitgaven in de andere vakantiesegmenten waren in 2009 hoger, als gevolg van zowel meer vakanties als hogere gemiddelde bestedingen per vakantie.
‘Vakanties worden korter’
Bij lange binnenlandse vakanties zijn de nationale bestedingen bijna het dubbele van die bij korte binnenlandse vakanties, terwijl het aantal lange vakanties bijna gelijk is aan het aantal korte. Tijdens lange binnenlandse vakanties, die gemiddeld ongeveer drie
nritmagazine
17
Tabel 1
Gemiddelde uitgaven per persoon per binnenlandse vakantie en totale vakantie-uitgaven, 2002, 2008-2009 Kort
Lang
2002
2008
2009
2002
2008
2009
Nationale bestedingen (mln €)
957
947
953
1.945
1.753
1.820
Totaal aantal vakanties (mln)
9,51
8,92
9,26
9,20
8,53
8,70
Uitgaven per vakantie (€)
101
106
103
211
205
209
Duur (dagen)
3,15
3,2
3,2
10,5
9,5
9,5
33
33
32
24
22
22
Uitgaven per dag (€)
Bron: ContinuVakantieOnderzoek, NBTC-NIPO Research
Tabel 2
Gemiddelde uitgaven per persoon per buitenlandse vakantie en totale vakantie-uitgaven, 2002, 2008-2009 Kort
Lang
2002
2008
2009
2002
2008
2009
Nationale bestedingen (mln €)
867
772
903
8.866
11.783
11.419
Totaal aantal vakanties (mln)
3,59
3,36
3,82
13,17
15,09
14,59
Uitgaven per vakantie (€)
242
230
237
673
781
783
Duur (dagen)
3,29
3,3
3,3
13,0
13,0
12,9
74
69
72
59
60
61
Uitgaven per dag (€)
Bron: ContinuVakantieOnderzoek, NBTC-NIPO Research
‘Nederlanders geven minder geld uit aan vakanties’
keer zo lang duren, wordt ongeveer twee maal zoveel uitgegeven per vakantie. Daarbij zijn de uitgaven per dag tijdens een lange vakantie evenwel lager dan tijdens een korte vakantie.
kust, in het bijzonder de Noordzeebadplaatsen. Ook de Waddeneilanden zijn bijzonder in trek, al is het aantal vakanties hier geringer vanwege hun perifere ligging en relatief kleine oppervlakte.
Op de buitenlandse markt nemen lange vakanties ongeveer 93% van de nationale bestedingen voor hun rekening (in 2008 nog 94%). Daarbij vinden bijna vier maal zoveel lange als korte vakanties plaats. Een lange buitenlandse vakantie duurt gemiddeld bijna vier keer zo lang als een korte, waarbij ruim drie maal zoveel per vakantie wordt uitgegeven. Evenals bij de binnenlandse vakanties wordt ook tijdens korte vakanties in het buitenland gemiddeld per vakantiedag duidelijk meer uitgegeven dan tijdens lange vakanties.
