Nieuwsbrief Verpleegkunde, 2012-2, AGU Utrecht
1
Promotie: Ouderschap en palliatieve zorg in de kinderoncologie De Utrechtse verplegingswetenschapper Marijke Kars promoveerde eind april 2012 op een onderzoek naar ouderschap en palliatieve zorg in de kinderoncologie. Haar promotoren waren Prof. dr. J.J.M. van Delden en Prof. dr. M.H.F. Grypdonck, beide verbonden aan het UMC Utrecht. Voor ouders van kinderen met ongeneeslijke kanker, kenmerkt de palliatieve fase zich veel meer door het hanteren van verlies dan door het accepteren van de dood. Het onderzoek van Marijke Kars bestrijkt de periode vanaf het moment dat duidelijk is dat een kind niet meer te genezen is, tot aan zijn overlijden. Een zware tijd voor de ouders, waarin zij hun kind beetje bij beetje verliezen. Vooral het vermogen van ouders om hun gevoelens van verlies te hanteren, bepaalt hun besluitvorming en de manier waarop ze zorgen voor hun kind. Behouden Uit de studie van Kars blijkt dat veel ouders zichzelf beschermen door er alles aan te doen hun kind te behouden. De meeste ouders passen hun houding echter geleidelijk aan. Ze blijken in staat hun behoefte om verliesgevoelens te vermijden, ondergeschikt te maken aan het welbevinden en comfort van hun kind. Dit impliceert een bereidheid hun kind te ‘laten gaan’. Omdat dit vaak laat in het ziekteproces gebeurt en goede palliatieve zorg gebaat is bij vroegtijdige signalering en voorbereiding, komen symptoombestrijding en psychosociale begeleiding van het kind gemakkelijk in de knel. Bij de hand nemen Kinderen met kanker die zijn uitbehandeld en thuis worden verzorgd, hebben er baat bij wanneer hun zorgverleners de ouders goed begeleiden, zo blijkt uit het onderzoek van Kars. Hulpverleners wachten nog te vaak op een concrete hulpvraag van de ouders, maar ze zouden ouders meer bij de hand moeten nemen en hen stap voor stap begeleiden. Een belangrijk aandachtspunt is dat, om de zorg voor hun kind en hun gezin te volbrengen en de transitie naar ‘laten gaan’ te voltooien, veel ouders het nodig hebben hun emoties te onderdrukken. Ze lijken daardoor sterker dan ze zich voelen, waardoor betrokken hulpverleners de crisisreacties en de hulpbehoefte van de ouders slecht herkennen. Bron: www.umc.nl
2
Nieuw meetinstrument kennis verpleegkundigen over oudere patiënt Jeroen Dikken, docent verpleegkunde aan Hogeschool Utrecht, ontwikkelt een meetinstrument om de kennis van ziekenhuisverpleegkundigen over oudere patiënten te bepalen. We spraken met hem over dit onderzoek, dat plaatsvindt binnen een breder project. Verpleegkundigen in het ziekenhuis beschikken vaak over te weinig kennis als het gaat om de zorg voor oudere patiënten. Dat blijkt onder meer uit onderzoek van de hoogleraar Verplegingswetenschap Marieke Schuurmans. Schuurmans is verbonden aan Hogeschool Utrecht en UMC Utrecht. Ze is promotor van Jeroen Dikken. Kennistekort Het kennistekort onder verpleegkundigen was begin dit jaar aanleiding voor het lectoraat Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Chronisch Zieken van Hogeschool Utrecht, om een project te starten. Doel van het project, dat bestaat uit verschillende onderdelen, is om de kennis van ziekenhuisverpleegkundigen op niveau te brengen. Het project wordt gefinancierd door SIA RAAK internationaal. Onderdeel van het project is de ontwikkeling van een kennismeetinstrument door Jeroen Dikken. De ontwikkeling maakt op haar beurt weer deel uit van het promotieonderzoek van Dikken waar hij begin dit jaar mee startte. Dikken is verpleegkundige en volgde de masteropleidingen Gezondheidswetenschappen en Gerontologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij werkt bij de uitvoering van zijn onderzoek samen met andere onderzoekers en docenten van Hogeschool Utrecht en met studenten Verpleegkunde. Meetinstrument “Binnen het project ontwikkelen we onder meer een onderwijsaanbod waarmee ziekenhuisverpleegkundigen die met ouderen werken beter geschoold kunnen worden”, vertelt Dikken. “Maar voordat je een adequaat onderwijsaanbod kunt ontwikkelen, is het uiteraard van belang om de kennis van verpleegkundigen te bepalen. Ik ontwikkel de komende twee jaar een gevalideerd en betrouwbaar meetinstrument om dat te doen.” Het instrument kan ook worden gebruikt om na afloop van de scholing een nieuwe kennismeting te doen, vertelt Dikken. “Zo kun je achteraf het effect van de scholing bepalen.” Het meetinstrument dat Dikken ontwikkelt zal ook door collega-onderzoekers in de VS en Zuid-Afrika worden gevalideerd. Dikken: “De bedoeling is dat het instrument ook in die landen inzetbaar zal zijn.” Neem voor meer informatie contact op met Jeroen Dikken via
[email protected]
3
Veel belangstelling voorlichtingsavond Klinische Gezondheidswetenschappen Eind april 2012 kwamen in totaal bijna veertig belangstellenden af op de voorlichtingsavond van Klinische Gezondheidswetenschappen van het UMC Utrecht. Verplegingswetenschap maakt deel uit van Klinische Gezondheidswetenschappen.
