Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT + Plaats Van Aanwezig
: Houten, Bestuurszaal : 13.30-17.30 uur : Water Natuurlijk : CDA : PvdA VVD AWP Waterschap@inwonersbelangen ChristenUnie SGP Bos- en Natuureigenaren PVDD : Agrariërs : : : : : :
: Bedrijven Afwezig Voorzitter Secretaris Notulist
1.
: : : :
mevrouw E. van der Vorm en G.P. Beugelink (hoogheemraden), mevrouw L.A. Tutein Nolthenius, P. Blokdijk, G.J.P. Jansen J.G.M. Kromwijk (hoogheemraad), J.M. Verheul, B. de Jong mevrouw G.A. van der Nat, mevrouw J.A. Balkema, J.G.M. Reerink mevrouw T. van der Stroom, R.D. Woittiez, H.A. ten Hove W. van der Zaag, A.E. Jansen E. Verkaik J.P. Verweij G. van Leeuwen mevrouw A.J. de Kruijf, W.H.J. de Beaufort mevrouw W.A. Bodewitz H.A.P. van der Maat (hoogheemraad), G. van den Hoeven, H. Schalkwijk N.J.M. Ypma, J.F.C. Kupers
J.J.H.G.D. Karelse (WN), mevrouw M.L.A.A. de Bont (CDA), P.M. Terpstra (W@I) P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) J. Miedema (a.i.) mevrouw K. Verhoef
Opening, vaststelling agenda en loting primus
De voorzitter opent de vergadering om 13.30 uur. Er zijn berichten van verhindering ontvangen van de heren Karelse en Terpstra en mevrouw De Bont. Vaststellen agenda en loting primus Mevrouw Bodewitz (PVDD) is voornemens een ‘motie vreemd aan de orde van de dag’ in te dienen. De heer Verkaik (W@I) wil eveneens een dergelijke motie indienen, mede namens de fracties van de SGP en de CU. Deze moties zullen respectievelijk als agendapunt 13c en 13d worden behandeld. De agenda wordt vervolgens vastgesteld. De loting van de primus komt uit op nummer 1, mevrouw Balkema. 2.
Notulen vergadering
a) Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 13 november 2013 Tekstueel Pagina 4, kostentoedelingsverordening: de heer Ten Hove (VVD) heeft in de vergadering gezegd dat het hem bevreemdde dat er een brief lag van de wethouder van Bunnik. Hij vond het vreemd dat de brief pas deze vergadering aan de orde zou komen. Dit voelt als mosterd na de maaltijd. Pagina 8, papierloos vergaderen: de heer Beugelink heeft gezegd dat het voorstel naar het algemeen bestuur komt. Dit moet zijn naar het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur gaat hier niet over. Pagina 8, bovenaan, na de bijdrage van de heer Schalkwijk: de voorzitter geeft aan dat er toen een schorsing volgde. Dit wordt in het verslag vermeld. Pagina 14, agendapunt 5b, stemverklaring: de heer Verweij (CU) geeft aan dat hij zich heeft onthouden van stemming met betrekking tot het onderdeel tariefdifferentiatie. Pagina 15, agendapunt 7b, stemverklaring: de heer Verweij (CU) heeft hier gezegd dat hij een en ander niet juist vindt weggeboekt, maar dat dit in de jaarrekening tot uiting moet komen. Spreker voegt hieraan toe dat deze notulen korter door de bocht zijn dan hij gewend is. De heer Woittiez (VVD) vraagt of hij dat op prijs stelt. De heer Verweij (CU) vindt dat het verslag op onderdelen onvoldoende weergeeft waar de discussie over ging.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 1 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT De tekst van de notulen wordt met inachtneming van bovengenoemde aanpassingen conform het concept vastgesteld. Naar aanleiding van Er worden geen opmerkingen gemaakt naar aanleiding van de inhoud van de notulen. b) Verkorte besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 13 november 2013 De verkorte besluitenlijst wordt voor kennisgeving aangenomen. c) Actiepuntenlijst met leeswijzer De actiepuntenlijst met leeswijzer wordt voor kennisgeving aangenomen.
Beraadslaging/besluitvorming achter gesloten deuren 2a/b. Personele aangelegenheid Er vindt geen beraadslaging plaats. Er wordt conform het voorstel besloten.
Besluitvormend deel hamerstukken 3.
Aanbesteding accountantscontrole 2015-2018
Besloten wordt: 1. de gunning van aanbesteding voor de accountantscontrole betreffende de boekjaren 2015 tot en met 2018 door een selectiecommissie te laten voorbereiden; 2. in te stemmen met de samenstelling van de selectiecommissie; 3. de heren J.P. Verweij en G.J.P. Jansen aan te wijzen als lid van de selectiecommissie; 4. de selectiecommissie een voorstel op te laten stellen om tot gunning van de opdracht te komen. 4.
Controleprotocol jaarrekeningen 2013 en 2014
Besloten wordt het controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekeningen 2013 en 2014 vast te stellen. 5.
Wijziging gemeenschappelijke regeling BghU
Besloten wordt toestemming te verlenen aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden om de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten hoogheemraadschap Utrecht (BghU) als volgt te wijzigen: I. De aanhef onder Gelet op komt te luiden: Hoofdstuk V van de Wet gemeenschappelijke regelingen Artikel 232, vierde lid, van de Gemeentewet; Artikel 124, vijfde lid, van de Waterschapswet; Artikel 30, achtste lid, van de Wet waardering onroerende zaken, en titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht II. Artikel 59 van de gemeenschappelijke regeling komt te luiden: 1. Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam. 2. Het algemeen bestuur stelt, met inachtneming van de Archiefwet 1995, regels vast omtrent de zorg voor de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden, alsmede omtrent het toezicht daarop. 3. In geval van toetreding, uittreding of opheffing van de regeling draagt het dagelijks bestuur zorg voor het treffen van voorzieningen voor de archiefbescheiden. III. Artikel 36, tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling komt te luiden: 2. De colleges van de deelnemende gemeenten dragen bij aan het samenwerkingsverband over de bevoegdheid tot heffing en invordering van de volgende gemeentelijke belastingen, voor zover de betreffende belasting door de raad van die gemeente is ingesteld en niet later weer is opgeheven:
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 2 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
de onroerende-zaakbelasting, bedoeld in artikel 220 van de Gemeentewet; de forensenbelasting, bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet; de toeristenbelasting, bedoeld in artikel 224 van de Gemeentewet; de hondenbelasting, bedoeld in artikel 226 van de Gemeentewet; de precariobelasting, bedoeld in artikel 228 van de Gemeentewet; de rioolheffing, bedoeld in artikel 228a van de Gemeentewet; reinigingsrechten geheven krachtens artikel 229, eerste lid onder a en b, van de Gemeentewet; de vermakelijkhedenretributie, bedoeld in artikel 229, eerste lid onder c, van de Gemeentewet; de BIZ-bijdrage, bedoeld in artikel 1 van de Experimentenwet BI-zones; de afvalstoffenheffing, bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
IV. Inwerkingtreding: Deze wijziging treedt in werking op de derde dag nadat de laatste deelnemer het collegebesluit en het besluit van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht tot wijziging overeenkomstig artikel 26, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen bekend heeft gemaakt. 6.
