NOTA GROND- EN VASTGOEDEXPLOITATIES DEEL A ‘Het Portefeuillekader’ 2014 – 2023
Versie 10 juni 2014
Bestuurlijk opdrachtgever:
Wethouder de heer W.A. (Helm) Verhees
Ambtelijk opdrachtgever:
Directeur mevrouw (drs.) E.W.B.M. Jacobs
Ambtelijk opdrachtnemer:
De heer (drs.) H.M.J. van den Berg
Samenvatting De Nota Grond- en Vastgoedexploitaties deel A, 2014-2023, ligt samen met de Kaderbrief ter besluitvorming voor. Zoals u gewend bent, worden in deel A de belangrijkste ontwikkelingen en beleidsuitgangspunten geschetst, om op basis daarvan de programmatische en financiële uitgangspunten vast te stellen. In deze nota gebeurt dat afzonderlijk en ook in onderlinge samenhang met de grondexploitaties en daarna voor de vastgoedexploitaties. De uitgangspunten vormen een belangrijk kader voor het college om uitvoering te geven aan de gemeentelijke grond - en vastgoedexploitaties. Daarnaast worden deze uitgangspunten gebruikt om de financiële vertaling te maken in de vorm van een begroting, deel B. Deel B wordt in november 2014 ter besluitvorming aan de gemeenteraad aangeboden, gelijktijdig met de algemene begroting. Grondexploitaties: focus en grondprijsdifferentiatie In de grondexploitaties wordt (een cluster van) vastgoed, panden en/of gronden, getransformeerd naar een andere functie, bijvoorbeeld in de Spoorzone waar de gemeente het gebie d transformeert en herontwikkelt van bedrijventerrein naar woningbouwkavels. In 2011 en 2012 heeft de gemeente tussen exploitaties geprioriteerd zodat het aanbod beter aansluit bij de (toekomstige) vraag. Ook zijn financiële uitgangspunten herijkt. Het negatieve effect hiervan is dat de grondexploitatieresultaten stevig naar beneden zijn bijgesteld. Sinds 2013 leidt de vertraagde afzet tot aanvullende verliezen. Het positieve effect hiervan is dat de gemeente nog steeds in elke kern en voor elke doelgroep kavels en locaties aanbiedt, waarbij de focus is gelegd op de realisatie van (goedkopere woningen) voor starters, jonge gezinnen en senioren. De gemeente wil deze groepen voor Deurne behouden. Voor senioren worden plannen ontwikkeld en ondersteund op voor senioren geschikte locaties. Voor starters en jonge gezinnen wordt: ontwikkeld op grote woningbouwlocaties, zoals de Rijtse Vennen en de Spoorzone; actief meegewerkt met Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, bij een concrete vraag; erfpacht ingezet zodat woningen voor deze doelgroep beter betaalbaar zijn; voorgesteld om de grondprijs te differentiëren.
Focus Ook dit jaar wordt de lijn doorgezet. Dit wil ook zeggen dat er geen grote bijstellingen zijn in de projecten. Het grootste woningbouwproject in uitgifte is nu nog de Rijtse Vennen. In dit project wordt met en op init iatief van de ontwikkelaars meebewogen naar deelplannen die beter haalbaar zijn. Het volgende grote woningbouwproject is de Spoorzone. Met de ondertekening van de realisatieovereenkomst tussen de gemeente en AM Wonen is het startsein gegeven. De verwachting i s dat de eerste kavels worden uitgegeven in 2015. Hiervoor was woningbouw al lang gepland, maar kon door de economische recessie nog niet gerealiseerd worden. De economie lijkt in Nederland voorzichtig op te krabbelen en er is weer beweging in de planontwikkeling. Dit is hoopvol. Met name in de bestaande voorraad worden meer woningen verkocht en de woningprijzen in de bestaande voorraad dalen minder sterk. Van vaste grondprijs naar gedifferentieerde grondprijs De belangrijkste wijziging is de grondprijsdifferentiatie. Sinds 2011 is de gemeentelijke grondprijs gelijk gebleven, voor zowel woningbouwkavels als bedrijfskavels. In deze nota wordt voorgesteld om de grondprijzen te differentiëren naar kernen en doelgroepen/woningtypen.
Bij de vaststelling van de Nota Grondbeleid, in oktober 2013, heeft de gemeenteraad de wens uitgesproken om de grondprijzen te differentiëren en erfpacht als pilot in te voeren. Het college heeft deze opdracht ter hand genomen. In hoofdstuk 4 van deze nota zijn de financiële uitgangspunten vastgesteld voor de grondexploitaties. In dit hoofdstuk is de grondprijsdifferentiatie en de erfpacht opgenomen: de grondprijs is gedifferentieerd naar kernen en voor de gemeente prioritaire doelgroepen. De financiële consequenties hiervan worden ingeschat op € 1,5 miljoen. In deel B van de Nota Grondexploitaties (november 2014) worden de exacte financiële consequenties gepresenteerd; erfpacht wordt aangeboden als verkoopstimulans voor huishoudens en bedrijven. De erfpacht wordt in eerste instantie als pilot aangeboden. Door erfpacht kunnen nieuwbouwwoningen en bedrijfshuisvesting sneller binnen handbereik komen voor de consument/producent. Vastgoedexploitaties: dit totaal nieuwe deel verdient aandacht! Vastgoedexploitaties zijn voor het eerst aan deze nota toegevoegd. Er zijn veel argumenten te noemen voor een Nota Grond- en Vastgoedexploitaties. Dit zijn de belangrijkste: de samenhang tussen alle gemeentelijke eigendommen borgen; cyclisch en transparant sturen op het gemeentelijk bezit; (nieuwe) vastgoedinstrumenten en –methodieken borgen; de kaderstellende rol en het budgetrecht van de gemeenteraad borgen; beter inzicht in de financiële resultaten van de vastgoedportefeuille en de risico’s die met het vastgoed samenhangen. Een actueel beeld van het gemeentelijk vastgoed, in hapklare brokken De gemeente heeft om diverse redenen vastgoed in bezit. Dit kan zijn omwille van huisvesting van de gemeentelijke organisatie, maatschappelijke doelstellingen of omdat ze vastgoed in bezit heeft wat ze niet meer nodig heeft voor haar doelstellingen. In deze nota is het gemeentelijke vastgoed (niet behorende tot de grondexploitaties) onderverdeeld in de volgende drie categorieën: maatschappelijk vastgoed (scholen, gemeenschapsaccommodaties, overig maatschappelijk vastgoed en sportlocaties); kernbezit (gemeentehuis, gemeentewerf en de unit op de milieustraat); overig vastgoed. Per categorie wordt in beeld gebracht in welke categorieën de gemeente vastgoed in bezit heeft, hoe dit wordt gebruikt en welke ontwikkelingen daarop van invloed zijn. Maatschappelijk vastgoed Vooral bij het maatschappelijk vastgoed leidt dat tot opvallende inzichten. De gemeente zet maatschappelijk vastgoed in om verenigingen te huisvesten. Daarnaast heeft de gemeente subsidierelaties met deze verenigingen. In de afgelopen jaren is het voorzieningenniveau aardig opgekrikt, met de bouw van de Multifunctionele Accommodatie in Vlierden (’t Huis) en de sporthal in Liessel als nieuwste toevoegingen. Ondanks het goede voorzieningenniveau staat de duurzaamheid van dit niveau onder druk. Gemiddeld staan de gemeenschapsaccommodaties 65% van de tijd leeg, waarbij de verschillen tussen accommodaties groot zijn. Ook scholen en het overig maatschappelijk vastgoed hebben te maken met leegstand. Om te komen tot een voor de burgers duurzaam voorzieningenniveau, is het vinden van oplossingen essentieel. Die oplossingen zijn niet direct voor handen en kunnen alleen gevonden in de integraliteit en samenhang van al het maatschappelijk vastgoed en in goed overleg met partijen. In 2014/2015 wordt het accommodatiebeleid opgesteld en in besluitvorming gebracht. In het najaar van 2014 wordt een discussienotitie aan de commissie voorgelegd.
In deze nota is een eerste belangrijke stap genomen door inzicht te geven. Hoofdstuk 5 gaat nader in op het maatschappelijk vastgoed. Kernbezit en Overig vastgoed De toelichting is beperkt tot een grove weergave van de actuele situatie. Waar het maatschappelijk vastgoed bestuurlijke doelstellingen raakt, is dat bij het kernbezit en overig vastgoed minder direct. De inzet van het kernbezit volgt vooral de organisatorische ontwikkelingen van het ambtelijk apparaat. Het overig vastgoed wordt primair ingezet op basis van juridische en financiële afwegingen: welke afspraken wil de gemeente maken en wat levert het op. De financiële uitgangspunten Drie onderwerpen komen aan de orde. De eerste is de relevante wet- en regelgeving en de ontwikkelingen daarin. Concreet gaat het dan om de regels Besluit, Begroten en Verantwoorden (BBV), Wet markt en overheid, Staatssteun en de aanpassing Wet Vennootschapsbelasting Overheidsbedrijven. Hieruit kan gesteld worden dat overheden veel verder worden ingeperkt in het uitvoeren en uit laten voeren van economische en/of privaatrechtelijke activi teiten. Niet alleen de handelingsvrijheid wordt beperkt, overheden (en dus ook gemeenten) worden steeds vaker en steeds meer behandeld als marktspelers. De tweede is een aangepaste financiële structuur (begroting en verantwoording). De wet - en regelgeving noodzaakt de gemeente om haar kosten en opbrengsten per pand in beeld te hebben en markconformiteit na te streven. Hierom wordt de financiële structuur anders ingericht, waarbij per pand wordt begroot en verantwoord. De begroting wordt ingericht zoals de ze nota is ingericht, dus met de drie categorieën kernbezit, maatschappelijk vastgoed en overig vastgoed (productniveau). Al het vastgoed wordt belegd onder het thema omgeving. Met deze financiële inzichten kan beter worden voldaan aan de wet- en regelgeving, kunnen resultaten en risico’s beter worden bepaald, kan een discussie worden gevoerd over geld-kwaliteit en kan de gemeenteraad haar budgetrecht beter inzetten. De derde zijn de belangrijkste financiële uitgangspunten en methodieken, die gebruikt worden voor het opmaken van de begroting en als uitvoeringskader dienen voor het college . Het gaat dan om huurprijsbepaling, verkoopprijsbepaling, het toepassen van meerjarig onderhoudsplannen, bepalen van onderhoudsniveaus, etc. In hoofdstuk 6 wordt hier uitgebreid op ingegaan. De financiële uitgangspunten helpen om de begroting op te stellen.
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING............................................................................................................................3 INLEIDING .....................................................................................................................................7 GRONDEXPLOITATIES ....................................................................................................................9 HOOFDSTUK 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Macro-ontwikkelingen in de vastgoedmarkt.................................................................................................. 10 Wonen ................................................................................................................................................................... 11 Werken .................................................................................................................................................................. 24 Detailhandelsbeleid ............................................................................................................................................ 30 Conclusies ............................................................................................................................................................. 33
HOOFDSTUK 2 2.1 2.2 2.3
‘FINANCIËLE UITGANGSPUNTEN’........................................................................ 39
Grondprijzen......................................................................................................................................................... 39 Parameters ........................................................................................................................................................... 41 Beschikbare plankosten budget........................................................................................................................ 41 Waardebepaling gronden .................................................................................................................................. 41 Toetsingscriteria financieel rendement........................................................................................................... 42
HOOFDSTUK 4 4.1 4.2 4.3
‘CONCRETISERING NAAR PORTEFEUILLE’ ............................................................ 34
Programma voor wonen en werken ................................................................................................................ 34 Speelruimte .......................................................................................................................................................... 36 Toetsingscriteria maatschappelijk rendement............................................................................................... 36
HOOFDSTUK 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
‘HET SPEELVELD’ ................................................................................................ 10
‘PRIORITERING’ ................................................................................................. 43
Rendementsmatrix.............................................................................................................................................. 43 Doorvoeren beheersmaatregelen .................................................................................................................... 45 Rendementsmatrix: score na doorvoeren beheersmaatregelen ................................................................ 47
VASTGOEDEXPLOITATIES ............................................................................................................. 48 HOOFDSTUK 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
‘MAATSCHAPPELIJK VASTGOED’ ........................................................................ 49
Scholen en gymzalen ........................................................................................................................................... 49 Gemeenschapsaccommodaties ........................................................................................................................ 53 Overige maatschappelijk vastgoed................................................................................................................... 57 Sportlocaties......................................................................................................................................................... 62 Adequate en efficiënte inzet van maatschappelijk vastgoed ...................................................................... 64
HOOFDSTUK 6
‘KERNBEZIT’....................................................................................................... 66
HOOFDSTUK 7
‘OVERIG VASTGOED’.......................................................................................... 67
7.1 7.2
Waar hebben we het over ................................................................................................................................. 67 Ontwikkelingen .................................................................................................................................................... 67
HOOFDSTUK 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
‘FINANCIËLE UITGANGSPUNTEN’........................................................................ 68
Wet- en regelgeving ............................................................................................................................................ 68 Huidige financiële structuur Vastgoed ............................................................................................................ 70 Aangepaste financiële structuur ....................................................................................................................... 71 Lasten..................................................................................................................................................................... 72 Opbrengsten ......................................................................................................................................................... 75
HOOFDSTUK 9
‘BESLUIT’ ........................................................................................................... 77
DEEL B ‘UITKOMSTEN’ ................................................................................................................. 78 BIJLAGEN .................................................................................................................................... 79
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Inleiding Voor u ligt de Nota Grond- en Vastgoedexploitaties, Deel A. Nieuw aan deze nota is dat de vastgoedexploitaties zijn toegevoegd aan de financiële producten van de grondexploitaties. Voorheen werd deze nota de Nota Grondexploitaties genoemd. Deel A is één van de producten uit de beleidscyclus en ligt gelijktijdig voor met de Kaderbrief. In Deel A wordt bepaald hoe de gemeente haar grondexploitatieprojecten en vastgoed wil inzetten en de financiële uitgangspunten worden vastgesteld. Dit vormt de basis van het financiële Deel B (de begroting) en een kader voor de uitvoering.
De gemeente heeft in de afgelopen jaren stevig ingezet op een verbetering van haar vastgoedportefeuille en een professionalisering van het vastgoedbeheer. De effecten hiervan zijn merkbaar, zowel in financiële als organisatorische zin. De gemeente heeft beter zicht op haar vastgoedportefeuille, hoe ze dat gebruikt en wat dat opbrengt of kost. Daarbij is veel aandacht uitgegaan naar inventariseren, archiveren en administreren en de opbrengsten uit verkoop en verhuur zijn groter. Het is tijd voor een volgende stap in dit verbetertraject, namelijk de financiële en bestuurlijke borging van de vastgoedportefeuille. Hoe kan de gemeenteraad sturen op de inzet van het vastgoed? Binnen welke kaders mag het college beslissen en handelen? Hoe staat het er financieel voor? Hoe worden financiële afwegingen gemaakt en welke regels zeggen hier iets over? De belangrijkste redenen om de grond- en vastgoedexploitaties samen te voegen in deze nota, zijn: de samenhang tussen alle gemeentelijke eigendommen te borgen; cyclisch in beeld te brengen welke relevante economische en maatschappelijke ontwikkelingen van invloed zijn op het gemeentelijk vastgoed; borgen van (nieuwe) vastgoedinstrumenten en –methodieken; borgen van de kaderstellende rol en het budgetrecht van de gemeente, waarbij jaarlijks kan worden afgewogen wat de gemeente wil en wat dat (niet) mag kosten of moet opbrengen; een beter beeld te hebben van financiële resultaten van de vastgoedportefeuille en de risico’s die met het vastgoed samenhangen.
7
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Op deze manier kan het verbetertraject vastgoed financieel, bestuurlijk en i nstrumenteel worden geborgd. Het onderbrengen van de vastgoedexploitaties in deze nota gebeurt dit jaar voor het eerst. Hiermee wordt een belangrijke eerste stap gezet. Vervolgstappen hierin moeten worden ingezet in de komende jaren, dit zal leiden tot verbeteringen. LEESTIP De nota is omvangrijk. De informatie helpt u om een beter inzicht te krijgen. Is dit niet nodig, kunt u mogelijk volstaan met de samenvatting en de volgende hoofdstukken die de belangrijkste nieuwe inzichten en wijzigingen weergeven: Grondexploitaties (hoofdstuk 4):
de grondprijsdifferentiatie.
Vastgoedexploitaties (hoofdstuk 5): inzicht in het gebruik van het maatschappelijk vastgoed en de samenhang hiertussen. De gemeenteraad wordt voorgesteld om deze informatie opiniërend te bespreken. Vastgoedexploitaties (hoofdstuk 8): de financiële uitgangspunten, inclusief een nieuwe manier van begroten en administreren, de belangrijkste financiële regelgeving en de borging van methodieken.
8
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Grondexploitaties Gemeentelijke grondexploitaties zijn projecten waarin de gemeente een vastgoedpositie heeft (meestal een cluster van eigendommen) en die transformeert met het oog op een ruimtelijke (her)ontwikkeling. In de meeste gevallen ontwikkelt ze deze actief. Onder een actieve ontwikkeling wordt het totale grondexploitatieproces verstaan, waaronder de planontwikkeling, de planologische wijzigingen, het bouw- en woonrijpmaken en het verkopen van bouwrijpe kavels. De opstallen worden gerealiseerd door (semi)marktpartijen en burgers. Met grondexploitaties worden bestuurlijke en maatschappelijke doelstellingen gerealiseerd, waaronder ruimtelijke doelstellingen (vernieuwing), economische doelstellingen, huisvesting en sociale doelstellingen. In het onderdeel Grondexploitaties worden de economische ontwikkelingen, maatschappelijke ontwikkelingen en het gemeentelijk beleid vertaald in een portefeuillekader. In het portefeuillekader staat samengevat welke programma’s (wonen, werken en detailhandel) de gemeente nastreeft. Deze programma’s worden gerealiseerd in gemeentelijke grondexploitaties, particuliere grondexploitaties en in exploitaties waarin de gemeente met andere partijen (zoals de woningbouwcorporatie of de Tuinbouw Ontwikkelingsmaatschappij) de grondexploitatie voert. In oktober 2013 heeft de gemeenteraad de Nota Grondbeleid vastgesteld. Dit is de lange termijnvisie op het gemeentelijk grondbeleid en de inzet van het grondbeleidsinstrumentarium. Deze nota omvat een belangrijke koerswijzing waarin ze zichzelf terughoudend opstelt op de grondmarkt en de ruimte geeft aan marktontwikkelingen. Ze bouwt haar voorheen actieve rol af en wil groeien in haar activerende en stimulerende rol.
9
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hoofdstuk 1
‘Het speelveld’
In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen geschetst die relevant zijn voor de verwachte resultaten in de grondexploitatie: ‘wat kan de gemeente Deurne?’. Deze ontwikkelingen worden geschetst voor de algemene vastgoedmarkt, de woningmarkt en de commerciële vastgoedmarkt, op macro, regionaal en lokaal niveau. 1.1 Macro-ontwikkelingen in de vastgoedmarkt Voor het eerst sinds jaren wordt er gesproken over economische herstel. Dit is bijvoorbeeld merkbaar in de bestaande woningmarkt. In andere segmenten, zoals de kantorenmarkt, is die verbetering niet merkbaar. De onzekerheid blijft groot. Het aantal werklozen stijgt nog steeds, al is het minder snel. En of economisch herstel doorzet, hoe lang en hoe sterk is nog niet te voorspellen. Bovendien zijn de regionale verschillen groot en zal de situatie niet meer worden zoals die was in de periode v oor de crisis. De vastgoedmarkt heeft nog een lange weg te gaan. Politieke context Na het woonakkoord van begin vorig jaar is er een zekere rust gekomen op de woningmarkt. In het woonakkoord zijn maatregelen genomen om de bouw en daarmee de werkgelegenhei d te stimuleren. Dit woonakkoord is vooral doorgezet. De hypotheekeisen zijn verder aangescherpt. Daarnaast is de lijn naar de corporaties, waarin ze worden gedwongen terug te gaan naar hun kerntaak, doorgezet. Economische context Tekenen van economisch herstel dienen zich aan, al horen daar de nodige nuances bij: na een daling van het aantal werklozen sinds medio 2013 is sinds begin dit jaar weer een stijging merkbaar van 8,6% naar 8,8%. In maart was de werkloosheid weer net zo groot als in juli vorig jaar (CBS). Gemiddeld deed de sterkste stijging zich voer in de categorie vervoer en opslag en de zorgsector; waar de jongerenwerkloosheid stabiliseert neemt de werkloosheid in de leeftijdscategorie 25 tot 45 jaar juist toe; het consumentenvertrouwen stijgt sinds de zomer van 2013, al is de koopbereidheid nog niet groter. Men is over het algehele economische klimaat wel positiever; er worden sinds eind 2013 substantieel meer woningen verkocht. Desondanks daalde de woningprijzen. De huizenprijzen zijn in deze regio gemiddeld met 1,8% gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De Rabobank verwacht dat de huizenprijzen stabiliseren en misschien licht stijgen. Aandachtspunt blijft de leencapaciteit van ZZP’ers, mensen zonder vast contract en starters op de woningmarkt. Die willen vaak wel maar kunnen vaak niet genoeg lenen om een geschikte woning te kopen. Sociale context De belangrijkste wijzigingen in de sociale context worden demografisch bepaald, waaronder het toenemend aantal eenpersoonshuishoudens en de toenemende (mantel)zorgvraag. Wat dit betekent voor het woningbouwprogramma, wordt onder Wonen toegelicht.
10
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Technologische context Twee relevante ontwikkelingen: als gevolg van de economische recessie zijn bouwbedrijven het bouwproces effectiever gaan inrichten. Hierdoor kan niet alleen goedkoper worden gebouwd, ook de risico-opslag is kleiner. Dit heeft een deel van de dalende woningprijzen opgevangen; de energieprijzen zijn relatief laag gebleven. Dit samen met beperkte middelen voor innovatie is er relatief weinig geïnvesteerd in duurzame bouwtechnieken / het verduurzamen van woningen. In 2015 zal de EPC-norm al worden bijgesteld van 0,6 nu naar 0,4. In 2020 moet energieneutraal worden gebouwd. Gevolgen macro ontwikkelingen voor de vastgoedmarkt Het economisch herstel wordt op de voet gevolgd. De gemeente heeft met haar grondexploitatieprojecten een goede uitgangssituatie. Ze heeft de projecten zo bijgesteld dat er plek is voor jonge gezinnen, starters en bedrijven. Daarnaast biedt de gemeente voor ieder wat wils, in elke kern, in elk segment. De gemeente investeert in een beperkt aantal plannen, dat geeft duidelijkheid naar de markt. Voldoende en de juiste kavels aanbieden aan jonge gezinnen en starters op de woningmarkt blijft een aandachtspunt voor de gemeente. Het is aan de consument en aan de bouwsector om plannen daadwerkelijk om te zetten in woningen. De gemeente kan dit stimuleren door zich flexibel op te stellen en de ingezette lijn te versterken. Een passende grondprijs is, juist nu een licht herstel zichtbaar is, meer dan ooit van belang. 1.2 Wonen In paragraaf 1.1 kwamen de algemene economische factoren aan de orde. Deze paragraaf gaat in op de effecten op de woningmarkt rekening houdend met de beleidsuitgangspunten. De relaties tussen deze elementen zijn in figuur 1.1 verwerkt. Op de verschillende onderdelen van dit schema wordt onderstaand nader ingegaan. Ruimtelijke kaders (structuurvisie)
Woningbehoeftenprognose (Regionale woningbouwafspraken)
Bevolking(sontwikkelingen) Woningvoorraad(ontwikkelingen) Woningbehoeftenonderzoeken Marktontwikkelingen Overige externe ontwikkelingen, zoals extramuralisatie zorg (Woonvisie)
Woningbouwinitiatieven Woningbouwkader op basis eigen behoefte (lokale woningbehoefte)
Woningbouwprogramma
Gerealiseerde woningbouw Geen surplus op basisbehoefte
Woningbouw in ontwikkeling (in aanbouw / vergunning)
Inzicht in gewenste aanvullingen / aanpassingen
Figuur 1.1: Invloedsfactoren voor bepaling woningbouwprogramma
De algemene beleidsdoelen Wonen (zie ook paragraaf 2.3) zi jn: versterken van de positie als aantrekkelijke woongemeente voor alle doelgroepen, met behoud van de Deurnese identiteit;
11
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Een woningvoorraad die past bij de kwantitatieve (voldoende woningen) en kwalitatieve (juiste woningen) behoeften van de Deurnese be volking.
Het realiseren van deze doelstellingen gaat niet vanzelf. De koopwoningmarkt lijkt wat op te krabbelen, maar (nog) niet in zijn geheel. De verschillen tussen regio’s en welke woningen wel of juist niet verkocht worden zijn groot. Daarnaast voelt de huurmarkt de beperking van de investeringsruimte voor corporaties door wettelijke maatregelen en heffingen. Beleggers en particulieren zijn met name buiten de grote steden nog afwachtend. Realisatie van de doelstellingen vraagt om inzet, visie en flexibiliteit van de gemeente, maar ook van woningbouwcorporaties zoals Bergopwaarts en ontwikkelaars/bouwers (herontwikkeling plannen, vernieuwende concepten, lagere winsten, e.d.). 1.2.1 De huidige woningvoorraad, ontwikkelingen in de voorraad en de woningmarkt In deze paragraaf komt de gemeentelijke woningvoorraad aan de orde. Wat is de samenstelling van de woningvoorraad en welke ontwikkelingen zijn waarneembaar? De huidige woningvoorraad in de gemeente Deurne bestaat voor 68% uit koopwoningen en voor 32% uit huurwoningen. Het aandeel koopwoningen is hoger dan het landelijk gemiddelde (56%) en het gemiddelde in Zuidoost-Brabant (60%). De samenstelling van de voorraad wijzigt door nieuwbouw, maar ook door verkoop van huurwoningen en sloop.
Koopwoni ngen Huurwoni ngen Tota a l
Tota a l
Wa a rva n gemengde bes temmi ng
Wa a rva n WOZwa a rde < 194.000 (goedkope koop)
8.826 (68%) 4.186 (32%) 13.012 (100%)
793 149 942
829 --
Wa a rva n verhuurder corpora ti e (Bergopwa a rts , Trudo) -3.332
Wa a rva n verhuurder pa rti cul i er
-854
Tabel 1.1: Woningvoorraad gemeente Deurne (Bron: afdeling Economie, gegevens per 1 -1-2013 op basis WOZ / BSOB)
De waarde van de bestaande woningen is de afgelopen jaren gedaald. De dalende gemiddelde WOZ waarde is zichtbaar in de onderstaande tabel. In 2013 hadden 829 koopwoningen een WOZ-waarde lager dan € 194.000, waar er dat in 2012 nog 446 waren. Dit is met name een gevolg van de dalende waarde van bestaande woningen en zeer beperkt van nieuwbouw in het lagere prijssegment. 01-01-2013
01-01-2012
01-01-2010
01-01-2008
koop
huur
koop
huur
koop
huur
koop
huur
Vri js taand / ha l f vri js ta a nd / ges cha kel d
48%
6%
48%
6%
48%
7%
50%
7%
Ri jenwoni ng i ncl . hoek
11%
18%
10%
18%
9%
19%
8%
20%
3%
7%
3%
8%
3%
7%
3%
6%
6%
1%
6%
1%
6%
1%
5%
1%
Tota a l percenta ge
68%
32%
67%
33%
66%
34%
66%
34%
Tota a l a bs ol uut
8826
4186
8587
4273
8380
4304
8108
4201
Appa rtement (incl. boven- en benedenwoni ngen) Overi ge (bedri jfs woni ng/gemengde bes temmi ng)
Gemi ddel de wa a rde (WOZ) € 319.934 excl . Overi ge
€ 192.413
€ 335.783
Tabel 1.2: Woningvoorraad gemeente Deurne (Bron: afdeling Economie)
12
€ 204.660
€ 360.940 € 219.845 € 344.197 € 209.133
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Uit tabel 1.2 blijkt dat de toename van appartementen is gestopt en dat het aantal rijwoningen toeneemt. Dit is mede een gevolg van de nadruk die de afgelopen jaren is gelegd op de realisatie van goedkopere grondgebonden koopwoningen. Het aandeel huurwoningen blijft licht dalen. Verkoop 2013, nieuwbouw en bestaand In 2013 hebben ontwikkelaars en bouwondernemers in heel Nederland 14.769 nieuwe koopwoningen verkocht (gegevens NVB). Dat is 3 procent meer dan in het jaar ervoor en beter dan verwacht. In 2012 daalde het aantal verkochte nieuwe koopwoningen naar 14.000 woningen, een laagterecord sinds 1950. De verwachting is dat 2014 opnieuw in het teken van (verder) verkoopherstel zal staan. Voor 2014 verwacht NVB zo’n 18.000 tot 20.000 verkochte nieuwe koopwoningen. In de bestaande woningvoorraad stijgt het aantal verkopen ook, al is dat in de landelijke jaarcijf ers nog niet terug te zien. Over geheel 2013 registreerde het Kadaster 110.094 verkochte woningen (bestaand). Dit is een daling van 6,1% ten opzichte van 2012 (117.261). In 2011 werden 120.739 bestaande woningen verkocht. Het vierde kwartaal 2013 was echte r 0,7% beter dan het (goede) 4e kwartaal 2012. In 2013 waren bestaande koopwoningen gemiddeld 6,4 procent goedkoper dan een jaar eerder. Vanaf medio 2013 beginnen de gemiddelde prijzen te stabiliseren en deze stabilisatie lijkt door te zetten. De prijzen liggen nu gemiddeld z’n 20% onder het prijsniveau van 2008. In de totale bestaande koopwoningmarkt staan op dit moment naar schatting 256.000 woningen te koop. Dat is een stijging ten opzichte van 2012 en waarschijnlijk een gevolg van de instroom van nieuw woningaanbod als reactie op het stijgende consumentenvertrouwen. In Deurne zijn in 2012 181 bestaande woningen verkocht (exclusief 53 door Bergopwaarts verkochte huur- en Koopgarantwoningen). Ten opzichte van 2012 is dit een lichte stijging. Maar het blijft fors lager dan de ‘topjaren’ 2002 met 347 en 2006 met 340 verkochte bestaande woningen. In 2013 zijn 51 nieuwbouwkoopwoningen opgeleverd, daarvan zijn 33 woningen gerealiseerd op door de gemeente uitgegeven gronden, 3 ruimte voor ruimte-woningen en 15 individuele woningen op losse particuliere locaties (inclusief vervangende nieuwbouw). Dat is een stijging ten opzichte van 2012. In figuur 1.2 wordt de verkoop van bestaande woningen in de afgelopen jaren weergegeven en de oplevering van nieuwbouwkoopwoningen.
13
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Figuur 1.2: Verkoop bestaande en realisatie nieuwe koopwoningen in Deurne (Bron: afdeling Economie)
De gemiddelde verkoopprijs daalt in Deurne. De gemiddelde verkoopprijs was in 2007 € 324.000, in 2012 € 275.000 en in 2013 € 256.000. Deze daling is over de gehele linie zichtbaar. Het betreft hier een landelijk beeld. De prijsdaling is het grootst bij vrijstaande woningen. Figuur 1.3 laat de prijsdaling per woningtype en de gemiddelde prijsdaling zien. Ontwikkeling verkoopprijs relatief (2007 = 1)
Figuur 1.3: Ontwikkeling verkoopprijs woningen gemeente Deurne (Bron: afdeling Economie)
Te koop staande woningen Tabel 1.3 geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal te koop staande woningen in de gemeente Deurne. Het overzicht is per kern inclusief het bijbehorende buitengebied. Per kern is het totaal aantal te koop staande woningen aangegeven en daarnaast is inzicht gegeven in de te koop staande twee-onder-een-kap- en vrijstaande woningen. Het restant tussen het totaal en de twee -onder-eenkap- en vrijstaande woningen zijn appartementen en rij- of hoekwoningen.
14
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023 Deurne totaal 2^1
Vlierden vrijst. totaal 2^1
Neerkant vrijst.
totaal
2^1
Liessel vrijst.
totaal
2^1
Helenaveen vrijst.
totaal 2^1
vrijst.
feb. 2009
188
51
73
7
4
3
19
2
16
20
8
11
9
2
7
feb. 2010
214
58
96
11
2
9
20
2
18
31
6
21
15
0
14
feb. 2011
241
57
102
8
1
7
22
5
16
37
7
25
13
1
12
feb. 2012
285
68
125
10
1
9
22
3
18
44
10
30
16
1
15
feb. 2013
301
74
134
11
1
10
28
9
17
51
17
30
17
0
17
271
61
124
14
0
12
26
6
18
52
11
38
20
1
17
feb. 2014 >1000m2 55 4 11 (2014) >1 jr te koop 63% 64% 69% (2014) Tabel 1.3: Overzicht te koop staande woningen (Bron: afdeling Economie)
22
12
71%
55%
Op dit moment staat 4,3% van de koopwoningvoorraad te koop. Het aantal te koop staande woningen in de kern Deurne daalt voor het eerst in jaren. In Helenaveen, Liessel en Vlierden blijft het aanbod stijgen. Het is echter de verwachting dat het aanbod ook in de kern Deurne weer zal stijgen, omdat in het verleden nogal wat woningen uit de markt zijn gehaald. Wellicht dat deze eigenaren het opnieuw gaan proberen nu de markt voorzichtig aantrekt. Het percentage woningen dat meer dan 1 jaar te koop is in alle kernen, behalve in Helenaveen, gestegen. Gemiddeld staat bijna 65% meer dan 1 jaar te koop. Dat komt met name door het zeer ruime aanbod van duurdere, grondgebonden woningen: gekeken naar type woning is 21% van de te koop staande woningen een twee-onder-eenkapwoning en 55% vrijstaande woning (zie tabel); van de te koop staande bestaande woningen in Deurne heeft nog steeds ruim 66% een verkoopprijs van meer dan € 250.000,- (gegevens Funda). Vorig jaar was dat 69%. In het totaal zijn er in de gemeente Deurne 104 woningen met een kavel > 1000 m2 te koop (in februari 2013 waren dat er 101). Dat is 27% van de te koop staande woningen. In de kerkdorpen ligt dit percentage hoger, in Helenaveen zelfs meer dan 50%. 1.2.2 De huidige bevolking, verwachte ontwikkelingen en woonwensen Woningen zijn er om de bevolking te huisvesten. Om er voor te zorgen dat de woningvoorraad aansluit bij de huidige en toekomstige behoeften van de Deurnese bevolking is inzicht noodzakelijk in de huidige bevolkingsopbouw en de verwachte veranderingen. In het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven is afgesproken om de provinciale bevolkings - en woningbehoeftenprognose te hanteren als basis voor beleid en regional e afspraken. De provincie Noord-Brabant actualiseert deze prognose iedere drie jaar. De laatste actualisatie dateert van eind 2011 (gepubliceerd januari 2012) en de resultaten van de volgende actualisatie worden in oktober 2014 verwacht. Voor het wonen geeft de omvang en de verdeling van de huishoudens naar leeftijd en samenstelling inzicht in de veranderende behoeften. Een paar simpele lijnen: als het aantal huishoudens niet meer toeneemt, is uitbreiding van de woningvoorraad niet meer aan de orde. Uiteraard moeten slechte woningen wel worden vervangen en zijn wijzigingen in de samenstelling (type woningen) nog wel noodzakelijk; veel eenpersoonshuishoudens betekent per huishouden gemiddeld een lager besteedbaar inkomen. Vaak is ook de vraag naar ruimte kleiner; veel 75+, maar vooral 85+ huishoudens leidt tot stijging van de vraag naar wonen met zorg (en welzijn).
