Oekraïne, het protest en Europa Gerard Bosman - De eenheid van Oekraïne is sinds de onafhankelijkheid in 1991 steeds wankel geweest. En Oekraïne is altijd heen en weer geslingerd tussen imperiale mogendheden. Nooit kristalliseerde het uit tot een echte natiestaat. Nu het land, ondanks harde Russische pressie en chantage om tegen Europa te kiezen, toch voor een Europese toekomst willen kiezen moeten wij de deur niet dichtgooien, ook niet ‘voorlopig’. We moeten in plaats daarvan de Oekraïners wijzen op de lange en moeizame weg die ze voor een Europese toekomst moeten gaan en hen daarbij helpen.
Nederlanders hebben hun mond vol met kritiek op het gebrek aan democratie in Europa en in ons eigen land. Toen ik laatst aan het canvassen was voor de PvdA in het kader van de komende gemeenteraadsverkiezingen, werd een partijgenoot en ik aangesproken door een burger die zich zeer opwond over mijn partij, en vooral over onze partijleider, Diederik Samson. Deze zou de kiezer hebben bedrogen door met de VVD te gaan reageren, en hij zou het partijcongres een dictaat hebben opgelegd om zijn belofte aan Mark Rutte overeind te kunnen houden. Diederik was daarmee een dictator, zo was het emotionele oordeel. In plaats van zijn belofte aan Rutte had Samson zijn belofte aan zijn eigen kiezers overeind moeten houden! Het had duidelijk geen zin om met de man in discussie te gaan, hij was niet bereid te luisteren of zijn standpunt te heroverwegen. Ik bedacht dat het goed was dat ook deze emotie zo vrij geuit kon worden, hoe jammer ook dat er geen debat mogelijk was en ongeacht de kracht van zijn argumenten. Want echte dictators die kennen wij in onze politiek al niet meer sinds de Tweede Wereldoorlog. Wij hebben een rechtstaat, vrijheid van meningsuiting en mogen steeds vaker gaan stemmen, tot we er moe van worden. Het is voor ons allemaal vanzelfsprekend geworden, maar dat is het niet. In het oosten van ons continent, in Oekraïne, hebben ze het eigenlijk nooit gekend. Het protest op dat grote plein in Kiev, de Maidan, haalt nu al maanden de voorpagina’s van kranten en de televisiejournaals. Europese en Nederlandse politici doen ferme uitspraken en soms begeven ze zich zelf op het plein – zoals mijn partijgenoten Frans Timmermans en Jacques Monasch deden. Maar hoewel de Europese Unie (EU) de Oekraïne een associatieverdrag aanbood, bleef de deur voor de Unie zelf op slot. De Europese Unie is uitbreidingsmoe, nadat de recessie is toegeslagen en de zaken intern niet op orde bleken, en nadat de laatste nieuwe lidstaten, zoals Bulgarije en Roemenië, niet genoeg gereed blijken te zijn voor de eisen die de Unie aan de rechtsstaat stelt. En bovendien is er de moeizame relatie met Rusland, waarvan het energieafhankelijk is, en dat Oekraïne als zijn invloedssfeer beschouwt. Voor vele Nederlanders is Oekraïne een onbekend land, we weten er weinig van. Toch grenst het direct aan de buitengrenzen van de EU-lidstaten Polen, Slowakije, Hongarije en Roemenië. Er dreigt daar een mislukte staat te ontstaan met alle veiligheidsrisico’s van dien. Ondertussen wordt er door de inwoners gedemonstreerd met Europese vlaggen, ze willen bij ons horen. Ik kom sinds enige jaren regelmatig in het land en zal hieronder proberen toe te lichten wat hier aan de hand is en wat onze reactie volgens mij zou moeten zijn. Oekraïne betekent letterlijk grensland. De Russen noemen de bewoners vaak klein-Russen. Het gebied was de plek van de eerste Slavische staat in Oost-Europa. Historisch gezien was Oekraïne 1
eerder de geboorteplek van Rusland dan omgekeerd. Maar deze eerste staat, Kiev-Rus, werd in de 9e eeuw noch door de Russen, noch door de Oekraïners gesticht, maar door Vikingen uit Zweden. Het is een vingerwijzing naar de invloed die vele buitenlandse machten in de geschiedenis van de regio hebben gehad. In de Middeleeuwen waren grote delen van het gebied deel van Polen en Litouwen, en het andere deel langzaam maar zeker deel van het tsaristische Rusland. De vrijgevochten kozakken op de steppen in het midden vormden in zekere zin de start van de eigen nationale cultuur van Oekraïne. In de 19e eeuw kwam het nationalisme voor het eerst op in het westen van Oekraïne, dat toen deel uitmaakte van het Habsburgse (Oostenrijk-Hongaarse) rijk. Steden als Lviv (indertijd Lemberg genoemd) en Odessa ademen nog steeds een sfeer uit die tijd. Het was de tijd van de dichter Taras Shevchenko, die in de eigen taal van het land schreef. Het Oekraïens is nauw verwant aan het Russisch, te vergelijken met de verwantschap tussen het Nederlands en Duits, maar heeft veel Poolse leenwoorden. Shevchenko streed voor sociale rechtvaardigheid en werd als anti-tsarist voor 10 jaar naar Siberië verbannen door tsaar Alexander II, waar hij in 1861 stierf. In 1876 verbood deze tsaar alle boeken en publicaties in de Oekraïense taal. Maar Shevchenko’s boodschap bleef, hij werd en is nog steeds een nationale held. Het duurde tot de ineenstorting van de Sovjet Unie in 1991 voordat de droom van een onafhankelijk Oekraïne werd gerealiseerd. Ondertussen was Oekraïne één van de gebieden die in een groot deel van de 20 e eeuw het toneel was een vergeten holocaust. De geschiedenis van het land was altijd al van een lijdend volk, maar Stalin en Hitler hebben hier op gruwelijke wijze huis gehouden. Tussen 1932 en 1933 stierven bijna 5 miljoen Oekraïners de hongerdood terwijl om hun heen de pakhuizen vol lagen met graan en voedsel. Stalin collectiveerde de landbouw, stelde onmogelijke productie-eisen, en exporteerde de totale oogst om de industrialisatie van de socialistische heilstaat mogelijk te maken. Dit gebeurde overal in de USSR, maar Oekraïne werd in het bijzonder geraakt omdat het de graanschuur was van het land. Wachttorens stonden rondom de korenvelden, en iedereen die wat graan voor zich zelf achterhield werd geëxecuteerd of verbannen naar De Goelag, een uitgebreid netwerk van afgelegen concentratiekampen, op weg waarheen of na aankomst velen stierven, een netwerk dat nog steeds bestaat en waarheen het Poetin-regime nog steeds zijn politieke gevangenen opsluit. Hele dorpen