Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs Rhenen
Protocol besluitvorming omtrent bevorderen en doubleren. Algemeen Op de Ericaschool en De Springplank wordt gewerkt met een leerstofjaarklassensysteem. Aan het eind van elk schooljaar wordt intern besloten of een leerling al dan niet bevorderd kan worden. 1. Als de leerling de groepsleerstof van het lopende schooljaar beheerst, zal hij naar de volgende jaargroep bevorderd worden. 2. Als een leerling op een enkel ontwikkelingsgebied een achterstand heeft opgelopen, zal hij met een aangepast programma voor dat betreffende ontwikkelingsgebied bevorderd kunnen worden. Heeft een leerling uit de onderbouw een leesachterstand dan zijn we uiterst kritisch over het al of niet bevorderen. 3. Als een leerling op meerdere gebieden een achterstand heeft, zal de school het besluit nemen om die leerling te laten doubleren. De achterstand kan betrekking hebben op de cognitieve en/of de sociaal emotionele ontwikkeling. Protocol Om tot een verantwoorde beslissing te komen ten aanzien van al of niet bevorderen volgen wij het onderstaand stappenplan: 1. De groepsleerkracht volgt de leerling aan de hand van zowel methodegebonden als methode onafhankelijke toetsen. Hierbij maakt de leerkracht o.a. gebruik van het LOVS van CITO. 2. De leerkracht observeert de leerling. 3. De ontwikkeling van de leerling wordt periodiek besproken met de intern begeleider en de ouders. 4. In eerste instantie zal de leerling bij achterstand binnen of buiten de groep extra begeleiding krijgen. 5. Uiterlijk in de maand april van het lopende schooljaar bespreekt de groepsleerkracht de gegevens van de observaties en van de volgsystemen met de ouders. 6. Afhankelijk van het proces dat de ouders en leerling doorlopen, zijn er één of meerdere gesprekken tussen ouders, leerkracht en intern begeleider. Indien wenselijk, zal ook de remedial teacher deelnemen aan de gesprekken met de ouders. Deze gesprekken vinden plaats tussen april en einde schooljaar. 7. In juni is een afrondend gesprek tussen groepsleerkracht(en) en intern begeleider. 8. De leerkracht en/of intern begeleider maakt in juni het definitieve standpunt bekend aan de ouders. Vervroegd doorstromen Soms gebeurt het dat een leerling op alle gebieden verder is dan zijn leeftijdsgenoten. De school kan dan besluiten om deze leerling in overleg met de ouders vervroegd te laten doorstromen. Een dergelijk besluit nemen wij niet lichtvaardig, aangezien wij er van overtuigd zijn dat leerlingen vooral in de onderbouw de tijd moeten krijgen zich sociaal en emotioneel te ontwikkelen. Een belangrijk element bij het vervroegd doorstromen is dan ook, naast de cognitieve ontwikkeling, de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling (zie verder ons beleidsplan meerbegaafdheid). Blijkt dit in groep 1 bij leerlingen die in oktober, november of december geboren zijn (herfstkinderen), aan de orde te zijn, dan kan de school besluiten om deze leerling in overleg met de ouders vervroegd in groep 2 te plaatsen. Om een leerling vervroegd te laten doorstromen, dan letten wij speciaal op de volgende aspecten: 1. De leerling moet emotioneel stabiel zijn en zelfvertrouwen hebben; 2. De werkhouding moet goed zijn; de leerling moet een langere tijd achter elkaar kunnen blijven doorwerken. De leerling moet intrinsiek gemotiveerd zijn om te werken en uit zichzelf kiezen voor ontwikkelingsmaterialen en de wat moeilijker spelletjes;
Protocol besluitvorming omtrent bevorderen en doubleren
1
3. Binnen de sociale omgang moet blijken dat de leerling zich thuis voelt bij de leeftijdsgenootjes van groep 2; 4. Binnen de taalontwikkeling moet duidelijk zijn dat de leerling in goed opgebouwde zinnen spreekt en dat hij beschikt over een goede woordenschat; 5. Het moet duidelijk zijn dat de fijne motoriek voldoende ontwikkeld is. Groep 1 en 2 Het is soms verstandig dat een leerling een jaar langer in een groep blijft. Dit gebeurt dan meestal in de groepen 1 of 2. In deze groepen is er meer aandacht voor de brede ontwikkeling van een leerling. Vanaf groep 3 ligt meer de nadruk op het cognitieve aspect. Het kan zijn dat een leerling er emotioneel en/of intellectueel nog niet aan toe is om het basisprogramma in groep 3 te volgen. De school kijkt met name naar de werkhouding, de cognitieve ontwikkeling en sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling. Het oordeel van school is gebaseerd op observaties, toetsen, gesprekken met de intern begeleider (IB-er) en/of remedial teacher (RT-er), de concentratie c.q. spanningsboog. Bij het bevorderen van een leerling staat de ontwikkeling die de leerling heeft doorgemaakt centraal. Daarnaast willen wij bevorderen dat de verblijfsduur van een leerling in het basisonderwijs acht aaneengesloten jaren bedraagt. De jongste kleuters die bekend zijn als ‘herfstkinderen’ (leerlingen die voorafgaand aan 1 januari in de maanden oktober, november of december 4 jaar worden) starten in groep 1. Aan het eind van het schooljaar kijken we hoe het kind zich heeft ontwikkeld en welke groep het beste bij hem/haar past. Wij vinden de ontwikkeling van kinderen (sociaal-emotioneel en cognitief) bepalend en niet zo zeer de geboortedatum en leeftijd. Stromen zij gelijk door naar groep 2, dan kunnen zij de basisschool doorlopen in (minder dan) 8 jaar. Zijn zij sociaal-emotioneel en cognitief nog niet toe aan groep 2, dan komen zij in aanmerking voor een kleuterverlenging en blijven zij in groep 1. In de maand januari brengen wij de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling in kaart en wordt er gekeken naar de toetsresultaten. Zijn er op dat moment bij ons twijfels omtrent de ontwikkeling, dan stellen wij de ouders hiervan op de hoogte voor of tijdens een reguliere contactavond op school. In het gesprek met de ouders worden de zorgen met betrekking tot de ontwikkeling van hun kind besproken. Zijn wij ervan overtuigd dat het kind, gezien zijn algehele ontwikkeling, nog lang niet toe is aan de voor zijn groep normale ontwikkeling, nemen wij geen extra maatregelen om hem te stimuleren. Zien wij mogelijkheden om de ontwikkeling bij de leerling op gang te brengen, dan bespreekt de groepsleerkracht (eventueel in samenwerking met de intern begeleider) met de ouders wat wij als school gaan doen. Tevens geven wij aan wat zij eventueel in de thuissituatie zouden kunnen doen en bespreken het tijdpad tot aan de zomervakantie. In dit tijdpad zit ook het moment waarop wij een besluit nemen omtrent al of niet bevorderen. Aangezien de ontwikkeling van een jonge leerling vaak sprongsgewijs gaat, zal de uiteindelijke beslissing op een laat tijdstip in het cursusjaar worden genomen. De ouders worden tijdens het schooljaar in ieder geval op de hoogte gehouden van de vorderingen van hun kind. Als er zich grote problemen voordoen bij de ontwikkeling van de leerling zullen de ouders in één of meerdere gesprekken door de groepsleerkracht(en) op de hoogte worden gehouden. Tijdens die gesprekken zal de noodzaak en het nut van een eventuele verlenging aan de orde komen. Uiteindelijk neemt de school op basis van de geconstateerde feiten in de maand juni een verantwoorde beslissing. Hebben wij als school op enig moment behoefte aan het advies van een externe deskundige, dan nemen wij contact op met een externe deskundige b.v. de orthopedagoog van de schoolbegeleidingsdienst. Bij ernstige twijfel of een leerling bevorderd kan worden naar de volgende groep wordt uiteindelijk door de groepsleerkracht, in samenwerking met de remedial teacher en de intern begeleider een bindend besluit genomen. Dit besluit zal aan de ouders worden medegedeeld. Als een leerling na een verlenging een ontwikkelingsvoorsprong ten opzichte van zijn medeleerlingen heeft, zal hij gedurende het schooljaar gestimuleerd worden om oefeningen en activiteiten te gaan doen op een moeilijker niveau.
Protocol besluitvorming omtrent bevorderen en doubleren
2
Bevordering van groep 3 naar groep 4 Een leerling in groep 3 die de basiskennis van taal/lezen en rekenen niet beheerst, kan niet bevorderd worden naar groep 4. De overgangsnormen en schoolspecifieke aandachtspunten zijn hierbij bepalend. Bevordering overige groepen Alle leerlingen hebben recht op extra begeleiding. Als blijkt dat de intensieve begeleiding zowel binnen als buiten de groep te weinig rendement oplevert, zal een leerling vanaf groep 5 ook bevorderd kunnen worden als hij onder het klassenniveau zit. Over het algemeen zal hij dan op taal en/of rekengebied verder gaan met een individueel programma. Leerlingen die een lees- (dyslexie) of een rekenprobleem (dyscalculie) hebben, blijven recht houden op extra begeleiding.