Financieringsvoorstel grondzaken in Achttienhoven
Stemverklaring De heer Ten Hove (VVD) zegt dat zijn fractie akkoord gaat met dit voorstel, met de kanttekening dat het niet de bedoeling kan zijn dat De Stichtse Rijnlanden als grootgrondbezitter eindigt. Er wordt conform het voorstel besloten.
Opiniërend deel 7a.
Vierde rapportage Rekenkamercommissie ‘subsidiëren met beleid’
Eerste termijn De heer Woittiez (VVD) geeft aan dat de Rekenkamercommissie is ingesteld om het algemeen bestuur een spiegel voor te houden. De VVD kijkt met graagte naar de spiegel die voorgehouden wordt rondom subsidiëren met beleid. Subsidie is vaak een verstoring van maatschappelijke krachten en het is goed om hierin een stap terug te doen. De VVD is geen voorstander van subsidie. Als er toch subsidie verleend wordt, dan moet het tijdelijk zijn, tegen zeer scherpe afspraken en meetbare effecten. Dit lijkt in de stukken te ontbreken. Spreker is geschrokken van het rapport. De onderdelen die genoemd zijn, moeten serieus opgepakt worden. De heer Blokdijk (WN) vindt het een goede analyse met goede aanbevelingen. Evaluaties van een subsidie kunnen door het college gedaan worden. Afwijkingen van de doelen moeten in het algemeen bestuur gerapporteerd worden, samen met de bijstellingsmaatregelen. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) heeft het stuk met plezier gelezen. De vinger wordt terecht op de zere plek van een aantal punten gelegd. In het stuk mist spreker wel het element van de communicatie. Met een dergelijke regeling is het van belang om doelgroepgericht te gaan werken. Dit is onderbelicht in het rapport. De heer Kupers (Bedrijven) heeft het stuk met instemming gelezen. Het valt op dat het van belang is deze regelingen af te stemmen met gemeenten. Spreker vraagt hier aandacht voor. De heer Verweij (CU) is content met de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie. Hij wil hier een meer algemene les uit trekken, namelijk dat het algemeen bestuur voor veel onderwerpen nauwelijks kaders heeft gesteld. De rol van het algemeen bestuur is om aan de voorkant kaders te stellen en het dagelijks bestuur te vragen dit uit te voeren. Dit gebeurt te weinig. Spreker vraagt het college om het algemeen bestuur te betrekken bij het uitzetten van de koers voor subsidieverlening. Spreker is er een voorstander van om voortvarend aan de slag te gaan met de aanbevelingen. De heer Van Leeuwen (SGP) geeft een compliment voor de afdoening en de manier van omgaan met dit vraagstuk. Ook de inhoud van het rapport heeft zijn instemming. Het rapport geeft kort en bondig aan waar de pijn zit. Spreker kan zich vinden in de aanbevelingen.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 3 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT De heer Reerink (PvdA) is, in tegenstelling tot de VVD, juist blij dat de overheid subsidie kan geven. Dit is een goed middel om maatschappelijke ontwikkelingen te bevorderen. De PvdA is blij met het rapport en met de reactie van het college daarop. Voor regelingen is een goede communicatie belangrijk: ze moeten voldoende bekend zijn en het moet duidelijk zijn wat gemeenten doen. De heer De Jong (CDA) geeft een compliment voor dit rapport. Hij vindt dat er genuanceerd naar subsidie gekeken moet worden. Om bepaalde doelen van het waterschap met behulp van derden te bereiken, kan subsidie fungeren als marktprikkel. Dergelijke subsidies mogen in het pakket blijven. De heer Van der Zaag (AWP) is het eens met de heer De Jong. Hij is blij met de adviezen in het rapport. Het afschaffen van een regeling moet via evaluatie in het algemeen bestuur gebeuren. De Rekenkamercommissie heeft twee regelingen onderzocht, maar moet ook terugkijken naar succesvolle regelingen van een aantal jaren geleden. Spreker kan zich vinden in de aanbevelingen en stemt in met het voorstel. Hij is voorstander van het opstellen van een algemeen beleidskader, waarop de subsidieverordening kan worden gebaseerd. De loketfunctie moet bij De Stichtse Rijnlanden blijven, zodat het waterschap de regie in eigen hand houdt. 8a.
Evaluatie stimuleringsregeling afkoppelen Utrechtse Heuvelrug
Eerste termijn De heer Ten Hove (VVD) kan leven met de evaluatie, maar noemt de subsidieregeling een flop. De aanvullende informatie dat de regeling vooral gebruikt wordt door senioren en bezitters van grote huizen stemt hem niet gelukkig. Spreker heeft grote moeite met de uitwerking zoals het dagelijks bestuur voorstelt. Spreker voelt zich gesteund door het rapport uit het vorige agendapunt: de regeling is niet doeltreffend en niet doelmatig, en de kosten zijn hoger dan de baten. Het collegevoorstel is een volstrekte openeinderegeling, omdat er nog wordt bekeken wat men met het overgebleven geld kan gaan doen. Waarom wordt dit bedrag niet als bezuiniging in de boeken opgenomen? Dit zou een goed signaal zijn dat de wil om te bezuinigen aanwezig is. De heer Blokdijk (WN) vindt van de zes genoemde opties, optie nummer 4 een goede optie. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) vindt dat er lering getrokken moet worden uit het communicatietraject. Spreker gaat akkoord met het voorstel. De heer Kupers (Bedrijven) ziet niets in de regeling. De regeling is mislukt, gemeenten werken niet goed mee, de regeling gaat op den duur niets opleveren en het geld voor de communicatie is onduidelijk. Spreker is er een voorstander van om de regeling direct stop te zetten. Mevrouw Balkema (PvdA) bedankt voor de resultaten van de enquête. Zij onderschrijft het voorstel. Zij is het eens met de heer De Beaufort inzake de communicatie. Deze moet gerichter. Verder onderschrijft spreekster de eerdere opmerkingen over de te stellen kaders en het meetbaar maken. Mevrouw Bodewitz (PVDD) sluit zich aan bij de heer De Beaufort en mevrouw Balkema. De heer Verheul (CDA) sluit zich hierbij aan. De heer Jansen (AWP) is tegen voortzetting van deze regeling. Een poging tot communicatie is geen garantie. De heer Verweij (CU) zegt dat conclusie 1 overeenkomt met de Rekenkamer. Spreker heeft geen moeite met het voorstel om de regeling in augustus stop te zetten, maar het mag niet te veel ambtelijke capaciteit kosten. Ten aanzien van punt 3 is het goed om te kijken naar een effectieve handelwijze. Het zou goed zijn om de resterende middelen weg te halen en de bestemmingsreserve op te heffen. De heer Van den Hoeven (Agrariërs) is het eens met het voorstel. Er is geduld nodig om zoiets voor elkaar te krijgen. Er moeten mensen in een gebied/gemeente zijn die achter de regeling staan. Subsidie is dan heel belangrijk. De regeling moet wel goed in elkaar gezet worden.