Obs De Wilgen Schoolgids Pagina 1

Obs De Wilgen Schoolgids

Pagina 1

VOORWOORD Van directeur Barbara van Dijkhuizen Obs De Wilgen is een gezellige openbare school in Sliedrecht Oost, waar iedereen (kinderen, leerkrachten en ouders) met plezier naar toe gaat. Vandaar ons motto: In je sas op De Wilgen. In een vertrouwde, veilige en inspirerende omgeving bereiden wij kinderen voor op het voortgezet onderwijs en de maatschappij. Uiteraard maken wij gebruik van moderne en kwalitatief goede lesmethoden. Bovendien gaan wij nog een stapje verder. Het team van De Wilgen zet zich éxtra in om leerlingen hun eigen talenten en interesse te laten ontdekken, door extra activiteiten aan te bieden op het gebied van: leren, bewegen en spelen. In deze schoolgids informeren wij u over allerlei zaken op school. Bijvoorbeeld: onze visie op het onderwijs, de opzet van ons onderwijs, de zorg voor de leerlingen, wat wij van de kinderen en van u verwachten en allerlei praktische zaken die nuttig zijn om te weten. De actuele schoolgids plaatsen wij jaarlijks op onze website. Als u liever een papieren versie heeft, dan kunt u deze bij ons opvragen. De informatie en relevante gegevens over het betreffende schooljaar ontvangen alle ouders in een informatieboekje aan het begin van het schooljaar. In deze schoolgids spreken we over ouders. Met ouders bedoelen wij alle volwassenen die de zorg voor onze leerlingen hebben. We hopen dat u onze schoolgids met plezier leest. Mocht u na het lezen nog vragen en/of opmerkingen hebben, dan horen wij dat graag. Namens het team van Obs De Wilgen Barbara van Dijkhuizen (directeur)

Obs De Wilgen - Schoolgids

Pagina 1

INHOUD VOORWOORD INHOUD DE SCHOOL

Twee locaties Openbaar onderwijs: niet apart, maar samen Het bestuur Missie en visie Een eigen gezicht Het gebouw Personeel, aanstellingsbeleid en werkwijze Waken over kwaliteit Schoolresultaten DE SCHOOLDAG

Groepen 1 en 2 Groep 3 Groepen 4 t/m 8 Verplichte onderwijstijd LESMETHODEN

Moderne hulpmiddelen en nieuw materiaal Piramide in groep 1 en 2 Nederlandse taal Lezen Schrijven Rekenen en wiskunde Engels Wereldoriëntatie Verkeersexamen Creatieve vakken Bewegingsonderwijs/ gymnastiek Rots en Water Burgerschap, normen en waarden ONTWIKKELING VAN HET KIND

Observatie van de sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling CITO leerlingen onderwijsvolgsysteem (LOVS) Groepsoverzicht Zorgverbreding Rapportage Het oudergesprek Het eerste rapport Het tweede rapport Het interne zorgteam De intern begeleider Het Ondersteuningsteam Specifieke voorzieningen Passend onderwijs Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden Extra ondersteuning NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Drempelonderzoek De eindtoets Schooladvies Schoolbezoeken Bestemming SAMENWERKEN MET OUDERS

Informatiebijeenkomst Oudergesprek Medezeggenschapsraad (MR) Oudervereniging/ouderraad (OR) Ouderhulp Afspraak directie


1 2 4 4 4 4 4 5 5 5 6 6 8 8 9 10 10 11 11 11 11 11 12 12 12 12 13 13 13 13 13 15 15 15 15 15 16 16 16 16 16 17 17 17 18 18 18 21 21 21 21 21 21 22 22 22 22 22 23 23

Pagina 2

Klachtenregeling COMMUNICATIE

Nieuwsbrief Schoolkrant Twitter Website OVERIGE INFORMATIE EXTERNE CONTACTEN

Buitenschoolse opvang Inspectie Jeugdgezondheidszorg Logopedie Onderwijsbegeleidingsdienst (CED-groep) Peuterspeelzalen Schoolarts Schoolbestuur Schoolmaatschappelijk werk Vragen over onderwijs? BIJLAGEN BIJLAGE 1: AANNAMEBELEID SLIEDRECHT (STICHTING OPOPS) BIJLAGE 2: GEDRAGSREGELS EN AFSPRAKEN (STICHTING OPOPS) BIJLAGE 3: SANCTIES BIJ OVERTREDING (STICHTING OPOPS) BIJLAGE 4: DE LEERPLICHTWET


23 24 24 24 24 24 25 33 33 33 33 33 34 34 34 34 34 35 36 36 37 37 37

Pagina 3

DE SCHOOL

Een eerste kennismaking Twee locaties Obs De Wilgen is de openbare school in Sliedrecht Oost. In Sliedrecht West staat onze andere locatie, Obs Roald Dahl. De dagelijkse leiding is in handen van directeur Barbara van Dijkhuizen. Op beide locaties wordt zij ondersteund door een adjunct-directeur. Openbaar onderwijs: niet apart, maar samen Obs De Wilgen is een openbare school. Op de openbare school is iedereen is welkom, ongeacht maatschappelijke, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond.

Obs De Wilgen heeft geen godsdienstige achtergrond en verplicht u niet om u aan te passen aan de overtuiging van de school. Openbaar onderwijs stimuleert kinderen tot verdraagzaamheid en respect. Kinderen luisteren met interesse naar de mening van anderen. Openbaar onderwijs is niet apart, maar brengt samen. Het bestuur Obs De Wilgen en locatie Obs Roald Dahl zijn aangesloten bij de stichting Openbaar Primair Onderwijs Sliedrecht en Papendrecht. Afgekort: stichting OPOPS. Deze stichting voert het bestuur van alle openbare scholen in Sliedrecht en Papendrecht.

Openbaar, kwalitatief en eigentijds onderwijs voor ieder kind Alle scholen van stichting OPOPS zijn openbaar. Elk kind, iedere leerkracht en elke ouder heeft recht van spreken en iedereen is welkom. Het onderwijs is gericht op de optimale ontwikkeling van ieder kind met als doel een soepele aansluiting op het voortgezet onderwijs en de maatschappij. De scholen van stichting OPOPS kiezen voor kwaliteit en werken met eigentijdse lesmethoden en materialen. Alle scholen hebben een eigen gezicht, waarbij een veilige, vriendelijke en respectvolle omgeving met duidelijke regels centraal staat. Het bestuur van stichting OPOPS bestaat uit zes onafhankelijke leden. Deze leden worden op voordracht gekozen door de gemeenteraden en hebben 4 jaar zitting. Het dagelijks bestuur van de stichting is in handen van een bestuursmanager, bijgestaan door een stafbureau. De stichting houdt kantoor in Papendrecht. Het bestuur wordt gevolgd door een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), die bestaat uit 12 leden. Elke school binnen de stichting wordt vertegenwoordigd door een personeelslid en een ouder, gekozen vanuit de eigen medezeggenschapsraad (MR). Missie en visie De scholen van Stichting OPOPS streven naar een optimale ontwikkeling van ieder kind met als doel een soepele aansluiting op het voortgezet onderwijs en de maatschappij. Op onze school hebben we dit vertaald naar de volgende missie:

De school waar je groeit! Obs De Wilgen:  is een moderne, openbare school;  is toegankelijk voor alle kinderen zonder onderscheid naar godsdienst of levensbeschouwing;


Pagina 4

 is veilig en vertrouwd;  zet het welbevinden van uw kind staat centraal, zodat uw kind met plezier naar school gaat;  streeft in de klassen naar een fijne sfeer, zodat elk kind tot zijn recht komt;  is de plek waar je veel kan leren op je eigen niveau en naar je eigen behoeften;  biedt extra hulp aan zorgleerlingen en extra uitdaging aan plusleerlingen;  streeft naar een soepele aansluiting op het voortgezet onderwijs en de maatschappij;  richt zich op de toekomst: nieuwe media staat de leerlingen ter beschikking;  houdt de professionaliteit van het team up-to-date;  hecht veel waarde aan de naleving van regels om de orde op school te bewaren;  is alert op discriminatie en pesten en werkt juist aan het voorkómen daarvan. Een eigen gezicht De scholen van stichting OPOPS werken samen aan zo goed mogelijk openbaar onderwijs en kiezen zelf de identiteit van de school. Obs De Wilgen heeft met haar missie: ‘De school waar je groeit’ gekozen voor drie kernwaarden: veelzijdig (breed aanbod), kleurrijk (niet saai) en actief. De kernwaarden komen niet alleen terug in ons reguliere onderwijs, we organiseren ook veel extra activiteiten op het gebied van spelen en leren. Kinderen volgen immers een natuurlijke drang om te spelen, want spelen is leren. Goed voor de ontwikkeling van het lichaam, de motoriek en de sociaal-emotionele vaardigheden. Kinderen leren spelenderwijs zichzelf kennen: wat kan ik, wat wil ik, wat vind ik leuk? We hebben vier pijlers benoemd: sportief, kennis, creatief en expressief. Sportief is een belangrijke pijler in dit kleurrijke geheel omdat we kinderen een gezonde levensstijl willen aanleren.

In je SAS op De Wilgen! een Sportieve en Actieve School

Het gebouw Het twee verdiepingen tellende gebouw ademt rust uit, terwijl de bedrijvigheid in de school groot is. In ruime klaslokalen geven we les met behulp van een een digitaal schoolbord. In de grote hal is een podium, een bibliotheek, de computerruimte en het activiteitenlokaal. Op het grote schoolplein spelen de leerlingen met plezier. Ze kunnen er bijvoorbeeld voetballen, basketballen, volleyballen en tafeltennissen. Er wordt enthousiast gebruik van gemaakt. In een hoekje van het schoolplein bevindt zich de moestuin. Deze wordt goed onderhouden en er wordt regelmatig door groepjes leerlingen in gewerkt. Met sportzaal ‘De Valk’ om de hoek hebben we ook een echte gymnastiekzaal tot onze beschikking. Personeel, aanstellingsbeleid en werkwijze Op De Wilgen werken momenteel ruim 20 personeelsleden in allerlei functies (zie het overzicht in de informatiegids). Zij zijn allen in dienst van Stichting OPOPS. Bij een vacature vindt er eerst overleg plaats binnen het directeurenplatform van de stichting om na te gaan of er bijvoorbeeld boventallig personeel van een andere school in aanmerking komt voor de vacature. Vervangend personeel krijgt in principe een tijdelijke aanstelling.


Pagina 5

Om ervoor te zorgen dat de leerling zich optimaal ontwikkelt, werken de leerkrachten samen en hebben onderling regelmatig overleg. De leerkrachten hebben diverse andere taken. Ze overleggen bijvoorbeeld met de ouderraad en medezeggenschapsraad, organiseren bijzondere activiteiten, zijn aanwezig bij sportactiviteiten, hebben zitting in diverse werkgroepen, volgen nascholingscursussen, lezen vakliteratuur. Deze schooltaken staan beschreven in de normjaartaak van de leerkrachten. Waken over kwaliteit Sinds 2007 werkt De Wilgen met een instrument om de kwaliteit structureel te kunnen meten en te kunnen verbeteren. Dit instrument heet Werken Met Kwaliteit- Primair Onderwijs. (het WMK-PO) Inmiddels heeft de directie in samenwerking met het team een aantal domeinen grondig geanalyseerd. Deze analyses, bevindingen van de inspectie en de resultaten van de enquêtes onder leerlingen, ouders en teamleden in november 2014 zijn het uitgangspunt voor verdere verbeteringen die zijn vastgelegd in het schoolplan 2015 – 2019. Jaarlijks worden de gestelde doelen (schoolplan + strategisch beleid OPOPS) door het MT geëvalueerd. De inspectie beoordeelt de school op kwaliteit. De resultaten van deze onderzoeken worden door inspectie gepubliceerd op www.onderwijsinspectie.nl Naast het actualiseren van bestaand beleid en het ontwikkelen van nieuw beleid werken we op school aan verdere kwaliteitsverbetering door:  met regelmaat methoden te actualiseren;  specifieke scholing van personeel te verzorgen;  een goed leerlingvolgsysteem te hanteren;  structureel te werken aan handelingsgericht en opbrengstgericht onderwijs. Schoolresultaten Om een compleet beeld te krijgen van de resultaten van onze school worden de resultaten van het CITO Leerling- en OnderwijsVolgSysteem (LOVS) opgenomen in het computerprogramma ParnasSys. Doordat alle scholen deze toetsen op hetzelfde moment afnemen, wordt het mogelijk om de vorderingen van onze leerlingen te vergelijken met die van andere kinderen in Nederland die net zoveel onderwijs hebben genoten. In deze gids proberen we u een beeld te geven van onze school en hoe het onderwijs zijn vorm krijgt. Automatisch roept dat de vraag op tot welke resultaten al die inspanningen leiden. In ons werk vinden wij het belangrijk dat we steeds weer aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Diverse factoren zijn bepalend voor de wijze waarop de ontwikkeling verloopt. Het ene kind zal zich meer en gemakkelijker ontwikkelen dan het andere. Deze ontwikkeling wordt in kaart gebracht in het eerder genoemde leerlingvolgsysteem. Onderwijs is voortdurend in beweging. Resultaten die je met de leerlingen behaalt vormen weer het uitgangspunt voor het werken aan nieuwe doelen. Onze school houdt de ontwikkeling van de leerlingen bij met behulp van methodegebonden toetsen, observatielijsten en niet-methodegebonden toetsen (CITO). De niet-methodegebonden toetsen worden afgenomen conform de opgestelde toetskalender. Vervolgens worden de resultaten in een meerjarige tabel geplaatst, die is ontwikkeld door het schoolbestuur. De resultaten worden gerelateerd aan de door het ministerie vastgestelde normen en de schoolnormeringen. We gaan daarbij uit van de gemiddelde vaardigheidsscore van de groep als geheel. Wanneer het groepsresultaat voor een bepaald onderdeel onvoldoende is, wordt door de groepsleerkracht een verbeterplan geschreven. Alle resultaten en verbeterplan(nen) worden vastgelegd in een katern, die jaarlijks geüpdatet wordt. Er wordt vanzelfsprekend ook gekeken naar de individuele leerling-resultaten. Voor dit onderdeel wordt de leerling-analyse van ParnasSys gebruikt. Dit geeft een beeld van de vaardigheidsgroei en het niveau van het kind. Na het verlaten van onze school dienen onze leerlingen met een grote kans op succes een bij hen passende vorm van voortgezet onderwijs te kunnen gaan volgen. De uitstroom van onze leerlingen wordt gedurende drie jaren gemonitord door ons bestuur. Het bestuur heeft bepaald, dat na twee jaar voortgezet onderwijs minimaal 80% van de schooladviezen correct moet zijn en na 3 jaar 75 %. Wij voldoen aan deze normering.


