Bijlage 6
Evidence-tabellen
Uitgangsvraag 1 Kan de betreffende kanker of de toegepaste behandeling leiden tot somatische, psychische en/of sociale problemen in de initiële fase? auteur Parker
jaar 2003
studiedesign Dwarsdoorsnedeonderzoek
niveau/kwaliteit
n 351
Henningsohn
2003
Dwarsdoorsnedeonderzoek met controlegroep
C? Periode na behandeling niet geraporteerd
866
Hardt
2000
B; kleine studie
44
Gerharz
1997
Prospective study pre-1yr post surgery Retrospectief follow-up 2.7 jr
Boini
2004
Cohort studie SF-36 na 15 maanden
A2
Hsiao
2007
Systematisch review
A1 Zoeken + selecteren +, quality assessm +
Jones
2006
Systematisch review
A2 zoeken + selectie + quality?
44
88
populatie Patiënten in oncologische follow-up in tertiair centrum gemiddeld 3 jaar na diagnose. ♂ na behandeling blaaskanker + controles 44 patients alive 1 yr after cystectomy Patienten tot 1 jaar na cystectomie + urinary diversion 7468 deelnemers aan kankerpreventietrial , waarvan 88 kanker ontwikkelden Mannen met gelokaliseerd prostaatkanker
Vrouwen met gynaecologische kanker
resultaten 32% leed aan een depressie KvL redelijk goed; gemiddelde score 43 (algemene bevolking 50; SD 10) Factoren van invloed: leeftijd ↑+, geslacht M +, gehuwd +, sociale steun + Na cystectomie+conduit, cystectomie+reservoir en neobladder circa 20%19% distress door ↓ intercourse+orgasm en erectieklachten. Na radiotherapie 17% distress door darmklachten: 16% buikpijn, 14% defaecatie-stoornissen. Meeste distress door urineretentie KvL postoperatief sterk gereduceerd in lichamelijk functioneren. Ook reductie in rolbeperkingen en emotioneel welbevinden. Algehele tevredenheid met leven niet verminderd KvL gereduceerd, vooral in lichamelijk functioneren. Bijna 50% was continent. Daling in seksuele activiteit (p<0.06)
Lagere HRQoL scores bij kankerpatiënten, vooral in de domeinen: lich. Functioneren, lichamelijk rol functioneren en algemene gezondheidsdimensies
Meest frequent gerapporteerd: plasklachten, seksuele dysfunctie en darmstoornissen; De diagnose veroorzaakt psychologische distress met een veranderd zelfbewustzijn, zorgen om de gevolgen van de behandeling en distress gerelateerd aan de te nemen beslissing t.a.v. de behandeling. HRQOL wordt specifiek per behandeling gerapporteerd
auteur Hewitt
jaar 2003
studiedesign Dwarsdoorsnedeonderzoek
niveau/kwaliteit B Grote representatieve steekproef
n 4878
Burgess
2005
B
222
Stommel
2004
Prospectieve cohortstudie + controlegroep Prospectieve cohortstudie
B
860
populatie Overlevenden van kanker vergeleken met algemene bevolking Vrouwen met borstkanker Oudere kankerpatienten (borst, long, colon, prostaat)
resultaten Overlevenden van kanker hebben vaker een slechte gezondheid (odds ratio 2.97; CI 2.6, 3.4) en vaker psychologische problemen (OR 2.2; CI 1.7, 2.8) e
50% had depressie e/of anxiety in het 1e jaar, 25% in het 2 afnemend tot 15% na 5 jaar. Depressieve symptomen namen af na 1 jaar, maar het algeheel welbevinden verbeterde niet in die periode
Uitgangsvraag 2 Bestaat voor deze problemen effectieve behandeling, en of is ondersteuning om andere redenen gerechtvaardigd? auteur Newell
jaar 2002
studiedesign niveau/kwaliteit Systematic review A2; kleine trials
n 34 trials
Rodin
2007
Systematic review
A2; kleine trials
11 trials
Schmitz
2007
Meta-analysis Weigthed mean effect sizes
A2; kleine trials
22 studies
Rehse
2003
Meta-analyse
Matig: analyse onduidelijk en onconventioneel
37 studies
populatie RCTs naar effect psychologische interventie op uitkomsten van kankerpatiënten RCT’s naar het effect op depressie bij kankerpatiënten
Studies naar het effect van interventies ontworpen om lichamelijke activiteit te verhogen op de uitkomst van volwassen kankerpatiënten Gecontroleerde studies naar het effect van psychosociale interventies op kwaliteit van leven bij kankerpatiënten
resultaten Slechts voorzichtige conclusies t.a.v. effectiviteit van sommige interventies. Zie ook detail resultaten in onderstaande tabel
2/6 Antidepressiva 1trials + 1/1 benzodiazepine vs. spierrelaxatie + 2/4 niet farmacologische +: specialized nurse care na 3 maar niet na 6 mnd + oriëntatieprogramma + Goede tolerantie. Mean effect size (ES): Cardioresp. Fitheid: 3/4 +; ES 0.65( 0.22-1.09) KvL 4/5 + ; ES 0.30 (–0.13-0.73)? Pijn 1/1 ES 1.64 (0.43-2.85) depressie 2/5 + ES 0.44 (-0.13-1.01) ?