4
Klinische Gezondheidswetenschappen op twitter Nieuw: volg Klinische Gezondheidswetenschappen van UMC Utrecht nu ook op twitter, via: http://twitter.com/#!/UU_KGW.
5
Promotie: voorspelmodel delirium Verplegingswetenschapper Mark van den Boogaard promoveerde in april 2012 op onder andere de ontwikkeling en implementatie van een instrument dat de kans op een delirium bij IC-patiënten voorspelt. Van den Boogaard implementeerde het voorspelmodel op de IC-afdeling van het UMC St Radboud in Nijmegen. Hij is ICverpleegkundige en studeerde in 2005 aan het UMC Utrecht af als verplegingswetenschapper. Hij werkt momenteel als wetenschappelijk onderzoeker bij het UMC St Radboud. Van den Boogaard is de eerste verplegingswetenschapper in Nederland die cum laude promoveert. Delirium is een acuut optredende verwardheid die gepaard gaat met onder andere concentratie stoornissen, desoriëntatie, geheugenverlies en soms hevige onrust. Oorzaken kunnen onder meer een infectie zijn, uitdroging, verstoord mineralenevenwicht of nierfunctiestoornissen. Geen herkenning “Zorgverleners op de IC herkennen de symptomen van een delirium vaak onvoldoende”, legt Van den Boogaard uit. “Dat geldt zowel voor artsen als voor verpleegkundigen. Mijn onderzoek concentreerde zich op de IC-afdeling in het UMC St Radboud. Ik heb daar allereerst een bestaand screeningsinstrument geïmplementeerd dat zorgverleners helpt om een delirium te herkennen. Vervolgens heb ik een voorspelmodel ontwikkeld. Daarmee kan binnen 24 uur na IC-opname de kans op een delirium worden bepaald. Het model is gevalideerd. In totaal hebben we voor dit onderzoek ruim 3.000 IC-patiënten geïncludeerd afkomstig uit vijf Nederlandse ziekenhuizen. Daarna is het model op de IC afdeling in Nijmegen geïmplementeerd.” Behandeling Patiënten met een verhoogde kans op een delirium worden in het UMC St Radboud preventief behandeld met medicatie (haloperidol). Normaal wordt die medicijn gegeven bij de behandeling van een delirium. “Hoe eerder je medicatie geeft, hoe groter de effecten zijn op de patiënt”, zegt Van den Boogaard. “Vroegtijdig, preventief behandelen verkleint de kans op een delirium aanzienlijk.” Het voorstelmodel PREDELIRIC van Van den Boogaard is beschikbaar via www.umcn.nl/Research/Departments/intensive%20care/Pages/default.aspx. Momenteel wordt de verdere bruikbaarheid van het model onderzocht in een groot, internationaal validatie-onderzoek.