Pagina 6

De uitstroom naar het voortgezet onderwijs gedurende drie opeenvolgende jaren is als volgt: inschrijvingen: 2011 inschrijvingen: 2012 inschrijvingen: 2013 PRO 0 PRO 3 LWOO 2 inschrijvingen: 2013 inschrijvingen: 2014 inschrijvingen: 2015 VMBO-BBL + K * 8 VMBO-BBL + K * 9 VMBO B/K LWOO 2 VMBO BL met LWOO 2 VMBO BL met LWOO 1 VMBO-T ** 6 VMBO-T ** 11 VMBO K/T = kader 6 VMBO B/K VMBO BL 2 VMBO BL 1 VMBO-T /HAVO 4 VMBO-T /HAVO 6 VMBO T 13 VMBO K/T = kader 6 VMBO KL 10 VMBO KL 3 HAVO 6 HAVO 7 VMBO T/ HAVO VMBO T 13 VMBO TL 6 VMBO TL* 12 HAVO/VWO HAVO/VWO 6 HAVO 9 HAVO 9 HAVO 4 HAVO 8 VWO 6 VWO 3 HAVO / VWO = vwo 3 HAVO / VWO = vwo 3 VWO 4 VWO 5 VWO (gymnasium) -

*basisberoeps- en kadergerichte leerweg **theoretische leerweg

Uitstroom 2015: Wellantcollege Dordrecht: 1 Dalton College Dordrecht: 1 De Grienden: 6 Calvijn Hardinxveld-Giessendam: 1 Willem de Zwijger College Hardinxveld-Giessendam: 12 Willem de Zwijger College Papendrecht: 8 De uitstroom is de laatste drie jaren naar de volgende scholengemeenschappen: - Griendencollege te Sliedrecht - Willem de Zwijger College te Papendrecht en Hardinxveld-Giessendam - Chr SGM De Lage Waard te Papendrecht - C S De Hoven te Gorinchem en Hardinxveld (Calvijn) - Wellantcollege vmbo te Dordrecht - Merewade te Gorinchem


Pagina 7

DE SCHOOLDAG

Hoe ziet de schooldag er uit? Hoewel het klassenmanagement er in de onderbouw anders uitziet dan in de bovenbouw, wordt er toch volgens hetzelfde principe gewerkt. In alle groepen wordt het eerste half uur besteed aan kringactiviteiten, lezen en instructie aan de groep. Vervolgens volgt een ruime periode van zelfstandig werken, waarbij de leerkracht de handen vrij heeft om ‘onderwijs op maat’ te verzorgen. Zo krijgt een groepje leerlingen verlengde instructie (extra uitleg) en worden de groepsplannen voor zorgleerlingen en plusleerlingen uitgevoerd. Groepen 1 en 2 De jongste en de oudste kleuters zitten in verschillende groepen. In groep 1 (4/5-jarigen) ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat (dagritme). Leren vindt vooral plaats door spelen. In groep 2 (5/6-jarigen) gaat men op bovenstaande principes door, maar hier heeft de leerkracht een meer sturende rol. De dag begint met een korte periode van vrij spelen, de spelinloop. Daarna begint de leerkracht met een groepsgesprek in de kring. Het gesprek bestaat onder andere uit taal- en rekenactiviteiten. De kinderen mogen zelf vertellen over hun ervaringen en belevenissen en er wordt over een bepaald onderwerp gesproken, waarbij luisteren, vertellen en zingen belangrijke activiteiten zijn. Met deze activiteiten vergroten we de woordenschat van de kinderen en prikkelen we rekenkundig inzicht. In de kring gelden afspraken en de kleuters proberen zich hier aan te houden. Aan het einde van het kringgesprek bespreekt de leerkracht het planbord. Met herkenbare foto’s en afbeeldingen kunnen de kleuters zelf ‘lezen’ hoe de dag verloopt en welke activiteiten er zijn. De ene keer bepaalt de leerkracht welk kind bij welke activiteit ingedeeld wordt, de andere keer mogen zij zelf kiezen. De werkles, zelfstandig werken Nadat alle leerlingen hun naamkaartje bij een activiteit gehangen hebben start rond negen uur de werkles. Er wordt een bepaalde tijd afgesproken, waarin de kleuters zelfstandig en geconcentreerd aan een opdracht werken. Met een stoplicht geeft de leerkracht aan wanneer ze niet gestoord mag worden. De leerlingen nemen hun stoeltje mee naar de activiteit en zoeken zelfstandig de benodigde materialen bij elkaar. De leerkracht maakt snel een rondje door de klas en geeft, waar nodig, nog enkele aanwijzingen. Daarna begeeft de leerkracht zich naar de instructietafel om met een groepje kleuters gericht aan een opdracht te gaan werken. Dit kan bijvoorbeeld zijn: het aanbieden van een werkblad of een knutselopdracht. Bij een rood stoplicht proberen de kinderen zachtjes met elkaar te praten. Als ze hulp nodig hebben, vragen ze hulp aan een ander kind. Als het echt niet lukt, doen ze even een korte activiteit, waar ze geen hulp bij nodig hebben. Na verloop van tijd is de leerkracht weer voor de groep beschikbaar (groen stoplicht). Na een half uur wisselen de leerlingen van activiteit en gaan de leerlingen nog een keer zelfstandig aan het werk. Pauze Halverwege de ochtend, omstreeks tien uur, wordt er "gepauzeerd". Na het zingen van een liedje, drinken de kleuters schoolmelk of zelf meegebracht drinken (in goed afsluitbare beker) en eten ze een kaakje. Op woensdag en donderdag eten we fruit of groente. De kinderen nemen dit zelf mee naar school. Een formulier voor het schoolmelkabonnement van de Melkunie kunt u verkrijgen bij de conciërge. Bewegingsonderwijs Bewegingsonderwijs bestaat uit twee onderdelen: spelen en gymles. Het spelen vindt bij droog weer buiten op het schoolplein plaats, bij slecht weer in het speellokaal. De kinderen hebben kruiwagens, driewielers en ander speelmateriaal tot hun beschikking. Ten minste tweemaal per week gaan de kinderen naar het speellokaal voor een gymles. De les bestaat uit spelletjes, bewegen op muziek of activiteiten op de gymtoestellen. Ook in deze lessen stimuleren wij spelenderwijs de taalontwikkeling. Denkt u bijvoorbeeld aan spelletjes waar de kinderen korte instructies horen: op, achter, onder, in etc.


Pagina 8

Middag 's Middags is het programma te vergelijken met dat van de ochtend. Alleen wordt er geen pauze gehouden.

Urentabel voor groep 1 en 2 Zintuiglijke - en lichamelijke oefening Ontwikkelingsactiviteiten Expressieactiviteiten Totaal aantal uren per week:

7.30 10.30 5.30 23,30

Groep 3 De eerste helft van het jaar leert groep 3 met ‘de methode’ werken, die vervolgens tot aan groep 8 gehandhaafd blijft. De methode bestaat uit klassikale instructie en oefening, waarna de leerlingen zelfstandig aan hun dagen weektaak gaan werken. De leerkracht schrijft de dagen weektaak op het whiteboard in het lokaal. De dagtaak bestaat uit taal/lees-, rekenen schrijfopdrachten. De leerlingen bepalen zelf de volgorde waarin ze de opdrachten uitvoeren. De les Bij binnenkomst leggen de leerlingen alle schriften en de benodigde materialen klaar die zij die ochtend nodig hebben. Na een kort klassikaal gesprek start de les met leren lezen. Elke week heeft een thema dat geïntroduceerd wordt bij de klassikale instructie en het inoefenen. Na de instructie (op het smartboard) gaan de leerlingen aan het werk met oefenstof. De ‘zon-kinderen’ (die al kunnen lezen bij de start van groep 3) gaan meestal na de introductie zelfstandig met hun eigen werk- of leesboekje aan de slag. De leerlingen die verlengde instructie of extra oefening nodig hebben, nemen plaats aan de instructietafel. Tijdens de verlengde instructie staat het stoplicht op rood en mag de leerkracht niet gestoord worden. Als de groep van de verlengde instructie ook zelfstandig aan de verplichte taken gaat werken, gaat het stoplicht op oranje en maakt de leerkracht een looprondje door de klas om vragen te beantwoorden en eventueel hulp te bieden of te controleren. Zijn de meeste leerlingen met de dagtaak klaar, dan staat het licht op groen en mag er zachtjes samengewerkt en overlegd worden. Na de pauze volgt de instructie en uitleg van rekenen en schrijven. Ook bij rekenen bestaat de eerste helft van elke les uit instructie en begeleid oefenen, de tweede helft uit zelfstandig werken. Met behulp van een weektaak wordt zelfstandig geoefend op drie niveaus: minimum-, basis- en plusniveau. Na de instructie komen de kinderen die dat nodig hebben aan de instructietafel en oefenen de stof, in een speciaal bijwerkboek met concreet materiaal. Urentabel voor groep 3 lichamelijke oefening taal / lezen schrijven rekenen en wiskunde wereldoriëntatie verkeer tekenen muziek handvaardigheid pauze Totaal aantal uren per week


2.30 8.00 2.30 4.45 1.15 0.30 1.00 0.45 1.00 1.15 23.30

Pagina 9

Groepen 4 t/m 8 Voor schooltijd heeft de leerkracht de dagtaak voor taal en rekenen op het white board achter in de klas genoteerd. De dagtaak is uitgesplitst in basisstof en extra stof. De extra stof is naar tempo en/of niveau gedifferentieerd. Ook kunnen de namen van de leerlingen, die in de eerste ronde voor verlengde instructie in aanmerking komen, genoteerd staan. Aanvang les Om half negen komen de leerlingen binnen en gaan aan hun tafel zitten. Ze kijken naar de dagtaak en nemen de benodigde (werk)boeken voor zich. Na het welkomstgesprek starten we met lezen, vervolgens geeft de leerkracht korte effectieve instructie aan de klas. Hierbij wordt actief gebruikgemaakt van het smartboard. Om de les spannend te houden wordt gestreefd naar een afwisseling in werkvormen. Plusleerlingen kunnen delen van de instructiefase overslaan en gaan zelfstandig aan hun dagtaak werken. Het zelfstandig werken Voor verlengde instructie geselecteerde leerlingen gaan aan de instructietafel zitten en de overige leerlingen beginnen zelfstandig aan de dagtaak. Hulpvragen aan elkaar worden nog niet gesteld. Vragen worden bewaard voor later. Na een kwartiertje maakt de leerkracht een korte loopronde en biedt hulp aan, waar dit nodig is. Eventueel worden leerlingen uitgenodigd aan de instructietafel voor extra uitleg. Tevens worden er in deze fase groeps- of handelingsplannen uitgevoerd. Na de periode van uitgestelde aandacht mogen de leerlingen hulp aan elkaar vragen. Leerlingen kunnen ook terecht bij de leerkracht. Het gemaakte werk wordt ingeleverd of door de leerlingen zelf nagekeken. Meestal blijft er tijd over om aan extra taken, weektaken en keuzetaken verder te werken. Urentabel voor de groepen 4 t/m 8 lichamelijke oefening taal / lezen schrijven Nederlandse taal begrijpend lezen technisch lezen rekenen en wiskunde Engelse taal wereldoriëntatie aardrijkskunde geschiedenis natuur, wetenschap & techniek verkeer tekenen muziek handvaardigheid pauze Totaal aantal uren per week

Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 1.30 1.30 1.30 1.30 1.30 1.30 5.45 1.30 3.15 4.45

1.00 6.00 1.30 3.15 5.00

0.45 6.30 1.30 2.45 5.00

1.30 1.00 1.00 0.30 0.45 0.45 1.00 1.15 26.00

1.45 1.00 1.00 0.30 0.45 0.45 1.00 1.15 26.00

6.30 1.30 2.45 5.00 0.45

6.45 1.30 2.00 5.30 0.45

1.45 1.00 1.00 0.30 0.45 0.45 1.00 1.15 26.00

1.45 1.00 1.00 0.30 0.45 0.45 1.00 1.15 26.00

1.00

0.30 0.45 0.45 1.00 1.15 23.30

Verplichte onderwijstijd Door het ministerie is op jaarbasis een ondergrens voor het totaal aantal te ontvangen uren onderwijs vastgesteld: voor de groepen 1 t/m 4 is dat 3520 uur (verdeeld over 4 jaren); voor de groepen 5 t/m 8 is het 1000 uur per jaar. Jaarlijks wordt het aantal uren per bouw berekend om aan de wettelijke eisen te voldoen. Ook wordt er bij het samenstellen van het jaarrooster goed gekeken, of het maximum van zeven vierdaagse schoolweken voor de groepen 3 t/m 8 niet wordt overschreden. Voor het schooljaar 2015-2016 is er voor de onderbouw 900 uur lestijd en voor de bovenbouw 1000 uur lestijd ingeroosterd.


