Nieuwskrant INHOUD
(Nieuwskrant nr 11)
Dipecount: Inleiding Wijzigingen in de PB aangifte inkomsten 2014 Aankondiging van controleacties met het oog op een verhoogde spontane naleving van de fiscale verplichtingen Het vermogenskadaster komt eraan Definitieve overgang naar elektronische maaltijdcheques Inschrijving in KBO Protesteren van een factuur Pensioensparen : zinvol ? beschermd ? Vlaamse KMO’s stellen opnieuw meer mensen tewerk Het ziekteverzuim blijft pieken Verhoging van de pensioenleeftijd Het wettelijk pensioen … enkele cijfers 3 manieren om een huis te kopen met je groepsverzekering (IPT) Verhoging doelgroepvermindering vanaf 1 januari 2015 Wijziging PC 218 naar PC 200 De naakte cijfers van een verlofgeld en een eindejaarspremie Uw auto te goedkoop verkocht ? Uw rekening courant omzetten op een lening met vaste looptijd Is vooruitbetaalde huur in één keer aftrekbaar ? Is het interessant om een bedrijfswagen te registeren in Luxemburg ? Dit zijn je rechten als je vliegtuig vertraging heeft Het brugpensioen … hot item bij grote sluitingen ! De gemeenschappelijke rekening bij overlijden DELTA WORX het uitzendbureau voor studenten : maak er gebruik van PAY!NATION DIPECOUNT blijft u informeren ! Net voor de zomerperiode komen we u nog opnieuw informeren ! Deze nieuwsbrief brengt u een uitgebreid assortiment aan diverse informatie. De aangifte in de Personenbelasting (inkomsten 2014) is voor ons kantoor een werkitem voor de volgende weken…. De aangifte dient door ons uiterlijk op 29 oktober 2015 ingediend te zijn. Deze aangifte PB is opnieuw een voorbeeld van de beloofde en niet gerealiseerde administratieve vereenvoudiging, waarvan onze vorige regeringen al zo vele jaren van spreken ! Huilen met de pet op ! De hoge loonlast komt elke week wel in het nieuws, maar enkel om vast te stellen dat we hier in de top van de wereld blijven. U vindt een gedetailleerd voorbeeld van een 13de maand en een berekening van het dubbel vakantiegeld voor bedienden : duidelijker kunnen cijfers niet zijn. Wijzigingen zijn uiterst dringend maar ook deze politiekers vinden hun eigen hachje (stem) belangrijker dan de durf te uiten om echt te veranderen! En dan geeft elke
-1-
1-2 3 4 4-6 6-7 7 7-8 8 9 10-11 12 13 13 14 15 15-16 17 17 17-18 18-19 19 20-21 21-22 22 23
Nieuwskrant wijziging die wordt vooropgesteld ook een woedegolf vanuit de vakbonden omdat ze mee moeten bezuinigen. Heren, besef nu eens : sociale- en fiscale misbruiken moeten er uit! Taks-shift, vermogensbelasting, vermogenswinstbelasting…. wekelijks worden opkomende ideeën in de pers gegooid, maar ook hier geen duidelijkheid en geen beslissingen. Is het niet HET moment om een vereenvoudiging van de belastingen naar voren te brengen. Lagere belastingstarieven en op dat moment ook wel alle netto inkomsten belasten…. Maar men moet ook het lef hebben om aan oude gewoontes te raken en de huidige manier van sociale uitkeringen onder de loupe nemen. Ook hier zijn we aan een dringende hervorming toe. Een persoonlijk lijstje met dringende aanpassingen en mijn inziens eenvoudige oplossingen vertrekt alvast richting Brussel…. U leest het, er is zoveel te verbeteren, zeker voor kleine KMO’s die vandaag zonder twijfel benadeeld wordt. Grote bedrijven romen hun winsten af met belangrijke aftrekken notionele intrest en komen regelmatig op geen 1% belasting op de netto winst berekend. De kleine KMO betaalt 24 % of 34 %... en is zeker zo belangrijk voor tewerkstelling ! Veel leesplezier ! Dirk PEETERS
DIPECOUNT WENST U EEN AANGENAME ZOMERPERIODE EN EEN WELVERDIENDE VAKANTIE !
Dirk, Dirk, Gert, Guy, Deji.
-2-
De aangifte PB inkomsten 2014 staat voor de deur…. Hou rekening met volgende wijzigingen in je belastingaangifte Je hebt tijd tot 30 juni als je kiest voor de papieren aangifte. Kies je voor de elektronische aangifte via tax-on-web, dan heb je twee weken langer tijd tot 15 juli. Doe je tenslotte beroep op een boekhouder of een accountant, dan moet de aangifte binnen voor 29 oktober. Kadastraal inkomen Het kadastraal inkomen - KI - of de brutohuur/waarde van de eigen woning gelegen in België of in het buitenland moet niet in langer in vak III van de aangifte worden vermeld. Vak III telt hierdoor 15 codes minder. Het onroerend inkomen van de eigen woning wordt vrijgesteld van belasting. Woonlening De leningsuitgaven die betrekking hebben op de 'eigen' woning komen terecht in vak IX in de 'gewestelijke' rubriek B. De leningsuitgaven die betrekking hebben op de niet-eigen woning komen terecht in vak IX in de 'federale' rubriek C. De bestaande codes die aanvangen met de cijfers 1 en 2 blijven voorbehouden voor de 'federale' voordelen. Voor de nieuwe gewestelijke voordelen vangen de codes aan met de cijfers 3 en 4. Door deze wijziging kunnen belastingplichtigen niet zonder meer de codes van vorig jaar overnemen. Belastingplichtigen die bijvoorbeeld in 2006 hun enige en eigen gezinswoning hebben gekocht moeten de leningsuitgaven niet langer in codes 1370/2370 vermelden, maar wel naast de codes 3370/4370. Om te beoordelen of de uitgaven in aanmerking komen voor de gewestelijke (eigen woning) of federale (niet-eigen woning) voordelen, is het tijdstip van betaling bepalend. Pensioensparen De belastingplichtigen die in 2014 in het kader van het pensioensparen een betaling van 950 euro hebben verricht, mogen dit bedrag in vak X van de aangifte vermelden. Voor de berekening zal dit bedrag worden beperkt tot 940 euro (het maximum voor 2014). Het gedeelte van de in 2014 gedane betaling die meer bedraagt dan 940 euro zal eenmalig worden overgedragen naar de aangifte van aanslagjaar 2016. Dit zal ook op het aanslagbiljet worden vermeld. Dakisolatie Wanneer er in 2014 uitgaven voor dakisolatie werden gedaan in een woning die minstens vijf jaar in gebruik genomen is, moet voortaan het bedrag van de belastingvermindering in vak X worden vermeld (naast de nieuwe code 3317). Tot en met aanslagjaar 2014 moest steeds het bedrag van de uitgave worden vermeld. De belastingplichtige moet dus zelf de 'gewestelijke' belastingvermindering (30% met een maximum van 3040 euro per woning) berekenen. De overgedragen belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven gedaan in 2011 en 2012, blijven een federale bevoegdheid. Rekeningen in het buitenland Belastingplichtigen die in 2014 een rekening in het buitenland hadden, moeten dit aangeven in vak XIV. Deze buitenlandse rekeningen moeten gemeld worden aan het centraal aanspreekpunt van de Nationale Bank van België. In de aangifte wordt dan ook gevraagd of deze melding is gebeurd. Belastingplichtigen die in het verleden een buitenlandse rekening hebben aangegeven, zullen van de FOD Financiën een brief ontvangen om de betreffende gegevens te melden aan het Centraal Aanspreekpunt van de Nationale Bank van België.(JS) -3-
Aankondiging van controleacties met het oog op een verhoogde spontane naleving van de fiscale verplichtingen Om u aan te sporen om uw fiscale verplichtingen correct na te komen, willen wij net zoals de vorige jaren ook in 2015 op een open manier communiceren over een aantal lopende of nog te verwachten controleacties. Zo heeft u een beter idee van de kans dat u een fiscale controle zult krijgen of een vraag om inlichtingen zult ontvangen van de FOD Financiën. U bent een particulier U wordt mogelijk gecontroleerd of wij zullen u vragen om ons bijkomende inlichtingen of documenten te bezorgen als: bepaalde factoren toelaten om te denken dat u ten onrechte het fiscaal regime voor grensarbeiders genoten heeft u als bedrijfsleider werkelijke beroepskosten afgetrokken heeft er een vermoeden is, op basis van tekenen of indiciën van welstand, dat uw werkelijke inkomsten hoger zijn dan deze die u aangegeven heeft de geautomatiseerde behandeling van uw aangifte aan het licht brengt dat u kinderen ten laste heeft aangegeven die niet (meer) ten laste zijn u niet al uw beroepsinkomsten heeft aangegeven u één of meerdere woningen bezit waarvan u de onroerende inkomsten niet heeft aangegeven u de totale vrijstelling van de terugbetaling van uw verplaatsingskosten heeft gevraagd, hoewel u geen gebruik heeft gemaakt van gemeenschappelijk vervoer. U vertegenwoordigt een onderneming Uw onderneming wordt mogelijk gecontroleerd als: haar winstmarge lager is dan de gebruikelijke winstmarge van ondernemingen in een gelijkaardige situatie, of als deze marge vermindert in een a priori abnormale verhouding er een vermoeden is dat zij ten onrechte een btw-krediet teruggevraagd of geboekt heeft ze een beroep heeft gedaan op de vennootschapsstructuur met het oog op een fiscale optimalisatie ten bate van haar bedrijfsleider(s), van haar directe omgeving of van de groep ze haar activiteiten onderworpen aan de btw heeft stopgezet of als ze overgegaan is van een btwregime met indiening van periodieke aangiftes naar een btw-regime zonder indiening van periodieke aangiftes. De burgers en de ondernemingen die we onderwerpen aan een fiscale controle zullen worden geselecteerd op basis van indicatoren die een verhoogd fiscaal risico aan het licht brengen. Voor burgers kan ook de geautomatiseerde behandeling van de aangifte leiden tot een selectie voor de controle van eventuele onregelmatigheden. Behalve deze specifieke aandachtspunten voert Financiën natuurlijk ook nog andere controles van de fiscale situatie van burgers en ondernemingen uit.