stierven de hongerdood, de mensen pleegden zelfmoord uit wanhoop en er was zelfs sprake van kannibalisme. Het graan dat hun leven had kunnen redden werd voor hun ogen per trein naar het buitenland vervoerd, via de havens aan de Zwarte Zee. Documenten die in 2006 in Rusland boven water kwamen tonen aan dat Oekraïne bewust zo hard werd geraakt, en de grenzen van de deelrepubliek gingen vaak dicht om mensen te verhinderen te vluchten. In 2003 is door de regering in Kiev de Holodomor of de Oekraïense hongersnood erkend als genocide, tot groot ongenoegen van Rusland. In zijn boek ‘Bloedlanden. Europa tussen Hitler en Stalin’ (2010) vertelt Timothy Snyder, hoogleraar geschiedenis aan Yale University, over de geschiedenis van de regio in het westen van de voormalige Sovjet Unie – Polen, de Baltische landen, Wit-Rusland, Oekraïne en het westelijk deel van Rusland – in de jaren 1933 – 1945. Hij beschrijft niet alleen de wreedheden van de nazi’s, maar ook die van de politieke massamoord door de Sovjets. Hij documenteert dat in deze periode, slechts 12 jaar, zo’n 14 miljoen mensen zijn vermoord en dat het gebied toen geteisterd werd door geweld in een mate en vorm die in de geschiedenis ongekend was, en waarvan wij hier in het westen nog steeds nauwelijks weet van hebben. Deze mensen waren niet zozeer oorlogsslachtoffers als wel slachtoffers van een 2
doelbewust op moord gericht beleid. De meesten van deze 14 miljoen slachtoffers waren vrouwen, kinderen en bejaarden; niemand van hen was in actieve militaire dienst en niemand van hen was gewapend. Velen werden beroofd van al hun bezittingen, met inbegrip van hun kleren. Auschwitz, het nazi-vernietigingskamp in Polen, is hier in het westen de bekendste executieplaats van de bloedlanden. Het is het symbool van de Holocaust, die zelf staat voor het grootste kwaad van de 20e eeuw. Maar is Auschwitz wel zo representatief voor wat er in de bloedlanden gebeurde? In het kamp werden vooral West-Europese joden vermoord, terwijl veruit de meeste Joodse slachtoffers vielen onder de inwoners van de bloedlanden zelf. De nazi’s vermoorden in de bloedlanden ruim 4 miljoen Joden en 5 miljoen andere burgers op systematische wijze. Joden werden veelal ter plekke doodgeschoten, een ‘Shoah door kogels’. Niet-Joden werden vooral doelbewust uitgehongerd (4 miljoen) of ook doodgeschoten (1 miljoen). In zijn Hongerplan had het naziregime vooraf becijferd dat in de winter van 1941-1942 tientallen miljoenen Slaven en Joden door uithongering zouden omkomen, nodig om voor de Duitsers zelf ‘Lebensraum’ te scheppen – de streefcijfers werden niet gehaald. In de Tweede Wereldoorlog heeft de Sovjet-Unie Duitsland aan het Oostfront verslagen, waarvoor miljoenen Stalin dankbaar waren en wat hem na de oorlog veel macht gaf. Toch was Stalins staat van dienst wat massamoord betreft bijna even indrukwekkend als die van Hitler. In vredestijd was hij zelfs nog veel erger. Van de 14 miljoen mensen die tussen 1933 en 1945 in de bloedlanden doelbewust werden vermoord, komt 5 miljoen voor rekening van Stalin. Niet alleen was hij verantwoordelijk voor de doelbewuste uithongering in de jaren 1932-1933, er waren ook nog eens zo’n 700.000 boeren en arbeiders in uitdrukkelijke opdracht van Stalin doodgeschoten tijdens de Grote Terreur. Er werden vanuit het Kremlin gewoon quota vastgesteld voor het aantal moorden dat begaan moest worden, en die werden ook steeds verhoogd. Polen, Oekraïners en Joden, als ook Russische koelakken – zelfstandige boeren – waren volgens Stalin de schuld van de vertraging van de opbouw van het Sovjetsysteem, en moesten dus geëlimineerd worden. Ook in Polen hield Stalin huis tijdens de kortstondige bezetting van dat land toen hij dat met Hitler in 1939 opdeelde. Bij Katyn werden in 1940, op bevel van Stalin, 22.000 Poolse officieren en intellectuelen vermoord en in een massagraf begraven. Toen Stalin Oekraïne weer terug veroverde op Hitler, vanaf 1943, werden miljoenen Oekraïners gedeporteerd naar Siberië, waaronder de gehele Tartaarse bevolking van De Krim, teneinde iedere hoop op een onafhankelijk Oekraïne direct de bodem in te drukken en zogenaamde collaborateurs te straffen. De moordzuchtige regimes van Hitler en Stalin bedienden zich van moderne planning en industriële technieken. Toch bleef het moorden persoonlijk. De mensen die verhongerden werden geobserveerd, vaak vanuit wachttorens, door degenen die hun het voedsel onthielden. De mensen die werden doodgeschoten, werden van heel dichtbij gezien door het vizier van een geweer, of ze werden door twee mensen vastgehouden terwijl een derde een pistool tegen hun schedelbasis zette. De mensen die vergast werden, waren opgepakt, op een trein gezet en daarna de gaskamers in gejaagd. Ze verloren hun bezittingen, en vervolgens hun kleren, en als het vrouwen waren, vervolgens hun haar. Alleen al de onvoorstelbare hoge aantallen slachtoffers kunnen ons gevoel voor de individualiteit van ieder van hen afstompen. Er komen gelukkig steeds meer lijsten beschikbaar van namen van slachtoffers, vooral nadat de archieven in de voormalige Sovjetstaten zijn open gegaan. Er is 3
inmiddels ook een overweldigend hoeveelheid bewijs van de wreedheid en de doelbewustheid van deze regimes. De Sovjets verboden de Oekraïense taal, ze vermoorden en deporteerden miljoenen inwoners, waaronder bijna de volledige intellectuele en politieke elite, ze vernielden ontelbare Oekraïense paleizen, kerken en begraafplaatsen. De nazi’s en de Sovjets hebben de Joodse bevolking nagenoeg doen uitmoorden – in 1897 werd in de toen kosmopolitische stad Odessa een volkstelling gehouden waarbij 1/3 aangaf Jiddisch te spreken als eerste taal, nu wonen er nog slechts 300.000 Joden in Oekraïne (0,6% van de bevolking). Toen de Sovjet-Unie in 1991, vijf jaar na de ramp bij de kerncentrale Tsjernobyl waarbij 90 Hiroshima’s worden uitgestoten aan radioactieve straling, ineenstort, verklaarde na de mislukte staatsgreep in Moskou de volledig communistische Verchovna Rada (Opperste Raad) de onafhankelijkheid van Oekraïne, want zoals één van de leden verklaarde “als we dat niet