In 2009 werd zo’n 12% van alle binnenlandse overnachtingen doorgebracht in de Noordzeebadplaatsen. In 2008 was dat eveneens 12%. Ten opzichte van de landelijke ontwikkeling is het aantal overnachtingen in de Noordzeebadplaatsen fors toegenomen (+4,5%). Kon in 2008 de tweede plaats nog worden toegeschreven aan de Veluwe, in 2009 kwam deze positie voor rekening van de Groningse, Friese en Drentse zandgronden, met een marktaandeel van 12% van de binnenlandse vakantieovernachtingen. Het totaal aantal overnachtingen van Nederlanders op de Groningse, Friese en Drentse zandgronden nam in 2009 toe met 12,8%. Neemt de Veluwe als toeristengebied in Nederland
Vakanties in Nederland Een vakantie in eigen land wordt bij voorkeur doorgebracht aan de Nederlandse
18
nritmagazine
Figuur 2
Top 10 binnenlandse vakantiebestemmingen 2002, 2008-2009 (aandeel in vakantieovernachtingen)
0%
2%
4%
6%
8%
10%
9,4%
Groningse, Friese en Drentse zandgronden
10,6%
9,6%
Veluwe (rand)
11,7%
10,9% 11,7%
8,6% 9,2% 9,9%
O-Brabant, N- en M-Limburg en Rijk van Nijmegen West- en Midden-Brabant
9,0% 8,6%
9,8%
8,3% 8,2% 8,0%
Twente, Salland en Vechtstreek 6,2% 6,7% 6,5%
Waddeneilanden 5,1% 4,5% 5,1%
Deltagebied
IJsselmeerkust
14%
12,9% 11,8% 12,1%
Noordzeebadplaatsen
‘Kustgebieden blijven favoriet’
12%
3,2%
Zuid-Limburg
5,4% 5,0% 4,7% 4,9% 4,6%
2002 2008 2009
Bron: ContinuVakantieOnderzoek, NBTC-NIPO Research
meestal de tweede plaats in na de Noordzeebadplaatsen, in 2009 moest dit worden prijsgegeven aan de Groningse, Friese en Drentse zandgronden. Het marktaandeel van dit toeristengebied is evenwel toegenomen van 11% naar 12%. Per saldo heeft de Veluwe in 2009 in toeristisch opzicht toch een goed jaar achter de rug: een toename van het totaal aantal overnachtingen met 9,2% ten opzichte van 2008. Het toeristengebied Oost-Brabant, Noord- en Midden-Limburg en Rijk van Nijmegen is in 2009 op dezelfde positie blijven staan als in 2008. Het aantal overnachtingen is daarbij toegenomen met 10,3%.
Vakanties in het buitenland Na een aantal jaren gekampt te hebben met dalende aantallen overnachtingen van Nederlanders is Frankrijk desondanks duidelijk marktleider gebleven in de reeks van populaire vakantielanden. Sinds 2008 kan weer worden gesproken van een herstel in het aantal overnachtingen van Nederlandse vakantiegangers. In 2009 betrof dit een toename van 2,9%. Daarbij is het aandeel van Frankrijk op de Nederlandse markt toegenomen van 17% in 2008 tot 18% in 2009. Bleef Duitsland tot en met 2008 steevast goed voor de derde plaats, in 2009 heeft dit vakantieland de tweede plaats veroverd
op ‘concurrent’ Spanje. Haar marktaandeel qua vakantieovernachtingen lag in 2009 op ruim 11%. In 2008 was dit nog een kleine 10%. Deze positieve ontwikkeling is het gevolg van de toename van het aantal overnachtingen met maar liefst 10,0%. Tot 2008 was Spanje op ruime afstand van Frankrijk nog het op een na populairste vakantieland voor de Nederlanders. Het aandeel van dit land is evenwel gedaald van 11% in 2008 tot een kleine 10% in 2009. Het totaal aantal overnachtingen is daarbij fors afgenomen, met -13,5% ten opzichte van 2008. Reeds een aantal jaren is het aantal vakanties van Nederlanders naar de gezamenlijke Aziatische landen behoorlijk gegroeid. In 2009 was dat, ondanks de
nritmagazine
19
Figuur 3
Top 10 buitenlandse vakantiebestemmingen 2002, 2008-2009 (aandeel in vakantieovernachtingen)
0%
5%
10%
Frankrijk
17,1% 18,2%
6,3% 6,0% 6,7%
Oostenrijk
België
VS en Canada
Griekenland
23,4%
6,6% 6,8% 6,9%
Italië
Turkije