Het vermogenskadaster komt eraan Wie denkt dat het vermogenskadaster niet te realiseren is, zou wel eens bedrogen kunnen uitkomen. Dat zegt Jan Tuerlinckx, advocaat en hoogleraar fiscaal recht. De discussies over een vermogenskadaster zijn nooit ver weg in de media. In België bestaat geen vermogenskadaster, daarover is iedereen het eens. Er is ook eensgezindheid dat het een titanenwerk zou zijn om er een aan te leggen. Veel rabiate tegenstanders gebruiken die praktische -4-
overweging als afweergeschut. Toch zouden ze weleens bedrogen kunnen uitkomen, op relatief korte termijn zelfs. De kiemen voor een vermogensregister zijn nationaal al gelegd. Maar de aanzet om de sluitsteen van dat vermogenskadaster uit te werken, blijkt te komen uit een onverwachte hoek: niet van de nationale politiek, maar van Europa. "Het vermogenskadaster komt eraan" België heeft al sinds jaar en dag een kadaster van onroerende goederen. De blinde vlek is het roerend vermogen - van banktegoeden, beleggingsportefeuilles tot verzekeringscontracten en private deelnemingen in vennootschappen. In 2011 werd met de opheffing van het bankgeheim de eerste stap gezet om die vermogens in kaart te brengen. Bij de Nationale Bank van België werd het Centraal Aanspreekpunt (CAP) opgezet. Die nieuwe databank is sinds vorige maand operationeel. Alle bankrekeningen, kredietovereenkomsten en contracten voor vermogensbeheer en beleggingsadvies zijn zo bekend aan de Nationale Bank. De toegang tot de databank is nog beperkt. Ze mag alleen worden gebruikt om fraude gemakkelijker op te sporen. Maar dat die toegang snel veel breder kan worden gemaakt, spreekt vanzelf. Er is eigenlijk maar één vingerknip van de wetgever voor nodig. De belangrijkste blinde vlek op de vermogenskaart zijn dan nog de vennootschappen: eenpersoons-, management- en patrimoniumvennootschappen en de niet-genoteerde holding- en exploitatievennootschappen. Er bestaat geen overheidsregister dat bijhoudt wie de aandeelhouders ervan zijn. De afschaffing van de effecten aan toonder heeft er niet toe geleid dat het aandelenbezit van vennootschappen in alle omstandigheden bekend is. Maar daar komt weldra verandering in. Eind vorig jaar is een princiepsakkoord gesloten voor de invoering van het UBO-register ('ultimate beneficial owner'). Vorige maand werd de vierde Europese anti-witwasrichtlijn aangenomen. Die verplicht de lidstaten om een UBO-register aan te leggen. Daarin worden de natuurlijke personen opgenomen die een belang van meer dan 25 procent hebben in vennootschappen - in het kapitaal, in het vermogen of als stemrecht. Die belangen kunnen rechtstreeks of onrechtstreeks zijn. Dat laatste doet zich voor als een vennootschap wordt aangehouden door andere vennootschappen, die mogelijk op hun beurt worden aangehouden door vennootschappen. Ook in die clusters moet bekend zijn welke natuurlijke personen een beslissende of doorslaggevende hand hebben in het aandelenbezit of de besluitvorming. "Wie gelooft dat een vermogenskadaster niet te realiseren is, mag bij de dagdromers worden ingedeeld" Het nieuwe UBO-register kan rechtstreeks worden geraadpleegd door overheidsinstellingen, door ondernemingen die onderworpen zijn aan de anti-witwasverplichtingen - denk aan financiële instellingen, accountants, notarissen en vastgoedmakelaars - en zelfs door iedereen met een legitiem belang. Wie dat weet en nog altijd gelooft dat een vermogenskadaster niet te realiseren is, mag bij de dagdromers worden ingedeeld. Nu de bigdatatechnologie gemeengoed is, is het bundelen van die drie data niet meer dan een koud kunstje. Het koppelen van het kadaster van de onroerende goederen, de CAP-databank en het UBO-register levert een volwaardig vermogenskadaster op. -5-
En wie zou denken dat die databank alleen bij een vermoeden van fraude kan worden geraadpleegd, is evenzeer een dagdromer. De beweging naar meer financiële transparantie, die is ingezet in 2008, zal dus weldra haar consecratie vinden in het hoogst haalbare: een volwaardig en allesomvattend vermogenskadaster.
Definitieve overgang naar elektronische maaltijdcheques vanaf 1 januari 2016 De papieren maaltijdcheque is aan zijn laatste levensfase bezig. Vanaf 1 januari 2016 zal men alleen nog met elektronische maaltijdcheques kunnen betalen: dit gebeurt via een kaart met pincode die aan de normale elektronische betaalterminals kan worden gebruikt. De papieren maaltijdcheque verdwijnt volledig als betaalmiddel en zal voor de allerlaatste keer in september 2015 kunnen verspreid worden. Van papier naar betaalkaart De keuze tussen papieren en elektronische maaltijdcheques bestaat reeds sinds 2011. Omdat veel ondernemingen aan de papieren versie bleven vasthouden en dit dubbele bestaan aanleiding gaf tot extra administratieve lasten, hebben de sociale partners gevraagd om alleen nog de elektronische cheques te gaan gebruiken. Voor de werkgevers levert dit alvast een pak voordelen op: ze moeten de cheques niet langer controleren en verdelen en hebben dus minder risico op fouten of verlies. Het elektronische systeem is bovendien gemakkelijker voor de werknemers en leidt eveneens tot minder kans op verlies of diefstal. Ook voor de handelaars zijn er niks dan voordelen: minder wachttijd aan de kassa, geen teruggave van klein geld en een kortere terugbetalingstermijn. Overgangsfase in 2015 De definitieve verspreiding van de elektronische maaltijdcheque moet op 1 januari 2016 zijn afgerond. Ondernemingen die nog papieren maaltijdcheques gebruiken, krijgen tot eind 2015 de tijd om hun werknemers te informeren en de digitale overgang te realiseren. Zo kunnen papieren maaltijdcheques tot uiterlijk 30 september 2015 aan werknemers worden overhandigd. Deze cheques zullen dan nog slechts drie maanden geldig zijn. Alle papieren maaltijdcheques die in 2015 nog worden uitgegeven, blijven sowieso slechts geldig tot 31 december 2015. Uiterlijk vanaf oktober 2015 moet elke werknemer kunnen beschikken over een kaart met elektronische maaltijdcheques. Elektronische overgang: eveneens verplicht voor de sociale en fiscale vrijstelling Maaltijdcheques vormen een sociaal voordeel: zo zijn de cheques onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van RSZbijdragen en bedrijfsvoorheffing. Om deze vrijstelling te kunnen behouden, moet de werkgever eveneens tegen uiterlijk oktober 2015 de papieren versie vervangen door de elektronische betaalkaart (gekoppeld aan de maaltijdchequerekening van de werknemer waarop het maandelijkse bedrag gecrediteerd zal worden). Bovendien moet de toekenning van de elektronische maaltijdcheques geregeld worden in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) op sectoraal of ondernemingsniveau, of via een individuele schriftelijke overeenkomst. Praktische regeling Wanneer de toekenning van maaltijdcheques binnen uw onderneming reeds geregeld wordt via een ondernemingscao of een individuele overeenkomst, is het niet nodig om een nieuwe cao of overeenkomst af te sluiten wanneer u overschakelt op elektronische maaltijdcheques. Let er echter wel op om deze bestaande cao's of overeenkomsten grondig na te kijken, en eventueel achterhaalde en verouderde bepalingen te wijzigen of te schrappen. Het is immers juridisch -6-
noodzakelijk dat deze documenten vanaf 1 januari 2016 conform zijn met de nieuwe regelingen, bepalingen en technische aspecten rond de elektronische maaltijdcheques. Wat kan SD Worx voor u doen? Om de omschakeling naar de elektronische maaltijdcheques optimaal voor te bereiden kan een onderneming best contact opnemen met zijn uitgever van maaltijdcheques. Klanten van SD Worx kunnen via hun payrollconsulent meer informatie bekomen over de werkwijze van de bestelling van de cheques. Bron: Koninklijk besluit van 29 juni 2014 tot wijziging van artikel 19bis, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, bl. 55539.