doen, komen we in de shit”. In december van dat jaar stemde 84% van de bevolking in een referendum in met deze pragmatische beslissing, en de voormalig voorzitter van de Oekraïense communistische partij, de raketten-geleerde Leonid Kravchuk, werd gekozen als president. Hij moest al in september 1992 aftreden nadat de economie compleet in elkaar was gestort, en werd opgevolgd door Leonid Kuchma, een pro-Russische hervormer, die 10 jaar aan het bewind zou blijven. De economie verbeterde, er werd een nieuwe munt ingevoerd en de inflatie daalde van 10.000% in 1993 tot 5,2% in 2004. Maar de corruptie groeide ook en het land stond derde op de lijst van werelds meest corrupte landen en is nog steeds het meest corrupte land van Europa (volgens Transparency International). Toen er bewijzen kwamen voor de directe betrokkenheid van Kuchma bij de moord door onthoofding van een activistische oppositionele journalist, Georgiy Gongadze, in 2000, bleef Kuchma aan. De verkiezingen van 2004 leken een simpele overwinning te zullen worden voor zijn beoogde opvolger, de Kremlin-vriendelijke Viktor Janoekovitsj. Maar zijn opponent Viktor Yuschenko dreigde te winnen. Een poging tot vergiftiging van Yuschenko leidde wel tot fysieke gezichtsverandering bij hem, maar hij gaf de strijd niet op. In een tweede ronde werd na wijdverspreide verkiezingsfraude Janoekovitsj als overwinnaar aangewezen. Dat was de aanzet tot de zgn. Oranje Revolutie. Op het Maidan Nezalezhnosti (Onafhankelijkheidsplein) in Kiev sloegen demonstranten hun tenten op en kleedden zich in de kleur van de oppositie, oranje, en luisterden naar de toespraken van hun leider Yuschenko en zijn politieke bondgenoot Yulia Tymoshenko. Janoekovitsj weigerde toe te geven en zijn aanhangers van de Partij van de Regio’s dreigden met afscheiding van het meer op Rusland georiënteerde oosten van Oekraïne als Yuschenko tot president beëdigd zou worden. De Hoge Raad van het land verklaarde de verkiezing niettemin ongeldig en bij een daarop volgende verkiezing, op 26 december 2004, werd Yuschenko winnaar met 52% van de stemmen. Voor het eerst had een deel van de door hun geschiedenis politiek passieve Oekraïense bevolking zich verzet en was opgekomen voor hun rechten. Het leerde voor het eerst dat men de macht had om dingen te veranderen. Ook de nieuwe regering bleek echter al snel geïnfecteerd door de wijdverspreide corruptie. Yuschenko ontsloeg al in september 2005 zijn premier en oude bondgenoot Yulia Tymoshenko. De betrokkenheid vanuit Europa bij de Oranje Revolutie had ondertussen Rusland wakker gemaakt. De Russen begonnen in december 2005 hogere prijzen te eisen voor hun aardgas, waarvan Oekraïne en ook Europa (de pijpleidingen lopen door dit land) zeer afhankelijk is. Yuschenko had naar de Russische smaak een te pro Europese koers en al in januari 2006 werd de leverantie stilgelegd. Bij 4
parlementsverkiezingen werd Janoekovitsj premier, onder zijn politieke vijand Yuschenko als president. Yuschenko had inmiddels de macht via een grondwetwijziging veel meer bij het parlement gelegd. In 2007 trachtte Yuschenko de politieke situatie te verbeteren door het uitschrijven van verkiezingen, en opnieuw werd Tymoshenko premier onder Yuschenko als president. De samenwerking tussen president Joesjtsjenko en de teruggekeerde premier Tymoshenko was zeer moeizaam, ze werden het zelden ergens over eens. Ook niet tijdens de vijfdaagse oorlog tussen Georgië en Rusland in augustus 2008. Joesjtsjenko was op de hand van Georgië en zijn partij Nasja Oekrajina stelde een verklaring op om het Russische optreden in Georgië te veroordelen, Tymoshenko vond dat Oekraïne een neutraal standpunt moest innemen om een goede verhouding met Rusland te behouden. Daarop beschuldigde Joesjtsjenko haar van 'hoogverraad'. Deze ruzie deed hun beider populariteit geen goed. De bevolking was inmiddels zwaar teleurgesteld in hun politici, die volgens een analist geen politiek bedreven maar ‘Oekraïense politieke porno’. In 2009 was er opnieuw een groot gasconflict met Rusland. Bij de presidentsverkiezingen in februari 2010 kreeg de zittende president Joesjtsjenko slechts 5,5% van de stemmen, Yulia Tymoshenko haalde 45,5%, en winnaar werd Viktor Janoekovitsj met 49%. In december 2010 werd voormalig minister van Binnenlandse Zaken, Joeri Loetsenko, gearresteerd en vastgezet, op de aanklacht van onder meer ambtsmisbruik. In februari 2012 werd hij – groot tegenstander van de regering-Janoekovitsj – hiervoor veroordeeld tot vier jaar cel. Op dat vonnis heeft de EU felle kritiek geuit. De arrestatie en het voorarrest van Loetsenko in december 2010 zijn op 3 juli 2012 door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeeld als onrechtmatig en “willekeur”, en het Hof vermoedt politieke motieven achter Loetsenko’s vervolging. Ook in december 2010 startte een justitieel onderzoek naar misbruik van overheidsgelden door voormalig premier Yulia Tymoshenko. Zij werd in augustus 2011 gearresteerd en in oktober 2011 veroordeeld tot zeven jaar cel. De Verenigde Staten van Amerika en de Europese Unie noemden die veroordeling politiek gemotiveerd. Ook hier heeft het Europees Hof het vonnis sterk bekritiseerd en deels als onrechtmatig verklaard. Ik heb zoals gezegd Oekraïne de laatste jaren diverse keren bezocht en rondgereisd. De democratie en de rechtstaat werden in het land steeds meer met voeten getreden. De buitenlandse schuld is enorm en het inkomen van de mensen zeer laag, behalve een schandalig rijke elite – ik heb nog nooit zoveel Ferrari’s en andere dure sportwagens gezien als in Odessa. De meerderheid van de bevolking is uitermate cynisch over hun politici, van welke partij dan ook, en over hun eigen toekomst. De politie en rechters zijn corrupt, en ook voor medische handelingen moet extra betaald worden. Autocratische stijl is nog steeds heel gewoon, en de Sovjetmentaliteit is nog steeds niet verdwenen – duidelijke commando’s zijn nodig om iets gedaan te krijgen, en men is soms nog voorzichtig om teveel te zeggen. Toch is er ook veel publiek debat, vooral onder jongeren in de steden, en kunnen mensen vriendelijker en gastvrijer zijn dan ze zich eigenlijk kunnen veroorloven. Het is ook een nog overwegend traditionele samenleving met sterke gender rolpatronen, sterke familie- en gemeenschapsbanden, orthodox religieus en bijgelovig. Eerst leek de pro-Russische Janoekovitsj een koers te willen varen waarbij hij zowel Rusland als de EU te vriend wilde houden, maar pas in november 2013 bleek dat hij als het er op aan komt toch voor Rusland kiest. In de Litouwse hoofdstad Vilnius zou een associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne, Moldavië en Georgië worden gesloten. De EU had aan het sluiten van de akkoorden voorwaarden gesteld: Oekraïne moest, met name in het politieke en juridische systeem, hervormingen 5