25%
12,2% 11,0% 9,8%
Spanje
Azië
20%
9,1% 9,8% 11,1%
Duitsland
‘Frankrijk blijft duidelijk marktleider’
15%
5,3% 5,2% 2,3%
6,6%
4,0% 4,6% 4,2% 4,7% 4,1%
3,1% 4,0% 3,9% 4,2% 4,4% 3,8%
2002 2008 2009
Bron: ContinuVakantieOnderzoek, NBTC-NIPO Research
financiële crisis, opnieuw het geval. Het aantal overnachtingen lag in dat jaar maar liefst 10,8% hoger dan in 2008. Het aandeel van deze groep landen is daarbij toegenomen van 4% in 2008 tot een kleine 5% in 2009. In de eerste helft van dit decennium is Turkije sterk opgeklommen op de lijst van favoriete vakantielanden. In 2006 is daar echter behoorlijk de klad in gekomen. Dat jaar kon dit vakantieland niet verder komen dan de negende plaats (in 2005 nog de vijfde plaats). Na enig herstel zien we uiteindelijk in 2009 weer een daling in het aantal overnachtingen van Nederlanders, en is Turkije weer gezakt naar de achtste plaats. Een duidelijk inzicht in de totale feitelijke vakantiedruk vanuit Nederland op vakantielanden, met inbegrip van de daar aanwe-
20
nritmagazine
zige verblijfsaccommodaties, kan worden ontleend aan het totaal aantal vakantieovernachtingen van Nederlanders. De bovenstaande figuur geeft een overzicht van de tien door Nederlanders meestbezochte vakantielanden in 2002, 2008 en 2009 in termen van aantallen overnachtingen. Vakanties naar logiesvorm Meer nog dan menig Europeaan brengt de Nederlander graag de vakantie door in een verblijfsaccommodatie binnen de kampeer- en bungalowsector, zoals met name de vakantiebungalow, de caravan en - in mindere mate - de tent. Na een in het algemeen positieve ontwikkeling van de binnenlandse kampeer- en bungalowvakanties in eerdere jaren heeft zich hierin sinds 2005 een duidelijke kentering
voorgedaan. Bedroeg het aandeel van dergelijke logiesvormen in 2006 nog 72% van alle binnenlandse overnachtingen, in 2007 is dit weer toegenomen tot 74%. In 2008 vond opnieuw een daling plaats (71%), gevolgd door een toename naar 73% in 2009. Het aantal overnachtingen steeg daarbij in 2009 met 4,7%. Kijken we naar de vakanties, dan blijkt uit een aandeel van 65% in 2009 dat de gemiddelde verblijfsduur in deze logiesvormen relatief lang is. Al enkele jaren stijgt het marktaandeel van de meest favoriete logiesvorm van de Nederlandse vakantieganger, het zomerhuisje/de tweede woning. Zo ook van 37,8% in 2008 naar 38,3% in 2009. Dit betekent een voortzetting van het herstel na een aantal jaren waarin geen sprake meer was van een onverdeeld positieve ontwikkeling, maar veeleer van een verzadigings-
markt. Het totaal aantal overnachtingen steeg ten opzichte van 2008 met 3,3%.
binnenlandse vakantie een belangrijke logiesvorm. In 2009 kwam een kleine 10% van het aantal binnenlandse overnachtingen voor rekening van hotel/pension. Het totaal aantal overnachtingen is toegenomen met 1,5%.
Ook de caravan is tijdens de vakantie in eigen land een favoriete logiesvorm, zowel op vaste als op toeristische standplaatsen. Het marktaandeel van deze logiesvormen is bovendien toegenomen van respectievelijk 17,3% en 10,9% van het totale aantal binnenlandse overnachtingen in 2008 tot respectievelijk 17,9% en 11,8% in 2009. Het totaal aantal overnachtingen is daarbij toegenomen met 5,8% voor vaste en 9,7% voor toeristische standplaatsen.
De onderstaande figuur bevat de top vijf van de meest gebruikte logiesvormen tijdens binnenlandse vakanties van Nederlanders. Het gaat hierbij om het totaal aantal doorgebrachte overnachtingen, dus die in het kader van korte en lange binnenlandse vakanties tezamen.