Inschrijving in het KBO. Uw KBO inschrijving is volledig OK ? Wat zijn de mogelijke gevolgen van een onvolledige inschrijving of niet correcte inschrijving in het KBO (kruispuntbank ondernemingen) Elke nieuwe onderneming weet dat hij zich moet inschrijven in het KBO, maar men houdt er niet altijd rekening met de gevolgen van een verkeerde of onvoldoende inschrijving. De inschrijving in het KBO dient te voldoen aan de werkelijke activiteiten die de natuurlijke persoon of rechtspersoon uitvoert. Indien een onvolledige of foutieve inschrijving bestaat kunnen diverse sancties ontstaan (vb. geldboete, weigering van bepaalde bijdrageverminderingen (!), … Een andere juridische consequentie kan de onontvankelijkheid van haar vordering in geval van een juridische procedure voor de Rechtbanken zijn. Met andere woorden kan een onderneming slechts een gerechtelijke procedure opstarten indien zij voor de juiste activiteiten in het KBO is ingeschreven. Zo niet, kan de Rechtbank, van ambtswege, de vordering afwijzen zonder over de grond van de zaak te oordelen. In praktijk komt dit niet veel voor, maar wat meer en meer voorkomt is dat debiteuren die deze sanctie zullen gebruiken om de vordering onontvankelijk te laten verklaren door de Rechtbank waardoor zij aan een veroordeling tot betaling tot gevolg ontsnappen.
Protesteren van een factuur Soms volstaat een protest van een factuur niet… Een collega ontvangt een factuur van een leverancier, maar was niet tevreden van diens service. Uw collega liet de leverancier tijdig weten dat hij niet bereid was om het gefactureerde bedrag zonder meer te betalen. Door de slechte dienstprestatie had hij immers schade geleden. De rechter vond dat een louter protest in dat geval niet voldoende was en dat hij de leverancier de kans moeten geven om zijn fouten recht te zetten. Dus : enkel een snel (weinig gemotiveerd) protest is niet voldoende! Stel hem alvast eerst in gebreke voor de foute die hij heeft gemaakt en motiveer het protest Doe dit alles volgens de voorwaarden op de factuur van de leverancier, maar best steeds binnen de 7 dagen -7-
Aangetekend schrijven blijft aangeraden, gezien een bewijs van correcte aankomst van een verzonden mail niet altijd bewezen kan worden
Pensioensparen : zinvol ? beschermd? Waarom pensioensparen? t is al lang geen publiek geheim meer dat het wettelijk pensioen voor velen ontoereikend zal zijn om te kunnen vasthouden aan de huidige levensstandaard. En dan hebben we het nog niet eens over de stijgende levensverwachtingen en de kost hiervan. De Belgische overheid is zich hiervan bewust en delegeert een deel van deze verantwoordelijkheid aan de betrokkenen zelf : wij ! Om je aan te moedigen zelf mee in te staan voor de opbouw van een eigen aanvullend pensioen, geeft België een fiscaal voordeel (belastingsvoordeel) : het pensioensparen Pensioensparen 2015 tot en met 2018 : wat zijn mijn voordelen een contant maximum pensioenspaarbedrag gedurende 4 jaar : 940 euro (aanslagjaar 2016 = inkomstenjaar 2015)* hiervan geniet je 30% belastingvermindering (= 282 euro) je kan kiezen uit verscheidene pensioenspaarformules (zie hieronder) je geniet een voordelige belastingheffing op einddatum je kan meerdere pensioenspaarcontracten afsluiten geen verplichting om ieder jaar een bedrag te storten Pensioensparen : de verschillen Bij pensioensparen heb je de keuze uit een pensioenspaarverzekering en een pensioenspaarfonds. Een pensioenspaarverzekering biedt je een gegarandeerd rendement en eventueel een winstbonus. Bovendien is je kapitaal in principe beschermd: je krijgt je oorspronkelijke inleg op het einde van de rit terug (na aftrek van de kosten). Bij een pensioenspaarfonds (dus klassiek pensioensparen via de banken) is je rendement niet gegarandeerd. Via zo'n fonds beleg je immers onrechtstreeks op de beurs, waardoor het risico hoger is dan dat van een pensioenspaarverzekering. Garanties wat betreft rendementen zijn er dus niet, en de kans bestaat zelfs dat je een deel van je gestorte premies verliest. Bij een pensioenspaarverzekering kan je overigens aanvullende dekkingen laten opnemen, zoals een overlijdensdekking of een dekking tegen invaliditeit. Bij een pensioenspaarfonds zijn geen bijkomende waarborgen mogelijk. Aan jou de keuze Pensioenspaarfondsen brengen op lange termijn doorgaans meer op dan pensioenspaarverzekeringen. Daarom is een pensioenspaarfonds zeker het overwegen waard wanneer je nog jonger bent dan 55 jaar. Na je 55ste kan je dan eventueel overstappen naar een veiligere pensioenspaarverzekering. Een pensioenspaarverzekering is een levensverzekering. Daardoor geniet die een bijkomende bescherming: het zogenaamde Bijzonder Beschermingsfonds waarborgt een terugbetaling tot 100.000 euro per verzekeringnemer wanneer de verzekeringsmaatschappij failliet zou gaan. Een pensioenspaarfonds is echter een bankproduct waarvoor de overheidswaarborg niet geldt. Weet echter wel dat alle banken en verzekeraars in ons land streng gecontroleerd worden door de FSMA (dat is de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) en de Nationale Bank. Daardoor geniet elk type van pensioenspaarproducten - dus zowel spaarverzekeringen als spaarfondsen - in principe een goede bescherming.