6
Utrechtse MANP’er wint Verpleegkundige praktijkprijs De Utrechtse MANP-alumna Sonja van Hamersveld won dit voorjaar de Anna Reynvaan Praktijkprijs 2012. Ze ontving een sculptuur en een bedrag van € 5000,- uit handen van Diana Monissen, bestuursvoorzitter van De Friesland Zorgverzekeraar. Het prijzengeld is bedoeld voor studiereis of stage. Eerder dit jaar won van Hamersveld ook de Games of Health Award op de TedX in Maastricht. Sonja van Hamersveld, verpleegkundig specialist GGZ bij GGz Centraal en Charly Green, won de Anna Reynvaan Praktijkprijs met haar project ‘Winst met leefstijl, een praktijkvoorbeeld uit de GGZ’. Mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen lijden vaker aan leefstijlgerelateerde aandoeningen zoals obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten, verschillende vormen van kanker, soa’s en gebitsontstekingen. Zij overlijden gemiddeld 15 tot 25 jaar eerder dan de normale populatie. Stoplicht Verpleegkundig specialist Van Hamersveld ontwikkelde een zogenaamd Leefstijlstoplicht. Hiermee worden gezonde en ongezonde leefstijlfactoren inzichtelijk en meetbaar gemaakt. Zij combineert dat met individuele coaching. Deze gestructureerde aandacht bevordert en daagt uit tot een gezonde leefstijl, waardoor de psychiatrische patiënt meer vat krijgt op de eigen situatie. Na een eerste pilot begin 2012 waaraan twintig patiënten deelnamen, werkt Van Hamersveld momenteel met een aantal GGZ-instellingen aan het opzetten van meerdere pilots met de stoplichtmethode. Future of Health Om psychiatrische patiënten verder langdurig en op een leuke manier te ondersteunen bij het verbeteren van hun leestijl, ontwikkelde Van Hamersveld samen met GGz Centraal en gameontwikkelaar QLVR BV een voorstel voor een computerspel. Door het uitvoeren van de door de patiënt zelf opgestelde acties uit het Leefstijlstoplicht, kan hij credits winnen waarmee het spel (Heartville) gespeeld wordt. Dit is stimulerend bij het verbeteren van de eigen leefstijl. Uiteraard wordt vanuit GGz Centraal onderzoek gekoppeld aan de eerste pilots. Voor het voorstel om de game te ontwikkelen, wonnen de betrokken partijen in april 2012 de Future of Health Award. De prijs werd uitgereikt tijdens TEDxMaastricht. Met de prijs stelt het doorbraakfonds van zorgverzekeraar CZ een bedrag van € 200.000,- beschikbaar voor het ontwikkelen van de game. Doel is om de eerste versie in het najaar van 2012 te testen. Begin 2013 wordt de definitieve versie gepresenteerd. Bron: http://www.amc.nl/web/Het-AMC/Nieuws/Nieuwsoverzicht/Nieuws/Jaarlijkseverpleegkundeprijzen-uitgereikt-2.htm Kijk voor meer informatie over het leefstijlstoplicht op www.leefstijlstoplicht.nl
7
HU-docent wint praktijkgericht onderzoeksprijs 2012 Wijkverpleegkundige Carolien Sino won in april 2012 de praktijkgerichte onderzoeksprijs op het landelijke HBO-raad Jaarcongres. De prijs bestaat uit een bedrag van €3.000,-. Sino won de prijs voor haar onderzoek ‘Vroegsignalering van medicatie gerelateerde problemen in de thuiszorg’. Het is een onderdeel van haar promotieonderzoek dat ze naar verwachting volgend jaar afrondt. Carolien Sino is docent en onderzoeker bij Hogeschool Utrecht. De jury van de praktijkgerichte onderzoeksprijs was bijzonder onder de indruk van het feit dat binnen dit onderzoek niet alleen een instrument is ontwikkeld, maar ook dat dit instrument is gevalideerd. Het onderzoek werd voor de prijs ingezonden door lector prof. dr. Marieke Schuurmans van Hogeschool Utrecht. Signaleringsinstrument Het onderzoek van Sino richt zich op de ontwikkeling van een signaleringsinstrument voor verzorgenden en helpenden om problemen bij medicatiegebruik van thuiswonende