Ondoorzichtige analyse. Geen conventionele methodes gebruikt. Geen inzicht in effectiviteit type interventie of gebruikte studydesigns.
auteur Allard
jaar 2001
studiedesign Systematic Review
niveau/kwaliteit A2
Osborn
2006
Meta-analyse
A2 Analysemethode onduidelijk Kleine niet geblindeerde RCTs
n 25 studies (4 RCT) bij zorgprofs: 8 studies (2 RCT) bij patiënten/ mantelzorgers 15 trials met 1492 patiënten
populatie Studies (o.a. RCTs) naar het effect van 'educational interventions'
resultaten Interventies gericht op zorgprofessionals hebben weinig effect op de pijnbeleving van patiënten. Interventies gericht op patiënten en mantelzorgers lijken wel effectief (ook kortdurende counseling met pijndagboek)
Studies naar het CBT bij depressiviteit: SMD 1.21;CI 0.22-2.19; bij anxiety: SMD 1.99; CI effect van 0.69-3.31; geen effect bij pijn of lichamelijk functioneren. bij KvL: WMD cognitieve 0.91; CI 0.38—1.44. Patiënteducatie had geen effect op enige uitkomst. gedragstherapie en ‘patient education’op KvL bij volwassen kankerpatiënten
Detailresultaten voor Newell, 2002 anxiety depression general or overall effect stress, distress overall QAL coping/control vocational or domestic adjustment interpersonal or social relationships sexual or marital relationships nausea vomiting pijn fatigue overall physical symptoms
Muziektherapie; meer onderzoek nodig voor CBT, individuele therapie, etc. Niets, meer onderzoek voor groepstherapie, structured counseling, etc Unstructured counseling; muziektherapie. Meer onderzoek voor CBT, structured counseling, etc. Structured counseling; meer onderzoek naar CBT, comm. Skillstraining, etc Struct or unstructered counseling Group therapy; more research on CBT, relaxatietherapie+communication skills niets Structured or unstructured counseling More research for therapist-delivered, individual interventions More research on therapist-delivered interventions No specific intervention reccomended More research on individual therapy, relaxation training, CBT, etc. No specific intervention; more research on group therapy and CBT No specific intervention
Uitgangsvraag 3 Is bekend hoe lang patiënten door deze problemen ernstig worden belast (bijvoorbeeld een duidelijke verstoorde ADL-functie of kwaliteit van leven ervaren), en op welke termijn de meesten hun balans weer hebben hervonden? auteur Henningsohn
jaar 2003 A
studiedesign Dwarsdoorsnedeonderzoek met controlegroep
kwaliteit studie A2; Periode na behandeling niet gerapporteerd
n 866
populatie 444 ♂ na behandeling voor blaaskanker; 422 controles
Kulaksizoglu
2002
Prospectieve cohortstudie
adequaat
68
Blaaskankerpatiënten na radicale cystectomie; follow-up 2½ jaar
Zippe
2004
49
Hardt
2000
Prospectieve studie met B 5 jr follow-up Prospective study pre-1yr B; kleine studie post surgery
Seksueel actieve ♂♂ na radicale cystectomie 44 patients alive 1 yr after cystectomy
Kulaksizoglu
2002
Prospectieve cohortstudie
B adequaat
68
Henningsohn
2003
Prospective study
B
616
44