-8-
Vlaamse kmo’s stellen opnieuw meer mensen tewerk Vlaamse kmo’s tellen weer meer medewerkers. Dat blijkt uit de driemaandelijkse kmo-jobindex van HR-dienstverlener SD Worx. Tijdens het eerste kwartaal van 2015 steeg de structurele tewerkstelling in Vlaanderen met 0,7%. Op jaarbasis ziet SD Worx een stijging van 2%. Een van de meest opvallende trends is de stijging van het aantal 50-plussers. Ze zijn met 3,56% meer in vergelijking met het vorige kwartaal, terwijl het aantal jongeren in dienst licht daalde (-0,86%). Even opvallend is ook de stijging van het aantal deeltijdsen (+1,54%). Net zoals de vorige kwartalen doen vooral de Vlaamse provincies het heel goed op jaarbasis. De Brusselse en Waalse kmo’s hebben het moeilijker. Daar daalt de tewerkstelling met respectievelijk 0,3% en 0,2% ten opzichte van het laatste kwartaal vorig jaar. Stagnatie op langere termijn Nationaal gezien klokt de kmo-jobindex van SD Worx na het eerste kwartaal van 2015 af op 111,6 punten. Dat is een stijging van 0,3% ten opzichte van het laatste kwartaal van 2014. De kmo-jobindex van SD Worx startte op 100 in december 2005. Dit betekent dat er sindsdien 11,6% meer mensen werken bij bedrijven met maximaal honderd werknemers. De KMO-jobindex bereikt 111,6 punten in maart 2015 tegenover 110,8 punten in dezelfde periode vorig jaar. Deze index geeft het aantal meer tewerkgestelden (per honderd) weer ten opzichte van het aantal dat tewerkgesteld was in januari 2005 (=referentiepunt; index=100). Meer deeltijdse oudere werknemers aan de slag In het eerste kwartaal telde SD Worx bij de kmo’s beduidend meer 50- tot 59-jarigen dan het voorbije kwartaal; hun aantal steeg met niet minder dan 3,56%. Het aantal jongeren in dienst, en jongeren zijn alleen in deze context minder dan 25, daalde daarentegen met 0,86%. Daarnaast blijft het aantal deeltijdse medewerkers stijgen: er zijn er nu 1,54% meer, terwijl er ‘slechts’ 0,18% voltijdse medewerkers bijkwamen. Bemoedigend ten slotte, is dat alle sectoren in Vlaanderen positieve cijfers voorleggen: de secundaire sector steeg met 0,6%, de tertiaire en quartaire groeiden met respectievelijk 0,23% en 1,36%. Als we de provincies met elkaar vergelijken, zien we dat Limburg de sterkste groeier is van het voorbije kwartaal met 1,4%, op de voet gevolg door Vlaams-Brabant (1,2%). Antwerpen is derde, met 0,8%, gevolgd door West-Vlaanderen (0,4%). Oost-Vlaanderen sluit de rij af met 0,3%. Vooral kleine KMO’s zorgen voor meer tewerkstelling Van april 2014 tot en met maart 2015 zien we dat vooral de kleine kmo’s (met minder dan twintig werknemers) zorgden voor meer tewerkstelling. Dit segment steeg met meer dan 2,2% en compenseert zo het status quo bij de grotere kmo’s. In het tussensegment, met kmo’s tussen 20 en 49 medewerkers, steeg het aantal medewerkers met 0,6%. Ook binnen de provincies is deze trend herkenbaar. De opvallendste provincie is Limburg, waar de grote toename van tewerkstelling binnen de allerkleinste kmo’s (+2,9%) het verlies aan banen bij de grootste (-3,8%) ruimschoots compenseert. De tewerkstelling van kmo’s met 20 tot 49 medewerkers steeg er met 0,7%. Bron : SD Worx
-9-
Het ziekteverzuim blijft pieken Het ziekteverzuim in België blijft maar stijgen. Het afgelopen jaar noteerden we zelfs de hoogste cijfers ooit. Vooral het langdurend ziekteverzuim piekt, en is voor het eerst zelfs groter dan het kortdurend ziekteverzuim. De hoogste verzuimcijfers vinden we vooral bij de oudere werknemers (leeftijdscategorie van 55 tot 59 jaar). Ziekteverzuim: kortdurend vs langdurend Binnen de HR-terminologie spreekt men van kortdurend en langdurend ziekteverzuim. Onder kortstondig ziekteverzuim verstaat men alle afwezigheden wegens ziekte die minder dan een maand omvatten. Zijn werknemers langer dan een maand ziek, spreek men van langdurend ziekteverzuim. Cijfers ziekteverzuim: continue stijging sinds 2002 De voorbije jaren is het ziekteverzuim alleen maar toegenomen, en dit zowel bij het kortdurend als het langdurend ziekteverzuim. 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
KD verzuim
2,13%
2,25%
2,26%
2,38%
2,40%
2,45%
2,42%
2,44%
2,44%
2,51%
2,50%
LD verzuim
1,49%
1,49%
1,56%
1,60%
1,56%
1,84%
2,05%
2,29%
2,33%
2,30%
2,62%
Totaal
3,62%
3,74%
3,82%
3,98%
3,96%
4,29%
4,47%
4,73%
4,77%
4,81%
5,12%
Sinds 2002 vertoont het kortdurende ziekteverzuim in België een nagenoeg constante stijging. Waar het gemiddelde percentage in 2002 nog 2,2% bedroeg, is dit cijfer in 2012 opgeklommen naar 2,4%. Het voorbije jaar noteerden we zelfs 2,5%. Concreet betekent dit dat Belgische werknemers zich zowat een halve werkdag langer ziek melden dan tien jaar geleden. De afschaffing van de carensdag, in het kader van het eenheidsstatuut, heeft globaal echter niet geleid tot een spectaculaire toename van het kortdurend ziekteverzuim zoals eerst gevreesd. De cijfers van 2013 en 2014 lopen immers gelijk. De stijgende trend van het ziekteverzuim geldt in het bijzonder voor het langdurend ziekteverzuim. Het afgelopen decennium is het percentage geklommen met liefst 1,13%. In 2014 noteren we het hoogste cijfer ooit (2,62%), wat meteen betekent dat voor het eerst sinds het onderzoek van SD Worx het langdurend ziekteverzuim hoger ligt dan het kortdurend! Ziekteverzuim: sterke verschillen per sector De sterke stijging van het ziekteverzuim doet zich vooral voor in de quartaire sector (2,8% kortdurend en 3,3% langdurend). Tot de quartaire sector of non-profit worden een aantal maatschappelijke functies gerekend zoals openbaar bestuur, onderwijs en onderzoek, zorg en welzijn, cultuur en recreatie, maatschappelijke organisaties, infrastructuur, milieudienstverlening en volkshuisvesting. Binnen alle sectoren stijgt het langdurend ziekteverzuim met de leeftijd. Binnen de leeftijdsgroep van 55-59 jaar bedraagt het langdurend ziekteverzuim 4,90% in de quartaire sector. In de industriële sector stijgt het voor diezelfde leeftijdscategorie zelfs tot 4,95%. Oorzaken van langdurend ziekteverzuim De cijfers van het langdurend ziekteverzuim zijn de laatste jaren dus fel gestegen. De oorzaken zijn divers: naast de vergrijzing van de werknemerspopulatie spelen arbeidsomstandigheden, motivatie, engagement, stress, stijgende werkdruk, burn-out en fysieke aandoeningen een rol. - 10 -
Uit onze tevredenheidsonderzoeken bij werknemers blijkt dat langdurige verzuimers negatief scoren op vragen over stressniveau, tijdsdruk, en de mentale en lichamelijke belasting van hun job. Het sluit aan bij het model van Karasek: dat stelt dat werknemers stress krijgen door uitputtend werk met hoge taakvereisten, zonder dat ze echter de autonomie of mogelijkheid hebben om de uitvoering en de procedures van dat werk zelf te regelen. Bij andere langdurige verzuimers blijkt hun hoeveelheid werk dan weer van aanvaardbaar niveau te zijn. Factoren waar dez werknemers echter het meeste onder lijden, en waarin ze het sterkst verschillen van niet-verzuimers, hebben te maken met een gebrek aan erkenning en respect. Ze hebben doorgaans ook weinig vertrouwen in het management en hun leidinggevenden. Ze zeggen vaak het niet eens te zijn met de visie en de strategie van hun organisatie, waardoor er sprake is van een echte ‘mismatch’ met de onderneming. Deze mensen voelen zich niet op hun plaats in het bedrijf waar ze werken. Hoe kunnen we deze trend keren? Ziekteverzuim vormt een grote problematiek binnen het Belgische bedrijfsleven. Er is een blijvende nood aan een actief verzuimbeleid. Alleen ondernemingen die hier effectief op werken, slagen er in om hun verzuimcijfers te laten teruglopen. Een actief verzuimbeleid bestaat uit een preventieve aanpak rond motivatie, welzijn op het werk en de werkbaarheid van de job. De citroenloopbaan lijkt zijn beste periode gehad te hebben, terwijl we met ons allen langer zullen moeten werken en dus op hogere leeftijd actief blijven op de arbeidsmarkt. In plaats daarvan moeten we focussen op duurzame loopbanen, innovatieve arbeidsprocessen en vernieuwde arbeidsrelaties. Oplossingen liggen ook in meer flexibiliteit (relatie werk-privé, flexibele werkuren, het nieuwe werken,…), aandacht voor talentbeleid (mensen inzetten op hun competenties) en motivatie van werknemers (engagement, fierheid en maatschappelijke meerwaarde van jobs). Aan de andere kant is een actief reïntegratiebeleid nodig om werknemers snel terug inzetbaar te maken. Uit onderzoek blijkt immers dat werknemers die langer dan zes opeenvolgende weken afwezig zijn, het moeilijk krijgen om opnieuw actief te worden binnen het bedrijf. Ook de overheid lijkt dit te beseffen, aangezien minister van volksgezondheid Maggie De Block deze week aankondigde meer te willen focussen op de reïntegratie van langdurig zieken. Let daarbij echter op dat minder werken niet succesvol blijkt. Deeltijdse medewerkers blijken immers vaker ziek te zijn dan voltijdse medewerkers. Vanuit een macrobenadering en langetermijnperspectief zal het grotendeels gaan om het managen van het spanningsveld tussen de werkbaarheid van de job en het flexibel inzetten van medewerkers. Bron: Dit artikel is gebaseerd op het Verzuimonderzoek 2014 van SD Worx. De analyse is uitgevoerd op een staal van 603.233 medewerkers en 17.282 organisaties uit de privé-sector.
