Vlaamse gezinnen in budget- en / of schuldhulpverlening: cijfergegevens 2012
Augustus 2013
Vlaams Centrum Schuldenlast Paviljoenstraat 7-9 1030 Brussel www.vlaamscentrumschuldenlast.be
INHOUD. Hoofdstuk 1 - Inleiding. ............................................................................................................................ 3 Hoofdstuk 2 - Begrippen. ......................................................................................................................... 5 2.1 Budgethulpverlening. ............................................................................................................... 5 2.2 Schuldhulpverlening. ................................................................................................................ 5 2.2.1 Collectieve schuldenregeling. .......................................................................................... 5 2.3 Respons. .................................................................................................................................. 6 Hoofdstuk 3 - Methodiek.......................................................................................................................... 7 3.1 Een nieuw basisregistratieformulier. ........................................................................................ 7 3.2 Het oude basisregistratieformulier. .......................................................................................... 8 3.3 Vergelijkbaarheid oude en nieuwe basisregistratie. ................................................................ 9 3.4 Uitgebreide registratie. ............................................................................................................. 9 Hoofdstuk 4 - Algemeen overzicht basisregistratie 2012. ..................................................................... 10 4.1 Cijfers basisregistratie 2012. .................................................................................................. 10 4.2 Cijfers ingezette hulpverleningsmodules 2012. ..................................................................... 12 4.3 Vergelijking met nationale data. ............................................................................................. 13 Hoofdstuk 5 - Cijfers basisregistratie 2012 per provincie. ..................................................................... 15 Hoofdstuk 6 - Cijfers basisregistratie 2012 per type organisatie. .......................................................... 17 Hoofdstuk 7 - Cijfers basisregistratie 2012 per gebiedsindeling. .......................................................... 18 Hoofdstuk 8 - Bijlagen. .......................................................................................................................... 20 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11: Bijlage 12: Bijlage 13: Bijlage 14: Bijlage 15: Bijlage 16: Bijlage 17: Bijlage 18:
2
Cijfers basisregistratie voor de provincie Antwerpen. ......................................... 20 Cijfers basisregistratie voor de provincie Limburg. ............................................. 21 Cijfers basisregistratie voor de provincie Oost - Vlaanderen. ............................. 22 Cijfers basisregistratie voor de provincie Vlaams - Brabant. ............................... 23 Cijfers basisregistratie voor de provincie West-Vlaanderen................................ 24 Cijfers basisregistratie voor de OCMW’s. ............................................................ 25 Cijfers basisregistratie voor de CAW’s. ............................................................... 26 Cijfers basisregistratie voor de OCMW – verenigingen. ..................................... 27 Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: ............................ Centrumsteden (zonder de grootsteden Antwerpen en Gent). ........................... 28 Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: ............... Cijfers grootstedelijke rand. ............................................................................... 29 Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: .............. Cijfers grootsteden (Antwerpen / Gent). ............................................................ 30 Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: .............. Cijfers kleinstedelijk provinciaal. ....................................................................... 31 Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: .............. Cijfers overgangsgebieden................................................................................ 32 Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: .............. Cijfers platteland. ............................................................................................... 33 Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling ............... Cijfers regionaal stedelijke rand. ....................................................................... 34 Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling ............... Cijfers stedelijk gebied rond Brussel. ................................................................ 35 Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling ............... Cijfers structuurondersteunende steden. .......................................................... 36 Basisregistratieformulier 2012 met handleiding. ............................................... 37
Hoofdstuk 1 - Inleiding. De schuldenproblematiek in Vlaanderen neemt toe. Steeds meer personen en gezinnen ondervinden problemen met de betaling van hun schulden. Volgens de Centrale voor Kredieten aan Particulieren van de Nationale Bank van België stijgt einde 2012 voor het vijfde opeenvolgende jaar het aantal uitstaande contracten met een openstaande betalingsachterstand1. Deze centrale registreert kredieten van natuurlijke personen voor consumptie of hypotheek en de eventuele wanbetalingen die zich hierbij voordoen. Eind 2012 zijn er 482 620 achterstallige contracten geregistreerd (+4.8% in vergelijking met 2011). De toename is met 10.2% het grootst bij de kredietopeningen. Voorts stijgt het aantal achterstallige hypothecaire kredieten met 5.3% in vergelijking met 2011. Het totale achterstallige bedrag loopt op tot 2 722 miljoen euro, hetgeen een stijging is met 6.8% ten opzichte van 2011, maar een stijging met 46,7% tegenover eind 20082. De toenemende schuldenproblematiek blijkt ook uit de evolutie van het aantal uitstaande berichten collectieve schuldenregeling. Einde 2012 staan in de Centrale voor Kredieten aan Particulieren van de Nationale Bank van België 101 155 berichten van toelaatbaarheid van collectieve schuldenregeling geregistreerd, zijnde 6 292 meer dan in 2011 (+6.6%). Hiermee is in 2012 de kaap van 100 000 berichten van toelaatbaarheid overschreden. Vernoemenswaard is dat er een duidelijk verband bestaat tussen het aantal achterstallige kredieten van een kredietnemer en de mate waarin deze laatste beroep doet op de procedure collectieve schuldenregeling. Zo blijkt dat 12% van de personen met één betalingsachterstand ook een collectieve schuldenregeling heeft, en dat dit percentage oploopt tot 45% indien de kredietnemer vijf of meer betalingsachterstanden heeft. Dit betekent ook dat meer dan de helft van de kredietnemers (nog) geen beroep doet op de procedure van collectieve schuldenregeling, ook al hebben ze zeer zware problemen om hun kredieten terug te betalen3. De erkende instellingen voor schuldbemiddeling ervaren deze stijgende schuldenproblematiek in hun dagelijkse werking. Om cijfergegevens hieromtrent systematisch en op een wetenschappelijke verantwoorde wijze in kaart te brengen, analyseert het Vlaams Centrum Schuldenlast (vroegere benaming: Vlaams Centrum Schuldbemiddeling) sinds 2007 jaarlijks het aantal dossiers budget- en schuldhulpverlening van de erkende instellingen voor schuldbemiddeling in Vlaanderen. Eind 2012 zijn in Vlaanderen 332 instellingen voor schuldbemiddeling erkend, waarvan 306 OCMW’s, 22 Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW) en 4 intergemeentelijke instellingen schuldbemiddeling (OCMW-verenigingen). Een belangrijke erkenningverplichting, vastgelegd in Vlaamse regelgeving, is dat elke erkende instelling jaarlijks voor 31 maart een gestandaardiseerde registratie aan het Vlaams Centrum Schuldenlast bezorgt. Deze gestandaardiseerde registratie gebeurt met behulp van een basisregistratieformulier dat cijfergegevens over de dossiers budget- en schuldhulpverlening bevraagt. Het basisregistratieformulier wordt samen met een uitgebreide handleiding jaarlijks in het begin van elk kalenderjaar aan elke erkende instelling voor schuldbemiddeling bezorgd en is als bijlage bij dit rapport gevoegd . De geregistreerde gegevens hebben steeds betrekking op het voorgaande kalenderjaar. Zo geeft de basisregistratie, die in 2013 werd uitgevoerd, de totale aantallen budget- en schuldhulpverleningsgegevens weer van de gezinnen in 2012.
1
“Centrale voor kredieten aan particulieren http://www.nbb.be/DOC/CR/CCP/Publications/BRO_CKPSTAT2012N_31122012.pdf 2 3
Idem Idem
3
Statistieken
2012”,
zie
Dit rapport vat de totale hulpverleningsgegevens van de erkende instellingen voor schuldbemiddeling betreffende het kalenderjaar 2012 samen. Onder hulpverleningsgegevens vallen de begrippen budgethulpverlening, schuldhulpverlening en collectieve schuldenregeling. Die worden in het volgend hoofdstuk toegelicht.
4
Hoofdstuk 2 - Begrippen. De begrippen budgethulpverlening, schuldhulpverlening en collectieve schuldenregeling, worden hierna kort toegelicht.
2.1
Budgethulpverlening.
Budgethulpverlening is een vorm van dienstverlening waarbij het gezin betalingsproblemen heeft, en / of moeilijk met geld kan omgaan of schulden heeft. Bij budgethulpverlening spitst de aangeboden hulpverlening zich toe op budgetbegeleiding en / of budgetbeheer. Budgetbegeleiding is een vorm van hulpverlening waarbij de cliënt het beheersrecht over zijn/haar inkomen behoudt en zijn/haar budget met advies en steun van de begeleider beheert. Budgetbeheer is een vorm van hulpverlening waarbij het beheer van de gelden van de cliënt geheel of gedeeltelijk overgelaten wordt aan de erkende instelling voor schuldbemiddeling. Of nog, de inkomsten komen geheel of gedeeltelijk op een budgetbeheerrekening die door de erkende instelling voor schuldbemiddeling beheerd wordt.
2.2
Schuldhulpverlening.