doorvoeren. De vrijlating van voormalig oppositieleider Tymoshenko was hierin symbolisch erg belangrijk. Janoekovitsj, wel aanwezig, besloot uiteindelijk niet te tekenen, na zware Russische druk. Dit is het sein voor een nieuwe volksopstand. Voor velen in Oekraïne staat de EU voor stabiliteit, rechtstaat en welvaart – allemaal zaken die zij ook willen en niet verwachten van Rusland. De hoop op een toekomst in Europa dreigt door de actie van Janoekovitsj definitief achter de horizon te verdwijnen. Demonstranten verzamelen zich weer op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev, waar Berkut-eenheden (soort binnenlandse strijdkrachten) op 30 november jl. op hun inslaan. Dit leidt tot alleen maar meer publieke verontwaardiging en vanuit vele plaatsen in het land gaan nog meer mensen demonstreren. De regering kiest er eerst voor het protest te negeren, maar op 8 december 2013 demonstreren een miljoen burgers in Kiev en duizenden burgers in andere steden. Het protest escaleert verder als demonstranten gearresteerd worden en deze vervolgens regeringsgebouwen beginnen te bezetten. Direct na het afblazen door Janoekovitsj van het associatieverdrag met de EU heeft hij van Poetin een financieel hulppakket ontvangen van $ 15 miljard en een deal over goedkoop aardgas. Dit wordt door de oppositie en de demonstranten gezien als een bewijs van de Russische interventie. Zij verwerpen de afspraken en eisen het aftreden van de president, nieuwe verkiezingen en een verdrag met de EU. Op 16 januari jl. laat Janoekovitsj het parlement een reeks draconische ordewetten aannemen. Sindsdien gaat het voor de regering bijna fysiek om haar zelfbehoud, en de oppositie om niets minder dan ontslag of zelfs berechting van de president; wat er daarna gebeurt, is van later zorg. Zowel de staatsmacht als de buitenparlementaire oppositie op straat radicaliseren én decentraliseren. Zo ontpopt de Maidan zich tot een revolutie uit het boekje. Na langdurige onderhandelingen met de oppositie beslist de Verchovna Rada, zoals het parlement nog steeds heet, op 28 januari jl. om 9 van de 13 ordewetten weer in te trekken. Bovendien werd premier Azarov ontslagen en werden de hoogste regeringsposten aangeboden aan de oppositieleiders Arseni Jatsenjoek en Vitali Klitsjko. Maar direct wordt het conflict weer op scherp gesteld door Janoekovitsj, nadat Rusland hem opnieuw onder druk had gezet. Bij de grens begon de Russische douane enkele Oekraïense vrachtwagens zoals eerder was gebeurt, weer opnieuw aan extra formaliteiten te onderwerpen. Premier Medvedev en president Poetin van Rusland lieten bovendien weten dat hun financiële hulp pas loskomt als Moskou weet welke koers de Oekraïense regering gaat varen, nu Azarov was ontslagen – daags daarvoor had Poetin in Brussel nog gezegd dat Rusland het beloofde geld ‘ongeacht welke regering aan het bewind is’ zou blijven komen. Voor het nieuwe Russische dreigement leek een compromis over een onvoorwaardelijke amnestie voor de gearresteerde demonstranten en constitutionele amendementen, gericht op overdracht van macht van de president naar het parlement, nog in zicht. Circa 60 leden van de regeringsfractie Partij der Regionen stonden op het punt over te lopen naar de oppositie. Uit angst daarvoor zette Janoekovitsj zijn eigen Partij der Regionen, die de meerderheid heeft in het parlement maar door de toenemende maatschappelijke polarisatie intern verdeeld raakt, het mes op de keel. Janoekovitsj ging ongevraagd naar de Verchovna Rada, waar hij anders nooit komt, en dreigde daar emotioneel de regeringsfractie met het uitschrijven van tussentijdse verkiezingen. Bij zulke verkiezingen kunnen veel afgevaardigden van de Partij der Regionen hun zetel verliezen. En daarmee ook het informele privilege om, gedekt door de macht, voor eigen rekening lucratieve zaken te doen. Politieke macht is in Oekraïne één van de belangrijkste sleutels tot economische macht en rijkdom. Kort daarop 6
stemden 232 van de 416 aanwezige afgevaardigden voor een wettekst die Janoekovitsj had gefiatteerd, zonder enig publiek debat. De publieke televisie zender zond ook niets uit. De voorzitter bracht ’s avonds alleen het presidentieel geaccordeerde wetsvoorstel in stemming en sloot daarna razendsnel de vergadering tot 4 februari. Ook een grondwetswijziging kon zo niet meer worden behandeld. De dag erop meldde Janoekovitsj zich ziek, hij zou met ademhalingsproblemen en koorts in het ziekenhuis zijn opgenomen, maar toog 3 februari weer aan het werk. De aangenomen amnestiewet is voor de oppositie onaanvaardbaar. De gearresteerde demonstranten krijgen daarin pas amnestie als alle overheidsgebouwen binnen 15 dagen zijn ontruimd. Deze voorwaarde maakt dat de oppositie vreest dat de president, als het er op aankomt, de wet niet zal uitvoeren maar dat dan de protestbeweging wel haar fysieke machtspositie op straat kwijt is. Bovendien is de andere hoofdeis van de oppositie, aanpassing van de grondwet in de richting van een parlementair in plaats van een presidentieel regeringsmodel, tezamen met nieuwe verkiezingen, niet gehonoreerd. Inmiddels heeft Janoekovitsj zelf een nieuwe premier aangesteld, Serhiy Arbuzov, hiervoor directeur van de Nationale Bank van Oekraïne, en zijn beleid lijkt ongewijzigd. Het geweld escaleert steeds verder, er zijn inmiddels zeker 7 doden (waaronder 1 journalist) onder de