- 11 -
Verhoging van de pensioenleeftijd Samen met het optrekken van de pensioenleeftijd tot 67, beperkt de regeringMichel de opties om eerder dan de wettelijke pensioenleeftijd te stoppen of te minderen met werken. Wat is nog mogelijk? Het stond in geen enkel verkiezingsprogramma van geen enkele partij die deel uitmaakt van de regering-Michel. En toch heeft de ministerraad van diezelfde regering-Michel de afgelopen week het licht op groen gezet voor een verhoging van de pensioenleeftijd. De wettelijke pensioenleeftijd wordt opgetrokken van 65 jaar vandaag naar 66 jaar in 2025 en 67 in 2030. Na de goedkeuring door de ministerraad volgt nog de lezing in de commissie Sociale Zaken en het parlement. Of dit traject voor de zomer kan worden afgerond is niet zeker. Maar dat de wettelijke pensioenleeftijd twee jaar omhoog gaat, staat vast. Concreet: wie geboren is tussen 1959 en 1963 zal één jaar langer moeten werken. Wie geboren is vanaf 1963 heeft twee jaar extra voor de boeg. Daar blijft het niet bij. De regering-Michel wil ‘het verlaten van de arbeidsmarkt vertragen’. Want daar ligt een van de grootste pijnpunten van onze arbeidsmarkt. De gemiddelde reëele pensioenleeftijd bedraagt amper 59,3 jaar in ons land. In Duitsland is dat 61,7 jaar, in Nederland 62,8 jaar. De regering-Michel streeft naar een geleidelijke verlenging van de effectieve loopbaan, tot 45 jaar. Daarom maakt ze zowel vervroegd pensioen, landingsbanen als brugpensioen minder toegankelijk. Omdat dit stapsgewijs gebeurt tussen nu en 2019 raakt dit op korte termijn direct de 50-plussers die vandaag aan de slag zijn. Maar ook wie nog geen 50 jaar is, weet wat hem te wachten staat: hij zal langer aan de slag moeten blijven én zal op het einde van zijn loopbaan langer harder moeten blijven werken. Bron : De tijd
- 12 -
Het wettelijk pensioen … enkele cijfers Het is weinig bemoedigend als je deze cijfers als zelfstandige leest en eens te meer een reden om te zorgen dat u zelf aan pensioenopbouw denkt. Immers de regering laat u in de steek ! Pensioencijfers 2014/2015 Werknemer minimum rustpensioen maximum rustpensioen Zelfstandige minimum rustpensioen maximum rustpensioen Statutair overheidspersoneel gewaarborgd minimum pensioen absoluut plafond
Bruto maandcijfer alleenstaande 1123 EUR 2178 EUR 1060 EUR 1248 EUR 1286 EUR 6283 EUR
Uw eigen pensioen vormen ? VAPZ/IPT/Pensioensparen/ … : Voor informatie over uw mogelijkheden kan u steeds ons kantoor contacteren.
3 manieren om een huis te kopen met je groepsverzekering (IPT) Je hoeft niet te wachten tot je pensioen om je groepsverzekering te gebruiken voor het kopen, bouwen of verbouwen van een huis of appartement. Er bestaan drie methodes om dat nu al te doen. Het onroerend goed moet wel in de Europese Unie liggen. Bovendien kan het reglement van je groepsverzekering je mogelijkheden beperken. Voorschot vragen Je kan een voorschot vragen op de reserves die je hebt opgebouwd in je groepsverzekering. Op het opgenomen bedrag betaal je een jaarlijkse intrest. Je kan het opgenomen bedrag terugbetalen aan je verzekeraar of het in mindering laten brengen op de uiteindelijke uitkering die je van je groepsverzekering krijgt. Geef het als waarborg Je kan je groepsverzekering ook in pand geven aan een bank om daar een lening te krijgen. Je kan de groepsverzekering als alternatief gebruiken voor een schuldsaldoverzekering. Sterf je voor de lening afloopt, dan wordt het kapitaal bij overlijden aan de bank uitgekeerd ter aflossing van de nog openstaande schuld. Lening met wedersamenstelling Je kan verder een lening met zogenaamde wedersamenstelling afsluiten bij een bank. Je betaalt dan tijdens de looptijd van het krediet geen kapitaal af. Op het moment dat je groepsverzekering uitbetaald wordt, wordt het volledige geleende bedrag terugbetaald via het kapitaal van de groepsverzekering. Je moet wel intresten betalen. Dat kan je doen op jaarlijkse basis. Je kan de intresten ook 'oprenten' en ze tegelijk met de terugbetaling van het kapitaal betalen.(JR)
- 13 -
Verhoging doelgroepvermindering «eerste drie aanwervingen» vanaf 1 januari 2015 Zoals eerder aangekondigd kunnen nieuwe werkgevers vanaf 1 januari 2015 genieten van een hogere doelgroepvermindering voor de drie eerste aanwervingen. De verminderingsforfaits werden verhoogd met 50 EUR/kwartaal. Verminderingsbedragen vanaf 1/1/2015 eerste aanwerving
tweede aanwerving
derde aanwerving
1.550
5 kwartalen
-
-
1050
4 volgende kwartalen
5 kwartalen
5 kwartalen
450
4 volgende kwartalen
8 volgende kwartalen
4 volgende kwartalen
Voor de vierde en vijfde aanwerving is er geen verhoging voorzien. De lagere verminderingsbedragen blijven van toepassing. vierde en vijfde aanwerving 1000
5 kwartalen
400
4 volgende kwartalen
Welke werkgevers? Ook werkgevers die reeds vóór 1 januari 2015 genoten van een vermindering voor een eerste, tweede of derde aanwerving, kunnen voor het resterend aantal kwartalen genieten van de verhoogde verminderingen. Dus alle werkgevers die het voordeel kunnen toepassen, genieten van de verhoging vanaf 2015. Andere modaliteiten Alle andere modaliteiten van de doelgroepvermindering «eerste aanwervingen» blijven ongewijzigd. Ter herinnering De doelgroepvermindering voor «eerste aanwervingen» blijft de bevoegdheid van de federale regering. De 6e Staatshervorming heeft geen invloed op deze materie. Wat betekent dit voor de publieke sector? Enkel werkgevers uit de privésector die werknemers tewerkstellen die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders komen in aanmerking voor deze doelgroepvermindering. De nieuwigheid heeft dus geen belang voor de publieke sector.
- 14 -
Wijziging Paritair Comité 218 naar Paritair Comité 200 Na wat gepuzzel met bevoegdheden van PC's en door de oprichting van enkele nieuwe gemengde PC's, is het na meer dan 50 jaar dan eindelijk zover. Aanvullend PC voor de bedienden (PC 200) werkt vanaf 1 april 2015 Sinds 17 april 2014 is het Aanvullend PC voor de bedienden (200.00) bevoegd voor werkgevers en hun werknemers die hoofdzakelijk hoofdarbeid verrichten en die niet onder een eigen PC, noch onder het Aanvullend PC voor de non-profitsector (337.00) vallen. De benoeming van de leden van dit Aanvullend PC is rond. Dit betekent dat dit PC vanaf 1 april 2015 eindelijk kan beginnen te werken en binnenkort ook cao's zal sluiten. Aanvullend Nationaal PC voor de bedienden (PC 218) houdt op te bestaan vanaf 1 april 2015 Er was voorzien dat PC 218 zou ophouden te bestaan op de dag dat de leden van het vernieuwde PC 200 benoemd zijn. Dit betekent dat PC 218 op 1 april 2015 verdwijnt. PC 200 zal via een bijzondere cao alle bestaande cao’s van PC 218 overnemen op de dag van de eerste samenkomst van PC 200 om zo de continuïteit te verzekeren. Zodra de inhoud van deze cao ons bekend is, brengen wij u hiervan op de hoogte. Bovendien zal binnen PC 200 een Sociaal Fonds worden opgericht, dat het actief en het passief van het Sociaal Fonds van het PC 218 per 1 april 2015 zal overnemen; Door de strikte timing van deze bijzondere cao's, zal de continuïteit op vlak van de toe te passen loon- en arbeidsvoorwaarden voor de betrokken werkgevers en werknemers verzekerd blijven. De impact voor de betrokken werkgevers en werknemers blijft dus heel beperkt.