Van zodra een gezin schulden heeft en de erkende instelling voor schuldbemiddeling die dienstverlening verstrekt met het oog op het totstandbrengen van een regeling tussen schuldenaar en schuldeiser omtrent de wijze van betaling van de schuldenlast van de schuldenaar, spreekt men van “schuldhulpverlening”. Schuldhulpverlening omvat zowel schuldbemiddeling als collectieve schuldenregeling. Onder schuldbemiddeling wordt in concreto verstaan indien de schuldbemiddelaar contact opneemt met en inlichtingen inwint bij de verschillende schuldeisers, de gegrondheid of de wettelijkheid van de door de schuldenaar aangegane verbintenissen onderzoekt en indien mogelijk een betalingsplan opstelt, het aan de schuldeiser voorlegt en erover onderhandelt, het plan uitvoert en het verloop ervan nagaat. Ook de verstrekte dienstverlening met het oog op de betwisting van een schuld ten aanzien van de schuldeiser, zoals bijvoorbeeld het opwerpen van een verjaring, valt ook onder de rubriek ‘schuldbemiddeling’. 2.2.1
Collectieve schuldenregeling.
Collectieve schuldenregeling is een gerechtelijke procedure voor structurele schuldproblemen. Het doel is om in de mate van het mogelijke schulden af te betalen en tijdens die afbetalingsperiode toch nog menswaardig te kunnen leven. Een collectieve schuldenregeling dient te worden aangevraagd met een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank. Eenmaal toegelaten tot de collectieve schuldenregeling, stelt de rechter een schuldbemiddelaar aan. Deze probeert in eerste instantie tot een minnelijke aanzuiveringsregeling te komen. Wanneer hij / zij hier niet in slaagt, zal de rechter een gerechtelijke aanzuiveringsregeling of een totale kwijtschelding van schulden opleggen. Het gezin dat toegelaten is tot een collectieve schuldenregeling, ontvangt niet meer zelf de inkomsten. De inkomsten worden door de schuldbemiddelaar ontvangen, die in de mate van het mogelijke zorgt voor de afbetaling van de schulden. Een gedeelte van het gezinsinkomen, het zogenaamde leefgeld, wordt ter beschikking gesteld van het gezin om dagelijkse behoeften, zoals voeding, huur, vaste kosten... mee te betalen.
5
Zowel de erkende instellingen voor schuldbemiddeling (OCMW’s, CAW’s en OCMWverenigingen) als andere actoren (advocaten) kunnen als schuldbemiddelaar binnen de procedure collectieve schuldenregeling worden aangesteld. Die andere actoren worden in dit rapport aangeduid als externe schuldbemiddelaar. Niet alleen worden de verschillende aantallen hulpverleningsmodules ‘an sich’ geregistreerd, maar ook de verschillende mogelijke combinaties van die aangeboden hulpverlening.
2.3
Respons.
Alle erkende instellingen voor schuldbemiddeling bezorgden hun basisregistratiegegevens aan het Vlaams Centrum Schuldenlast. Voor de geregistreerde gegevens 2012 is de respons 100%, net zoals in 2009, 2010 en 2011. In deze gestandaardiseerde registratie worden enkel de gegevens van de door Vlaanderen erkende instellingen opgenomen. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden die van het CAW Archipel meegenomen aangezien enkel deze instelling door Vlaanderen is erkend:
6
Hoofdstuk 3 - Methodiek. 3.1
Een nieuw basisregistratieformulier.
Het basisregistratieformulier 2012 werd grondig gewijzigd om een correcter en nauwkeuriger zicht te krijgen van die problematiek op gezinsniveau over een kalenderjaar. Om dit te verduidelijken: •
wordt gepeild naar het aantal gezinnen in begeleiding in plaats van het aantal dossiers; kan een gezin slechts onder één rubriek worden geregistreerd; worden voor een gezin verschillende hulpverleningsmodules ingezet, dan wordt dat gezin geregistreerd in die rubriek waar alle ingezette modules vermeld staan.
• •
Het basisregistratieformulier 2012 registreert de totale aantallen ingezette hulpverleningsmodules per gezin in dat jaar. Die hulpverleningsmodules zijn: budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling. Om zicht te krijgen op de volledige hulpverlening per gezin worden niet enkel afzonderlijke hulpverleningsmodules geregistreerd. Ook alle mogelijke combinaties van hulpverlening, zoals bijvoorbeeld budgetbeheer en schuldbemiddeling, worden geregistreerd op dat basisregistratieformulier. Die verschillende hulpverleningsmodules dienen niet samen te vallen maar kunnen gespreid worden aangeboden over het registratiejaar. Zo kan, indien nodig, bijvoorbeeld budgetbegeleiding als nazorg van schuldbemiddeling worden aangeboden. Daarenboven wordt gepeild of de aangeboden hulpverleningsmodules al dan niet binnen een procedure collectieve schuldenregeling werden aangeboden, waarbij ofwel de erkende instelling voor schuldbemiddeling ofwel een externe als schuldbemiddelaar werd aangesteld. Die gewijzigde wijze van registreren deelt het basisregistratieformulier 2012 op in drie rubrieken (A, B en C). Rubriek A omvat het aantal gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep. Onderscheid wordt gemaakt tussen:
7
Rubriek A.1: uitsluitend budgetbegeleiding; Rubriek A.2: uitsluitend budgetbeheer; Rubriek A.3: budgetbegeleiding en budgetbeheer; Rubriek A.4: uitsluitend schuldbemiddeling; Rubriek A.5: schuldbemiddeling en budgetbegeleiding; Rubriek A.6: schuldbemiddeling en budgetbeheer; Rubriek A.7: schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
Rubriek B omvat het aantal gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar. Deze rubriek maakt onderscheid of die collectieve schuldenregeling werd aangeboden:
Rubriek B.1: zonder andere hulpverleningsmodules; Rubriek B.2: in combinatie met budgetbegeleiding; Rubriek B.3: in combinatie met budgetbeheer; Rubriek B.4: in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer; Rubriek B.5: in combinatie met schuldbemiddeling; Rubriek B.6:in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding; Rubriek B.7: in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer; Rubriek B.8: in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding budgetbeheer
en
Rubriek C omvat het aantal gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld als schuldbemiddelaar. Deze rubriek maakt onderscheid of die collectieve schuldenregeling werd aangeboden:
3.2
Rubriek C.1: in combinatie met budgetbegeleiding; Rubriek C.2: in combinatie met budgetbeheer; Rubriek C.3: in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer; Rubriek C.4: in combinatie met schuldbemiddeling; Rubriek C.5: in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding; Rubriek C.6: in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer; Rubriek C.7: in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding budgetbeheer.
en
Het oude basisregistratieformulier.
Door hogervermelde wijzigingen (punt 3.1.) wordt de wijze van registreren van budget- en schuldhulpverleningsgegevens tot 2011, verlaten. Tot dan werd gepeild naar volgende gegevens: Rubriek A: Registratie dossiers budgethulpverlening A.1. Budgetbegeleiding A.2. Budgetbeheer Rubriek B: Registratie dossiers schuldhulpverlening B.1.a. Eenmalige schuldbemiddeling B.1.b. Eenmalige schuldbemiddelingen worden niet bijgehouden B.2. Schuldbemiddeling an sich B.3. Schuldbemiddeling en budgetbegeleiding B.4. Schuldbemiddeling en budgetbeheer B.5. Collectieve schuldenregeling B.5.1. Enkel voorbereidende werkzaamheden B.5.2. Aanstelling als schuldbemiddelaar B.5.3. Aanstelling als schuldbemiddelaar + budgetbeheer/budgetbegeleiding B.5.4. Enkel budgetbeheer/budgetbegeleiding bij externe aanstelling
8
Daarenboven worden volgende intems vanaf 2012 niet meer bevraagd via het basisregistratieformulier:
3.3
Wachtlijsten en wachttijden: onderzoek naar wachtlijsten en wachttijden zal via een apart onderzoek gebeuren; Het aantal éénmalige schuldbemiddelingen en ‘éénmalige schuldbemiddeling worden niet bijgehouden’. Het aantal erkende instellingen voor schuldbemiddeling die hun éénmalige schuldbemiddelingen niet bijhoudt neemt jaar na jaar toe. Hierdoor is het aantal éénmalige schuldbemiddelingen waarschijnlijk sterk onderschat. Het aantal dossiers met enkel voorbereidende werkzaamheden inzake collectieve schuldenregeling (bijvoorbeeld de opmaak van een schuldeninventaris ter voorbereiding van een verzoekschrift collectieve schuldenregeling).
Vergelijkbaarheid oude en nieuwe basisregistratie.