ouderen te voorkomen of vroegtijdig op te sporen. Bij deze ouderen is de medicatievoorziening tot de voordeur goed geregeld, maar achter de voordeur gaat veel mis. Medewerkers van de thuiszorg komen wél achter die voordeur en zijn daarmee in de gelegenheid problemen te signaleren op het gebied van medicatie inname. Carolien Sino: “Ik denk dat dit onderzoek veel mensen aanspreekt. Het is een actueel onderwerp. De meeste mensen kennen wel iemand in hun omgeving die met dit probleem kampt, een buurvrouw, een opa, hun moeder. Het mooie van dit onderzoek vind ik dat het echt met de praktijk te maken heeft. Het gaat over wat er mis gaat achter de voordeur en hoe medewerkers uit de thuiszorg daar iets aan kunnen doen.” Voorbeeldig Het onderzoek voldoet volgens de jury op voorbeeldige wijze aan alle criteria. Er is een concrete vraag uit de praktijk. Het onderzoek is stapsgewijze opgebouwd en zodanig opgezet dat van de fase van probleemherkenning tot en met de implementatie is samengewerkt met de praktijk. Deze vorm van co-creatie sprak de jury zeer aan. Sino weet nog niet precies wat ze met de prijs gaat doen. “In ieder geval gaan we het geld gebruiken voor de praktijk, misschien in de vorm van scholing voor de thuiszorg.” De prijs De tweede prijs ging naar 'Kwaliteit van de opleidingsschool' van Miranda Timmermans, ingezonden door lector Ruud Klarus, beide verbonden aan Hogeschool Arnhem-Nijmegen. De derde prijs ging naar onderzoeker Jelle Scheurleer van Inholland. Zijn onderzoek naar interoperabiliteit in de radiotherapie werd ingezonden door lector Thomas Kropmans. De prijs voor het Praktijkgericht Onderzoek van het Jaar is een initiatief van het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek. De prijs heeft twee doelen: Stimuleren van het debat over kwaliteitscriteria voor praktijkgericht onderzoek. Goed praktijkgericht onderzoek in de spotlights zetten. Bron: http://www.lectoren.nl/2012/praktijkgericht-onderzoek-van-het-jaar-2012.html Kijk voor meer informatie op: www.innovatievanzorgverlening.onderzoek.hu.nl/Data/Researchers/drs,-d,%20Carolien%20Sino.aspx
8
De ontwikkeling en validering van het instrument werd begeleid door een stuurgroep bestaande uit dr. Paul Jansen (EPHOR), drs. Suzan Sijmonsma (Aveant), drs. Mariska de Bont (V&VN) en Angelien Borgdorff (Stadsmaatschap Huisartsen Utrecht) onder leiding van prof. dr. Marieke J. Schuurmans. Dit project is gesubsidieerd door SIA Raak Publiek.
[email protected].
9
Nascholingsprogramma voor MANP-alumni van start Binnenkort wordt het bij- en nascholingsprogramma toegezonden aan alle alumni van de MANP-opleiding van Hogeschool Utrecht. Het gaat om een geaccrediteerd programma voor MANP-alumni en Verpleegkundig Specialisten. Het programma is ontwikkeld door de opleiding en de alumnivereniging van de Utrechtse MANP. Aan de hand van een behoeftepeiling onder de ruim 300 alumni is een top-10 van onderwerpen samengesteld. De onderwerpen komen terug in het programma. Het bij- en nascholingsprogramma is zeer gevarieerd. Zo is er aandacht voor het doen van psychiatrisch en lichamelijk onderzoek, maar ook voor het gebruik van kwalitatieve meetinstrumenten. Verder is er op 2 en 30 november 2012 een tweedaagse cursus wetenschappelijk schrijven. Met het veelzijdige aanbod hebben alumni voldoende mogelijkheden om een individueel programma op maat te creëren en zo te voldoen aan de verplichtingen voor herregistratie. Naast het nieuwe nascholingsprogramma blijft de alumniverenging MANP gratis een alumnidag (18 januari 2013) en twee alumniavonden aanbieden. De eerstvolgende alumniavond is op 9 oktober 2012 van 19.00 tot 22.00 uur. Neem voor meer informatie contact op met