De naakte cijfers van een verlofgeld en een eindejaarspremie Ook u hebt als ondernemer zopas de berekening van het dubbel vakantiegeld via uw sociaal secretariaat ontvangen. We houden eraan om via een voorbeeld de loonkost nogmaals te benadrukken. De onderstaande cijfers en vooral de inleidende kaderteksten bevestigen nog maar eens dat de loonlast in België enorm is. 1.Een full-time bediende en de eindejaarspremie : Een netto eindejaarspremie van 881,51 EUR kost het bedrijf 2296,65 EUR of 261 % ! Detail van de berekening bij een baremaloon van 1.700,84 euro. Eindejaarspremie (100% van brutoloon) RSZ Bijdrage BELASTBAAR Exceptionele voorheffing NETTO
1.700,84 EUR -222.30 EUR 1.478,54 EUR -597,03 EUR 881,51 EUR
- 15 -
Patronale bijdrage RSZ-Bijdrage RSZ-Bijdrage voor tewerkstellingsfonds RSZ Bijzondere bijdrage tijdelijke werkloosheid RSZ bijdrage sluiting onderneming Beheer loonberekening Beheer voor berekening van eindejaarspremie Bestaanszekerheid voor bedienden PC 201 TOTAAL PATRONALE BIJDRAGE
550,74 EUR 0,85 EUR 1,70 EUR 4,93 EUR 25,32 EUR 5,98 EUR 1,70 EUR 595,81 EUR
2.Een full-time bediende en het dubbel vakantiegeld : Een netto vakantiegeld van 903.49 EUR kost het bedrijf 1477.40 EUR of 164% ! Detail van de berekening bij een baremaloon van 1.700,84 euro Dubbel vakantiegeld (85% van brutoloon) Inhouding op dubbel vakantiegeld Dubbel vakantiegeld, vrijgesteld bijz. wn bijdrage (7% van brutoloon) BELASTBAAR Exceptionele voorheffing op vakantiegeld NETTO
1.445,71 EUR -188,96 EUR 119,06 EUR 1.375,81 EUR -472,32 EUR 903,49 EUR
Patronale bijdrage Beheer loonberekening Beheer voor berekening van vakantiegeld TOTAAL PATRONALE BIJDRAGE
25,63 EUR 6,06 EUR 31,69 EUR
3.Een full-time arbeider en de eindejaarspremie : Een netto eindejaarspremie van 1121,49 EUR kost het bedrijf 3416,60 EUR of 305%! Eindejaarspremie (100% van brutoloon + premie’s) RSZ Bijdrage BELASTBAAR Exceptionele voorheffing NETTO
2.307,51 EUR -325,72 EUR 1.981,79 EUR -860,30 EUR 1.121,49 EUR
Patronale bijdrage RSZ-Bijdrage RSZ-Bijdrage voor tewerkstellingsfonds RSZ Bijzondere bijdrage tijdelijke werkloosheid RSZ bijdrage sluiting onderneming Bijzondere bijdrage sluiting onderneming Beheer loonberekening Beheer voor berekening van eindejaarspremie Bestaanszekerheid voor arbeiders Werkgeversbijdrage sectoraal aanvullend pensioen TOTAAL PATRONALE BIJDRAGE - 16 -
998,59 EUR 1,25 EUR 2,49 EUR 6,73 EUR 7,23 EUR 21,53 EUR 5,98 EUR 24,17 EUR 41,12 EUR 1.109,09 EUR
Uw auto te goedkoop verkocht? U verkoopt een beroepsmatig gebruikt voertuig en bij controle doet een controleur moeilijk over de volgens hem ‘te lage’ verkoopprijs en wil dit extra belasten. Verkoop aan een onbekende derde? de controleur zal een bewijs moeten geven van zijn mening dat er te weinig is gefactureerd… Immers de factuurprijs is de echte prijs die u hebt gekregen en dat is de te verwerken prijs in uw boekhouding Verkoop aan uzelf, vrienden of familie? Het verschil tussen zijn normale en te lage prijs wil hij als abnormaal goedgunstig voordeel belasten. U mag immers niemand een plezier doen op kosten van de fiscus… Maar als de koper een vennootschap is, dan is dit fiscaal gezien in feite al verrekend. Immers een goedkopere aankoop geeft bij de koper minder kosten (afschrijvingen) Bij verkoop aan een privépersoon zal de controleur het ‘extra’ willen belasten bij u! Aan u om hem te overtuigen dat de verkoopprijs de juiste prijs was. Een schatting van een derde-beroepsuitvoerder, kan u zeker op de goede weg helpen. Tevens zijn de gemiddelde verkoopprijzen in vaktijdschriften en het internet slechts een eerste bewijsstuk en kan uw prijs om welbepalende redenen lager liggen.
Uw rekening courant zaakvoerder omzetten op een lening met vaste looptijd ? Uw schuld uitgedrukt op de RC zaakvoerder omzetten op een lening met vaste looptijd : fiscaal alleszins interessant ! Immers betaalt u niet de dure fictieve debetintresten op de RC standen (9.2% in 2014) maar slechts de marktconforme intrest op lening op vaste termijn (0.22% maand) Het spreekt voor zich dat bij deze boeking een bewijsstuk dient opgemaakt te worden die deze omzetting bevestigt. Een registratie van deze overeenkomst is eveneens aan te raden, want dan krijgt dit bewijsstuk ook een vaste datum. Belangrijk is dat u nadien ook de afspraken vervat in de overeenkomst naleeft of minstens afwijkingen eraan ook op papier zet! Zo niet is er mogelijk sprake van veinzing en gaat men de RC aanrekenen zoals voorheen van toepassing was.
Is vooruitbetaalde huur in één keer aftrekbaar? Betaalt uw vennootschap u de huur voor verschillende jaren vooruit, dan mag ze die huur volgens de fiscus in één keer aftrekken. Verleden jaar trok een rechter in eerste aanleg dat echter in twijfel! Wat vindt het hof van beroep er nu van? Wat was er gebeurd?