Zoals in punt 3.1. vermeld, werd de inhoud van het basisregistratieformulier 2012 grondig gewijzigd. Het basisregistratieformulier dat vóór 2012 werd gebruikt, liet mogelijke dubbeltellingen van aangeboden hulpverleningsmodules toe: zo kon budgetbegeleiding gecombineerd met budgetbeheer op het ‘oude’ basisregistratieformulier twee keer worden genoteerd (in rubriek A.1 en A.2) terwijl dit op het basisregistratieformulier 2012 slechts één keer kan (namelijk in rubriek A.3 ‘budgetbegeleiding en budgetbeheer’). Aangezien alle mogelijke combinaties van aangeboden hulpverleningsmodules voorzien zijn op het basisregistratieformulier 2012 en een gezin slechts onder één rubriek kan worden geregistreerd, wordt komaf gemaakt met mogelijke dubbeltellingen. Daarenboven wordt vanaf 2012 gepeild naar het aantal gezinnen in begeleiding in plaats van naar het aantal dossiers. Doordat de basisregistratie 2012 grondig hertekend werd, is een vergelijking van de geregistreerde gegevens van 2012 met die van de jaren voorheen moeilijk en bovendien minder relevant. Dit rapport bevat daarom enkel de geregistreerde gegevens van 2012. Gegevens van voordien zijn als rapport beschikbaar op de website van het Vlaams Centrum Schuldenlast4.
3.4
Uitgebreide registratie.
Naast de jaarlijkse basisregistratie wordt sinds 2008 op basis van een steekproef een tweejaarlijkse uitgebreide registratie uitgevoerd. Deze uitgebreide registratie omvat een gestandaardiseerde vragenlijst die per dossier peilt naar de volgende items:
sociaaldemografische gegevens van de aanvrager of het gezin; sociaaleconomische gegevens van de aanvrager of het gezin; schuldenlast van de aanvrager; dienstverlening aan de aanvrager of het gezin.
De doelstelling van de uitgebreide registratie is om het profiel van de cliënten van de erkende instellingen voor schuldbemiddeling en de geboden dienstverlening duidelijk in kaart te brengen. De geanalyseerde profielen laten toe om beleidsmatige acties tegen schuldenproblematiek en kansarmoede te ondernemen. In 2013 vindt de uitgebreide registratie voor de vierde maal plaats. De gegevens betreffende de uitgebreide registratie in 2013 worden opgenomen in een afzonderlijk rapport5.
4 5
Zie www.vlaamscentrumschuldenlast.be/onderzoek_en_registratie Zie www.vlaamscentrumschuldenlast.be/onderzoek_en_registratie.
9
Hoofdstuk 4 - Algemeen overzicht basisregistratie 2012. 4.1
Cijfers basisregistratie 2012.
Tabel 1 geeft de cijfergegevens weer voor Vlaanderen die geregistreerd werden door de erkende instellingen voor schuldbemiddeling in 2012. Ook de geregistreerde gegevens van CAW Archipel, dat door Vlaanderen als instelling voor schuldbemiddeling is erkend en actief is op het Brusselse grondgebied, werden opgenomen in tabel 1. In 2012 werden door de erkende instellingen voor schuldbemiddeling in totaal aan 66.060 gezinnen budgethulpverlening en / of schuldhulpverlening werd aangeboden. Opvallend is dat het grootst aantal geregistreerde gezinnen (84,36% van het totale aantal) terug te vinden is in rubriek A (Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep). Gezinnen waarvoor in 2012 een collectieve schuldenregeling liep (rubrieken B en C) zijn met 15,64% duidelijk in de minderheid. Binnen die rubriek A zijn de grootste aantallen terug te vinden in de rubrieken A.4 ‘Schuldbemiddeling (uitsluitend)’, op de voet gevolgd door de rubriek A.6 ‘Schuldbemiddeling met budgetbeheer’. De nadruk in rubriek A ligt op schuldbemiddeling, al dan niet gecombineerd met één of meerdere bijkomende hulpverleningsmodules: in 66,02% van het aantal gezinnen in rubriek A wordt schuldbemiddeling, al dan niet gecombineerd met een andere vorm van hulpverlening, aangeboden6. Binnen budgethulpverlening kiest de hulpverlener duidelijk meer voor ‘budgetbeheer (uitsluitend)’ dan voor ‘budgetbegeleiding (uitsluitend)’.
6
Wellicht zijn de aantallen in rubriek A.4 ‘schuldbemiddeling ‘uitsluitend’ wat overschat –vermoedelijk namen sommige erkende instellingen voor schuldbemiddeling nog éénmalige schuldbemiddelingen in die rubriek op.
10
Tabel 1:
Cijfers basisregistratie voor Vlaanderen 2012.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2 budgetbeheer (uitsluitend) A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
2012 AC
%
4 769
8,56%
12 647 22,69% 1 522
2,73%
14 312 25,69% 5 735 10,29% 14 271 25,61% 2 470
4,43%
55 726
100%
2012 AC
%
B.1 zonder andere hulpverleningsmodules
537 13,94%
B.2 in combinatie met budgetbegeleiding
132
B.3 in combinatie met budgetbeheer
3,43%
1 643 42,66%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
160
4,15%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
116
3,01%
65
1,69%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
771 20,03%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
427 11,09%
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
3 851 2012 AC
C.1 in combinatie met budgetbegeleiding C.2 in combinatie met budgetbeheer
100%
%
941 14,51% 2 433 37,53%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
396
C.4 in combinatie met schuldbemiddeling
950 14,65%
C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
160
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
11
6,11% 2,47%
1 201 18,53% 402
6,20%
6 483
100%
66 060
Rubrieken B en C zijn die waar schuldhulpverlening en / of budgethulpverlening met collectieve schuldenregeling wordt aangeboden. Vergelijking van de totale aantallen van rubrieken B en C toont in 2012 aan dat van alle geregistreerde gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep in 62,73% een externe schuldbemiddelaar is aangesteld. Erkende instellingen voor schuldbemiddeling die binnen een lopende procedure collectieve schuldenregeling als schuldbemiddelaar zijn aangesteld (rubriek B) zijn met 37,27% duidelijk in de minderheid. De CAW’s laten zich binnen de collectieve schuldenregeling in principe niet als schuldbemiddelaar aanstellen. Zoals bij rubriek A ligt in rubrieken B en C de nadruk op de gecombineerde hulpverlening met budgetbeheer. In die rubrieken zijn gezinnen in budgetbegeleiding duidelijk in de minderheid. In 2012 volstaat in 48,84% één hulpverleningsmodule. Dit betekent eveneens dat in 51,16% van het aantal geregistreerde gezinnen één enkele hulpverleningsmodule onvoldoende is en bijgevolg hulpverlening gecombineerd of achtereenvolgens wordt aangeboden (zo kan bijvoorbeeld budgetbegeleiding door budgetbeheer worden gevolgd).
4.2
Cijfers ingezette hulpverleningsmodules 2012.
In tabel 2 worden de ingezette hulpverleningsmodules in 2012 opgesplitst weergegeven naargelang budgetbegeleiding, budgetbeheer of schuldbemiddeling werd aangeboden of een erkende instelling voor schuldbemiddeling binnen een procedure collectieve schuldenregeling werd aangesteld. Tabel 2 is als volgt opgevat: de totale aantallen verschillende hulpverleningsmodules, ongeacht die uitsluitend of in gecombineerde vorm werden aangeboden, worden geregistreerd. Zo bijvoorbeeld bedraagt het aantal gezinnen in budgetbegeleiding in Vlaanderen 17.179: dit getal is de som van alle gezinnen waarvoor budgetbegeleiding werd aangeboden, ongeacht de rubriek (A, B of C) waar die hulpverlening voorkomt en ongeacht of budgetbegeleiding in combinatie met andere vormen van hulpverlening werd aangeboden. Waar tabel 1 het aantal geregistreerde gezinnen weergeeft, focust tabel 2 zich op het aantal geregistreerde hulpverleningsmodules. De totale aantallen in tabel 2 kunnen daarom niet zonder meer worden vergeleken met die in tabel 1.
12
Tabel 2:
Cijfers in gezette hulpverleningsmodules.
Vlaanderen AC
OCMW %
AC
OCMWVerenigingen
CAW %
AC
%
AC
%
Budgetbegeleiding
17 179 17,14% 14 603 15,67%
2 494 39,50%
82 11,36%
Budgetbeheer
38 343 38,25% 36 076 38,70%
2 035 32,23%
232 32,13%
Schuldbemiddeling
40 880 40,77% 38 848 41,67%
1 785 28,27%
247 34,21%
CSR – aanstelling
3 851
Totaal aantal hulpverleningsmodules 100 253
3,84%
3 690
3,96%
0
0,00%
161 22,30%
100% 93 217
100%
6 314
100%
722
100%
Tabel 2 toont aan dat de OCMW’s vooral schulbemiddeling aanbieden (41,67%), op de voet gevolgd door budgetbeheer (38,70%). Het aantal aangeboden hulpverleningsmodules met budgetbegeleiding is voor de OCMW’s duidelijk de minderheid (15,67%). Deze trend wordt tevens bij de OCMW-verenigingen vastgesteld, hoewel de percentages daar wat lager liggen. Het hoogste percentage ingezette hulpverleningsmodules met budgetbegeleiding is bij de CAW’s terug te vinden. Dat type instelling focust zich, in vergelijking met de OCMW’s en de OCMW-verenigingen, duidelijk minder op schuldbemiddeling. Het procentueel aantal aanstellingen binnen de collectieve schuldenregeling bedraagt voor de OCMW’s amper 3,96%. Voor de OCMW-verenigingen is dit 22,30%: de CAW’s laten zich binnen de collectieve schuldenregeling niet als schuldbemiddelaar aanstellen.