demonstranten en 1 dode politieman, er zijn honderden vermisten en meer dan 1700 gewonden, waaronder 136 journalisten. De angst betreft vooral de Titushky, bewapend met hamers, ijzeren ballen en narcotica, betaalde huurlingen door het ministerie van Binnenlandse Zaken, die mensen intimideren en mishandelen, winkels plunderen en bezittingen vernietigen, en nu ook doodseskaders zouden vormen. Deze ‘provocateurs’ zou de regering rekruteren onder harde fans van voetbalclubs als Dynamo Kiev, Dnepro en Metalloerg Charkov. Ze opereren in georganiseerde bendes in Kiev en andere steden, hun aantal wordt geschat op 1000 tot 1400. Ook bij de demonstranten is er een zich radicaliserende groep, die meent dat alleen met geweld deze revolutie gewonnen kan worden. Daarbij zijn ook rechts-extreme, neofascistische groepen. Op het plein in Kiev spreekt men van de Euro Maidan demonstranten en de Radicale Maidan demonstranten. Verder zijn er nog de zgn. Auto Maidan, deze vormen met hun privé auto’s snel opererende eenheden buiten het plein om Titushky bendes te bestrijden en gewonden in ziekenhuizen te beschermen tegen kidnapping door de Berkut, en zorgen voor de bevoorrading, transport van mensen en van medicijnen naar het plein. Bekende slachtoffers onder de demonstranten zijn de vermoorde en gemartelde Yurij Verbytskyj en zijn mishandelde vriend Jhor Lutsenko, en Dmytro Bulatov, een leider van de Auto Maidan die gekruisigd en ernstig mishandeld werd en die daarna tot twee maal toe is getracht te arresteren door Berkuteenheden in een ziekenhuis, ondanks de belofte van minister van buitenlandse zaken Kozjara in München, dat Bulatov voor medische behandeling naar het buitenland mocht. Hij is inmiddels onder druk van de oppositionele oligarch Petro Porosjenko met een vrijgeleide naar Riga in Letland uitgeweken, zijn strafzaak werd geseponeerd. De lijst met ernstig geweldsgebruik is inmiddels lang, het regime lijkt niets om menselijkheid te geven. Ook in andere regio’s groeit het protest en in 10 provincies zijn de regeringsgebouwen ook overgenomen door de demonstranten en zijn er ‘volksraden’ geïnstalleerd. Het protest lijkt goed georganiseerd, al zijn de omstandigheden zwaar. ’s Nachts vriest het tot minus 20 graden Celsius. Iets van de Maidan in Kiev vandaan staan tientallen autobussen uit Loegansk en Stachanov, oostelijke industriesteden aan de grens met Rusland. Ze hebben burgers aangevoerd om bij het parlement te demonstreren vóór de president. Hun steun aan wat ze „het wettig gezag” noemen heet de anti-Maidan. Sommige inwoners van Kiev schelden hun
7
uit: dat ze „geen twee zinnen beschaafd Russisch” spreken, bijvoorbeeld, en dat ze moeten blijven „waar ze thuishoren: in de mijnen van de Donbas”. De intimidatiepolitiek door de regering gaat door. Men weigert de zaken van de dodelijke slachtoffers te onderzoeken. Als er aangifte wordt gedaan, worden de mensen die dat doen zelf direct gearresteerd. Mortuaria berichten over dozijnen lichamen die door de politie worden gebracht zonder enige verklaring. De bevolking wordt bang gemaakt door te dreigen met de noodtoestand, waarin een avondklok zou kunnen gelden en internet en telefoonnetten geblokkeerd zouden kunnen worden. De demonstranten worden uitgemaakt voor extremisten, ze zouden betaald worden door de oppositie en het buitenland, en Titushky leden zouden schijngevechten met elkaar uitvoeren om ze af te schilderen als gevechten tussen demonstranten onderling. De demonstranten zelf zijn bang voor de aanvoer van troepen uit andere regio’s, al heeft de minister van defensie tot nu toe laten weten dat het leger niet zal ingrijpen. Ook is men bang voor heimelijke Russische interventies, net zoals dreigde bij de Oranje revolutie in 2004. Ze hebben journalisten gevraagd om op de vliegvelden uit te kijken naar binnenkomende Russische soldaten die zich zouden omkleden in Oekraïense uniformen. Er zouden al vanaf 20 januari Russische special forces in het land zijn. Maar wellicht dreigt er gewoon een zichtbare Russische interventie, zoal we die in de Koude Oorlog zo vaak hebben gezien in Oost-Europa. De geruchtenmachine is sterk en moeilijk te controleren. De crisis is niet politiek, zoals de Oranje-revolutie in 2004, maar in brede zin maatschappelijk. Er is sprake van een vertrouwensbreuk die zijn weerga niet kent in de toch al dramatische Oekraïense geschiedenis. De president en zijn entourage lijken het contact met de samenleving geheel te zijn kwijtgeraakt. Hoe die disconnectie gaat uitpakken, is nog niet te voorspellen. Een vreedzame of een gewelddadige aftocht? Beide zijn denkbaar. Er is ook vrees dat er een burgeroorlog kan ontstaan en dat Oekraïne in een westelijk en een oostelijk deel uiteenvalt. Vooralsnog lijkt de toenemende chaos en complete desintegratie van de samenleving een groter gevaar. Oekraïne glijdt langzaam af naar een mislukte staat. Sterker nog, deze ontwikkeling zet zich waarschijnlijk voort, ongeacht de vraag wie de machtsstrijd gaat winnen. Toen de Sovjet-Unie en het Oostblok 25 jaar geleden ineenstortten, hadden Oekraïne en Polen een gelijkwaardige economie en een overeenkomstig bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking. Nu is het bbp van Polen (483 miljard dollar) bijna driemaal zo groot als dat van Oekraïne (174 miljard dollar). Het bbp per hoofd van de Poolse bevolking is, bij gelijke koopkracht, $ 20.600 – dat van Oekraïne slechts $ 7300 dollar. En dat zijn de cijfers van 2012 – sindsdien is de situatie in Oekraïne aanzienlijk verslechterd. Het gemiddelde maandinkomen ligt rond de € 200. De abrupte overgang naar de vrije markteconomie na de val van de Sovjet-Unie heeft grote sociale problemen met zich mee gebracht. Een kleine elite van nieuwe rijken staat tegenover een groot aantal mensen die aan of onder de grens van het bestaansminimum moeten leven. De maatregelen van de regering Joesjtsjenko in 2005 om het pensioen en salarissen van ambtenaren te verhogen waren hard nodig. Er is veel werkloosheid maar er is ook een grote schaduw-economie. Op het platteland zijn families zoveel mogelijk zelfvoorzienend. Bovendien heeft Oekraïne een grote en snel groeiende buitenlandse schuldenlast, waardoor het land voortdurend bankroet dreigt te gaan. De buitenlandse valutareserves zijn bijna uitgeput. Het land heeft een enorme negatieve handelsbalans en een enorm tekort aan buitenlandse investeringen en particuliere besparingen. De afgelopen 20 jaar is Oekraïne niet in staat gebleken effectieve 8