- 17 -
Drie jaar huur in één keer in kosten. Een vennootschap die magazijnen huurde van een verbonden vennootschap, had in 2008 de huur voor de jaren 2009 tot en met 2011 vooruitbetaald. Die huur had zij in één keer in 2008 in kosten geboekt. De controleur vond dat de vennootschap de huur gespreid in kosten moest nemen, zodat ze dus in 2009, 2010 en 2011 telkens 1/3 van het vooruitbetaalde bedrag in kosten kon nemen. De in 2008 afgetrokken huur voor de volgende jaren belastte hij als een zgn. onderschatting van het actief (art. 24, lid 1, 4° WIB 92) . Deze visie van de controleur ging echter in tegen hun eigen commentaar bij het Wetboek van Inkomstenbelastingen de aftrek in één keer wél aanvaardt (Comm. IB 92, nr. 49/13) . In eerste aanleg krijgt de controleur krijgt gelijk! De vennootschap stapt naar de rechtbank en krijgt daar de wind van voren (rb. Antwerpen, 15.01.2014) . De rechters bestempelen de houding van de vennootschap als ‘een vorm van gekwalificeerde fraude’. Volgens het boekhoudrecht moeten kosten die voor enkele jaren vooruitbetaald worden, gespreid ten laste genomen worden via de zgn. overlopende rekeningen (art. 33 KB/W.Venn.) . De rechter tilde er ook zwaar aan dat de vennootschap die de vooruitbetaalde huur ontvangen had, die wél gespreid in opbrengsten nam. Het hof van beroep (Antwerpen, 17.03.2015) stelt duidelijk dat de vennootschap de vooruitbetaalde huur wel degelijk in één keer in aftrek mag nemen en dat niet eens op basis van ‘de commentaar’, maar omdat het zo in de fiscale wet zelf staat. De fiscale winst wordt bepaald volgens de regels van het boekhoudrecht, tenzij de fiscale wet ervan afwijkt (Cass., 20.02.1997) . Welnu, dat is het geval voor vooruitbetaalde kosten. Die mogen fiscaal in één keer afgetrokken worden in het boekjaar waarin ze betaald worden (art. 49 WIB 92) . U moet u dus niet houden aan de boekhoudkundige verplichting om te werken via die zgn. overlopende rekeningen. Dan ook in één keer belast? Neen! Is de verhuurder een vennootschap, dan mag zij – los van wat de betalende vennootschap doet – de vooruitbetaalde huur gespreid in opbrengsten boeken. Zij moet dat zelfs, vermits op dit punt de fiscale wet niet van het boekhoudrecht afwijkt. Is de verhuurder een privépersoon, bv. u als zaakvoerder, dan mag u van de fiscus de vooruitbetaalde huur toch gespreid laten belasten over de periode van de vooruitbetaling (Comm. IB 92 13/5, 6°)
Is het interessant om een bedrijfswagen te registreren in Luxemburg? In Luxemburg moeten er minder belastingen op een bedrijfswagen worden betaald dan in België. Vandaar ook dat er nogal wat Belgische bedrijfsleiders aan denken om een wagen in te schrijven in Luxemburg en rond te rijden met Luxemburgse nummerplaten. Het principe is echter duidelijk. Als je in België woont, mag je alleen met een Belgische nummerplaat op je wagen rijden. Dit betekent meteen dat je de Belgische Belasting op de Inverkeerstelling (BIV) en verkeersbelasting moet betalen. Op het algemeen principe is er één uitzondering. Als je in België woont, maar werkt voor een buitenlandse werkgever en met een bedrijfswagen (van die werkgever) rijdt, dan mag je nog wel met buitenlandse nummerplaten in België rijden. Uitzondering voor werknemers Werk je in Luxemburg en rijd je met een bedrijfswagen van je Luxemburgse werkgever, dan mag je met Luxemburgse nummerplaten in België rijden. Let wel, deze uitzondering geldt enkel voor werknemers, dus niet voor bedrijfsleiders van een buitenlandse of Luxemburgse firma. - 18 -
Bedrijfsleiders die in België wonen, maar een Luxemburgse firma hebben, moeten met een Belgische nummerplaat op hun (firma)wagen rijden. Cross-borderleasing Hoe zit het met de Luxemburgse 'cross-borderleasing'? Dit is de situatie waarbij je als zelfstandige een wagen leaset in Luxemburg. Dit kan, maar je moet de wagen als voornaamste gebruiker zelf inschrijven in België. Je zal dus met Belgische nummerplaten moeten rijden en de Belgische BIV en verkeersbelasting moeten betalen. Het voordeel zit echter in de Luxemburgse btw. De Luxemburgse leasingmaatschappij zal je de Luxemburgse btw aanrekenen. Deze btw kan je niet in België, maar wel in Luxemburg recupereren voor een veel hoger percentage (80 à 90% in plaats van 50% in België). Je moet die btw wel in Luxemburg via speciale formulieren terugvragen.(JS)
Dit zijn je rechten als je vliegtuig vertraging heeft De vakantieperiode komt er aan en dan zullen vele mensen eindelijk gaan genieten van hun verdiende vakantieperiode. Zonder twijfel zijn er massaal veel mensen die de optie van vliegvakantie nemen, op naar het zekere (goede) weer. Je komt aan op een luchthaven en je ziet dat je vliegtuig vertraging heeft. Wat kan je doen? En wat zijn je rechten? Je vliegtuig heeft een vertraging van meerdere uren. In dat geval heb je als passagier een aantal rechten. Het volstaat daarvoor dat je met een Europese maatschappij vliegt en landt of opstijgt op een Europese luchthaven. Het is om het even of je vliegt met een lijnvlucht, een charter of zelfs een lage kosten maatschappij. Recht op schadevergoeding Je kan vooreerst een schadevergoeding vragen. Hiervoor is vereist dat je met een vertraging van 3 uur of meer op de eindbestemming komt. Als de maatschappij buitengewone omstandigheden, die niet vermeden konden worden, kan aantonen, heb je geen recht op een vergoeding. Het bedrag dat je kan vragen ligt tussen 250 euro en 600 euro per persoon. Als je werkelijke schade hoger is, kan je een aanvraag indienen om een hogere vergoeding te krijgen. Recht op bijstand Heeft een korte vlucht een vertraging van twee uur of meer (bij een lange vlucht is dat drie of vier uur), dan moet de maatschappij je maaltijden en verfrissingen aanbieden. Je hebt ook recht op twee gratis telefoongesprekken (of fax- of e-mailberichten) en eventueel hotelaccommodatie en transfers. Recht om af te zien van de reis Heeft je vlucht een vertraging van minstens vijf uur na de geplande vertrektijd, dan kan je afzien van de reis. Je kan vragen dat de maatschappij je ticket terugbetaalt en je kosten voor een terugvlucht naar je oorspronkelijke vertrekpunt betaalt. Waar kan je terecht? Als de luchtvaartmaatschappij weigert de vergoeding te betalen, kan je klacht neerleggen bij Denied Boarding Authority, FOD Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV), Strategische Cel - Passagiersrechten, City Atrium.
- 19 -
Het brugpensioen … hot item bij grote sluitingen ! De nieuwe regering wil werken aan een hervorming (lees : beperking/afschaffing) van dit brugpensioen… en met reden want deze systemen zijn voor onze sociale zekerheid onbetaalbaar. Doch worden opnieuw vele afwijkingen toegestaan….. hervormen kost blijkbaar nog veel meer politieke moed. We herhalen daarom ons artikel van een vorige Nieuwsbrief. Het brugpensioen is bij een sluiting van grote ondernemingen steeds het eerste wat geëist wordt. Het gaf me de bedenking of dit systeem geen last is voor de overheidsfinanciën, en ja hoor, onderstaande tekst bevestigd dit. Moet men niet meer streven naar werkkans dan vroegtijdig pensioensysteem ? Het brugpensioen is een stelsel waarbij werknemers van een zekere leeftijd die worden ontslagen, recht hebben op een vaste werkloosheidsuitkering en op een aanvullende vergoeding verschuldigd door de vroegere werkgever. Het stelsel van het brugpensioen is gebaseerd op een groot aantal reglementaire teksten. De vergoeding in het kader van brugpensioen bestaat uit 2 delen. Het ene deel wordt gevormd door een werkloosheidsuitkering en het andere deel door een aanvullende vergoeding brugpensioen.
De werkloosheidsuitkering De aanvullende vergoeding brugpensioen
De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voorziet dat het bedrag van de aanvullende vergoeding brugpensioen gelijk is aan de helft van het verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsvergoeding. Het netto referteloon stemt overeen met het bruto referteloon (in principe van de laatst gepresteerde maand), verminderd met de persoonlijke bijdragen aan de sociale zekerheid en de bedrijfsvoorheffing. Sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten of collectieve arbeidsovereenkomsten op bedrijfsniveau kunnen voorzien in hogere aanvullende vergoedingen. Over het algemeen ontvangt de bruggepensioneerde iedere maand het bedrag van de aanvullende vergoeding tot aan de pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar). De schuldenaar van de aanvullende vergoeding brugpensioen is in principe de voormalige werkgever, al is het mogelijk dat deze verplichting overgenomen wordt door een sectoraal fonds. Het is eveneens mogelijk dat het totale bedrag van de aanvullende vergoeding in één enkele keer uitbetaald wordt. Het statuut van de bruggepensioneerde wordt gelijkgesteld met dat van werkloze. Dienovereenkomstig zijn bepaalde verplichtingen die eigen zijn aan het statuut van de werkloze ook van toepassing op de bruggepensioneerde. De bruggepensioneerde behoudt dat statuut tot op de pensioenleeftijd (65 jaar). Als men het statuut van bruggepensioneerde heeft dan dient men de volgende verplichtingen na te komen, behoudens bepaalde uitzonderingen: als werkzoekende ingeschreven zijn en blijven bij de bevoegde dienst voor arbeidsbemiddeling (Actiris, ADG, Forem, VDAB); beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt; elke passende dienstbetrekking of beroepsopleiding aanvaarden. De bruggepensioneerde moet niet arbeidsgeschikt zijn. In geval van ziekte of hospitalisatie kan hij werkloosheidsuitkeringen blijven ontvangen, tenzij hij vergoedingen van zijn ziekenfonds ontvangt. Om te kunnen genieten van werkloosheidsuitkeringen moet de bruggepensioneerde eveneens de volgende verplichtingen nakomen: - 20 -
zijn hoofdverblijfplaats in België hebben; geen werk hebben en dus ook geen vergoeding ontvangen; iedere beroepsactiviteit bekend maken; iedere wijziging in gezins- en persoonlijke situatie meedelen aan de uitbetalinginstelling. De hervatting van de beroepsactiviteiten gedurende het brugpensioen In principe is de uitoefening van een beroepsactiviteit niet verenigbaar met het statuut van een bruggepensioneerde. Bij werkhervatting zal de bruggepensioneerde de vergoeding van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening dus verliezen. CAO nr. 17 voorziet evenwel in de verdere uitbetaling van de aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is dus perfect cumuleerbaar met inkomen uit een tewerkstelling in loondienst of als zelfstandige, op voorwaarde dat deze werkhervatting of zelfstandige activiteit plaatsvindt bij een andere werkgever dan deze die de bruggepensioneerde werknemer ontslagen heeft. Brugpensioen en herstructurering Ondernemingen die door de Minister van Werk erkend worden als zijnde onderneming in moeilijkheden of in herstructurering, kunnen bepaalde afwijkingen bekomen op de regels die normaal van toepassing zijn inzake conventioneel brugpensioen.