[email protected]
10
Verder versterkte samenwerking MANP en praktijkinstellingen De MANP-opleiding van Hogeschool Utrecht werkt voortdurend aan het verder versterken en verdiepen van de samenwerking met praktijkinstellingen. In dat kader zijn voor het nieuwe cursusjaar (2012) intakegesprekken gevoerd met de nieuwe studenten, de leidinggevende en praktijkopleiders. Dit najaar (2012) organiseert de opleiding bovendien een werkconferentie voor praktijkopleiders en het hogere management van de instellingen waar de studenten werkzaam zijn. Het intakegesprek heeft niet het doel om te beoordelen of de kandidaat geschikt is. “Tijdens het gesprek wordt vooral het partnership uitgewerkt”, legt MANP-opleidingsmanager Riet van Dommelen uit. “Hoe gaan we opleiden, wat willen we bereiken en hoe kan er voor een optimale leeromgeving gezorgd worden zodat alle competenties goed ontwikkeld kunnen worden? Die vragen staan centraal.” Verschillen We hebben tevens aandacht voor de implementatie van de verpleegkundig specialist binnen de instelling, zegt Van Dommelen. “Uit de gesprekken blijkt dat in diverse instellingen de Verpleegkundig Specialist (VS) nog niet optimaal ingezet wordt. Er zijn grote verschillen tussen instellingen als het gaat om de implementatie van de VS. Overigens merk ik op dat we ook hele mooie voorbeelden tegenkomen.” De invoering van de VS vraagt om een verandering in de organisatie. Van Dommelen: “Wil men de effectiviteit en de efficiency van de VS daadwerkelijk benutten, dan zal daar in de bedrijfsvoering op gestuurd moeten worden. Veelal is dat niet of nog niet het geval. Zo zijn er bijvoorbeeld soms geen functieomschrijvingen of zijn die verouderd. Daardoor kan de VS niet volledig en op alle competenties ingezet worden. De intakegesprekken helpen om het bewustzijn op deze vlakken over en weer te vergroten.” Werkconferentie De MANP-opleiding van Hogeschool Utrecht is voornemens om in het najaar van 2012 een werkconferentie te organiseren bedoeld voor de praktijkopleiders en het hogere management van de instellingen waar de studenten werkzaam zijn. Van Dommelen: “Deze conferentie heeft tot doel om met elkaar van gedachte te wisselen en om een SWOTanalyse te maken die als basis kan dienen voor een plan van aanpak voor de implementatie van de verpleegkundig specialist. Ook zullen daar goodpractices op dit gebied gepresenteerd worden.”
11
Veel inschrijvingen voor MANP Utrecht De MANP-opleiding van Hogeschool Utrecht heeft voor komend cursusjaar 64 opleidingsplaatsen toegewezen gekregen. Inmiddels zijn alle plaatsen vergeven aan nieuwe inschrijvers. Er is bovendien een kleine wachtlijst. Opnieuw is nagenoeg de helft van de inschrijvingen afkomstig uit de geestelijke gezondheidszorg. Het specialisme intensieve zorg is bij de somatische specialismen ruim vertegenwoordigd. Er is daarnaast een toename van het aantal aanmeldingen uit de huisartsenzorg, de ouderenzorg en verpleegtehuizen. Een gewenste ontwikkeling voor de verpleegkundig specialismen, die een belangrijke plaats in de eerste lijnszorg moeten gaan invullen.
12
Succesvol werkbezoek MANP Utrecht aan New York In april 2012 bracht de MANP-opleiding van Hogeschool Utrecht het inmiddels traditionele werkbezoek aan de Pace University in New York. Tijdens het bezoek werden verschillende praktijkinstellingen bezocht waarmee Pace samenwerkt. Aan het bezoek namen 43 Utrechtse studenten deel, aangevuld met zes docenten/onderzoekers en een huisarts/praktijkopleider. Er was een interessant programma samengesteld, zoveel mogelijk toegesneden op de verschillende specialismen die deelnamen aan de reis. In de nabije toekomst vindt een tegenbezoek plaats aan Utrecht.