15
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
In de provinciale huishoudensprognose 2011 zijn voor Deurne twee belangrijke hoofdlijnen zichtbaar: 1. rond 2027 zal sprake zijn van een stabilisatie van het aantal huishoudens en vanaf 2030 van een daling. Daarmee stabiliseert c.q. daalt de woningbehoefte (het woningtekort slaat op termijn om in woningoverschot); 2. de samenstelling van de bevolking (en daarmee de huishoudens) verandert in snel tempo. Namelijk: meer senioren en vooral ook oudere senioren; stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens. De volgende grafieken geven inzicht in de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van de huishoudens naar leeftijd en samenstelling. De eerste grafiek geeft inzicht in het aantal huishoudens naar leeftijd. De tweede grafiek laat de toename van het aandeel eenpersoonshuishoudens zien. 16000 14000 12000
85+
10000
75-84
8000
55-74 35-54
6000
25-34
4000
tot 25
2000 0 2005
2013
2020
2030
2040
2050
Tabel 1.4: De huidige huishoudensopbouw en prognose huishoudensontwikkeling (gegevens CBS en prognose provincie Noord -Brabant 2011)
Tabel 1.5: De huidige huishoudensopbouw en prognose huishoudensontwikkeling (gegevens CBS en prognose provincie Noord -Brabant 2011)
16
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
De tendens die zichtbaar is in bovenstaande grafieken is nauwelijks bij te sturen. De toekomstige 85-plussers wonen al in Deurne en er worden steeds minder kinderen geboren. De stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens is zowel een gevolg van de individualisering (langer / vaker (weer) alleenstaand) als van de vergrijzing (wegvallen van partner door overlijden) . In de tabel is bewust de grens voor seniorenhuishoudens op 85+ gelegd. Senioren blijven het liefst zo lang mogelijk in de eigen woning wonen. Pas als dit niet meer kan, vaak gekoppeld aan een toenemende zorgvraag, verandert de woonbehoefte. Tot nu toe is dan vaak sprake van een overgang naar het verzorgingshuis of verpleeghuis. Door de veranderingen in de zorgwetgeving (scheiden van wonen en zorg, geen verblijfsindicatie bij lagere zorgzwaarten) zal de behoefte aan geschikte zelfstandige woonruimten voor zorgvragers toenemen. Uit de prognoses blijkt verder dat het aantal 85+ huishoudens in ieder geval stijgt tot 2050. Alle andere huishoudenscategorieën dalen nu al of gaan op termijn dalen. De zeer beperkte verhuisgeneigdheid van senioren en de dalende woningbehoefte op termijn leiden tot een paradox. Op dit moment is er een behoefte bij starters en gezinnen tot 35 jaar aan grondgebonden betaalbare woningen (huur en koop). Woningen waar de huidige senioren zo lang mogelijk in willen blijven wonen, maar die ze over een aantal jaar ‘massaal’ willen (moeten) gaan verlaten omdat de zorgbehoefte toeneemt of door overlijden. Voor een passende woningvoorraad op langere termijn is de structurele bevolkingsverandering van belang, maar alleen bouwen voor de toekomst is geen optie. Voor de verkoop en verhuur van vandaag en morgen zijn de wensen van de verhuisgeneigden van belang. Een goed woningbouwprogramma combineert de kennis voor de toekomst met de mogelijkheden van vandaag en morgen. Dit vraagt om flexibiliteit in het programma, maar ook van de te realiseren woningen. Een woning die vandaag geschikt is voor een starter moet in de toekomst geschikt zijn voor een senior. Dit is een kleinere en betaalbare woning op een centrale locatie in de nabijheid van voorzieningen. Dat is ook de lijn die is ingezet met de gemeentelijke Woonvisie 2008: een gedifferentieerd woningbouwprogramma met het accent op senioren/zorgvragers en starters/(jonge) gezinnen. Een aanvulling hierop is dat naast nieuwbouw (zoveel mogelijk op inbreidingslocaties) ook een aanpassing van de bestaande voorraad noodzakelijk is om aan de veranderende woningbehoefte te voldoen. Als dit leidt tot aanpassingen in het woningaantal, bijvoorbeeld bij splitsing van woningen zoals aan de Europastraat, dan worden deze projecten opgenomen in het woningbouwprogramma. Migratie De prognose van de provincie is gebaseerd op migratiesaldo 0 en geeft dus de natuurlijke ontwikkeling aan. Deze cijfers worden (zeer) beperkt beïnvloed door de migratiegegevens. Het migratiesaldo van de gemeente Deurne 2013 was (wederom) negatief. In de afgelopen jaren kende Deurne alleen in 2010 en 2011 een positief migratiesaldo. Het migratiesaldo tot 23 jaar en boven de 75 jaar is structureel negatief. De groep tot 23 jaar is beperkt te binden, aangezien veel vertrekken naar de studentensteden. Bij de 75-plussers is het vertrek voor zover kan worden nagegaan altijd gekoppeld aan een zorgbehoefte die blijkbaar (nog) niet in Deurne kan worden ingevuld.
17
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Tabel 1.6: Migratiesaldi exclusief instellingen
Woonwensen Inventarisatie van de woonwensen vindt plaats onder verhuisgeneigde huishoudens. Ze geven dus met name een beeld voor de wens op korte termijn (tot circa 5 jaar). Een geuite woonwens is overigens niet getoetst op financiële haalbaarheid. Uit de gemeentelijke rapportage van het Woningbehoeften-onderzoek Zuidoost-Brabant 2011 (uitgevoerd in opdracht van het SRE) blijkt dat: 1. in Deurne in vergelijking met zowel De Peel als heel Zuidoost-Brabant veel verhuisgeneigde huishoudens starters zijn (49%, tegen 39% voor De Peel en 29% voor Zuidoost-Brabant); 2. in Deurne 67% van deze starters (nu onzelfstandig wonend) aangeeft naar een huurwoning te willen; 3. een opvallend hoog percentage van de verhuisgeneigden in een koopwoning naar een huurwoning wil, namelijk 75%. Samengevat laat het woningbehoeftenonderzoek voor Deurne een enorm tekort aan huurwoningen zien, in alle prijsklassen, maar vooral in de sociale huursector. Het theoretisch tekort bestaat voor 75% uit huurwoningen en voor 25% uit koopwoningen. Daarnaast wordt in het onderzoek een overschot zichtbaar in de dure koopsector (> € 333.000,-). Dat 75% van het theoretisch tekort aan woningen in Deurne uit huurwoningen bestaat is erg hoog, ook in vergelijking met de andere gemeenten in het onderzoek. Natuurlijk zijn de resultaten van het onderzoek deels getekend door de crisis (consumentenvertrouwen) en de situatie op de woningmarkt, maar deels is het een tendens. Jongeren die flexibel willen zijn in verband met werk, senioren die van de zorg van een koopwoning af willen en/of geld vrij willen maken. Het is daarom raadzaam goed te luisteren naar het afgegeven signaal voor Deurne. De huidige woningzoeker wil veel vaker huren dan in het verleden en minder vaak kopen. In 2014 wordt opnieuw een woningbehoeftenonderzoek gehouden in Zuidoost-Brabant. De resultaten zijn begin 2015 beschikbaar. Verwachting dat de vraag naar huur blijft door de verminderde financieringsmogelijkheden van starters, maar minder extreem is dan in het vorige onderzoek. Ook landelijk wordt onderzoek gedaan. Het landelijk Woon-onderzoek (maart 2013) laat de volgende lijn zien. De afname van het aantal gerealiseerde verhuizingen (met name in de koopsector) leidt ertoe dat het aantal mensen dat wil verhuizen is toegenomen. Mensen stellen hun gewenste verhuizing uit, maar niet af. Er zijn landelijk 14 procent meer huishoudens die willen verhuizen dan in 2009. De groep daarbinnen die actief op zoek is, nam minder toe: met circa 5 procent. 18
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
De niet aflatende verhuiswens levert een langzaam vollopend stuwmeer van verhuisplannen op. Slechts een kleine groep laat zijn plannen verdampen. Veel zoekers zijn tamelijk realistisch en geven aan pas over een jaar of twee jaar te willen verhuizen. In het stuwmeer zijn landelijk eigenaar-bewoners en mensen boven 45 jaar sterker vertegenwoordigd. Dat betekent overigens niet dat deze huishoudens alleen een koopwens hebben. Juist de huursector is meer in trek. Starters en huurders willen iets minder vaak verhuizen naar een koopwoning dan vroeger. Evenzo geven eigenaar-bewoners meer dan vroeger aan na verkoop te opteren voor een huurwoning. Het is de vraag of dit structurele of conjuncturele veranderingen zijn. Verwachtingen voor de toekomst op basis van demografische gegevens, de resultaten van het woonwensenonderzoek en de woningmarkt De voorgaande cijfers geven aan dat, ook nu de koopwoningmarkt voorzichtig aantrekt, de afzet van duurdere / grotere woningen problematisch is. Deze woningen zijn voor slechts een beperkte groep betaal- en financierbaar. Vanwege de trend naar eenpersoonshuishoudens is niet te verwachten dat de vraag op een later moment alsnog komt. Daarnaast dreigt leegstand / ander gebruik in de bestaande voorraad. In het buitengebied wordt dit op diverse plaatsen in Brabant al zichtbaar. De woningvraag zal vanwege wijziging in huishoudensgrootte en leeftijd van de huishoudens veranderen. Heel algemeen zal de tendens zijn: verdere afname van de vraag naar grote dure woningen; een toename van de vraag naar huurwoningen (senioren geven nog steeds de voorkeur aan huren boven kopen); een toename van de vraag naar wonen met zorg. In de huidige woningmarkt zien we duidelijk dat starters zich sterker oriënteren op de huurmarkt. Dit beeld wordt bevestigd in het woonwensenonderzoek, waaruit (nogmaals) blijkt dat de huurwens zich niet beperkt tot starters. Reden voor deze vraag is het gebrek aan vertrouwen in de woningmarkt, de baanonzekerheid en de lastige financierbaarheid. Het beeld is dat in de kerkdorpen aan deze behoefte kan worden voldaan, in de kern Deurne niet. Conclusies Voor de woningbouw gelden de volgende aandachtpunten: de vraag ligt bij de huur- en goedkopere koop. Een woningaanbod aansluitend op de wensen 20 tot 35-jarigen biedt (in ieder geval tot 2020) reële kansen tot daadwerkelijk behoud (en terugkeer) van deze doelgroep in (voor) Deurne; de samenstelling van de woningvoorraad zal verder afgestemd moeten worden op het groeiend aandeel oudere senioren (80/85+). Zo wordt tegemoet gekomen aan de wens zo lang mogelijk zelfstandig te wonen en worden de (zorg)kosten beperkt. Grote vraag is hoe jongere en oudere senioren tijdig verleid kunnen worden om te verhuizen, zodat ook in de bestaande voorraad woningaanbod vrijkomt voor starters / jonge gezinnen. 1.2.3 Regionale woningbouwafspraken In het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven worden jaarlijks de regionale woningbouwafspraken geactualiseerd. Regionale woningbouwafspraken zijn enerzijds verplicht vanuit de Verordening Ruimte van de provincie, maar anderzijds ook noodzakelijk omdat regionale afstemming tot een sterkere regio en daarmee sterkere gemeenten leidt. De regionale woningbouwafspraken zijn (op dit moment) beperkt tot nieuwbouw.
19
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
In de Verordening van de provincie Noord-Brabant is vastgelegd dat wanneer in een bestemmingsplan nieuwe plancapaciteit voor woningbouw is opgenomen dit moet passen binnen de nog beschikbare ruimte in de plancapaciteit. De maximale plancapaciteit die de gemeente mag benutten is 100% van het aantal woningen dat de gemeente op basis van het regi onaal woningbouwprogramma in 10 jaar aan de voorraad mag toevoegen. Bij de vaststelling van bestemmingsplannen is het dan ook noodzakelijk om terughoudend om te gaan met de toekenning van nieuwe directe woonbestemmingen (gekoppeld aan een maximaal aantal woningen). Het risico bestaat dat op termijn alle beschikbare plancapaciteit planologisch reeds is ingevuld en nieuwe / gewenste ontwikkelingen geblokkeerd worden. Dit kan het gevolg zijn van ‘reserveringsclaims’ door particulieren/ontwikkelaars, maar het kan ook gemeentelijke locaties betreffen (bijvoorbeeld locaties voor grote / dure kavels waaraan in de woningmarkt geen behoefte is). De regionale woningbouwafspraken, de benutte plancapaciteit in bestemmingsplannen en de voorgenomen woningbouwontwikkelingen worden jaarlijks via een door de gemeente in te vullen matrix gemonitord door de provincie Noord-Brabant. De regionale woningbouwafspraken zijn gebaseerd op de provinciale bevolking- en woningbehoeftenprognoses 2011 en worden eind 2014 / begin 2015 herzien op basis van de nieuwe prognose. Kwantitatief Op basis van de provinciale prognose 2011 ontstaat het volgende beeld, waarbij duidelijk te zien is dat de behoefte aan extra woningen op termijn afneemt: Gemiddeld aantal woningen per jaar op basis van de behoefteprognose 2011 t/m 2014 140 2015 t/m 2019 100 2020 t/m 2024 50 2025 t/m 2029 10 2030 e.v. Alleen vervangende nieuwbouw/sloop Tabel 1.7: Provinciale kwantitatieve behoefteprognose
Gelet op de voorgenoemde 10-jaarstermijn is afgesproken dat de regionale woningbouwafspraken elk jaar een jaartje opschuiven. Het aantal toe te voegen woningen in 2013 is hoger dan in 2023. Het totaal aantal toe te voegen woningen zou dus steeds lager moeten worden, maar de toevoeging 2013 was zodanig laag dat dit niet het geval is. Voor de periode 2013-2022 was de toevoeging voor Deurne 1059 woningen, voor de periode 2014-2023 wordt dat 1072. Het woningbouwprogramma in het project Spoorzone maakt deel uit van de woningbouwafspraken. Alleen Ruimte voor Ruimtewoningen en in bijzondere gevallen woningen voor extramuralisatie en huisvesting arbeidsmigranten mogen buiten de woningbouwafspraken worden gerealiseerd. Of de door de provincie berekende woningaantallen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd is afhankelijk van de woningmarkt en in hoeverre we (alle partijen) slagen die producten op de markt te brengen waar behoefte aan is en afgenomen kunnen worden (woonlasten / financieringsmogelijkheden (hypotheken). Een passend programma bieden is dus een absolute voorwaarde.
20
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Kwalitatief Kwalitatief zijn er weinig regionale afspraken vastgelegd. Een harde afspraak is dat Deurne minimaal 35% van de toevoeging aan woningen moet realiseren in de sociale sector (huurwoningen tot de huurtoeslaggrens en koopwoningen tot € 194.000,--). Dit is geheel in lijn met de gemeentelijke uitgangspunten en de huidige behoeften op de woningmarkt. Daarnaast neemt lokaal, regionaal en provinciaal de belangstelling voor wonen met zorg toe. Het is noodzakelijk om bij het maken van afspraken over nieuwbouw en verbouw duidelijke afspraken te maken over de realisatie van de berekende behoeften aan geschikt, ve rzorgd en beschermd wonen. Binnen de gemeente en met externe partners, zoals Bergopwaarts, ontwikkelaars en zorginstellingen. De cijfers voor Deurne voor 10 jaar: toevoeging 1072 woningen, waarvan: o geschikt wonen voor senioren: 45%; o verzorgd wonen voor senioren: 17%; en aanvullend: Beschermd wonen (intramuraal): 80. 1.2.4 Gemeentelijk woningbouwprogramma, transformatie en flexibiliteit Het gemeentelijk woningbouwprogramma moet zowel passen binnen de regionale woningbouwafspraken, als aansluiten bij de lokale behoeften. Gezien de sombere economische verwachtingen en aanhoudend hoge en toenemende werkloosheid, matige koopkracht en de doorgevoerde strengere hypotheekregels voor koopstarters, zal de verkoop van nieuwe woningen ook in 2014 beperkt, maar wel iets beter dan in 2013, zijn. Uitgangspunt in het gemeentelijk woningbouwprogramma is dan ook dat de woningmarkt in 2014/2015 weer zijn weg omhoog vindt. Vanuit de woningbehoefte is dit een logisch uitgangspunt, namelijk: het aantal huishoudens neemt sneller toe dan de woningvoorraad; niet vervulde woonwensen. De economische situatie is leidend voor de vraag wanneer en in welke vorm de nieuwbouw aantrekt. Ook bij een blijvende stagnerende economie wordt de vraag naar woningen urgenter. Dit zullen dan voornamelijk huurwoningen zijn. Bij een snel aantrekkende economie neemt de vraag naar koopwoningen toe. Flexibiliteit en maatwerk zijn sleutelwoorden in het programma. Realisatie nieuwbouw In 2013 zijn 63 woningen gerealiseerd, waarvan 80% koop en 20% huur. In 2012 waren dat nog 75 woningen, 40% huur en 60% koop. Dit lage aantal gerealiseerde woningen is in lijn met de verwachting, aangezien er in 2012 slechts 73 woningen in aanbouw werden genomen. In 2013 zijn er 67 woningen in aanbouw genomen. Dat aantal was lager dan de verwachting en het programma. Dit kwam vooral door het doorschuiven van woningen op de locatie De Rijtse Vennen. Op 1 januari 2014 waren er 108 woningen in aanbouw, waarvan 25 huurwoningen. De realisatie van huurwoningen staat ondanks de verschuiving in de vraag onder druk. Corporaties moeten terug naar de kerntaak (verhuur sociale huurwoningen) en hebben de ambities fors ingeperkt, ook door gebrek aan investeringsruimte (heffingen) en verkleining van de mogelijkheden voor financiële borging van leningen. Dit geldt landelijk, maar ook Bergopwaarts en Trudo hebben de nieuwbouwambities drastisch moeten verlagen. De aandacht verschuift naar het bestaande bezit aan sociale huurwoningen (en de mogelijkheden tot aanpassing daarvan aan de toekomstige vraag) en een beperkte / gerichte toevoeging. 21
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Voor de (iets) duurdere huurwoning ontstaat daarmee ruimte voor beleggers. Beleggers staan vooralsnog echter niet te springen om op dit ‘gat’ in te springen, Nederland (en zeker ook Deurne) kent maar een beperkte ‘traditie’ op het gebied van vrije sector huur. Beleggers richten zich nagenoeg alleen op de grote steden (Randstad tot Eindhoven). Collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) De behoefte aan toevoeging van koopwoningen is beperkt, maar voor zover deze behoefte er is, concentreert de behoefte zich op het goedkoop en middelduur segment. In dit segment is CPO een toepasbaar product. De recente projecten in St. Jozefparochie, Helenaveen, Vlierden en nu Zeilberg, Neerkant en wederom Vlierden laten dat ook zien. Wat deze projecten ook laten zien is dat de realisatie om veel inzet / tijd van de gegadigden zelf vraagt en dat ook hier de financiële mogelijkheden zeer bepalend zijn voor deelname. Alle projecten startte met een grote groep belangstellenden, waarvan om allerlei legitieme redenen (koop bestaande of nieuwe woning, niet voldoende hypotheek, privésituatie e.d.) mensen afhaken. Dit is geen reden om projecten niet te starten / geen mogelijkheden te bieden. Wel een signaal dat CPO niet voor iedereen ‘het antwoord’ is op de woonwens. In de praktijk blijven voor elk project maar een beperkt aantal mensen over (het kleinste project was 7 woningen en het grootste 13 woningen). Daarnaast speelt het punt van (tijdelijke) verzadiging mee: in Helenaveen zijn op dit moment geen gegadigden voor een tweede project, in Walsberg heeft de Dorpsraad de behoefte geïnventariseerd en zijn (nog) onvoldoende gegadigden en het CPO-project in Liessel staat voorlopig in de ‘ijskast’ wegens gebrek aan gegadigden. CPO is daarmee een antwoord op de vraag van starters / jonge gezinnen (of soms senioren), maar zeker niet het enige. Zaak is om gedifferentieerde mogelijkheden te bieden. Bijzondere woonvormen Naast het ‘reguliere’ wonen in woningen zijn er talloze manieren van bi jzonder wonen. Het kan gaan om groepswoningen voor dementerenden, ouderinitiatieven voor kinderen met een zorgbehoefte, een woongroep, een Thuishuis, etc. De verwachting is dat de behoefte aan andere woonvormen zal toenemen. Het faciliteren van initiatieven vanuit een positieve houding (oplossingsgericht) blijft dan ook van groot belang. Het gemeentelijk woningbouwprogramma Het gemeentelijk woningbouwprogramma is de afgelopen jaren ingrijpend aangepast met het uitgangspunt ‘bouwen voor de eigen woningbehoefte, met een nadruk op starters / jonge gezinnen en senioren’ als basis voor het gehele woningbouwprogramma. Het kwalitatieve programma op basis van de Woonvisie 2008-2020 is daarmee als volgt: Sociale huur Gewenst (basis Woonvisie 2008-2020) 27,0%
Overige huur
Sociale Koop Koop Koop koop 194.000 - 250.000 - >333.000 (<194.000) 250.000 333.000
12,6%
20,8%
Tabel 1.8: Kwalitatieve programma op basis van de Woonvisie (2008)
22
21,4%
10,5%
7,7%
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Het woningbouwprogramma 2014 - 2023 ziet er, inclusief de in aanbouw zijnde woningen en op basis van de huidige kennis en afspraken, als volgt uit: Sociale huur
Overige huur
Sociale koop (<194.000)
Koop Koop Koop 194.000 - 250.000 - >333.000 250.000 333.000
Gewenst (basis Woonvisie 2008-2020) 27,0% Gewenst in aantallen 289
12,6% 135
20,8% 223
21,4% 230
10,5% 112
7,7% 83
Huidig woningbouwprogr. 1 Huidig woningbouwprogr.
22,7% 206
6,2% 56
26,5% 240
20,3% 184
6,5% 59
17,8% 161
Verschil wbp-gewenst
-83
-79
17
-46
-53
78
Tabel 1.9 Huidige woningbouwprogramma (Bron: afdeling Economie)
Deze samenvatting laat zien dat extra (vrije sector) huurwoningen gewenst zijn en de dure koopsector over-geprogrammeerd is. De overprogrammering in de dure koop blijft zorgwekkend voor zover de plannen niet verschove n kunnen worden naar een goedkoper segment. Als dit niet kan dan heeft dit gevolgen voor de realisatie van plannen (uitstel wat waarschijnlijk leidt tot afstel). Tevens raakt het de verkoopbaarheid van de bestaande woningbouw (concurrentie en overaanbod wat kan leiden tot leegstand). Overaanbod is een risico, zowel voor de doorgang van projecten, de realisatie van het gewenste aantal woningen, als voor de totale woningmarkt. Daar waar de gemeente de grondexploitant is, kan ze het programma soms direct beïnvloeden. Daar waar ze dat niet is of waar ze afhankelijk is van afspraken met ontwikkelaars, is de gemeente afhankelijk van de flexibiliteit en bereidwilligheid van andere partijen. Omdat het huidig woningbouwprogramma 2014-2023 niet alle ‘beschikbare’ woningen conform de provinciale woningbehoeftenprognose toerekent is het risico op stagnatie echter beperkt. Er is op dit moment speelruimte waardoor het mogelijk is om in te spelen op concrete / alternatieve vragen. Blijvend aandachtspunt vormt de realisatie van nieuwbouwwoningen. Niet gerealiseerde woningen kunnen en mogen niet ‘zomaar’ doorgeschoven worden, bekeken moet worden of in de toekomst wel vraag naar deze woningen wordt verwacht of dat herziening van de plannen wellicht noodzakelijk is. Als deze woningen ‘gewoon’ doorgeschoven worden is er op termijn geen ruimte meer voor nieuwe / wel gewenste plannen. Om goed in te kunnen spelen op de huidige woningmarkt en de behoeften op korte en langere termijn blijft het noodzakelijk om: ruimte te behouden in het programma (anders gezegd: de berekende woningbehoefte voor 10 jaar niet volledig afdekken met nieuwbouwplannen); per nieuwbouw- of herontwikkelingslocatie te bepalen waar de kracht van de locatie ligt en mede op basis daarvan op welke doelgroep de focus ligt.
1
het huidige woningbouwprogramma omvat 905 woningen. Dit is inclusief een reservering voor transformatie (omzetting detailhand el naar wonen, grotere woningen ombouwen naar kleinere woningen e.d.) van 50 woningen en exclusief een vrije ruimte van 203 woningen. Deze vrije ruimte zal ingevuld worden door particuliere mogelijkheden in vastgestelde bestemmingsplannen, nieuwe initiatieven en op termijn wijzigen door afnemende behoefte. Daarnaast is uitgegaan van de sloop van 23 woningen en 13 ruimte voor ruimtewoningen. Voor de gewenste aantallen op basis van de woonvisie is uitgegaan van de regionale afspraken 1072.
23
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Doel van het plaatsen van een focus is: Duidelijk onderscheid tussen locaties. De marketing kan hierop worden afgestemd en het geeft ontwikkelaars vertrouwen; Afstemming tussen locaties: o voorkomen dat plannen door onderlinge concurrentie nie t van de grond komen; o de juiste doelgroep op de juiste locatie: versterken van bestaande voorzieningen en benutten van sterke punten locatie; o prioriteiten leggen (prioritaire locaties: ‘actieve houding’ en optionele locaties ‘passieve houding’). In bijlage 2 is een samenvatting van het woningbouwprogramma naar locatie en met focus opgenomen. De prioritering is verder uitgewerkt in hoofdstuk 4. 1.2.5 Conclusie Het gemeentelijk woningbouwprogramma is de afgelopen jaren ingrijpend aangepast met negatieve financiële gevolgen voor de gemeente. Dit was noodzakelijk, omdat vasthouden aan een programma waar geen vraag naar is, op termijn nog grotere gevolgen heeft. Niet alleen in de gronduitgifte, maar ook via uitkeringen in het gemeentefonds gebaseerd op inwonersaantallen en woningvoorraad, en vooral ook op de leefbaarheid in Deurne (voorzieningen, onderwijs). Gelet op de voorzichtig aantrekkende woningmarkt is een verdere (ingrijpende) aanpassing van het gemeentelijk woningbouwprogramma op dit moment niet noodzakelijk. Volstaan kan worden met het inspelen op mogelijkheden, ontwikkelingen, kansen. Doelstelling is het vervullen van de woningbehoefte en het minimaal op peil houden van het aantal inwoners. Binnen deze doelstelling gelden de volgende kaders: insteek blijft om als gemeente bij voorkeur niet mee te werken aan het op de markt brengen van woningen / kavels die niet afzetbaar zijn in de markt en/of tot verdere verstoring van de bestaande markt leiden (en daarmee leegstand / ander gebruik in de bestaande voorraad); verwacht wordt dat de markt de prijzen verder zal gaan aanpassen aan de vraag (verlaging om woningen te realiseren in prijsklassen waar wel vraag naar is). Deze prijsaanpassing is niet verwerkt in het woningbouwprogramma. De afzet blijft (ook voor de gemeente) een risico en ook de gemeente zal toe moeten naar prijsdifferentiatie; waar mogelijk wordt de realisatie van extra huurwoningen gestimuleerd; stimulering van de realisatie van de gewenste prioritering (starters/jonge gezinnen en senioren) met oog voor de verschillen tussen de kernen door grondprijsdifferentiatie. Bovenstaande flexibele houding neemt niet alle risico’s weg. De belangrijkste (financiële) risico’s zijn een verschuiving in de tijd en het ook op termijn onverkoopbaar blijken van de duurdere woningen / kavels. 1.3 Werken In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkelingen die we in Deurne zien, de beleidsuitgangs punten en de effecten op en vertaling in het programma voor werken. De relaties tussen deze elementen zijn in de onderstaande figuur verwerkt. Op de verschillende onderdelen van dit schema wordt onderstaand nader ingegaan.
24
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Figuur 1.4: Invloedsfactoren voor bepaling werkenprogramma
Zoals in het schema duidelijk is weergegeven wordt in algemene zijn onderscheid gemaakt tussen de vraagzijde en aanbodzijde van de bedrijventerreinmarkt. Op de vraagzijde heeft de gemeente maar beperkt invloed. Dit is in belangrijke mate door externe factoren als conjunctuur en demografie bepaald. Wel kan in beperkte mate meer aanbod ook meer vraag oproepen. Gemiddeld genomen is het echter zo dat 90% van de vraag vanuit de eigen gemeente komt. Hieronder wordt ingegaan op de vraag, het aanbod en het beleid ten aanzien van de bestaande voorraad en het aanbod van nieuwe terreinen. 1.3.1 De vraag naar bedrijventerreinen Macro-economische en demografische ontwikkelingen zijn onmiskenbaar van invloed op de markt van bedrijventerreinen. De afgelopen jaren is de vraag naar bedrijventerreinen teruggelopen door de economische crisis waardoor bedrijven minder ruimte nodig hadden en minder investeringsbereid zijn geweest. In de lange termijn vraagraming zoals die door de provincie Noord -Brabant is opgesteld, is uitgegaan van het Transatlantic Market scenario van het CPB. In dat scenario wordt uitgegaan van een gemiddelde groei van de Nederlandse economie met 2,2% per jaar, waarbij rekening wordt gehouden met perioden van hoog- en laagconjunctuur. In werkelijkheid was er sprake van een gemiddelde groei van -0,25% en dat over een periode van maar liefste 6 jaar (20082013). Tot en met 2017 verwacht het CPB dat de groei gemiddeld rond 1,5% zal bedragen. In 2014 is wel duidelijk sprake van een eerste herstel. Met name de wereldhandel en de Nederlandse export trekken duidelijk aan. Demografie Er zijn echter ook meer structurele veranderingen gaande die van invloed zijn op de vraag naar bedrijventerreinen. De Nederlandse bevolking en daarmee de beroepsbevolking vergrijsd en ontgroend waardoor er uiteindelijk krimp zal gaan optreden. Dit zet een rem op de groei van de werkgelegenheid en de vraag naar meer bedrijventerrein. De bedrijventerreinmarkt verschuift dan ook steeds meer van een uitbreidingsmarkt naar een vervangingsmarkt. Schaalverkleining Een andere structurele ontwikkeling is dat bedrijven gemiddeld genomen kleiner worden. In veel sectoren groeit het aantal ZZP’ers en kleine bedrijfjes. Met name onder deze groep zijn informele werklocaties zoals het buitengebied (VAB’s) en woonwijken populair als vestigingsplaats. Dit gaat ten koste van de vestiging van dit type bedrijven op bedrijventerreinen. Anderzijds zoeken bedrijventerreinvreemde bedrijfstakken zoals detailhandel, horeca en instellingen vaker het bedrijventerrein als locatie op. Deze ontwikkelingen hebben invloed op het aandeel werkgelegenheid op de bedrijventerreinen (locatietypevoorkeur) waarmee in modellen wordt gerekend.
25
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Ruimtebeslag per werknemer verandert Tot slot verandert het ruimtebeslag per werknemer. In een aantal bedrijfstakken zoals de logistiek en de procesindustrie groeit het aantal vierkante meters per werknemer. Door automatisering kunnen namelijk steeds minder mensen hetzelfde werk doen. Zij gebruiken echter wel net zo veel of zelfs meer ruimte dan voorheen. In andere sectoren neemt het ruimtebeslag per werknemer juist af, doordat bijvoorbeeld “Het Nieuwe Werken” wordt ingevoerd, of functies kunnen worden gestapeld. Deze ontwikkelingen hebben invloed op het ruimtebeslag per werknemer (locatiequotiënt) waarmee wordt gerekend in modellen. Naar de toekomst toe zet deze trend naar verwachting door. Een hele nieuwe trend is bijvoorbeeld 3D-printing, waardoor productie minder plaatsgebonden wordt en makkelijker kleine series geproduceerd kunnen worden. Wat dit voor consequenties gaat hebben voor de ruimtevraag, is nu nog niet te overzien. Door de bank genomen is de verwachting dat de behoefte aan bedrijventerreinen de komende jaren per saldo zal afnemen door deze ontwikkelingen. Uitbreidingsvraag Op basis van de ruimteplanner is tot 2020 rekening gehouden met een totale uitbreidingsvraag van ca. 15-20 hectare, dat neerkomt op ongeveer 1,5 hectare per jaar. Dit is gebaseerd op de lange termijn ramingen en de Ruimteplanner. Gerealiseerde uitgiftecijfers onderschrijven dat het langdurig uitgiftecijfer over de periode 1998-2013 ongeveer 1,5 hectare per jaar bedraagt. In 2014 zal de provincie Noord-Brabant nieuwe vraagramingen voor de uitbreidingsvraag en de vervangingsvraag laten opstellen. Deze komen medio 2014 beschikbaar. Uitgifte In de economische goede periodes tussen 1997-2012 is veel grond verkocht als gevolg van het goede economisch tij; de piek in 2010 is veroorzaakt door enkele verplaatsers uit het project Spoorzone. In die periode is er vooral grond uitgegeven op Bedrijventerrein Binderen. Sindsdien is nagenoeg geen grond uitgegeven. Het gemiddelde is wel afgenomen de laatste jaren. De uitgifte blijft daarmee duidelijk achter bij datgene wat op basis van de gemiddelde langjarige uitgifte mag worden verwacht.
Figuur 1.5: Uitgifte bedrijventerrein, excl. MOB complex (Bron: afdeling Economie)
26
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Figuur 1.6: Uitgifte bedrijventerrein, excl. MOB complex versus de (Bron: afdeling Economie)
Eind 2013, begin 2014 lijkt door de aantrekkende economie wel weer wat meer dynamiek te ontstaan op de bedrijfsruimtemarkt. Met name op Kranenmortel is een aantal bedrijven weer aan het investeren op bestaande kavels, zo heeft recent Knapen Trailers de Philipslocatie gekocht om zo in haar ruimtebehoefte te voorzien. Feitelijk gaat het hier niet om een uitgifte van nieuw bedrijventerrein, maar om een verplaatsing op binnen de bestaande voorraad bedrijventerreinen. Kansen voor de Peelregio Vanuit de omliggende regio’s ligt ook een aantal kansen voor Deurne als het gaat om de vraag naar bedrijventerreinen. Belangrijk is om te sturen op kwaliteit en goed aangehaakt te blijven op de ambities in Brainport Zuid Nederland en Greenport Venlo. Als het gaat om sturen op kwaliteit heeft Deurne goede papieren. Sinds 2011 heeft zij reeds in haar beleid verankerd de SER ladder 2 toe te passen en het behoud van bestaande bedrijventerreinen voorop te stellen. Er is dus voldoende aan gelegen om dit te continueren. Voor wat betreft het aanhaken op Brainport en Greenport is eerder in overleg met het bedrijfsleven in de Peel een ontwikkelagenda samengesteld waarmee de Pe el beter gepositioneerd wordt. Met de aanwezigheid van een sterk automotive cluster en de ve rsteviging en groei van de food & agribusiness en aanpalende plattelandseconomie beschikt de Peel – met Deurne als onderdeel daarvan – over een goede uitgangspositie. Projecten rondom het versterken van kennisinfrastructuur en het implementeren /opschalen van innovaties. Hoewel een en ander naar verwachting niet direct te vertalen is in additionele ruimtebehoefte, is de inschatting dat deze positionering positieve gevolgen zal hebben op het presteren van het bedrijfsleven en daarmee de regionale economie in de Peel een boost zal geven. Uiteindelijk kan dit gevolgen hebben op de ruimtebehoefte van de lokale bedrijven.
2
SER ladder: Methodiek waarbij bij ruimtevraag van bedrijven op bedrijventerreinen de volgende stappen worden doorlopen: 1. optimalisering gebruik beschikbare ruimte o.a. door herstructurering of het beter benutten van de ruimte door meervoudig ruimtegebruik en intensivering; 2. Accommoderen ruimtevraag op een andere locatie in bestaand stedelijk gebied; 3. Pas als 1 en 2 niet mogelijk zijn voorzien in de ruimtebehoefte door uitbreiding van bedrijventerreinen.
27
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
1.3.2. Het aanbod van bedrijventerreinen Door de vraag naar bedrijventerreinen te accommoderen kan de gemeente de bedrijvigheid en werkgelegenheid stimuleren. In de Ontwikkelingsvisie Bedrijventerreinen is opgenomen dat de voorraad bedrijventerrein bestaat uit het aanbod op bestaande bedrijventerreinen en het aanbod op nieuwe bedrijventerreinen. Met beide elementen van de voorraad dient rekening gehouden te worden als besloten wordt om nieuw bedrijventerrein in ontwikkeling te brengen. In deze paragraaf zal inzicht worden gegeven zowel de voorraad nieuwe terreinen als de bestanden panden en percelen. Voorraad op nieuwe bedrijventerreinen: aanbod op Binderen en Willige Laagt De voorraad bedrijventerrein per 1-1-2014 omvat in totaal ruim 208,3 hectare bruto, waarvan 19,1 hectare uitgeefbaar. Opvallend daarin is dat een substantieel deel van het aanbod gelegen is in de kern Liessel op Bedrijventerrein Willige Laagt. Voor de kern Deurne beschikt de gemeente over een strategische uitbreidingslocatie ten zuiden van Kranenmortel, maar die kan dus nog niet tot de voorraad gerekend worden. Kern Bruto opp. Netto opp. Uitgeefbaar Direct Niet direct (Ha) (Ha) Deurne 190,8 142,7 13,5 9,6 3,9 Liessel 15,5 10,5 5,6 5,6 0 Neerkant 2 2 0 0 0 Totaal 208,3 155,2 19,1 15,2 3,9 *Exclusief Philipslocatie ad. 2,5 Ha die gereserveerd is t.b.v. herstructurering. Tabel 1.10: Voorraad bedrijventerreinen in Deurne per 1 -1-2013 (Bron: afdeling Economie)
Voorraad op bestaande bedrijventerreinen Naast nieuwe bedrijventerreinen is er ook aanbod op bestaande terreinen. Omdat bedri jven vanuit een groei verplaatsen naar een grotere kavel op een nieuw terrein, laten ze vaak ook een plek achter. Dit is op zichzelf ook goed en belangrijk voor de dynamiek op de markt, omdat kleinere bedrijven die plek weer kunnen invullen. Een snelle inventarisatie via www.fundainbusiness.nl leert dat er in april 2014 bijna 2 ha aan bestaand bedrijfsvastgoed actief wordt aangeboden. Het wordt pas een probleem wanneer dit aanbod het percentage van frictielee gstand (4-6%) overstijgt, die nodig is om de markt zijn werk te laten doen. In die situatie is Deurne een aantal jaren geleden beland. Het vertrek van een aantal grote bedrijven heeft geleid tot meer dan de gewenste leegstand. Vooral op Kranenmortel, de Bottel en in mindere mate op Leemskuilen, is de leegstand duidelijk zichtbaar. Gezien de courantheid van bedrijfspanden, de kwaliteit van die terreinen en het verplaatsingsrisico op die terreinen, is de kans op toenemende leegstand groot en ligt verpaupering op de loer. De economische veroudering is primair de verantwoordelijkheid van de eigenaren, maar gegeven de effecten op de uitstraling van het terrein in zijn geheel, is de gemeente er wel wat aan gelegen de investeringen door private partijen te stimul eren. De gemeente heeft hiertoe samen met de Brabantse ontwikkelingsmaatschappij met een twaalftal bedrijven businesscases uitgevoerd. In bijna alle gevallen hebben deze businesscases geleid tot intenties tot nieuwe investeringen in bestaande percelen en vastgoed op Kranenmortel. Een mooi voorbeeld is een bedrijf aan de Volstraat dat een leegstaand pand en perceel aan de Geijzerstraat heeft gekocht. Door de tussenliggende Ohmstraat deels aan de openbaarheid te onttrekken ontstaat een groot perceel dat opnieuw ontwikkeld kan worden. Een ander voorbeeld is de Philipslocatie dat door de gemeente in 2008 is aangekocht. Met inzet van het Lokaal Herstructureringsfonds Deurne is ingezet op een herstructurering van dit kavel. De uitgifte van dit kavel moet bijdragen aan de brede herstructurering van Kranenmortel.