Pagina 10

LESMETHODEN

Eigentijds en met mogelijkheden voor extra uitleg of verrijking Moderne hulpmiddelen en nieuw materiaal We maken gebruik van moderne lesmethoden en investeren jaarlijks in nieuw materiaal. We kijken of kinderen er goed mee kunnen leren en of het materiaal er aantrekkelijk uitziet. Een ander criterium is de extra oefenstof voor zorgleerlingen en de verrijkingsstof voor die kinderen die extra moeilijk werk aankunnen. Vanaf groep 2 wordt gewerkt met een digitaal schoolbord. Via een beamer aan het plafond wordt een computerscherm op het smartboard geprojecteerd. Alle computerfuncties zijn op het bord te bedienen, waarbij een vinger fungeert als muis. De leerkracht kan allerlei materiaal gebruiken in de voorbereiding van de lessen: filmbeelden, animaties, foto’s en talloze andere toepassingen van internet of uit digitale onderwijsprogramma’s die bijvoorbeeld de uitleg van rekenen wiskundesommen ondersteunen. Piramide in groep 1 en 2 In groep 1 en 2 werken we met de lesmethode Piramide. Een programma waar op alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in Sliedrecht mee gewerkt wordt en bij ons in groep 1 en 2 een vervolg krijgt. In een combinatie van spelen, leren en werken worden de kinderen op alle ontwikkelingsgebieden gestimuleerd. In projecten van circa 3 weken lang maken de kinderen kennis met diverse thema’s. Bijvoorbeeld: water, herfst, huis, Sinterklaas en kleding. Elk leerjaar komen dezelfde projecten aan bod, maar steeds op een hoger niveau. Zo gaat het thema Huizen in de peutergroep om Het Huis, in groep 1 om Kamers en in groep 2 om Verhuizing. Op de dag dat het nieuwe thema start, krijgen de kleuters een projectboekje mee naar huis met daarin informatie, liedjes en gedichtjes over het thema. Met een bijzondere activiteit sluiten we het thema af. Nederlandse taal Er is veel aandacht voor taalontwikkeling, omdat dit de basis vormt voor veel ander leren. Op Obs De Wilgen werken we met de methode ‘Taal Actief’. Deze methode is veelomvattend en er wordt grote waarde gehecht aan uitbreiding van de woordenschat. Daarnaast is er aandacht voor spelling, creatief taalgebruik en luistervaardigheid. Behalve schriftelijk taalwerk leren we kinderen ook verhalen schrijven, presentaties maken en spreekbeurten houden. In de kleutergroepen werken we met Schatkist en Piramide. In de kring en tijdens de werkles komt taal aan de orde. Enkele activiteiten zijn: het wenskistje, de kringkrant en de ABC-lijn met ‘spetterletter’. We maken gebruik van bronnenboek taal voor kleuters. Op de computer gebruiken wij de volgende programma’s: Schatkist taal- en rekenen, Bas gaat digitaal en het zogenoemde Schoolpakket. Lezen Elke groep begint de dag met 15 minuten lezen. In alle groepen wordt ook voorgelezen. In groep 3 starten we officieel met het leren lezen en we maken hiervoor gebruik van de lesmethode ‘Veilig Leren Lezen (VLL)’. Deze methode bestaat uit twaalf thema’s waarmee de kinderen oefenen op technisch lezen, spellen en begrijpend lezen. De methode is als volgt opgebouwd: 1. introductie, 2. instructie, 3. zelfstandige verwerking, 4. vervolgopdrachten 5. reflectie. De nadruk ligt vooral op het technisch lezen. Het eerste half jaar leren de kinderen alle letters en daarna wordt geoefend met steeds langere woorden. De kinderen die bij aanvang van groep 3 al een beetje kunnen lezen worden in de ‘zongroep’ geplaatst. De ‘zongroep’ begint na de instructie en het inoefenen met de oefenopdrachten. Kinderen die een verlengde instructie nodig hebben volgen de begeleide aanpak. Elk


Pagina 11

thema duurt drie weken en wordt afgerond met een schriftelijke en een individuele toets. Wij werken ook met het computerprogramma dat extra oefenstof biedt. Vanaf groep 4 werken we met de leesmethode ‘Estafette Nieuw’. Deze methode sluit naadloos aan op de methode van groep 3 en zorgt voor een doorgaande leerlijn. Aantrekkelijke teksten (raadsels, gedichten, interviews, recepten, e.d.) onderhouden de leesvaardigheid en zetten de leesontwikkeling voort. In de groepen 4 en 5 staat er vier keer per week een les technisch lezen ingeroosterd. In de groepen 6, 7 driemaal per week en in groep 8 eenmaal per week. Het werken met drie verschillende leesniveaus (aanpak 1, 2 en 3) zorgt voor leesonderwijs op maat. De vlotte lezer wordt niet opgehouden, terwijl de risicolezer extra ondersteuning krijgt. In de groepen 1t/m 8 worden jaarlijks diverse Cito-toetsen afgenomen. Al deze toetsgegevens leveren de leerkrachten een schat aan informatie op over de leerling. Deze informatie wordt verwerkt in het opstellen van de groepsplannen. Schrijven De kinderen leren op Obs De Wilgen schrijven met de methode ‘Handschrift’ die gebruikt wordt tot en met groep 5. Vanaf groep 6 ontwikkelen de kinderen van een methodisch handschrift naar een eigen handschrift. In groep 5 krijgen de kinderen typeles. Rekenen en wiskunde In groep 1 en 2 starten we met voorbereidend rekenen met lesmethode Schatkist. In de kring en in de werkles vinden diverse rekenactiviteiten plaats met als doel spelenderwijs het rekenkundig inzicht van kinderen te prikkelen. We gebruiken leuke materialen als: kralenplanken, insteekmozaïek en Pico Piccolo (een zelfcorrigerend rekenspelletje). Naast de methode Schatkist werken we ook regelmatig met: ‘Wereld in getallen, bronnenboek telactiviteiten voor kleuters. Diverse computerprogramma’s sluiten hierop aan: Schatkist rekenen en het zogenoemde Schoolpakket. Kinderen die meer moeite hebben met de activiteiten van voorbereidend rekenen krijgen extra aandacht. In de groepen 3 t/m 8 werken we met de methode ’Wereld in getallen’ (versie 4). De rekenmethode is als volgt opgebouwd: 1. oriëntatie, 2. begripsvorming, 3. oefenen 4. automatiseren. Elk onderwerp krijgt een uitgebreide instructie, waarna de kinderen zelfstandig gaan oefenen. De weektaak maakt de leerling zelfstandig, waarbij we rekening houden met drie niveaus: minimum-, basis- en plusniveau. Ook het werken met oefensoftware op de computer is een vast onderdeel van de weektaak. Voor rekenzwakke leerlingen is er na de centrale instructie een verlengde instructie, met extra uitleg in het bijwerkboek. Voor de vlotte leerlingen is er na het plusniveau in de weektaak een pluswerkboek voor opgaven met verdieping. In alle groepen worden Cito-rekentoetsen afgenomen om te controleren of kinderen voldoende vorderingen maken. De groepsleerkracht en de intern begeleider evalueren de toets-gegevens en gebruiken deze bij het opstellen van de groepsplannen. Engels In de groepen 7 en 8 wordt de Engelse taal aan de leerlingen onderwezen. De leerkracht maakt gebruik van de methode ‘Take It Easy’. Deze methode is speciaal ontwikkeld voor het digibord en daardoor interactief, actueel en effectief. Wereldoriëntatie Op veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kinderen kennis bij over het heden en verleden van de aarde. Meestal gebeurt dit in aparte vakken aan de hand van moderne methoden en met behulp van de computer, maar bijvoorbeeld ook vaak door middel van: groepsgesprekken, spreekbeurten, schooltelevisie en werkstukjes.


Pagina 12

Wij werken op dit gebied met de volgende methoden: Natuur, techniek/wetenschap: Wijzer door natuur en techniek Aardrijkskunde: Hier en daar Geschiedenis: Speurtocht Verkeer: Klaar, over! Wereldoriëntatie Veilig de wereld in (groep 3), Wijzer (groep 4) Verkeersexamen In de maand april leggen de leerlingen van groep 8 na een intensieve training de theoretische en praktische verkeersproef af. Degenen die daarvoor slagen ontvangen een verkeersdiploma. De laatste jaren wisten álle leerlingen de verkeersproef met goed gevolg af te leggen. Creatieve vakken Niet alleen in de groepen 1 en 2 krijgen de creatieve vakken veel aandacht. Ook vanaf groep 3 besteden we ongeveer drie uur per week aan tekenen, handvaardigheid en muziek met als doel bij te dragen aan de ontwikkeling van de creativiteit van uw kind. Iets wat u ook kunt zien (of horen) als u door ons gebouw wandelt. De leerkrachten maken gebruik van de methode ‘Moet je doen’. Bewegingsonderwijs/ gymnastiek Zoals u al heeft gelezen bestaat bewegingsonderwijs in groep 1 en 2 uit twee onderdelen: spelen en gymles. Het spelen vindt bij droog weer buiten op het schoolplein plaats, bij slecht weer in het speellokaal. De kinderen hebben kruiwagens, driewielers en ander speelmateriaal tot hun beschikking. Ten minste tweemaal per week gaan de kinderen naar het speellokaal voor een gymles. De les bestaat uit spelletjes, bewegen op muziek of activiteiten op de gymtoestellen. Ook in deze lessen stimuleren wij spelenderwijs de taalontwikkeling. Denkt u bijvoorbeeld aan spelletjes waar de kinderen korte instructies horen: op, achter, onder, in etc. De leerlingen van groep 3 t/m 8 hebben tweemaal per week gymles. Alle lessen worden door gespecialiseerde groepsleerkrachten of de gymleraar gegeven in de nabijgelegen gymzaal De Valk. Rots en Water Gedurende het schooljaar worden een aantal keer de lessen bewegingsonderwijs in de groepen 3 t/m 8 vervangen door lessen Rots en Water ( per schooljaar 5 blokken van 2 lessen). Deze lessen worden in de gymzaal gegeven door een gecertificeerde Rots en Water trainer op school. Op De Wilgen zijn vijf leerkrachten hiervoor geschoold. Wat houdt Rots en Water in? Rots en Water kan beschouwd worden als een weerbaarheidstraining. Niet alleen de fysieke weerbaarheid wordt getraind maar het kan ook een middel zijn om sociale en mentale vaardigheden bij kinderen te ontwikkelen. Tijdens de lessen wordt vooral aandacht besteed aan het accepteren en respecteren van jezelf, maar ook anderen te respecteren en te accepteren zoals ze zijn. Kinderen leren eigen grenzen te stellen en te bewaken, maar ook de grenzen van anderen te respecteren. Burgerschap, normen en waarden In Nederland heeft het onderwijs de opdracht gekregen om jonge mensen voor te bereiden op deelname aan een veelvormige samenleving. De ontwikkelingen in de maatschappij vragen erom dat scholen actief burgerschap en sociale integratie bevorderen, niet als apart vak, maar als vanzelfsprekend onderdeel van het onderwijs. Veel elementen van actief burgerschap en sociale integratie maken al deel uit van vakken op school, bijvoorbeeld: geschiedenis en wereldoriëntatie. Leerlingen maken daarbij kennis met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten en verkennen zo de eigen identiteit en die van anderen. Obs De Wilgen werkt met een werkgroep ‘Respect’, die bestaat uit een aantal groepsleerkrachten. Zij ontplooien initiatieven die inzoomen op gedrag en normen en waarden. We staan dagelijks stil bij de omgang tussen leerkrachten en leerlingen en leerlingen onderling. En dit natuurlijk in relatie tot de schoolregels die we op onze school hanteren. Het structureel aanbieden van normen en waarden geeft leerlingen uiteindelijk een beter inzicht in zichzelf en in anderen. Dit zal het gedrag positief beïnvloeden.


Pagina 13

Als bronnenboeken worden gebruikt: de methode ‘Kinderen en……. hun morele talenten’ en de Kinderditz ‘Kinderen weten hoe het hoort’. Een praktisch boekje over goede omgangsvormen en waar goede manieren voor dienen. Jaarlijks wordt veel aandacht besteed aan de Dag van Respect en worden er speciale activiteiten georganiseerd.

Sportief, creatief, kennis, expressief Obs De Wilgen is een actieve school en zet zich naast het reguliere lesprogramma extra in voor leerlingen, zodat zij zich kunnen ontplooien en ontdekken. Hier vindt u een greep uit onze extra activiteiten.


Pagina 14

ONTWIKKELING VAN HET KIND

Voor elk kind de juiste aandacht Actuele en relevante gegevens over de ontwikkeling van kinderen verkrijgen we op drie manieren:  via observaties;  via methode-gebonden toetsen (toetsen die worden afgenomen na een aantal lessen uit de methode);  via niet methode-gebonden toetsen (de Cito-toetsen). Observatie van de sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling In de groepen 1 en 2 maken we gebruik van het leerlingvolgsysteem BOSOS, dat alle belangrijke aspecten in de ontwikkeling van het jonge kind signaleert en aanwijzingen geeft voor de nodige stappen die moeten worden ondernomen. Vanaf groep 3 volgen we de sociaal emotionele vorming aan de hand van Zien!. Mede naar aanleiding van de uitkomsten die BOSOS en Zien! ons bieden maken we inhoudelijke keuzes, waardoor in lessen gewerkt gaat worden aan het verder ontwikkelen van de sociale competenties van individuele leerlingen en groepen. Daarvoor gebruiken we de methode "Kinderen en… hun sociale talenten". Op een systematische en methodische wijze komen alle belangrijke categorieën van sociale competentie (zoals die door Zien! worden 'gemeten') in aantrekkelijke lessen aan de orde. Afhankelijk van de meting per groep zullen één of meerdere competenties per jaar worden ontwikkeld. CITO leerlingen onderwijsvolgsysteem (LOVS) Al vanaf groep 1 worden de vorderingen op het gebied van taal, lezen en rekenen enkele malen per jaar getoetst met landelijk genormeerde toetsen, die zijn ontwikkeld door het CITO. De toetsen worden op vaste momenten in het schooljaar afgenomen. Op die manier houden we de ontwikkeling van uw kind bij en vergelijken we het met het landelijk gemiddelde. De resultaten van de toetsen worden door de leerkrachten met de intern begeleider besproken en geanalyseerd en bewaard in het geautomatiseerde CITO Leerlingen OnderwijsVolgSysteem (LOVS). Groepsoverzicht De leerkracht beschrijft alle observatie- en toetsgegevens voor ieder kind afzonderlijk en verwerkt deze in een groepsoverzicht. Kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften worden zoveel mogelijk geclusterd in subgroepen. De leerkracht richt het onderwijsaanbod op: de hele groep, de subgroepen en/of individuele leerlingen in een groepsplan of een handelingsplan. Met behulp van deze plannen wordt rekening gehouden met verschillen tussen kinderen. De overzichten en plannen worden twee keer per jaar geëvalueerd en besproken met de intern begeleider. Op deze manier ontstaat er een cyclus van handelings- en opbrengstgericht werken. Ook schoolbreed worden de overzichten bekeken en vergeleken met andere jaren. Op die manier blijven we op koers en alert op kwaliteit. Zorgverbreding Soms is het noodzakelijk om gedurende een bepaalde tijd speciale aandacht aan een leerling te schenken. Daarvoor moet er het een en ander onderzocht en bijgehouden worden. Alle gegevens, die het volgen van een bepaalde leerling met zich meebrengt, worden verzameld in een groeidossier. De maatregelen, die genomen worden en de activiteiten die ontwikkeld worden om zowel leerlingen met achterstand als (hoog)begaafde leerlingen te helpen noemen wij zorgverbreding. Niet op de juiste manier aangesproken worden op je capaciteiten frustreert en kan leiden tot verlies aan motivatie en onderpresteren. Uit diverse onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat hoogbegaafde kinderen een ándere manier van leren hebben. Zij hebben bijvoorbeeld een groot vermogen tot creatief denken. Als dat niet herkend en aangesproken wordt, zouden deze kinderen sociaal-emotionele problemen kunnen ontwikkelen. De groeps- en leerlingenbesprekingen met de intern begeleider vormen de basis van de zorgverbreding binnen de school.