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 4 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT De heer Van Leeuwen (SGP) zegt dat De Stichtse Rijnlanden moet waken voor imagoschade. Hij wil de regeling daarom niet direct stopzetten. De ingezette lijn is prima. De heer Verkaik (W@I) zegt dat deze regeling een bepaald doel dient, maar de verwezenlijking ervan moet dan wel in de praktijk blijken. Als dit niet lukt, dan moet de regeling zo snel mogelijk gestopt worden. Beantwoording De heer Beugelink vindt de regeling zeker geen flop. Het is vooral een bewustwordingsregeling om regenwater schoon te houden. Het duurt meestal een tijdje voordat een dergelijke regeling beklijft en hiervoor is geduld nodig. Het resultaat is niet spetterend, maar om er nu al mee te stoppen is wat voorbarig. Er komt nog een aantal kansrijke projecten aan. Het college wil deze projecten de kans geven om tot wasdom te komen. De regeling stop in augustus 2014. Met het geld dat overblijft, kan gekeken worden naar een nieuwe afkoppelingsregeling, wellicht in Winnetverband. Tweede termijn De heer Ten Hove (VVD) heeft niet bedoeld te zeggen dat de VVD een voorstander is van het stopzetten van de regeling. De VVD had kunnen leven met het andere voorstel, om de kansrijke zaken af te maken, waarna de resterende middelen terug zouden vloeien naar De Stichtse Rijnlanden. Wat nu wordt voorgesteld, is een openeinderegeling. De heer Kupers (Bedrijven) vindt de regeling een druppel op een gloeiende plaat. Is het niet wijzer om de regeling om te bouwen naar een regeling die wel effectief is? De heer Verweij (CU) gaat akkoord met het voorstel. Het is een concreet voorstel met goede kaders. Mevrouw Bodewitz (PVDD) ziet het niet als een openeinderegeling, want er komt nog een voorstel. Op dat moment kan er opnieuw gekeken worden naar de kaders. Het geld moet zoveel mogelijk gebruikt worden voor het afkoppelen. Verder moet er lering worden getrokken uit het communicatietraject. De heer Ten Hove (VVD) zegt dat het waterschap al veel leermomenten inzake communicatie heeft gehad. Beantwoording De heer Beugelink zegt dat het zeker niet de bedoeling is om het geld op te maken. Er blijft geld over. Het waterschap wil graag een bijdrage leveren aan duurzaamheid en heeft hier wel wat geld voor over. 9a.
Evaluatie, planning en aanpak Groot Onderhoudsplan regionale waterkeringen
Eerste termijn De heer Jansen (WN) zegt dat dit onderwerp in de commissie BMZ is besproken, hetgeen de juiste plek was vanwege de aanzienlijke bedragen. WN maakt zich zorgen over de financiering, met name over de risico-inschatting. Spreker onderschrijft de inzet van het dagelijks bestuur om gecompliceerde projecten naar voren te halen. Hij stelt voor om ten aanzien van de financiering in 2014 bij de voorjaarsnota met behulp van bezuinigingskaarten hier verder inhoud aan te geven. Mevrouw Van der Stroom (VVD) heeft met zorgen kennisgenomen van de evaluatie. Er zijn meer zaken niet op orde dan gedacht. Veiligheid staat voorop, dus er moet iets gebeuren. Er is een planning gemaakt voor de aanpak, waarbij gelet moet worden op de fasering en prioritering op basis van de risico’s. Dit kan mogelijk leiden tot schuiven in de tijd, waarbij er gelet moet worden op de termijn van 2020. Is er altijd sprake van een sobere uitvoering? De VVD vindt dat hier steeds kritisch naar gekeken moet worden. Het naar voren halen van risicovolle projecten spreekt de VVD aan, evenals de actualisatie in 2016. Wordt er dan pas gesproken met GS of gebeurt dit nu al? Over de redactie van de stukken merkt spreekster op dat het onderhoudsplan in de bijlage ongeveer de helft van de oplegnotitie overbodig maakt. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) vindt het een prima stuk, waarin de risico’s goed zijn aangegeven. Spreker maakt zich zorgen over de haalbaarheid. De risico’s moeten zoveel mogelijk worden ingedamd. Voor de aanpak van complexe projecten stelt spreker voor om de synergie te gaan zoeken met derden en/of met eigen projecten. Het is belangrijk om in de burap extra aandacht te besteden aan een goede monitoring.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 5 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT Mevrouw Van der Nat (PvdA) vindt het een goed stuk. Zij is het eens met de keuze om gecompliceerde trajecten naar voren te halen. Het is prima om de actualisatie in 2016 te doen. De PvdA kan zich volledig vinden in de voorgestelde aanpak en gaat akkoord met het voorstel. De heer Van der Zaag (AWP) vindt het een prima voorstel, maar de consequentie is wel de hogere opgave. Spreker noemt in dit verband het percentage van 18%. Het is prima om de onzekerheidsmarge terug te brengen naar 15%. Spreker stemt in met het eerder uitvoeren van de complexe projecten en met de actualisatie in 2016. Hij wil graag vasthouden aan de afspraken tot 2020 in het kader van de veiligheid. Spreker vindt het nog te vroeg om nu al in overleg te treden met de provincie. De heer Ypma (Bedrijven) weet niet hoe dit in het kader van het nieuwe veiligheidsdenken past. Welke invloed heeft dit op het geheel? Voor de voorbereiding van complexe projecten moet men eerst weten hoe het totale plaatje eruitziet. Er wordt nu gedetailleerd naar projecten gekeken, maar het overzicht is zoek. De heer Verweij (CU) mist nog een punt. In 2011 is het GOP vastgesteld met als doel dat de regionale keringen in 2020 op orde moeten zijn. Het dagelijks bestuur denkt dat dit niet gaat lukken, want er zit een financieel gat tussen het kader en datgene wat het dagelijks bestuur voorstelt. In 2016 wil het college pas opnieuw het gesprek aangaan. Veiligheid is prioriteit nummer 1, maar het college wil drie jaar wachten om een nieuwe koers uit te zetten, ondanks het gat tussen doelen en financiering. Spreker wil graag volgend jaar de discussie voeren over het meerjarenperspectief. De heer Verkaik (W@I) vraagt of er rekening mee wordt gehouden dat er bij het stellen van andere prioriteiten ook andere zaken naar voren kunnen komen. De heer De Jong (CDA) vindt het goed dat dit stuk nu op tafel ligt. Hij ziet dit als een winstwaarschuwing. Een en ander vergt een intelligente aanpak om risico’s te reduceren en flexibiliteit om het op te lossen. Spreker wil hiermee niet wachten tot 2016. Hij heeft begrepen dat er voortaan jaarlijks wordt gesproken over hoe met dit vraagstuk om te gaan. Dit is een goede zaak. Beantwoording De heer Van der Maat is blij met de steun van de fracties. Het is de bedoeling om gecompliceerde projecten naar voren te halen wat betreft onderzoek, maar nog niet voor de uitvoering. Over de risicospreiding en sturing zegt spreker dat dit mede wordt bepaald door het onderzoek dat uitgevoerd gaat worden. Het gat tussen de planning en de begroting wordt opgelost door de ontwikkelkaarten/bezuinigingskaarten als tussenstap en de onderzoeken/evaluatie in 2016. Dit kan nog niet in 2014 omdat de gegevens er dan nog niet zijn. Daar waar uit de onderzoeken blijkt dat ‘werk met werk maken’ mogelijk is, zal het college deze kans zeker benutten. Hiermee kunnen risico’s gespreid worden en het kan een bezuiniging opleveren. Het college heeft hierover regelmatig overleg met de provincie. Ten aanzien van de redactie van de stukken geeft spreker aan dat de oplegnotitie zelfstandig leesbaar moet zijn. Dit heeft inderdaad een aantal dubbele passages tot gevolg. De voorzitter vult aan dat in januari in de commissie BMZ wordt gesproken over de gebiedsaanpak Nederrijn-Lek. Dit heeft wel enige betekenis voor het onderwerp dat nu voorligt, omdat de primaire waterkering regionaal kan worden. Er zijn geen gevolgen voor de overige secundaire waterkeringen. Tweede termijn De heer Verweij (CU) zegt dat het kader 2020 door het algemeen bestuur is vastgesteld. Als de provincie zegt dat iets later mag, dan moet er opnieuw een afweging door het algemeen bestuur plaatsvinden. Spreker wil weten hoeveel geld er nodig is om in 2020 de zaken op orde te hebben. Er is geld te kort, maar het is nog niet duidelijk hoeveel. Hij hecht eraan dat er bij de voorjaarsnota 2014 meer duidelijkheid komt. Mevrouw Van der Stroom (VVD) vindt het prima om gedifferentieerd naar de waterkeringen te kijken, waardoor het wellicht mogelijk is om de kosten verder uit te smeren. Dit spreekt de fractie aan. De VVD wil graag zo snel mogelijk weten welk budget er nodig is. Het is begrijpelijk dat dit volgend jaar nog niet bekend is, omdat de complexe projecten eerst onderzocht moeten worden. Wanneer is er meer financieel inzicht?