28
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Inmiddels is begin 2014 het kavel in zijn geheel verkocht aan Knapen Trailers. Dit bedrijf zal haar activiteiten hier gaan concentreren. Wel moet er rekening mee worden gehouden dat Knapen Trailers op andere locaties bedrijfsvastgoed zal achterlaten Mede door de aandacht voor de herstructurering van Kranenmortel wordt op het gebied van bedrijventerrein meer aandacht geschonken aan kwaliteit, bereikbaarheid en multifunctionaliteit. Steeds meer private partijen zullen hierdoor vastgoed (her)ontwikkelen op bestaande bedrijventerreinen. Daarbij komt ook meer aandacht voor nieuwe concepten en sectoren en een groeiende nadruk op duurzaamheid. 1.3.3. Beleid Regionale afstemming Ook voor de provinciale economie is het van groot belang om voldoende kwalitatieve bedrijventerreinen te hebben. Om hierin te voorzien stuurt de provincie op de uitbreiding en herstructurering van bedrijventerreinen. Wettelijk heeft zij dit geregeld via haar Verordening Ruimte, waarin zij gemeenten verplicht om hun bedrijventerreinplanning regionaal af te stemmen. Het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) ziet hierop toe. In dit overleg – waarin bestuurders van gemeenten, het SRE en de provincie Noord Brabant zijn vertegenwoordigd - worden onder andere afspraken gemaakt over de planning, programmering en kwaliteit van bedrijventerreinen. Doelstelling is een gezonde balans tussen vraag en aanbod. Om de ontwikkeling van een locatie daadwerkelijk mogelijk te maken, is afstemming in de regio nodig. Subregionaal overleg De Peel De gemeente Deurne stemt voornamelijk af met gemeenten binnen de subregio de Peel. De gemeenten in de Peel baseren hun planning, programmering en kwaliteit allemaal op basis van het planningsinstrument de Ruimteplanner. Hiermee streven de Peelgemeenten een eenduidige aanpak na. Herprioritering Doordat de uitgifte van bedrijventerrein (ver) achterblijft bij de geprognosticeerde vraag heeft de provincie de laatste jaren aangetuurd op een regionale herprioritering van de uitbreidingslocaties, waarbij zij het instrument van de Verordening Ruimte heeft ingezet. Via het RRO is aangedrongen op het maken van regionale afspraken om overaanbod te beperken en meer nadruk te leggen op herstructurering van bestaande terreinen. De meest recente provinciale prognoses dateren van 2010 en vormden namelijk aanleiding tot een flinke bijstelling van het aanbod in heel Brabant. Hiertoe is het provinciaal verkeerslichtenmodel ontwikkeld, waarbij het geplande aanbod wordt ingedeeld naar de kleuren groen, oranje of rood. Groen licht spreekt voor zich, oranje staat voor ‘niet voor 2020’ en rood betekent helemaal niet meer. Elke regio heeft op basis daarvan haar programmering in orde gemaakt. Een systeem van monitoring voorziet in het volgen van de ontwikkelingen. In de Peel is afgesproken de vraagraming in 2017 te herijken. De provincie Noord-Brabant zal in 2014 wederom nieuwe prognoses voor zowel de uitbreidingsvraag als de vervangingsvraag laten opstellen. De regionale en lokale vraag kan vervolgens hiervan worden afgeleid. Hierbij wordt sterker gestuurd op concentratie van bedrijventerreinen in en kort rondom het Stedelijk Gebied (Eindhoven/Helmond) dat gezien wordt als exponent van de economische ontwikkeling zoals beoogd via het Brabantse topsectorenbeleid. Vrijkomende Agrarische bebouwing als concurrent voor bedrijventerreinen In dezelfde Verordening Ruimte laat de provincie meer ruimte toe om Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing (VAB) te gebruiken voor niet-agrarische activiteiten. De gemeenten kunnen daarvoor via lokaal beleid maatwerk opstellen. Hoe de gemeente Deurne daarmee omgaat, is nog in ontwikkeling. 29
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Afhankelijk van de gebruiksmogelijkheden die de gemeente toelaat, ontstaat er concurrentie tussen de VAB’s en het aanbod op bedrijventerreinen. Zeker daar waar het gaat om bedrijvigheid uit de lichtere milieucategorieën die op zoek is naar relatief goedkope bedrijfsruimte. Lokaal bedrijventerreinenbeleid Een van de belangrijkste manieren voor de gemeente om de economie te ondersteunen is het bieden van ruimte voor economische activiteiten. De gemeente zet in op het behoud van de bestaande terreinen zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin. Behoudens een aantal locaties in de spoorzone blijven de bestaande terreinen in Deurne behouden voor bedrijfsmatig gebruik. Met hulp van het lokaal herstructureringsfonds wordt de kwalitatieve verbetering van verouderde bedrijventerreinen aangepakt. Om de kwaliteit op bestaande en nieuwe terreinen te behouden is Parkmanagement Peelland opgericht. Om bedrijven te stimuleren om op bestaande terreinen te investeren, stuurt gemeente bewust op het creëren van schaarste, waarbij zij het instrument van uitgiftebeleid inzet. Voor de ontwikkeling van nieuwe terreinen wordt het instrument van de ruimteplanner ingezet. Dit is een methodiek om zorgvuldig bedrijventerreinen te kunnen plannen, rekening houdend met intensiveringruimte op bestaande bedrijventerreinen. De ontwikkeling van bestaande bedrijventerreinen staat hierin centraal. Of de ontwikkeling van nieuw bedrijventerreinen nodig is, wordt bepaald door de vraag en de voorraad. Die voorraad kan aanwezig zijn op zowel bestaande bedrijventerreinen als op bedrijventerreinen die door de gemeente worden uitgegeven. Dit beleid is verankerd in de Ontwikkelingsvisie Bedrijventerreinen 2009 en krijgt zijn uitvoering via het Integraal Actieprogramma Bedrijventerreinen 2011. Inzicht in de kwalitatieve vraag en aanbod Naast inzicht in de kwantitatieve vraag en aanbod is het tevens van belang inzicht te hebben in de kwalitatieve vraag en aanbod. Voor het aanbod gaat het bijvoorbeeld om de toegestane milieucategorieën, ontsluiting, kavelgrootte en de beeldkwaliteit. Dit heeft de gemeente goed in beeld. Als het gaat om de vraag dan is het van belang zicht te hebben op het soort ruimtevragers waarbij het gaat bijvoorbeeld om de bedrijfsactiviteit, de gewenste kavelgrootte, soort bebouwing, huisvestingslasten, gewenste bereikbaarheid en parkeergelegenheid, gewenste beeldkwaliteit, etc. Dat laatste hebben we op dit moment onvoldoende in beeld. Het is daarom zinvol dit in 2014 te onderzoeken en de resultaten hiervan te combineren met de meest recente bedrijventerreinraming van de provincie. 1.3.4 Conclusies Gezien het verloop van de uitgifte in de afgelopen 15 jaar en de beperkte verkoop in 2012 en de vooruitzichten voor 2013, is het uitgangspunt van 1,5 hectare uitgifte per jaar een risico. Nieuwe vraagramingen moeten duidelijk maken of een uitgifte van 1,5 hectare per jaar reëel is. In Peelverband is een herijking in 2017 afgesproken, maar uit monitoring kan al eerder bijstelling noodzakelijk zijn. De provincie Noord-Brabant komt in 2014 met nieuwe vraagramingen. Afhankelijk daarvan wordt de uitgifteprognose bijgesteld. 1.4 Detailhandelsbeleid In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkelingen die we in Deurne zien, de beleidsuitgangspunten en de effecten op en vertaling in het programma voor detailhandel. Vanwege de trends en ontwikkelingen, de dynamiek en de gevolgen voor de leefbaarheid is detailhandel a ls aparte paragraaf opgenomen binnen het thema werken.
30
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
1.4.1 Trends en ontwikkelingen Detailhandel is een belangrijke economische functie in het centrum en heeft zeker ook een maatschappelijke functie. Detailhandel zorgt mede voor de leefbaarheid in het centrum. De detailhandel is echter onder grote druk komen te staan. De belangrijkste trends die hieraan bijdragen zijn: steeds meer mensen doen aankopen via internet. Internetaankopen vormen inmiddels 11% van de detailhandelsomzet en deze groei zet door. Er is hierdoor minder behoefte aan winkeloppervlak; winkels en winkelgebieden worden steeds groter, buurt- en wijkwinkelcentra verdwijnen. Groei vindt vooral plaats op perifere locaties; het aandeel van de filiaalbedrijven stijgt waardoor winkelgebieden stee ds meer op elkaar gaan lijken; er vindt steeds meer branchevervaging plaats. Onderscheid tussen winkellocaties neemt wat betreft aanbod af; er is een toename aan mobiliteit. Winkelen wordt steeds meer een beleving en leisure is een belangrijk onderdeel van de winkelbeleving. Er is een sterke toename van leisurevestigingen op grootschalige concentraties; de bevolkingsgroei neemt af en er is sprake van vergrijzing. Vergrijzing leidt tot andere consumentenvoorkeuren. Een belangrijk gevolg van de vergrijzing is echter ook dat veel zelfstandige winkeliers de komende jaren met pensioen gaan en er vaak geen opvolgers zijn. Deze trends en ontwikkelingen zorgen ervoor dat de detailhandel onder druk staat en er een toename aan leegstand is. De kans is groot dat deze verder toeneemt. Door deze ontwikkelingen en vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid is de noodzaak ontstaan hier op te sturen. 1.4.2 Detailhandelsbeleid Deurne In de Detailhandelsvisie Gemeente Deurne (in 2010 vastgesteld) blijkt dat gemeente Deurne een ruim maar verspreid aanbod heeft. Twee derde van het aanbod ligt buiten het kernwinkelgebied. Het verspreide en ruime aanbod geldt vooral voor de niet-dagelijkse artikelensector. De visie van de gemeente is om te komen tot concentratie van detailhandel in het centrum. In het bestemmingsplan centrum is deze concentratiegedachte uitgewerkt. In de aanloopstraten wordt geprobeerd om te komen tot ‘verkleuring’ naar andere functies, zoals wonen en zorg. Binnen het woningbouwprogramma is hier ruimte voor gecreëerd. Ook bij de vestiging van zorgfuncties moet ernaar worden gestreefd deze naar de aanloopstraten te verplaatsen. Voor wat betreft buurtsupers wordt gestreefd naar een sterk supermarktaanbod in het centrum, en een goede consumentenverzorging buiten het centrum. Verplaatsing van supermarkten kan bijdragen aan een betere consumentenverzorging. Binnen het Detailhandelsbeleid is Perifere Detailhandel (PDV) een specifiek aandachtsgebied. Opvallend is de branchevervaging in de perifere detailhandel. Het risico bestaat dat er geen sprake meer is van perifere maar steeds vaker ‘reguliere’ detailhandel. Hierdoor kan het toevoegen van perifere detailhandel leiden tot ontwrichting van het winkelcentrum. De gemeente heeft planologische mogelijkheden om toe te zien op assortimentsbepalingen. De markt van perifere detailhandel is inmiddels verzadigd. Extra toevoeging van PDV is niet realistisch. Nieuwe ruimte leidt direct tot concurrentie en kan de haalbaarheid van diverse (gemeentelijke en particuliere) plannen onder druk zetten.
31
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
1.4.3 Huidige situatie Op dit moment zijn in de gemeente Deurne 210 winkels gevestigd met circa 62.000 m2 winkelvloeroppervlak (wvo). In de kern Deurne zijn 185 winkels gevestigd met circa 56.400 m2 wvo., waarvan 10.700 m2 in de dagelijkse artikelensector en 45.700 in de niet dagelijkse artikelensector. Zowel in de dagelijkse als niet- dagelijkse sector is het aanbod groter dan in naar inwonertal vergelijkbare plaatsen. In de dagelijkse sector is dit 18% en de niet-dagelijkse sector 14% groter dan gemiddeld. In de dagelijkse sector wordt dit vooral veroorzaakt door de grotere schaalomvang van de winkels in de branche levensmiddelen. In de niet dagelijkse artikelensector is het aanbod in mode en luxe en vrije tijd groter dan het aanbod in vergelijkbare plaatsen. De Wolfsberg verklaart het ruim vertegenwoordigde aanbod in mode en luxe. Het grote aanbod vrije tijd wordt veroorzaakt door twee grote buitensportzaken. Consumentenvraag en functioneren van het aanbod Er is een berekening gemaakt van de distributieve mogelijkheden voor de komende 10 jaar. De uitbreidingsruimte in de dagelijkse artikelensector voor 2013 en 2018 bedraagt respectievelijk ca. 2.000 en ca. 1.800 m2 negatief. Er is dus distributie planologisch geen uitbrei dingsruimte aanwezig. De uitbreidingsruimte in de niet- dagelijkse artikelensector voor de kern Deurne bedraagt voor 2013 en 2018 respectievelijk ca. 12.700 m2 en ca. 11.800 m2 negatief. Leegstand Er is op dit moment een bovengemiddelde leegstand. Namelij k 9.063 m2 winkelvloeroppervlak (wvo). Dit is ca. 13% van het totale winkelvloeroppervlak in de gemeente Deurne. Landelijk is de leegstand gemiddeld 6,4% en in de Peel is dit gemiddeld 9,2%. De leegstand in Deurne is dus relatief groot. Sturingsmogelijkheden Om leegstand tegen te gaan heeft de gemeente een aantal sturingsmogelijkheden: de beleidsuitgangspunten uit de detailhandelsvisie zijn vertaald in het bestemmingsplan. Met het bestemmingsplan wordt juridisch-planologisch gestuurd. De beleidsuitgangspunten staan ook in de huidige tijd nog steeds centraal. Een meer eenduidige afbakening van het kernwinkelgebied en de aanloopstraten is echter wel gewenst; de gemeente gaat zeer terughoudend om met uitbreiding van detailhandel buiten het centrum; de belevingswaarde van het centrum wordt bevorderd met centrummanagement. Hiermee willen gemeente en ondernemers bereiken dat activiteiten in het centrum worden georganiseerd waarmee Deurne een aantrekkelijk winkelklimaat heeft; sturing op verplaatsing naar het kernwinkelgebied. Een instrument waarmee dit kan worden bereikt is stedelijke herverkaveling. Een student van Fontys hogescholen onderzoekt momenteel de mogelijkheden hiervan voor Deurne. 1.4.4 Regionale afspraken Om in te kunnen spelen op een breed gedragen detailhandelsagenda en een sterke detailhandelsstructuur te houden, heeft de provincie een expertteam detailhandel geformeerd. Dit expertteam heeft een aantal adviezen uitgebracht die deels zijn vertaald in de Verordening Ruimte 2014. Waar voorheen alleen provinciale bemoeienis was bij de ontwikkelingen van bovenregionaal niveau, worden nu ontwikkelingen die het lokale niveau overstijgen maar die niet bovenregionaal zijn, besproken in de regionale ruimtelijke overleggen (RRO’s).
32
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Peelgemeenten willen zaken proactief in beeld brengen Omdat de detailhandel enerzijds een economische component kent maar anderzijds ook een sterk leefbaarheidsaspect heeft, is het voor de gemeente van belang een sterke detailhandelsstructuur te houden. In de huidige markt vragen ook ondernemers op regionaal schaalniveau om duidelijkheid, zodat ze gericht kunnen investeren. Het organiseren van afstemming tussen de gemeenten is van cruciaal belang om onnodige concurrentie tussen locaties te voorkomen. Onvoldoende afstemming leidt tot het uitblijven van investeringen en leegstand en veroudering van bestaande locaties. Omdat nog niet helemaal duidelijk is hoe de sturing van de provincie eruit gaat zien, biedt dit de gemeenten de mogelijkheid zelf proactief zaken in beeld te brengen. In het bestuurlijk overleg van de 6 peelgemeenten is afgesproken deze opgave op te pakken. Dit wordt momenteel uitgewerkt. 1.4.5 Programmering De gemeente gaat terughoudend om met uitbreiding van commerciële ruimte voorzien. Toch blijft er vraag naar toevoeging van winkelvloeroppervlak. Met name voor locaties buiten het kernwinkelgebied en op bedrijventerreinen, zoals internetwinkels. Bij elk initiatief zal beoordeeld worden wat het effect is op de gemeente brede detailhandelsstructuur. Als hier een negatief effect op wordt verwacht, dan werkt de gemeente niet mee. Ontwikkeling Boerenbondlocatie In maart 2013 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Stationsstraat-Haspelweg vastgesteld. Hierin is het mogelijk gemaakt om 8.200 m2 (+15%) m2 PDV te realiseren op het Boerenbondterrein. Boerenbond Deurne werkt momenteel aan een Masterplan waarin de te realiseren functies nader worden uitgewerkt. 1.5 Conclusies Ondanks dat er een lichte opleving lijkt te komen heeft de vastgoedmarkt het nog steeds moeilijk. Ditzelfde beeld is ook in Deurne zichtbaar op alle gebieden. Door de economische situatie reageert de markt afwachtend en de ontwikkelingen op de lange termijn vragen om een passend programma. De samenhang tussen de thema’s wonen, werken en omgeving is groot en dat vraagt om een integrale en strategische afweging. De geschetste factoren onderstrepen de noodzaak om tot een goede afweging van (tussentijdse) wijzigingen het nieuwbouwprogramma te komen. In het volgende hoofdstuk zal aangegeven worden of en zo ja hoe het programma voor wonen, werken en detailhandel wordt bijgesteld. In hoofdstuk 4 zal de rendementsmatrix worden toegelicht op basis waarvan (tussentijds) (her)prioritering kan plaatsvinden als zich nieuwe , concrete, gewenste initiatieven voordoen.
33
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hoofdstuk 2
‘Concretisering naar Portefeuille’
De gemeente Deurne wil haar beleidsdoelen enerzijds bereiken door het faciliteren van initiatieven van derden en anderzijds door het ontwikkelen en verkopen van grond. In het vorige hoofdstuk is duidelijk geworden dat de vastgoedmarkt op de korte en langere termijn aan verandering onderhevig is. Ruimte voor ontwikkeling en uitbreiding is selectief en beperkt. Om te zorgen dat, rekening houdend met deze omstandigheden, het juiste voor de gemeente wordt gedaan is afweging van ieder nieuw voorgesteld project of ingrijpende wijziging van een project essentieel. De bewegingsruimte nadien is beperkt. In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten van deze afweging bepaald en volgt een doorvertaling van het gemeentelijk beleid naar toetsbare criteria. 2.1 Programma voor wonen en werken Het is van belang om de gemeentelijke grondexploitatie portefeuille te kwantificeren. Dit gebeurt aan de hand van het programma voor wonen, werken en detailhandel, passend binnen de beleidsdoelen van de gemeente en de gesignaleerde marktontwikkelingen. De uitgangspunten voor het programma en de afweging van nieuwe projecten of ingrijpende wijzigingen is als volgt:
34
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Woningbouw • o.b.v. de provinciale huishoudensontwikkeling is van de uitbreidingsruimte 2014 t/m 2023 1072 woningen, waarvan: • Geschikt wonen voor senioren: 45% • Verzorgd wonen voor senioren:17%; • 80 plaatsen voor beschermd wonen zijn extra nodig (intramuraal) • de berekende woningbehoefte voor 10 jaar wordt niet volledig afdekken met nieuwbouwplannen, zodat ingespeeld kan worden op nieuwe ontwikkelingen en behoeften; • door de provincie zijn (en worden) aan Deurne voor het project Spoorzone geen extra woningbouwaantallen toegekend. De realisatie van dit project zal plaatsvinden binnen de reguliere woningbouwaantallen en ten behoeve van de lokale behoefte; • het totale woningbouwprogramma (start bouw) is en wordt zodanig verdeeld over de jaren dat aan de verwachte woningbehoefte tegemoet wordt gekomen (zie bijlage 1); • er is nog steeds sprake van een (kwalitatieve) overprogrammering in het dure koopsegment; • er is meer behoefte aan (vrije sector) huurwoningen en goedkope koopwoningen; • insteek is om als gemeente bij voorkeur niet mee te werken aan het op de markt brengen van woningen / kavels die niet afzetbaar zijn in de markt en/of tot verdere verstoring van de bestaande markt leiden (en daarmee leegstand / ander gebruik in de bestaande voorraad). Bedrijventerreinen • op basis van regionale afspraken wordt voorlopig uitgegaan van 1,5 hectare gemiddeld per jaar op nieuwe bedrijventerreinen, rekening houdend met een ijzere voorraad van vijf keer de jaaruitgifte; • de huidige economische tijd leidt tot een verdere fasering van de uitgifte op Willige Laagt tot en met 2036; • gegeven de vraagontwikkeling en de plancapaciteit is het noodzakelijk om: • Bestaand terrein (herstructurering) voor te laten gaan op nieuw bedrijventerrein; • Het programma te verspreiden in de tijd (gedeelte verplaatst naar na 2014); • Een totale heroverweging van de door de gemeente aangeboden bedrijventerreinen, mede op basis van nieuwe inzichten in de vraag naar bedrijfshuisvesting. Detailhandel • de uitbreidingsruimte is voor de dagelijkse artikelensector en de niet-dagelijkse artikelensector negatief; • leegstand hoger dan gemiddeld, verspreid over de gemeente; • gegeven de situatie is inkrimping van detailhandel noodzakelijk. De gemeente zal hierin een strategie bepalen. Uitgangspunt is dat de markt het op moet lossen. De gemeente zal hierin een regisserende rol pakken en haar beleidsinstrumenten (zoals een bestemmingsplan) hiervoor inzetten. Dorpsontwikkeling • ontwikkeling van de dorpskernen is primair gericht op natuurlijke groei van de bevolking van deze kernen; • de natuurlijke groei van de bevolking is beperkt, de ruimte voor nieuwbouwontwikkelingen is beperkt; • om de ontwikkeling optimaal te laten bijdragen aan het behoud en de versterking van de kernen en vanuit het oogpunt van groenbehoud, dient de ontwikkeling zoveel als mogelijk in de bestaande kern plaats te vinden; • bedrijven uit het buitengebied concentreren op een duurzame plek; • werkgelegenheid voor de dorpen behouden. 35
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
2.2
Speelruimte
Ten aanzien van woningbouw is in 2012 een keuze tussen projecten gemaakt. Hierdoor is in het woningbouwprogramma (in theorie en op langere termijn) ruimte ontstaan om projecten toe te voegen. Direct toevoegen van projecten is echter niet verstandig omdat deze ruimte beperkt is en het programma door deze ruimte flexibel is: als er concrete en gewenste projecten / initiatieven zijn dan kan daar sneller op ingespeeld worden. Als nieuwe projecten zich voordoen zal op dat moment getoetst worden of dit project inderdaad gewenst is en wellicht voorrang verdient bo ven andere projecten. Hiervoor wordt de rendementsmatrix gebruikt (zie volgende paragrafen). De voorgenoemde flexibiliteit / speelruimte beperkt het maatschappelijk en financieel risico en is nodig om: particuliere, waaronder ook corporaties en beleggers, ruimte te geven voor goede initiatieven. Enerzijds geeft dit vertrouwen in de markt (faciliterend grondbeleid), anderzijds biedt het een handvat voor kwaliteitsverbeteringen in de fysieke leefomgeving (publiekrechtelijke taak); economische tijd is onzeker, daarmee ook het toekomstig programma. Flexibiliteit is nodig om op een veranderende vraag en behoefte in te kunnen spelen (realiteit en voorzichtigheid); ten behoeve van functiewijzigingen (bijvoorbeeld afname van detailhandelsactiviteiten) en de daarmee samenhangende herontwikkeling zijn woningbouwcontingenten nodig. In welk tempo dit soort herontwikkelingsinitiatieven van de grond komen, is vooral afhankelijk van de marktontwikkelingen. 2.3 Toetsingscriteria maatschappelijk rendement De kaders voor het programma wonen en werken zijn in de voorgaande paragraaf aan de orde geweest. Dit zegt echter nog weinig over de plek waar dit programma uitgevoerd kan worden en over de wijze van uitvoering. De gemeente stuurt hierop vanuit haar beleidsdoelen. Die beleidsdoelen zijn vastgelegd in diverse documenten, zoals de bedrijventerreinenvisie, de woonvisie en de gemeentelijke structuurvisie ruimtelijke ordening. De mate waarin een plan aansluit bij de gemeentelijke beleidsambities, bepaalt het ‘maatschappelijk rende ment’. Om het ‘maatschappelijk rendement’ te bepalen (toetsen en meten) zijn toetsingscriteria opgesteld. Deze toetsingscriteria komen voort uit de beleidsdoelstellingen met betrekking tot wonen en werken. De overkoepelende beleidsdoelen staan in onderstaand kader weergegeven. Vanuit publiekrechtelijk oogpunt is het essentieel dat de criteria zijn gebaseerd op vastgesteld beleid. Hierdoor ontstaat duidelijkheid, eenduidigheid en zekerheid voor particulieren. In een volgende fase zullen namelijk alle projecten, ook particuliere initiatieven, aan de hand van deze criteria getoetst worden. In de paragrafen 2.3.1 en 2.3.2 zijn de toetsingscriteria voor wonen en werken bepaald. Voor detailhandel moeten de criteria nog worden uitgewerkt.
36
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Beleidsdoelen: vanuit het werkgelegenheidsbelang zet Deurne vooral in op het faciliteren van het groeipad van bedrijven; versterken van de positie als aantrekkelijke woongemeente voor alle doelgroepen, met behoud van de Deurnese identiteit; een woningvoorraad die past bij de kwantitatieve (voldoende woningen) en kwalitatieve (juiste woningen) behoeften van de Deurnese bevolking.
2.3.1 1 1a
Maatschappelijk Rendement Wonen Vastgoed Draagt het bij aan de huidige voorraad of treedt er verdringing op: kwantitatief: uitgaande van de lokale behoefte mag de toevoeging aan de woningvoorraad in de periode 1 januari 2013 t/m 31 december 2022 maximaal 1059 woningen bedragen (regionale afspraken/provinciale prognose, besluit Regioraad december 2009, gebaseerd op migratiesaldo 0). Na deze periode is de toevoeging beperkt. Uitzondering is alleen mogelijk bij extramuralisatie (omze tting zorginstellingsplaatsen in woningen); bij extra woningen boven de toegestane toevoeging is sprake van verdringing; verdeling van de toevoeging aan de woningvoorraad aansluitend aan de actuele behoefte van de kernen.
1b
Draagt het project bij aan de toekomstige vraag, is het duurzaam: het is van belang een gedifferentieerde woningvoorraad te hebben die kan inspelen op de woonwensen van verschillende doelgroepen (pag. 44 Woonvisie 2008). Dit geldt zowel voor Deurne als geheel als per buurt, wijk en kern; kwalitatief: uitgaande van een evenwichtig woningbouwprogramma (naast starters en senioren ook ruimte voor doorstromers) is gekomen tot een 20-30-50 kader voor de nieuwbouw: o 20% starters en jonge gezinnen (koopstarters); o 30% doorstromers (koop); o 50% senioren (huur en koop).
2 2a
Leefbaarheid en Economie Draag het project bij aan het in stand houden of vergroten van de draagkracht voor voorzieningen. ligging nabij voorzieningen (winkels, gemeenschapshuizen, zorgvoorzieningen e.d.). Binnen 100 meter, binnen 500 meter, binnen 1000 m, overige afstanden; woningbouw ten behoeve van extramuralisatie (pag. 10 en 11 Woonvisie 2008, zorg in stand houden / versterken door passende projecten); de realisatie van woonservicezones ziet de gemeente als een kans om de zorgcomponent van de leefbaarheid op peil te houden (samenvatting structuurvisie pag. 3).
2b
Draagt het project bij aan versterking/verbetering van bestaand bebouwd gebied: inbreiding gaat voor uitbreiding. Deurne kiest voor kleinschalige toevoegingen (m.n. inbreiding) en/of herstructureringen aansluitend aan de behoeften en moge lijkheden in wijken en kernen (structuurvisie);
37
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
ambitie woningbouw ten behoeve van verbetering ruimtelijke kwaliteit. Door middel van woningbouw worden beoogde ontwikkelingen daadwerkelijk mogelijk: herstructureren van delen van de bestaande woningvoorraad, transformatie en vergroten ruimtelijke kwaliteit (pag. 10 Woonvisie 2008).
2c
Draagt het project bij aan efficiënt ruimtegebruik: de gemeente streeft naar het behoud en het versterken van haar ruimtelijke karakteristiek en daarmee van de omgevingskwaliteiten (samenvatting structuurvisie pag. 12).
2d
Draagt het project bij aan structureel economisch behoud en versterking: n.v.t.
2.3.2 1 1a
Maatschappelijk Rendement Werken Vastgoed Draagt het bij aan de huidige voorraad of treedt er verdringing op: vestiging op een bestaand bedrijventerrein gaat voor op vestiging op een nieuw terrein (pag. 25 en 26 Ontwikkelingsvisie Bedrijventerreinen). Leegstand wordt zoveel als mogelijk tegen gegaan.
1b
Draagt het project bij aan de toekomstige vraag, is het duurzaam: nieuw bedrijventerrein moet ruimte bieden aan bedrijven waarvoor het onmogelijk is om zich op bestaande terreinen door te ontwikkelen en/of een nieuwe locatie te realiseren (pag. 10 Ontwikkelingsvisie Bedrijventerreinen).
2 2a
Leefbaarheid en Economie Draag het project bij aan het in stand houden of ve rgroten van de draagkracht voor voorzieningen. n.v.t.
2b
Draagt het project bij aan versterking/verbetering van bestaand bebouwd gebied: het project maakt een duurzame ontwikkeling van bestaande terreinen mogelijk ( pag. 13 van de Ontwikkelingsvisie Bedrijventerreinen). Ook geldt de afspraak om met de ruimtevrager afspraken te maken over de achterblijflocatie (Uitgiftebeleid bedrijventerreinen).
2c
Draagt het project bij aan efficiënt ruimtegebruik: eerst wordt gezocht naar mogelijkheden op de bestaande kavel (Uitgiftebeleid Bedrijventerreinen).
2d
Draagt het project bij aan structureel economisch behoud en versterking: biedt het extra ontwikkelruimte voor lokale ondernemers (pag. 7 Ontwikkelingsvisie Bedrijventerreinen). Het project leidt tot een toename en/of differentiatie van de werkgelegenheid (pag. 7 Ontwikkelingsvisie Bedrijventerreinen) en daarmee aan de leefbaarheid in het dorp (pag. 5 Basisdocument Ruimteplanner).
38
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hoofdstuk 3 ‘Financiële uitgangspunten’ Bepalend voor het financiële resultaat zijn het programma en de financiële uitgangspunten. Dit hoofdstuk gaat in op de generieke uitgangspunten die voor de doorrekening van de projecten zijn gebruikt. Het gaat om de grondprijzen, parameters voor kosten en opbrengstenstijging, het plankosten budget en de waarderingswijze van de gronden. Het berekende financieel resultaat dient als toetsingscriteria voor het financieel rendement. Samen met het maatschappelijk rendement maakt dit prioritering van projecten mogelijk. In de laatste paragraaf wordt stil gestaan bij de toetsingscriteria financieel rendement. 3.1 Grondprijzen Deze paragraaf is opgedeeld in wonen en werken. Alle grondprijzen die worden genoemd zijn exclusief Belasting Toegevoegde Waarde of Overdrachtsbelasting. Wonen Voorgesteld wordt om de vaste grondprijs voor woningbouwkavels te differentiëren. De basis hiervan is gelegd in de Nota Grondbeleid die in oktober 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld. De grondprijs wordt gedifferentieerd naar kern en naar doelgroep. De gemeente doet dit om de bouw van woningen te bevorderen, met extra aandacht voor de doelgroepen met een hoge beleidsmatige prioriteit. Voor een deel leidt dat tot versnelling van de uitgifte, nog belangrijker is het vasthouden van jonge mensen. Differentiatie naar kern De grondprijzen verschillen per kern fors. Daarom wordt voorgesteld om de grondprijs naar kernen te differentiëren. De differentiatie is gebaseerd op: de grondprijs voor Deurne is residueel getoetst. Uit deze toets blijkt € 285,- per m² haalbaar in Deurne, voor een reguliere woning; de grondwaarden in de kernen zijn lager, zo blijkt uit de WOZ-taxaties. In deze taxaties worden de grondwaarden apart in beeld gebracht, los van het opstal. Op basis van de procentuele verschillen zijn de grondprijzen per kern bepaald. De grondprijzen per kern zijn direct na instemming door de gemeenteraad (vaststelling van deze nota): Deurne € 285,- per m² Vlierden en Liessel € 265,- per m² Neerkant en Helenaveen € 230,- per m² Differentiatie naar doelgroep De gemeente wil stimuleren dat er voldoende wordt gebouwd voor jonge gezinnen en starters op de woningmarkt. In haar grondprijzenbeleid wil ze hier rekening mee houden. Om dit te doen , wordt de grondprijs gedifferentieerd voor sociale huurwoningen, goedkope koopwoningen en overige huurwoningen. De grondprijsbepaling is gebaseerd op: een residuele toets bij de realisatie van een goedkope koopwoning; een regionale vergelijking, waaruit blijkt dat gemeente Deurne voor de sociale sector hoge prijzen hanteert. De regionale verschillen zijn groot.
39
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
De grondprijs voor sociale huurwoningen, goedkope koopwoningen en de overige huurwoningen (boven de huurtoeslaggrens) wordt direct na instemming van de gemeenteraad (vaststelling van deze nota) vastgesteld op € 210 per m², waarbij de onderstaande voorwaarden van toepassing zijn: uitgangspunt is een kavel van maximaal 130 m². Het college kan afwijken tot een maximaal 200 m² per kavel als daar goede (ruimtelijke) argumenten voor zijn; maximaal de eerste 130 m² worden verkocht tegen € 210,- per m². De meters erboven (tot maximaal 200 m²) tegen de prijs die per kern is vastgesteld; bij particulieren zijn dit de enige voorwaarden; als het koopwoningen betreft dan mag de maximale vrij op naam prijs (v.o.n.-prijs) niet hoger zijn dan € 194.000. Dit moet worden geborgd in de koopovereenkomst die met de ontwikkelaar of ontwikkelende bouwer wordt gesloten. Voor deze maximale v.o.n. -prijs wordt minimaal een basis afgewerkte woning geleverd, behangklaar en inclusief keuken en sanitaire voorzieningen. Er wordt gekoerst op een differentiatie tot deze maximale v.o.n. prijs; als het een huurwoning betreft dan moet en minimale verhuurtermijn van 20 jaar worden gegarandeerd door de corporatie of belegger; specifiek voor het Middengebied Spoorzone gaat het om maximaal 56 goedkope woningen (van de 171). Dit is conform bijlage 4 realisatieovereenkomst 2013 en het gemeentelijk woningbouwprogramma. Grondprijsaanpassing geldt alleen als dat leidt tot een lagere verkoopprijs van woningen dan dat genoemd staat in bijlage 4 van de Allonge Samenwerkingsovereenkomst Spoorzone Deurne / Realisatieovereenkomst Deelgebied Middengebied ondertekend op 4 januari 2014, dan wel handhaving van de verkoopprijs waarbij op een andere manier kwaliteit toegevoegd wordt voor de koper welke leidt tot structureel lagere woonlasten. Dit kan leiden tot planoptimalisatie, zoal omschreven staat in artikel 8.1 van de voornoemde overeenkomst. De grondprijsaanpassing wordt direct na het raadsbesluit ingevoerd. Alle potentiële kopers waarmee (nog) geen koopovereenkomsten zijn getekend, profiteren mee. Als een verkoopovereenkomst is getekend dan is de feitelijke verkoop door de gemeente en de koper akkoord bevonden en is dus ook verkocht. Deze kopers profiteren niet mee. Lopende overeenkomsten met ontwikkelaars worden uitgevoerd en profiteren niet mee van deze prijsaanpassing. In de Spoorzone, waar gemeente en AM Wonen een realisatieovereenkomst hebben, daar profiteert AM Wonen wel mee aangezien de realisatieovereenkomst de door de gemeenteraad vastgestelde grondprijs volgt.