4.3
Vergelijking met nationale data.
De geregistreerde gegevens in rubrieken B en C kunnen worden vergeleken met nationale data. Die nationale data zijn het aantal uitstaande berichten van collectieve schuldenregeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren en worden beheerd door de Nationale Bank van België. Tabel 3 toont het aantal uitstaande berichten van collectieve schuldenregeling per gerechtelijk arrondissement. Om de vergelijking van de gegevens van de basisregistratie 2012 enerzijds met de gegevens van de Nationale Bank van België anderzijds mogelijk te maken, worden slechts de gegevens van de Vlaamse gerechtelijke arrondissementen in tabel 3 weerhouden.
13
Tabel 3:
Aantal uitstaande berichten van collectieve schuldenregeling per
gerechtelijk arrondissement (gedeeltelijke weergave).7
Gerechtelijk arrondissement Antwerpen
Aantal uitstaande berichten van collectieve schuldenregeling - toestand eind 2012 8 331
Brugge
5 071
Dendermonde
7 258
Gent
6 544
Hasselt
3 872
Ieper
1 182
Kortrijk
3 358
Leuven
3 273
Mechelen
2 705
Oudenaarde
1 487
Tongeren
3 148
Turnhout
2 049
Veurne
897
Totaal
49 175
Het totale aantal ‘Vlaamse’ uitstaande berichten collectieve schuldenregeling bedraagt 49 175 op 31 december 2012 en stijgt noemenswaardig tot 45 879 op 31 december 2011 (+ 9,57 %) en tot 49 175 op 31 december 2012 (+7,14%). Het aantal dossiers collectieve schuldenregeling uit de basisregistratie bedraagt respectievelijk 6 896 (2010), 7 481 (2011) (+8,48%) en 10 334 (2012) (+38,14%). Opmerkelijk is de vaststelling dat de stijging van de totale aantallen binnen de erkende diensten voor schuldbemiddeling enigzins hand in hand gaat in vergelijking met de gegevens van de gerechtelijke arrondissementen binnen Vlaanderen. Vergelijking van de gegevens van de basisregistratie met de gegevens van de Nationale Bank van België dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren:
7
De databank van de Nationale Bank van België geeft de toestand weer per 31 december van het kalenderjaar, terwijl de basisregistratie het totale aantal gezinnen collectieve schuldenregeling over een volledig kalenderjaar weergeeft; In de databank van de Nationale Bank van België worden de uitstaande berichten collectieve schuldenregeling van het gerechtelijk arrondissement Halle – Vilvoorde niet opgenomen. De basisregistratie daarentegen bevat de geregistreerde gegevens van de Vlaamse erkende instellingen voor schuldbemiddeling van dat arrondissement. Ook de geregistreerde gegevens van het CAW Archipel, die door Vlaanderen erkend is en actief is op het Brussels grondgebied, werden in de basisregistratie opgenomen.
Bron: Nationale Bank van België, Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren, statistisch verslag 2012, gegevens op 31 december 2012.
14
Hoofdstuk 5 - Cijfers basisregistratie 2012 per provincie. In bijlage bij dit rapport worden de registratiegegevens van het aantal gezinnen opgesplitst per provincie voor 2012 weergegeven. Aangezien het CAW Archipel vrijwel uitsluitend actief is voor personen en gezinnen op Brussels grondgebied, worden hun gegevens niet opgenomen in de provinciale cijfers. Die provinciale cijfers tonen aan dat het grootste aantal geregistreerde gezinnen in 2012 terug te vinden is in de provincie West–Vlaanderen, op de voet gevolgd door Antwerpen en Oost–Vlaanderen. De provincies Limburg en Vlaams– Brabant registreerden in 2012 het laagst aantal gezinnen. Zoals de cijfers van de basisregistratie voor Vlaanderen 2012 (zie tabel 1) tonen, zijn ook voor elke provincie de grootste aantallen terug te vinden in rubriek A (Gezinnen waarvoor in het registratiejaar geen collectieve schuldenregeling liep). De verhouding tussen het aantal gezinnen in rubriek A tot het totaal aantal geregistreerde gezinnen blijven voor elke provincie in zekere mate vergelijkbaar en worden in afdalende volgorde weergegeven: Antwerpen (89,29%), West-Vlaanderen (84,89%), Oost-Vlaanderen (82,42%), Limburg (80,28%) en Vlaams-Brabant (79,56%). Het verschil tussen Antwerpen en Vlaams-Brabant bedraagt 9.73%. Binnen rubriek A zijn in 2012 de grootste aantallen geregistreerde gezinnen terug te vinden in de klasse ‘schuldbemiddeling en budgetbeheer’ (Rubriek A.6) voor de provincie Vlaams Brabant, en Oost-Vlaanderen. Ook in andere provincies zijn die aantallen aanzienlijk: in Limburg en West – Vlaanderen nemen ze de tweede plaats in, voor Antwerpen wordt dat de derde plaats. Ook het aantal geregistreerde gezinnen, waarvoor in 2012 uitsluitend budgetbeheer (Rubriek A.2) werd aangeboden, is binnen elke Vlaamse provincie sterk aanwezig: in Limburg neemt die klasse binnen rubriek A zelfs de eerste plaats in. Een veel voorkomende rubriek in elke provincie in 2012 is ‘uitsluitend schuldbemiddeling (rubriek A.4): in de provincie West-Vlaanderen en Antwerpen bekleedt die zelfs de eerste plaats. Binnen elke provincie kiest de hulpverlener duidelijk meer voor budgetbeheer (rubriek A.2) dan voor budgetbegeleiding (rubriek A.1). De hulpverlener kiest binnen elke provincie minder voor de gecombineerde hulpverlening ‘budgetbegeleiding en budgetbeheer’ (Rubriek A.3) alsook voor ‘schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer’ (Rubriek A.7). Rubriek B geeft de totale aantallen geregistreerde gezinnen weer waarvoor in het registratiejaar een collectieve schuldenregeling liep en waarbij de erkende insteling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar. Binnen bijna elke provincie zijn in 2012 de geregistreerde aantallen ’collectieve schuldenregeling gecombineerd met budgetbeheer’ (Rubriek B.3) het hoogste. Alleen de provincie Antwerpen kiest meer voor collectieve schuldenregeling ‘in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer’ (rubriek B.7). Rubriek C geeft de totale aantallen geregistreerde gezinnen waarvoor in het registratiejaar een collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld. Zoals bij rubriek B, kiest de hulpverlener in 2012 binnen bijna elke provincie het meest voor de combinatie ‘collectieve schuldenregeling gecombineerd met budgetbeheer’, behalve voor Oost – Vlaanderen waar de combinatie met budgetbegeleiding op de eerste plaats komt. Gecombineerde hulpverlening met schuldbemiddeling komt in rubriek C binnen elke provincie veel aan bod (rubriek C.4). Gecombineerde hulpverlening met budgetbegeleiding daarentegen komt binnen elke provincie minder aan bod, behalve voor Oost-Vlaanderen: het totaal aantal geregistreerde gezinnen is daar het hoogst in rubriek C.1 (gecombineerde hulpverlening met budgetbegeleiding).
15
Vergelijking van de rubrieken B met C toont aan dat binnen een lopende procedure collectieve schuldenregeling meer een externe schuldbemiddelaar is aangesteld dan de erkende instelling zelf. Dit is het meest uitgesproken voor de provincies Vlaams-Brabant en Limburg. In de provincie Oost-Vlaanderen benadert het totaal aantal gezinnen in rubiek B dat van rubriek C. West-Vlaanderen is de enige provincie die meer gezinnen registreerde waarvoor het afgelopen jaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en de instelling is aangesteld als schuldbemiddelaar in vergelijking met een extern aangestelde schuldbemiddelaar.