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 6 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT De heer Van der Maat wijst op pagina 8, waar staat dat er tussen 75 en 125 miljoen euro nodig is. Onderzoek is nodig om het juiste bedrag te bepalen. De afspraken uit 2011 staan nog steeds, maar door de uitkomsten van de nieuwe toetsing kan dit niet meer voor 50 miljoen euro gedaan worden. De heer Ypma (Bedrijven) vraagt tot op welk niveau de complexe projecten worden meegenomen. Hij dringt erop aan dat dit moet passen binnen de ontwikkelingen die zich voordoen. De heer Van der Zaag (AWP) zegt dat veiligheid en bezuinigingen zich slecht tot elkaar verhouden. De heer Verkaik (W@I) benadrukt dat de nieuwe zaken in het kader van het Deltaplan hierin verwerkt moeten worden. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) vindt dat er ook gekeken moet worden naar synergie met eigen projecten. Beantwoording De heer Van der Maat zegt dat er wordt getoetst op basis van normen zoals die door de provincie worden gesteld. De heer Kromwijk zegt dat er bij de voorjaarsnota sprake zal zijn van twee onzekerheden: 1) Zijn de kosten echt zo hoog? 2) Kunnen projecten iets later starten? De bandbreedte van 25% is vrij fors. De komende twee jaar worden benut om aan de hand van de projecten die onderhanden worden genomen, ervaringen op te doen. T.b.v. een bijstelling van de kostenraming tot een meer nauwkeurige bij de actualisatie in 2016. Hiervoor is eerst meer uitzoekwerk nodig. De heer Verweij (CU) zegt dat het antwoord helder is, met een aanvliegroute via de financiële lijn. Hij wijst erop dat het gaat om een afweging tussen kosten en veiligheid. 10a.
Beleidsvisie Keur
Eerste termijn Mevrouw Van der Nat (PvdA) kan zich hierin vinden. ‘Ja, mits’ spreekt meer aan dan ‘nee, tenzij’. Het college is hiermee op de goede weg en het is moedig om een andere route te kiezen. Een en ander sluit ook beter aan bij de Omgevingswet. De PvdA wenst het college veel succes met de nieuwe werkwijze. Mevrouw Bodewitz (PVDD) maakt zich zorgen over de consequenties. Het is onvoldoende inzichtelijk welke risico’s er zijn. Spreekster is geen voorstander van deze gekozen insteek. Punt 3 behoeft verbetering. De heer Van der Zaag (AWP) kan met het voorstel instemmen. Hij is het eens met de PVDD ten aanzien van punt 3. De beleidsvisie biedt perspectieven voor de toekomst, zowel in bestuurlijke als in ambtelijke zin, en heeft indirect een relatie met de basistaken. De keuze voor ‘ja, mits’ is prima. De heer Blokdijk (WN) vindt het een uitstekend voorstel. De frequentie van een voortgangsrapportage per kwartaal is vrij hoog. Spreker wil dit liever per half jaar. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) vindt het een goed verhaal. ‘Ja, mits’ is een goede insteek, maar het is ook een uitdaging. Het is belangrijk om goed te communiceren over de uitgangspunten. De heer Woittiez (VVD) heeft lof voor de gekozen richting. Het wordt wel een uitdaging voor het dagelijks bestuur, maar ook voor het ambtelijk apparaat om deze omslag uit te voeren. De heer Kupers (Bedrijven) voorziet grote problemen bij de meldingen als men zich niet aan het systeem houdt. Ook verwacht hij problemen met de vergunningverlening. Spreker houdt het liever bij de modelkeur, omdat de nieuwe insteek risico’s met zich meebrengt. Wat wordt er bedoeld met collectieve vergunningen? De heer Verkaik (W@I) verwacht dat ‘ja, mits’ minder regels met zich mee zal brengen. Bij punt 3 stelt spreker voor om ‘symboolwetgeving’ te vervangen door ‘symboolregelgeving’.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 7 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT Beantwoording Mevrouw Van der Vorm bedankt voor de complimenten en steun voor dit stuk. Wat de consequenties betreft is het de bedoeling dat er nog steeds gewerkt wordt met meldingen, algemene regels en verboden. Er wordt daarbij gekozen voor de variant van ‘ja, mits’. De risico’s van ongewenste situaties zijn naar verwachting minimaal. Ongetwijfeld zal het college op zaken stuiten die aangepast moeten worden, en men zal hier zeker alert op blijven. De planning is om in 2014 inhoudelijk gezien de keur op te stellen. Het lijkt daarbij gepast om per kwartaal door middel van een A4’tje over de voortgang te rapporteren. Bij collectieve vergunningen kan men bijvoorbeeld denken aan een nieuwe woonwijk, waarbij alle vergunningen in een keer verstrekt worden. De suggestie van de heer Verkaik voor de term ‘symboolregelgeving’ wordt overgenomen. Tweede termijn De heer Van der Zaag (AWP) vindt het belangrijk om dit gezamenlijk met andere waterschappen op te pakken. Mevrouw Bodewitz (PVDD) gaat na de beantwoording in eerste termijn akkoord met het voorstel. De heer Kupers (Bedrijven) vraagt hoe het gaat lopen met OLO. Beantwoording Mevrouw Van der Vorm geeft aan dat er nog geen duidelijkheid is over OLO (Omgevingsloket Online). Hier heeft het waterschap geen invloed op. Met de vernieuwing van de keur is het streven om vergunningen zo min mogelijk voor te schrijven. Meldingen kunnen rechtstreeks bij het waterschap gedaan worden. Dit is een punt van aandacht bij de uitwerking van de keur. 11a.