Protocol besluitvorming omtrent bevorderen en doubleren
3
Schoolspecifieke aandachtspunten
De Springplank
Overgangsnormen In sommige gevallen is het nodig de overgang van uw kind naar de volgende groep zorgvuldig te bekijken en bespreken. Naast de specifieke normen die hieronder per groep aangegeven zijn, worden ook de sociaal-emotionele ontwikkeling en werkhouding meegenomen in de besluitvorming. Groep 1 Uw kind is een bespreekgeval als het volgende punt aan de orde is: uw kind heeft op 4 of meer van de 17 ontwikkelingsgebieden van het leerlingvolgsysteem “Kijk”, een achterstand van een half jaar of meer. De zogenoemde ‘herfstkinderen’, kinderen die voorafgaand aan 1 januari in de maanden oktober, november of december 4 jaar worden, starten in groep 1. Aan het eind van het schooljaar kijken we hoe een kind zich heeft ontwikkeld en welke groep het beste bij hem of haar past. Wij vinden de ontwikkeling van kinderen op sociaal-emotioneel en cognitief vlak bepalend en niet de geboortedatum of leeftijd. Stroomt een kind door naar groep 2, dan kan hij of zij de basisschool doorlopen in 8 jaar of minder. Is een kind sociaal-emotioneel en/of cognitief nog niet toe aan groep 2, dan komt hij of zij in aanmerking voor een kleuterverlenging en blijft het langer in groep 1. Groep 2 Uw kind is een bespreekgeval als het volgende punt aan de orde is: uw kind heeft op 4 of meer van de 17 ontwikkelingsgebieden van het leerlingvolgsysteem “Kijk”, een achterstand van een half jaar of meer. Uw kind is ook een bespreekgeval als twee of meer van de volgende punten aan de orde zijn: uw kind heeft bij de Cito taaltoets voor kleuters een IV-score of V-score behaald; uw kind heeft bij de Cito rekentoets voor kleuters een IV-score of V-score behaald; uw kind kan niet meer dan 7 letters benoemen; uw kind heeft bij de toetsen auditieve analyse een IV-score of V-score behaald. Groep 3 Uw kind is een bespreekgeval uw kind op de Cito technisch lezentoets een IV-score of V-score heeft behaald en/of twee van de volgende drie punten aan de orde zijn: uw kind heeft op de Cito rekentoets een IV-score of V-score behaald; uw kind heeft op de Cito spellingtoets een IV-score of V-score behaald; uw kind heeft op de methode gebonden toetsen rekenen op de minimumstof onvoldoende behaald.
Protocol besluitvorming omtrent bevorderen en doubleren
4
Groep 4 t/m 6 Uw kind is een bespreekgeval als vier van de volgende zeven punten aan de orde zijn: uw kind heeft op de Cito technisch lezentoets een IV-score of V-score behaald. uw kind heeft op de Cito rekentoets een IV-score of V-score behaald; uw kind heeft op de Cito spellingtoets een IV-score of V-score behaald; uw kind heeft op de Cito begrijpend lezentoets een IV-score of V-score behaald; uw kind heeft op de methode gebonden toetsen rekenen op de minimumstof onvoldoende behaald; uw kind heeft op de methode gebonden toetsen begrijpend lezen een onvoldoende behaald; uw kind heeft op de methode gebonden toetsen taal verkennen een onvoldoende behaald. Groep 7 In groep 7 wordt per kind bekeken of doubleren de best passende oplossing is. Er kan altijd van de normen afgeweken worden. Per kind wordt bekeken of doubleren de beste oplossing is of dat het beter voor het kind is om een eigen leerlijn te gaan volgen.
Protocol besluitvorming omtrent bevorderen en doubleren
5
Normen voor versnellen Soms gebeurt het dat een kind op alle gebieden verder is dan zijn of haar leeftijdsgenoten. Wij kunnen dan in overleg met u besluiten uw kind vervroegd te laten doorstromen. Een dergelijk besluit nemen wij niet lichtvaardig, omdat wij ervan overtuigd zijn dat kinderen vooral in de onderbouw de tijd moeten krijgen zich op sociaal en emotioneel vlak te ontwikkelen. Naast de cognitieve ontwikkeling speelt dus ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind een belangrijke rol bij het besluit (zie verder ons beleidsplan (hoog)begaafde kinderen). Blijkt dit in groep 1 bij kinderen die in oktober, november of december geboren zijn (de zgn. ‘herfstkinderen’) aan de orde te zijn, dan kunnen wij in overleg met u besluiten om uw kind vervroegd in groep 2 te plaatsen. Om een leerling vervroegd te laten doorstromen, letten wij in het bijzonder op de onderstaande aspecten: 1. De leerling moet emotioneel stabiel zijn en voldoende zelfvertrouwen hebben. 2. De werkhouding moet goed zijn; de leerling moet een langere tijd achter elkaar kunnen blijven doorwerken. De leerling moet intrinsiek gemotiveerd zijn om te werken en uit zichzelf kiezen voor ontwikkelingsmaterialen en de wat moeilijkere spelletjes. 3. Binnen de sociale omgang moet blijken dat de leerling zich thuis voelt bij de leeftijdsgenootjes van volgende groep. 4. Binnen de taalontwikkeling moet duidelijk zijn dat de leerling in goed opgebouwde zinnen spreekt en dat hij beschikt over een goede woordenschat. 5. Het moet duidelijk zijn dat de fijne motoriek voldoende ontwikkeld is.
Protocol besluitvorming omtrent bevorderen en doubleren
6