Pagina 15

Rapportage De vorderingen van de leerlingen op school worden door de leerkracht nauwkeurig bijgehouden. Indien de prestaties van het kind niet aan de verwachtingen voldoen, wordt contact met u opgenomen. Op school besteden we veel aandacht aan dossiervorming. Allerlei gegevens over uw kind worden verzameld, zodat een leerkracht op elk moment deze gegevens kan inzien. Het oudergesprek In november vindt het eerste oudergesprek plaats zonder bespreking van het rapport. Uitgangspunt bij dit gesprek is een uitwisseling van gegevens over de leerlingen op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling en de prestaties en vorderingen. Het accent zal in de lagere en midden groepen vooral liggen op de sociaal emotionele ontwikkeling en in de hogere groepen op de prestaties van het kind. Het gesprek wordt gevoerd aan de hand van een gespreksformulier; ouders en leerkracht hebben hierbij elk hun eigen inbreng. Het eerste rapport De leerlingen van groep 1 (die voor 1 oktober op school zitten) en alle leerlingen vanaf groep 2 ontvangen tweemaal per jaar een rapport. Het eerste rapport wordt uitgereikt na de afname van de Cito-toetsen (M-toetsen) in februari. In de week voor de rapportuitreiking wordt u schriftelijk uitgenodigd voor een gesprek met de groepsleerkracht. In het gesprek komen het werk, de werkhouding, de prestaties en vorderingen (voor zover van toepassing) ter sprake. Het rapport wordt tijdens het gesprek door de ouders ondertekend. Alleen ondertekende rapporten worden aan de leerlingen mee naar huis gegeven. Ook is het mogelijk om een directielid en/of de intern begeleider te spreken. Binnen twee weken moet het rapport op school ingeleverd zijn. Het tweede rapport Na afname van de Cito-toetsen (E-toetsen) in juni wordt het tweede rapport uitgereikt. Bij dit eindrapport worden in principe geen oudergesprekken georganiseerd. Wel kunt u de leerkracht verzoeken om een nader gesprek. Daarentegen is het ook mogelijk dat u toch van de groepsleerkracht een uitnodiging ontvangt, indien een gesprek gewenst is. Het eindrapport behoeft niet meer ingeleverd te worden. Het 1ste en 2de rapport bevat ook de uitslagen van de Cito M en E toetsen. De zorg voor kinderen met specifieke behoeften Wij streven ernaar, ieder kind die zorg te geven die het nodig heeft. Kinderen met specifieke behoeften of problemen worden extra begeleid. Deze kinderen worden primair binnen onze eigen school opgevangen door de groepsleerkracht samen met de interne begeleider. Alle mogelijkheden die onze school heeft om het kind de extra zorg te bieden die het nodig heeft, zullen worden aangewend. Dat kunnen hulpvoorzieningen binnen en buiten de eigen klas zijn. Dit kan plaatsvinden door de eigen groepsleerkracht of een onderwijsassistent. Alle extra hulp wordt planmatig aangeboden. Ouders worden door de groepsleerkracht op school uitgenodigd om het plan door te spreken. In overleg wordt besproken welke rol de ouders hebben in het plan. Na uitvoering worden de ouders opnieuw op school uitgenodigd om de evaluatie door te spreken en een vervolgtraject af te spreken. Ook komt het voor dat we de afspraak maken dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Het haalt dan op dat gebied niet het eindniveau van de basisschool. Dit wordt beschreven in een persoonlijk ontwikkelingsperspectief. Een dergelijk plan kan alleen worden uitgevoerd na toestemming van de ouders. Zittenblijven Soms blijkt dat alle extra inzet onvoldoende succes heeft en is het beter om het kind een jaar over te laten doen. Dat gebeurt jaarlijks met een klein aantal kinderen. Voornamelijk als een kind niet alleen te zwak presteert, maar ook sociaal-emotioneel achterblijft bij de meeste klasgenootjes. Doel van het zittenblijven is dat het kind daarna de basisschool gewoon kan afmaken. Het interne zorgteam Als de onderwijsbehoefte van een leerling niet duidelijk is, dan meldt de leerkracht deze aan bij het interne zorgteam. Dit team bestaat uit een directielid, de intern begeleider, de onderbouwcoördinator en de bovenbouwcoördinator (tevens taalcoördinator). Het intern zorgteam kan worden aangevuld met een leerkracht met een specialisatie, afhankelijk van de hulpvragen (bijvoorbeeld de rekencoördinator). Ook kan de hulp van een orthopedagoog van het CED ingeschakeld worden. Het doel van het interne zorgteam is om de leerkracht te helpen bij het bepalen van de onderwijsbehoeften van de leerling en handelingsadviezen te geven.


Pagina 16

De intern begeleider De intern begeleider (IB-er) heeft als taak alle zaken rond de leerlingbegeleiding te coördineren:  zorg dragen voor groeidossiers;  afnemen van bijzondere toetsen;  interpreteren van toetsuitslagen en hulp organiseren voor opvallende leerlingen;  contact met ouders hebben;  bijhouden van het leerlingvolgsysteem;  bespreken van groepsoverzichten, groepsplannen en of handelingsplannen met de leerkrachten;  mede voorbereiden van de leerlingbespreking;  bijhouden van de orthotheek;  contact onderhouden met het speciaal onderwijs en de zorginstanties buiten de school;  overleg met directie en team. Het Ondersteuningsteam In het Ondersteuningsteam werken onderwijs en jeugdzorg samen om kinderen met ondersteuningsbehoeften snel goede begeleiding en hulp te bieden. Het Ondersteuningsteam  bespreekt de gesignaleerde zorgen omtrent het kind en/of gezin en/of omgeving;  beoordeelt, weegt de zorgen;  denkt na over aan te bieden ondersteuning en hulp;  besluit indien nodig tot het laten doen van nader onderzoek;  stelt een afgestemde aanpak vast;  geeft handelingsadviezen voor de leerkracht;  evalueert de vastgestelde aanpak en stelt deze zo nodig bij;  adviseert indien nodig tot een andere onderwijssoort;  adviseert indien nodig een verwijzing naar het lokale CJG. Het Ondersteuningsteam wordt gevormd door  de directeur en/of zijn vertegenwoordiger  de intern begeleider van de school  de jeugdarts of jeugdverpleegkundige  schoolmaatschappelijk werker  de orthopedagoog  de groepsleerkracht Aan het overleg kunnen bij oproep deelnemen:  ambulant begeleider  deskundige uit het Speciaal (Basis) Onderwijs  medewerker lokaal CJG  medewerker toegang BJZ  andere relevante functionarissen Het spreekt voor zich dat de school zorgvuldig met vertrouwelijke gegevens omgaat. Het raadplegen ervan mag alleen door de directie, de leerkrachten, de intern begeleider en de ouders van de betrokken leerling. Voor (zeer) specialistische ondersteuningsbehoeften kunnen ouder(s)/verzorger(s) het Centrum voor Jeugd en Gezin van de gemeente (CJG) benaderen. Het CJG sluit met casusoverleg aan bij de leerlingenzorg van het onderwijs. Specifieke voorzieningen Er zijn op school meerdere mogelijkheden om onze leerlingen optimaal te begeleiden: Orthotheek Een verzameling van materialen voor leerkrachten om kinderen met problemen te kunnen helpen. Computers + specifieke software Programma’s die ingezet worden zoals Ambrasoft en Sprint. Consultatieve leerlingbespreking Een orthopedagoog van de CED groep komt een aantal keer naar school om aan de intern begeleider en groepsleerkracht advies te geven aan en kan observaties verrichten in de groep.


Pagina 17

Preventieve Ambulante Begeleiding Doel van de preventieve ambulante begeleiding is de stagnerende leer- en/of gedragsontwikkeling, die zich bij leerlingen kan voordoen, te verhelpen. De Ambulant Begeleider adviseert en ondersteunt de leraar, de ouders en de leerling met betrekking tot een handelingsplan. Passend onderwijs Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet ‘op’ passend onderwijs. Scholen werken met elkaar samen in samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Passend onderwijs vervangt het oude systeem van de leerlinggebonden financiering en indicatiestelling voor speciaal onderwijs. Het doel van passend onderwijs is dat alle leerlingen, dus ook leerlingen die extra ondersteuning in de klas nodig hebben, een passende onderwijsplek krijgen. Uitgangspunt daarbij is: regulier als het kan, speciaal als het moet. Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden brengt samenwerking tussen de deelnemende schoolbesturen tot stand en onderhoudt deze, gericht op het bieden van een passende onderwijsplek voor alle leerlingen. Deze samenwerking vindt zijn grondslag in het wettelijk kader en referentiekader passend onderwijs Het doel van het samenwerkingsverband is: Het realiseren en onderhouden van een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met de scholen voor Speciaal Basisonderwijs en Speciaal Onderwijs en wel zodanig dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. Voor meer informatie kunt u naar de website van het samenwerkingsverband. Website: www.samenwerkingsverbanddrechtsteden.nl Extra ondersteuning In overleg en met toestemming de ouder(s)/verzorger(s) kan de school besluiten tot het toewijzen van extra ondersteuning. Deze wordt gefaciliteerd met professionals en middelen vanuit het SWV en/of lokale overheid. Gerealiseerde arrangementen van ondersteuningsaanbod binnen de extra ondersteuning. -Speciaal Basisonderwijs Het Speciaal Basisonderwijs (SBO) is bestemd voor leerlingen, die vanwege hun specifieke leer- en ontwikkelingsbehoeften onvoldoende profiteren van het regulier onderwijs. Leerlingen, die het SBO bezoeken, hebben veelal behoorlijke faalervaring achter zich. Het Samenwerkingsverband beschikt over twee voorzieningen Speciaal Basisonderwijs. Het advies voor SBO wordt opgesteld door het Ondersteuningsteam en door de school besproken met de ouder(s)/verzorger(s). Met toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) assisteert de school bij de verwijzingsprocedure. -Speciaal Onderwijs Het Speciaal Onderwijs is bestemd voor leerlingen met verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen of voor leerlingen met psychiatrische stoornissen. De scholen voor Speciaal Onderwijs vinden we zowel binnen als buiten het Samenwerkingsverband. - Ambulante Begeleiding Ambulante Begeleiding is bestemd voor leerlingen met verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen of voor leerlingen met psychiatrische stoornissen, die niet gedurende de gehele werkweek zijn aangewezen op onderwijs in de scholen voor Speciaal Onderwijs. Het doel van ambulante begeleiding is leerlingen, die vanwege een langdurige ziekte, handicap of (lichamelijke en/of verstandelijke) beperking, extra aandacht en zorg nodig hebben, zo te begeleiden dat zij binnen het reguliere onderwijs goed kunnen functioneren. Een ambulant begeleider adviseert en ondersteunt leerkrachten, ouders en leerlingen.


Pagina 18

- Time-out voorziening De Loep De time-out voorziening is bestemd voor leerlingen, ingeschreven op een school van het Samenwerkingsverband, voor wie één of meerdere (interne of externe) time-out periodes tot geen of onvoldoende resultaten hebben geleid. Voor de leerling dreigt een aantoonbare schorsing, c.q. een verwijdering van de school of er is door of namens het bevoegd gezag van de school reeds besloten tot een schorsing c.q. verwijdering van de school. De leerling heeft binnen de school van inschrijving geen perspectief op een spoedige en geschikte alternatieve onderwijssetting, zoals opvang in een andere groep. De school heeft voor deze leerlingen m.n. geen passend antwoord op hun pedagogische behoeften. Gedurende de time-out periode van opvang op De Loep wordt gekeken naar de mogelijkheden van uitplaatsing van de leerling. Dit kan gericht zijn op een terugplaatsing op de basisschool van herkomst of een andere basisschool binnen het Samenwerkingsverband. Andere mogelijkheid is een plaatsing binnen het SBO of SO. Tot slot kan vanuit De Loep geadviseerd worden de leerling uit te plaatsen naar het Speciaal (Voortgezet) Onderwijs.


Pagina 19


Pagina 20

NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Een afscheid en een nieuw begin In de loop van het schooljaar wordt voor de leerlingen van groep 8 de schoolkeuze voor voortgezet onderwijs bepaald. Daar worden o.a. de gegevens van het Leerlingvolgsysteem en het Drempelonderzoek voor gebruikt. Drempelonderzoek Het Drempelonderzoek wordt in de maand november bij alle leerlingen in groep 8 afgenomen. De resultaten komen tijdens het oudergesprek in november ter sprake. De uitslag van de Drempeltoets kan aanleiding zijn voor een vervolgonderzoek in (meestal) januari. Ouders ontvangen hierover tijdig bericht. Leerlingen mogen pas aan het vervolgonderzoek deelnemen als ouders daarvoor schriftelijke toestemming hebben verleend. Het resultaat van het Drempelonderzoek wordt door scholen voor voortgezet onderwijs gebruikt om aangemelde leerlingen vanuit het basisonderwijs zorgvuldiger te kunnen plaatsen. Schooladvies Op basis van de beschikbare gegevens maakt de groepsleerkracht een schooladvies. Naast de prestaties is de werkhouding van groot belang. Het schooladvies wordt tijdens het rapportgesprek in februari besproken. De aanmelding op de school voor voortgezet onderwijs gebeurt via de groepsleerkracht. Hiervoor wordt het aanmeldingsformulier samen met een door de ouder(s) ondertekend Onderwijskundig Rapport naar de nieuwe school opgestuurd. De eindtoets Op 19 en 20 april wordt de Iep Eindtoets afgenomen. Deze toets wordt in de ochtend afgenomen en duurt maximaal 2 uur. Per ochtend komen de onderdelen taal en rekenen aan de orde. De toets bestaat uit meerkeuze en open vragen. Ouders ontvangen van deze toets een leerlingrapport met daarop de uitslag. Schoolbezoeken De leerlingen van groep 8 brengen aan enkele scholen voor voortgezet onderwijs een bezoek, o.a. het Griendencollege in Sliedrecht en het Willem de Zwijger College in Hardinxveld-Giessendam. Bestemming Het percentage leerlingen dat naar diverse vormen van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Dat is afhankelijk van de samenstelling van groep 8. We stellen ons gedurende de gehele schoolperiode ten doel het maximale uit elk kind te halen, maar achten het uiteindelijk wel onze zorg, dat het kind in de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terecht komt. Veel van onze leerlingen gaan uiteindelijk naar het Willem de Zwijger College in Hardinxveld-Giessendam en het Griendencollege in Sliedrecht.