Wijziging belastingverordeningen naar de tarieven voor het belastingjaar 2014
Eerste termijn De heer Verweij (CU) zegt dat vorige maand in het algemeen bestuur de begroting is behandeld. Hij heeft toen voorgesteld om de discussie te splitsen in begrotingsvolume en vaststelling van de tarieven. Dit ordevoorstel is verworpen. Vorige maand zijn beide aspecten dus vastgesteld. Vandaag is de procedurele afhandeling hiervan door deze verordeningen aan de orde. Het verbaast spreker dat er een aanpassing wordt gedaan voor watersysteemheffing gebouwd. Hij heeft hier moeite mee. Spreker kan zich wat betreft dit voorstel niet vinden in de tariefdifferentiatie wegen en de watersysteemheffing gebouwd. De heer Van der Zaag (AWP) vindt ook dat de begroting losgekoppeld moet worden van de vaststelling van de tarieven. De ruimte tussen de vastgestelde tarieven en de kostendekkende tarieven wordt steeds groter. Tussen de categorieën onderling ontstaan grotere verschillen. Hier moet meer lijn in worden gebracht. De heer Ypma (Bedrijven) vraagt hoe zeker de WOZ-waardedaling van 4% is. Is er onderscheid in de regio? Spreker vindt het niet gelukkig dat hierop wordt voorgesorteerd en dat er straks misschien hogere aanslagen volgen. Gesteld dat er een wijziging komt in de betaaltermijnen voor automatische incasso, loopt de belastingheffing dan door in het volgende belastingjaar? Spreker is hier geen voorstander van. De heer Woittiez (VVD) zegt dat dit het leven van het algemeen bestuur niet gemakkelijker maakt. In de doorwerking naar de tarieven moet ervoor gezorgd worden dat de lastendruk niet stijgt. Men denkt dat het voorkomen van een stijging van de lastendruk er nog in zit. Valt dit nog te communiceren als er een stijging is van 6,6%? Spreker sluit zich aan bij de vraag van de heer Ypma over de WOZ-waardedaling van 4%. Dit behoeft opheldering. De heer Van Leeuwen (SGP) zegt dat dit voorstel niets nieuws is en dat dit prima valt uit te leggen. Een en ander gebeurt budgettair neutraal. Beantwoording De heer Kromwijk legt uit dat de peildatum februari 2013 is. De waarden zijn gebaseerd op de gegevens van gemeenten die medio november 2013 zijn ontvangen en die afwijken van de woorden waarmee in de begroting rekening is gehouden. Als nu de huizenprijzen gaan stijgen, dan zal volgend jaar de onroerendgoedwaarde hoger zijn, waardoor de tarieven kunnen dalen. Tijdens de begrotingsbehandeling is weliswaar overeenstemming bereikt over de te hanteren tarieven, maar wellicht dat dit volgend jaar beter anders omschreven kan worden omdat de tarieven nu formeel ter besluitvorming voorliggen.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 8 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT Spreker vindt wel dat er tijdens de begrotingsbehandeling over de tarieven gesproken moet kunnen worden. Het aantal betaaltermijnen wordt vastgesteld aan de hand van het aantal maanden dat nog resteert. In de gemeenschappelijke regeling moeten de termijnen hetzelfde zijn. Utrecht en De Bilt hebben standaard tien betalingstermijnen. Tweede termijn De heer Ypma (Bedrijven) vindt dat hier boekhoudkundig goed naar gekeken moet worden. Zijn er verschillen in de regio met betrekking tot de 4% WOZ-waardedaling? Er moet een strakke lijn richting de burger geschetst worden. Het is geen goede zaak als er geschipperd wordt. De heer Verweij (CU) vindt een correcte communicatie naar de burgers belangrijk. Hij proeft een tegenstrijdigheid tussen de begroting en de verordening. Moet het besluit over de begroting niet worden ingetrokken? Beantwoording De heer Kromwijk wijst op het jojo-effect van de tarieven. Bij de begroting is een opbrengstniveau vastgesteld voor de watersysteemheffing. Het gevolg van de waardedaling is dat het percentage moet stijgen om deze beraamde belastingopbrengst te halen. Dit is normaal beleid. De omgekeerde situatie is immers ook voorgekomen in het verleden. Ten aanzien van de communicatie merkt spreker op dat er ten tijde van de begroting een persbericht is uitgegaan. Het college wil dit nu niet doen. Er komen op de website berekeningen te staan over de uitwerking van de tariefstelling. Het besluit over de begroting hoeft niet te worden ingetrokken. In de tijd is de vaststelling van de belastingverordeningen een later moment. De heer Verweij (CU) zou dan graag bij de volgende begrotingsbehandeling indicatief over de tarieven willen spreken. De heer Kromwijk gaat hiermee akkoord. 12a.
Verkenning toekomstige deelname Gemeenschappelijke Regeling AQUON
Eerste termijn De heer Jansen (AWP) zegt dat men in de regeling is gestapt om een doel te halen. Het is belangrijk om zo nauwkeurig mogelijk de eigen doelen te formuleren en te toetsen of deze gehaald worden. Als deze niet haalbaar zijn, dan kan de exitstrategie gebruikt worden. De heer Verheul (CDA) zegt dat het veel geld gaat kosten als het waterschap afkoerst op uittreden. Dan blijft de verkenning van een exitstrategie als enige keuze over. Het verbeteren van het management is een realistische optie en spreker ondersteunt dit van harte. De heer Verweij (CU) is blij dat de behandeling in de commissie heeft geleid tot een aanscherping van het voorstel. Mevrouw Balkema (PvdA) vindt nog steeds dat dit niet in het algemeen bestuur ter sprake hoeft te komen. Ze is het wel eens met de gekozen lijn. Het is fijn dat de aanbevelingen van de commissie zijn overgenomen. Spreekster doet het nadrukkelijke verzoek aan AQUON voor een meerjarenplan. Zij verzoekt het college om het algemeen bestuur hierover te informeren. De heer Ypma (Bedrijven) zegt dat de waterschappen verschillende belangen hebben, wat niet bevorderlijk is voor de samenwerking. Het probleem doet zich voor dat uittreden onmogelijk is. Het zou goed zijn om binnen het bestuur een discussie te starten om tot verbeterde uitgangspunten te komen. Binnen De Stichtse Rijnlanden moet men bekijken welke koers er gevaren moet worden. Het waterschap moet ernaar streven om nadrukkelijk de zaak meer naar eigen hand te zetten. Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren) vindt het goed om naar deze gemeenschappelijke regeling te kijken. Het opstellen van een exitstrategie betekent voor haar een herbezinning van de businesscase. Zij vindt dat het brede palet van de businesscase op tafel moet komen en dat de alternatieven zichtbaar moeten worden gemaakt. De heer Ten Hove (VVD) is geen voorstander van deze regeling. Hij twijfelt aan het normbesef. De tegenstrijdige belangen dragen niet bij aan een goede bedrijfsvoering. Spreker sluit zich aan bij mevrouw De Kruijf. Er is een goede kosten-/batenanalyse nodig. De aankoop van de panden is een slechte keuze geweest. Mevrouw Tutein Nolthenius (WN) staat achter de verkenning naar een exitstrategie. In de tussentijd wenst zij het college veel wijsheid en steun bij de beïnvloeding van de bestuurlijke activiteiten.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 9 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT Beantwoording Mevrouw Van der Vorm noemt de regeling een ongemakkelijk dossier. Het is zeker belangrijk om de eigen doelstellingen op een rij te zetten. Spreekster probeert zoveel mogelijk druk uit te oefenen in het algemeen bestuur van AQUON, maar zij heeft nu eenmaal te maken met meerdere partijen. Het zou het mooiste zijn als de regeling over een aantal jaren goed functioneert. Dit is nog steeds de intentie. In maart 2014 wordt er bij AQUON gesproken over de toekomstvisie. Spreekster zal het algemeen bestuur van De Stichtse Rijnlanden over de uitkomst informeren. Voor De Stichtse Rijnlanden is het niet mogelijk om de meetvraag verder terug te schroeven. Over de herbezinning op de businesscase zegt spreekster dat het niet de bedoeling is om terug te grijpen, maar om juist aan de hand van de toekomstvisie vooruit te kijken. De verkenning binnen AQUON zal hier antwoord op geven. Spreekster heeft in het algemeen bestuur van Aquon niet ingestemd met de aankoop van de panden, maar de meerderheid heeft anders beslist. Tweede termijn Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren) wil niet concluderen dat het de wens is om AQUON in stand te houden. De dienstverlening moet vooropstaan. Beantwoording Mevrouw Van der Vorm zou verheugd zijn als AQUON goed zou gaan draaien. Schorsing
Besluitvormend deel 7b.