Werken Voor bedrijventerreinen blijft de grondprijs gehandhaafd, conform de vastgestelde Nota Grondbeleid: Regulier bedrijfskavel € 142,- per m² Zichtlocatie bedrijfskavel € 182,- per m²
Overige grondprijzen Alle overige grondprijzen voor kantoren, detailhandel en openbare / niet-commerciële ruimtes blijven gehandhaafd. Deze staan opgenomen in bijlage 3.
40
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Erfpacht De gemeente biedt omwille van de financierbaarheid van woningen en bedrijfshuisvesting erfpacht aan voor bedrijfskavels en woningbouwkavels met een beleidsmatige prioriteit (goedkope koopwoningen). Omdat grond niet wordt mee verkocht, betekent dit dat woningen beschikb aar komen voor een grotere doelgroep. Eenvoud en zekerheid zijn belangrijke voorwaarden waar een erfpachtovereenkomst aan moet voldoen. Behalve voor de consument zijn er ook voordelen voor de ontwikkelaar. De ontwikkelaar hoeft de grondwaarde immers niet voor te financieren. De gemeente zal op basis van concrete vraag meewerken. Bijlage 3 bevat het volledige overzicht van alle grond- en kavelprijzen. In de begroting wordt uitgegaan van de bovengenoemde grondprijzen, tenzij andere afspraken zijn gemaakt in overeenkomsten. Dan wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met die afspraken. 3.2 Parameters De parameters voor kosten en opbrengsten zijn gelijk aan de vorige Nota Grondexploitatie. De grondopbrengsten zullen gedurende de gehele planperiode gelijk blijven. In deze nota zijn weliswaar de grondprijzen aangepast en er wordt in de bestaande markt meer verkocht, toch is niet zeker hoe die van invloed is op de prijsontwikkeling in de nieuwbouw. Uit voorzichtigheid wordt uitgegaan van een gelijkblijvende grondprijsontwikkeling. De grondexploitatiekosten nemen met 1% per jaar toe. 3.3 Beschikbare plankosten budget Het beschikbare budget voor plankosten heeft constante aandacht. Het beschikbare budget uit de grondexploitaties daalt. De omvang van projecten en daarmee draagkracht voor plankosten neemt af. Door de langere doorlooptijd dan oorspronkelijk werd voorzien, wordt het aandeel plankosten groter.. Daarnaast komt de gemeente steeds meer in een faciliterende rol. Hier is een alternatieve dekking voor de ambtelijke inzet noodzakelijk. Te denken valt aan opbrengsten uit leges of uit exploitatieplannen. Als de gemeente een activerende rol speelt, dan is het niet altijd mogelijk om kosten op voorhand te verhalen bij marktpartijen. 3.4 Waardebepaling gronden Bij de Nota Grondexploitatie 2011 en 2012 zijn op basis van een forse kwantitatieve en kwalitatieve bijstelling van het programma, een aantal projecten ‘on hold’ gezet (Niet In Exploitatie Genomen Gronden). Deze NIEGG’s zijn niet langer gewaardeerd naar de potentiële toekomstwaarde maar naar de huidige waarde. Dit leidde tot verliezen op de NIEGG’s waarvoor de gemeenteraad een noodzakelijke verliesvoorziening heeft getroffen. Daarnaast betekent dit dat er binnen deze projecten geen budget meer voor handen is om te investeren in het project. Toepassing BBV-regels Niet bij alle projecten is zekerheid en termijn duidelijk: 1. of een ontwikkeling überhaupt zal plaats vinden. De programmatische uitbreidingsruimte is kleiner dan het door de gemeente Deurne verworven grondbezit; 2. op welke termijn de voorziene ontwikkeling plaats vindt (na circa 10 jaar of later).
41
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Voor deze nota grondexploitatie zijn alle projecten op bovenstaande punten getoetst. Conform het voorstel van de commissie BBV volgen drie type waarderingswijze: 1. bouwgrond in exploitatie (BIE), dit is wanneer de ontwikkeling is gestart of op de korte termijn zal starten (binnen 10 jaar). Waardering van de gronden waarderen tegen toekomstige waarde. Dit is conform de huidige werkwijze; 2. niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG), dit is wanneer ontwikkeling of afzet pas na middellange termijn is voorzien, dit is over circa 10 tot 20 jaar. Voorwaarde is een raadsbesluit welke de voorziene ontwikkeling bevestigt, dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een structuurvisie. Waardering van de gronden tegen huidige marktwaarde dan wel de waarde bij het oorspronkelijke gebruik. Activering van gemaakte kosten is mogelijk tot deze waarde; 3. grond als materiële vaste activa (MVA). Dit is wanneer geen of pas op de lange termijn een ontwikkeling is voorzien. Waardering van de gronden en gebouwen gebeurt tegen de huidige marktwaarde (agrarische waarde van € 6,50 per m2 of WOZ-waarde). Geen activering van de kosten is mogelijk. Deze gronden en gebouwen worden bij de algemene dienst onder gebracht. Locaties die als NIEGG worden beschouwd, krijgen de volgende waardering: agrarische gronden hebben prijspeil 2011 een waarde van € 6,50 per m²; gronden met opstallen hebben de WOZ waarde. 3.5 Toetsingscriteria financieel rendement De netto contante waarde van de projecten zoals berekend, is het uitgangspunt voor de financiële criteria. De resultaten zijn omgevormd tot scores op een schaal van -10 tot 10. De uiterste resultaten bepalen de uiterste score, vervolgens vindt verrekening naar de puntenschaal plaats. In het volgende hoofdstuk komt aan de orde hoe de financiële score tegen de maatschapp elijke score wordt afgezet.
42
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hoofdstuk 4 ‘Prioritering’ Uit de voorgaande hoofdstukken komt naar voren dat een afstemming tussen vraag en aanbod essentieel is. In 2011 en 2012, toen projecten werden bijgestuurd en er tussen projecten is geprioriteerd, werd de rendementsmatrix als basis gebruikt. Uitleg over de rendementsmatrix staat in paragraaf 4.1. Op dit moment vindt geen herprioritering plaats, maar de onderstaande lijn wordt gehanteerd als zich nieuwe projecten / ontwikkelingen voordoen. 4.1 Rendementsmatrix Het is essentieel dat het programma en projecten aansluiten bij de behoefte, de marktontwikkelingen en het gemeentelijk beleid. Om daartoe te komen worden projecten geprioriteerd. Om tot een gemeentelijk standpunt te komen, hebben de medewerkers van de gemeente Deurne het programma voor wonen en werken nader onderbouwd en geactualiseerd. Vervolgens is de grondexploitatie geconfronteerd met het programma. In 2011 en 2012 bleek er een duidelijke mismatch qua aantallen en type. Toen was prioriteren en bijstellen noodzakelijk. Vorig jaar en dit jaar is nog meer bijstellen niet nodig, met die kanttekening dat het programma voor werken als risicovol wordt beschouwd. Eerst is meer inzicht in de vraag nodig.
Financieel rendement
De rendementsmatrix is het instrument om keuzes mee te faciliteren. De uiteindelijke doelstelling van de prioritering is om die projecten over te houden die duurzaam van toegevoegde waarde zijn voor de gemeente Deurne. In figuur 4.1 is de matrix schematisch weergegeven.
+
2
3
1
4
0
-
0
+
Maatschappelijk rendement
Figuur 4.1: Opzet matrix Financieel en maatschappelijk rendement (zie bijlage)
Een korte toelichting op de matrix: In de matrix worden twee assen weergegeven. De financiële score (verticale as) wordt afgezet tegen de maatschappelijke score (horizontale as). Projecten hebben een financieel positief resultaat als ze op de verticale as boven 0 scoren. Projecten hebben daarnaast een maatschappelijk positieve score als ze op de horizontale as boven 0 scoren. Dit betekent het volgende voor de kwadranten: kwadrant 1: Een project heeft een negatieve financiële en negatieve maatschappelijke score; kwadrant 2: Een project heeft een positieve financiële en negatieve maatschappelijke score; kwadrant 3: Een project heeft een positieve financiële en positieve maatschappelijke score; kwadrant 4: Een project heeft een negatieve financiële en positieve maatschappelijke score.
43
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Het streven is om de projecten in Kwadrant 3 te krijgen, al dan niet door beheersmaatregelen, waarbij een project zowel financieel als maatschappelijk van toegevoegde waarde i s. Voor het bepalen van het maatschappelijk rendement zijn de projecten gescoord op drie criteria. Deze zijn eerder in hoofdstuk 2 uitgebreid behandeld en onderbouwd. Voor het scoren is gebruik gemaakt van een aantal vragen. De vragen per criteria die zijn gehanteerd: 1. Vragen over Vastgoedmarkt a. Draagt het project bij aan huidige voorraad of treedt verdringi ng op met de bestaande voorraad; b. Draagt het project bij aan de toekomstige vraag, is het duurzaam. 2. Vragen over Leefbaarheid a. Draagt het project bij aan het in stand houden of vergroten van de draagkracht voor voorzieningen; b. Draagt het project bij aan versterking/verbetering van bestaand gebouwd gebied (de kernen); c. Draagt het project bij aan efficiënt ruimtegebruik. Denk hierbij aan het behoud van groen. 3. Vragen over Economie a. Draagt het project bij aan structureel economisch behoud en versterking. De vragen zijn per project gescoord op een score van -10 t/m 10, gelijk aan de as van de rendementsmatrix. Het tijdsperspectief van de projecten is de stand anno n u. We kijken dus niet terug naar zaken die niet meer te beïnvloeden zijn. Om objectief te kunnen scoren, zijn de vragen per project gescoord op een te ondernemen een actie. Er wordt slecht gescoord als een aspect aanleiding is om het project significant te wijzigen of zelfs stop te zetten. In dit laatste geval wordt op het betreffende aspect een -10 gescoord. In het meest gunstige geval wordt op een aspect een 10 gescoord. In dit geval is de beste actie om ongewijzigd door te gaan met het project. Daartussen liggen actie als plan geheel wijzigen van het plan tot deels bijstellen van plan. Het gewogen gemiddelde van de individuele scores op de vragen vormt de uiteindelijke maatschappelijke score, en daarmee de plaats langs de horizontale as. De financiële score is bepaald door het financiële resultaat om te voren tot scores op een schaal van 10 tot 10. De uiterste resultaten bepalen de uiterste score, vervolgens vindt verrekening naar de puntenschaal plaats. Of er binnen projecten nog daadwerkelijk acties ondernomen kunnen worden, hangt af van de beïnvloedbaarheid. Binnen de projecten waar de kaders geheel vastliggen, is ondanks een slechte score wijziging van de kaders of zelfs stop zetten van het project niet reëel. Een score van 0 betekent niet beïnvloedbaar; een score van 4 betekent volledig beïnvloedbaar. In figuur 4.2 is de rendementsmatrix opgenomen zoals in Deel B van de Nota Grondexploitatie 20132022 is besloten. Dat is tevens de meest recente versie.
44
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Figuur 4.2: Rendementsmatrix Nota Grondexploitatie 2013-2022
Andere jaren wordt in deze nota het maatschappelijk rendement van alle projecten geactualiseerd. Dit jaar gebeurt dit niet omdat de noodzaak tot bijsturen nu ontbreekt. In de periode 2010 tot en met 2012 zijn al grote aanpassingen in het programma en daarmee in projecten gedaan. Nu opnieuw aanpassen van het programma zal niet leiden tot extra afzet. Ten eerste omdat het aan concrete vraag ontbreekt. Ten tweede omdat in het huidige programma voor ieder wat wils zit. Ten derde zit er ‘technisch’ ruimte in het programma om aan passende initiatieven mee te werken. Een nieuw initiatief leidt daarmee niet direct tot een prioritering tussen projecten. Als ontwikkelaars verzoeken tot bijstellingen in hun project, wordt meegewerkt mits de bijstell ing past in de ingezette lijn. Andersom, nu niet aanpassen leidt ook niet tot acute risico’s. Belangrijkste is dat ontwikkelingen in markt, programma, projecten, dus over de totale lijn, gemonitord worden. 4.2 Doorvoeren beheersmaatregelen De bovengenoemde rendementsmatrix helpt om projecten en programma beter met elkaar in overeenstemming te brengen. Dit jaar is er geen aanleiding om op projectniveau maatregelen te nemen. Aandacht gaat komend jaar vooral uit naar het doorzetten van de reeds ingezette li jn en de uitvoering hiervan.
45
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Wonen De Nota Grondexploitatie deel A 2012 heeft geleid tot een groot aantal aanpassingen in met name het woningbouwprogramma. Het huidige woningbouwprogramma is in lijn met het programma 2013 en staat in tabel 4.1 samengevat, met apart in beeld welk deel in gemeentelijke grondexploitaties wordt uitgevoerd. In de laatste twee kolommen staat de verdeling in het woningbouwprogramma afgezet tegen de gewenste toevoeging. GREX 2014
totaal 2014
totaal 2014 %
Sociale huur
14
205
22,7%
Overige huur Sociale (goedkope) koop Middeldure koop < 250.000
20 117 155
56 240 184
6,2% 26,5% 20,3%
Middeldure koop > 250.000 Dure koop Totaal vrije ruimte
53 55 414
gewenst % 27,0% 12,6% 20,8% 21,4% 10,5% 7,7%
59 6,5% 161 17,8% 905 100,0% 100,0% circa 200 (na realisatie sloop en aftrek RvR)
Tabel 4.1: Woningbouwprogramma grex en totaal 2014 t/m 2023, inclusief in aanbouw en reservering transformatie (50 woningen)
Duidelijk is dat het huidige woningbouwprogramma nog niet geheel in lijn met het gewenste programma. Vooral het overaanbod aan dure koop is hoog, en het gemeentelijk aandeel daarin is nog steeds aanzienlijk. In 2012 zijn duidelijke keuzes gemaakt, ook ten aanzien van locaties in het dure segment die vooralsnog toch op de markt worden gebracht (aantal BIO-kavels). Daarbij heeft ook de voor de kwaliteit in wijken gewenste differentiatie een rol gespeeld. Daarmee kent het woningbouwprogramma een stevig (afzet)risico. Dit risico krijgt een plek in de risicoparagraaf van Deel B van de Nota Grondexploitaties 2014-2023. Gelet op de in 2012 doorgevoerde wijzigingen en de iets positievere situatie op de woningmarkt is dit niet het moment om opnieuw ingrijpende beslissingen te nemen. Wel blijft het noodzakelijk om binnen lopende projecten kansen te benutten voor bijstelling naar een lagere prijsklasse en/of omzetting naar huur en om (een deel) van de vrije ruimte gericht in te zetten voor de gewenste toevoegingen. De ontwikkelingen worden doorlopend gemonitord, zodat (indien nodig) directe bijsturing mogelijk is. De grote winst ten opzichte van voor 2012 blijft dat er ruimte is om gewenste ontwikkelingen te faciliteren (nu nog initiatiefnemers). In totaal zijn circa 275 woningen niet toegerekend aan locaties. Dit is technisch beschikbaar programma. Hiervan zijn 75 woningen gereserveerd voor de transformatie. Circa 200 woningen kunnen worden ingezet om nieuwe gewenste initiatieven te faciliteren, dan wel bestaande uit te breiden. Gelet op het grote (afzet)risico in het huidige woningbouwprogramma blijft wel noodzakelijk om (nieuwe) ontwikkelingen met duurdere koopwoningen af te houden / niet uit te geven. Werken Met een aanbod van ca. 15,5 hectare heeft de gemeente voldoende bedrijventerrein in uitgifte om aan die vraag tot 2020 te beantwoorden en is er dan ook geen enkele reden om actief te investeren in het gebied Kranenmortel Zuid, waar nog eens 20 hectare in de pijplijn zit. Wellicht wel te overwegen is om het uitgeefbare deel op Binderen Zuid te verkleinen en dit ‘uit te ruilen’ met een beperkte uitbreiding van Kranenmortel. 46
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hiervoor is het van belang de kwaliteit van de vraag goed in beeld te krijgen. Als we de kwaliteiten van het aanbod namelijk tegen het licht houden is er wel reden tot zorg. Het aanbod is groot en kwalitatief is de vraag op dit moment niet actueel in beeld. De gemeenteraad heeft bij de Nota Grondexploitatie deel B, in november 2012, opdracht gegeven om het aanbod bedrijventerreinen integraal te heroverwegen. Richting de volgende kaderbrief wordt deze heroverweging opgepakt. Dit zal gebeuren in 2014. Eerst zal dan de actuele vraag in beeld worden gebracht en er komt beter zicht op het al aanwezige aanbod. Uit een match tussen beide moet blijken hoe nieuwe bedrijventerreinen bij kunnen dragen aan de economische ontwikkeling van Deurne. Tot die tijd worden de lopende actieve grondexploitaties ongewijzigd doorgezet, waarbij hooguit de uitgiftefasering wordt bijgesteld. De ingezette lijn doorzetten Om de ingezette lijn door te zetten, worden de volgende behe ersmaatregelen doorgevoerd: 1. het besluit van de gemeenteraad d.d. 29 juni 2011 om het aantal met de regeling ‘Kavelsplitsing en incidentele woningbouw’ te realiseren woningen voor 2012 op nul te stellen (met uitzondering van monumenten) wederom te verlengen en ook te laten gelden voor 2015; 2. dit besluit (dat alleen de bestemmingsplanherziening in de kernen betreft) tevens te laten werken voor wijzigingsbevoegdheden in bestemmingsplannen voor zowel het stedelijk als het buitengebied en daartoe te bepalen dat niet meegewerkt wordt aan het toevoegen van woningen aan de voorraad door kavelsplitsing of woning-/boerderijsplitsing, tenzij het monumenten of boerderijen zijn die vallen onder categorie 16, karakteristieke boerderijen, van de Welstandsnota 2014 en na splitsing sprake is van maximaal 2 woningen. Dit betekent dat niet meer altijd gebruik gemaakt kan worden van de huidige wijzigingsbevoegdheid in de bestemmingsplannen; 3. een heroverweging van het bedrijventerreinenaanbod van de gemeente en het uitgiftebeleid, passend bij de middellange termijn en lange termijn vraag naar bedrijfskavels, kwalitatief en kwantitatief. 4.3 Rendementsmatrix: score na doorvoeren beheersmaatregelen Op dit moment worden geen beheersmaatregelen voorgesteld die leiden tot een nieuwe rendementsmatrix. De maatschappelijke weging zal ongewijzigd blijven. Wel zal bij de begroting een definitieve doorrekening plaatsvinden op basis van de geactualiseerde programma’s (financiële weging). Dit zal zich beperken tot een verschuiving in de tijd, als gevolg van de huidige economische situatie.
47
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Vastgoedexploitaties Onder vastgoed wordt verstaan alle gronden en panden die de gemeente in bezit heeft, waarvan ze de functie bestendigt en dit vastgoed beheert en exploiteert. Waar grondexploitaties ontwikkelgericht zijn, zijn vastgoedexploitaties dat niet. De vastgoedexploitaties zijn onderverdeeld naar drie categorieën: maatschappelijk vastgoed; kernbezit; overig vastgoed. Medio 2013 heeft de gemeenteraad het vastgoed (gronden en panden) gecategoriseerd . Bij het opmaken van deze nota is dit op onderdelen herzien, waarbij restcategorieën als terrassen, bos en natuur en ‘nader in te delen’ zijn toegevoegd aan de categorie Overig vastgoed. Daarnaast is er een verfijning aangebracht waardoor binnen categorieën is geschoven. De belangrijkste komen expliciet in deze nota aan de orde. De bijgestelde lijst is als bijlage toegevoegd aan deze nota (bijlage 7).
48
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hoofdstuk 5 ‘Maatschappelijk Vastgoed’ Het maatschappelijk vastgoed bestaat uit panden en percelen die de gemeente verhuurt, verpacht of in gebruik geeft aan organisaties, stichtingen en/of verenigingen met een maatschappelijke functie zonder commerciële doelstellingen. De gemeente ondersteunt maatschappelijke doelstellingen onder meer door het bieden van huisvesting en het verlenen van subsidies. Het maatschappelijk vastgoed wordt onderverdeeld in de volgende categorieën: scholen en gymzalen gemeenschapsaccommodaties overig maatschappelijk vastgoed sportlocaties De gemeente streeft met deze eigendommen maatschappelijke doelen na, die een bijdragen leveren aan de leefbaarheid en sociale cohesie in de gemeente en kernen. Per categorie worden de belangrijkste ontwikkelingen (maatschappelijk, financieel en juridisch), de bestaande voorraad en het huidige vastgoedbeleid geschetst. In het concluderende deel worden de conclusies in samenhang bezien. In de bijlage is een kaart opgenomen waarin alle maatschappelijke locaties zijn aangeduid. Dit geeft een beeld van de spreiding van de locaties en de verzorgingsgebie den waarin ze liggen. 5.1 Scholen en gymzalen Het primair onderwijs is een belangrijke voorziening voor elke dorpskern of wijk. De school is niet alleen de plek waar kinderen vanaf 4 jaar basisonderwijs krijgen, ook maken kinderen er kennis met leeftijdgenoten en de omgeving. Het is een fundament waarop kinderen hun sociale leven opbouwen en hun binding met de samenleving versterken. Een dorpskern zonder basisschool lijkt ondenkbaar. Toch zien we dat in sommige regio’s in Nederland dorpskernen geen basisschool meer hebben. Ondanks dat scholen een belangrijke lokale en maatschappelijke functie hebben, heeft de gemeente hier weinig invloed op. Dit komt omdat de ontwikkeling van scholen vooral wordt bepaald door de leerlingenprognoses, de daaraan gerelateerde middelen die het Rijk beschikbaar stelt en de keuzes die schoolbesturen maken. In dit deel van de nota wordt ingegaan op de ontwikkelingen die van invloed zij op het basisonderwijs in Deurne en wat dat concreet betekent voor de huisvesting van basi sscholen. 5.1.1 Wat hebben wij aan onderwijshuisvesting In de gemeente Deurne staan 13 basisschoolgebouwen. Hierin zijn 15 scholen gehuisvest. Op basis van leerlingenprognoses wordt bepaald welke basisscholen nu of in de toekomst leegstand kennen. Met regelmaat en vooral als er een directe aanleiding voor is, worden leerlingenprognoses opgesteld om de ruimtebehoefte van het onderwijs (nu en in de toekomst) te bepalen. Deze prognoses houden o.a. rekening met de bevolkingsbouw en woningbouw -programma’s van een gemeente. In 2013 is een leerlingenprognose opgesteld, onder andere voor het maken van het Integraal Huisvestingsplan (raadsopdracht). De resultaten van deze prognose staan grafisch weergegeven in de onderstaande figuur. Direct valt op dat in Deurne het leerlingaantal terugloopt waardoor er leegstand ontstaat in diverse scholen.
49
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
De daling is al sinds enkele jaren ingezet en zet volgens de prognose door tot ongeveer 2018. De verwachting is dat de aantallen in de periode erna consolideren.
Figuur 5.1: Prognose leerlingen primair onderwijs tot 2030
In onderstaande tabel is, op basis van de bovenstaande leerlingenprognoses per school, in beeld gebracht wat de benodigde ruimtebehoefte voor onderwijs is. In 2009 is een nieuwe systematiek ingevoerd voor deze wijze van berekenen; waar voorheen de behoefte in aantal lokalen werd uitgerekend, gebeurt dit vanaf 2009 voortaan in m² (vandaar dat voor de Piramide en de Brigantijn dit niet is ingevuld). Met name bij nieuwbouw geeft dit een schoolbestuur meer vri jheid om naar eigen inzichten de ruimten in te delen. Echter, voor bepaling van leegstand en mogelijk medegebruik, geeft een overzicht in lokalen meer duidelijkheid. In de tabel zijn beide berekeningswijzen dan ook opgenomen. in m2 BVO
De Wegwijzer De Zeilberg St Gerardus De Zonnebloem De Bron St Willibrordus D./ Ratelaar St Willibrordusschool N. D'n Heiakker De Peelparel De Piramide/ Brigantijn Tijl Uilenspiegel D'n Bogerd De Hasselbraam
in lokalen
-/- behoefte -/- huidig -/- behoefte -/- huidig leegstand onderwijs medegebruik beschikbaar Aanwezig onderwijs medegebruik beschikbaar
1149
804
180
165
7
5
2
0
2114
1498
87
529
15
11
1
3
1702
1226
64
412
12
9
1
2
1681
1583
91
7
12
12
0
0
1053
568
0
485
8
4
0
4
1450
1359
52
39
11
9
1
1
1471
985
70
416
10
6
2
2
2055
1719
0
336
15
12
0
3
935
617
80
238
6
4
1
2433
2107
0
1765
1563
65
137
12
11
1
0
1705
1689
0
16
13
13
0
0
134
-16
11
9
2
0
1440 1322 Tabel 5.1: benodigde ruimtebehoefte voor onderwijs
326 n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1 n.v.t.
De ruimtebehoefte kan per schooljaar verschillen. In dit overzicht is uitgegaan van het maximaal aantal benodigde m² in de komende 10 jaren, om zodoende te voorkomen dat in de toekomst ruimtegebrek ontstaat als gevolg van medegebruik door derden. De benoemde leegstand is deels bestaande leegstand en deels leegstand die in de komende jaren op basis van de prognoses te verwachten is.
50
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Om zo efficiënt mogelijk om te gaan met onderwijshuisvesting wordt structurele leegstand nu deels gevuld door onderwijs gerelateerd medegebruik. Daarnaast is er, daar waar mogelijk, voor gekozen om basisscholen samen in een gebouw te huisvesten. Het gaat dan om de basisscholen St. Willibrordus en De Ratelaar. Zodra de nieuwbouw gereed is, zullen basisscholen De Piramide en SBO De Brigantijn samen in een gebouw gehuisvest worden. 5.1.2 Beleid Onderwijshuisvesting kent weinig tot geen beleidsvrijheid. De gemeente is volgens de Wet op het Primair Onderwijs, naast nieuwbouw en renovatie van basisscholen, ook verantwoordelijk voor het groot onderhoud van deze schoolgebouwen. Dit verandert vanaf 1 januari 2015. Vanaf dan worden de schoolbesturen uit het primair onderwijs zelf verantwoordelijk voor het groot onderhoud. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor nieuwbouw van de schoolgebouwen en krijgt daarvoor rijksmiddelen in het gemeentefonds. Ook blijft de gemeente verantwoordelijk voor bekostiging van de verzekeringen, OZB en bewegingsonderwijs. De werkwijze is vastgelegd in de Vero rdening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Deurne 2012. De (niet- geoormerkte) middelen die de gemeente voor de uitvoering van de taak onderwijshuisvesting ontvangt in het gemeentefonds, stort zij in een “gesloten exploitatie”. Vervolgens betaalt de gemeente alle kosten voor onderwijshuisvesting uit deze gesloten exploitatie. De bestaande kapitaalslasten vormen uiteraard de grootste uitgaven. Door de landelijke wetgeving is de invloed van gemeenten op de ontwikkeling van scholen beperkt. De scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de exploitatie en bedrijfsvoering van het onderwijs. Dit komt er simpelweg op neer dat de gemeente geen directe invloed heeft op het voortbestaan van scholen. Naast de schoolbesturen heeft het Rijk een grote invloed. Deze invloed wordt actueel als scholen onder de opheffingsnorm komen. Dan kan het Rijk besluiten om de bekostiging stop te zetten. De invloed van de gemeente beperkt zich tot toestemming voor verhuur van leegstaande lokalen. Voor verhuur is, in tegenstelling tot medegebruik, toestemming van het college nodig op basis van artikel 36 van de Verordening onderwijshuisvesting. Onderscheid medegebruik/ verhuur De Wet op het Primair Onderwijs maakt onderscheid in medegebruik en verhuur. Medegebruik kan plaatsvinden voor onderwijs –bijvoorbeeld als een school tijdelijk een lokaal te kort heeftmaar ook voor culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden (bijvoorbeeld: bibliotheekvoorziening). Het college heeft de bevoegdheid om leegstand voor deze doelein den te vorderen. Scholen hebben ook de mogelijkheid delen van hun school in medegebruik te geven mits het onderwijs hier geen hinder van ondervindt. Hiervoor is geen toestemming van de gemeente nodig. Bij medegebruik is er geen sprake van “winst” voor het schoolbestuur. In tegenstelling tot medegebruik mag het schoolbestuur op verhuur wel “winst” maken. Bij verhuur gaat het om commerciële activiteiten, waar bijvoorbeeld ook kinderopvang onder valt. In tegenstelling tot medegebruik, moet een schoolbestuur voor verhuur wel toestemming vragen aan de gemeente.
De verantwoordelijkheid voor huisvesting van het voortgezet onderwijs heeft Deurne volledig doorgedecentraliseerd naar de schoolbesturen Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) en St. Willibrord gymnasium. Dit geldt eveneens voor het Voortgezet Speciaal Onderwijs waar een doordecentralisatieovereenkomst met de Aloysius Stichting onder ligt.
51
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Dit betekent dat op basis van deze overeenkomsten een bedrag wordt overgemaakt naar de schoolbesturen. Hiermee zijn zij zelf verantwoordelijk voor de totale onderwijshuisvesting, inclusief nieuwbouw. Ook de gebouwen zijn in eigendom overgedragen. Om deze reden wordt het Voortgezet (Speciaal) Onderwijs in dit hoofdstuk verder buiten beschouwing gelaten. 5.1.3 Wat kost het ons Vanwege besluitvorming in Den Haag vinden er per 1 januari 2015 twee kortingen plaats op het gemeentefonds, die betrekking hebben op de middelen voor onderwijshuisvesting: Algemene korting Landelijk vindt per 1 januari 2015 een uitname uit het gemeentefonds plaats van 256 miljoen euro voor uitvoering van de gemeentelijke taken op het terrein van onderwijshuisvesting. Aanleiding hiervoor was de uitwerking van de motie van Haersma Buma, waarbij geconcludeerd werd dat gemeenten te weinig van de niet- geoormerkte onderwijsgelden uitgeven aan onderwijshuisvesting. De korting voor Deurne bedraagt € 233.000,- en geldt zowel voor het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs. Op basis van leerlingaantallen heeft de gemeente deze korting verdeeld naar primair en voortgezet onderwijs. De korting voor het primair onderwijs bedraagt dan € 138.000, - en is per 1 januari 2015 verwerkt in het beschikbare budget huisvesting onderwijs, zoals te zien is in financiële totaaloverzicht van het Integraal Huisvestingsplan (IHP). Zie hiervoor de bijlage. De korting voor het voortgezet onderwijs zal verrekend worden met de doordecentralis atie bijdrage die de schoolbesturen ontvangen. Onderhoud (buitenkant) schoolgebouwen Schoolbesturen vragen nu jaarlijks bij de gemeente geld aan voor onderhoud aan de buitenkant van hun schoolgebouwen. Per 1 januari 2015 zijn besturen in het primair onderwijs zelf verantwoordelijk voor het totale onderhoud van hun scholen. Met de korting op het gemeentefonds vervalt tevens de onderhoudsverantwoordelijkheid voor schoolgebouwen voor gemeenten. Dit betekent dat de schoolbesturen het geld hiervoor voortaan rechtstreeks van het Rijk krijgen. De gemeente wordt vervolgens gekort. Deze korting komt bovenop de voorgaande korting van € 138.000,-. Hoeveel deze korting exact bedraagt, wordt bekend gemaakt in de meicirculaire 2014. Deurne heeft nu jaarlijks € 250.000,- geraamd voor groot onderhoud. Zoals u uit het financiële totaaloverzicht van het Integraal Huisvestingsplan (IHP) kunt concluderen, loopt de reserve onderwijshuisvesting vanaf 2017 negatief (zie de bijlage voor een overzicht). Een eenmalige storting van € 450.000,- in 2017 is nodig om de reserve om dit probleem op lange termijn te verhelpen. De vraag naar middelen kan pas verwerkt worden bij de begroting 2015 omdat de financiële consequenties van de overheveling van de onderhoudsmiddelen pas bij de meicirculaire van 2014 bekend zijn. 5.1.4 Ontwikkelingen De veranderende bevolkingssamenstelling (vergrijzing en ontgroening) heeft invloed op het aantal vierkante meter aan basisscholen dat nodig is. Dit is terug te zien in de bovenstaande prognoses en de tabel met het aantal vierkante meter/lokalen dat aan onderwijsruimte beschikbaar en nodig is. Door de terugloop aan leerlingen neemt het aantal leegstaande lokalen toe. Om duidelijk in beeld te hebben hoeveel basisscholen er in Deurne nodig zijn en hoe groot deze moeten zijn, is een Integraal Huisvestingsplan (IHP) opgesteld. Daarnaast geeft het IHP inzicht in de kosten die de gemeente in de toekomst heeft voor onderwijshuisvesting. In maart 2014 is het IHP door uw raad vastgesteld.
52
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
De voornaamste conclusies uit het IHP waren: Voorlopig geen sluiting basisscholen: per gemeente stelt het Rijk een ondergrens voor het aantal leerlingen per basisschool vast, de zogenaamde opheffingsnorm. Voor Deurne is de norm vastgesteld op 68 leerlingen. Zodra een school drie jaar op rij onder deze opheffingsnorm komt, kan het ministerie de bekostiging stop zetten. Dan vervalt ook de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor huisvesting. Het gaat om een bevoegdheid van het ministerie, niet van de gemeente. In Deurne zijn de basisscholen De Bron, De Peelparel en De Ratelaar de kleine basisscholen. Zij zitten de komende jaren boven deze ondergrens waardoor er voorlopig van sluiting geen sprake is. Leegstand in basisscholen: leegstand in basisscholen biedt mogelijkheden voor medegebruik. Zie hiervoor de voorgaande tekst met betrekking tot de bevoegdheden van de gemeente. Beide schoolbesturen PlatOO en Prodas zijn hier voorstander van. Prodas heeft de gevolgen van de decentralisatie van het onderhoud doorberekend; bij leegstand komen zij financiële middelen tekort hetgeen kan leiden tot het sluiten van scholen. Dit is niet het geval indien de gebouwen volledig gevuld zijn. De extra inkomsten uit verhuur/medegebruik zijn dan ook hard nodig, zo wordt door Prodas geconcludeerd. Echter, nog los van de financiële argumenten om de leegstand in scholen te benutten, is Prodas van mening dat het ook inhoudelijke voordelen heeft. De school krijgt zo opnieuw meer verbinding met haar omgeving, wat de sociale cohesie ten goede komt. Raadsuitspraak met betrekking tot structurele leegstand De raad heeft zich bij het vaststellen van het Integraal Huisvestingsplan in maart 2014 hierover uitgesproken. De raad vindt het inzetten van leegstaande lokalen voor niet kind-gerelateerde activiteiten/andere doelgroepen niet wenselijk omdat dit zou leiden tot concurrentie met de Deurnese gemeenschapsaccommodaties. 5.2 Gemeenschapsaccommodaties Gemeenschapsaccommodaties zijn primair bedoeld voor de huisvesting van verenigingen en stichtingen met maatschappelijke doelen. De panden worden verhuurd aan gesubsidieerde en niet gesubsidieerde verenigingen en stichtingen en incidenteel aan commerciële partijen. Door de jaren heen heeft de gemeente actief geïnvesteerd in de ontwikkeling en renovaties van gemeenschapsaccommodaties. Dit heeft geleid tot kwalitatief hoogwaardige accommodaties. Tegelijk neemt de zorg toe over de vraag of de gemeente en de ge meenschap in staat zijn om deze gemeenschapsaccommodaties en de gevestigde functies betaalbaar te houden. Met het oog op een duurzaam voorzieningenniveau, wordt in dit deel vooral informatief uiteen gezet wat de gemeente heeft, hoe dit wordt gebruikt en worden de relevante ontwikkelingen geschetst. 5.2.1 Wat hebben wij aan gemeenschapsaccommodaties In de gemeente Deurne staan 9 gemeenschapsaccommodaties. Hiervan zijn er 6 in eigendom van de gemeente (De Moost gedeeld eigendom gemeente/stichtingsbestuur) en 3 in eigendom van de stichtingsbesturen. Om een beeld te krijgen van de bezetting, is in 2013 bij de stichtingsbesturen opgevraagd door wie wanneer welke ruimtes van de accommodaties worden gebruikt. Met de verkregen informatie is de bezetting berekend, zie de onderstaande tabel. In de bijlage (bijlage 5) staat een overzicht van de stichtingen en verenigingen die wekelijks gebruik maken van de accommodaties. Niet meegenomen in deze berekening is de incidentele verhuur omdat die niet op voorhand bekend zijn. In de voorgaande jaren is incidentele verhuur beperkt gebleken.