overheidsinstellingen op te bouwen. Op de concurrentie-index van 2013 tot 2014 van het World Economic Forum staat Oekraïne op nummer 84, van de 148 landen. In de corruptie-index van Transparency International staat Oekraïne nu op plaats 144 van de 175. Ook op het gebied van het rechtssysteem, eigendomsbescherming en administratieve procedures komt Oekraïne slecht voor de dag. Op de ‘doing business’ ranglijst voor 2014 van de Wereldbank bezet Oekraïne de 112e plaats, van de 189. Ter vergelijking: Rusland klom daar de afgelopen 2 jaar van nummer 120 naar 92. Waar Rusland de laatste jaren wat vooruitgang boekt bij het terugdringen van het alcoholisme en de wodka consumptie voor het eerst daalt, is in Oekraïne met name bij de mannelijke bevolking nog steeds sprake van een stijgend en enorm alcoholprobleem. Ook drugsverslaving is groeiend. Het gebruik van deze middelen verdooft wellicht tijdelijk het gebrek aan perspectief en hoop, maar het vernietigd uiteraard het potentieel aan mannelijke beroepsbevolking. De gemiddelde levensverwachting van mannen daalt hierdoor (nu zo’n 61 jaar, tegen vrouwen 74 jaar), en er is veel criminaliteit en huishoudelijk geweld, vrouwenhandel, prostitutie en straatkinderen. Het geboortecijfer is zeer laag – niemand ziet meer een toekomst. De milieuvervuiling is groot (Tsjernobyl, zware industrie in het oosten), de algemene gezondheidssituatie is slecht en de ziekenhuizen zijn slecht onderhouden. Wie het kan vertrekt naar het buitenland, hetgeen een ‘brain drain’ veroorzaakt. Oekraïne is verdeeld tot het bot, zowel in cultureel als in politiek opzicht, en die kloof wordt almaar groter. Veel ouderen, vooral in het oosten, houden vast aan hun fundamentele antipathie en wantrouwen jegens het westen. Onder jongeren en vooral in het westen leven sterk nationalistische en tegen Moskou gerichte gevoelens. De verschillen tussen West- en Oost-Oekraïne zijn groot. Het oosten en de Krim zijn sterk Russisch georiënteerd. Dit deel van het land is bijna drie eeuwen lang integraal bestanddeel van het Russische rijk geweest. In Oekraïne leeft een grote Russische minderheid van 17%, overwegend in het oosten. De taal in het oosten (en in toenemende mate ook in het midden) is Russisch, ook al is het Oekraïens officieel tot eerste taal verklaard. De WestOekraïners spreken laatdunkend over de “Moskali” (“die van Moskou”) als ze hun landgenoten in het oosten bedoelen. De West-Oekraïners worden op hun beurt als “Hohli” (boeren) aangeduid. Het Oekraïens wordt als een boerentaal, een dialect, gezien. Het is lang niet zo “sophisticated” als het Russisch. Academische boeken in het Oekraïens zijn er bijna niet. In economisch opzicht is het oosten veel rijker, met zijn bodemschatten en industrie. Galicië in het westen is vooral landbouwgebied. Ook in de Sovjettijd gingen de investeringen naar de hoofdstad Kiev en naar de industriegebieden in het oosten. De taal weerspiegelt die volledig gepolariseerde wereld. Als president Viktor Janoekovitsj betogers die de oproerpolitie aanvallen „terroristen” noemt, dan roemt zijn gedetineerde tegenspeelster Yulia Tymoshenko dezelfde radicalen als „helden”. Als de macht niet over de brug komt met amnestie voor arrestanten van de politie, zegt een parlementariër van de grootste oppositiepartij, Batkivsjtsjina (Vaderland), dat „het Oekraïense volk in dat geval zelf zijn antiterroristische maatregelen zal nemen”. Voor hem zijn niet de molotovcocktail-gooiers de terroristen, maar de Berkut-mannen die gewone burgers kidnappen. Hij heeft een punt; artsen in Kiev klagen bijvoorbeeld dat gewonden nog tijdens de behandelingen worden opgepakt en afgevoerd. De eenheid van Oekraïne is sinds de onafhankelijkheid in 1991 steeds wankel geweest. En Oekraïne werd altijd al heen en weer geslingerd tussen imperiale mogendheden. Nooit kristalliseerde het uit tot een natiestaat. Oekraïne werd, met vier jaar nazisme en driekwart eeuw communisme achter de rug, evenmin een civil society, een ‘staat van burgers’. Sinds half januari is de angst voor een twee- of 9
zelfs meervoudige breuk „reëel”, zegt Roman Bezsmertny, vicepremier in de pro-Westerse regering van Janoekovitsj’ mislukte voorganger Viktor Joesjtsjenko. In december vorig jaar zei Bezsmertny al somber te zijn over de Maidan. „Maar nu zitten we echt op de rand van een serieus en diep burgerconflict”. Mede door „die Kozakken-mentaliteit”, waarin wilskracht meer telt dan verzoeningsgezindheid. „Daarom schrijven mensen leuzen als: dood of vrijheid. Maar dat woord voor ‘vrijheid’ (volja) betekent ook ‘vrije wil’, en daar zit een verschil in”, zegt Bezsmertny. „Die vrije wil wordt nu losgelaten op de macht.” Maar de tweedeling tussen Oost en West in Oekraïne is eigenlijk te simpel. In werkelijkheid is er meer een driedeling, de wereld van de heersende macht, de wereld van de wrokkige oppositie en de wereld van de gewone burger. De verdeeldheid illustreert het cliché over dit land op de grens tussen Oost en West: ‘twee Oekraïners, drie hetmannen’, een verwijzing naar de historische Kozakkenhoofdmannen die soms voor Rusland kozen, soms voor Zweden, de historische tegenstander van de tsaar. En soms, in hun gecultiveerde ‘vrij zijn’, tegen alles en iedereen. Iedereen is voor verandering. Onder de bevolking heeft Janoekovitsj bijna geen steun. Maar het gaat om de manier waarop. Dit is een Poegatsjov, een volksoproer uit de achttiende eeuw. “Kijk naar die infantielen met hun knuppels en luchtdrukpistolen. Ze grijpen straks de macht en pakken dan alles, zoals de macht zelf tot nu toe alles heeft genomen. Maar ze zullen alles weer verliezen. Het is eindeloze herhaling op herhaling. En wij, die niet meedoen, krijgen de schuld”, zo luidt het commentaar van een