Vierde rapportage Rekenkamercommissie ‘subsidiëren met beleid’
De vergadering gaat unaniem akkoord met het voorstel. Besloten wordt: 1. de vijf aanbevelingen van de rekenkamercommissie over te nemen. 2. het college te verzoeken met een uitwerking van de aanbevelingen te komen en daarover vóór 1 juni 2014 aan het algemeen bestuur te rapporteren. 8b.
Evaluatie stimuleringsregeling afkoppelen Utrechtse Heuvelrug
Stemverklaring De heer Jansen (AWP) is tegen dit voorstel omdat hij het niet doelmatig vindt. De heer Ypma (Bedrijven) sluit zich hierbij aan. Stemming Aantal aanwezige leden: 27. Tegen het voorstel stemmen de fracties van VVD, AWP, Bedrijven en W@I. Voor het voorstel stemmen WN, CDA, PvdA, SGP, CU, Bos- en Natuureigenaren, PVDD en Agrariërs. Het voorstel wordt aangenomen met 19 stemmen voor en 8 stemmen tegen. Besloten wordt: 1. kennis te nemen van de Evaluatie stimuleringsregeling afkoppelen Utrechtse Heuvelrug; 2. de regeling in stand te houden tot het einde van de looptijd (eind augustus 2014) en kansrijke projecten zover mogelijk uit te werken en te subsidiëren; 3. het college de opdracht te geven om te onderzoeken wat met de resterende middelen de meest (kosten)effectieve en efficiënte vorm van ondersteuning is van afkoppelactiviteiten na de afloop van de huidige regeling.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 10 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT 9b.
Evaluatie, planning en aanpak Groot Onderhoudsplan regionale waterkeringen
Stemverklaring De heer Verweij (CU) zal instemmen met het voorstel, met uitzondering van de punten 3 en 4. Ten aanzien van veiligheid en kosten wil hij eerder dan 2016 duidelijkheid. De heer Ypma (Bedrijven) sluit zich hierbij aan. Met inachtneming van de aantekeningen van de CU en Bedrijven gaat de vergadering unaniem akkoord met het voorstel. Besloten wordt: 1. kennis te nemen van de evaluatie van het Groot Onderhoudsplan regionale waterkeringen 2011-2020; 2. de geactualiseerde planning Groot Onderhoudsplan regionale waterkeringen voor de jaren 2014-2015 vast te stellen en de jaarschijf 2014 – € 7,995 mln – te dekken uit het hiervoor in de begroting 2014 opgenomen bedrag en de dekking van de geplande jaarschijf 2015 – € 8,475 mln – te betrekken bij de voorjaarsnota 2014 en deel te laten uitmaken van de daaruit voortvloeiende investeringsprioritering; 3. in 2016 het Groot Onderhoudsplan regionale waterkeringen opnieuw te actualiseren en vast te stellen; 4. in te stemmen met het voornemen om in overleg te treden met de provincie over de einddatum van 2020 voor het op orde hebben van de regionale waterkeringen. 10b.
Beleidsvisie Keur
De vergadering gaat unaniem akkoord met het voorstel. Besloten wordt de ‘Beleidsvisie keur 2013’ vast te stellen, waarin de volgende hoofduitgangspunten worden gehanteerd: 1. De keur is primair een juridisch instrument om waterschapsbelangen mee te borgen; 2. Het uitgangspunt bij de keur is ‘Ja, mits’: vrijheid of algemene regels waar het kan, verbod of vergunningplicht waar het moet. 3. Keurregels moeten helder en eenduidig zijn geformuleerd om handhaafbaar te kunnen zijn. Symboolregelgeving moet worden voorkomen. 4. In de keur worden voor een aantal onderwerpen gebiedsgerichte vertalingen gegeven met behulp van kaartmateriaal. 5. Waterkwaliteit zal in de beleidsregels nadere uitwerking krijgen. 6. In het kader van het streven naar deregulering en minder lasten voor ingelanden wordt zoveel mogelijk gewerkt met algemene regels die uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. 7. Met de nieuwe keur wordt (zover mogelijk) voorgesorteerd op de Omgevingswet. 8. Samenwerken waar mogelijk, maar er is ruimte voor regionale verschillen. 11b.
Wijziging belastingverordeningen naar de tarieven voor het belastingjaar 2014
Stemverklaringen De heer Verweij (CU) gaat akkoord met het voorstel, met uitzondering van het onderdeel tariefdifferentiatie wegen. De heer Ypma (Bedrijven) is tegen de extra tariefstijging voor de bedrijven. Met inachtneming van de aantekeningen van de CU en Bedrijven gaat de vergadering unaniem akkoord met het voorstel.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 11 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT
Besloten wordt: 1. De verordening watersysteemheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 als volgt te wijzigen: Artikel I A Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden: Ingezetene: degene die blijkens de basisregistratie personen bij het begin van het kalenderjaar woonplaats heeft in het gebied van het waterschap en die aldaar gebruik heeft van woonruimte; B Artikel 4 komt te luiden: Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de watersysteemheffing voor de categorie ingezetenen € 65,70 per woonruimte. C Artikel 6 komt te luiden: 1. Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor ongebouwde onroerende zaken € 65,91 per hectare. 2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in artikel 2a van de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief voor verharde openbare wegen € 131,82 per hectare.