De gemeenschappelijke rekening bij overlijden Geen geld bij een overlijden: de keerzijde van een gemeenschappelijke rekening Samenwonen gaat hand in hand met samen geld beheren. Uit een Europese studie blijkt alvast dat een gemeenschappelijke rekening erg populair is bij Belgen: meer dan negentig procent van de gezinnen heeft er een. Het belangrijkste argument hiervoor is dat je hiermee makkelijker de gezamenlijke uitgaven kan betalen. Diezelfde studie leert ons dat in tachtig procent van de Belgische huishoudens de individuele inkomsten van beide partners volledig op de gemeenschappelijke rekening gestort worden. Dertien procent doet dit gedeeltelijk. Naarmate koppels langer samenwonen, zijn ze geneigd om hun financiële middelen meer met elkaar te delen. Rekeningen geblokkeerd Wanneer je partner sterft, dan ben je verplicht om het overlijden te melden aan de bank. Die blokkeert dan meteen de rekeningen (en de bankkaarten) van de overledene: niet alleen zijn of haar individuele bankrekeningen, maar ook jullie gezamenlijke rekening. Ook de toegang tot jullie kluis wordt je tijdelijk ontzegd. Het spreekt voor zich dat dit tot erg vervelende situaties kan leiden. Als overblijvende partner heb je in deze moeilijke periode immers geen toegang tot de gemeenschappelijke rekening. Wordt daar - zoals in de meeste gezinnen - je loon of pensioen op gestort, dan zit je dus tijdelijk zonder inkomen. Gehuwde koppels Maar er is meer: ben je getrouwd, dan worden je individuele rekeningen eveneens geblokkeerd. Wanneer je gehuwd bent onder het stelsel van scheiding van goederen, dan kan je dit gelukkig snel weer ongedaan laten maken door je huwelijkscontract aan de bank voor te leggen. Bij samenwonenden worden individuele rekeningen van de overblijvende partner nooit geblokkeerd. De bankrekeningen worden pas opnieuw vrijgegeven van zodra blijkt dat de overledene en/of de erfgenamen geen fiscale of sociale schulden hebben (zoals een openstaande boete). Dat bewijs
- 21 -
wordt geleverd door een 'attest van erfopvolging' of een 'akte van erfopvolging'. Zo'n document kan je aanvragen bij het bevoegde registratiekantoor of bij je notaris. Vraag een voorschot In afwachting van het opnieuw vrijgeven van de rekeningen kan je als langstlevende partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) wel een voorschot tot 5.000 euro aanvragen bij je bank. Met dit bedrag kan je dan eventueel specifieke uitgaven zoals de begrafeniskosten betalen.
DELTAWORX het uitzendbureau voor studenten : maak er gebruik van ! Deltaworx is een groeiende onderneming, opgericht in 2012, en gerund door jonge, gedreven ondernemers die reeds een hoop ervaring opdeden in de horeca- en evenementenwereld. Reeds 3 jaar voorziet Deltaworx zijn klanten van zowel horecapersoneel als hostessen. De jobbers, zijnde studenten, genieten een gratis opleiding vooraleer ze aan de slag gaan. Sinds begin februari hebben zij de officiële erkenning als uitzendbureau, waardoor uitbreiding naar alle sectoren mogelijk werd. Ook hier zullen de studenten een opleiding genieten vooraleer zij aan de slag gaan. De drijfveer achter deze uitbreiding is het feit dat er vandaag nog teveel jongeren zijn die door gebrek aan ervaring geen werk vinden na hun studies. Deltaworx wil ervoor zorgen dat jongeren die ervaring nog tijdens hun studies kunnen opdoen. Er wordt samen een cv opgebouwd waardoor de overstap naar een vaste job makkelijker wordt. Intussen staat Deltaworx klaar om u te informeren vanuit zijn 2 vestigingen te Antwerpen en Gent ! Een derde vestiging te Brussel zal na de zomermaanden ook worden opgestart. De studenten kunnen overal ingevuld worden, voorbeelden zijn in de bakkerij, achter de bar, in een restaurant, als host/hostess op publieke of vakbeurzen of als administratieve ondersteuning. De mogelijkheden zijn onbeperkt. Deltaworx zoekt voor u de kandidaten en verzorgt de inschrijving, opleiding, opvolging en verloning. Omdat studenten tot zoveel meer in staat zijn dan alleen maar studeren. Voor meer informatie
[email protected] of 0474 79 49 82
- 22 -
simplicity in payments
Als enige onafhankelijke betaalspecialist op de Belgische markt biedt PayNation handelaars keuzevrijheid: keuze van betaalterminal in uw winkel, voor onderweg (mobiel) of voor uw webwinkel. Ook de financiële instelling die uw transacties verwerkt, de bank en de verschillende bestaande betaalapplicaties (Maestro,VISA, MasterCard, enz.) en toekomstige nieuwe betaalapplicaties zoals mobiel betalen als u dat wenst. PayNation bundelt al uw keuzes in één pakket en zorgt voor de administratieve afwikkeling zodat u zich kan concentreren op uw zaak. Met PayNation kiest u voor zorgeloos elektronisch betalen voor uw klanten, uw patiënten ... maar ook voor uzelf !
PayNation is een bedrijf met betaaltechnologie en uitmuntende helpdesk dat u als handelaar actief ondersteunt om uw zaak op orde te hebben en dit met onze alles-in-1 service. Deze service omvat de levering van de betaalterminal, de gewenste accessoires, en alle, enkel door u gewenste, ondersteunende betaaldiensten inclusief transactie verwerking voor kleine en grote handelaars. Bij ons heeft u steeds de vrije keuze van acquirer en bank om uw transacties te laten verwerken. Onder de naam bepax (www.bepax.be) bracht PayNation eerder al elektronische betaaloplossingen op de markt tot grote tevredenheid van onze klanten. De bepax toestellen zijn ook uitermate geschikt voor handelaars met relatief weinig transacties. In de zomer periode lanceren we een nieuw gamma betaalterminals die allemaal technologie bevatten die klaar is voor de toekomst. U kan hierbij kiezen uit een gamma van vaste of mobiele (GPRS, WIFI, Bluetooth) betaalterminals afhankelijk van uw omgeving en uw noden. Deze kunnen aan uw kassa gekoppeld worden voor nog meer eenvoud en vermindering van fouten. Contacteer ons voor een offerte op maat. U merkt het, met PayNation kiest u voor zorgeloos elektronisch betalen, niet alleen voor uw klanten of uw patiënten … maar zeker ook voor uzelf ! PayNation is een Unizo erkend leverancier: www.unizo.be/erkendleverancier Ga naar www.paynation.be en contacteer ons voor een offerte op maat en voel u eindelijk vrij.
Gebruik code DIPE2015 voor een interessante offerte !
Paynation nv, Oudestraat 111 - 2630 Aartselaar - Tel. 03 555 95 12 - www.paynation.be
zorgeloos electronisch betalen voor u en uw klanten
DIPECOUNT BVBA Burg. Venn. ovv bvba Kielsevest 12 bus 001 2018 Antwerpen Tel: 03 237 17 74 - Fax: 03 237 17 76 Ondernemingsnummer 0 867 237 507
Dit is een uitgave van Dipecount bvba ovv Burg. Ven. – verantwoordelijke uitgever Dirk Peeters De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar nieuwsbrief opgenomen informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan gesteld worden. Kielsevest 12 bus 001 – 2018 Antwerpen – tel 03 237 17 74 – e-mail:
[email protected]