resultaten Na cystectomie+conduit, cystectomie+reservoir en neobladder circa 20% distress door ↓ intercourse+orgasm en erectieklachten. Na radiotherapie 17% distress door darmklachten: 16% buikpijn, 14% defaecatie-stoornissen. Meeste disstress door urineretentie Functionele scores sterk verlaagd na 3 mnd, daarna verbetering tot uitgangsnivo na 12 mnd.; symptoomscore reeds preoperatief hoog, na 12 mnd verbetering met vooral mictie en seksuele klachten. 86% was impotent 5jr postoperatief (erectiestoornis)
KvL postoperatief sterk gereduceerd in lichamelijk functioneren. Ook reductie in rolbeperkingen en emotioneel welbevinden. Algehele tevredenheid met leven niet verminderd Blaaskankerpatiënten na Functionele scores sterk verlaagd na 3 mnd, daarna radicale cystectomie; verbetering tot uitgangsnivo na 12 mnd.; symptoomscore follow-up 2½ jaar reeds preoperatief hoog, na 12 mnd verbetering met vooral mictie en seksuele klachten. 303 postcystectomy; 310 Psychisch welbevinden 2-10 jr postcystectomy. > 10 jr = controles controles. Vooral sexuele dysfunctie.
Uitgangsvraag 4 Welk moment van heroverweging van de noodzaak tot nacontrole is op basis daarvan het meest geschikt? auteur Osse
jaar 2000
studiedesign Syst review
Gilbert
2007
instrumentevaluatie
kwaliteit studie n 15 Instrumenten 315
populatie Patiënten met progressieve of metastatische kanker blaaskankerpatiënten
resultaten Geen instrument was compleet; spirituele issues en needs van relatives ontbraken. Instrumenten vooral voor research ontworpen en getest. Verschillen in KvL aan te tonen. BCI responsief voor functionele verschillen en verschillen in klachten in het urine-, darm- en het seksuele domein.
Uitgangsvraag 5 Kunnen er, als gevolg van de initiële kanker of de behandeling ervan, in latere jaren gezondheidsproblemen optreden, en is aannemelijk dat deze lange-termijn problemen effectiever te behandelen zijn als ze eerder worden gedetecteerd? Welk deelscenario (late gevolgen) is op grond van deze overweging aangewezen? auteur Allareddy
jaar 2006
Hart
1999
studiedesign niveau/ kwaliteit Prospectieve cohortstudie
n 259 224
populatie Blaaskankerpatiënten 8 jr na diagnose blaaskankerpatiënten 1-23 jr na radicale cystectomy
resultaten Hoge scores op KvL. Na radicale cystectomie 89% impotentie; bij intacte blaas 32%. KvL algemeen goed. Meeste problemen met urinary diversion & seksuele dysfunctie.
Uitgangsvraag 6 t/m 9 (beantwoord voor blaascarcinoom) 6. Op welke termijn kunnen nieuwe kankermanifestaties (locale of regionale recidieven, afstandsmetastasen dan wel tweede primaire tumoren) optreden? 7. Bestaat er voor deze kankermanifestaties effectieve behandeling, en is de behandeleffectiviteit hoger naarmate de kanker eerder wordt gedetecteerd? 8. Welke diagnostiek is het meest geschikt om behandelbare nieuwe kankermanifestaties vroeg en accuraat te diagnosticeren? 9. Welk scenario voor vroege detectie is op grond van deze overwegingen aangewezen? auteurs / jaartal
mate van bewijs
studie type
populatie (incl. steekproefgrootte)
inclusie criteria
interventie duur en dosering
outcome controle (gouden (effectmaat) standaard, referentietest)
resultaat / conclusie
opmerkingen, commentaar
Malkowicz 2007 Bochner 2003 Westney 1998
-
review
-
-
-
-
-
-
-
-
review
-
-
-
-
-
-
-
C
Observat. Retro.