53
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Gemeenschapsaccommodatie
Wijk/kern
Inwoners
Verhuurbare zaalruimte in m2
Gerardushuis (eigendom stichting) Wijkcentrum Heiakker De Gouden Helm De Kastanje De Moost D’n Houtenhoek
Walsberg
942
537
Wekelijkse bezetting zaalruimte % (inventarisatie 2013) 10%
Heiakker Helenaveen Liessel Neerkant H. Geest/ Houtenhoek/ De Vennen St. Jozefparochie
4.785 872 3.220 1.850 2.914
172 688 790 1.093 435
14% 44% 58% 21% 55%
2.963
882
54%
Zeilberg
1.729
759
16%
Vlierden
1.394
499
Niet bekend
Hofke van Marijke (eigendom stichting) Den Draai (eigendom stichting) ’t Huis
Tabel 5.2: overzicht bezetting van de accommodaties
Bij de inventarisatie was de bezetting van de nieuwbouw van ’t Huis nog ni et bekend. In de Koolhof wordt in de nieuwbouw van de basisscholen tevens een ruimte voor de wijk gerealiseerd. Inwoneraantal Koolhof: 4208. Per saldo wordt in de gemeenschapsaccommodaties 5.855 vierkante meter zaalruimte verhuurd. Deze accommodaties staan verspreid over de gemeente. Opvallend in de bovenstaande tabel is de bezetting. De gemiddelde bezetting over alle locaties (exclusief ’t Huis) is 35%. Deze bezetting is laag en de verschillen zijn groot. Zo is in drie van de negen accommodaties een bezetting hoger dan 50%. In hetzelfde aantal accommodaties is de bezetting lager dan 20%. Tot 2010 stuurde de gemeente met subsidie op de huisvesting van activiteiten (rentmeestersubsidie). Er was geen keuzevrijheid van de stichtingen en verenigingen. Met de huidige huisvestingssubsidie ligt de keuze bij de verenigingen. Uit de praktijk blijkt dat de wijk/kern waar een accommodatie staat niet vanzelfsprekend leidt tot een keuze voor een accommodatie. De kwaliteit van de ruimtes speelt hierin een belangrijke rol, maar ook faciliteiten, service en prijzen. De concurrentie neemt toe. Naast de aanbodkant is ook de vraag per wijk/kern anders. Dit heeft te maken met bevolkingsopbouw, sociale samenhang etc. Kortom, één oplossing voor negen accommodaties gaat niet werken. Ofwel, maatwerk is noodzakelijk. Een overzicht van de structurele gebruikers op basis van de inventarisatie en een gedetailleerd overzicht van het gebruik ligt ter inzage bij griffie.
54
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
5.2.2 Beleid De gemeente is vrij om op dit onderdeel haar eigen beleid te ontwikkelen, zonder dat er vanuit het Rijk voorwaarden voor worden meegegeven. In Deurne kennen we op dit moment de onderstaande 2 regelingen met betrekking tot subsidiëring van gemeenschapsaccommodaties: 1. Algemene subsidieverordening exploitatiesubsidie; de stichtingsbesturen van de gemeenschapsaccommodaties ontvangen alle 9 jaarlijks hetzelfde bedrag: € 5.834,-. Hier zijn geen voorwaarden aan verbonden; huisvestingssubsidie. Verder kent de gemeente de huisvestingssubsidie voor vrijwilligersorganisaties. Deze subsidie is een bijdrage in de huisvestingskosten van de vrijwilligersorganisatie. Deze subsidie mag besteed worden aan huisvesting in de 9 gemeenschapsaccommodaties. Daarnaast mag de subsidie besteed worden aan eigen accommodaties voor eigen gebruik. Verder zijn er voor vrijwilligersorganisaties uit het centrum, vanwege het ontbreken van een gemeenschapsaccommodatie in het centrum, een aantal (gemeentelijke) accommodaties aangewezen. Dit zijn Walhalla, OJC De Roos, De Muggenhof, Cultuurcentrum Martien van Doorne, Dr. H. van Doornezaal, Asteffekan, De Wik en het Trefcentrum. Tot slot is de gemeentelijke accommodatie De Wiek in Helenaveen voor gebruik van scouting in Helenaveen opgenomen. 2. Verordening subsidiëring groot onderhoud gemeenschapsaccommodaties gemeente Deurne 2012 De gemeente draagt op basis van deze verordening voor een deel bij aan de kosten van het groot onderhoud. Afhankelijk van de grootte van de accommodatie moet het stichtingsbestuur een deel zelf betalen. Ook hiervoor komen alle 9 accommodaties in aanmerking, met de kanttekening dat voor de 3 accommodaties die in eigendom zijn van de stichtingsbesturen de subsidie wordt verstrekt als langlopende lening zonder terugbetaalverplichting. Dit omdat het gemeenschapsgeld betreft. De stichtingsbesturen zijn immers zelf eigenaar en kunnen het pand verkopen of de bestemming beëindigen. Bij verkoop van het pand moet de lening worden afgelost. De wijze van exploiteren van de gemeenschapsaccommodaties laat de gemeente vrij. Deze ligt in handen van de stichtingsbesturen. Deurne Koerst Op Eigen Kracht Een uitgangspunt van de visie Deurne Koerst Op Eigen Kracht is een goede, passende infrastructuur ten gunste van de leefbaarheid. Dit kan door accommodaties goed te spreiden over Deurne en de kerkdorpen. Dit vraagt om een vorm van flexibiliteit (in gebruik) om nieuwe initiatieven vanuit de gemeenschap te kunnen huisvesten. Het is nu nog gebruikelijk dat verschillende verenigingen over een accommodatie beschikken, waar naast eigen activiteiten geen andere activiteiten plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan zijn scoutinggebouwen, maar vooral ook de clubgebouwen van diverse sportverenigingen. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in deze sportaccommodaties. Deze sportaccommodaties worden vaak in de avonden en weekenden gebruikt, maar overdag staan ze vaak leeg. Een KBO bijvoorbeeld zou hier dan prima activiteiten kunnen organiseren.
55
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Omdat het in de praktijk vaak moeilijk is om gebouwen multifunctioneel te gebruiken vanwege huidige wet- en regelgeving (denk hierbij bijvoorbeeld aan bestemmingsplannen), heeft uw raad besloten om hier op in te spelen in een vroegtijdig stadium, bijvoorbeeld door bij de actualisatie van bestemmingsplannen rekening te houden met de mogelijkheid tot multifunctioneel gebruik . 5.2.3 Wat kost het ons In de begroting is een totaalbedrag opgenomen van € 666.000,-. Dit bedrag bestaat uit een bedrag voor groot onderhoud, exploitatiesubsidie gemeenschapsaccommodaties en kapitaallasten. Daarbij geldt dat het bedrag, bestemd voor groot onderhoud dat aan het eind van het jaar niet is ingezet, terug vloeit naar de algemene middelen. Er wordt dus geen reserve opgebouwd. Het risico hiervan is dat als groot onderhoud op enig moment nodig is, de reserve op dat moment te klein is. In de procedure/werkwijze groot onderhoud is er rekening mee gehouden dat, mocht er voor enig jaar grotere vraag naar middelen zijn dan het beschikbare budget, bij de begroting een extra vraag naar middelen aan de raad kan worden voorgelegd. Dit uiteraard alleen onder de voorwaarde dat het groot onderhoud zo urgent is dat het niet naar een volgend jaar kan worden doorgeschoven. 5.2.4 Ontwikkelingen In de afgelopen raadsperiode zijn er 2 raadsopdrachten geformuleerd: RS9: start een onderzoek op naar het aantal benodigde gemeenschaps-accommodaties c.q. het voorzieningenniveau; RO9: stel onderhoudsplannen op voor gemeentelijke eigendommen. Inventariseer tevens het strategisch bezit van de Gemeente Deurne en stel een plan op voor het actief afstoten ervan. Beide raadsopdrachten hebben een relatie met het verbeterplan vastgoed “van los zand n aar vastgoed”. Uw raad heeft aangegeven nadrukkelijke bij de uitwerking betrokken te willen worden. Hiervoor zijn de onderstaande uitgangspunten benoemd: 1. uit te gaan van multifunctioneel gebruik van maatschappelijk vastgoed; 2. bij het vaststellen van nieuwe wet- en regelgeving rekening houden met de mogelijkheid tot multifunctioneel gebruik; 3. zorgen voor een goede spreiding van maatschappelijk vastgoed over Deurne en de kerkdorpen; 4. te komen tot een voorstel voor het afstoten van niet noodzakelijk maatschappe lijk vastgoed. Wet Maatschappelijke Ondersteuning In Deurne is op het gebied van de WMO al een aantal initiatieven ontstaan. Dit zijn: Zorgcoöperatie Helanaveen (aanbouw Paviljoen bij gemeenschapsaccommodatie De Gouden Helm en de Gouden Helm zelf); Ons Plekske Liessel (de ontmoetingsruimte ligt in het hart van De Gasterij); Cratos (Hofke van Marijke en deels Haspelweg); Factor (Haspelweg); Leefbaar en vitaal Neerkant (initiatief is opgepakt, insteek is huisvesting in De Moost) ; Initiatiefgroep Zeilberg richting zorgcoöperatie (Den Draai). Uit de drie decentralisaties en de transitie van de WMO komen nieuwe taken richting de gemeente. Een aantal taken hiervan worden regionaal opgepakt. Er blijven ook lokale taken en er komen nog lokale taken bij, die tot een ruimtevraag zouden kunnen leiden. In onderstaand schema is een compacte weergave van deze taken opgenomen:
56
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Lokaal Oude taken: Wonen en woonomgeving
Peel Verstrekkingen gehandicapten en hulp bij het huishouden
Cliëntondersteuning voor beperkte doelgroep Mantelzorgondersteuning Vrijwilligerswerk
Nieuwe taken: Cliëntondersteuning gen. Sociale wijkteams Waardering mantelzorgers Gevolgen transitie 2016 ev
Combi Jeugd Participatie mensen met een beperking Maatschappelijke opvang Openbare geestelijke gezondheidszorg Verslavingszorg
Extramurale begeleiding Kortdurend verblijf Beschermd wonen Persoonlijke verzorging Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten en Compensatie Eigen Risico Uitvoeringsbudget 2015 Gevolgen transitie 2015 Opvang gevolgen 40% korting hulp bij huishouden
Inloopfunctie GGZ Cliëntondersteuning spec. Uitvoeringsbudget 2016 ev
Figuur 5.2: bestaande en nieuwe taken in het kader van de WMO (bron: gemeente Deurne, afdeling Ruimte en Samenleving)
Uit de drie decentralisaties en de transitie van de WMO komen middelen van het Rijk naar de gemeente. Het grootste deel hiervan is bestemd voor de taken die in Peelverband worden uitgevoerd. Het bedrag is niet genoeg om ‘alles’ te doen, wat betekent dat de gemeente selectief moet zijn en aansluiting zal zoeken bij bestaande initiatieven en activiteiten van zorginstellingen. Hierbij valt te denken aan ORO op het Rijtven. De Biekorf (theaterachtige ruimte) en zwembad worden voor een breed publiek opengesteld. Verder wordt koffiehuis de Lekpot geïntegreerd in de Biekorf, zodat daar een redelijk complete accommodatie ontstaat die zowel voor de mensen van ORO als de bewoners van Deurne West beschikbaar is. Het lokaal invullen van deze taken zal dus niet altijd leiden tot een ruimtevraag. Als dat wel zo is, dan nog niet per definitie in gemeenschapsaccommodaties of gemeentelijke panden. Op basis van de bezetting constateren wij dat nieuwe initiatieven terecht kunnen in gemeenschapsaccommodaties. 5.3 Overige maatschappelijk vastgoed Behalve dat de gemeente gemeenschapsaccommodaties in bruikleen geeft aan stichtingsbesturen voor verenigingsgebruik, verhuurt en verpacht de gemeente ook panden/gronden aan verenigingen en stichtingen. Deze panden zijn bedoeld voor eigen (enkel)gebruik. In totaal gaat het om 12 panden/gronden, waarvan het Cultuurcentrum M. van Doorne de grootste is. 5.3.1 Wat hebben wij aan overig maatschappelijk vastgoed Cultuurcentrum M. van Doorne De gemeente Deurne is eigenaar het Cultuurcentrum waar ook de ruimte bij hoort die wordt gebruikt door Musicas. De ruimte die door de Koninklijke Harmonie Deurne wordt gebruikt is niet in eigendom van de gemeente. Het cultuurcentrum wordt door de gemeente verhuurd aan Stichting Cultuur Cluster Deurne. Musicas huurt van Hafadru, die weer van de gemeente huurt.
57
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Het is een juridisch complexe eigendomssituatie. In bijlage 9 is de eigendom- en gebruikssituatie schematisch uitgewerkt. Totaal bruto vloeroppervlak is naar schatting 5.000 m². De theaterzaal heeft een capaciteit van 350 stoelen / 500 staanplaatsen. Scouting, Jong Nederland en KPJ en andere verenigingen De gemeente is eigenaar van twee gebouwen die door scouting worden gehuurd. Het betreft Stichting Scouting Deurne en Scouting Helenaveen. Daarnaast wordt bij een viertal organisaties de grond in bruikleen of erfpacht gegeven. Het pand is in eigendom van de stichtingen/organisatie. Verder bevat deze categorie een aantal verschillende panden/gebruikers. De status van de panden is ook verschillend. Ze worden verhuurd, de grond is in erfpacht gegeven en het pand is van de vereniging/organisatie. Bij een viertal panden wordt nog gesproken over een huurovereenkomst. Deze hebben de status in onderhandeling. Accommodatie
Wijk/ kern
Status
Verhuurbare zaalruimte in m2
Stichting Scouting Deurne Stichting Scouting Deurne (Uilenbos) Scouting Jeanne d’Arc Helenaveen (De Wiek) Scouting Vlierden
Centrum
Verhuurd
257
Walsberg
Nader te onderzoeken Verhuurd
132
10%
Vlierden
Grond in bruikleen, wordt erfpacht met opstal
300
Niet bekend ten tijde van de inventarisatie
Jong Nederland Zeilberg Voormalig TOPIC KPJ Zeilberg
Zeilberg
Grond in erfpacht
106
29%
Centrum Zeilberg
Te huur Nader te onderzoeken Verhuurd
30
10%
Helenaveen
HAFADRU Centrum (Zelfde pand als Cultuurcentrum M. van Doorne) Clubhuis Zeilberg handboog-schutterij “Vredelust” HandboogNeerkant vereniging De Batavieren
700
Grond in erfpacht
Geen info
Grond in erfpacht
Geen info. Wil pand niet verhuren aan derden
58
Wekelijkse bezetting zaalruimte (inventarisatie 2013) 67%
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Accommodatie
Wijk/ kern
Status
Verhuurbare zaalruimte in m2
OJC De Roos
Centrum
263
Walhalla
Centrum
36
14%
Handboogvereniging Rozenjacht Clubhuis St. Jorisgilde
Vlierden
In onderhandeling In onderhandeling In onderhandeling
Wekelijkse bezetting zaalruimte (inventarisatie 2013) 31%
200
19%
Deurne Nader te buitengebied onderzoeken
Tabel 5.3: Overzicht wekelijkse bezetting accommodaties
Een gedetailleerd overzicht van het gebruik van deze panden ligt ter inzage bij de griffie. De bezetting van deze panden is, net als bij de gemeenschapsaccommodaties, bepaald op basis van verkregen informatie van de huurders/gebruikers. Opvallend is dat de Stichting Scouting Deurne, gevestigd in de Muggenhof als enige een goede bezetting heeft. In deze categorie wordt duidelijk dat ‘elke activiteit wenst een eigen plek’ dat een grote vraag naar vastgoed betekent. Tegelijk zien we grote leegstand ontstaan in gemeenschapsaccommodaties. De bezettingsgraad van het Cultuurcentrum is relatief laag. Naast de geprogrammeerde voorstellingen (die veelal ’s avonds plaatsvinden) zijn er zes structurele gebruikers. In de kleine zaal is recent een digitale bioscoopfunctie gerealiseerd. De horecaexploitatie van het grand-café ligt op dit moment zo goed als stil. Veel vaste gebruikers van de oude Vierspan zijn tijdens de sloop van de Vierspan en bouw van het Cultuurcentrum uitgeweken naar een alternatieve locatie. Na de realisatie van het Cultuurcentrum zijn deze niet teruggekeerd. Enkele voormalige gebruikers geven aan dat ze niet bereid zijn om het sociaal culturele tarief te betalen. Hieruit blijkt dat de huisvesting niet aansluit op de behoefte van de voormalige behoefte van de Vierspan. Het te betalen tarief lijkt hierin een belangrijke oorzaak te zijn. Overig maatschappelijk vastgoed De onderstaande panden waren in eerste instantie ingedeeld bij de categorie maatschappelijk vastgoed. Deze panden worden echter niet ingezet voor verenigingsactiviteiten en er is geen beleid voor opgesteld. Daarom zullen deze panden worden verplaatst naar de categorie ‘overig vastgoed’. Accommodatie Peuterspeelzaal Op Stap Albert Schweitzerstraat 40, Deurne Bosschuur Helmondsingel 42, Deurne Molen De Volksvriend Belt-/korenmolen Johanna Elisabeth Kasteerruïne (zonder Walhalla) Tabel 5.4: Status accommodaties
59
Wijk/ kern Centrum Centrum Deurne buitengebied Liessel Vlierden Centrum
Status Verhuurd Te huur Te huur In eigen gebruik In eigen gebruik Niet verhuurd
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
5.3.2 Beleid Cultuurcentrum M. van Doorne De Stichting Cultuur Cluster Deurne verhuurt het horecagedeelte aan een B.V. die verantwoordelijk is voor de commerciële horecaexploitatie. De huur van het pand en de exploitatie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in de huur- en exploitatieovereenkomst die zijn gesloten met de Stichting Cultuur Cluster Deurne. De gemeente heeft een aanzienlijke onderhoudsverplichting op basis van de overeengekomen demarcatielijst (bijlage bij de huurovereenkomst). Ondanks deze verplichting is er sprake van onderhoudsachterstanden. Om deze onderhoudsachterstanden weg te werken heeft het college van B&W in oktober 2013 besloten om medio 2014 een Meerjarig Onderhoudsplan op te stellen (zie ook 8.4.1 van deze nota). Voor de exploitatie van het Cultuurcentrum is door de gemeente gekozen voor het zogenaamde Cultureel ondernemerschap. Jaarlijks betaalt de gemeente een bijdrage aan de Sti chting die hiervoor de invulling van het culturele programma verzorgt. In feite staat deze bijdrage los van het vastgoedobject omdat het gekoppeld is aan het gebruik. De overeenkomsten met de Stichting (en de bijbehorende financiële verplichtingen) lopen in principe minimaal tot minimaal medio 2018. Vroegtijdige beëindiging van de lopende overeenkomsten lijkt op dit moment geen optie. Scouting, Jong Nederland en KPJ en andere verenigingen Er is geen specifiek beleid. Een aantal verenigingen komt in aanmerking voor huisvestingssubsidie volgens de Algemene subsidieverordening gemeente Deurne 2013. Dit betreft een bijdrage in de huisvestingskosten voor de uitvoering van de reguliere activiteiten van de vereniging en staat los van het gemeentelijk vastgoed. Deze panden worden verhuurd tegen relatief lage huren. 5.3.3 Wat kost het ons Cultuurcentrum M. van Doorne De structurele kosten bedragen € 0,7 miljoen per jaar en bestaan uit een exploitatiebijdrage, kapitaallasten, bijdrage VVE, beheer en onderhoud, compensatie energiekosten en een bijdrage compensatie sponsorverplichtingen. Daarnaast zijn er inkomsten van € 42.000,-. Deze bestaan uit huurinkomsten. De huurprijs is contractueel vastgelegd in de huurovereenkomst. Deze mag enkel jaarlijks geïndexeerd worden. Per saldo kost het Cultuurcentrum de gemeente bijna € 0,65 miljoen. De gemeente is tot minimaal 2018 contractueel verbonden met de Stichting Cultuurcentrum Deurne, waardoor vooralsnog moeilijk bezuinigd kan worden op deze kostenpost. Scouting, Jong Nederland en KPJ en andere verenigingen De jaarlijkse kosten bestaan uit onderhoud, kapitaallasten en verzekeringen. Deze kosten voor de verschillende accommodaties zitten versleuteld in diverse posten in de begroting en zijn op dit moment nog niet in beeld te brengen. Hetzelfde geldt voor de huurinkomsten. Overig maatschappelijk vastgoed De jaarlijkse kosten bestaan uit onderhoud, kapitaallasten en verzekeringen. Deze kosten voor de verschillende accommodaties zitten versleuteld in diverse posten in de begroting en zijn op dit moment nog niet in beeld te brengen. Hetzelfde geldt voor de huurinkomsten.
60
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
5.3.4 Ontwikkelingen Cultuurcentrum M. van Doorne Het Cultuurcentrum is een officieel erkende accommodatie waarbij vrijwilligersorganisaties die gebruik maken van ruimtes in het pand aanspraak kunnen maken op huisvestingssubsidie. De voornaamste concurrentie binnen de gemeente ondervindt het Cultuurcentrum van de diverse gemeenschapshuizen in de kern Deurne. Hierbij moet vooral worden gedacht aan de huisvesting van verenigingen etc. De exploitant van het Cultuurcentrum heeft de gemeente meermaals gevraagd om verenigingen te stimuleren om gebruik te maken van de mogelijkheden en faciliteiten. Daarbij dient te worden opgemerkt dat ook de bezettingsgraad en hiermee de exploitatie van enkele gemeenschapshuizen in de kern Deurne onder druk staat. Op dit gebied ‘vissen Cultuurcentrum en gemeenschapshuizen uit dezelfde vijver’. Gezien de lopende overeenkomsten zijn de mogelijkheden om gebruik en bezettingsgraad van het Cultuurcentrum te vergroten beperkt. De keuze voor de huidige exploitatievorm zit ons hierbij in de weg. De mogelijkheden zijn tot en met de beëindiging van de lopende huur en exploitatieovereenkomst beperkt. Slechts in overleg met de exploitant is het mogelijk om hier afspraken over te maken. Het staat de exploitant vrij om nieuwe gebruikers aan te trekken waarmee de exploitatie rendabeler wordt. Voor de gemeente levert dit echter geen financieel voordeel op. Mogelijk huisvesten de VVV en de Bibliotheek in het Cultuurcentrum: de subsidie voor de bibliotheek wordt vanaf 2015 afgebouwd naar € 250.000,- op jaarbasis. Dit betekent dat de bibliotheek op een compleet nieuwe manier vorm moet krijgen. Er wordt onder andere gedacht aan huisvesting van de bibliotheek in afgeslankte vorm in het Cultuurcentrum. De exploitant is vrij om de huisvesting van de bibliotheek in het Cultuurcentrum te realiseren binnen de grenzen van de huur- en exploitatieovereenkomst; daarnaast wordt door de exploitant van het Cultuurcentrum en het bestuur van de VVV de optie onderzocht om de VVV te huisvesten in het Cultuurcentrum. De VVV is op dit moment nog gehuisvest in de bibliotheek aan de Markt/Martinetstraat. De huurovereenkomst die voor dit pand door de bibliotheek met Bergopwaarts is afgesloten is met ingang van 1 november 2014 beëindigd. Hierdoor moet ook de VVV noodgedwongen verhuizen. De beoogde verhuisdatum is medio september 2014. Het stimuleren van verenigingen om gebruik te maken van het Cultuurcentrum zal ten koste gaan van de bezetting in gemeenschapshuizen en andersom. Structurele keuzes over het voorzieningenniveau liggen voor de hand. Scouting, Jong Nederland en KPJ en andere verenigingen HAFADRU: huisvesting Musicas Als gevolg van de bezuinigingen op het muziekonderwijs is de overeenkomst met het RICK beëindigd. In de vorm van een Deurne KOEK-initiatief wordt het muziekonderwijs nu georganiseerd door Musicas. Musicas huurt hiervoor de voormalige RICK-ruimte (onderdeel van het pand Cultuurcentrum) van Hafadru, die deze ruimte weer van de gemeente huren. Overige accommodaties Zowel OJC de Roos als een scouting hebben bij de gemeente aangegeven dat zij problemen hebben met het opbrengen van de huurprijs. De raad heeft in oktober 2013 besloten dat zij huisvestingssubsidie kunnen aanvragen voor de hoogte van de huurprijs. Voor OJC de Roos gaat het om een bedrag van € 29.500,- en voor Walhalla om een bedrag van € 4.075,-.
61
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Zodra de subsidie is aangevraagd, zal de huur in rekening worden gebracht. Tot op heden wordt de huur nog niet geïnd. Bovendien heeft OJC de Roos de huurovereenkomst niet getekend. Verenigingsaccommodaties in eigendom van stichting of vereniging Naast het gebruik van maatschappelijk vastgoed in eigendom van de gemeente, zien we ook dat een aantal verenigingen over eigen accommodaties beschikt. Denk hierbij aan de Koninklijke Harmonie Deurne, Invalidenbond Deurne (’t Trefpunt), Gejejong (de Wik), Harmonie Excelsior Zeilberg, Jong Nederland Liessel en Ons Plekske in Liessel. Ook van deze accommodaties is de bezetting opgevraagd en ook hier is ruimte beschikbaar. Zie hiervoor het uitgebreid overzicht in de bijlage. Bij het actualiseren van bestemmingsplannen kunnen de mogelijkheden voor gebruik worden verruimd. Als hiervoor gekozen wordt, betekent dit echter concurrentie voor de gemeenschapsaccommodaties. De Uitkomst (Haspelweg) en DESTAT (Kruisstraat) In de Uitkomst zijn diverse stichtingen en verenigingen gehuisvest, gesubsidieerd en nietgesubsidieerd. In DESTAT zijn kunstenaars gehuisvest. Op basis van de overeenkomst met Bergopwaarts ligt er een plicht tot sloop van beide panden en overdracht van de locatie aan Bergopwaarts. Daarmee vervalt het maatschappelijk gebruik in de toekomst. Er heeft een inventarisatie plaats gevonden van de huidige gebruikers van De Uitkomst. Gezien de bezettingsgraad van de gemeenschapsaccommodaties is er voldoende ruimte voor de gebruikers van de Haspelweg. Ook voor de gebruikers die qua ruimte/gebruik niet in een gemeenschapsaccommodatie terecht zouden kunnen, zijn er alternatieve locaties. Een aandachtspunt hierbij zijn TicTac, turnvereniging KDO en DMG (Deurne Media Groep). Deze kunnen niet een op een over naar andere accommodaties met dezelfde faciliteiten. 5.4
Sportlocaties
5.4.1 Wat hebben we aan sport Voetbal Bij voetbalverenigingen vindt jaarlijks een toetsing van de veldcapaciteit plaats op van NOC*NSF 3normen. Een toetsing voor het seizoen 2013-2014, laat de volgende veldbehoefte zien; SJVV BEHOEFTE voetbal medegebruik korfbal totaal WERKELIJKE CAPACITEIT Overcapaciteit
3 0 3 4 1
ZSV SV Deurne Walsberg Racing Boys Neerkandia 5 1 6 6 0
5 0 5 *7 2
2 0 2 2 0
2 0 2 2 0
3 1 4 4 0
RKSV Liessel SV Helenaveen SPV Vlierden 3 1 4 4 0
Tabel 5.5: toetsing aantal (voetbal)velden 2013-2014
*De ca paciteit van het kunstgrasveld va n SV Deurne telt als de ca paciteit va n 3 natuurgrasvelden. Daarnaast huurt SV Deurne een natuurgrasveld va n de hockeycl ub
3
Overkoepelende sportbond
62
2 0 2 2 0
2 1 3 3 0
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Overige sportvoorzieningen In tegenstelling tot de voetbalverenigingen, wordt bij de overige sportvoorzieningen slechts periodiek naar de benodigde capaciteit gekeken. Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot het besluit een 2e hockeyveld te realiseren in 2009. In 2014 zijn de aantallen als volgt; Aantal eigendom gemeente derde
Tennis TC Deurne TC Op Dreef TC Liessel TC Neerkant TC Vlierden TC Helenaveen Totaal
7 4 3 3 3 2 22
Hockey
1
Atletiek
1
1
Sporthallen 3 1 Gymzalen 3 10 Zwembad 0 1 Tabel 5.6: Aantal overige maatschappelijke sportvoorzieningen 2014
In 2014 start in de Koolhof de gezamenlijke nieuwbouw van de scholen Piramide en de Brigantijn. Hierin is ook een nieuwe gymzaal voorzien. Microhal Liessel en gymzaal Vlierden zijn niet meer in gebruik en worden gesloopt. 5.4.2 Beleid Begin jaren ’90 zijn de sportvelden en de sportaccommodaties geprivatiseerd, wat betekent dat zij vanaf dat moment zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de velden en accommodaties. Zij ontvangen van de gemeente alleen nog een jaarlijkse veldbijdrage voor onderhoud aan de velden. Naar aanleiding van een knelpuntenanalyse heeft de gemeenteraad in 2009 besloten een eenmalige investering van in totaal 2 miljoen euro beschikbaar te stellen om een aantal capaciteitsknelpunten op te lossen, alsmede om achterstallig onderhoud bij alle verenigingen weg te werken. 5.4.3 Wat kost het ons Dit betreft binnensport en buitensport. Er is een bedrag van € 1,2 miljoen in de begroting opgenomen. Dit bestaat uit de kapitaallasten, exploitatielasten, exploitatiesubsidie van het zwembad, veldbijdragen en toplaagrenovaties. Daar staan huurinkomsten voor een bedrag van € 0,2 miljoen tegenover. 5.4.4 Ontwikkelingen Toplaagrenovaties Bij de behandeling van de knelpuntenanalyse heeft de gemeenteraad tevens besloten om per 2014 structurele middelen beschikbaar te stellen voor toplaagrenovaties van voetbalvelden. Bij de herijking van het subsidiebeleid in 2014, wordt een subsidiebesluit voor de toekenning van middelen hiervoor uitgewerkt. Hierbij zal cofinanciering een uitgangspunt zijn. De toplaagrenovaties maken onderdeel uit van de voorgestelde bezuinigingen.
63
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Zwembad Zwembad de Wiemel is verleden jaar voor een symbolisch bedrag verkocht aan LACO. Tot uiterlijk 2018 is LACO gehouden het zwembad te exploiteren, hiervoor ontvangt zij een exploitatiesubsidie van de gemeente. De gemeenteraad heeft inmiddels het college een opdracht gegeven om te be zien hoe na deze periode een zwembad voor Deurne behouden kan blijven. Het zwembad maakt onderdeel uit van de voorgestelde bezuinigingen. 5.5
Adequate en efficiënte inzet van maatschappelijk vastgoed
5.5.1 Conclusies in samenhang bezien De gemeente heeft een hoog voorzieningenniveau. Hier is de laatste jaren fors in geïnvesteerd. Er is meer dan genoeg ruimte om maatschappelijke activiteiten te huisvesten, tegelijk verhoudt het totale aanbod zich niet meer tot de vraag. Zo blijkt dat: binnen het basisonderwijs in Deurne klaslokalen leegstaan. Daarvan geven de schoolbesturen aan dat dit in de toekomst problemen gaat opleveren omdat de leerlingaantallen volgens de leerlingenprognoses nog verder zullen dalen. Dit kan leiden tot het sluiten van basisscholen. Volgens de besturen zijn extra inkomsten uit medegebruik en verhuur dan ook hard nodig. Daarnaast geven zij aan dat, los van de financiële argumenten, medegebruik ook inhoudelijke voordelen heeft voor het onderwijs. De school krijgt zo weer meer verbinding met haar omgeving, wat de sociale cohesie ten goede komt. Een kanttekening hierbij is de hierboven genoemde concurrentie met gemeenschapsaccommodaties; van de ruim 9.000 m² aan verhuurbare zaalruimte in Deurne (gebaseerd op de gegevens en accommodaties zoals vermeld in bijlage 5 en de informatie die ter inzage ligt) is gemiddeld slechts 35% bezet. Op de doordeweekse avonden is deze 48%. Deze lage bezetting heeft uiteraard ook een negatief effect op de inkomsten van de stichtingsbesturen/verenigingen; de bezetting van het overig gemeentelijk vastgoed evenzeer beperkt is. Verenigingen verzoeken om medegebruik om zo de huisvestingskosten te kunnen delen. Dit vraagt onder andere om aanpassingen van het subsidiebeleid en bestemmingsplannen. Scholen, gemeenschapsaccommodaties en verenigingen/stichtingen die gebruik maken van accommodaties in eigendom van de gemeente vissen in dezelfde vijver als het gaat om het binnen halen van huurders. Dit noodzaakt de gemeente om het maatschappelijk vastgoed in samenhang te bekijken en dit uit te werken in accommodatiebeleid. De noodzaak is niet enkel financieel. Het is niet alleen vanwege de hoge kosten die verbonden zijn aan het in stand houden van het maatschappelijk vastgoed (minimaal € 2,5 miljoen per jaar4), maar vooral om het verduurzamen van het gewenste voorzieningenniveau (niet de panden, maar de activiteiten en de mensen). Omdat de huidige leegstand al zo fors is, wordt in 2014 en 2015 geen nieuw en/of extra maatschappelijk vastgoed toegevoegd. Na een integrale uitwerking van het accommodatiebeleid kunnen meer definitieve besluiten of oplossingsrichtingen worden bepaald. 5.5.2 Uitwerking accommodatiebeleid In eerste instantie richtte de uitwerking van het accommodatiebeleid zich niet op de financiële consequenties voor de exploitaties van betreffende verenigingen/stichtingen maar op de infrastructuur. Het was dus met name een capaciteitsvraagstuk. Inmiddels blijkt uit de praktijk dat enkele gemeenschapsaccommodaties te maken hebben met een lage bezetting en te weinig inkomsten om te blijven bestaan. Naar aanleiding van een brief 4
Nog niet alle kosten zijn in beeld. Wat we hebben opgehaald wijst uit dat het structureel om minimaal € 2,5 miljoen per jaar gaat. In deel B wordt het exacte bedrag duidelijk.
64
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
(noodkreet) van het stichtingsbestuur van het Hofke van Marijke hiervan heeft uw raad het college vervolgens verzocht het Hofke van Marijke te ondersteunen totdat er besluitvorming over de uitwerking van raadsopdracht RS9 heeft plaatsgevonden. Hierin wordt de lange termijnoplossing uitgewerkt. Dit betekent dat voor wat betreft de gemeenschapsaccommodaties er nu ook gekeken moet worden naar de exploitatie. Hierbij moet in acht worden genomen dat er vanuit RS9 - ‘start een onderzoek naar het aantal benodigde gemeenschaps-accommodaties c.q. het voorzieningenniveau’ - nog de volgende vragen beantwoord moeten worden: wat is een goede spreiding; relatie WMO-beleid; relatie Uitkomst; doelgroepen, niveau en behoefte: oog voor wat gecombineerd kan worden; voorkeur voor accommodaties die zelf de broek ophouden; relatie voorzieningentrap; relatie leegstand in het onderwijs: trachten onderwijs in kerkdorpe n te behouden. Medegebruik Medegebruik sluit aan bij de visie Deurne Koerst Op Eigen Kracht. De gemeente doet een beroep op burgers en verenigingen om actief mee te denken over gebruik van accommodaties. Hierbij past het zelf actief zoeken naar mogelijkheden en minder “eigen” (lees enkelvoudig gebruik) accommodaties. Samen een accommodatie delen biedt ook kansen. Dit betekent wel dat de “eigen” gesubsidieerde gebouwen ook beschikbaar moeten worden gesteld aan andere gebruikers. Inzetten op medegebruik betekent uiteraard ook iets voor de bezetting van de gemeenschapsaccommodaties. Leegstand basisonderwijs Door krimp en vergrijzing zullen de leerlingaantallen verder dalen waardoor meer leegstand zal ontstaan. Scholen samenvoegen is daar waar het mogelijk was, al gerealiseerd. Om basisscholen (in de kerkdorpen) te kunnen behouden, zal het probleem van de leegstand moeten worden aangepakt. Wet Markt en Overheid Vanuit de wet Markt en Overheid moeten we naar een kostendekkende huur voor de gemeentelijke accommodaties. Om de hogere huur te compenseren, kan gekozen worden voor een verhoging van de subsidies. Zie hoofdstuk 8 voor een toelichting op deze en andere relevante wet- en regelgeving.
65
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hoofdstuk 6 ‘Kernbezit’ Het kernbezit zijn de gebouwen waarin de gemeente haar eigen activiteiten uitvoert. Concreet gaat het om drie locaties: het gemeentehuis aan de Markt in Deurne; de gemeentewerf op bedrijventerrein Kranenmortel; de milieustraat op bedrijventerrein Kranenmortel (unit). Er is geen specifiek beleid voor het gemeentehuis, aangezien de inzet van het pand de organisatorische ontwikkelingen volgt. Dit betekent dat het pand waarschijnlijk nog lange tijd in eigendom blijft van de gemeente. In de laatste jaren is door de aanhoudende bezuinigingen het pers oneelsbestand gekrompen. Hierdoor zijn minder werkplekken nodig. Dit geldt vooral voor zowel het gemeentehuis als voor de gemeentewerf. Het gaat dan om ongeveer 360 m² ‘verhuurbaar’ vloeroppervlak op de begane grond (oostvleugel). Dit is direct verhuurbaar. Samen met andere ruimtes, verspreid in het gemeentehuis, is de totale leegstand 610 m² verhuurbaar vloeroppervlak. Dit komt overeen met 68 werkplekken. In het pand op de gemeentewerf wordt opslagruimte verhuurd. Het gaat om totaal 450 m² (150 m² binnen en 300 m² buiten). Voor de leegstaande werkplekken op de begane grond wordt primair gezocht naar een partij met functies die aansluiten bij de gemeentelijke activiteiten. In het gemeentehuis zijn een vleugel en de personeelskantine vrij gemaakt. De voormalige personeelskantine wordt verhuurd aan een horecaondernemer, de vleugel staat te huur. De gemeente voert gesprekken met een potentiële huurder.