omstander in Kiev. Die fase kan volgens historicus Kipiani nog wel even uitblijven: „Niemand kan dit conflict winnen. De macht is te zwak om het te winnen, met geweld of argumenten. De oppositie is evenmin sterk genoeg.” Cruciaal is dat die ‘derde maatschappij’, die van de gewone mensen, buitenspel staat. Kipiani: „Ook als Janoekovitsj morgen vertrekt, hebben we door alles wat er is gebeurd onvoldoende materiaal om een burgermaatschappij op te bouwen.” Bij het begin van het laatste debat van de Verchovna Rada had ex-president Kravtsjoek het parlement nog opgeroepen het vertrouwen te overwinnen. Kravtsjoek, die als ‘architect’ van de Oekraïense onafhankelijkheid in 1991 meer prestige geniet dan zijn opvolgers, pleitte hartstochtelijk voor een grondwetwijziging om de almacht van het staatshoofd in te dammen. “Probeer elkaar te vertrouwen. Als de regeringsmeerderheid de oppositie op de knieën wil hebben, komt er niets uit. Als de oppositie ultimata stelt, levert dat ook niets op. Oekraïne is belangrijker dan welke ambitie ook. Ga werken aan hervorming van staat en bestuur op basis van een nieuwe constitutie. We moeten van een presidentieel parlement naar een parlementaire president”, zei Kravtsjoek. Matigende krachten aan beide zijden moeten intussen ook vechten om nog enige greep te houden. Zie het optreden van Arseni Jatsenjoek, leider van de grootste oppositiepartij Batkivsjtsjina. Hij is slim en intellectueel, maar heeft noch de spierballen van zijn medestrijder Vitali Klitsjko noch de retorische gaven van de rechtse nationalist Oleg Tjagnibok. Nadat woensdag 22 januari de eerste doden waren gevallen, dacht Jatsenjoek de massa voor zich te kunnen winnen door de aanval op het ‘regeringskasteel’ aan te kondigen. „Ik zal niet in schande leven. Als we een kogel door onze kop krijgen, dan krijgen we kogel door onze kop. Eer, rechtvaardigheid en moed. Viktor Janoekovitsj, je hebt nog 24 uur. Neem jouw beslissing. Ik heb de mijne genomen”. Hij werd niet serieus genomen. Jatsenjoek werd uitgelachen. 10
Marginale groepen profiteren van het slinkend vertrouwen in de ‘officiële oppositie’, zegt Wachtang Kipinia, hoofdredacteur van het blad Historische Pravda. Zoals Pravi Sektor van Dmitri Jarosj, die dweept met de West-Oekraïense nationalist en fascist Stepan Bandera, in 1959 vermoord door de KGB. Dat profiel toont de ‘Rechtse Sector’ nu niet te nadrukkelijk. Het wil immers een „nette revolutionaire garde” zijn, denkt Kipiani. Want Jarosj weet dat de meeste burgers geen trek hebben in antisemitisme en neonazistische parafernalia. De meest duistere club is Spilna Sprava (Gemene Zaak) van advocaat en anti-belastingactivist Oleksandr Daniljoek. Spilna Sprava zat achter de bezettingen van het ministerie van Justitie en andere departementen, waarmee het eerder deze week bijna het uitroepen van de noodtoestand uitlokte. Het gerucht gaat dat Janoekovitsj in 2010 de leider van Spilna Sprava aantrok als ‘informeel adviseur’. Daniljoek ontkent. Voor de parlementaire oppositie was het niettemin reden hem „een provocateur” te noemen en zijn club later met enig geweld uit de ministeries te verdrijven. Hoe dan ook: „Tot een maand geleden was Daniljoek alleen een hoofd. Nu krijgt hij armen en benen”, zegt Kipiani. Hij is inmiddels het land uit gevlucht. Op Facebook vertelt Daniljoek dat hij te voet en illegaal de grens is overgestoken en nu in Londen verblijft. De machtsstrijd is ook voor Europa en Rusland van groot belang. Het conflict is de ingrijpendste geopolitieke controverse in Europa sinds de ontmanteling van de Sovjet-Unie in 1991 en de Joegoslavische oorlogen in de acht jaar daarna. Een koers richting Europa wordt in Oekraïne breed gedragen. Ook al is Europa sceptisch over zichzelf, het kan zich daaraan niet onttrekken. in Kiev leeft het gevoel dat Europa dat wel probeert. Er is teleurstelling over het gebrek aan geopolitieke strategie bij de EU, en dat is reëel. Terwijl Rusland met 15 miljard dollar en goedkoop aardgas over de brug kwam, deed de EU in politieke en financiële zin weinig, en niet alleen uit angst om Moskou te ontrieven. Het is niet te laat om daarin verandering te brengen. Europa heeft veel mogelijkheden, ook zonder dat de belastingbetaler meteen de portemonnee hoeft te trekken. Zo zou de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling een rol spelen. De industriële oligarchen die Janoekovitsj in 2010 aan de macht brachten, hebben ook belang bij Europa: als handelspartner en als juridisch anker voor hun bezit. Europa kan die economische deuren stapsgewijs openen, afhankelijk van de voortgang die Oekraïne maakt met zijn hervormingen naar een echte rechtsstaat met een parlementaire democratie, het bestrijden van corruptie en de verbetering van de levensomstandigheden van de bevolking. Maar dat kan alleen als de lont in het Oekraïense kruitvat onschadelijk is gemaakt. Ook daarin kan Europa een rol spelen. En wel door allereerst Rusland duidelijk te maken dat Oekraïne niet meer het ‘Klein Rusland’ is van voor 1991 en vervolgens door daarna met Moskou te werken aan een politieke interventie die leidt tot een overgangsregering en het vertrek van Janoekovitsj, zonder dat de nieuwe regering onmiddellijk tot wraak tegen hem en zijn bondgenoten overgaat. Angst voor ongevraagde inmenging hoeft Europa niet te hebben, binnen de politieke elite in Kiev zijn er steeds meer stemmen die vragen om een multilaterale bemiddeling. In eigen kring zien ze niemand nog een brug slaan tussen de kampen in Oekraïne zelf. De oppositie sprak de afgelopen week met John Kerry, de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, in München. Kerry verklaarde dat de VS en de EU solidair zijn met het Oekraïense volk: “Nergens is de strijd voor een democratische Europese toekomst belangrijker dan nu in Oekraïne”. Vertegenwoordigers vanuit de EU en de VS spreken in Kiev met regering en oppositie teneinde verdere escalatie van geweld te voorkomen. Rusland beklaagd zich op steeds luidere toon over deze Europese en Amerikaanse interventie. Op de staatstelevisie in Moskou en Minsk worden de 11