Hoewel Nederlanders vooral gebruikmaken van een hotel of pension tijdens vakanties in het buitenland, is dit ook voor een
Figuur 4
landers een duidelijk afwijkend beeld. Zo is in het buitenland het gebruik van kampeeren bungalowaccommodaties duidelijk beperkter. In 2009 bedroeg het gezamenlijk aandeel van de logiesvormen binnen de kampeer- en bungalowsector een kleine 38% van het totaal aantal overnachtingen. De laatste jaren beweegt dit aandeel tussen de 36% en 38%. Daarentegen geniet het hotel, pension een duidelijke voorkeur, met een aandeel van 33% van alle buitenlandse overnachtingen in 2009. Dit aandeel bevindt zich de laatste jaren op een stabiel niveau van 33% à 34%. Nam het aantal buitenlandse hotelovernachtingen de laatste jaren fors toe, in 2009 was evenwel sprake van een afname van -6,6%.
Ten opzichte van het binnenland zien we voor wat betreft het logiesvormgebruik tijdens buitenlandse vakanties van Neder-
Top 5 logiesaccommodaties binnenlandse vakanties, 2002, 2008-2009 (aandeel in vakantieovernachtingen)
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
33,3%
Zomerhuisje, tweede woning
37,8% 38,3% 20,6%
Caravan vast
17,3% 17,9% 12,3%
Caravan toeristisch
‘Meeste binnenlandse overnachtingen in kampeer- en bungalowsector’
10,9% 11,8% 8,5%
Hotel, pension
9,7%
2002
9,6% 5,5%
Tent toeristisch
4,7% 4,5%
2008 2009
Bron: ContinuVakantieOnderzoek, NBTC-NIPO Research
nritmagazine
21
Op de tweede plaats staat het zomerhuisje met een aandeel van 15% in het totaal aantal buitenlandse overnachtingen. Dit aandeel neemt jaarlijks toe. Het totaal aantal bungalowovernachtingen is in 2009 met +1,6% toegenomen.
doorgebracht in een caravan in het kader van een toeristische kampeervakantie (evenals in voorgaande jaren). Daarnaast heeft de toeristische tentvakantie een aandeel van nog eens 6%. Dit aandeel is de laatste jaren dalende.
Het appartement genoemd, staat steevast op de derde positie, direct na het zomerhuisje. Het aandeel van deze logiesvorm op de buitenlandse vakantiemarkt schommelt daarbij tussen de 11% à 12%. Het toeristisch jaar 2009 is voor het appartement bijzonder goed verlopen, met 4,9% meer overnachtingen ten opzichte van het voorgaande jaar.
Een mogelijke verklaring voor de verminderende belangstelling voor het toeristisch kamperen in de caravan, zowel in eigen land als in het buitenland, kan worden gevonden in een toenemende voorkeur voor andere logiesvormen. Zo is de laatste jaren de kampeerauto duidelijk in opkomst. Vooral (jonge) senioren, waarvan de kinderen uit huis zijn, gaan meer en meer over op vervanging van de caravan door een kampeerauto. Men gebruikt de kampeerauto hoofdzakelijk in het kader van een (trek)vakantie in het buitenland. •
In het buitenland wordt door Nederlanders relatief beduidend minder gekampeerd dan in eigen land. In 2009 werd een kleine 10% van de buitenlandse vakantieovernachtingen
Figuur 5
Top 5 logiesaccomodaties buitenlandse vakanties 2002, 2008-2009 (aandeel in vakantieovernachtingen)
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
26,3%
Hotel, pension
34,2% 32,9% 14,7%
Zomerhuisje, tweede woning
‘In buitenland is het hotel favoriet’
13,8% 14,5% 13,0%
Appartement, kamers zonder pension
11,4% 12,3% 11,1%
Caravan toeristisch
9,8% 9,9% 9,4%
Familie/kennissen
8,7% 7,3%
Bron: ContinuVakantieOnderzoek, NBTC-NIPO Research
22
nritmagazine
2002 2008 2009