Pagina 21

SAMENWERKEN MET OUDERS

Groter groeien doen we samen Een goed contact tussen school en thuis is voor ons heel belangrijk. Wij informeren u over alle belangrijke gebeurtenissen op school, over algemene schoolzaken, maar ook over het wel en wee van uw kind. We stellen het anderzijds op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. Ook doen we vaak een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen, of om mee te helpen met de organisatie. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert beslist het welbevinden van uw kind. Informatiebijeenkomst Op de informatieavonden, aan het begin van het schooljaar, wordt u geïnformeerd over de werkwijze binnen de groep. De leerkracht vertelt over het jaarprogramma, de lesmethoden, het huiswerk, enzovoort. Het is belangrijk om deze avond samen met uw zoon of dochter te bezoeken. Voor deze informatieavond ontvangt u aan het begin van het schooljaar, schriftelijk een uitnodiging. Tijdens deze avond wordt niet gepraat over de persoonlijke vorderingen van uw kind(eren). Oudergesprek Het eerste oudergesprek wordt wel in november gehouden en is verplicht om bij te wonen. Dit gesprek wordt gevoerd aan de hand van een gespreksformulier, waarbij de inbreng van de ouders van groot belang is. Het is belangrijk om te weten of ons beeld overeenkomt met dat van de ouders. We willen o.a. graag weten of kinderen met plezier naar school gaan, met welke verhalen de kinderen thuiskomen over school en de groep, hoe kinderen de leerstof ervaren en hoe serieus kinderen omgaan met huiswerk. De prestaties van de kinderen worden tijdens dit gesprek door de leerkracht toegelicht worden. Op de uitnodiging voor het oudergesprek vindt u een overzicht waarover wij met u willen praten. Na de afname van de Cito M-toetsen in februari worden de ouders uitgenodigd voor het rapportgesprek en wordt het eerste rapport meegegeven. Na de Cito Eindtoetsen in juni volgt het tweede rapport. Wanneer er aanleiding voor is dan volgt er een oudergesprek, dat is bijvoorbeeld wanneer de resultaten van de Cito toetsen sterk zijn veranderd of het rapportcijfer voor taal, rekenen of lezen meer dan een punt hoger of lager is geworden. Ouders kunnen te allen tijde een gesprek met de leerkracht aanvragen om alsnog het overgangsrapport te bespreken. Medezeggenschapsraad (MR) Onze Medezeggenschapsraad is een gekozen vertegenwoordiging van ouders en leerkrachten. Deze raad is het hoogste orgaan van een school en krijgt direct te maken met het bestuur van de school, de Stichting OPOPS. We spreken ook wel over het "Bevoegd Gezag". De Medezeggenschapsraad vergadert ongeveer zes maal per jaar en bespreekt allerlei uiteenlopende zaken. Meestal is de directeur voor informatie en/of advies aanwezig tijdens de vergadering. Eenmaal per jaar legt de MR verantwoording af over het werk in het afgelopen schooljaar. Dit gebeurt meestal op de jaarlijkse ouderavond. Twee afgevaardigden van de MR, één lid namens de personeelsgeleding en één lid namens de oudergeleding, hebben zitting in de overkoepelende Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) voor het Openbaar Onderwijs in Papendrecht en Sliedrecht (Stichting OPOPS). Oudervereniging/ouderraad (OR) Het doel van de vereniging is om de bloei van de school te bevorderen, ouders (meer) te interesseren voor de school, ondersteunende werkzaamheden voor de school door ouders te bevorderen en de belangen van de ouders te behartigen bij de medezeggenschapsraad, bij de schoolleiding en zo nodig bij het bevoegd gezag. Zij tracht dit doel te bereiken door allerlei activiteiten te organiseren via commissies en/of werkgroepen, advies uit te brengen aan de MR over zaken die de ouders in het bijzonder aangaan en door alle vrijwillige bijdragen van de ouders ten gunste van de vereniging te laten komen en te gebruiken voor het doel van de vereniging. Het bestuur van de vereniging wordt gevormd door de ouderraad. De ouderraad vergadert met een vaste regelmaat, waarbij ook vertegenwoordigers van het personeel en directie aanwezig zijn. Eenmaal per jaar legt de OR in een verslag verantwoording af over het werk in het afgelopen schooljaar. Dit jaarverslag en verdere bijzonderheden van de ouderraad worden gepubliceerd in een speciale uitgave van de OR. Hierin is tevens het verslag van de MR opgenomen. Dit verslag komt ter sprake tijdens de


Pagina 22

jaarvergadering en dan vindt ook de (her)verkiezing van leden voor de OR en MR plaats. Aftredende leden zijn herkiesbaar. Ouderhulp Ouders zijn op vele manieren actief in de school. In medezeggenschapsraad en ouderraad spelen ouders een belangrijke rol. Maar ook op andere manieren zijn ouders betrokken bij activiteiten onder en na schooltijd:  hulp bij feesten en allerlei activiteiten;  hulp bij het kaften van boeken en andere karweitjes;  het begeleiden van groepjes leerlingen bij het leesonderwijs;  het begeleiden van groepjes leerlingen bij de computerles;  schoolpleinactiviteiten in het kader van School op Seef, project voor schoolveiligheid;  het begeleiden van groepjes kinderen bij excursies of sportactiviteiten. Afspraak directie De directie heeft geen officieel spreekuur. U kunt ons altijd aanspreken en mocht het nodig zijn, maken we een afspraak. Klachtenregeling Een school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder en worden vaak in onderling overleg bijgelegd. Soms is een meningsverschil van dien aard, dat iemand een klacht hierover wil indienen. Die mogelijkheid is er. Voor de school is een klachtenregeling vastgesteld. Deze is voor iedereen die bij de school betrokken is in te zien. Op aanvraag kunt u kosteloos een afschrift van de regeling krijgen. De school is voor de behandeling van klachten aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie: de Landelijke Klachtencommissie onderwijs (L.K.C.). Deze is sinds 1 januari 2009 verenigd in de stichting Onderwijsgeschillen. De L.K.C. onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting) of deze gegrond is. De L.K.C. brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het schoolbestuur neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing. Het reglement van de externe klachtencommissie is te raadplegen op de website van OPOPS. Op Obs De Wilgen kunt u voor een klacht contact opnemen met mw. E. Kroon-Heghuis, die als contactpersoon fungeert. Zij kan u doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon, benoemd door het bevoegd gezag. Deze vertrouwenspersoon begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure. De vertrouwenspersoon voor de scholen binnen Stichting OPOPS is mevr. G. Ouwehand - van der Horst tel: 078-6412312. Het adres van de landelijke klachtencommissie is: LKC postbus 85191, postcode 3508 AD Utrecht, tel: 030-2809590. Een klacht over een gedraging die zich langer dan een jaar geleden heeft voorgedaan, wordt in principe niet in behandeling genomen


Pagina 23

COMMUNICATIE

Actueel en interactief Nieuwsbrief De nieuwsbrief ’t Wilgenblaadje verschijnt ongeveer tien maal per jaar digitaal, of op verzoek uitgeprint. In de nieuwsbrief vindt u belangrijke actuele mededelingen van de directie, maar ook allerlei onderwijskundige informatie. In de agenda vindt u de data van vergaderingen, excursies, vakanties etc. In elke nieuwsbrief wordt aangegeven, wanneer u de volgende nieuwsbrief kunt verwachten. Schoolkrant De schoolkrant van Obs De Wilgen verschijnt twee maal per jaar. De naam van de schoolkrant is ‘t Wilgenblad. In deze schoolkrant worden niet alleen bijdragen van leerlingen opgenomen, maar ook wetenswaardigheden die aangeleverd zijn door de directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad en diverse werkgroepen. De schoolkrant is dus niet alleen bedoeld voor uw kind(eren), maar zeker ook voor u. Website Op www.obsdewilgen.nl vindt u de meest actuele informatie, het laatste nieuws en de schooljaarkalender. Leerlingen van de hogere groepen kunnen op school, in de klas en thuis websitepagina’s maken en bewerken. Facebook Op sociale media zijn wij ook actief. Zo kunt u ons volgen op de Facebook pagina van de school. Op deze Facebook pagina worden regelmatig foto’s geplaatst van allerlei activiteiten die plaatsvinden op onze school.


Pagina 24

OVERIGE INFORMATIE Aansprakelijkheid Het kan gebeuren dat een leerling op school schade aan eigendommen heeft gekregen of schade heeft toegebracht aan eigendommen van iemand anders. Wie is er dan eigenlijk aansprakelijk en hoe is dat geregeld? Er zijn 2 situaties: 1. De veroorzaker van de schade is bekend: Bij schade veroorzaakt door een derde partij, niet zijnde de school, dienen ouders die partij aansprakelijk te stellen. 2. De veroorzaker van de schade is niet bekend: Indien er geen sprake is van een derde partij dienen ouders de schade te melden bij de eigen verzekering. Alleen als de eigen verzekering de schade niet dekt, kunt u een aanvraag indienen bij de directie van de school. Er wordt dan bekeken of de schade verhaald kan worden bij de verzekering van de stichting waar de school bij is aangesloten (De stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht). De aanvraag bestaat uit een schriftelijke verklaring van de eigen verzekeraar met de reden waarom de schade niet wordt uitgekeerd en uw omschrijving van het voorval. Extra verzekering afsluiten U kunt een eigendommen- en ongevallenverzekering voor uw kind(eren) afsluiten. Deze verzekering dekt de schade van ongevallen tijdens de schooluren, activiteiten in schoolverband, stagewerkzaamheden en het rechtstreeks van huis naar school gaan en omgekeerd. Ook andere risico's zoals diefstal en materiële schade aan kleding en andere eigendommen van uw kind tijdens het verblijf op school worden gedekt. Deze verzekering kunt u zelf afsluiten. Voor meer informatie en het afsluiten van deze verzekering voor uw kind(eren) verwijzen wij u naar www.leerlingenverzekeringen.nl (een initiatief van AON Verzekeringen). Activiteitencommissie Een groepje enthousiaste teamleden organiseert gedurende het schooljaar een vijftal spelavonden voor leerlingen uit de groepen 5 t/m 8. Het programma bestaat jaarlijks uit een soundmixshow, een bingoavond, een filmavond, een discoavond en een doe activiteit. Informatie over deze evenementen kunt u lezen in de maandelijkse nieuwsbrief. Wanneer uw kind deelneemt aan genoemde activiteiten wilt u er dan op toezien dat uw kind(eren) tijdig aanwezig is. Maak ook een duidelijke afspraak met uw kind hoe uw kind naar huis gaat na afloop. Anti-pestbeleid Er wordt veel aandacht besteed aan het creëren van een positieve sfeer in de eigen groep en binnen onze school. Alle leerkrachten spannen zich in om een sfeer van geborgenheid te scheppen, waarbinnen elk kind zich geaccepteerd voelt. Daarbij hoort het leren respecteren van elkaar, het leren samenwerken, het voorkomen van te veel wedijveren met elkaar, het bevorderen van het zelfvertrouwen, het leren omgaan met teleurstellingen en het leren oplossen van ruzies. Vanzelfsprekend wordt hierbij rekening gehouden met de leeftijd van de leerlingen. Plagen en pesten Doorgaans is deze manier van handelen voldoende om een sfeer van geborgenheid te creëren, waarin plagerijen, ruzietjes en onenigheid snel worden opgelost. Toch kan een situatie ontstaan, waarbij het negatief handelen van een kind leidt tot pestgedrag ten opzichte van een ander kind. Wanneer zo'n situatie wordt gesignaleerd door een leerkracht, wordt er volgens een actieplan gehandeld om tot een verbetering te komen. Natuurlijk kan het pestgedrag ook door de ouders van het slachtoffer, door andere leerkrachten of andere ouders of kinderen worden gesignaleerd. Omdat het pesten zich vaak buiten het gezichtsveld van volwassenen afspeelt, vraagt de school aan allen om de school te waarschuwen, indien er pesterijen worden geconstateerd. Buitenschoolse opvang De voor- en naschoolse opvang wordt verzorgd door de Stichting Kindercentra Alblasserwaard. Meer informatie over deze opvang kunt u vinden in onze jaarlijkse informatiegids (deze is ook te downloaden op de website).


Pagina 25

Excursies Jaarlijks gaan de leerlingen naar het NME-centrum De Hooizolder, gevestigd in de kinderboerderij. Onder begeleiding van dhr. Carl van Rijn wordt er enthousiast gewerkt aan de proefjes tijdens de doelessen. Alle groepen gaan dit schooljaar eenmaal op bezoek. In het kader van de geschiedenislessen zullen de leerlingen uit groep 5 traditiegetrouw een bezoek brengen aan het themapark Archeon. Leerlingen uit groep 7 bezoeken geloofshuizen om meer te leren over verschillende overtuigingen. Alle groepen nemen deel aan het Kunstmenu, een activiteitenprogramma waarbij de leerlingen kennis maken met zes kunstdisciplines. Fiets Leerlingen plaatsen hun fiets in het leerling-gedeelte van de fietsenstalling of de rekken aan de westzijde van het schoolplein. Ouders kunnen de fietsen plaatsen in het volwassen-gedeelte van de fietsenstalling. Na het stallen van de fiets mogen de leerlingen niet in de stalling verblijven. De pleinwacht en de directie houden er toezicht op. Toch komt het ook bij ons op school wel eens voor, dat er in de stalling iets kapotgaat aan een fiets. Graag krijgen we daar melding van en we proberen, indien mogelijk, een oplossing te vinden. De school is niet aansprakelijk voor diefstal en/of schade aan fietsen of van/aan andere door de kinderen naar school meegebrachte voorwerpen. Financiën Het ministerie van onderwijs bekostigt de salarissen van het personeel. Daarnaast heeft de school een budget voor het onderhouden van het gebouw en de aanschaf van leermiddelen. Jaarlijks is ongeveer € 50,00 per leerling beschikbaar voor de aanschaf van werkboekjes, schriften, pennen, knutselmateriaal, kopieerpapier e.d. Daarnaast krijgt de school jaarlijks een budget voor de aanschaf van nieuwe lesmethoden, ICT en deelname aan het VVE-project (Voor- en Vroegschoolse Educatie voor zeer jonge kinderen met een (taal)achterstand). Gevonden voorwerpen Alle zoekgeraakte voorwerpen (gymschoenen, pennen, horloges, fietssleutels enz.) worden bewaard en uitgestald voor het raam van de conciërgeruimte. Na verloop van tijd worden de niet opgehaalde voorwerpen opgeruimd. Godsdienstonderwijs en humanistische vorming Via de gemeente bestaat de mogelijkheid om leerlingen van de groepen 7 en 8 van openbare basisscholen godsdienstonderwijs of humanistisch vormingsonderwijs te laten volgen gedurende één lesuur van ongeveer 45 minuten per week, tijdens de reguliere schooltijden. De gemeenteraad van Sliedrecht heeft hiervoor subsidie beschikbaar en een reglement opgesteld. Wanneer ten minste zeven ouders van leerlingen uit de groepen 7 en 8 van Obs De Wilgen hun belangstelling voor dit onderwijs kenbaar maken bij de directie, zal de gemeente in overleg treden met een kerkelijke instantie dan wel humanistisch verbond om deze lessen te realiseren. Gymnastiek groep 1 en 2 De bewegingslessen van de groepen 1 en 2 worden volgens een rooster op het schoolplein of in het speellokaal gegeven. Voor de lessen in het speellokaal zijn gymschoenen (het liefst zonder veters) gewenst. De schoenen moeten wel gemerkt zijn, omdat de schoenen op school blijven. groep 3 t/m 8 De gymnastieklessen van de groepen 3 t/m 8 vinden plaats in de sportzaal De Valk. Voor deze lessen, die gegeven worden door de vakleerkracht en/of de groepsleerkracht, is de volgende kleding verplicht: jongens: gymbroek, shirt en gymschoenen. meisjes: gympakje of gymbroek en shirt, gym- of balletschoenen. Wilt u erop toezien, dat: de kleding na elke les mee naar huis wordt genomen; de kleding op tijd gewassen wordt; sieraden e.d. zoveel mogelijk worden thuis gelaten.