16
Hoofdstuk 6 - Cijfers basisregistratie 2012 per type organisatie. In bijlage bij dit rapport worden in tabellen het aantal geregistreerde gezinnen opgesplitst naar type organisatie (OCMW / CAW / OCMW – verenigingen) weergegeven. Het grootst aantal geregistreerde gezinnen is voor de OCMW’s en de CAW’s in rubriek A (Gezinnen waarvoor het voorbije jaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep) terug te vinden. Voor OCMW - verenigingen is dit in rubriek B (Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar). Binnen rubriek A bieden de OCMW’s vooral ‘uitsluitend schuldbemiddeling’ aan hun cliënteel aan, op de voet gevolgd door ‘schuldbemiddeling en budgetbeheer’ en ‘uitsluitend budgetbeheer’. Bij de andere organisaties liggen die verhoudingen anders. Bij de CAW’s is de meest voorkomende hulpverlening binnen rubriek A ‘uitsluitend budgetbegeleiding’, gevolgd door ‘uitsluitend budgetbeheer’. CAW’s bieden verhoudingsgewijs veel minder schuldbemiddeling, al dan niet gecombineerd met andere vormen van hulpverlening aan hun cliënteel aan. OCMW – verenigingen kiezen hoofdzakelijk voor ‘uitsluitend schuldbemiddeling’. Van hun cliënteel gebruikt niemand ‘uitsluitend budgetbegeleiding’ of ‘uitsluitend budgetbeheer’ of een combinatie van beide, ook niet met schuldbemiddeling. Rubriek B geeft de totale aantallen geregistreerde gezinnen weer waarbij in het registratiejaar een collectieve schuldenregeling liep en waarbij de erkende insteling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar. Enkel binnen de OCMW ‘s zijn de geregistreerde aantallen ’ collectieve schuldenregeling gecombineerd met budgetbeheer’ (rubriek B.3) het hoogste. De OCMW-verenigingen combineren die hulpverlening voornamelijk met schuldbemiddeling (‘schuldbemiddeling en budgetbeheer – Rubriek B.7). Enkel de CAW’s registreren geen enkel gezin binnen de procedure collectieve schuldenregeling waarbij de instelling zelf als schuldbemiddelaar is aangesteld. Immers, de CAW’s laten zich binnen de collectieve schuldenregeling in principe niet als schuldbemiddelaar aanstellen. Rubriek C geeft de totale aantallen geregistreerde gezinnen waarvoor in het registratiejaar een collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld. Zoals bij rubriek B, kiezen de OCMW’s het meeste voor de combinatie ‘collectieve schuldenregeling gecombineerd met budgetbeheer’. Bij de CAW’s en de OCMWverenigingen is de meest voorkomende hulpverleningsmodule ‘gecombineerd met budgetbegeleiding’.
17
Hoofdstuk 7 - Cijfers basisregistratie 2012 per gebiedsindeling. In bijlage bij dit rapport worden de geregistreerde gezinnen voor Vlaanderen opgesplitst per gebiedsindeling weergegeven. De gebiedsindeling geeft voor elke stad of gemeente in Vlaanderen de graad van verstedelijking weer. De graad van verstedelijking volgt de indeling die het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen8 gebruikt en classificeert elke gemeente en / of stad in één van de volgende klassen:
centrumstad; grootstedelijke rand; grootstad; kleinstedelijk provinciaal gebied; overgangsgebied; platteland; regionaal stedelijke rand; stedelijk gebied rond Brussel; structuurondersteunende steden.
Dankzij de opsplitsing van de geregistreerde gezinnen naar gebiedsindelingen kan elk OCMW zich plaatsen ten opzichte van de cluster waartoe ze behoort. Omdat de werkingsgebieden van de CAW’s en de OCMW-verenigingen meerdere gemeenten omvatten, worden hun gegevens niet weerhouden in de tabellen. Rubriek A (Gezinnen waarvoor het voorbije jaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep) toont aan dat vooral grote steden uitsluitend schuldbemiddeling aanbieden. In de centrumsteden, de grootsteden en het stedelijk gebied rond Brussel is schuldbemiddeling (uitsluitend) immers het sterkst vertegenwoordigd. Schuldbemiddeling gecombineerd met budgetbeheer komt op de eerste plaats voor in de grootstedelijke randgebieden, de kleinstedelijk provinciale gebieden, de overgangsgebieden, het platteland, de regionaal stedelijke rand en de structuurondersteunende steden. Schuldbemiddeling wordt op de voet gevolgd door budgetbeheer (uitsluitend). Budgetbeheer komt op de tweede plaats voor de kleinstedelijke provinciale steden, plattelandssteden, en het stedelijke gebied rond Brussel. Opvallende vaststelling is dat vooral in grotere gebieden (centrumsteden, grootstedelijke rand, grootsteden, overgangsgebieden en regionaal stedelijke rand) budgetbeheer op de derde plaats komt. In alle gebieden komt budgetbegeleiding (uitsluitend) weining voor: behalve voor het stedelijk gebied rond Brussel wordt in minder dan 10 % uitsliuitend budgetbegeleiding aangeboden in de grootsteden is dit amper 2.29 %. Ook de gecombineerde hulpverlening budgetbegeleiding en budgetbeheer komt zeer weinig voor: in de grootsteden wordt dit zelfs niet aangeboden. In meer dan de helft van alle aangeboden hulpverleningsmodules is schuldbemiddeling weerhouden: in de grootsteden en de centrumsteden is dit meer dan 70 %. Rubriek B is die waarvoor het voorbije jaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling als schuldbemiddelaar is aangesteld. Binnen rubriek B wordt vooral gecombineerde hulpverlening met budgetbeheer aangeboden. In de centrumsteden, grootstedelijke rand, kleinstedelijk provinciaal, overgangsgebieden, platteland en structuurondersteunende steden scoort gecombineerde hulpverlening met budgetbeheer het hoogste. Voor de grootsteden en de regionaal stedelijke rand komt de gecombineerde
8
Zie http://www4.vlaanderen.be/sites/svr/publicaties/Publicaties/vrind/2012-10-04-vrind2012-volledig-bldw.pdf (zie Gebiedsindeling van de gemeenten op basis van de indeling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie (SPRE) onder punt 4.3).
18
hulpverlening met budgetbeheer op de tweede plaats. Enkel het stedelijk gebied rond Brussel biedt geen gecombineerde hulp met budgetbeheer aan. Het aantal hulpverleningsmodules waarin ofwel budgethulpverlening ofwel schuldhulpverlening worden weerhouden is nagenoeg evenredig verdeeld. Rubriek C is die waarvoor het voorbije jaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld. Opvallende vaststelling is dat, met uitzondering van de grootsteden, de combinatie met budgetbeheer voor alle deelgebieden het meest voorkomt. De combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer scoort op de tweede plaats voor volgende deelgebieden: centrumsteden, de kleinstedelijke provinciale gebieden, de overgangsgebieden, het platteland, de regionaal stedelijke rand en het stedelijk gebied rond Brussel. Voorts wordt binnen deze rubriek vastgesteld dat in mindere mate hulpverlening, gecombineerd met schuldbemiddeling wordt aangeboden. Alleen de kleinstedelijke provinciale gebieden, het stedelijk gebied rond Brussel en de structuurondersteunende steden bieden verhoudingsgewijze meer hulpverlening met schuldbemiddeling aan dan de andere deelgebieden. In alle deelgebieden zijn de meeste gezinnen in begeleiding terug te vinden in rubriek A (geen procedure collectieve schuldenregeling). De vergelijking van de totale aantallen van rubriek B met rubriek C toont aan dat voor elk deelgebied binnen een lopende procedure collectieve schuldenregeling meer een externe schuldbemiddelaar is aangesteld dan de erkende instelling zelf. Die vaststelling geldt niet voor de centrumsteden: daar zijn het de erkende instellingen voor schuldbemiddeling zelf die meer aangesteld zijn.