66
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hoofdstuk 7 ‘Overig vastgoed’ De gemeente heeft een stevige vastgoed- en grondportefeuille. De vastgoed- en grondportefeuille was voor de gemeente lange tijd een belangrijk middel en instrument om ruimtelijk-strategische en maatschappelijke doelen te realiseren. Sinds 2011 voert de gemeente een faciliterend grondbeleid en is ze terughoudend op de grondmarkt. De noodzaak om vastgoed in eigendom te hebben is door deze koerswijziging kleiner. Dit betekent feitelijk een verschuiving van vastgoed, van één van de voorgaande categorieën naar deze categorie ‘Overig vastgoed’ (zie de bijlage). Waar eigendommen van blijvende betekenis zijn voor ruimtelijk-strategische, maatschappelijke of organisatorische doelen, zijn ze in voorgaande hoofdstukken aan de orde geweest. De categorie ‘Overig vastgoed’ wordt anders benaderd dan de benadering van de panden in de voorgaande categorieën. Dit heeft te maken met: het beperkte bestuurlijk-politieke belang, aangezien bezit van vastgoed niet direct bijdraagt aan het realiseren van gemeentelijk beleid; een meer commerciële inzet van het vastgoed. Deze eigendommen worden verhuurd, verpacht of verkocht. Ofwel, in deze categorie is de afweging hiertussen vooral gebaseerd op financiële argumenten (rendement en risico). Aangezien deze panden niet direct bijdragen aan de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelen, is het de verantwoordelijkheid van het college om een afweging te maken. De invloed van de brede financiële en juridische positie wordt in de afweging meegenomen, als ook tactisch-strategische afwegingen. 7.1 Waar hebben we het over Tot deze categorie behoren ongeveer 45 panden, inclusief de parkeergarage in de Wolfsberg en diverse bijzondere objecten zoals het carillon in Helenaveen en de Kazematten (bunkers). Deze bijzondere objecten zijn lastig af te stoten. Naast de panden omvat deze categorie pachtgronden5, bos- en natuurgronden, terrassen, een begraafplaats en een aantal bijzondere objecten. De portefeuille wordt kleiner, aangezien meer wordt verkocht dan dat wordt aangekocht. 7.2 Ontwikkelingen De laatste jaren is deze categorie onder een vergrootglas gekomen. Dit heeft een aantal redenen: de economische recessie heeft duidelijk gemaakt dat vastgoedwaarden niet oneindig groeien en dat investeren in vastgoed en grond risicovol is; strategisch aangekochte panden en gronden worden als gevolg van vraaguitval niet langer ingezet voor de ontwikkeling van woningen of bedrijventerrein. Panden en gronden in bezit houden voor toekomstige ontwikkelingen is vaak niet opportuun; de gemeentelijke panden zijn op een absoluut minimumniveau onderhouden, waardoor ook achterstallig onderhoud en waardedaling is opgetreden; door de gronden en het vastgoed professioneler en zakelijker te benaderen, kan het vastgoed met incidentele (verkoop) en structurele (verhuur)inkomsten de financiële positie van de gemeente te sterken. Kortom, sturen op vastgoed in de zin van geld en kwaliteit is meer dan ooit van belang.
5
Om een beeld te geven van de omvang: in 2014 is 300 hectare grond in jaarpacht uitgegeven, waaronder ook een deel van deze percelen binnen de grondexploitaties worden geadministreerd.
67
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hoofdstuk 8 ‘Financiële uitgangspunten’ De gemeente bevindt zich met haar vastgoed voor een belangrijk onderdeel in het privaatrechtelijke domein. Ze handelt bij wijze van private persoon en doet dit uiteindelijk om haar bestuurlijke en maatschappelijke doelen te bereiken. Dit vraagt om de nodige zorgvuldigheid en transparantie. In dit hoofdstuk worden de financiële uitgangspunten bepaald, veelal in de vorm van methodieken. Het doel hiervan is: een begroting op te kunnen stellen; een financieel kader waarbinnen het college uitvoering kan geven aan een adequate exploitatie van het vastgoed; verantwoording over hoe de gemeente uitvoering geeft aan de belangrijkste financiële regels. De bewegingsvrijheid van gemeenten met het vastgoed zijn en worden sterk ingekaderd door wetten en regels op landelijk en Europees niveau. De belangrijkste komen aan de orde. Hierbinnen en met het oog op een integraal financieel beeld op de vastgoedportefeuille , worden verbetervoorstellen gedaan voor de financiële structuur. Vervolgens worden de belangrijkste methodieken toegelicht. Er gebeurt momenteel veel in de wet- en regelgeving rondom het privaatrechtelijk en/of economisch handelen van overheden. In paragraaf 8.1 wordt hier een actueel beeld van gegeven. In paragraaf 8.2 wordt de huidige financiële structuur toegelicht. In paragraaf 8.3 wordt hier een verbetervoorstel op gedaan, waarbij zo veel als kan rekening wordt gehouden met de huidige en toekomstige wet- en regelgeving. In 8.4 en 8.5 komen de kosten en opbrengsten aan de orde. 8.1 Wet- en regelgeving Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) De BBV is landelijke regelgeving over de manier waarop gemeenten en andere overheden hun begroting en jaarrekening moeten inrichten. De financiële regels voor het vastgoed worden hier behandeld en wijken af van de financiële regels grondexploitaties (zie hoofdstuk 3). De financiële regels worden hieronder tegen elkaar afgezet. In de BBV wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen eigendommen die in een grondexploitatie worden ondergebracht en het vastgoed dat de gemeente beheert en exploiteert. De eerste (grondexploitaties) richt zich op een transformatie van (bijna altijd) een cluster van gemeentelijke eigendommen tot een andere functie. De tweede (al het andere vastgoed) richt zich op het behoud van pand en locatie en bestendigen van de functie en de bestemming. Hieruit volgt dat eigendommen buiten de grondexploitaties financieel anders worden benaderd dan eigendommen binnen de grondexploitatie. De belangrijkste regels voor het gemeentelijk vastgoed zijn:
Balanspositie Kapitaallasten: Afschrijving Rente Kosten en opbrengsten Waardering
Vastgoed Vaste Activa
Grondexploitaties Vlottende activa
Ja Winst- en verliesrekening Gericht op beheer en behoud Winst- en verliesrekening Maximaal historische aankoopwaarde tenzij de actuele marktwaarde lager is, dan geldt de actuele marktwaarde
Nee Balans Gericht op transformatie Balans Maximaal de toekomstige marktwaarde (na transformatie)
Figuur 8.1: Belangrijkste financiële regels (BBV-regels) voor Vastgoed en Grondexploitaties
68
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Voor panden waarvoor een Meerjarig Onderhoudsprogramma is opgesteld, moet een voorziening worden ingericht. Voor panden waarvoor geen Meerjarig Onderhoudsprogramma is opgesteld, moet een reserve worden ingericht. Wet Markt en Overheid Over het algemeen verrichten overheden publiekrechtelijke taken. In de afgelopen jaren zijn overheden zelf of via hun overheidsbedrijven steeds meer economische activiteiten gaan verrichten. Omdat dit kan leiden tot een oneerlijke concurrentie met marktpartijen, is tegen deze achtergrond de Wet Markt en Overheid in het leven geroepen. Er zijn vier gedragsregels opgenomen in de Mededingingswet waaraan overheden zich moeten houden6 : functiescheiding: voorkom dat dezelfde persoon betrokken is bij het uitvoeren van publiekrechtelijke bevoegdheden en bij het verrichten van economische activiteiten. Dit om belangenverstrengeling en de schijn van concurrentievervalsing te voorkomen; gegevensgebruik: informatie dat, die is ingewonnen uit publiekrechtelijke activiteiten, gebruiken voor privaatrechtelijke activiteiten, geeft een voordeel; integrale kostendoorberekening: een overheidsorganisatie moet voor haar economische activiteiten ten minste de integrale kosten in rekening brengen; bevoordelingsverbod van overheidsbedrijven: het bevoordelen van overheidsbedrijven in de aanbesteding van activiteiten is uit oogpunt van concurrentievervalsing verboden. Deze wet is van toepassing op alle overheden en gemeenschappelijke regelingen, dus ook de gemeente. De gemeente Deurne voldoet op dit moment niet of niet volledig aan deze wet. Dit risico wordt in de risicoparagraaf bij de begroting / deel B toegelicht. Staatsteun Controle op overheidssteun aan ondernemingen is een belangrijk aspect van het mededingingsbeleid binnen de Europese Gemeenschap. Het doel van de Europese wet- en regelgeving is onder anderen het scheppen van gelijke concurrentievoorwaarden voor alle ondernemingen op de gemeenschappelijke markt. In overeenstemming met artikel 87 lid 1 van het EG-verdrag is er sprake van staatssteun als aan elk van de volgende criteria is voldaan: de steun wordt door de overheid verleend of met overheidsmiddelen bekostigd; de steun verschaft een economisch voordeel aan onderneming(en) die zij niet langs de normale commerciële weg zouden hebben verkregen; het voordeel is selectief, wat inhoudt dat het ten goede komt aan bepaalde onderneming(en); het voordeel vervalst de mededinging of dreigt het te vervalsen; de steun heeft een (potentiële) invloed op de tussenstaatse handel. De Europese Commissie ziet twee manieren om staatsteun te voorkomen: via een open en onvoorwaardelijke biedprocedure; of op basis van een taxatie door een onafhankelijke deskundige die is uitgebracht vóór de verkooponderhandelingen. De in de taxatie vastgestelde marktprijs is de minimale verkoopprijs die kan worden overeengekomen.
6
In de ‘Handreiking Wet Markt en Overheid’ (Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, 2012) staat toegelicht in welke situaties deze gedragsregels gelden en ze moeten worden toegepast.
69
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
De regelgever beoogt hiermee het voorkomen van marktverstoring en het voorkomen van concurrentievervalsing. Dit wil zeggen dat de grondprijs (en de methodiek) transparant en voor iedere potentiële gegadigde gelijk moet zijn. Aanpassing Wet Vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven Op 14 april 2014 heeft het Ministerie van Financiën een concept wetsvoorstel gepubliceerd inzake de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven. Het doel hiervan is het creëren van een gelijk speelveld voor overheidsbedrijven die niet aan vennootschapsbelasting zijn onderworpen en private ondernemingen die dat wel zijn. Dit voorstel is onder druk van de Europese Commissie ontstaan. Uitgangspunt is: overheidsbedrijven zijn belastingplichtig, tenzij een in de wet genoemde vrijstelling van toepassing is. Vrijstellingen zijn: interne activiteiten; overheidstaken; samenwerkingsverbanden. De planning van het ministerie is om het wetsvoorstel vóór 1 januari 2015 af te ronden, zodat de nieuwe wet in werking kan treden voor het boekjaar vanaf 1 januari 2016. Concluderend kan gesteld worden dat door ontwikkelingen in de wet- en regelgeving overheden de handelingsruimte in het privaatrechtelijke domein kleiner wordt. De gemeente wordt steeds vaker en steeds meer gelijk gesteld met ondernemers bij het uitvoeren van economische en privaatrechtelijke activiteiten. Dit heeft consequenties voor de manier van werken (werkprocessen en rolscheiding) en administratieve inrichting. Toezichthoudende rol van de provincie Noord Brabant op de financiële positie van de gemeente Al meerdere jaren op een rij is de provincie, vanuit haar toezichthoudende rol op de financiële positie van de gemeente, bij de begroting 2014 kritisch geweest op onderhoud gebouwen. Onderhoudsbudget en risico’s zijn volgens de provincie onvoldoende in beeld en onderbouwd. Met deze nota wordt aan deze opmerking tegenmoet gekomen. 8.2 Huidige financiële structuur Vastgoed Tot op heden werd het gemeentelijk eigendom begroot en verantwoord op de volgende producten: beheer gebouwen: Op dit product worden jaarlijks € 500.000,= gereserveerd voor beheer en onderhoud van gemeentelijke panden. Gelet op de beperking tot calamiteus onderhoud in de afgelopen jaren werd jaarlijks nog geen € 100.000,= aan onderhoud uitgegeven. Een deel van wat jaarlijks resteerde is toegevoegd aan de algemene middelen. Daarnaast werden op dit product de opbrengsten verantwoord; beheer gronden: Op dit product wordt jaarlijks de kosten en opbrengsten begroot en verantwoord, die samenhangen met de gronden die de gemeente in eigendom heeft; verbetertraject vastgoed: Voor dit product is een budget opgenomen van € 218.000 voor het uitvoeren van de verbeterstappen die betrekking hebben op het gemeentelijk vastgoed, zowel organisatorisch als instrumenteel en financieel; er is een verkooptaakstelling van € 200.000 en bij de bezuinigingsvoorstellen is voorgesteld om deze taakstelling te verlengen tot 2018 en te verhogen naar € 300.000; de uren worden begroot op productniveau, niet op pandniveau; er is voor een aantal panden een product ingericht, waarop de kosten en opbrengsten apart worden begroot en verantwoord. Deze productindeling wordt voorgeschreven door de regels BBV;
70
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Er zijn twee reserves voor het onderhoud van gemeentelijke panden: o de ene voor het onderhoud van onderwijshuisvesting; o de andere voor onderhoud gemeentelijk onroerend goed.
De uitsplitsing van producten, reserves en voorzieningen wordt voorgeschreven door de regels BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden). In de afgelopen jaren is slechts calamiteus onderhoud aan gebouwen geplee gd, daarbij is bij sommige panden een onderhoudsachterstand ontstaan. Een aantal kanttekeningen bij de huidige financiële structuur: er liggen geen Meerjarig Onderhoudsplannen ten grondslag aan het onderhoudsbudget. Dit maakt het lastig om te sturen op onderhoud en onderhoudsniveau; begroting en werkelijke uitgaven sluiten niet op elkaar aan waardoor jaarlijks veel geld ogenschijnlijk overblijft. Tegelijk worden onderhoudswerkzaamheden uitgesteld; de begroting en verantwoording vinden versnipperd plaats, waardoor er geen helder financieel beeld is van de totale vastgoedportefeuille ; vanwege bovengenoemde punten is het bijna onmogelijk om een goede risicoanalyse uit te voeren. 8.3 Aangepaste financiële structuur In deze nota wordt voorgesteld om tot een nieuwe financiële en administratieve structuur te komen. Hier is een aantal redenen voor. Allereerst ontbreekt het op dit moment nog aan integraal financieel inzicht omdat eigendommen verspreid worden begroot en verantwoord. Met meer financieel inzicht kan de samenhang worden gezien en kan gestuurd worden op geld en risico’s. Ten tweede zijn (aangepaste) wet- en regelgeving (zie paragraaf 8.1) aanleiding om een duidelijke uitsplitsing te maken tussen de begroting en verantwoording van economische en/of privaatrechtelijke activiteiten (bijvoorbeeld verhuren van vastgoed) en die van publiekrechtelijke activiteiten. Met deze nieuwe financiële structuur wordt daar een belangrijke eerste stap in gezet. Een grove uiteenzetting van deze nieuwe financiële structuur ziet er als volgt uit:
Figuur 8.2: Nieuwe financiële structuur waarop de begroting / deel B wordt ingericht
Deze structuur wordt zodanig aangepast dat per pand wordt begroot en geadministreerd. Daarnaast wordt een voorziening ingericht voor het onderhoud van panden waarvoor een Meerjarig Onderhoudsplan is gemaakt en een reserve voor het onderhoud van de panden waarvoor (nog) geen Meerjarig Onderhoudsplan is opgesteld. Dit is nodig om een goed onderbouwde begroting en verantwoording op te stellen die aansluit bij de BBV-regels. Daarnaast helpt deze structuur om een integrale kostprijsberekening te maken en in het hebben van een financieel totaalbeeld.
71
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
8.4 Lasten Het bezitten van vastgoed brengt kosten met zich mee. In deze paragraaf worden de kosten uitgesplitst naar eigenaars- en onderhoudslasten en gebruiks- en beheerlasten. Daarbij worden methoden en uitgangspunten verwerkt, op basis waarvan de begroting wordt ingericht. Vanuit de wet- en regelgeving worden alle lasten die genoemd worden in deze paragraaf onderdeel van de integrale kostprijsberekening. Dit is het uitgangspunt voor al het vastgoed dat de gemeente bezit. 8.4.1 Eigenaars- en onderhoudslasten Van alle lasten zijn de eigenaars- en onderhoudslasten veruit de grootste kostenpost. Hieronder worden verstaan de kapitaallasten (rente en afschrijving), onderhoudslasten en overige eigenaars- en onderhoudslasten. De toelichting hierop volgt hieronder. Kapitaallasten In artikel 6 van de financiële verordening van de gemeente Deurne zijn de regels opgenomen voor het waarderen en afschrijven van vaste activa. De afschrijvingsmethodiek van de gemeente Deurne is dat materiële vaste activa met economisch nut annuïtair worden afgeschreven op basis van de verwachte levensduur. De afschrijvingstermijn voor gebouwen bedraagt 40 jaar. Voor onderhoudsinvesteringen gebouwen geldt een afschrijvingstermijn van 20 jaar. Het rentepercentage dat gehanteerd wordt door de gemeente Deurne is bepaald op 4,25%. Bij de annuïtaire afschrijvingsmethode blijft de som van de afschrijving en de rentelast jaarlijks gelijk. Gedurende de eerste jaren van afschrijven zal de rentelast vrij hoog zijn. Het aflossingsbestandsdeel dat daadwerkelijk op het activum wordt afgeschreven, blijft de eerste jaren laag. De afschrijvingsmethodiek en/of afschrijvingstermijn van panden die al langere tijd in eigendom zijn van de gemeente Deurne kunnen afwijken van artikel 6 van de financiële ve rordening. Onderhoudskosten Zoals al gesteld is het onderhouden van panden ste eds belangrijker geworden. Behalve dat de gemeente als eigenaar hier haar eigen verantwoordelijkheden in heeft, leiden de volgende ontwikkelingen tot extra argumenten om panden adequaat te onderhouden, met het oogpunt op veiligheid, (markt)kwaliteit en waardenbehoud: eigendommen die waren aangekocht voor transformatie worden niet meer getransformeerd maar (voorlopig) behouden. Waar eerder de nadruk lag op sloop of snelle transactie, blijven panden langer in bezit. In sommige situaties dreigt dit te leiden tot onveilige situaties. Het aanpakken van deze situaties krijgt prioriteit. de gemeente heeft op prominente plekken in haar gemeente eigendommen verworven. Het niet onderhouden van deze eigendommen leidt tot verrommeling; vastgoedwaarden stijgen niet vanzelfsprekend en de vraag naar alle vastgoedsegmenten is al lange tijd beperkt. Met gericht onderhoud blijven waarden zo veel als kan behouden en wordt de verkoopbaarheid verbeterd; de provincie dringt bij brief d.d. 3 december 2014 aan op een actueel beheerplan, met daarin bestuurlijke keuzes ten aanzien van het onderhoudsniveau voor gebouwen en de financiële consequenties hiervan structureel te verwerken in de komende (meerjaren)begroting.
72
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Met raadsopdracht Omgeving 9 (RO 9) heeft de gemeenteraad daarom besloten om onderhoudsplannen op te stellen ten behoeve van de gemeentelijke gebouwen. Groot voordeel van het werken met MJOP’s is dat keuzes voor wat betreft kwaliteit en planning van het onderhoud en het daarvoor beschikbaar te stellen budget vooraf kunnen worden gemaakt. Daarmee kunnen eisen en wensen binnen het budget worden uitgevoerd, prioriteiten eenvoudig worden gesteld en activiteiten worden geclusterd zodat optimaal gebruik gemaakt kan worden van aanbestedingsvoordelen. Het college heeft besloten om aan raadsopdracht RO 9 fasegewijs invulling te geven. In 2013 is in de eerste fase MJOP’s voor 7 panden (zie bijlage 6) een meerjarig onderhoudsprogramma opgemaakt. In 2014 worden voor ongeveer 6 andere panden meerjarig onderhoudsprogramma’s opgemaakt (zie in bijlage 6 de toelichting per pand). Voor de conditiemeting van gebouwen, terreinen en installaties is in Nederland de meting volgens de NEN 2767 standaard. Met de NEN 2767 kan van ieder materiaal, elk element en iedere detaillering worden vastgesteld wat de eventuele gebreken zijn, de omvang daarvan en de intensiteit. Samenvoeging van deze objectief vastgestelde kenmerken leidt tot een conditiescore. De score loopt van 1 tot 6, daarbij is 1 zeer goed en 6 zeer slecht. Een conditiescore van 3 is naar de maatstaf van de meeste vastgoedportefeuillehouders of gebruikers voldoende. Bij conditiescore van 5 spelen veiligheids- en daarmee handhavingsrisico’s nadrukkelijk een rol. De NEN 2767 is een conditiemeting op een bepaald moment. Meerjarige onderhoudsplannen zijn een instrument om de kwaliteit van en gebouw op een bepaald niveau te brengen en/of te houden. De kosten in onderstaande figuur zijn uitgedrukt in gemiddelde kosten per jaar in de komende 10 jaar voor de 7 panden waarvoor een MJOP is opgesteld, exclusief indexering. Deze kosten vallen binnen het bestaande beheerbudget en conform deze onderhoudsplannen zal in 2014 uitvoering aan de plannen worden gegeven. NEN 2767 Niveau 1 2 3 4 5 6 Onderhoudskosten Excl. BTW
Gemeentelijke vertaling onderhoudsniveau Budget Regulier Extra Zeer goed Goed Redelijk Matig Slecht Zeer slecht € 249.600
€ 353.600
€ 421.200
Figuur 8.3: Gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten voor de 7 panden waarvoor een MJOP is opgemaakt, vertaald naar drie onderhoudsniveaus.
Uit bovenstaande figuur kan geconcludeerd worden dat de onderhoudskosten sterk afhanke lijk zijn van het gekozen onderhoudsniveau. Om voornoemde redenen en financiële redenen wordt in deze nota voorgesteld om uit te gaan van het onderhoudsniveau ‘budget’. Als de exploitatiekansen toenemen door een hoger kwaliteitsniveau, dan kan het college afwijken van het budgetniveau. In de praktijk zal dit om incidentele gevallen gaan. Uiteindelijk worden MJOP’s opgemaakt voor alle panden die de gemeente langdurig (langer dan 5 jaar) in eigendom houdt. Dit wordt ingegeven door een keuze tussen verhuur of verkoop en door de marktsituatie. Panden die worden verkocht, worden primair onderhouden om de verkoop te bespoedigen en/of om het pand veilig te houden.
73
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Voor de panden waarvoor geen MJOP is opgesteld, worden de onderhoudskosten geraamd middels de kengetallen voor onderhoud als gepubliceerd door de Raad Onroerende Zaken. Hiermee bestaat alleen zicht op de reguliere uitgaven voor onderhoud per m² per pand categorie en niet op de benodigde onderhoudsactiviteiten voor een lange termijn. Sturen op budget en planning is dan nauwelijks mogelijk. Deze kosten worden meerjarig opgenomen in de meerjarenbegroting v.a. 2015: Soort gebouw
Onderhoudskosten per m² BVO per jaar
Bijeenkomstgebouwen
€ 17,14
Sportaccommodaties Kantoren
€ 15,43 € 9,72
Winkels Woningen
€ 6,29 € 11,43
Figuur 8.4: Indicatie kosten eigenaarsonderhoud per type gebouw (Bron: herleid uit ROZ Benchmark gemeentelijk vastgoed 2007 en ROZ Vastgoedindex 2007, geïndexeerd op basis van reeks CPI alle huishoudens)
In de begroting en financiële inrichting wordt een voorziening en een reserve gevormd: voorziening: voor alle panden waarvoor een MJOP is opgesteld. In deze voorziening wordt langdurig geborgd dat er voldoende geld is om de panden adequaat te onderhouden. De voorziening dient grofweg twee doelen. Het eerste is het egaal spreiden van de kosten voor het uitvoeren van de Meerjarig Onderhoudsplannen. De tweede is het voorzichtigheidsbeginsel: ongeacht de verhuuropbrengsten zijn de onderhoudskosten gedekt, zodat je altijd als ‘goed huismeester’ je panden heel, veilig en continue kunt onderhouden; reserve: de onderhoudskosten voor de panden waarvoor (nog) geen MJOP’s zijn opgesteld worden dus begroot op basis van kengetallen. Deze budgetten worden ondergebracht in een reserve. Dit is conform wat de BBV-regels voorschrijven. Overige eigenaars- en onderhoudslasten Andere kosten die betaald worden door de eigenaar zijn belastingen, heffingen en opstalverzekeringen. In de begroting worden de overig eigenaars- en beheerlasten ingeschat op basis van ervaringscijfers. 8.4.2 Gebruiks- en beheerlasten De gebruiks- en beheerlasten zijn voor de gemeente beperkt. Deze lasten zijn, zoals de naam al doet vermoeden, gekoppeld aan het gebruik van het pand. Deze lasten hebben vooral betrekking op de panden die de gemeente zelf gebruikt, waaronder het gemeentehuis en de gemeentewerf. In de begroting worden de gebruiks- en beheerlasten ingeschat op basis van ervaringscijfers en contractuele afspraken. Gas, water en elektra De kosten voor gas, water en elektra zijn voor de gemeente beperkt, aangezien dit lasten zijn die bij de gebruiker horen. Waar wel sprake is van deze lasten is in geval dat: de gemeente behalve eigenaar ook gebruiker is. Dit is in het geval van haar kernbezit; bij tijdelijke leegstand; in specifieke situaties (zoals bij de verhuur van sporthallen).
74
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Onderhoud gebouw gebonden installaties In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat deze lasten voor rekening zijn van de gebruiker. Hier kunnen andere afspraken over worden gemaakt. De gemeente hee ft bijvoorbeeld in het cultuurcentrum het onderhoud van installaties op zich genomen. Overige gebruiks- en beheerlasten Afhankelijk van de afspraken kan de eigenaar (de gemeente) aanvullende afspraken maken met de gebruiker over bijvoorbeeld faciliterende zaken. Dit kan het geval zijn bij verhuur van kantoorruimtes in het gemeentehuis, waar de gemeente aanvullende afspraken kan maken over schoonmaak, gedeelde balie, etc. 8.4.3 Personele kosten Op dit moment worden de personele kosten en bijkomende overhead direct geboekt op productniveau. In de toekomst zullen de personele kosten begroot worden op basis van de onderhouds-, verkoop- en verhuuractiviteiten, op objectniveau. Er wordt dan gewerkt met een procentuele toeslag op de betreffende kosten en opbrengsten per pand. Dit wordt nog niet verwerkt in de begroting 2015 maar wordt nadien opgepakt. Personele kosten en bijkomende overhead maken immers ook onderdeel uit van de integrale kostprijsberekening (Wet Markt en Overheid). 8.4.4 Indexering De indexering op de kosten wordt gelijk gesteld met de indexering op kosten bij de algemene dienst. Deze is 1,5% vanaf 1 januari 2015. 8.5
Opbrengsten
8.5.1 Structurele opbrengsten Bij structurele opbrengsten gaat het om huur. De gemeente kiest voor marktconforme huur. Daarnaast moet de gemeente de integrale kostprijs als minimaal doorleggen aan de huurder, conform de wet Markt en Overheid. Deze opbrengsten worden ingeschat op basis van ervaringscijfers of contractuele afspraken. Marktconform Om de marktconforme waarde voor panden en gronden te bepalen: panden: er wordt aangesloten bij de markthuur van twee vergelijkbare panden. Zijn er geen of onvoldoende vergelijkingen, dan wordt een taxatie door een onafhankelijke taxateur opgesteld. Het college kan tot maximaal 15% van de vergelijking of taxatie afwijken; gronden: aangezien er meer vraag is naar agrarische grond dan aanbod, wordt gekozen voor de methode openbare inschrijving. Daarmee wordt automatisch een marktconforme prijs bereikt. Kostprijsdekkende huur Het gaat om het bepalen van een integrale kostprijsberekening. Om de kostprijs te bepalen, wordt de volgende rekenmethode gehanteerd:
75
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Berekening kostprijsdekkende huur per jaar Rente en afschrijving aanschafwaarde Rente en afschrijving tussentijdse renovatie (25 % van de herbouwwaarde) gemeentelijke belastingen opstalverzekering waterschapslasten Totaal opslag ten behoeve van management kosten De basis huurprijs opslag van de basis huur prijs inzake leegstandsrisico Opslag t.b.v. Beheer en verhuurkosten Opslag t.b.v. onderhoudskosten Kostprijsdekkende huurprijs exclusief BTW btw compensatie in geval van verhuur aan niet btw plichtige huurder btw bij met btw belaste verhuur kostprijsdekkende huur inclusief BTW danwel inclusief BTW compensatie
€ € € € € € € € € € €
€
0,10% 2% 8% -
Tabel 8.1: Berekening kostprijsdekkende huur per jaar
Uitzonderingen De volgende uitzonderingen zijn denkbaar: er is geen markt voor een object, dan wordt de kostprijsdekkende huur aangehouden; de kostprijsdekkende huur is hoger dan de marktconforme huur, dan wordt de marktconforme huur als uitgangspunt aangehouden. Uitzonderingen worden aan het college voorgelegd. In de begroting wordt uitgegaan van bestaande verhuurovereenkomsten. Waar verhuurovereenkomsten aflopen, zal de gemeente deze actief opzeggen op het moment dat dit juridisch mogelijk is en als de huurprijs onder een marktconform dan wel kostprijs dekkend niveau ligt. Dit doen we vanaf 2015. In de wet Markt en Overheid is een escape opgenomen voor panden die de gemeenteraad aanmerkt voor maatschappelijk nut. Dit biedt de gemeenteraad ruimte financiële afwegingen te maken. Echter, een integrale vervolgopdracht voor deze categorie wordt voorbereid (zie paragraaf 6.2). De resultaten hieruit en de besluiten die daarover worden genomen, hebben direct invloed op de verhuurovereenkomsten / bruikleenovereenkomsten / pachtovereenkomsten met de betreffende stichtingen en verenigingen. 8.5.2 Incidentele opbrengsten (uit verkoop) Incidentele opbrengsten volgen uit verkoop. Als uitgangspunt geldt ook bij verkoop de marktconformiteit. Panden: voordat een pand wordt verkocht, wordt altijd een taxatie opgemaakt door een onafhankelijk taxateur. Het college kan tot maximaal 15% afwijken van de taxatie. Met welke strategie het college de markt opgaat, is afhankelijk van de situatie. Soms is dit een traditionele verkoop, soms een inschrijving en soms weer anders. Bij elke strategie bepaalt het college de laatprijs op voorhand. Gronden: agrarische gronden worden in basis verkocht middels openbare inschrijving. Voorafgaand aan de openbare inschrijving wordt door het college de laatprijs bepaald.
76
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Hoofdstuk 9
‘Besluit’ Nr. …
DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 juni 2014, nr. … gelet op het bepaalde in de gemeentewet
BESLUIT 1. In te stemmen met de Nota Grond- en Vastgoedexploitaties deel A 2014-2023, met inachtneming van de in de nota genoemde aandachtspunten; de ingezette lijn grondexploitaties wordt voorgezet. In het bijzonder doet de gemeente dit door: o de beheersmaatregelen in paragraaf 4.2 uit te voeren; o bij voorkeur niet mee te werken aan meer duurdere woningen, extra bedrijventerrein en/of uitbreiding van commerciële ruimte dan dat nu al in het programma is opgenomen, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om dit wel te doen. Dit om verdere verdringing in de bestaande markt en concurrentie met nieuwbouwplannen te voorkomen; o vrije programmaruimte uitsluitend in te zetten voor gewenste ontwikkelingen. De rendementsmatrix wordt als instrument gebruikt om initiatieven te toetsen aan de beleidsuitgangspunten en tussen projecten te prioriteren; o de integrale heroverweging van bedrijventerreinen in 2014 uit te voeren. om de financiële uitgangspunten uit hoofdstuk 3 en hoofdstuk 8 te gebruiken als basis voor de exploitatieberekeningen in deel B van de Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023; de voorgestelde financiële structuur uit paragraaf 8.3 te vertalen in een integrale begroting vastgoed als onderdeel van deel B van de Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014 en deze onder het Thema Wonen te brengen; besluit om vervolgopdracht maatschappelijk vastgoed / accommodatiebeleid in 2014/2015 uit te voeren en een discussienotitie voor te leggen aan de commissie uiterlijk in het najaar 2014; in 2014 en 2015 geen nieuwe/extra maatschappelijk vastgoed / vierkante meters toevoegen voor maatschappelijke doeleinden.
77
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
DEEL B ‘Uitkomsten’ De financiële uitkomsten volgen in de Nota Grond- en Vastgoedexploitaties deel B, die gelijktijdig met de begroting in besluitvorming wordt gebracht. De gemeenteraad besluit hierover in november 2014.