13
De meerwaarde van moreel beraad Steeds meer zorginstellingen hebben oog voor het belang van het bespreken van morele vragen en dilemma’s. Ze organiseren binnen de instelling daarvoor regelmatig een zogenaamd ‘moreel beraad’. Bij dat beraad zijn verschillende mensen in de instelling betrokken, zoals verpleegkundigen, artsen en managers. De Utrechtse MANP-opleiding verzorgt sinds dit jaar (2012) een module over het organiseren van moreel beraad. Betty de Graaf volgde de module en begeleidde een aantal bijeenkomsten rond morele dilemma’s. De Graaf is verpleegkundig specialist in opleiding bij GGZ Friesland. De begeleiding van de bijeenkomsten over moreel beraad verrichtte ze onder leiding van een daarvoor geschoolde collega. Ruimte “GGZ Friesland heeft een aantal jaren geleden het moreel beraad formeel ingevoerd in de organisatie”, vertelt De Graaf. “Dat besluit houdt in dat zorgverleners de ruimte krijgen om een bijeenkomst van hun team te organiseren wanneer ze met een lastig dilemma worstelen. De bijkomsten worden begeleid door collega’s die daar speciaal voor zijn opgeleid.” De werkdruk binnen de zorg is hoog, zegt De Graaf. “Dat betekent dat er vaak te weinig tijd is om echt stil te staan bij vragen en dilemma’s rond de zorg. Een bijeenkomst moreel beraad biedt die ruimte wel.” Vragen De vragen waar collega’s mee worstelen verschillen enorm in aard en omvang. De Graaf: “Soms gaat het om de vraag wat je moet doen als je denkt dat een patiënt slachtoffer is van ernstige strafbaar handelen van anderen. Andere keren is de vraag wat een term als ‘kwaliteit van zorg’ nu eigenlijk betekent in een concrete situatie.” Maar hóe verschillend de vragen ook zijn, de overeenkomst is steeds dat hulpverleners ermee rondlopen en er niet in hun eentje uitkomen. De Graaf: “Een moreel beraad kan dan helpen. Allereerst gewoon omdat het uiten en delen van je vragen soms al veel in beweging zet. De mening en reactie van collega’s kan bovendien verhelderend zijn. Samen kan je echt verder komen.” De MANP-module over moreel beraad wordt verzorgd door Mariël Kanne. Kanne doet sinds vorig jaar promotieonderzoek naar het effect op de kwaliteit van zorg als zorgverleners onderling hun morele dilemma’s regelmatig delen.
14
Verpleegkundeprijzen voor HU Verschillende verpleegkundedocenten en -studenten van Hogeschool Utrecht vielen dit jaar in de prijzen. MANP-docent en onderzoeker bij Parnassia Bavo Groep Roland van de Sande won de Anna Reynvaan Wetenschapsprijs. Hij ontving de prijs voor de ontwikkeling van een methode om risico’s en herstel te monitoren bij patiënten op de afdeling voor acute psychiatrische zorg. Van de Sande ontwikkelde deze ‘CrisisMonitor’ in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen en de Erasmus Universiteit Rotterdam. In totaal waren er voor de Anna Reynvaan Wetenschapsprijs 76 inzendingen. Het is dit jaar voor het eerst dat de prijs naar een onderzoeker gaat binnen de GGZ. Van de Sande is verder genomineerd voor de ZorgVeiligPrijs 2012 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Kijk voor meer informatie over de crisismonitor op www.agutrecht.nl/Overig/CrisisMonitor+verbetert+zorg+psychiatrische+patiënten.htm. Sonja van Hamersveld, MANP-alumna, won de Anna Reynvaan Praktijkprijs. Ze ontving de prijs voor de ontwikkeling van een methode die mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen ondersteunt bij het ontwikkelen van een gezondere leefstijl. Ook een andere Utrechtse MANP-alumna, Netty de Graaf, was genomineerd voor de Praktijkprijs. De Praktijkprijs vond zijn oorsprong in de praktijkgerichte ontwerpprojecten van de MANPopleiding in Utrecht. Sonja van Hamersveld won voor een gerelateerd onderzoek dit voorjaar ook de Future of Health Award. De prijs werd uitgereikt tijdens TEDxMaastricht. Met de prijs stelt het doorbraakfonds van zorgverzekeraar CZ een bedrag van €200.000,- beschikbaar voor het ontwikkelen van een game die psychiatrische patiënten ondersteunt bij het verbeteren van hun leefstijl. De game wordt momenteel ontwikkeld en begin 2013 gepresenteerd. Onderzoeker en docent bij Hogeschool Utrecht Carolien Sino won de Praktijkgerichte Onderzoeksprijs 2012 op het landelijke HBO-raad Jaarcongres. De prijs bestaat uit een bedrag van €3.000,-. Sino won de prijs voor haar onderzoek ‘Vroegsignalering van medicatie gerelateerde problemen in de thuiszorg’. Sino won dit jaar verder de prijs voor de beste presentatie door verpleegkundigen op de Geriatriedagen. Ze is bovendien genomineerd voor de ZorgVeiligPrijs 2012 van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
15