D Artikel 8 komt te luiden: Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor natuurterreinen € 5,00 per hectare. E Artikel 10 komt te luiden: Met inachtneming dienaangaande van het bepaalde in de Kostentoedelingsverordening, bedraagt het tarief van de heffing voor gebouwde onroerende zaken 0,0242% van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 3, onderdeel c van deze verordening. F Artikel 15, derde lid komt te luiden: In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later. 2.
De verordening zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 als volgt te wijzigen:
Artikel I A Artikel 18 komt te luiden: Het tarief bedraagt € 59,45 per vervuilingseenheid. B Artikel 19, derde lid, komt te luiden: In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 12 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT Artikel II Bijlage I: voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening, zoals genoemd in artikel 2 van de verordening wordt vervangen door het bij onderhavige besluit behorende stuk. 3.
De verordening verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2010 als volgt te wijzigen:
Artikel I A Artikel 21 komt te luiden: Het tarief bedraagt € 59,45 per vervuilingseenheid. B Artikel 22, derde lid, komt te luiden: In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later. Artikel II Bijlage I: voorschriften voor meting, bemonstering, analyse en berekening, zoals genoemd in artikel 2 van de verordening wordt vervangen door het bij onderhavige besluit behorende stuk. 4.
12b.
Ten aanzien van de inwerkingtreding van de onder 1, 2 en 3 genoemde besluiten het volgende te bepalen: 1. deze besluiten treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 2. de datum met ingang van welke de bepalingen van deze besluiten in aanmerking worden genomen is 1 januari 2014. 3. de bij deze besluiten gewijzigde bepalingen blijven van toepassing op belastbare feiten die zich vóór de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan. Verkenning toekomstige deelname Gemeenschappelijke Regeling AQUON
Stemverklaring De heer Ypma (Bedrijven) kan instemmen met het voorstel als er voldoende profiel neergezet wordt. De vergadering gaat unaniem akkoord met het voorstel, met inachtneming van de aantekening van de fractie Bedrijven. Besloten wordt in te stemmen met een nadere uitwerking van een mogelijke exitstrategie ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling AQUON.
Informerend deel 13. Ingekomen stukken en mededelingen Ingekomen stukken a) Mailbericht R. Walburgh Schmidt, wethouder gemeente Bunnik, d.d. 12 november 2013 inzake gevolgen wijzigingsbesluit Kostentoedelingsverordening Besloten wordt het mailbericht van wethouder de heer R. Walburgh Schmidt namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik, van 12 november 2013, inzake de kostentoedelingsverordening voor kennisgeving aan te nemen.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 13 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT b) Werkwijze behandeling stukken Rekenkamercommissie De heer Blokdijk (WN) stelt voor om de datum toe te voegen. De heer Reerink (PvdA) mist de mogelijkheid om onderzoeksonderwerpen aan te dragen. De voorzitter geeft aan dat dit punt zal worden opgenomen bij het jaarplan. De heer Verweij (CU) vult aan dat een inventarisatie van onderwerpen in januari 2014 zal plaatsvinden. Besloten wordt kennis te nemen van de rollen en verantwoordelijkheden rond de behandeling van de stukken van de Rekenkamercommissie. Mededelingen De voorzitter maakt melding van: De goedkeuring door Gedeputeerde Staten van Utrecht inzake de kostentoedelingsverordening. De uitnodiging voor het Nieuwjaarsontbijt op 6 januari 2014. De nieuwe secretaris-directeur zal zich dan ook voorstellen. De ontslagneming van de heer D. Karelse (WN). Hij neemt in de volgende ab-vergadering afscheid. De aanname van het Wetsvoorstel Waterschapsverkiezingen door de Tweede Kamer. Een bericht van de jeugddijkgraaf, Floris Giltay. Hij kijkt met veel genoegen terug op het afgelopen jaar en zal zijn werkzaamheden volgend jaar met plezier voortzetten. c)
Motie vreemd aan de orde van de dag, fractie PVDD
Door mevrouw Bodewitz (PVDD) wordt een motie vreemd aan de orde van de dag ingediend (nummer 21). Dit is naar aanleiding van een naar ongeval, waarbij een hond verdronken is. Het probleem is dat er nog onvoldoende FUP’s (Fauna Uittredingsplaatsen) worden toegepast. Spreekster verzoekt het college hier meer aandacht aan te besteden. Het is een mooie kans om dit dierenwelzijnsonderwerp op de kaart te zetten. De tekst van de motie met nummer 21 luidt: om in maart aan de commissie SKK een notitie voor te leggen met een uiteenzetting van de voor- en nadelen van het plaatsen van Fauna Uittreedplaatsen, en om de hieruit voortvloeiende discussie zijn weerslag te laten vinden in een beleidsnotitie over dit onderwerp, die ter besluitvorming aan de commissie SKK wordt voorgelegd. Mevrouw Van der Vorm bedankt de PVDD voor deze motie. Zij vindt het een sympathiek voorstel. De beschoeiing van de Singel in Utrecht is een monument. De vergunning is heel strikt. Het waterschap heeft het werk conform de vergunningen uitgevoerd. Mocht de gemeente Utrecht alsnog aanpassingen willen, dan wil het waterschap deze werkzaamheden wel uitvoeren, mits de extra kosten betaald worden. Het ongeval waarbij een hond verdronken is, is bij het waterschap bekend. Het is echter een regel dat honden moeten worden aangelijnd in de stad. De heer Beugelink sluit zich hierbij aan. Hij geeft aan dat er wordt gewerkt aan een nota Oeverbeheer. Hij kan zich voorstellen dat er een paragraaf wordt gewijd aan de FUP’s. Mevrouw Bodewitz (PVDD) zegt dat het dan niet nodig is om een aparte notitie hierover op te stellen. Naar aanleiding van vragen van GroenLinks in de gemeenteraad van Utrecht, zou het antwoord van De Stichtse Rijnlanden hebben geluid dat er geen budget was. Is dit juist? Mevrouw Van der Vorm had het zo niet begrepen, maar zal dit nog nagaan. Toegezegd wordt in de nota Oeverbeheer een paragraaf op te nemen over uittreedplaatsen. (actiepunt 252) De motie met nummer 21 wordt door de PVDD ingetrokken. De voorzitter draagt het voorzitterschap over aan de heer Beugelink. d)
Motie vreemd aan de orde van de dag, fracties W@I, CU en SGP
De heer Verkaik (W@I) geeft een korte toelichting. Het doel van de motie is om eerst in het algemeen bestuur de situatie te bespreken die is ontstaan.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 14 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT De tekst van de motie met nummer 22 luidt: Motie
volgnummer 22
Titel: Prostitutiezone RWZI-Utrecht Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in vergadering bijeen op 18 december 2013 (overwegingen) Dictum: Draagt het college van dijkgraaf en hoogheemraden op om ten aanzien van dit gevoelige onderwerp eerst een debat te kunnen voeren in het algemeen bestuur; Verzoekt het dagelijks bestuur om hiertoe het algemeen bestuur helder te informeren over de mogelijke plannen en de consequenties hiervan voor De Stichtse Rijnlanden; Draagt het college op om geen stappen te ondernemen die onomkeerbaar zijn, of waarmee de beleidskeuzen van het algemeen bestuur worden beperkt, voordat het algemeen bestuur zich over deze kwestie heeft uitgesproken. De motie is ondertekend door de fractievoorzitters van W@I, SGP en CU.