78
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlagen
79
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 1
‘Programma over de jaren verdeeld’
Fasering woningbouwprogramma verdeeld over de jaren In onderstaande tabel worden de totale woningbouwaantallen over de jaren en naar segment verdeeld. Op basis van deze tabel worden de diverse gemeentelijke exploitaties doorgerekend. soc. gemeente combinatie particulier huur Aanbouw 24 16 68 24 2014 91 5 28 13 2015 78 30 60 23 2016 73 57 6 40 2017 58 41 26 15 2018 50 54 0 40 2019 20 0 20 0 2020 20 0 0 0 2021 0 0 25 10 2022 0 0 25 10 2023 0 30 0 30 totaal 414 233 258 205 jaar
ov. huur 1 0 10 5 5 25 0 0 5 5 0 56
soc. koop 15 29 91 33 35 7 10 0 10 10 0 240
koop 250 20 23 13 23 39 22 24 20 0 0 0 184
koop 333 4 16 8 15 0 10 6 0 0 0 0 59
koop> 333 44 43 23 20 31 0 0 0 0 0 0 161
Fasering bedrijventerreinuitgifte verdeeld over de jaren In onderstaande tabel worden de m² bedrijventerrein die door de gemeente worden uitgegeven via gemeentelijke grondexploitaties, over de jaren verdeeld. Op basis van deze tabel worden de diverse gemeentelijke exploitaties doorgerekend. Voor bedrijventerrein komt dit neer op gemiddeld 1,5 hectare uitgifte per jaar. De planning van de Projectvestiging Glastuinbouw zijn conform de afspraken zoals die zijn gemaakt in de Tuinbouw Vestiging Deurne. Jaar 2014
Bedrijventerrein 41.800
2015
24.000
2016
14.300
2017
12.500
2018
12.500
2019 2020 2021 2022 2023
7.300 12.500 15.000 2.500 2.500
Na 2023
Glastuinbouw
318.514 169.276 14.000 357.428 422.866
2.500 per jaar totdat Willige Laagt is uitgegeven
80
groeps won. 58
58
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 2 ‘Woningbouwprogramma naar locatie en initiatiefnemer’ Aan onderstaande tabel zijn geen rechten aan te ontlenen. Het woningbouwprogramma is dynamisch en realisatie is mede afhankelijk van particuliere initiatieven en ‘de markt’. Programma 2014 – 2023 (incl. in aanbouw)
gemeente
combinatie
particulier
Kavels (verspreid, kleine plannen en particulier)
11
1
57
Wilgenhof (kavels)
4
De Rijtse Vennen
145
Waarvan koop focus > € 250.000
Locatie deels gerealiseerd
Zandbosweg (OMO-locatie)
3 19
Vlierdenseweg/berkenstraat
Kavels, deels vervangende nieuwbouw
4
Restant kavels
35 11
9
Liessel WSZ (R1)
69
9
6
Liessel Hoofdstraat 63 (interestate)+ 65+ 65a Vlierden Dorpsakkers
8 8
Neerkant Bakkersland Helenaveen Achter de gouden Helm
5
BIO-woningen (diverse locaties)
9
Ruimte voor Ruimte-woningen (diverse locaties)
11
3
7
24
1
Duurzaam, gedifferenteerd en kavels Geschikt senioren/ deels gereed 2014 Grondgeb., particulier Grondgebonden sociale huur / gereed 2014 Appartementen 1-2 persoonshuishoudens / gereed 2014 2e CPO en kavels, deels particulier Voor senioren geschikte appartementen en CPO / gereed 2014
1
Kavels
9
Kavels
5
16
Kavels
5
5
Locatie in voorbereiding Centrum (Romboutsstraat / Heuvelstraat)
5
Centrum: Lage Kerk
38
Kruisstraat (OMO-locatie, reservering)
50
Europastraat (reservering + pilot splitsing 6 bestaande woningen)
103
Hoek Hogeweg / Molenstraat (reservering)
10
Zonnedauw / Zeilberg
9
2
3
4
Spoorzone / vervolg katoenstraat scenario CZO bedrijfswoningen
6
Spoorzone / Stationsplein (beperkt scenario / reservering)
20
Spoorzone / Middengebied realisatieovereenkomst
171
conform
6
Bedrijfswoningen Leefbaarheid / veiligheid Stationsplein / 1-2 pers. hh/ mobiliteit
31
Spoorzone (Derpsestraat / reservering)
Geschikt senioren en optie CPO
46 1
5
Vlierden locatie JAV-gebouw
pm
81
Gedifferentieerd / 1-2 pers. hh/ mobiliteit Geschikt senioren en deels jonge gezinnen
40
Liessel WSZ locatie voormalige Microhal (evt. CPO) en vervolg 't Hofke (reservering) Liessel Loon 2 en 8, kavels Van Loon Molenweg
CPO en kavels Beschermd wonen (intramuraal) Grondgebonden,geschikt senioren
Zeilberg (alleen PG op particuliere grond) Zeilberg / Christinaplantsoen
Geschikt senioren (patio en appartementen) Appartementen 1-2 persoonshuishoudens Verzorgd wonen en 1-2 persoonshuishoudens Gedifferentieerd, appartement en grondgebonden Grondgebonden, jonge gezinnen
6
Kavels, deels particulier
pm
Kavels / andere invulling
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023 Grondgebonden, CPO en/of geschikt senioren
Vlierden Keesomstraat / locatie voormalige gymzaal
5
Neerkant Schansweg (kavels)
5
5
Kavels
Helenaveen (Soemeersingel)
2
2
Kavels
reservering transformatie / omzetting naar wonen Totaal
Leefbaarheid / 1-2 persoonshuishoudens
50 416
82
236
253
220
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 3
‘Overzicht grond- en kavelprijzen gemeente Deurne’
Grond- en kavelprijzen gemeente Deurne Omschrijving
Eenheid
Peil 2014-2023 Exclusief BTW/OB Inclusief BTW (*)
WONINGBOUW:
(peil 2012)
1. Sociale huursector Grondgebonden (tot maximaal 130 m² en indien aan voorwaarden is voldaan Niet-grondgebonden (gestapeld) 2. Vrije sector - grondgebonden Deurne Vlierden en Liessel Neerkant en Helenaveen 3. Woningbouw, niet onder 1 of 2 inbegrepen (eventueel in combinatie met andere categorieën)
m2
vanaf € 210,00
vanaf € 254,10
Grondquote zie (**) m2 m2 m2 p.m.
vanaf € 285,00 vanaf € 344,85 vanaf € 265,00 vanaf € 320,65 vanaf € 230,00 vanaf € 278,30 Separaat per project vast te stellen door: College (bedrag ten minste basisprijs 2a) Cie (in alle overige gevallen)
(**) De opbrengst van de grond bedraagt 20% van de waarde van de woning inclusief grond, op het moment van oplevering van de woning. Deze opbrengst is tenminste gelijk aan de basis -uitgifteprijs voor grondgebonden woningen (1a)
NIET-WONINGBOUW
Eenheid
Peil 2012-2022 Exclusief belasting
4. Winkelbebouwing a. Binnen en aan de ring b. Buiten de ring c. Complexbouw, niet onder 4a/b inbegrepen (eventueel in combinatie met andere categorieën)
m2 m2 p.m.
vanaf € 640,vanaf € 390,Separaat per project vast te stellen door: College (bedrag tenminste basisprijs 4a/4b) Cie (in alle overige gevallen)
5. Openbare en bijz. niet-commerciële doeleinden a. Zelfstandig project b. Complexbouw, niet onder 5a. inbegrepen (eventueel in combinatie met andere categorieën)
m2 p.m.
vanaf € 256,Separaat per project vast te stellen door: College (bedrag tenminste basisprijs 5a/5b) Cie (in alle overige gevallen)
6. Kantoordoeleinden a. Binnen en aan de ring b. Buiten de ring c. Complexbouw, niet onder 6a/b inbegrepen (eventueel in combinatie met andere categorieën)
m2 m2 p.m.
vanaf € 640,vanaf € 256,Separaat per project vast te stellen door: College (bedrag tenminste basisprijs 6a/6b) Cie (in alle overige gevallen)
m2
Conform 2.
m2 m2 p.m.
vanaf € 142,vanaf € 182,Separaat per project vast te stellen door: College (bedrag tenminste basisprijs 7a/b/c) Cie (in alle overige gevallen)
7. Industrie: a. Mogelijkheid tot de bouw van een bedrijfswoning (rekeneenheid kaveloppervlak is 500 m2) b. Daarop volgende industriegrond c. Industriegrond aangewezen zichtlocatie d. Complexbouw, niet onder 7a/b/c inbegrepen (eventueel in combinatie met andere categorieën)
83
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 4 ‘Grondprijzen SRE-gemeenten’ Hierin opgenomen de grondprijzen in de SRE-gemeente. Deze grondprijzen zijn afkomstig van het SRE en zijn in februari 2014 geactualiseerd: GRONDPRIJZEN GEMEENTEN GEMEENTEN Asten www.asten.nl Mw. M. Vossen
[email protected] Bergeijk www.bergeijk.nl Mw. M. Gommers
[email protected] Best www.gemeentebest.nl Mw. D. van de Mortel
[email protected] Bladel www.bladel.nl Dhr. A. van der Staak
[email protected] Cranendonck www.cranendonck.nl Mevr. C. Steegmans-van den Heuvel
[email protected] Deurne www.deurne.nl Dhr. R. van Dongen
[email protected] Eersel www.eersel.nl Dhr. K. Bierens
[email protected] Eindhoven www.eindhoven.nl Mevr. A. van Helvoirt
[email protected] Geldrop-Mierlo www.geldrop-mierlo.nl Dhr. P. Seetsen
[email protected] Gemert-Bakel www.gemert-bakel.nl Mw. S. Aben-Ter Burg
[email protected]
sociale huur
WONINGBOUW sociale koop marktconforme prijzen per project
-
€ 200
€ 285
€ 285
BEDRIJVENTERREIN marktconforme prijzen per project
€ 265
Rijt: € 153,42 Leemskuilen: € 158,63
€ 355 tot max. € 500 projectmatig grondgebonden € 194.000 < VON < € 220.000: € 325 (tijdelijk voor 2014/2015) Voor gestapelde bouw worden andere prijzen gehanteerd taxatie taxatie
taxatie
situationeel afhankelijk
situationeel afhankelijk
situationeel afhankelijk
normaal: € 285 normaal: € 285 Vanaf € 285 niet-grondgebonden: niet-grondgebonden: 20% van VON-prijs 20% van VON-prijs De prijs voor overige woningbouw wordt per project vastgesteld, minimum € 285 € 320 € 320 € 320 Kerkebogten: € 320
€ 275 (bij grondgebonden woningen)
€ 240 (min) € 400 (max)
Voor gestapelde bouw worden andere prijzen gehanteerd starterswon./soc. koop half-vrijstaand € 280 € 280
-
Gemert, Bakel, De Mortel, Milheeze, Handel
€ 220
Elsendorp, De Rips € 189 (voor eerste 110 m 2)
Laarbeek www.laarbeek.nl Dhr. B. van Liempd
[email protected] Nuenen www.nuenen.nl Mw. A. ter Riet
[email protected] Oirschot www.oirschot.nl Mw. T. van Deelen
[email protected]
€ 195
€ 226
€ 250
€ 235
€ 189 (voor eerste 110 m 2)
€ 250 € 323
Voor gestapelde bouw worden andere prijzen gehanteerd € 226 (VON < € 188.000) individuele kavels: € 322,50 (voor Sociale koop plus: € 226 (VON < € 194.000) eerste 750 m2) Sociale koop extra: € 226 (VON < € 205.700) Voor gestapelde bouw worden andere prijzen gehanteerd € 221
€ 250
taxatie
6-2-2014 van 27-01-2009 tot NO
zichtlocaties: € 112 B-locaties: € 96,50 gronden met zakelijk recht: € 61
30-1-2013 van 1-1-2012 tot NO
Complexbouw per project vastgesteld normale ligging: € 165 gunstige ligging: € 206,25
18-1-2013 van 1-1-2013 tot 1-1-2014
normaal kerkdorpen: € 127,50 normaal Gemert: € 137,50 goede ligging kerkdorpen: € 142,50 goede ligging Gemert: € 152,50 zeer goede ligging kerkdorpen: n.t.b. zeer goede ligging Gemert: n.t.b. € 152
bedrijven: € 143,50 (min) bedrijven: € 173,50 (max) kantoren: € 200 met woning: € 322,50 afhankelijk van locaties tussen € 125 en € 158
residueel (met minimum van € 350)
Kavels Eeneind II-Zuid normale ligging: € 148 zichtlocaties: € 175 € 110 (min) € 165 (max)
Prijzen worden mark tconform gedifferentieerd op basis van doelgroep en type k avel € 292 (t/m 500 m2) € 262 (vanaf 501 m2)
€ 292 (t/m 500 m2) € 262 (vanaf 501 m2)
toplocatie: € 225 zichtlocatie: € 200 overig: tussen € 150 en € 200
€ 186
€ 186
€ 265
bedrijven normaal: € 145 bedrijven zichtlocatie: € 165 kantoren: € 172
€ 282
€ 323 (min) € 405 (max)
Prijs gestapelde bouw wordt per project bepaald marktconforme prijzen: per locatie en woning bepaald
18-1-2013 van 1-7-2012 tot 1-1-2014 24-6-2013 van 1-1-2013 tot NO
6-2-2014 van 1-1-2011 tot NO 6-2-2014 van 1-1-2014 tot 1-1-2015
6-2-2014 van 1-1-2014 tot 1-1-2015 6-2-2014 van 28-6-2012 tot NO 6-2-2014 van 1-7-2010 tot NO
van 1-1-2008 tot NO 25-2-2014 van 1-1-2011 tot NO
taxatie
23-1-2012 van 1-1-2014 tot NO
€ 150
6-2-2014 van 1-1-2009 tot NO
Kavelprijzen in Sonniuspark gestaffeld vastgesteld en op de website www.sonniuspark.nl te vinden.
€ 282
27-3-2013 vanaf 1-1-2012
23-1-2012
€ 292 (t/m 500 m2) € 262 (vanaf 501 m2)
Grondprijzen voor gestapelde bouw obv taxatie; voor projectmatige bouw residueel bepaald. € 304 € 380 € 380 (80% van vrije sectorprijs)
6-2-2014 van 1-1-2013 tot NO
normaal: vanaf € 142 zichtlocaties: vanaf € 182
€ 260
Voor gestapelde bouw worden andere prijzen gehanteerd Minimaal € 200, maximaal € 500
6-2-2014 van 1-1-2014 tot NO 6-2-2014 van 1-1-2013 tot NO
taxatie
vrijstaand € 280
Geldigheid + laatste update van 1-1-2012 tot NO
geen grond beschikbaar
marktconforme grondprijzen (residueel bepaald)
Appartementen met huurprijs < € 681,02: € 270 € 200 (min) 25% korting op taxatiewaarde (min) € 260 (max) 10% korting op taxatiewaarde (max)
Heeze-Leende www.heeze-leende.nl Mw. M. Compen-Hanssen
[email protected] Helmond www.helmond.nl Mw. I. van Brug-Huijbers
[email protected]
Reusel-De Mierden www.reuseldemierden.nl Dhr. H. Wijnands
[email protected] Someren www.someren.nl Dhr. J. Sonnemans
[email protected] Son en Breugel www.sonenbreugel.nl Mw. M. Seijdel
[email protected] Valkenswaard www.valkenswaard.nl Mw. B. Tetteroo
[email protected] Veldhoven www.veldhoven.nl Mevr. I. Smiesing
[email protected] Waalre www.waalre.nl Mevr. Sabine Liebregts
[email protected]
vrije sector
regulier: € 165 zichtlocatie: € 190 kantoren: per locatie te bepalen
18-1-2013 van 1-4-2013 tot 1-4-2014
marktconforme prijzen
5-9-2013 van 1-1-2007 tot NO
www.sre.nl/grondprijzen
[email protected]
18-1-2013
Alle genoemde prijzen zijn exclusief BTW, tenzij anders vermeld. Alle genoemde prijzen zijn per m 2, behalve met * aangegeven. Dit zijn kavelprijzen. min = minimumprijs; max = maximumprijs; RGW = residuele grondwaardemethode Informatie:
84
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 5
‘Overzichte vaste gebruikers’ (inventarisatie 2013)
Gemeenschapsaccommodatie Gerardushuis (eigendom stichting)
Wijkcentrum Heiakker
De Gouden Helm
De Kastanje
De Moost
D’n Houtenhoek
Hofke van Marijke (eigendom stichting)
Vaste gebruikers Gesubsidieerd: KBO Deurne-Walsberg, Toneelgroep Bejato, Walsbergse zangvereninging, Zijactief Deurne, Het Vrijetijdsorkest Deurne, Knutselzolder Niet gesubsidieerd: Stichting Welzijn (MBVO), Dorpsraad Walsberg, Groei en Bloei, Prodas, Studieclub Deurne, KVO kring Brabant, Lotusvereniging, Blaaskapel, De Echo, Diabetesvereniging, Rouw- en trouwkoor, Missen, Bestuursbijeenkomsten Gesubsidieerd: Drumfanfare Peelland, Stichting Jeugdwerk Heiakker Niet gesubsidieerd: Kapel “Bloast ‘m op”, Ouderensport, Kaartclub, Videoclub, Biljartclub, Badmintonclub Heiakker, Buurtkamer Gesubsidieerd: Muziekvereniging Wilona, KBO Helenaveen, Toneelvereniging “’t Peels Toneel” Niet gesubsidieerd: Basisschool De Peelparel, Dansgroep Take-Off, Gemengd koor Helenaveen, Country Line Dance, Stichting Welzijn, Zorgcoöperatie, Dorps Service Centrum, Huisarts, Fysiotherapie, Pedicure, Streekwinkel “De Peelbascule”, Stichtingsbestuur Gesubsidieerd: Harmonie Sint Cecilia, Jongerensoos Den Instuif, KBO Liessel, Ouderenkoor De Peelzangers, Toneeelvereniging De Plankeniers, Una Sono Gemengde zangvereniging, Zijactief Liessel Niet gesubsidieerd: EHBO Liessel, Ronde de Toren, Hengelsportvereniging De Peel, Exokleur, Dorpsraad Liessel, Intocht Sinterklaas/Koninginnedag, Kinderkoor, Chanterelle, Carnavalsvereniging, Schildersclub, Telersvereniging, ZLTO, ACC de Turfracers. Gesubsidieerd: Fanfare St. Willibrordus, Gemengd koor De Veengalm, Instuif Downside, KBO Neerkant, Toneel- en cabaretvereniging Nostalgie, Seniorenkoor De oUde Weelde, Jong Nederland Neerkant Niet gesubsidieerd: Jeu de Boulesclub, &Joy, Bloedprikken Elkerliek, Typecursus, Jeugdtheater, Stichting Welzijn (MBVO), Hofkapel Gesubsidieerd: Hobbyclub SOOS, Kinderspel, Migrantencontact, Zijactief Niet gesubsidieerd: Biljartclub, Biljart volwassenen, Bond van Ouderen, BVG Peelland, FNV Houtbond spreekuur, Fotoclub Deurne, Kaartclub, Schaakvereniging, Stichting Welzijn (MBVO), Teken- en schilderclub Gesubsidieerd: Jongerenkoor Invicto, Stichting Jai Hanuman, KBO Sint Jozefparochie, Volksdansgroep Marije, Speel-O-Theek Leentjebuurt, KVB Sint Jozefparochie, Stichting Instuif “t Hofke, Stichting scouting Sint Jozef
85
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Gemeenschapsaccommodatie
Den Draai (eigendom stichting)
’t Huis
Vaste gebruikers Niet gesubsdieerd: De Muziekschool Deurne, Yogacursus, Fotoclub Optica, Elkerliek, MBVO, Kinderkoor, Vogelvereniging Kanexo, Typeles, CV De Heikneuters, Kaartclub, Kerkkoor, Koersballen, Buurtkamer, Werkgroep Behoud de Peel, Biljartclub, Tai Chi cursus, DAS cursus, Duivenclub, Jeules de Bouelles, Koor Vox Humana, Kinderdagverblijf, Institut Spijksma computercursus Opmerking: Inmiddels is het kinderdagverblijf weg en is Stichting Factor een vaste gebruiker. Gesubsidieerd: Toneelvereniging De Hofnarren, De Klotlanders toneelgezelschap, Harmonie Excelsior, KBO Deurne-Zeilberg, Mini-soos Zeilberg, Shantykoor De Klotvaarders, Zijactief Zeilberg Niet gesubsidieerd: De Pottenbakkers, Stichting Welzijn, Klutsers muziekvereniging, EHBO, Groei en Bloei, Zeilbergse volksdansgroep, Majorette, Wizzel, Fotoclub, Rijschool Wilco, Elkerliek, Animatoe, Alptax, Dorpsraad Zeilberg, Thui szorg, Schaakclub, Careful, Prive Op het moment van de inventarisatie waren de gebruikers nog niet bekend.
86
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 6 ‘Overzicht opgemaakte en op te maken Meerjarig Onderhoudsprogramma’s’ De 7 panden waarvoor een Meerjarig Onderhoudprogramma’s zijn opgemaakt: Gemeentehuis Deurne, Markt 1 en 2 Scoutinggebouw (voormalig jongerencentrum), Albert Schweitzerstraat 38 en 40 De Roos (Jongerencentrum), Haageind 27 Sporthal / peuterspeelzaal, Schutboom 28 en 28a Sporthal, Sint Jozefstraat 70 Sportaccommodatie, Mgr. Berkvenstraat 85 (Liessel) De Kubus, de Meent 1, 3 en 5 Panden waarvoor in een tweede tranche Meerjarig Onderhoudsprogramma’s worden opgemaakt, inclusief korte onderbouwing: pand adres verantwoording Gemeentewerf Energiestraat 17 Gelet op de besluitvorming inzake de buitendienst heeft de gemeente de gemeentewerf de komende jaren nodig voor de eigen bedrijfsvoering. De gemeente is als eigenaar en gebruiker van het pand verantwoordelijk voor het onderhoud. Begraafplaats, Pastoor Onderhoud van de gemeentelijke begraafplaats inclusief Jacobshof Jacobsstraat gebouwen betreft de verantwoordelijkheid van de 145 gemeente als eigenaar. Voor wat betreft het groen geldt dat het onderhoud aan derden is uitbesteed dit geldt niet voor het gebouw. Na het opmaken van een MJOP kan ook het uitbesteden van het onderhoud van het pand worden overwogen; de gemeente blijft als eigenaar echter verantwoordelijk. Woning Huub van Gemeente is als eigenaar van deze woning Doorneweg 50 verantwoordelijk voor het eigenaarsonderhoud. Ofschoon er geen maatschappelijk of strategisch doel meer wordt nagestreefd met het in eigendom houden van dit vastgoed is de verwachting dat de gemeente deze woning nog voor langere tijd in eigendom zal houden. De woning is verhuurd, huurders genieten huurbescherming en verkoop ligt op korte termijn, gelet op het beperkte huurniveau en de leeftijd van de huurders, niet in de rede. VVE Wolfsberg In de vereniging van eigenaren Complex Wolfsberg heeft Parkeergarage de gemeente een appartementsrecht in de hoofdsplitsing Cultuurcentrum (parkeergarage) en een appartementsrecht in de Muziekschool / ondersplitsing (cultuurcentrum uiteenvallend in het Hafadru cultuurcentrum en de muziekschool). Een beperkt deel van de onderhoudsverantwoordelijkheid voor eigenaren is ondergebracht bij de Vereniging van Eigenaren, dit deel van het beheer is uitbesteed aan VB&T. Voor het overige deel van het onderhoud zijn de appartementseigenaren zelfstandig verantwoordelijk. De verwachting is, dat de
87
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
pand
adres
verantwoording appartementsrechten, gelet op maatschappelijke en strategische doelen voor lange tijd in gemeentelijk eigendom blijven.
88
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 7 Lijst vastgoed verdeeld in categorieën GRONDEXPLOITATIE Actieve Grondexploitaties Naam 103.903 - Beukenstraat 1 103.903 - Beukenstraat 1a 103.903 - Beukenstraat 1b 301.301 - Fabriekstraat 26 Albert Schweitzerstraat 57 Albert Schweitzerstraat 59 Albert Schweitzerstraat 61 Beukenstraat 100 Beukenstraat 102 Beukenstraat 92 Bovenwoning Fabriekstraat 6 Fabriekstraat 12 Fabriekstraat 22 Fabriekstraat 6 Fabriekstraat 8/8a/10 Katoenstraat 1a Katoenstraat 1b Katoenstraat 2 Katoenstraat 2a Katoenstraat 3 Katoenstraat 4 Katoenstraat 6 Katoenstraat 6 Laurens Costerstraat 1 Laurens Costerstraat 8 Liesselseweg / Bektsedijk 239 Loon 6 Oud Bakelseweg 26 Steenovenweg 33 Steenovenweg 35 Vloeieindseweg 15 - 2493 ged. Voormalig scholencomplex Kruisstraat
Adres Beukenstraat 1 Beukenstraat 1a Beukenstraat 1b Fabriekstraat 26 Albert Schweitzerstraat 57 Albert Schweitzerstraat 59 Albert Schweitzerstraat 61 Beukenstraat 100 Beukenstraat 102 Beukenstraat 92 Fabriekstraat 6 /Ringoven 1 Fabriekstraat 12 Fabriekstraat 22 Fabriekstraat 6 Fabriekstraat 8/8a/10 Katoenstraat 1a Katoenstraat 1b Katoenstraat 2 Katoenstraat 2a Katoenstraat 3 Katoenstraat 4 Katoenstraat 6 Katoenstraat 6 Laurens Costerstraat 1 Laurens Costerstraat 8 Liesselseweg / Berksedijk 239 Loon 6 Oude Bakelseweg 26 Steenovenweg 33 Steenovenweg 35 Vloeieindseweg 15 Kruisstraat 28
Stad Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Liessel Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne
203.401 - 5 bouwkavels Schansweg As - Q1759 As - Q1760 Beukelsdijk - Q1699
Schansweg 2 As As Beukelsdijk
Neerkant Deurne Deurne Deurne
89
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Beukelsdijk - Q1773 Beukenstraat - F2493 Beukenstraat 245 Biezendreef - 5272 ged. Biezendreef Zuid - S771 ged. Bottelseheide - 2182 (ged.) Eeuwselseweg/Biezendreef - 770 ged. Eeuwselseweg/Biezendreef - 770 ged. Europastraat - 7286 (ged.) Fabriekstraat 28 Fabriekstraat 3 Heideven - 2650 Helmondseweg - 2651 Hoge Zijdeweg-Q1865 (ged.)-GREX Hoge Zijdeweg-Q1884 ged. Hoge Zijdeweg-Q1900 (ged.) Hoofdstraat - G4541 Hoofdstraat - G5002 Hoofdstraat - G5084 Hoofdstraat - G5267 Hoofdstraat - G5336 Kuilkensweg - H8586 Kuilkensweg - H8591 ged. Kuilkensweg - H8584 Kuilkensweg - H8586 Ged. (vrm.boerderij) Kuilkensweg - H8589 Kuilkensweg - H8590 Kuilkensweg - H8591 Ged Kuilkensweg - H8592 Kuilkensweg - H8852 Kuilkensweg - H8853 Kuilkensweg - H8854 Kuilkensweg - H8862 Kuilkensweg - H8863 Kuilkensweg H8851 Langstraat - 7775 Langstraat - 8812 Langstraat - H8377 Langstraat - H8379 Langstraat - H8476 Langstraat - H8477 Liesselseweg 141
Beukelsdijk Beukenstraat Beukenstraat 245 Biezendreef Biezendreef Zuid Bottelseheide Eeuwselseweg/Biezendreef Eeuwselseweg/Biezendreef Europastraat Fabriekstraat 28 Fabriekstraat 3 Heideven Helmondseweg Hoge Zijdeweg Hoge Zijdeweg Hoge Zijdeweg Hoofdstraat Hoofdstraat Hoofdstraat Hoofdstraat Hoofdstraat Kuilkensweg Kuilkensweg Kuilkensweg Kuilkensweg 2/2a Kuilkensweg Kuilkensweg Kuilkensweg 4 Kuilkensweg Kuilkensweg Kuilkensweg Kuilkensweg Kuilkensweg Kuilkensweg Kuilkensweg Langstraat Langstraat Langstraat Langstraat Langstraat Langstraat Liesselseweg 141
90
Deurne Deurne Deurne Liessel Liessel Deurne Liessel Liessel Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Vlierden Vlierden Vlierden Liessel Liessel Liessel Liessel Liessel Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Loon - G4083 Loon - G5081 Loon 8/8a Loon/Hoofdstraat - G5343 Nachtegaalweg - 7799 Nachtegaalweg - 8374 Nachtegaalweg - 8613 Nachtegaalweg - 8614 Nachtegaalweg - H7804 Nachtegaalweg - H8874 Nachtegaalweg - H8875 Nachtegaalweg - H8947 Nachtegaalweg 2 Nachtegaalweg 2 & 2a Nachtegaalweg 3 Nachtegaalweg 3 Nachtegaalweg 7 Nachtegaalweg 7 Nachtegaalweg/Kanveldweg - H7800 Nachtegaalweg/Kanveldweg - H8609 Onderdijk - H5652 Onderdijk - H7772 Onderdijk - H7778 Onderdijk - H7783 Onderdijk - H7791 Onderdijk - H7795 Onderdijk - H8375 Onderdijk 3 - H8376 Oude Peelstraat 3a Peel - 7836 Romboutstraat 7 Rytvenseweg - 2212 (ged.) Rytvenseweg - 2553 Steenovenweg - 1312 Steenovenweg 17 Trienenbergweg - 8594 Trienenbergweg - 8595 Trienenbergweg 1 Trienenbergweg 1 Trienenbergweg 1 - 7838 ged. Vennekeshof - 2648 Waagweg - 1003
Loon Loon Loon 8/8a Loon/Hoofdstraat Nachtegaalweg Nachtegaalweg Nachtegaalweg Nachtegaalweg Nachtegaalweg Nachtegaalweg Nachtegaalweg Nachtegaalweg Nachtegaalweg 2 Nachtegaalweg 2 & 2a Nachtegaalweg 3 Nachtegaalweg 3 Nachtegaalweg 7 Nachtegaalweg 7 Nachtegaalweg/kanveldweg Nachtegaalweg/kanveldweg Onderdijk Onderdijk Onderdijk Onderdijk Onderdijk Onderdijk Onderdijk Onderdijk 3 Oude Peelstraat 3a Peel Romboutstraat 7 Rytvenseweg Rytvenseweg Steenovenweg Steenovenweg 17 Trienenbergweg Trienenbergweg Trienenbergweg 1 Trienenbergweg 1 Trienenbergweg 1 Vennekeshof Waagweg
91
Liessel Liessel Liessel Liessel Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Helenaveen Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Vlierden
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Waagweg - 1004 Waagweg - 1006 Waagweg - 1779 Waagweg 6-8 Willige Laagt - S680 ged. Willige Laagt - 5321 Willige Laagt - S200 Willige Laagt - S747 Willige Laagt - S811 Wittedijk - H8269 Wittedijk - H8384 Wittedijk - H8610 Wittedijk - H8911 Wittedijk 17 Wittedijk 17 - H8870 ged. Wittedijk 17 - H8871 Wittedijk 17 - H8872 Wittedijk 17 - H8873 Wittedijk 19
Waagweg Waagweg Waagweg Waagweg 6-8 Willige Laagt Willige Laagt Willige Laagt Willige Laagt Willige Laagt Wittedijk Wittedijk Wittedijk Wittedijk Wittedijk 17 Wittedijk 17 Wittedijk 17 Wittedijk 17 Wittedijk 17 Wittedijk 19
Vlierden Vlierden Vlierden Vlierden Liessel Liessel Liessel Liessel Liessel Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne
Toekomstige grondexploitaties / NIEGG Naam Haspelweg 11 Helmondseweg 20 Molenstraat 42 Molenstraat 44 Molenstraat 38/40 Rector Nuijtsstraat (8) 6a
Adres Haspelweg 11 Helmondseweg 20 Molenstraat 42 Molenstraat 44 Molenstraat 38/40 Rector Nuijtsstraat (8) 6a
Stad Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Helenaveen
Spoorlaan 21 Stationsplein 1 Stationplein 1a Stationsplein 30
Spoorlaan 21 Stationsplein 1 Stationsplein 1a Stationsplein 30
Deurne Deurne Deurne Deurne
Vlierdenseweg (bedrijfscomplex) 206
Vlierden
Klein Bruggen Meistraat Milhezerweg 74c Kulertseweg
Deurne Neerkant Deurne Deurne
Vlierdenseweg (bedrijfscomplex) 206
- 1790
Klein Bruggen - 1019 Meistraat - 2945 Milhezerweg 74c Kulertseweg - 7367 ged.
92
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Astenseweg - 540 Meistraat - 3086 Milhezerweg - 1029 Schansweg 18b Vlierdenseweg - 1188 Wittedijk 2 Milhezerweg - 328 Milhezerweg - 329 Stationsplein - N2077
Astenseweg Meistraat Milhezerweg Schansweg 18b Vlierdenseweg Wittedijk 2 Milhezerweg Milhezerweg Stationsplein
Deurne Neerkant Deurne Neerkant Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne
MAATSCHAPPELIJK VASTGOED Basisscholen en gymzalen Naam
Adres
Stad
Eigendom
Status
BVO
Basisschool Willibrordus St. Basisschool De Wegwijzer Basisschool De Piramide
Dorpsstraat 11 Galileistraat 1
Neerkant
Deurne
Basisschool De Brigantijn
Hogeweg 6
Deurne
Extern gebruik school/gem.acc. Extern gebruik school/gem.acc. Extern gebruik school/gem.acc. Extern gebruik school/gem.acc.
1.471,00
Hoendiep 2
Eigendom derden Eigendom derden Eigendom derden Eigendom derden
Gymzaal
Keesomstraat 2
Vlierden
Eigendom derden
Te slopen
0,00
Basisschool D'n Bogerd
Keltenstraat 16
Deurne
Eigendom derden
Extern gebruik school/gem.acc.
1.705,00
gymzaal Walsberg
Klingerveld 2
Deurne
Eigendom derden
Extern gebruik school/gem.acc.
0,00
Basisschool St. Gerardus
Klingerveld 6
Deurne
Eigendom derden
Extern gebruik school/gem.acc.
1.702,00
Basisschool Zeilberg
Margrietstraat 2 Oude Peelstraat 10 Patrijsstraat 33 Romboutstraat 2
Deurne
Eigendom derden Eigendom derden Eigendom derden Eigendom derden
Extern gebruik school/gem.acc. Extern gebruik school/gem.acc. Extern gebruik school/gem.acc. Extern gebruik school/gem.acc.
2.114,00
Schutsboom 14 Spaarne 18
Deurne
Eigendom derden Eigendom derden
Extern gebruik school/gem.acc. In eigen gebruik
1.765,00
t Hofke 12
Liessel
Eigendom
Extern gebruik
1.681,00
Basisschool De Peelparel Basisschool D'n Heiakker Basisschool St. Willibrordus & De Ratelaar Basisschool Tijl Uilenspiegel Openbare basisschool De Bron Basisschool De
Vlierden
Helenaveen Deurne Deurne
Deurne
93
1.149,00 1.874,00 1.321,00
935,00 2.055,00 1.450,00
1053,00
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Zonnebloem Openbare Basisschool De Hasselbraam
Torteltuin 2
Deurne
derden Eigendom derden
school/gem.acc. In eigen gebruik
1440,00
Sportlocaties binnen en buiten Naam
Adres
Stad
Status
TC Neerkant
Buizerdweg 26
Neerkant
In erfpacht
TC Deurne TC Vlierden TC Helenaveen
Haageind 63 Hoge zijdeweg 120 Lage Brugweg 3a
Deurne Vlierden Helenaveen
In erfpacht In erfpacht In erfpacht
TC Liessel TC Op Dreef Voetbalvereniging Neerkandia
Molenweg 40 Vloeieindsedreef 15 Moostdijk 4
Liessel Deurne Neerkant
In erfpacht In erfpacht In erfpacht
Voetbalvereniging S.P.V. Stichting Sportaccommodatie SV Deurne Zeilbergse Sportvereniging Sportpark Leeuwkensbroek Voetbalvereniging Helenaveen
Hoge Zijdeweg 118 Energiestraat 7
Vlierden Deurne
In erfpacht In erfpacht
Kranenmortelweg 6 Kuilvenweg 3 Lage Brugweg 3
Deurne Deurne Helenaveen
In erfpacht In erfpacht In erfpacht
Voetbalvereniging S.J.V.V. Sportpark Liessel SPV - Hoge Zijdeweg-Q1865 (ged.)
Vloeieindsedreef 14 Mgr Berkvensstraat 82 Hoge Zijdeweg
Deurne Liessel Vlierden
In erfpacht In erfpacht In bruikleen
Mixed Hockey Club Deurne Energiestraat 9
Energiestraat 9
Deurne
In erfpacht
Clubhuis Atletiekvereniging en Lopersgroep Deurne
Vloeieindsedreef 13
Deurne
In bruikleen
Gymzaal Zeilberg
Mariastraat 18a
Deurne
Microhal Schutsboom
Schutsboom 28
Deurne
Sporthal De Peelhorst
Deurne
Gymzaal De Springplank. VvE
Sint Jozefstraat (& Burg. Roefstr.7) 70 Keltenstraat 18
Sporthal De Kubus
De Meent 1
Deurne
In eigen gebruik In eigen gebruik In eigen gebruik In eigen gebruik In eigen gebruik
94
Deurne
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Gemeenschapsaccommodaties Naam
Adres
Stad
Eigendom
Status
Gerardushuis Walsberg
Parkstraat 2
Deurne
Wijkcentrum de Heiakker
De Meent 3
Deurne
Eigendom derden Eigendom
Extern gebruik school/gem.acc. In bruikleen
De Gouden Helm
Oude Peelstraat 3&3a
Helenaveen
Eigendom
In bruikleen
Gemeenschapshuis De Kastanje Gemeenschapshuis De Moost Wijkcentrum D'n Houtenhoek
Hoofdstraat 62 Moostenstraat 3 Haydnstraat 30
Liessel Neerkant Deurne
Eigendom Eigendom Eigendom
In bruikleen In onderhandeling In bruikleen
Hofke van Marijke
Rembrandt van Rijnstraat 5 Blasiusstraat 2
Deurne
Pastoriestraat 20B
Vlierden
Eigendom derden Eigendom derden Eigendom
Extern gebruik school/gem.acc. Extern gebruik school/gem.acc. In bruikleen
Den Draai MFA 't Huis Vlierden
95
Deurne
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Overig maatschappelijk vastgoed Naam
Adres
Stad
Eigendom
Status
Cultuurcentrum Martien van Doorne Stichting scouting Deurne/ Muggenhof
Martinetplein 1
Deurne
Eigendom
Verhuurd
Albert Schweitzerstraat 38
Deurne
Eigendom
Verhuurd
Stichting Scouting Deurne De Wiek/Scouting.
Suezlaan 5a Soemeersingel 31
Deurne Helenaveen
Eigendom Eigendom
Verhuurd
Scouting Vlierden - Hoge Zijdeweg-Q1865 (ged.)
Hoge Zijdeweg
Vlierden
Eigendom
In bruikleen
Jong Nederland Zeilberg Albert Schweitzerstraat 40
Hanenbergweg 3 Albert Schweitzerstraat 40
Deurne Deurne
Eigendom Eigendom
In erfpacht Te huur
KPJ Zeilberg VvE constructie, HAFADRU (Cultuurcentrum) Clubhuis Handboogschutterij 'Vrede Lust'
Wittedijk 2 Harmoniestraat 5
Deurne Deurne
Eigendom Eigendom
Verhuurd
Kranenmortelweg 2
Deurne
Eigendom
In erfpacht
Handboogvereniging "de Batavieren"
Moostdijk 2a
Neerkant
Eigendom
In erfpacht
OJC De Roos JC Walhalla Handboogvereniging Rozenjacht
Haageind 27 Haageind 37 Hoge Zijdeweg 118a Engelenpad 2
Deurne Deurne Vlierden
Eigendom Eigendom Eigendom
In onderhandeling In onderhandeling In onderhandeling
Deurne
Eigendom
Antoon Coolenlaan 2 Sint Vincentiusstraat 1 Schutsboom 28A
Deurne
Eigendom
In onderhandeling
Neerkant
Eigendom
In onderhandeling
Deurne
Eigendom
Te huur
Clubhuis St. Joris Gilde Brandweerkazerne Brandweerkazerne Neerkant
Schutsboom 28A
96
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Naam
Adres
Stad
Status
Naam
Adres
Stad
Status
Gemeentewerf
Energiestraat 17
Deurne
In eigen gebruik
Unit milieustraat Gemeentegebouw
Indumastraat 3 Markt 1
Deurne Deurne
In eigen gebruik Gecombineerd gebruik
Naam
Adres
Stad
Status
Panden Kerkstraat – 1514
Kerkstraat
Deurne
In eigen gebruik
Markt 9 Pastoor Jacobsstraat 145 Sint Antonius Abt Hof Haageind 31 Zonneland 9a
Deurne Deurne
In eigen gebruik In eigen gebruik
Deurne Deurne Deurne
In eigen gebruik ? ?