Pagina 26

Het kan voorkomen, dat uw kind om een bepaalde reden niet kan deelnemen aan de gymnastiekles. Gebruikelijk is dan, dat u de groepsleerkracht hiervan op de hoogte stelt met een briefje, waarop vermeld staat waarom uw kind niet aan de betreffende les kan of mag deelnemen. Hoofdluis Na elke schoolvakantie controleert een ouderwerkgroep alle leerlingen op hoofdluis. Het ingezette beleid heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen. Slechts incidenteel wordt bij een leerling hoofdluis of neten geconstateerd. De leden van de ouderwerkgroep gaan vertrouwelijk om met de constatering van hoofdluis bij leerlingen. Als u thuis hoofdluis opmerkt, verzoeken wij u dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de groepsleerkracht. Een goed product ter bestrijding van hoofdluis en neten is het middel Prioderm, verkrijgbaar als lotion of shampoo. Vastgekleefde neten kunnen gemakkelijk losgemaakt worden met Priolox spoeling. Huiswerk In groep 4 krijgen de leerlingen om de drie weken ‘het woordpakket’ mee naar huis om woordjes te oefenen. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen vaker huiswerk mee. Vooral voor vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek/wetenschap. Op deze wijze maken we de kinderen vertrouwd met het maken of leren van huiswerk ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Aan leerlingen, die extra zorg krijgen, wordt soms ook wat extra huiswerk meegegeven. Het effect is het grootst, wanneer dit werk thuis goed wordt uitgevoerd. Boeken en werkboeken mogen alleen worden meegenomen in een stevige (plastic) tas. Voor de groepen 7 en 8 wordt een schooltas aanbevolen. Met klem verzoeken wij u erop toe te zien, dat meegebrachte boeken en werkboeken netjes en met zorg worden behandeld en weer naar school worden meegenomen. Het is zeer aan te bevelen het leren en maken van het huiswerk thuis als ouder(s) te begeleiden. Katern opbrengsten Via toetsing meten we jaarlijks objectief onze opbrengsten. Eén manier is door te kijken naar de resultaten die de kinderen behalen op diverse toetsen. Deze resultaten noemen we de ‘opbrengsten van het onderwijs’. Om een goed beeld te krijgen van onze school, verzamelen we daarnaast nog een aantal kengetallen die feitelijk richtinggevend zijn bij het scoren van de schooldiagnose. Al die gegevens brengen we samen in een katern en worden geanalyseerd. Vervolgens wordt de katern opbrengsten geagendeerd voor de MRvergadering en daarna besproken. Kleding Een school is in principe vrij om kledingvoorschriften voor te schrijven, mits deze voorschriften niet discriminerend zijn. Op Obs De Wilgen streven wij ernaar, dat er geen kleding gedragen wordt die uitnodigt tot relevante kritiek. Leerlingen aanmelden Via de gemeente Sliedrecht krijgen de ouders van toekomstige vierjarigen het verzoek hun kind(eren) bij één van de basisscholen in Sliedrecht in te schrijven. Dit inschrijven gebeurt meestal in de maand januari rondom de Open Dag. Tussentijdse inschrijvingen, bijvoorbeeld in verband met verhuizing, kunnen elke schooldag plaatsvinden. Wij adviseren u om van tevoren telefonisch een afspraak te maken, zodat wij voldoende tijd kunnen reserveren voor een gesprek en een rondleiding door de school. Materiële- en/of letselschade Ieder jaar weer vertrouwt u de zorg van uw kind(eren) aan de school toe. De leerkracht is zich terdege bewust van zijn/haar verantwoordelijkheid. Toch kan er wel eens iets mis gaan. Het onderwijzend personeel is aansprakelijk, wanneer het voorval zich afspeelt onder schooltijd en onrechtmatig handelen of nalaten aannemelijk is. De stichting OPOPS treedt als werkgever wettelijk in de plaats van haar werknemer en heeft voor het onderwijzend personeel een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. In overleg met betreffende verzekeringsmaatschappij is een protocol materiële en/of letselschade opgesteld. Dit protocol ligt voor u ter beschikking in de directiekamer. Mobiele telefoons Voornamelijk in de bovenbouw wordt regelmatig geconstateerd, dat leerlingen mobiele telefoons mee naar school nemen. Het meenemen is niet verboden, maar het gebruik op school wel. Bij het binnenkomen van het gebouw is de mobiele telefoon altijd uitgeschakeld. Alleen met toestemming van de leerkracht mogen leerlingen bellen. Het meenemen van een mobiele telefoon gebeurt op eigen risico. De school stelt zich niet aansprakelijk voor diefstal of beschadiging. Het maken van beeld- en/of geluidsopnamen is ten strengste verboden.


Pagina 27

Pleinwacht Om 8.15 uur en 13.00 uur hebben twee leerkrachten pleinwacht. Dit houdt in dat er op het schoolplein toezicht wordt gehouden. Tijdens de pauzes en andere momenten waarop buiten gespeeld wordt, is er vanzelfsprekend ruim voldoende toezicht op het schoolplein aanwezig. Publicatie van foto’s Gedurende een schooljaar worden er veel foto’s (en soms video-opnames) gemaakt van de kinderen als ze deelnemen aan de diverse activiteiten van de school. Deze foto’s worden soms gepubliceerd op onze website, in de nieuwsbrief, in de informatiegids of in de schoolgids. Tijdens de intake van een nieuwe leerling wordt er schriftelijk toestemming gevraagd aan de ouders voor het maken van deze foto’s/video’s en voor mogelijke publicaties. Elk jaar opnieuw wordt in de eerste nieuwsbrief van het nieuwe schooljaar de mogelijkheid gegeven om te reageren, wanneer er bezwaar is tegen publicatie. Voor plaatsing op intranet, alleen toegankelijk voor het team en andere bevoegden, is toestemming van de ouders niet nodig. Niet alleen het personeel van de school, maar ook ouders en leerlingen maken foto’s en video-opnames. Wij hebben daar geen zeggenschap in, maar vragen ouders (en via hen de kinderen) om rekening te houden met de privacy van onze leerlingen en terughoudend te zijn met plaatsen van deze foto’s op openbare sites. Regels Eén van de uitgangspunten van onze school is dat kinderen met plezier naar school gaan. Voor een goede sfeer zijn schoolregels nodig en maken we afspraken met de kinderen. Enkele malen per jaar praat het team over de regels. Zo zorgen we er voor dat regels in alle klassen hetzelfde zijn, natuurlijk aangepast aan de leeftijd van het kind. Aan de leerlingen van groep 7 en 8 wordt een gedragsprotocol voorgelegd, waarin gewenst gedrag is omschreven. De leerkracht bespreekt dit protocol met de leerlingen en laat ten slotte de leerlingen vrijwillig het protocol ondertekenen. Ook dit protocol is te lezen op onze website of aan te vragen bij de directie.

Zo is in dit gedragsprotocol te lezen: - ik ben beleefd en spreek met twee woorden naar ouders en leerkrachten; - ik vloek niet, luister naar een ander en vind discrimineren ongepast; - ik zorg, dat ik tijdig op school ben en ga alleen naar binnen, wanneer dit van mij verlangd wordt; - ik kom via de westelijke of oostelijke ingang het schoolplein op en loop met mijn fiets naar de fietsenstalling; - ik weet, dat de fietsenstalling alleen dient om er je fiets veilig te stallen; - ik blijf voor de aanvang van de lessen en in de pauze altijd op het schoolplein; - ik verlaat alleen het schoolgebouw of het schoolplein na toestemming van de leerkracht; - ik draag bij aan een schone schoolomgeving; - ik blijf na schooltijd of in de pauzes alleen in het gebouw, wanneer er aan mij toestemming is verleend; - ik ben op de hoogte van de geldende afspraken wat betreft voetballen, tafeltennissen en volleyballen op het schoolplein; - ik ga zorgvuldig om met de speeltoestellen en de buitenspelmaterialen; - ik gooi mijn afval in de grote vuilnisbak met het rode deksel, die voor de schuur staat; - ik hou extra rekening met spelende kinderen, wanneer ik speel met mijn skateboard, step of rollerskates; - ik respecteer, dat het kleuterplein van 12.00 tot 13.00 uur (met uitzondering van woensdag) gereserveerd is voor de overblijfkinderen; - ik weet, dat de toiletten met een blauwe wc-deur voor de jongens en de toiletten met een gele wc-deur voor de meisjes bestemd zijn.

Roken Wij hebben het predicaat rookvrije school. Dit houdt in, dat er in het hele schoolgebouw, op het schoolplein en bij de ingangen van de school niet gerookt mag worden. Wij verzoeken u dringend om niet in de nabijheid van school te roken. Roken als voorbeeldgedrag voor jonge kinderen is ongewenst. In groep 8 wordt preventief gewerkt door het geven van lessen over roken.


Pagina 28

Schoolfonds De ouderbijdrage is een bijdrage in de kosten voor activiteiten, die niet door het rijk worden vergoed. Het betreft activiteiten die niet meer weg te denken zijn uit het schoolbeeld en buiten het directe lesgebeuren vallen. Zij zijn voor het kind een welkome afwisseling. De gelden worden besteed aan excursies, schoolreizen, kosten van feesten en vieringen, sportevenementen, onkosten van informatieavonden, het afscheidsfeest van groep 8, enzovoort. Jaarlijks wordt er aan de ouders een bijdrage voor het schoolfonds (en de schoolreis) gevraagd. Deze ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. Leerlingen voor wie geen schoolfonds wordt betaald, kunnen echter uitgesloten worden van deelname aan activiteiten die uit het schoolfonds worden gefinancierd. De hoogte van de ouderbijdrage voor het schoolfonds wordt door de ouders vastgesteld tijdens de jaarvergadering in het najaar. De hoogte van de ouderbijdrage en het bankrekeningnummer zijn te vinden in de informatiegids, die jaarlijks wordt geactualiseerd. Schoolfotograaf Jaarlijks komt de schoolfotograaf bij ons op school langs. Er worden groeps- en portretfoto’s gemaakt van alle leerlingen. Broers en zussen mogen, als ze gezamenlijk op school zitten, samen op de foto. Het beleid van de school is dat broertjes en zusjes, die nog niet of niet meer op school zitten, alleen op de familiefoto mogen. De prijs van het aantal foto’s is afhankelijk van uw afname. Schoolmelk U kunt u een abonnement afsluiten voor schoolmelk. Kinderen krijgen dan elke dag een pakje schoolmelk die zij in de pauze of tijdens de overblijf kunnen nuttigen. Het schoolmelk assortiment bestaat uit volle melk, halfvolle melk, chocolademelk en aardbeien drinkyoghurt. Aanmeldings-, opzeggings-, en/of wijzigingsformulieren kunt u bij de conciërge verkrijgen. Schoolplan De directie heeft een nieuw schoolplan ontwikkeld voor de periode 2015-2019. De indeling van het schoolplan 2011-2015 is afgestemd op het Strategisch beleidsplan van stichting OPOPS en de beleidsterreinen die wij relevant vinden voor onze schoolontwikkeling. Deze beleidsterreinen vormen de focus voor onze kwaliteitszorg. Jaarlijks vindt er een managementrapportage plaats aan het schoolbestuur. Schoolreizen De laatste jaren vinden er op Obs De Wilgen drie verschillende schoolreizen plaats. Zo gaan de leerlingen van de groepen 5 t/m 7 aan het begin van het schooljaar en de leerlingen van de groepen 3 en 4 gaan op een woensdag in mei/juni op schoolreis. Ten slotte gaat groep 8 in juni/juli op meerdaagse schoolreis. Wanneer één of meer groepen op schoolreis zijn, hebben de andere groepen gewoon les. Schooltijden 's Morgens: Elke ochtend beginnen de lessen om 08.30 uur. De schoolbel klinkt automatisch drie minuten voor het begin van de schooltijd, zodat op tijd gestart kan worden met de lessen. Vanaf 08.15 uur mogen de leerlingen uit de groepen 1 en 2 naar binnen. We zien er streng op toe dat de kinderen op tijd op school zijn. Het einde van de lessen is voor alle groepen om 12.00 uur. Echter op woensdag eindigen de lessen voor de groepen 5 t/m 8 om 12.30 uur. ’s Middags*: De lessen beginnen ’s middags om 13.15 uur. Ook nu klinkt de schoolbel automatisch drie minuten voor aanvang van de school. Vanaf 13.00 uur mogen de leerlingen uit de groepen 1 en 2 naar binnen. Het einde van de lessen is voor alle groepen om 15.15 uur. *Woensdagmiddag zijn alle groepen vrij en op vrijdagmiddag hebben de groepen 1 t/m 4 geen school. Schoonmaak Het schoonhouden van de school is een continue zorg. De werkzaamheden worden uitgevoerd door een schoonmaakbedrijf. Iedere dag wordt het noodzakelijke gedaan en in de mei- en zomervakantie wordt alles grondig aangepakt. Over het schoonmaken vindt regelmatig overleg plaats tussen het schoonmaakbedrijf, conciërge en de directie.