De heer Poelmann zegt dat het college afgelopen vrijdag in een extra vergadering heeft gesproken over de vragen van de heer Terpstra naar aanleiding van deze situatie. Burgemeester Wolfsen van Utrecht heeft gevraagd of De Stichtse Rijnlanden bereid is mee te denken voor een oplossing. Het college van het waterschap is in beginsel bereid om constructief mee te denken. Het gaat om het tijdelijk plaatsen van containers, deels op terrein van gemeente, deels op terrein van De Stichtse Rijnlanden. Het waterschap verbindt hieraan twee harde voorwaarden: 1. een tijdelijkheid van maximaal 3 jaar; 2. een en ander mag de voorbereiding van de bouw van RWZI niet in de weg staan. Het waterschap heeft daarnaast aangegeven alleen zaken te willen doen met de gemeente en niet met derden. Het college wil geen ethisch oordeel geven, maar is zich wel bewust van de politieke gevoeligheid. Het beschikbaar stellen van een stukje grond is in principe een zaak van het dagelijks bestuur. Gelet op het politiek gevoelige karakter stelt het college voor om een eventuele overeenkomst met de gemeente ter consultatie voor te leggen aan de commissie BMZ. Deze toezegging zou de motie overbodig maken. De heer Verkaik (W@I) zegt dat meedenken iets anders is dan meewerken. Wat is tijdelijk? Spreker stelt voor dat er gewoon over de motie gestemd wordt. De heer Van Leeuwen (SGP) ziet dit niet als beleid van het waterschap. Het is branchevreemd, het betreft ander beleid en dus moet het langs het algemeen bestuur. Het gaat om een functiewijziging op terreinen van het waterschap. Het algemeen bestuur moet hierover een uitspraak doen. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) vindt dat er goed gekeken moet worden naar het belang van het waterschap. Het algemeen bestuur moet goed geïnformeerd worden over de stand van zaken, maar het is niet aan de orde om hierover in het algemeen bestuur een debat te voeren. De heer Woittiez (VVD) vraagt welk belang, los van het ethische vraagstuk, geschaad zou kunnen worden. Wat kan hier misgaan? De heer Van Leeuwen (SGP) wil dit nu juist graag in een debat aantonen. De heer Ypma (Bedrijven) ziet hier een grote onderschatting van het bedrijfsmatige belang dat het waterschap heeft te doen. De heer Jansen (AWP) wil benadrukken dat het ook kansen biedt. Wellicht biedt dit een opening om met de gemeente naar een nieuwe locatie voor RWZI te gaan zoeken.
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 15 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT Mevrouw Van der Nat (PvdA) wil de motie niet steunen. Zij heeft geen behoefte aan een debat in het algemeen bestuur. Ze zal een debat echter ook niet tegenwerken. De heer Verweij (CU) zegt dat de kern van de motie ligt in het voeren van een debat. Er ontstaat een risico voor de bedrijfsvoering als het waterschap aan deze oplossing meewerkt. Wat zijn de consequenties in financiële zin voor het waterschap als grondeigenaar? Een en ander moet besproken worden in het algemeen bestuur, waarna het dagelijks bestuur afspraken kan maken met andere overheden. Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren) vindt dat de motie dan anders opgesteld moet worden. Dan gaat het om de vraag hoe het waterschap omgaat met zijn gronden en met bedrijfseconomische activiteiten vreemd aan het waterschap. Als het alleen gaat om het bespreken van deze casus, dan is het wat spreekster betreft vandaag voldoende geweest. De discussie over grondbeleid vindt zij wel zeer relevant. De heer Van Leeuwen (SGP) heeft deze aanleiding niet bedacht. De heer Kupers (Bedrijven) is benaderd door een bedrijf in dat gebied. Dit bedrijf zou het toejuichen als het waterschap zou meewerken aan de gewenste oplossing. Als de gemeente belangstelling heeft voor de gronden, biedt dit ook kansen. De heer Poelmann zegt dat het waterschap de vraag heeft gekregen om mee te werken aan een tijdelijke oplossing. Spreker vindt het fatsoenlijk tegenover de gemeente Utrecht om hier correct in mee te denken. Hij heeft geen moment het gevoel gehad dat hiermee iets aan het beleid wordt veranderd. Hij is het niet eens met de stelling dat het een beleidsmatig geval is. Het onderwerp ligt politiek gevoelig en daarom kan het besproken worden in de commissie BMZ. De suggestie van de heer Jansen dat het vraagstuk ook kansen biedt, is interessant. Het is goed om nog eens te kijken of er andere mogelijkheden zijn voor RWZI. Spreker acht de kans niet groot, maar het is misschien wel aan de orde. De tijdelijkheid is een harde voorwaarde. Spreker stelt voor dat de indieners de motie intrekken, waarbij hij de toezegging doet een en ander te bespreken in de commissie BMZ van januari. Vervolgens kan dan bekeken worden hoe het proces zich verder ontwikkelt. De heer Van Leeuwen (SGP) ziet dit nog steeds als branchevreemde activiteiten. Hij is daarom principieel van mening dat het hier gaat om ander beleid. Verder merkt hij op dat tijdelijkheid een rekbaar begrip is in overhedenland. De heer Verkaik (W@I) vraagt om een korte schorsing. De voorzitter schorst de vergadering voor een korte periode. De heer Verkaik (W@I) vindt dat meewerken (nog) niet aan de orde is. Dit moet zijn meedenken. De indieners van de motie kunnen instemmen met bespreking in de commissie BMZ, mits alle stukken voor zover bekend op tafel komen te liggen. Spreker geeft aan dat de motie voor onbepaalde tijd wordt aangehouden. Toegezegd wordt een voorstel ter consultatie aan de commissie BMZ (21 januari 2014) voor te leggen. (actiepunt 253) De motie met nummer 22 wordt aangehouden. De voorzitter draagt het voorzitterschap weer over aan de heer Poelmann. 14. Rondvraag De heer Verkaik (W@I) vraagt hoe hij kan reageren op de schriftelijke vragen van de heer Van der Zaag en de beantwoording daarvan door het college. Toegezegd wordt dat dit voor de volgende vergadering van de commissie BMZ wordt geagendeerd. De heer Jansen (AWP) wijst in het kader van de innovatieagenda van AGV op het gebruik van struviet. Dit zou 400.000 euro per jaar aan kosten besparen. Mevrouw Van der Vorm komt hierop terug. Toegezegd wordt de beantwoording van de vraag over struvietwinning/-productie aan te houden en hierop terug te komen. (actiepunt 254)
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 16 van 17
Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013
CONCEPT Er worden afscheidswoorden gesproken tot de heer P.H.A.M.J. de Bekker, directeur/loco-secretaris, en de heer J. Miedema, secretaris/algemeen directeur a.i. 15. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 17.30 uur.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 12 februari 2014,
Voorzitter,
P.J.M. Poelmann
Secretaris,
drs. J. Miedema (a.i.)
Bestuurszaken / DM 780994
Pagina 17 van 17