Veldstraat 39
Deurne
In eigen gebruik
An. van Leeuwenhoekstraat 2
An. van Leeuwenhoekstraat 2
Vlierden
Te koop
Vloeieindsedreef 6 Vloeieindsedreef 10 Markt 1
Vloeieindsedreef 6 Vloeieindsedreef 10 Markt 1
Deurne Deurne Deurne
In extern beheer In extern beheer In eigen gebruik
Raadhuisstraat 1 Raadhuisstraat 3 Markt 2 Schansweg 18
Raadhuisstraat 1 Raadhuisstraat 3 Markt 2 Schansweg 18
Deurne Deurne Deurne Neerkant
Verhuurd Te huur Verhuurd In bruikleen
Stationsstraat 132 Stationsstraat 134 Blasiusstraat 8 - 2557/ 2558
Stationsstraat 132 Stationsstraat 134 Blasiusstraat 8
Deurne Deurne Deurne
In onderhandeling In onderhandeling In bruikleen
Kiosk Vlierden Het Dinghuis Hoge Brug - 5 kazematten
Brouwhuisweg 2 Haageind 39 Hoge Brug
Vlierden Deurne Helenaveen
In eigen gebruik Te huur In eigen gebruik
Hoge Brug - 7 kazematten Kulertseweg 20a Martinetstraat 1 Carillon
Hoge Brug Kulertseweg 20a Martinetstraat 1 Oude Peelstraat
Helenaveen Deurne Deurne Helenaveen
In eigen gebruik ? In eigen gebruik In eigen gebruik
Schooteindseweg 2 Kerk Heilige Geest
Schooteindseweg 2 Sint Willibrordusplantsoen 4
Vlierden Deurne
Te koop In onderhandeling
OVERIG VASTGOED Kernbezit
Overig vastgoed
Kerkhof St. Willibrorduskerk Begraafplaats Jacobshof Sint Antonius Abt Hof Stichting NMEC De Ossenbeemd. Overig Rode Kruisgebouw Rode Kruis Molen met houtzageri
97
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Naam
Adres
Stad
Status
Aaltje Reddingiusstraat 7
Aaltje Reddingiusstraat 7
Deurne
Te koop
Garagebox Garagebox Garagebox Garagebox
Boerhaavestraat Boerhaavestraat Boerhaavestraat Boerhaavestraat
Vlierden Vlierden Vlierden Vlierden
? ? ? ?
Boerhaavestraat 10 Boerhaavestraat 12 Burgemeester Roefslaan 52 Burgemeester Roefslaan 54 Burgemeester Roefslaan 56 Burgemeester Roefslaan 58 Burgemeester Roefslaan 60 Burgemeester Roefslaan 62 Doctor Huub van Doorneweg 48 Doctor Huub van Doorneweg 50 Kranenmortelweg 2a Kranenmortelweg 2b Langstraat 152
Vlierden Vlierden Deurne
? Verhuurd Verhuurd
Deurne
Verhuurd
Deurne
?
Deurne
?
Deurne
?
Deurne
?
Deurne
?
Deurne
Verhuurd
Deurne Deurne Deurne
? ? Verhuurd
Oude Martinetstraat 11 Vloeieindsedreef 4 Wolfsberg (parkeergarage) 9 De Meent 5a
Deurne Deurne Deurne
Verkocht In extern beheer In eigen gebruik
Deurne
In erfpacht
Hoge Zijdeweg 118
Vlierden
In onderhandeling
Deurne
In erfpacht
Hoogveld 4
Pastoor Jacobsstraat 125 Hoogveld 4
Liessel
Te slopen
Peuterspeelzaal Op Stap Helmondsingel 42-Bosschuur Molen De Volksvriend
De Meent 5 Helmondsingel 42 Hoofdstraat 30
Deurne Deurne Liessel
Verhuurd Te huur In eigen gebruik
Belt-/korenmolen 'Johanna Elisabeth'
Molenhuisweg 3/ 4a
Vlierden
In eigen gebruik
Groot Kasteel (zonder JC Walhalla)
Haageind 37
Deurne
In onderhandeling
Haspelweg 33a Voormalig Politiebureau
Haspelweg 33a Hogeweg 8
Deurne Deurne
In extern beheer Verhuurd
Boerhaavestraat 2 Boerhaavestraat 4 Boerhaavestraat 6 Boerhaavestraat 8
Garagebox Boerhaavestraat 10 Garagebox Boerhaavestraat 12 Garagebox Burgemeester Roefslaan 52 Garagebox Burgemeester Roefslaan 54 Garagebox Burgemeester Roefslaan 56 Garagebox Burgemeester Roefslaan 58 Garagebox Burgemeester Roefslaan 60 Garagebox Burgemeester Roefslaan 62 Dr Huub van Doorneweg 48 Dr Huub van Doorneweg 50 Kranenmortelweg 2a Kranenmortelweg 2b Langstraat 152 Oude Martinetstraat 11 Vloeieindsedreef 4 Wolfsberg (parkeergarage) 9 De Meent 5a (zendmast; recht van opstal) Hoge Zijdeweg 118-Zendmast Textielstraat
98
2 4 6 8
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Naam
Adres
Stad
Status
gronden Helmondseweg - B2231 Helmondseweg - B2444
Helmondseweg Helmondseweg
Deurne Deurne
? ?
Helmondseweg Bruggenseweg Schelde 1
Deurne Deurne Deurne
? ? Gesloopt
Deurne
?
Molenweg - 5413
Doctor Huub van Doorneweg Molenweg
Liessel
?
Parkeerterrein Racing Boys Beukenstraat - 2436 Dorpsstraat - 3522 Zandstraat - 5254
Liesselseweg Beukenstraat Dorpsstraat Zandstraat
Deurne Deurne Neerkant Liessel
? ? ? ?
Sint Servatiusstraat - 5210 Hazenveldweg - L2970 Hazenveldweg - L2972
Sint Servatiusstraat Hazeveldweg Hazeveldweg
Liessel Deurne Deurne
? Verpacht Verpacht
Hazenveldweg - L2973 - 2e dijk Koeweideweg - 464 Moorveld - S193
Hazeveldweg/2e Dijk Koeweideweg Moorveld
Deurne Neerkant Liessel
Verpacht ? ?
Pijlkruidweg/Haze npad - I2778 Scheper Jannebaan - U392 Scheper Jannebaan - U816 Pastoor Jacobsstraat 141
Neerkant Neerkant Neerkant Deurne
Verhuurd ? ? ?
Blokpost/Helmondseweg - B2115
Pijlkruidweg/Hazenpad Scheper Jannebaan Scheper Jannebaan Pastoor Jacobsstraat 141 Blokpost/Helmondseweg
Deurne
Verpacht
Haverweg - 528 geh.kavelnr.231 Bosrandweg - 8864 Bruggenseweg - 665
Haverweg Bosrandweg Bruggenseweg
Deurne Deurne Deurne
Verpacht ? ?
Frieslandstraat - 4530 Grauwveenweg - 817 geh. kavelnr.427 Halvemaanweg - 8839 geh.kavelnr.152 Imkerweg - 7652 geh.kavelnr.328
Frieslandstraat Grauwveenweg
Deurne Neerkant
? Verpacht
Halvemaanweg
Deurne
Verpacht
Imkerweg
Helenaveen
Verpacht
Kwadestaartweg - 8568 ged.kavelnr.18
Kwadestaartweg
Deurne
Verpacht
Kwadestaartweg - 8568 ged.kavelnr.19
Kwadestaartweg
Deurne
Verpacht
Kwadestaartweg - 8570 Lage Brugweg - H9330? Leegveld - 8537
Kwadestaartweg Lage Brugweg Leegveld
Deurne Helenaveen Deurne
? ? ?
Leegveld - 8536 St. Jozefstraat - 2113
Leegveld St. Jozefstraat
Deurne Deurne
? ?
Helmondseweg - B2475 Bruggenseweg - 9011? Sporthal Frans Hoebenshal (gesloopt) Dr. Huub van Doorneweg - 3209
99
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Naam
Adres
Stad
Status
St. Jozefstraat - 2212 Scheper Jannebaan - U806 ScheperJannebaan - 814 geh.kavelnr.430 Snoertsebaan - 523 geh.kavelnr.281 St. Jozefstraat - F1042 St. Jozefstraat - 2263
St. Jozefstraat Scheper Jannebaan ScheperJannebaan
Deurne Neerkant Neerkant
? Verpacht Verpacht
Snoertsebaan
Liessel
St. Jozefstraat St. Jozefstraat
Deurne Deurne
? ?
St. Jozefstraat - F2342 Veghelsedijk - 394 geh.kavelnr.224 Vloeieindsedreef - 1884 Vloeieindsedreef - 1882
St. Jozefstraat Veghelsedijk
Deurne Deurne
Verpacht Verpacht
Vloeieindsedreef Vloeieindsedreef
Deurne Deurne
? ?
Vloeieindsedreef - 2149 Zandschelweg - 7743 geh.kavelnr.21
Vloeieindsedreef Zandschelweg
Deurne Deurne
? Verpacht
Hanenbergweg - 3368 Lage Brugweg - 7668 Haageind ? - K1919
Hanenbergweg Lage Brugweg Haageind ?
Deurne Helenaveen Deurne
? ? ?
As - Q1822 As - Q1823 J. Vermeerstraat - 2304
As As J. Vermeerstraat
Deurne Deurne Deurne
In erfpacht In erfpacht ?
Meistraat - I2946 Sint Jozefstraat - 2275 Sint Jozefstraat - F2335 Sint Jozefstraat - 2343
Meistraat Sint Jozefstraat Sint Jozefstraat Sint Jozefstraat
Neerkant Deurne Deurne Deurne
? ? ? ?
Vlierdenseweg - Q1351 Lage Brugweg - 9270 Beukenstraat - 2333
Vlierdenseweg Lage Brugweg Beukenstraat
Deurne Helenaveen Deurne
Verkocht
Baarschotseweg - 490 Huijgensstraat/Biesdeel - Q861 Evenemententerrein zandstraat
Baarschotseweg Huijgensstraat/Biesdeel Zandstraat
Vlierden Deurne Liessel
? ? ?
Bottelseheide - 2178 Bottelseheide - 2181 Braak - 414
Bottelseheide Bottelseheide Braak
Deurne Deurne Deurne
? ? ?
De Hoeven - 478 Deurnese Heide - 109 Esdonk - 71 Florijn - 2310
De Hoeven Deurnese Heide Esdonk Florijn
Deurne Deurne Deurne Deurne
? ? ? ?
Galgenbergweg - 262 Hazenweg - 274 Heitrak - U 954
Galgenbergweg Hazenweg Heitrak
Liessel Liessel Neerkant
? ? ?
Helmondseweg - 2172 Helmondseweg - 2177 Helmondsingel - 667
Helmondseweg Helmondseweg Helmondsingel
Deurne Deurne Deurne
? ? ?
Helmondsingel - 843
Helmondsingel
Deurne
?
100
?
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Naam
Adres
Stad
Status
Helmondsingel - 1395 Hoevenseweg - 122 Hoevenseweg - 124
Helmondsingel Hoevenseweg Hoevenseweg
Deurne Vlierden Vlierden
? ? ?
Hoogdonkseweg - 361 Kennelweg - 655 Koeweideweg - 117 Lariksweg - 125
Hoogdonkseweg Kennelweg Koeweideweg Lariksweg
Liessel Liessel Neerkant Deurne
? ? ? ?
Leenselweg - R499 Leigraaf - 2781 Liesselseweg - 62
Leenselweg Leigraaf Liesselseweg
Liessel Neerkant Deurne
? ? ?
Molenbergseheide - 416 Molenbergseheide - 476 Molenbergseheide - 511
Molenbergseheide Molenbergseheide Molenbergseheide
Deurne Deurne Deurne
? ? ?
Molenbergseheide - 416 Molenhuisweg - 1536 Moostdijk - 706 Oude Aa - 132
Molenbergseheide Molenhuisweg Moostdijk Oude Aa
Deurne Vlierden Neerkant Deurne
? ? ? ?
Oude Aa - 133 Oude Vreewijkseweg - 53 Provincialeweg S24
Oude Aa Oude Vreewijkseweg Provincialeweg S24
Deurne Deurne Deurne
? ? ?
Raktseweg/B'huisweg - 869 Reigerbekweg - 225 Reigerbekweg - 227
Raktseweg/B'huisweg Reigerbekweg Reigerbekweg
Deurne Neerkant Neerkant
? ? ?
Reigerbekweg - 242 Rijntjesdijk - 1304 Sportweg - 496 Stadhoudersweg - 1529
Reigerbekweg Rijntjesdijk Sportweg Stadhoudersweg
Neerkant Vlierden Liessel Deurne
? ? ? ?
Steen - 436 Steenstraat - 439 Suezlaan - 3621
Steen Steenstraat Suezlaan
Neerkant Neerkant Deurne
? ? ?
Trienenbergweg - 8928 Vlierdensedreef - 2348 Bruggenseweg - 127
Trienenbergweg Vlierdensedreef Bruggenseweg
Deurne Deurne Deurne
? ? ?
Waterstraat - 265 Zand - 716 Zandstraat - 5220 Peel - 4892
Waterstraat Zand Zandstraat Peel
Vlierden Liessel Liessel Deurne
? ? ? ?
Botermanweg - Q93 Jagerweg (kad.L214) Loon - G4457 - Ontsluitingsweg (deel) Loon - G5432
Botermanweg Jagerweg 62 Loon
Deurne Deurne Liessel
Verpacht ?
Loon
Liessel
Loon - R285
Loon
Liessel
? Gecombineerd gebruik Verkocht ?
101
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Naam
Adres
Stad
Status
Oude Molen - R772 Bosrandweg - H8847 Esdonk - Q91
Oude Molen Bosrandweg Esdonk
Liessel Deurne Deurne
? Verkocht Verkocht
Grote Bottel 15 - Q89 Halvemaanweg - 8840 Kanveldweg - 9148 ged Kanveldweg - 9148 ged
Grote Bottel 15 Halvemaanweg Kanveldweg Kanveldweg
Deurne Deurne Deurne Deurne
Verkocht ? Verpacht Verpacht
Kanveldweg - 9148 ged Kanveldweg - 9148 ged Kanveldweg - 9148 ged
Kanveldweg Kanveldweg Kanveldweg
Deurne Deurne Deurne
Verpacht Verpacht Verpacht
Kanveldweg - H8446 Kanveldweg - H8447 Kanveldweg - 9150
Kanveldweg Kanveldweg Kanveldweg
Deurne Deurne Deurne
Verpacht Verpacht
Maalweg/Waag - Q478 Slootweg - T654 Vlierdijk - L1969 Maalweg/Waag - Q328
Maalweg/Waag Slootweg Vlierdijk Maalweg/Waag
Vlierden Liessel Deurne Vlierden
Verpacht Verpacht Verkocht Verpacht
Maalweg/Waag - Q329 Korte Zeilkens - 196 Korte Zeilkens - U549
Maalweg/Waag Korte Zeilkens Korte Zeilkens
Vlierden Neerkant Neerkant
Verpacht ? Verhuurd
Kranenmortelweg - 3226 Biesdeel Q872
Kranenmortelweg
Deurne
? Verpacht
terrassen Sail Mountain Cafetaria Het Tweespan cafe/zaal 't Vertierke
Blasiusstraat 3 Blasiusstraat 5 Blasiusstraat 7
Deurne Deurne Deurne
Verhuurd Verhuurd Verhuurd
Uitgaanscentrum Metro café Bright-Side & zaal de Zwaan café/zaal Internos
Blasiusstraat 9 Blasiusstraat 11 Dorpsstraat 27
Deurne Deurne Neerkant
Verhuurd Verhuurd Verhuurd
Café d'n Borrel The Ocean & Grillhouse Pampa café 't Oude Brouwhuis
Helmondseweg 2 Helmondseweg 2a Hoofdstraat 53
Deurne Deurne Liessel
Verhuurd Verhuurd Verhuurd
Feesterij 't Lijssels Vertier café Marma Bar bakkerij-lunchroom Bakkerij Vedder Deurne B.V. Hotel-Brasserie Plein Vijf Senza Pari
Hoofdstraat 60 Hoofdstraat 81 Kerkstraat 3a
Liessel Liessel Deurne
Verhuurd Verhuurd Verhuurd
Markt 5 Markt 6
Deurne Deurne
Verhuurd Verhuurd
Feestcafé De Koets Grand-Café Beekman & Beekman ijssalon Herby's
Markt 7 Markt 8 Martinetplein 64
Deurne Deurne Deurne
Verhuurd Verhuurd Verhuurd
café 't Pandje Café Hotel Thijssen Café Gasterij Keijzer
Molenstraat 15 Pastoriestraat 20 Spoorlaan 15-17
Deurne Vlierden Deurne
Verhuurd Verhuurd Verhuurd
De Potdeksel
Stationsstraat 2
Deurne
Verhuurd
102
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Naam
Adres
Stad
Status
Café In den Sleutel De Eeterij Cafetaria 't Stationneke
Stationsstraat 8 Stationsstraat 17 Stationsstraat 27
Deurne Deurne Deurne
Verhuurd Verhuurd Verhuurd
De Koffiewinkel
Stationsstraat 45a
Deurne
Verhuurd
103
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 8
Kaart met maatschappelijk vastgoed
De kaarten zijn separaat meegestuurd.
104
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 9
Bezettingspercentages maatschappelijk vastgoed
105
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Bijlage 10
Eigendoms- en gebruikssituatie VVE De Wolfsberg
Hoofdsplitsing VVE De Wolfsberg Het complex De Wolfsberg is in eigendom van een Vereniging van eigenaren. In de hoofdsplitsing zijn 2 appartementsrechten waarin de gemeente als eigenaar is betrokken: Index 1: openbaar deel parkeer parkeergarage (in eigendom van de gemeente Deurne); Index 6: cultuurcentrum (ondergesplitst) De overige appartementsrechten (2 t/m 5) zijn in eigendom van derden. Onderstaand wordt ingezoomd op de situatie binnen appartementsrecht index 6.
Ondersplitsing Appartementsrecht index 6 Cultuurcentrum Index 6 Cultuurcentrum is ondergesplitst in 2 appartementsrechten: A106 Cultuurcentrum (in eigendom van de gemeente); A107 Harmoniezaal (in eigendom van de Stichting Huub van Doornezaal).
106
Nota Grond- en Vastgoedexploitaties 2014-2023
Appartementsrecht A106 Cultuurcentrum (in eigendom van de gemeente) Dit eigendom valt fysiek uiteen in 2 delen I Cultuurcentrum (door de gemeente verhuurd aan Stichting Cultuur Cluster Deurne, deze verhuurd het horecadeel (Ia) onder aan commercieel exploitant (B.V. Cultuurgroep Maan); II Muziekonderwijs (door de gemeente verhuurd aan de stichting Hafadru en door deze onderverhuurd aan Musicas).
107
Organisatie/instelling
ruimte
m2
maandag dinsdag ochtend middag avond ochtend middag
woensdag donderdag vrijdag avond ochtend middag avond ochtend middag avond ochtend middag
zaterdag avond ochtend middag
zondag avond ochtend middag
avond
wekelijkse bezetting in %
bezetting bezetting overdag door de week s avonds door de in % week in %
bezetting zaterdag in %
bezetting zondag in %
GEMEENSCHAPSACCOMMODATIES Wijkcentrum Heiakker
hal/entree foyer/bar vergaderruimte 1 vergaderruimte 2 hobbyruimte
90 16 16 50
Totaal Heiakker
172
activiteitenruimte foyer (voorste deel) foyer (bargedeelte) kantoor hobbyclub hal/entrée
85 45 50 10 190 55
Totaal Houtenhoek
435
Hofke van Marijke
0
90
140
50 0
0
50
85
85 45
45
0
140
0
90
0
45
85 45
85
190 55
190 55
190
190 55
190
190
190 55
190
190
190 55
275
245
375
190
290
320
190
330
190
190
290
295 110
156
156
156
66 132
66
66
Totaal Den Draai
759
Boven links Beugelzaal grote zaal bar grote zaal podium kelder speel-o-theek speelzaal ruimtes scouting kantoren foyer
40 46 90 140 60 42 110 86 108 160
Totaal Hofke van Marijke
882
0
0
627
110 86 108
110 86 108 160
40 46 90 140 60 42 110 86 108 160
304
800
882
46 90 140 60
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0,00% 19,05% 0,00% 0,00% 14,29%
0,00% 20,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 40,00% 0,00% 0,00% 60,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
14,12%
10,47%
38,37%
0,00%
0,00%
45 50
23,81% 28,57% 4,76% 4,76% 100,00% 23,81%
20,00% 20,00% 0,00% 0,00% 100,00% 40,00%
60,00% 60,00% 0,00% 20,00% 100,00% 20,00%
0,00% 33,33% 33,33% 0,00% 100,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00% 0,00%
10 190
190
190
190
190
190
190
190
190
190
330
190
190
190
190
285
190
190
190
190
54,95%
54,71%
64,60%
50,96%
43,68%
295
295
295 110
0
0
222 40 46 90 140
90 140
156
110
156
19,05%
10,00%
60,00%
0,00%
0,00%
110
19,05%
10,00%
40,00%
33,33%
0,00%
156
23,81%
10,00%
60,00%
33,33%
0,00%
14,29% 0,00%
10,00% 0,00%
40,00% 0,00%
0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
16,30%
8,26%
44,93%
11,68%
0,00%
19,05% 28,57% 42,86% 42,86% 23,81% 19,05% 100,00% 100,00% 100,00% 19,05%
0,00% 20,00% 40,00% 40,00% 30,00% 10,00% 100,00% 100,00% 100,00% 20,00%
80,00% 80,00% 100,00% 100,00% 40,00% 60,00% 100,00% 100,00% 100,00% 40,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00% 100,00% 100,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 100,00% 100,00% 100,00% 0,00%
53,98%
52,09%
81,18%
34,47%
34,47%
4,76% 0,00% 4,76%
10,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 20,00%
0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00%
14,29%
20,00%
20,00%
0,00%
0,00%
14,29% 0,00%
20,00% 0,00%
20,00% 0,00%
0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
66
0
110 86 108
110 86 108
42 110 86 108
90 140 60 42 110 86 108
534
304
662
636
66
451
90 140 60 110 86 108
40 46 90 140 60 42 110 86 108
594
722
0
451
405
110
0
40 46 90 140
46
0
266
0
0
0
0
0
90 140
110 86 108 160
110 86 108
110 86 108 160
110 86 108
110 86 108
110 86 108
110 86 108
110 86 108
110 86 108
110 86 108
110 86 108
110 86 108
510
304
780
304
304
534
304
304
304
304
304
304
Alle kantoorruimtes zijn opgenomen onder de noemer "kantoren" en zijn structureel bezet m.u.v. 1 kantoorruimte op maandagochtend, maandagmiddag, dinsdagochtend en dinsdagmiddag. "Speelzaal" is structureel verhuurd 55
55 30 60
60
230
230
537
230
230
100
100 62 0
100
100
230
grote zaal - Snoerts - 't Zand - Den Hoek foyer kleine zaal / 't Heulke vergaderruimte 1/De Hoogdonk vergaderruimte 2/'t Sloot vergaderruimte 3/De Leensel De Molen (voorm. bibl.)
354
354
355
180 109 42 24 20 61
180
180 109 42 24
Totaal Kastanje
790
Opmerking
0
190
110
Zaal '95 Zaal '77 Zaal '55 zaal 1 zaal 2 zaal 3 foyer voormalig psz.
90
50
85 45
295
Totaal Gerardushuis De Kastanje
50
Zeylbergzaal Hanenbergzaal A Hanenbergzaal B Mellenbergzaal A Mellenbergzaal B Treurenbergzaal Foyer
Opmerking:
Gerardushuis
90
Hobbyclub heeft eigen ruimte. Niet geschikt voor medegebruik. Hobbyclub huurt ruimte 7 dagen per week
Opmerking: Den Draai
90
Drumfanfare Deurne maakt op maandagavond gebruik van de aangrenzende peuterspeelzaal
Opmerking: d'n Houtenhoek
90
24
230
100
0
160
0
100
0
354
354
354
354
354
180
180
24 20
24
0
180
24
0
0
354 180
619
710
224
558
378
55
0
0
0
0
0
0
0
9,80%
13,31%
14,53%
0,00%
0,00%
354
354
354
354
354
354
354
354
76,20%
50,00%
100,06%
100,00%
100,00%
180 109
180 109
180 109
180 109
180 109
180 109
180 109
180 109
20 61
20
20
20
20
20
20
61
66,67% 42,86% 4,76% 28,57% 38,10% 14,29%
50,00% 0,00% 0,00% 30,00% 10,00% 10,00%
60,00% 60,00% 20,00% 60,00% 20,00% 40,00%
100,00% 100,00% 0,00% 0,00% 100,00% 0,00%
100,00% 100,00% 0,00% 0,00% 100,00% 0,00%
663
663
663
663
663
663
58,44%
35,73%
73,27%
83,92%
83,92%
24
61 0
230
354
534
378
0
534
724
0
0
704
Op het moment dat "De Molen" in gebruik wordt genomen, vindt bezetting volgens bovenstaand schema plaats
10-6-2014Kopie van Definitief bezettingsoverzicht soc cult acc in % 13052014.xlsx
Organisatie/instelling
De Gouden Helm
ruimte
m2
grote zaal kleine zaal zolder paviljoen Streekwinkel/Peelbascule dorpsservice
259 93 96 240
Totaal De Gouden Helm (m.u.v. Streekwinkel en
688
1e grote zaal 2e grote zaal vergaderruimte jeu de bouleszaal hobbyzaal spelzaal ontmoetingsruimte voormalige bibliotheek voormalige psz.
220 122 36 110 70 138 100 50 247
Totaal De Moost
1093
Podium Zaal 1 Zaal 2 Ontmoetingsruimte MF-ruimte
82 109 145 115 48
Totaal 't Huis
499
Opmerking: Totaal gemeenschapsaccomodaties (excl. 't Huis)
96
96
259 93 96
96
355
448
259 96
259 93 96
259 96
355
448
96
259
259
259
96 240
93 96 240
259
96
259 93 96
96 240
96
595
429
595
355
355
448
zaterdag avond ochtend middag
zondag avond ochtend middag
avond
96
259 93 96
259 96
96
96
96
96
96
96
355
448
96
355
96
96
96
96
96
wekelijkse bezetting in % 57,14% 23,81% 100,00% 14,29% 100.00% 100.00%
bezetting bezetting overdag door de week s avonds door de in % week in % 80,00% 60,00% 30,00% 40,00% 100,00% 100,00% 20,00% 20,00% 100.00% 100.00% 100.00% 100.00%
bezetting zaterdag in % 33,33% 0,00% 100,00% 0,00% 100.00% 100.00%
bezetting zondag in % 0,00% 0,00% 100,00% 0,00% 100.00% 100.00%
43,67%
55,10%
48,92%
26,50%
13,95%
220
220 122
220
220
220
36 110
110 70 138
0
330
550
70 138 100
36
220
220 122
220
36 110 70 138
220
220
110 70 138
0
110
574
342
320
538
220
110 70 138 100
100
528
220
52,38% 9,52% 9,52% 23,81% 23,81% 23,81% 19,05% 0,00% 0,00%
50,00% 10,00% 10,00% 20,00% 0,00% 0,00% 10,00% 0,00% 0,00%
100,00% 20,00% 20,00% 40,00% 100,00% 100,00% 40,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
33,33% 0,00% 0,00% 33,33% 0,00% 0,00% 33,33% 0,00% 0,00%
0
220
528
100
0
0
0
110
0
320
20,59%
14,44%
49,73%
0,00%
13,11%
De grote zaal is alleen in de maanden oktober t/m februari op donderdagavond bezet. De hobbyzaal is alleen in de periode september t/m januari op woensdagmiddag bezet. Op woensdagavond zijn 2 docenten van muziekschool Musicas actief. Opvragen of Musicas in De Moost gehuisvest is; tel.contact d.d. 12-6-13 met Musicas wordt er door 2 docenten op woensdagavond lesgegeven
Opmerking:
't Huis
259
woensdag donderdag vrijdag avond ochtend middag avond ochtend middag avond ochtend middag
Streekwinkel , Peelbascule en dorpsservicecentrum werken samen aan een plan voor volledige bezetting van de ruimtes. Zolder is in gebruik voor een permanente tentoonstelling van Staatbosbeheer.
Opmerking: De Moost
maandag dinsdag ochtend middag avond ochtend middag
Indeling in ruimten en bezetting van de gebruikers zijn niet bekend. Gebruikers die huisvestingssubsidie ontvangen zijn: jongerensoos De Pitstop, toneelvereniging 't VAT, zanggroep To Enjoy, KVO 5356
675
2539
3962
1569
1820
2416
1775
2163
3050
1397
2344
3225
1189
1217
2052
1778
1348
1253
88 130 28 17
88 130 28 17
1363
1253
1573
35,53%
31,16%
54,91%
27,25%
26,07%
88 130 28 17
88 130 28 17
42,86% 23,81% 33,33% 19,05%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
100,00% 20,00% 60,00% 0,00%
66,67% 66,67% 66,67% 66,67%
66,67% 66,67% 66,67% 66,67%
263
263
30,89%
100,00% 50,00%
100,00% 100,00%
100,00% 66,67%
0,00% 0,00%
10,00% 0,00% 0,00%
80,00% 60,00% 0,00%
33,33% 33,33% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00%
100,00% 20,00% 20,00% 20,00%
100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
OVERIG MAATSCHAPPELIJK VASTGOED DEURNE - centrum OJC de Roos
bar/café bar/zaal vergaderruimte bandruimte
88 130 28 17
Totaal OJC de Roos
263
Opmerking: Stichting Hafadru
88
28
28
28
116
0
0
116
88 130
88
0
0
116
0
0
218
0
0
88
0
263
263
begane grond 1e verdieping
400 300
400
400 300
400 300
400
400 300
400 300
400
400 300
400 300
400
400 300
400 300
400
400 300
400 300
400
400 300
400 300
Totaal Stichting Hafadru
700
400
700
700
400
700
700
400
700
700
400
700
700
400
700
700
400
700
700
0
85,71% 57,14% 0
0
0
73,47%
Na telefonisch contact heeft bestuur aangegeven dat medegebruik niet mogelijk is vanwege invulling van nieuwe initiatieven
repetitiezaal foyer/bar vergaderruimte
150 50 18
Totaal K.H.D.
218
Opmerking: Scouting Deurne
0
88
Stichtingsbestuur geeft aan dat medegbruik niet mogelijk is.
Opmerking: Koninklijke Harmonie Deune
0
88
150 50
0
0
200
150 50
0
0
200
150
0
150
150
0
0
0
150
150 50
150 50
28,57% 19,05% 0,00%
0
0
200
0
0
200
0
0
0
24,03%
Bestuur vergadert 1 x per maand; geen vaste avond. Ad hoc gebruik vergaderruimte op dinsdagavond voor overleg
keuken spelruimte 1 spelruimte 2 stafruimte
32 70 130 25
32 70 130 25
32 70 130 25
32 70 130 25
32
32
32 70 130 25
32
32
32 70 130 25
32
32
32 70 130 25
32
32
32 70 130 25
32 70 130 25
32 70 130 25
32 70 130 25
32 70 130 25
32 70 130 25
32 70 130 25
100,00% 61,90% 61,90% 61,90%
Totaal scouting Deurne
257
257
257
257
32
32
257
32
32
257
32
32
257
32
32
257
257
257
257
257
257
257
66,65%
10-6-2014Kopie van Definitief bezettingsoverzicht soc cult acc in % 13052014.xlsx
Organisatie/instelling
Invalidenbond Deurne ('t Trefpunt)
ruimte
m2
bar/biljart grote zaal
101,50 122,50
Totaal Invalidenbond Deurne
224
Opmerking: Walhalla
maandag dinsdag ochtend middag avond ochtend middag 101,50
0,00
101,5
woensdag donderdag vrijdag avond ochtend middag avond ochtend middag avond ochtend middag
zaterdag avond ochtend middag
zondag avond ochtend middag
avond
101,50
101,50 122,50
101,50 122,50
101,50 122,50
wekelijkse bezetting in % 57,14% 38,10%
101,5
224
224
46,73%
36
36
36
36
101,50 122,50
101,50
122,50
101,50 122,50
122,5
224
101,5
224
0
101,50
101,50 122,50
101,5
224
101,50
101,50 122,50
101,5
224
0
0
0
0
224
0
0
bezetting bezetting overdag door de week s avonds door de in % week in % 0,60 0,80 0,10 1,00
bezetting zaterdag in % 0,33 0,33
bezetting zondag in % 0,33 0,33
Er vindt al veel medegebruik plaats
Walhalla
36
Totaal Walhalla
36
Opmerking:
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
36 0
0
36
200 40
200
14,29% 0
0
0
14,29%
200
25
38,10% 19,05% 4,76% 4,76% 23,81%
225
27,79%
10,00%
20,00%
33,33%
0,00%
20,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
60,00% 60,00% 20,00% 20,00% 60,00%
66,67% 33,33% 0,00% 0,00% 33,33%
33,33% 0,00% 0,00% 0,00% 33,33%
Stichtingsbestuur geeft aan dat medegebruik van de ruimte niet mogelijk is
- Houtenhoek Gejejong (de Wik)
zaal vergaderruimte hobby computerruimte keuken
200 40 20 50 25
Totaal Gejejong (de Wik)
335
200 40
200 40
200
200
200 40 20
50 25 0
0
65
25 0
200
265
25 0
200
250
0
0
265
25 0
0
20
0
265
200
0
0
Nieuw stichtingsbestuur is voornemens nieuwe initiatieven te gaan ontplooien
Opmerking: - Zeilberg Harmonie Excelsior Zeilberg
Jong Nederland Zeilberg
KPJ Zeilberg
grote zaal molenbelt foyer/bar vergaderruimte
282,5 73,61
283 73,6
4,77% 4,76%
0,00% 0,00%
20,04% 20,00%
0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
12,85
12,9
4,78%
0,00%
20,08%
0,00%
0,00%
Totaal Harmonie Excelsior
368,96
leidinglokaal zaal
16 90
0,00% 0,00%
80,00% 80,00%
66,67% 66,67%
0,00% 0,00%
Totaal Jong Nederland Zeilberg
106
Peelrandje
30
0,00%
40,00%
0,00%
0,00%
Totaal KPJ Zeilberg
30
0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
80,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
100,00% 100,00%
20,00% 20,00%
100,00% 100,00%
100,00% 100,00%
0,00% 0,00%
40,00% 40,00%
0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
20,00%
20,00%
0,00%
33,33%
0
0
0
0
0
0
16 90 0
0
106
0
0
16 90 0
0
106
0
30
0
0
369,5
0
0
16 90 0
0
30 0
0
106
0
0
0
0
0
0
0
0
16 90
16 90
16 90
106
106
106
0
0
0
0
28,57% 28,57% 0
0
0
0
30 0
0
0
0
0
30
4,77%
28,57% 9,52%
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
9,52%
Opvragen
Handboogver. Vredelust LIESSEL Jong Nederland Liessel
Zaal 1 (west) Zaal 2 Zaal 3 (kelder) Zaal 4 (voormalig kpj)
80 90 60 50
Totaal Jong Nederland Liessel
280
Opmerking: Ons Plekske (in de Gasterij)
80
0
0
80
80
0
0
0
0
0
80
80
0
80
0
80
0
0
90 46
90 46
90 46
90 46
90 46
136
136
136
136
136
80
19,05% 0,00% 0,00% 0,00% 0
0
0
0
0
0
5,44%
90 46
90 46
90 46
90 46
90 46
90 46
80,95% 80,95%
136
136
136
136
136
136
80,95%
Zaal 1 is in het weekend incidenteel bezet en zaal 2, 3 en 4 zijn de gehele week incidenteel bezet.
A B
90 46
90 46
90 46
Totaal Ons Plekske
136
136
136
de Wiek (zaal) vergaderruimte
120 12
Totaal scouting Helenaveen
132
0
90 46
90 46
136
136
0
90 46
90 46
136
136
0
0
HELENAVEEN Scouting Helenaveen (De Wiek)
120 12 0
0
132
120 12 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
132
9,52% 9,52% 0
0
0
0
0
0
9,52%
NEERKANT HBV De Batavieren
Het bestuur heeft aangegeven ruimten niet te willen verhuren aan derden
Opmerking:
VLIERDEN HBV Rozenjacht Vlierden
Cultuurcentrum Martien van Doorne
mulitfunctioneel
200
Totaal HBV Rozenjacht Vlierden
200
200 0
200
200 0
0
0
200
200 0
0
0
0
200
200 0
0
0
0
0
0
0
200
19,05% 0
0
19,05%
Niet meegenomen vanwege commerciële uitbating
10-6-2014Kopie van Definitief bezettingsoverzicht soc cult acc in % 13052014.xlsx
Organisatie/instelling
Totaal overig maatschappelijk vastgoed
ruimte
m2
maandag dinsdag ochtend middag avond ochtend middag
woensdag donderdag vrijdag avond ochtend middag avond ochtend middag avond ochtend middag
zaterdag avond ochtend middag
zondag avond ochtend middag
avond
3285,96
793,00 1394,50 1808,50 792,00 1169,50 2068,00 568,00 1319,50 1763,00 568,00 1169,50 2399,50 568,00 1005,50 1843,00 899,00 1727,00 2016,00 593,00
656,00 1105,00
9140,96
1468,00 3933,50 5770,50 2361,00 2989,50 4484,00 2343,00 3482,50 4813,00 1965,00 3513,50 5624,50 1757,00 2222,50 3895,00 2677,00 3075,00 3269,00 1956,00 1909,00 2678,00 16,06% 43,03% 63,13% 25,83% 32,70% 49,05% 25,63% 38,10% 52,65% 21,50% 38,44% 61,53% 19,22% 24,31% 42,61% 29,29% 33,64% 35,76% 21,40% 20,88% 29,30%
wekelijkse bezetting in %
bezetting bezetting overdag door de week s avonds door de in % week in %
bezetting zaterdag in %
bezetting zondag in %
0,38
0,28
0,60
0,47
0,24
34,48%
28,48%
53,80%
32,90%
23,86%
bezetting geen bezetting
10-6-2014Kopie van Definitief bezettingsoverzicht soc cult acc in % 13052014.xlsx