Pagina 29

Sponsoring Tot nu toe heeft de school wel eens goederen, bijvoorbeeld sportshirts en sporttassen, ontvangen van ouders of bedrijven. Daar er geen sprake is van een tegenprestatie spreekt men niet over sponsoring, maar schenking. In de toekomst is sponsoring wellicht wel gewenst. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft een brochure ontwikkeld, waarin een aantal afspraken m.b.t. een sponsorconvenant is opgenomen. N.a.v. dit convenant is er door een werkgroep uit de MR een sponsorbeleidsplan voor Obs De Wilgen uitgewerkt. Sportactiviteiten Leerlingen kunnen deelnemen aan tal van extern georganiseerde sportactiviteiten. We zijn blij met het feit, dat veel leerlingen van die gelegenheid gebruik maken. Wel ontstaan er problemen als al aangemelde leerlingen zich op het laatste moment terugtrekken. Zowel de school als de organisatoren van de sportactiviteiten worden hierdoor gedupeerd. Behoudens uiterst dringende redenen geldt bij sportactiviteiten: aanmelden is deelnemen! Kinderen die zonder reden niet komen opdagen of zich tijdens de wedstrijden misdragen, kunnen van verdere deelname aan de activiteiten in het lopende schooljaar worden uitgesloten. De sportcommissie van onze school coördineert de inschrijving voor de verschillende toernooien/wedstrijden en deelt de teams in. Tijdens de toernooien worden de teams begeleid door leerkrachten en/of ouders. Omdat de sporthallen en velden vrij toegankelijk zijn en het meestal behoorlijk druk is op dergelijke dagen, hebben de begeleiders voor, na en tussen de wedstrijden geen overzicht meer op het doen en laten van hun team. De sportcommissie wijst er dan ook met nadruk op, dat alleen tijdens de wedstrijden op de kinderen toezicht gehouden kan worden. Ouders (vooral van de jongere kinderen) worden dan ook dringend verzocht hun kind(eren) zoveel mogelijk te vergezellen. Bij voldoende animo neemt onze school deel aan de volgende sportactiviteiten: zaalvoetbal, badminton, zaalkorfbal, schaken, veldvoetbal, zwemmarathon, zwemwedstrijden, veldkorfbal en de Lenteloop. Stagiairs Onze school biedt elk jaar diverse stageplaatsen aan voor studenten die de opleiding tot leerkracht of onderwijsassistent volgen. Van tijd tot tijd zullen zij ook onderwijstaken vervullen. De groepsleerkracht is en blijft verantwoordelijk voor de groep. Trakteren Als de leerling jarig is, mag het op school trakteren. Wij geven de voorkeur aan een gezonde traktatie omdat we de leerlingen verantwoord willen laten eten. We hebben de volgende regels afgesproken: 1. Er wordt alleen in de eigen groep getrakteerd. 2. De leerkracht krijgt dezelfde traktatie als de kinderen. 3. Woensdag en donderdag zijn onze fruitdagen, de traktatie bestaat op deze dagen uit groente /fruit. Houd alstublieft rekening met een alternatief voor kinderen die geen vlees (worst) eten, of voor leerlingen die allergisch zijn voor bepaalde voedingsmiddelen. Tussenschoolse opvang Elke Nederlandse basisschool is wettelijk verplicht om gelegenheid tot overblijven te bieden. Het bevoegd gezag stelt de ruimte beschikbaar. Tijdens het overblijven, wat in gescheiden groepen (jongste en oudste leerlingen) gebeurt, worden de leerlingen begeleid door ouders. De verantwoordelijkheid voor het overblijven ligt bij die ouders. Om de opvang zo professioneel mogelijk te regelen is er inmiddels een groep ouders geschoold tot overblijfmoeder. Steeds meer leerlingen maken gebruik van de tussenschoolse opvang. Om 12.00 uur worden de overblijfkinderen direct door de overblijfmoeders opgevangen. De kinderen uit de kleutergroepen gaan naar een ter beschikking gesteld kleuterlokaal. De leerlingen uit de overige groepen eten in diverse lokalen. Er wordt gezamenlijk gegeten. Na het eten mogen de leerlingen kiezen. Bij goede weersomstandigheden mogen ze spelen op een afgescheiden deel van het schoolplein of binnen blijven om bijvoorbeeld een spelletje te doen of tv te kijken. Bij slechte weersomstandigheden blijven alle kinderen vanzelfsprekend binnen. Om 13.00 uur worden de kinderen van groep 1 en 2 die buiten spelen naar hun klas gebracht. Alle overige kinderen blijven op de speelplaats. U kunt uw kind aanmelden bij: de overblijfcoördinator, de groepsleerkracht of de conciërge. Meer informatie over het overblijven vindt u op onze website.


Pagina 30

Veilige school In het kader van de Arbowet is het verplicht om een aantal medewerkers op te leiden tot bedrijfshulpverlener. Jaarlijks volgen vier BHV-ers de herhalingscursus. Na het volgen van deze opleiding is de medewerker in staat tot het verlenen van bijstand zoals hierna omschreven:  het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;  het beperken en het bestrijden van een beginnende brand;  het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle leerlingen, leerkrachten en andere mensen in het gebouw;  het alarmeren van en samenwerken met de gemeentelijke of regionale brandweer en andere hulpverleningsorganisaties bij een beginnende brand of bij een ongeval.  Veiligheid  Sociale veiligheid; Obs De Wilgen beschikt over een schoolveiligheidsplan met m.b.t. de sociale veiligheid. Hierbij gaat het om een veilige school o.a. op het gebied van pesten, agressie, discriminatie, vandalisme en bedreiging. Verlof (bijzondere vrije dagen) Op grond van de Leerplichtwet kan in principe buiten de schoolvakanties geen vakantie worden verleend. Toch kan het gebeuren, dat er omstandigheden zijn die zo zwaar wegen dat een kind buiten de schoolvakanties van school verlof nodig heeft. In uw beroep is het bijvoorbeeld onmogelijk om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan. Vakantieverlof kan slechts éénmaal per schooljaar worden verleend voor ten hoogste tien schooldagen en het verlof mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het nieuwe schooljaar (werkgeversverklaring bij de aanvraag bijvoegen). N.B. Er mag beslist geen vrij worden gegeven als er bijvoorbeeld sprake is van een goedkope vakantie buiten het seizoen, of een extra lang bezoek aan het land van herkomst. Meer informatie kunt u lezen in bijlage 4 De Leerplichtwet. Een verzoek tot verlof moet tijdig schriftelijk worden aangevraagd bij de directeur. Speciale aanvraagformulieren zijn op school aanwezig. De directeur zal in twijfelgevallen de vrijstellingsgrond met de leerplichtambtenaar beoordelen. Het bovenstaande geldt alleen voor kinderen in de leerplichtige leeftijd (vanaf 5 jaar). Islamitische feestdagen De Islamitische kinderen hebben tweemaal per jaar het recht op één vrije dag, namelijk tijdens het Suikerfeest na de periode van het vasten (Ramadan) en het Offerfeest. Jehova’s getuigen Omdat Jehova’s Getuigen geen verjaardagen en christelijke feestdagen vieren hebben we de volgende regels opgesteld:  het sinterklaasfeest en de kerstviering hebben de desbetreffende leerlingen geen school, omdat dit door de gehele school gevierd wordt.  de verjaardag van de eigen leerkracht wordt niet meegevierd, maar de desbetreffende leerlingen komen wel naar school en intern wordt naar een oplossing gezocht. Verlof leerkracht We streven er op school naar zoveel mogelijk vaste vervangende leerkrachten te regelen in de groepen bij afwezigheid van de groepsleerkracht. Het kan voor komen, dat leerkrachten cursussen onder schooltijd volgen of een dag buitengewoon verlof hebben. In dergelijke gevallen wordt de groep door een andere leerkracht of invaller overgenomen. Vervoer en veiligheid Wanneer we een beroep doen op ouders om te rijden tijdens excursies en uitstapjes is het de taak van de school erop toe te zien dat de veiligheid van de leerlingen zo goed mogelijk gewaarborgd wordt. In principe is de organiserende leerkracht verantwoordelijk, echter de directie is eindverantwoordelijk. Wij hanteren de volgende regels:  de groepsleerkracht vraagt toestemming aan de directie voor het organiseren van een excursie per auto.  de groepsleerkracht zorgt voor voldoende begeleiding.  de groepsleerkracht houdt rekening met de volgende voorschriften: o leerlingen worden bij voorkeur op de achterbank vervoerd, echter leerlingen met een lengte van 135 cm of meer mogen voorin zitten; o er mogen niet meer leerlingen op de achterbank, als er veiligheidsgordels zijn;


Pagina 31

o leerlingen met een lengte van minder dan 135 cm worden in een kinderzitje vervoerd.  de groepsleerkracht kiest een zo veilig mogelijke route naar de plaats van bestemming.  de chauffeur wordt verzocht zich aan de verkeersregels te houden, met name aan de maximumsnelheden.  de chauffeur maakt, indien aanwezig, gebruik van kindersloten.  de chauffeur let erop, dat de kinderen veilig in- en uitstappen. Wanneer een groepsleerkracht gebruik maakt van ouders met auto’s om leerlingen te vervoeren tijdens een excursie, dan worden die ouders in een brief op de hoogte gesteld van de geldende afspraken. Verzekering De stichting OPOPS heeft een collectieve doorlopende reis- en ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering biedt dekking gedurende alle activiteiten in schoolverband; dus ook tijdens bijvoorbeeld excursies, overblijven en ouderavonden. Personeel, stagiairs en vrijwilligers vallen onder deze dekking. N.B. Bij excursies zijn de voertuigen van de begeleiders niet meeverzekerd. Zie ook het kopje aansprakelijkheid. Voor het eerst naar groep 1 Ruim voor het bereiken van de vierjarige leeftijd van het kind, ontvangt de ouder een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek op school met de directie en de toekomstige leerkracht. Het is voor kinderen plezierig om, voordat ze vier jaar zijn, alvast wat te wennen aan de groep waarin ze komen. Tijdens dit gesprek maakt de leerkracht een afspraak met de ouders over de dagdelen en de data, waarop het kind vóór zijn of haar verjaardag enkele malen op school komt om te "wennen". In de weken net voor de zomervakantie, juni/juli zijn er geen wendagen voor de nieuwe kinderen. Ervaring heeft ons geleerd dat we dan niet de aandacht aan de nieuwkomers kunnen geven die we willen geven. De ouders van kinderen, die net vóór of tijdens de zomervakantie vier jaar worden, ontvangen begin juni een uitnodiging voor een kennismakingsmiddag met de toekomstige leerkracht. De definitieve datum waarop het kind op school komt, is de dag na de vierde verjaardag. Ziekte (leerling) Wanneer een kind ziek is, wil de leerkracht dit uiteraard zo spoedig mogelijk weten. Het verzoek is tussen 08.00 – 08.30 uur even te bellen, telefoonnummer 0184-413788 of aan een ander kind een briefje mee te geven. U moet ook tijdig laten weten wanneer uw kind naar de tandarts, de dokter of het ziekenhuis gaat. Zodra het kind beter is, wordt bekeken welke leerstof zo nodig ingehaald moet worden. Bij langdurige ziekte kan, indien mogelijk, voor huiswerk worden gezorgd. Neem in dat geval contact op met de groepsleerkracht. Wanneer een kind ziek wordt op school, proberen we zo snel mogelijk contact met de ouders op te nemen. Werkt u, dan is het verstandig uw mobiele nummer of een extra telefoonnummer voor alternatieve opvang door te geven aan de groepsleerkracht en de directie. OPOPS heeft een protocol opgesteld voor medicijnverstrekking en medisch handelen. Daarin staat beschreven:  Hoe te handelen, wanneer het kind ziek wordt op school;  Hoe er moet worden omgegaan met het verstrekken van medicijnen;  Welke medische handelingen wel of niet zijn toegestaan om te verrichten:  Hoe te handelen bij het ontstaan van een calamiteit. Het medicijnprotocol is bekend bij de groepsleerkrachten en de (G)MR-leden. Ziekte (leerkracht) Bij ziekte van een leerkracht komt er in principe een invalkracht. Als er echter geen invalkracht beschikbaar is, wordt er intern naar een oplossing gezocht. Alleen in het uiterste geval worden de kinderen naar huis gestuurd. Mocht naar huis sturen problemen opleveren voor wat betreft opvang, dan wordt op school naar een oplossing gezocht.


Pagina 32

EXTERNE CONTACTEN

Informatie en contactgegevens Buitenschoolse opvang Wij bieden in samenwerking met Stichting Kindercentra Alblasserwaard (SKA) buitenschoolse opvang op onze school aan. Kinderen van onze school kunnen daar voor en/of na schooltijd gebruik van maken. Dit betekent, dat de kinderen in hun vertrouwde omgeving blijven, niet naar een andere locatie gebracht moeten worden en heerlijk met hun schoolgenootjes kunnen spelen, knutselen, computeren enz.! Ouders zijn natuurlijke vrij in hun keuze en kunnen ook voor een andere organisatie kiezen. Gegevens van organisaties kunt u vinden in de informatiegids. Inspectie Met de Wet op het onderwijstoezicht (WOT) is de inhoud van het toezicht op scholen veranderd. Door de afname van regels voor scholen en het verleggen van verantwoordelijkheden naar scholen en schoolbesturen is er meer ruimte voor de scholen om zelf beleidskeuze te maken (zie schoolplan). De inspectie kijkt bij een schoolbezoek naar de wijze waarop de school haar kwaliteit verbetert en bewaakt. De bevindingen worden via internet openbaar gemaakt. Het laatste inspectiebezoek dateert van 21 januari 2014. Dagelijks bereiken de inspectiekantoren vele telefoontjes van ouders, leerlingen en andere onderwijsconsumenten met tal van vragen. Het beleid van de rijksoverheid is erop gericht alle vragen bij één loket binnen te laten komen. Dat loket is Postbus 51.De inspectie heeft ons verzocht de volgende informatie in de schoolgids te plaatsen: Inspectie van het onderwijs: E-mailadres: [email protected]; Website: www.onderwijsinspectie.nl; Vragen over onderwijs: 0800 - 8051 (gratis); Voor klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld, discriminatie, fundamentalisme, onverdraagzaamheid, radicalisering: Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900 - 111 3 111 (lokaal tarief) Jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg loopt via RIVAS. Bij de afdeling Jeugdgezondheidszorg werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en assistenten. Zij onderzoeken de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van kinderen. In groep 2 voert de jeugdverpleegkundige het preventief gezondheidsonderzoek uit in aanwezigheid van een ouder of verzorger. In groep 7 worden de leerlingen gescreend op lengte en gewicht. Alleen bij verder onderzoek worden ouders/verzorgers uitgenodigd. Bij de preventieve gezondheidsonderzoeken wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten. De jeugdarts of verpleegkundige bespreekt die met de ouder of verzorger. Anonieme verwerking van de vragenlijsten geeft de RIVAS echter ook veel informatie over de gezondheid van kinderen in de regio Zuid-Holland Zuid. Los van deze contactmomenten staat het ouders, kinderen of leerkrachten vrij een onderzoek op indicatie aan te vragen als zij vragen of zorgen hebben. De jeugdverpleegkundigen nemen op veel scholen en in veel gemeenten deel aan multidisciplinaire teams binnen en buiten de school ( interne zorgteam en ondersteuningsteam). Ouders, verzorgers en leerkrachten die zich zorgen maken over de ontwikkeling of het gedrag van een kind kunnen telefonisch contact opnemen met de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de RIVAS. De Jeugdgezondheidszorg is ondergebracht in het centrum voor Jeugd en Gezin. Actuele gegevens kunt u vinden in onze informatiegids. Logopedie Goed leren spreken en luisteren is voor een kind van groot belang. Het is noodzakelijk voor een goede ontwikkeling; verstandelijk, emotioneel en sociaal. Ook beïnvloedt het de leerprestaties, zoals het leren lezen en schrijven. In het dagelijks leven is het belangrijk om goed te kunnen communiceren. Het is dan ook van belang om problemen in de (mondelinge) communicatie te voorkomen. Zijn er (beginnende) problemen, dan


Pagina 33

is het belangrijk daar in een vroeg stadium en in nauwe samenwerking met ouders, leerkrachten en de Integrale Jeugdgezondheidszorg iets aan te doen. Screening en controle Ouders kunnen kinderen van alle leeftijden het hele jaar door aanmelden bij een logopedist voor advies of nader onderzoek. Na een logopedisch onderzoek of logopedische screening brengt de logopedist advies uit. Dit kan een behandeling zijn of een doorverwijzing naar bijvoorbeeld: de huisarts, KNO-arts, tandarts, stottertherapeut of fysiotherapeut. De vroegsignalering verliep voorheen via school en nu via de Integrale Jeugdgezondheidszorg. Kinderen in de basisschoolleeftijd die een logopedische behandeling nodig hebben, worden doorverwezen naar vrijgevestigde logopedisten. Onderwijsbegeleidingsdienst (CED-groep) De onderwijsbegeleidingsdienst houdt zich, zoals de naam al zegt, bezig met begeleiding en advisering van de scholen. In dienst zijn een groot aantal op het onderwijs gerichte specialisten. Adres:

CED-groep Dwerggras 30, 3068 PC Rotterdam telefoon: 010 - 4071 599

Peuterspeelzalen Stichting Kindercentra Alblasserwaard (SKA) verzorgt niet alleen buitenschoolse opvang op De Valkweg 4, maar ook de peuterspeelzalen de Lapjeskat en Jip en Janneke die in het gebouw van De Wilgen gevestigd zijn. We spreken dan ook van de Brede School De Wilgen. Om de overgang van peuters naar het basisonderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen is er een duidelijke samenwerking tussen onze school en beide peuterspeelzalen. Om de doorgaande lijn in de ontwikkeling van de kinderen te bewaken wordt er gebruik gemaakt van een overdrachtsformulier. Gezamenlijk wordt gewerkt met de methode Piramide. Schoolarts Naast het bovengenoemde in het hoofdstuk over de RIVAS kunt u in Sliedrecht ook altijd met uw vragen bij de eigen jeugdarts of jeugdverpleegkundige terecht. De Jeugdgezondheidszorg is ondergebracht in het centrum voor Jeugd en Gezin. Actuele gegevens kunt u vinden in onze informatiegids. Schoolbestuur Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht Poldermolen 12 3352 TH Papendrecht Tel. 078-6449880 Fax 078-6440399 E-mail: [email protected] Schoolmaatschappelijk werk Basisscholen worden regelmatig geconfronteerd met kinderen met problemen. Problemen die kunnen samenhangen met hun thuissituatie en leefomgeving. Problemen die de kinderen belemmeren bij hun ontwikkeling. Scholen hebben een taak in het bieden van zorg aan deze kinderen. Het School Maatschappelijk Werk is een onderdeel van de zorgstructuur binnen de school. Het School Maatschappelijk Werk werkt nauw samen met de school. Hierdoor is het mogelijk om vroegtijdig problemen te signaleren en snel hulp te bieden. De intern begeleider is het centrale aanspreekpunt voor de School Maatschappelijk Werker. Naast de intern begeleider zijn de leerkrachten belangrijke gesprekspartners van de School Maatschappelijk Werker, omdat zij dagelijks met de kinderen werken. School Maatschappelijk Werk is bedoeld voor kortdurende hulpverlening bij problemen, bijvoorbeeld op het gebied van:  Problemen in de thuissituatie en/of rondom de opvoeding van het kind  Sociale problemen (o.a. moeite in het omgaan met andere kinderen, pesten of gepest worden)  Emotionele problemen (bijvoorbeeld angst of teruggetrokken gedrag)  Ingrijpende gebeurtenissen (bijvoorbeeld scheiding of overlijden)


Pagina 34

Wanneer het nodig is, zal de School Maatschappelijk Werker een rol spelen in het doorverwijzen naar professionele hulpverleningsinstanties. De School Maatschappelijk Werker heeft beroepsgeheim. Aanmelding bij het School Maatschappelijk Werk is mogelijk via de intern begeleider van de school. Ook is het mogelijk dat ouders/verzorgers direct contact opnemen met de School Maatschappelijk Werker. Het schoolmaatschappelijk werk is ondergebracht in het centrum voor Jeugd en Gezin. Actuele gegevens kunt u vinden in onze informatiegids. Vragen over onderwijs? Ondanks alle informatie in deze gids, kan het voorkomen dat u nog vragen heeft. Vragen over de school kunt u stellen aan een van de teamleden of aan de directeur. Vragen over onderwijs in het algemeen en vragen die u liever eerst met een onafhankelijk iemand wilt doorspreken, kunt u voorleggen bij 5010. 5010 is de vraagbaak voor ouders over openbaar onderwijs. Telefonisch op nummer 0800 5010 toets 4, op schooldagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur. Digitaal via de website www.50tien.nl. Op de site vindt u veel vragen en antwoorden en heeft u de gelegenheid om zelf een vraag te stellen, die per e-mail wordt beantwoord. Bij 5010 kunt u terecht voor al uw vragen over openbaar onderwijs. Nadat u 0800 5010 heeft gekozen, toetst u 4 voor vragen over openbaar onderwijs.


Pagina 35

BIJLAGEN BIJLAGE 1: AANNAMEBELEID SLIEDRECHT (STICHTING OPOPS)

De Leerplichtwet bepaalt dat kinderen met ingang van de maand volgend op die waarin ze vijf jaar zijn geworden naar school moeten gaan. Om als leerling te worden toegelaten, moet een kind de leeftijd van 4 jaar bereikt hebben. Een uitzondering hierop zijn de leerlingen die voor 1 oktober geboren zijn; zij mogen vanaf 3 jaar en 9 maanden na de grote vakantie al instromen. Kleuters mogen in de 2 maanden voor hun vierde verjaardag 5 keer een dagdeel komen wennen. Bij de aanmelding van een leerling op een openbare basisschool in Sliedrecht van onze stichting worden er twee procedures gehanteerd: a. Reguliere aanmelding van 3-jarigen:  Aanmelding vindt plaats via de centrale inschrijving (januari) voor toekomstige 4-jarigen (1 okt. - tot 1 okt.).  De ouders bezoeken al dan niet de Open Dag en dienen het centrale inschrijfformulier in: het kind is formeel ingeschreven. b. Tussentijdse aanmelding van een leerling van een andere school:  Er vindt een aanmeldingsgesprek plaats op de school.  De ouders doen, na een aanmeldingsgesprek, een verzoek tot toelating op de school. De directie neemt contact op met de directie van de andere school.  De toelating wordt door de directie van de school beoordeeld op grond van het gesprek met de ouders en informatie van de school van herkomst. De directie (of het bevoegd gezag) beslist uiterlijk binnen acht weken over een verzoek om toelating.  De ouders dienen een inschrijvingsformulier in: het kind is formeel ingeschreven. Bij de toelating van een leerling staat de schoolkeuze van de ouders voorop. Soms is het echter onmogelijk om deze keuze te honoreren. In dat geval is het bevoegd gezag verplicht te onderzoeken of het mogelijk is het kind op één van de andere openbare basisscholen toe te laten. Kinderen die verhuizen kunnen, indien de ouders dit willen, geplaatst worden op een andere school. Wanneer ouders/verzorgers om andere redenen hun kind willen aanmelden op één van de scholen, vindt een verkennend gesprek plaats. Voor overplaatsing van een leerling van of naar het speciaal (basis)onderwijs of toelating van kinderen met een leerlinggebonden financiering gelden aparte procedures. Hoewel de wet scholen niet verplicht om een leerling met leerlinggebonden financiering toe te laten zullen de scholen van onze stichting zich optimaal inspannen om zo’n verzoek te honoreren. Uitgangspunt is dat integratie van de leerlingen mogelijk zal zijn. Aan het toelaten van kinderen met een extra zorgbehoefte kan wel een maximum per groep gesteld worden. De algemene toegankelijkheid van het openbaar basisonderwijs betekent niet dat een openbare school nooit een kind mag weigeren. Weigering kan om de volgende redenen: De groep is volgens wettelijke regelingen in materiële en/of personele zin vol. De school kan de nodige zorg niet bieden. De openbare gedragsregels van de school worden door de ouders/het kind niet onderschreven/gerespecteerd. Ernstige verstoring van de rust en orde dreigt. Verwijdering van een leerling is ook mogelijk, maar vindt alleen in uiterste geval plaats. Er zijn twee gronden waarop tot verwijdering kan worden overgegaan: De school kan niet aan de zorgbehoefte van de leerling voldoen. Ernstig wangedrag van de leerling of de ouders. Voordat het bevoegd gezag daadwerkelijk tot verwijdering overgaat, moet de school kunnen aantonen dat er geen andere mogelijkheden meer voorhanden zijn. Het volledige aanname-, schorsing- en verwijdering beleid van Stichting OPOPS kunt u opvragen bij de directeur van de school.


Pagina 36

BIJLAGE 2: GEDRAGSREGELS EN AFSPRAKEN (STICHTING OPOPS)

Alle mensen die bij de school betrokken zijn gaan respectvol met de kinderen en elkaar om. Tolerantie is onlosmakelijk verbonden met openbaar basisonderwijs. Tolerantie vereist echter een duidelijke inzet van twee kanten. Leerlingen, ouders of medewerkers die niet bereid zijn hun eigen normen en waarden ter discussie te stellen –of sterker nog- om die redenen anderen afwijzen, horen niet thuis in het openbaar basisonderwijs. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid de kinderen een veilige leeromgeving te bieden en medewerkers binnen het openbaar basisonderwijs ondersteunen elkaar daarin. Gewenst gedrag wordt gestimuleerd door positief gedrag te belonen, medewerkers zorgen ervoor dat zij het goede voorbeeld geven. In het onderwijsprogramma wordt aandacht geschonken aan de sociaal-emotionele vorming. Op de scholen wordt gebruik gemaakt van een pestprotocol. De medewerkers op de scholen dragen de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het handhaven van de schoolregels. Er wordt voortdurend geïnvesteerd in het pedagogisch en didactisch klimaat om te voorkomen dat leerproblemen uitmonden in gedragsproblemen. Gedragsproblemen worden zo vroeg mogelijk gesignaleerd. Ouders worden op de hoogte gebracht. Kinderen met gedragsproblemen worden regelmatig in een leerlingbespreking aan de orde gesteld. Indien nodig wordt een hulpplan opgesteld. Afhankelijk van de aard van de problematiek wordt externe hulp ingeschakeld. BIJLAGE 3: SANCTIES BIJ OVERTREDING (STICHTING OPOPS)

Indien een leerling de gedragsregels overtreedt en daardoor een problematische situatie veroorzaakt, wordt hij/zij tijdelijk in een andere groep opgevangen. Dit is te beschouwen als een afkoelingsperiode. De groepsleerkracht bespreekt het voorval met de leerling en (eventueel) met de ouders. De uitkomst van het gesprek is bepalend, of er een sanctie volgt. Wanneer het kind volhardt in het overtreden van de gedragsregels wordt een ‘gele kaart’ uitgedeeld. Dit moet als een zeer ernstige waarschuwing beschouwd worden. De ‘gele kaart’ maakt zichtbaar dat er grenzen zijn overschreden. De ouders worden hierover altijd ingelicht. Indien ondanks het uitdelen van een ‘gele kaart’ geen verbetering optreedt en het wangedrag leidt tot een onwerkbare situatie voor medewerkers en overige leerlingen, vindt een externe time-out plaats. De ouders worden gebeld met het verzoek hun kind te komen halen. De dag daarop worden de ouders op de school uitgenodigd om vervolgafspraken te maken om herhaling te voorkomen. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd en aan de ouders en medewerkers verstrekt. Leiden het uitdelen van de ‘gele kaart’ en de externe time-out nog niet tot verbetering, dan kan de school het bevoegd gezag verzoeken de leerling te schorsen. Een schorsing moet gezien worden als de allerlaatste waarschuwing. Als het wangedrag na de schorsing aanhoudt, wordt de verwijdering procedure definitief in gang gezet. BIJLAGE 4: DE LEERPLICHTWET

In de leerplichtwet staat dat ouders er voor moeten zorgen dat hun kinderen naar school gaan; zomaar wegblijven mag niet. De gemeente heeft de taak dat te controleren. Wanneer hoeft uw kind niet naar school? Als de school dicht is in verband met vakanties of een speciale reden, zoals een studiedag voor het personeel. Als uw kind ziek is; u moet dat zo spoedig mogelijk op school doorgeven; een doktersverklaring kan gevraagd worden als bewijs. Als uw kind voor straf niet op school mag komen. Extra verlof U kunt extra verlof vragen in de volgende gevallen: Als uw kind mee moet doen aan een verplichting gebaseerd op een bepaalde godsdienst of levensovertuiging; u moet dit minimaal twee dagen van tevoren op school melden. Voor een aantal religieuze feestdagen wordt elk jaar een afspraak gemaakt: Voor moslims: het Offer- en het Suikerfeest; Voor hindoes: het Divali- en het Holifeest; Voor joden : het Joods Nieuwjaar, Grote Verzoendag, het Loofhuttenfeest, het Slotfeest, het Paasfeest en het Wekenfeest. Als richtlijn geldt: één dag vrij.


Pagina 37

Vakantieverlof Als het op grond van de specifieke aard van het beroep van één van de ouders niet mogelijk is om in de schoolvakanties op vakantie te gaan. Vakantieverlof kan slechts éénmaal per schooljaar worden verleend voor ten hoogste tien schooldagen en het verlof mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het nieuwe schooljaar (werkgeversverklaring bij de aanvraag bijvoegen). Er mag beslist geen vrij worden gegeven als er bijvoorbeeld sprake is van een goedkope vakantie buiten het seizoen, een extra lang bezoek aan het land van herkomst of zomaar een midweek of lang weekend weg. Verlof kan worden verleend, als er gewichtige omstandigheden zijn: Het voldoen aan een wettelijke verplichting of het nakomen van een medische afspraak voor zover dat niet buiten schooltijd kan (de duur van de verplichting of afspraak); Een huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de vierde graad (1 dag of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of het huwelijk in of buiten Papendrecht wordt gesloten); Ernstige ziekte van ouders, grootouders, broer of zuster; Het overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad (van ouders ten hoogste 4 dagen, grootouders, broers of zusters ten hoogste 2 dagen, (bet)overgrootouders, ooms, tantes, neven en nichten ten hoogste 1 dag); Bij bevalling van de moeder, verzorgster, voogdes; Bij 12½, 25-, 40-, 50- of 60-jarig ambts- of huwelijksjubileum van bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad; Bij verhuizing; Bij ‘calamiteiten’, zoals brand (altijd in overleg). Afwijking van de duur van het verlof is mogelijk, maar het uitgangspunt bij het verzoek en de beslissing moet zijn: is het verlof in het belang van het kind. Dat geldt ook voor verzoeken om extra verlof op grond van gewichtige omstandigheden die hierboven niet genoemd zijn. Geen gewichtige omstandigheden zijn bijvoorbeeld een verjaardag van een familielid, een nationale feest- of gedenkdag van een ander land en vakantie. In alle bovenstaande aanvragen, dus ook wanneer het een aanvraag voor meer dan 10 schooldagen betreft, geldt dat u het verlof ruim van tevoren moet aanvragen bij de directeur van de school. Op de school zijn hiervoor de formulieren aanwezig. Als uw aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen betreft, neemt de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de leerling woont een beslissing. De aanvraag dient wel bij de directeur van de school te worden ingediend.


Pagina 38

Obs De Wilgen Schoolgids Pagina 1

Recommend Documents