19
Hoofdstuk 8 - Bijlagen. Bijlage 1: Cijfers basisregistratie voor de provincie Antwerpen. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
%
A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend)
1 159
7,53%
A.2 budgetbeheer (uitsluitend)
3 850 25,00%
A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
550
3,57%
4 607 29,92% 917
5,95%
3 652 23,71% 666
4,32%
15 401
100%
2012 AC
%
B.1 zonder andere hulpverleningsmodules
29
6,73%
B.2 in combinatie met budgetbegeleiding
22
5,10%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
40
9,28%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
8
1,86%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
0
0%
26
6,03%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
242 56,15% 64 14,85% 431
100%
2012 AC
%
C.1 in combinatie met budgetbegeleiding
219 15,46%
C.2 in combinatie met budgetbeheer
464 32,73%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
20
98
6,92%
275 19,41% 27
1,91%
243 17,15% 91
6,42%
1 417
100%
17 249
Bijlage 2: Cijfers basisregistratie voor de provincie Limburg. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
%
A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend)
1 012 15,79%
A.2. budgetbeheer (uitsluitend)
1 721 26,86%
A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
88
1,37%
1 207 18,83% 854 13,32% 1 440 22,46% 88
1,37%
6 410
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
36
9,60%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
27
7,20%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
251 66,93%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
2
0,53%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
1
0,27%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
4
1,07%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding C.2 in combinatie met budgetbeheer C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
50 13,33% 4
1,07%
375
100%
2012 AC
%
65
5,42%
551 45,92% 45
3,75%
150 12,50% 19
1,58%
337 28,08% 33
2,75%
Totaal aantal gezinnen rubriek C
1 200
100%
Totaal aantal gezinnen in begeleiding
7 985
C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
21
Bijlage 3: Cijfers basisregistratie voor de provincie Oost - Vlaanderen.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
%
A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend)
1 017
8,17%
A.2 budgetbeheer (uitsluitend)
1 857 14,91%
A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer
235
1,89%
A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend)
2 526 20,28%
A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
2 736 21,97%
A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer
3 182 25,55%
A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
900
7,23%
12 453
100%
2012 AC
%
B.1 zonder andere hulpverleningsmodules
70
5,53%
B.2 in combinatie met budgetbegeleiding
47
3,72%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
501 39,60%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
127 10,04%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
20
1,58%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
32
2,53%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
329 26,01%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
139 10,99%
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
1 265
100%
2012 AC
%
C.1 in combinatie met budgetbegeleiding
454 32,62%
C.2 in combinatie met budgetbeheer
377 27,08%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
122
C.4 in combinatie met schuldbemiddeling
226 16,24%
C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
22
8,76%
63
4,53%
126
9,05%
24
1,72%
1 392
100%
15 110
Bijlage 4: Cijfers basisregistratie voor de provincie Vlaams - Brabant. briek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2 budgetbeheer (uitsluitend) A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
%
618 10,54% 1 345 22,93% 111
1,89%
1 248 21,28% 586
9,99%
1 778 30,30% 180
3,07%
5 866
100%
2012 AC
%
B.1 zonder andere hulpverleningsmodules
25 10,04%
B.2 in combinatie met budgetbegeleiding
12
B.3 in combinatie met budgetbeheer B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer B.5 in combinatie met schuldbemiddeling B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
4,82%
113 45,38% 6
2,41%
20
8,03%
1
0,40%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
49 19,68%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
23
9,24%
249
100%
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
2012 AC
%
C.1 in combinatie met budgetbegeleiding
104
8,27%
C.2 in combinatie met budgetbeheer
338 26,87%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
61
4,85%
196 15,58% 26
2,07%
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
325 25,83%
C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
208 16,53%
Totaal aantal gezinnen rubriek C
1 258
Totaal aantal gezinnen in begeleiding
7 373
23
100%
Bijlage 5: Cijfers basisregistratie voor de provincie West-Vlaanderen. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2 budgetbeheer (uitsluitend) A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5 schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6 schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
2012 AC
%
953
6,20%
3 799 24,71% 505
3,29%
4 687 30,50% 615
4,00%
4 195 27,30% 615
4,00%
15 369
100%
2012 AC
B.1 zonder andere hulpverleningsmodules B.2 in combinatie met budgetbegeleiding B.3 in combinatie met budgetbeheer
%
377 24,62% 24
1,57%
738 48,20%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
17
1,11%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
75
4,90%
2
0,13%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
101
6,60%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
197 12,87%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
C.1 in combinatie met budgetbegeleiding C.2 in combinatie met budgetbeheer C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
24
1 531
100%
2012 AC
%
99
8,22%
695 57,67% 69
5,73%
103
8,55%
25
2,07%
170 14,11% 44
3,65%
1 205
100%
18 105 18 105
18 105
Bijlage 6: Cijfers basisregistratie voor de OCMW’s. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2. budgetbeheer (uitsluitend) A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
2012 AC
%
3 550
6,9%
11 638 22,61% 1 323
2,57%
13 953 27,10% 4 965
9,64%
13 659 26,53% 2 393
4,65%
51 481
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
528 14,31%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
132
B.3 in combinatie met budgetbeheer
3,58%
1 603 43,44%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
160
4,34%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
116
3,14%
65
1,76%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
659 17,86%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
427 11,57%
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
3 690 2012 AC
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding C.2 in combinatie met budgetbeheer
100%
%
710 11,87% 2 328 38,92%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
333
C.4 in combinatie met schuldbemiddeling
913 15,26%
C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
145
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
25
5,57% 2,42%
1 153 19,27% 400
6,69%
5 982
100%
3 61 153
Bijlage 7: Cijfers basisregistratie voor de CAW’s. Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
%
A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend)
1 219 29,43%
A.2. budgetbeheer (uitsluitend)
1 009 24,36%
A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer
199
4,80%
A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend)
270
6,52%
A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
770 18,59%
A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer
598 14,44%
A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
77
1,86%
4 142
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
0
0%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
0
0%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
0
0%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
0%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
0
0%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
0
0%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
0
0%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
0%
Totaal aantal gezinnen rubriek B
0
0%
Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
2012 AC
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding
%
149 42,21%
C.2 in combinatie met budgetbeheer
71 20,11%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
63 17,85%
C.4 in combinatie met schuldbemiddeling
37 10,48%
C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
15
4,25%
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
16
4,53%
2
0,57%
353
100%
C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
26
4 495
Bijlage 8: Cijfers basisregistratie voor de OCMW – verenigingen.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
%
A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend)
0
0%
A.2. budgetbeheer (uitsluitend)
0
0%
A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
0%
A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
89 86,41% 0
0%
14 13,59% 0
0%
103
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
9
5,59%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
0
0%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
40 24,84%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
0%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
0
0%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
0
0%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
112 69,57% 0
0%
161
100%
2012 AC
%
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding
82 55,41%
C.2 in combinatie met budgetbeheer
34 22,97%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
0%
C.4 in combinatie met schuldbemiddeling
0
0%
C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
0
0%
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
32 21,62% 0
0%
Totaal aantal gezinnen rubriek C
148
100%
Totaal aantal gezinnen in begeleiding
412
C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
27
Bijlage 9: Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: Centrumsteden (zonder de grootsteden Antwerpen en Gent). 2012
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2. budgetbeheer (uitsluitend)
6,87%
614 381
4,50%
8 470
100%
2012 AC
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding B.3 in combinatie met budgetbeheer
7,25%
1 721 20,32%
Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
2,62%
3 405 40,20%
A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A
582 222
A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer
%
1 545 18,24%
A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend)
AC
% 355 23,25% 7
0,46%
781 51,15%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
14
0,92%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
70
4,58%
4
0,26%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
106
6,94%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
190 12,44%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding C.2 in combinatie met budgetbeheer C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
1 527
100%
2012 AC
%
12
3,00%
257 64,25% 0
0%
13
3,25%
1
0,25%
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
70 17,50%
C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
47 11,75%
Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
400
100%
10 397
Voor een overzicht van de gemeenten naar gebiedsindeling: zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gebiedsindelingen/vrind.pdf
28
Bijlage 10:
Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: Cijfers grootstedelijke rand.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
%
A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend)
124
8,34%
A.2. budgetbeheer (uitsluitend)
238 16,02%
A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer
145
A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend)
305 20,52%
A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
92
9,76% 6,19%
A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer
461 31,03%
A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
121
8,14%
1 486
100%
Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
2012 AC
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
%
22 16,54% 2
1,50%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
57 42,87%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
12
9,02%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
0
0%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
0
0%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
1
0,75%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
39 29,32% 133 2012 AC
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding C.2 in combinatie met budgetbeheer
100%
%
36 13,95% 104 40,31%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
41 15,89%
C.4 in combinatie met schuldbemiddeling
33 12,79%
C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
6
2,33%
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
26 10,08%
C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
12
4,65%
258
100%
Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
1 877
Voor een overzicht van de gemeenten naar gebiedsindeling: zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gebiedsindelingen/vrind.pdf
29
Bijlage 11:
Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: Cijfers grootsteden (Antwerpen / Gent).