33
Radicale cystectomie voor UCC gevolgd door lokaal recidief
Bajorin 1998
Sanderson 2007
C
Fase II trial
30
Onbehandelde patiënten met advanced UCC blaas
Observat. Prospect.
1069
Radicale cystectomie voor UCC blaas
-
-
Ifosfamide 1.5 g/m2/d gedurende 3 dgn. Paclitaxel 200 mg/m2 over 3u. Cisplatin 70 mg/m2 op dag 1 van elke 28dgn. treatment cyclus. Max. van 6 cycli -
-
Prognose van pat. met lokaal recidief is slecht ondanks therapie. Syst. Chemo biedt goedee palliatie Effectiviteit ITP (ifosfamide, geen respons, paclitaxel en partial respons cisplatin) is een en complete actief, goed respons getolereerde Toxiciteit combi in onbehandelde patiënten met advanced UCC.
Levenslang risico op recidief in hogere UW. Grootste risicofactor is tumor in urethra.
-
auteurs / jaartal
Stein 2001
mate van bewijs
C
studie type
Observat. Retro.
populatie (incl. steekproefgrootte)
1054
inclusie criteria
Radicale cystectomie + PLND voor UCC blaas
auteurs / jaartal
mate van bewijs
studie type
populatie (incl. steekproefgrootte)
inclusie criteria
Huguet 2003
C
Observat. Retro.
5
Urethra recidief na cystectomie met orthotope blaasvervanging
Nieder 2004
C
Observat. Retro.
226
interventie duur en dosering
controle outcome (gouden (effectmaat) standaard, referentietest)
Overleving -
Frequentie lokale & afstands recidivering
interventie duur en dosering
controle outcome (gouden (effectmaat) standaard, referentietest)
-
-
Radicale cystoprostatectomie -
-
resultaat / conclusie
opmerkingen, commentaar
Screening detecteert tumoren niet voordat er symptomen ontstaan. 5 jaars ziektevrije en overall survival respectievelijk 68% en 66%. Kans recidivering afhankelijk van pathologische subgroep. resultaat/ conclusie
Urethrarecidief na orthotope blaasvervanging komt weinig voor. Conservatieve behandeling is een optie bij oppervlakkige recidieven. Risico op urethrarecidief is <4%. Lager risico bij orthotope
opmerkingen, commentaar
auteurs / jaartal
Lin 2003
mate van bewijs
C
Sherwood 2006 Slaton 1999
Hautmann 2006
C
studie type
Observat. Retro.
6 case reports + review Observat. Retro.
populatie (incl. steekproefgrootte)
24
inclusie criteria
Urethrectomie ivm urethrarecidief na radicale cystoprostatectomie ivm UCC
-
-
382
Radicale cystectomie voor N0-2, M0 UCC blaas
Meta-analyse > 1300 (? volgens pubmed)
interventie duur en dosering
Orthotope blaassubstitutie
-
controle outcome (gouden (effectmaat) standaard, referentietest)
-
-
resultaat/ conclusie
(Impact van vroege detectie van het urethrarecidief op de) Overall survival
neoblaas (0,9%) dan supravesicale diversie (6,4%). Vertraagde urethrectomie (dus na cystectomie) heeft geen impact op survival. Geen significant verschil in overleving tussen patiënten die wel of niet waren gescreend met urethrawashings
-
-
Frequentie urethrarecidief en recidief hogere urinewegen en
Stadium specifiek followup regime na radicale cystectomie kan kosten reduceren en efficiënt recidieven en complicaties detecteren Respectievelijk 1,5-5% 2-3% laag
opmerkingen, commentaar
auteurs / jaartal
mate van bewijs
studie type
populatie (incl. steekproefgrootte)
inclusie criteria
interventie duur en dosering
controle outcome (gouden (effectmaat) standaard, referentietest)
resultaat/ conclusie
lange termijn metabole stoornissen Kuroda 2002
C
Observat. Retro.
351
Radicale cystectomie voor blaasCa.
Stadiumspecifiek follow-up regime na radicale cystectomie can kosten reduceren en efficient recidieven en complicaties detecteren.
opmerkingen, commentaar