activisten als extremisten afgeschilderd, die gesponsord zouden worden door het westen – het complot denken is daar nooit verdwenen. EU-buitenlandchef Catherine Ashton liet op 2 februari optekenen in de Wall Street Journal dat de EU en de VS werken aan een gezamenlijk plan voor Oekraïne. Het plan zou voorzien in financiële hulp op korte termijn die Oekraïne door een overgangsperiode moet helpen onder leiding van een breed gedragen interim-regering. Maar op 3 februari werd het bestaan van dit plan ook weer ontkend. De Tsjechische Stefan Füle, in de Europese Commissie – het dagelijks bestuur van de EU – verantwoordelijk voor uitbreidingsonderhandelingen en voor de politiek met de buurlanden van de EU – stelde op dezelfde dag dat Oekraïne op lange termijn lid moet kunnen worden van de EU. Hij stelde in München dat alleen het perspectief op lidmaatschap voormalige Sovjetstaten kan doen veranderen. “Als we serieus willen helpen om dit deel van Europa te helpen te hervormen, kan een associatieverdrag nooit meer dan een eerste stap zijn. De volgende stap moet het licht aan het eind van de tunnel zijn.” Hij werd gesteund door de Roemeense president Trajan Basescu en de voorzitter van de Europese Ministerraad, de Belg Herman van Rompuy: “De toekomst van Oekraïne behoort bij de EU”. Vitali Klitsjko, de wereldkampioen zwaargewicht bij het boksen, die nu zijn sportcarrière heeft stopgezet, en oppositieleider, was ook in München en zei meer steun te voelen. Dat was ook hoorbaar bij het applaus dat hij kreeg, in schril contrast met de pijnlijke stilte na de toespraak van de Oekraïense minister van buitenlandse zaken, die naast Klitsjko zat. Klitsjko, die de conferentie in het Duits en het Engels toesprak en foto’s uitdeelde van het politiegeweld, vroeg om sancties tegen de leden van de regering en hun directe entourage. “Zij rijden in Europese auto’s. Zij sturen hun kinderen naar Europa om te studeren”, zo sprak hij. De regeringsleden zouden grote sommen geld – er zijn onder hun veel miljardairs – op Europese banken hebben staan, “bloedgeld” volgens Klitsjko. Velen riepen de EU op om assertiever op te treden tegen de regering in Oekraïne en hun bondgenoten in het Kremlin. De secretaris-generaal van de NAVO, de Deen Anders Fogh Rasmussen, zei in München dat de plaatsing van raketten en vliegtuigen in Kaliningrad en in Wit-Rusland. Hij zei bezorgd te worden als hij zou horen dat het om offensieve wapens zou gaan, en hamerde erop dat Oekraïne de vrijheid moet hebben om zelf een toekomst te kiezen, zonder druk van buiten. De Russische minister van buitenlandse zaken Sergej Lavrov, reageerde dat deze wapens alleen maar een reactie waren op het Amerikaanse rakettenschild in Oost-Europa en vroeg zich af “wat het aanmoedigen van gewelddadiger protest te maken heeft met het de bevordering van democratie. Waarom hoor ik geen veroordeling van hen die regeringsgebouwen bezetten, en racistische, antisemitische en nazileuzen gebruiken?”, aldus Lavrov. Op korte termijn, zo nodig met druk van sancties, moet er een politiek akkoord komen dat de weg vrij maakt voor verkiezingen en grondwettelijke en maatschappelijke hervormingen, wellicht met een referendum over het Europese associatieverdrag of over het plan dat de VS en de EU nu aan het bekokstoven zouden zijn. Daarbij horen ook garanties voor de Russische minderheid in het land. Een lidmaatschap voor de EU is echter niets iets wat snel realiteit zal zijn. Toch heeft Füle gelijk als hij zegt dat we wel licht moeten bieden aan het eind van de lange, lange tunnel die het Oekraïense volk nog door zal moeten gaan. Europa kan in Oekraïne het verschil maken, als het dat wil, zo schreef NRC Handelsblad onlangs, en de krant heeft gelijk. Het ontwerp-verkiezingsprogramma van de PvdA voor de komende Europese verkiezingen stelt dat afspraken over toetredingsperspectieven voor de landen op de Westelijke Balkan, Turkije en IJsland moeten worden nagekomen, maar dat verplichtingen met andere landen ‘voorlopig’ niet worden 12
aangegaan. Deze passage lijkt vooral gericht op de voormalige Sovjetstaten de Oekraïne, Moldavië en Georgië, met wie de onderhandelingen liepen voor het associatieverdrag toen het geschreven werd. Er wordt geen motivering gegeven voor deze tijdelijke bevriezing, en evenmin wordt duidelijk gemaakt hoe lang ‘voorlopig’ is. Wellicht zijn er binnenlandse electorale redenen voor deze formulering, maar echt politiek leiderschap vraagt dat men ook lastig uit te leggen keuzes weet uit te leggen. De huidige weerzin is gebaseerd op de ervaring in het verleden, waarbij gemarchandeerd werd met de toelatingscriteria, maar op de lange termijn – zo leert ons ook de ervaring met o.m. de Baltische staten, Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije – heeft de Unie en zeker ook Nederland baat bij de integratie van deze kansrijke markten, ook in het licht van stabiliteit, vrede en veiligheid op ons continent. Ook de keuze tussen verbreding of verdieping van de Unie is een valse keuze – beiden zijn wenselijk, zo niet nodig. De echte kwestie is hoe de toetreding zo te regelen dat de afgesproken criteria echt worden toegepast. Het is waar, Oekraïne, Moldavië en Georgië zijn nog lang niet toe aan toetreding. Nu deze landen ondanks harde Russische pressie en chantage om tegen Europa te kiezen toch voor een Europese toekomst willen kiezen moeten wij de deur niet dichtgooien, ook niet ‘voorlopig’. We moeten in plaats daarvan ze wijzen op de lange en moeizame weg die ze voor een Europese toekomst moeten gaan en hen daarbij helpen. De toetredingscriteria moeten inderdaad strikt worden toegepast, maar daarenboven is geen tijdelijk slot nodig en ook niet wenselijk. Het zal ook aan het steeds autoritairder optredend Rusland duidelijk maken dat voor chantage niet gezwicht wordt. Uiteindelijk zal het ook aan de Russische burgers duidelijk maken dat er voor hun autoritair, xenofoob en niet-rechtstatelijk bewind een alternatief is. Een Europese Waardengemeenschap die voor sommige Europeanen ten principale is uitgesloten is niet te verdedigen. Laat geen nieuw ijzeren gordijn ontstaan in Europa!
13