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2. budgetbeheer (uitsluitend) A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer
2012 AC
%
199
2,29%
1 930 22,16% 0
0
A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend)
2 857 32,81%
A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
1 995 22,91%
A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer
1 295 14,87%
A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
432
4,96%
8 708
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
20
5,18%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
18
4,66%
B.3 in combinatie met budgetbeheer B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer B.5 in combinatie met schuldbemiddeling B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
123 31,87% 31
8,03%
0
0
16
4,15%
155 40,15% 23
5,96%
386
100%
2012 AC
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding
%
187 40,56%
C.2 in combinatie met budgetbeheer
51 11,06%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
99 21,48%
C.4 in combinatie met schuldbemiddeling
124 26,90%
C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
0
0%
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
0
0%
C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
0%
461
100%
Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
9 555
Voor een overzicht van de gemeenten naar gebiedsindeling: zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gebiedsindelingen/vrind.pdf
30
Bijlage 12:
Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: Cijfers kleinstedelijk provinciaal.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2. budgetbeheer (uitsluitend) A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
2012 AC
%
460
9,12%
1 104 21,89% 112
2,22%
1 073 21,27% 497
9,85%
1 629 32,30% 169
3,35%
5 044
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
25
7,81%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
36 11,25%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
116 36,25%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
0%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
0
0%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
1
0,31%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
94 29,38%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
48 15,00%
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
320
100%
2012 AC
%
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding
111 14,59%
C.2 in combinatie met budgetbeheer
252 33,11%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
6
0,79%
176 23,13% 20
2,63%
183 24,04% 13
1,71%
761
100%
6 125
Voor een overzicht van de gemeenten naar gebiedsindeling: zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gebiedsindelingen/vrind.pdf
31
Bijlage 13:
Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: Cijfers overgangsgebieden.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2. budgetbeheer (uitsluitend) A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
2012 AC
%
687
7,66%
2 051 22,87% 321
3,58%
2 228 24,84% 652
7,27%
2 606 29,06% 423
4,72%
8 968
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
13
5,14%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
10
3,95%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
116 45,85%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
4
1,58%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
0
0%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
11
4,35%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
72 28,46%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
27 10,67%
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
253
100%
2012 AC
%
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding
140
9,96%
C.2 in combinatie met budgetbeheer
508 36,16%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
82
5,84%
223 15,87% 31
2,21%
343 24,41% 78
5,55%
1 405
100%
10 626
Voor een overzicht van de gemeenten naar gebiedsindeling: zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gebiedsindelingen/vrind.pdf
32
Bijlage 14:
Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling: Cijfers platteland.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2. budgetbeheer (uitsluitend) A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
2012 AC
%
492
6,60%
1 981 26,56% 314
4,21%
1 589 21,31% 507
6,80%
2 189 29,34% 386
5,18%
7 458
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
39
7,75%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
24
4,77%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
192 38,19%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
89 17,69%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
21
4,17%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
31
6,16%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
85 16,90%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
22
4,37%
503
100%
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
2012 AC
%
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding
120 11,76%
C.2 in combinatie met budgetbeheer
422 41,38%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
69
6,76%
104 10,20% 35
3,43%
211 20,69% 59
5,78%
Totaal aantal gezinnen rubriek C
1 020
100%
Totaal aantal gezinnen in begeleiding
8 981
C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
Voor een overzicht van de gemeenten naar gebiedsindeling: zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gebiedsindelingen/vrind.pdf
33
Bijlage 15:
Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling Cijfers regionaal stedelijke rand.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
%
A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend)
204
5,17%
A.2. budgetbeheer (uitsluitend)
891 22,57%
A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
40
1,01%
1 034 26,20% 195
4,94%
1 516 38,41% 67
1,70%
3 947
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
9
6,25%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
9
6,25%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
52 36,11%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
7
4,86%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
0
0
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
1
0,69%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding C.2 in combinatie met budgetbeheer
66 45,84% 0
0%
144
100%
2012 AC
%
33
6,24%
343 64,84% 7
1,32%
C.4 in combinatie met schuldbemiddeling
28
5,29%
C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
14
2,65%
C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
100 18,90% 4
0,76%
529
100%
4 620
Voor een overzicht van de gemeenten naar gebiedsindeling: zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gebiedsindelingen/vrind.pdf
34
Bijlage 16:
Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling Cijfers stedelijk gebied rond Brussel.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
%
A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend)
176 13,98%
A.2. budgetbeheer (uitsluitend)
325 25,81%
A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer
11
0,87%
A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend)
359 28,52%
A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
108
A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer
222 17,63%
A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
8,58%
58
4,61%
1 259
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
0
0%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
0
0%
B.3 in combinatie met budgetbeheer
0
0%
B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
0%
B.5 in combinatie met schuldbemiddeling
1 25,00%
B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
0
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
3 75,00%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
0%
Totaal aantal gezinnen rubriek B
4
100%
Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
2012
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding C.2 in combinatie met budgetbeheer C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek C Totaal aantal gezinnen in begeleiding
0%
AC
%
17
4,35%
132 33,76% 7
1,79%
103 26,34% 12
3,07%
115 29,41% 5
1,28%
391
100%
1 654
Voor een overzicht van de gemeenten naar gebiedsindeling: zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gebiedsindelingen/vrind.pdf
35
Bijlage 17:
Cijfers basisregistratie OCMW’s naar gebiedsindeling Cijfers structuurondersteunende steden.
Rubriek A: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep
2012 AC
A.1. budgetbegeleiding (uitsluitend) A.2. budgetbeheer (uitsluitend) A.3. budgetbegeleiding en budgetbeheer A.4. schuldbemiddeling (uitsluitend) A.5. schuldbemiddeling en budgetbegeleiding A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer A.7. schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer Totaal aantal gezinnen rubriek A Rubriek B: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
%
626 10,19% 1 573 25,61% 158
2,57%
1 103 17,96% 305
4,97%
2 020 32,90% 356
5,80%
6 141
100%
2012 AC
%
B.1. zonder andere hulpverleningsmodules
45 10,71%
B.2. in combinatie met budgetbegeleiding
26
B.3 in combinatie met budgetbeheer B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer B.5 in combinatie met schuldbemiddeling B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
6,19%
166 39,54% 3
0,71%
24
5,71%
1
0,24%
B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
77 18,33%
B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
78 18,57%
Totaal aantal gezinnen rubriek B Rubriek C: Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
C.1. in combinatie met budgetbegeleiding C.2 in combinatie met budgetbeheer C.3 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer C.4 in combinatie met schuldbemiddeling C.5 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
420
100%
2012 AC
%
54
7,13%
259 34,22% 22
2,91%
109 14,40% 26
3,43%
C.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
105 13,87%
C.7 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
182 24,04%
Totaal aantal gezinnen rubriek C
757
Totaal aantal gezinnen in begeleiding
100%
7 318
Voor een overzicht van de gemeenten naar gebiedsindeling: zie http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gebiedsindelingen/vrind.pdf
36
Bijlage 18:
Basisregistratieformulier 2012 met handleiding.
Basisregistratie van een erkende instelling voor schuldbemiddeling Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Afdeling Welzijn en Samenleving Koning Albert II-laan 35 bus 30, 1030 BRUSSEL Tel. 02 553 33 30 - Fax 02 553 3 60 E-mail:
[email protected]
F-ISB-REG-001-121204
Waarvoor dient dit formulier? Elke erkende instelling voor schuldbemiddeling moet jaarlijks een basisregistratie van het aantal dossiers budget- en schuldhulpverlening bijhouden. Met dit formulier bezorgt u die gegevens voor verdere verwerking aan het Vlaams Centrum Schuldenlast. Welke gegevens moet u registreren? U registreert het aantal gezinnen die het voorbije werkjaar in begeleiding waren bij de erkende instellingen voor schuldbemiddeling. Een gezin kan maar onder één rubriek worden geregistreerd. Als voor een gezin meerdere hulpverleningsmodules werden ingezet, registreert u dat gezin in de rubriek waar alle ingezette modules vermeld staan. Op welke periode heeft dit registratieformulier betrekking? Het registratiejaar is het kalenderjaar (van 1 januari tot en met 31 december) waarover de instelling rapporteert. Alle gezinnen waaraan de instelling in de loop van het registratiejaar budget- of schuldhulpverlening heeft verstrekt, moeten worden geregistreerd. Het gaat dus om nieuwe dossiers, al lopende dossiers, en dossiers die in de loop van het registratiejaar zijn afgesloten. Waar vindt u meer informatie over het gebruik van dit formulier? In het werkblad 'Toelichting' vindt u meer informatie over het gebruik van dit formulier en de gebruikte definities. Een uitgebreide handleiding en een lijst met veelgestelde vragen vindt u op de website van het Vlaams Centrum Schuldenlast: www.vlaamscentrumschuldenlast.be. Klik door naar de rubriek Onderzoek en registratie. Wanneer en aan wie bezorgt u dit formulier? Bezorg dit formulier (Exceldocument) uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op het registratiejaar, via email aan het Vlaams Centrum Schuldenlast:
[email protected] Registratiejaar 1 Op welk registratiejaar heeft dit formulier betrekking? Organisatiegegevens 2 Vul de gegevens in van de instelling voor schuldbemiddeling. naam organisatie postcode (fusie)gemeente
#N/A
NIS-code
#N/A
type organisatie (OCMW, CAW of OCMW-vereniging)
#N/A
Registratiegegevens 3 Vermeld het aantal gezinnen in begeleiding naar verstrekte hulpverleningsmodules. Eén gezin mag maar onder één rubriek vermeld worden. A Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1
0
budgetbegeleiding (uitsluitend)
0
A.2
budgetbeheer (uitsluitend)
0
A.3
budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
A.4
schuldbemiddeling (uitsluitend)
0
A.5
schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
0
A.6
schuldbemiddeling en budgetbeheer
0
A.7
schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
37
B
Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voor schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar
0
B.1
zonder andere hulpverleningsmodules
0
B.2
in combinatie met budgetbegeleiding
0
B.3
in combinatie met budgetbeheer
0
B.4
in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
B.5
in combinatie met schuldbemiddeling
0
B.6
in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
0
B.7
in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
0
B.8
in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
C
Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld
0
C.1
in combinatie met budgetbegeleiding
0
C.2
in combinatie met budgetbeheer
0
C.3
in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
C.4
in combinatie met schuldbemiddeling
0
C.5
in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding
0
C.6
in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer
0
C.7
in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer
0
TOTAAL AANTAL GEZINNEN IN BEGELEIDING
38
0
Toelichting bij de basisregistratie van een erkende instelling voor schuldbemiddeling Registratie van het aantal gezinnen De basisregistratie heeft tot doel een zicht te krijgen op het aantal gezinnen die het voorbije werkjaar in begeleiding waren bij de erkende instellingen voor schuldbemiddeling. Een gezin kan maar onder één rubriek worden geregistreerd. Als voor een gezin meerdere hulpverleningsmodules werden ingezet, registreert u dat gezin in de rubriek waar alle ingezette modules vermeld staan. Voorbeeld: een gezin was in de loop van het jaar eerst in budgetbegeleiding. Die budgetbegeleiding werd vervolgens aangevuld met schuldbemiddeling en vervolgens werd budgetbeheer in het kader van een collectieve schuldenregeling met externe aanstelling opgenomen. U noteert dat gezin in rubriek C.7: in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer. Registratieperiode Het registratiejaar is het kalenderjaar (van 1 januari tot en met 31 december) waarover de instelling rapporteert. Alle gezinnen waaraan de instelling in de loop van het registratiejaar budget- of schuldhulpverlening heeft verstrekt, moeten worden geregistreerd. Het gaat dus om: - nieuwe dossiers - al lopende dossiers - dossiers die in de loop van het registratiejaar zijn afgesloten. Definitie van gebruikte termen A Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar geen procedure collectieve schuldenregeling liep A.1 budgetbegeleiding (uitsluitend): hier registreert u het aantal gezinnen die gedurende het registratiejaar uitsluitend in budgetbegeleiding waren. De cliënten beheren zelf hun budget, de instelling voor schuldbemiddeling zorgt voor advies en ondersteuning. De cliënten behouden dus zelf het beheersrecht over hun inkomen. Het is niet belangrijk of het gezin schulden heeft of niet. A.2 budgetbeheer (uitsluitend): hier registreert u het aantal gezinnen die gedurende het registratiejaar uitsluitend in budgetbeheer waren. Het beheer van de gelden van de cliënten wordt geheel of gedeeltelijk overgelaten aan de instelling voor schuldbemiddeling. De inkomsten komen geheel of gedeeltelijk op een budgetbeheerrekening die door de instelling wordt beheerd. Het is daarbij niet belangrijk of het gezin schulden heeft of niet. A.3 budgetbegeleiding en budgetbeheer: hier registreert u het aantal gezinnen die gedurende het registratiejaar zowel in budgetbegeleiding (A.1) als budgetbeheer (A.2) waren. Het is daarbij niet belangrijk of de budgetbegeleiding voor, na of samen met budgetbeheer werd verleend. Het is ook niet belangrijk of het gezin schulden heeft of niet. A.4 schuldbemiddeling (uitsluitend): hier registreert u het aantal gezinnen waarvoor de instelling gedurende het registratiejaar aan schuldbemiddeling heeft gedaan. Deze schuldbemiddeling is niet eenmalig, maar vereist verdere opvolging of meer dan één bemiddeling (maar zonder budgetbegeleiding of budgetbeheer). Eenmalige tussenkomsten worden binnen de basisregistratie niet opgenomen. Opmerking: onder schuldbemiddeling vallen alle dossiers waarin de instelling dienstverlening verstrekt met het oog op het tot stand brengen van een regeling tussen schuldenaar en schuldeiser over de wijze van betaling van de schuldenlast van de schuldenaar. Ook dienstverlening met het oog op de betwisting van een schuld ten aanzien van de schuldeiser, zoals heten opwerpen van een verjaring, valt onder het aantal begrip gezinnen schuldbemiddeling. A.5 schuldbemiddeling budgetbegeleiding: hier registreert u het waarvoor de instelling gedurende het registratiejaar zowel schuldbemiddeling (A.4) als budgetbegeleiding (A.1) heeft opgenomen. Het is daarbij niet belangrijk of de schuldbemiddeling voor, na of samen met de budgetbegeleiding werd verleend. A.6. schuldbemiddeling en budgetbeheer: hier registreert u het aantal gezinnen waarvoor de instelling gedurende het registratiejaar zowel schuldbemiddeling (A.4) als budgetbeheer (A.2) heeft opgenomen. Het is daarbij niet belangrijk of de schuldbemiddeling voor, na of samen met het budgetbeheer werd verleend. A.7 schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer: hier registreert u het aantal gezinnen waarvoor de instelling gedurende het registratiejaar zowel schuldbemiddeling (A.4), budgetbegeleiding (A.1) als budgetbeheer (A.2) heeft opgenomen. Het is daarbij niet belangrijk of de ingezette methodieken (budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling) voor of na elkaar, of samen werden ingezet.
39
B Gezinnen waarvoor het voorbije werkjaar een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij de instelling voorde schuldbemiddeling is aangesteld als schuldbemiddelaar Om periode van collectieve schuldenregeling af te bakenen, gebruikt u de volgende richtlijnen: Startdatum van de procedure is de datum van de beschikking van toelaatbaarheid tot de procedure collectieve Einddatum van de procedure is in principe (bij normale beëindiging van een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling) de datum waarop de voorwaarden van de aanzuiveringsregeling volledig werden uitgevoerd (bijvoorbeeld terugbetaling van 60 % van de hoofdsommen) en/of de datum waarop de voorziene looptijd is verstreken (bijvoorbeeld zeven jaar, te rekenen vanaf de datum van homologatie van de minnelijke aanzuiveringsregeling). Uitzonderingen op de normale einddatum zijn: * de herroeping van de beschikking van toelaatbaarheid of van de aanzuiveringsregeling: de datum van het herroepingsvonnis geldt als einddatum * het overlijden van de persoon in collectieve schuldenregeling: de overlijdensdatum geldt als einddatum B.1 zonder andere hulpverleningsmodules: de instelling is alleen aangesteld als schuldbemiddelaar en verstrekt in de loop van het registratiejaar geen andere budget- of schuldhulpverleningsmodules aan het gezin. B.2 in combinatie met budgetbegeleiding: naast de aanstelling als schuldbemiddelaar, doet de instelling in de loop van het registratiejaar ook budgetbegeleiding (A.1) voor het gezin. Het is daarbij niet belangrijk of de budgetbegeleiding voor, tijdens of na afloop van de procedure collectieve schuldenregeling werd opgenomen. B.3 in combinatie met budgetbeheer: naast de aanstelling als schuldbemiddelaar doet de instelling in de loop van het registratiejaar ook budgetbeheer (A.2) voor het gezin. Het is daarbij niet belangrijk of het budgetbeheer voor, tijdens of na afloop van de procedure collectieve schuldenregeling werd opgenomen. B.4 in combinatie met budgetbegeleiding en budgetbeheer: naast de aanstelling als schuldbemiddelaar doet de instelling in de loop van het registratiejaar ook budgetbegeleiding (A.1) en budgetbeheer (A.2) voor het gezin. Het is daarbij niet belangrijk of de budgetbegeleiding en het budgetbeheer voor, tijdens of na afloop van de procedure collectieve schuldenregeling werd opgenomen. B.5 in combinatie met schuldbemiddeling: naast de aanstelling als schuldbemiddelaar doet de instelling in de loop van het registratiejaar ook schuldbemiddeling (A.4) voor het gezin. Het is daarbij niet belangrijk of de schuldbemiddeling voor, tijdens of na afloop van de procedure collectieve schuldenregeling werd opgenomen. B.6 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbegeleiding: naast de aanstelling als schuldbemiddelaar doet de instelling in de loop van het registratiejaar ook schuldbemiddeling (A.4) en budgetbegeleiding (A.1) voor het gezin. Het is daarbij niet belangrijk of de budgetbegeleiding en de schuldbemiddeling voor, tijdens of na afloop van de procedure collectieve schuldenregeling werd opgenomen. B.7 in combinatie met schuldbemiddeling en budgetbeheer: naast de aanstelling als schuldbemiddelaar doet de instelling in de loop van het registratiejaar ook schuldbemiddeling (A.4) en budgetbeheer (A.2) voor het gezin. Het is daarbij niet belangrijk of het budgetbeheer en de schuldbemiddeling voor, tijdens of na afloop van de procedure collectieve schuldenregeling werd opgenomen. B.8 in combinatie met schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer: naast de aanstelling als schuldbemiddelaar doet de instelling in de loop van het registratiejaar ook schuldbemiddeling (A.4), budgetbegeleiding (A.1) en budgetbeheer (A.2) voor het gezin. Het is daarbij niet belangrijk of de budgetbegeleiding, het budgetbeheer en de schuldbemiddeling voor, tijdens of na afloop van de procedure schuldenregeling werdwerkjaar opgenomen. C collectieve Gezinnen waarvoor het voorbije een procedure collectieve schuldenregeling liep en waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld: de inhoud van de deelrubrieken stemt overeen met die, vermeld in punt B.2 tot en met B.8. U registeert hier alle gezinnen waarbij in de loop van het registratiejaar wel een procedure collectieve schuldenregeling liep, maar waarbij een externe schuldbemiddelaar is aangesteld en waarbij de instelling een andere vorm van begeleiding (voor, na of tijdens de procedure collectieve schuldenregeling) heeft opgenomen. Wat doet u met het basisregistratieformulier? Het basisregistratieformulier stuurt u jaarlijks voor 31 maart via e-mail (als een Excelbestand) naar:
[email protected]
Hebt u nog vragen? Neem contact op met het Vlaams Centrum Schuldenlast (tel.: 02 211 56 31 of e-mail:
[email protected]). U kunt ook de website www.vlaamscentrumschuldenlast.be raadplegen: klik door naar de rubriek Onderzoek en registratie .
40