Nieuwsbrief
The orchid professionals since 1933
JAARGANG 27 NR. 1 | NOVEMBER 2009
Pseudomonas cattleyae en Erwinia, een telkens terugkerend probleem
3
Krijt eraf, krijt erop!
5
Cymbidium productie prognose
6
Cymbidium teeltadviezen
8
Cymbidium in de zomer
In de Phalaenopsis teelt blijft een bacteriebesmetting continu op de loer liggen. Een wijziging van teeltstrategie door veranderingen in de markt is iets wat nog vaak voorkomt. Denk hierbij aan: droger telen in verband met ‘potworm’ problemen. natter telen om meer groei en afsplitsing te creëren. meer schermen en knijpen met de luchtramen om energie te sparen. hogere stikstofcijfers toepassen in de bemesting voor snellere groei. ingebruikname van nieuwbouwkas met stegdoppeldek. kassen zonder paden of moeilijk toegankelijke paden waardoor ziekzoeken (scouten) een grote barrière is. enz ... Juist na zo’n ‘wijziging’ in teeltstrategie vindt er vaak weer een nieuwe uitbraak van bacterieziekten plaats. Een gezond bedrijf moet het uitval percentage op jaarbasis op 2 - 3% kunnen houden, bij een bacterie-uitbraak loopt dit percentage al snel op tot 5% of meer! Ziektebeeld In de Phalaenopsis zijn Pseudomonas (ook bekend als Acidovorax avenae subsp. cattleyae) en Erwinia de meest voorkomende bacterieziekten. Pseudomonas cattleyae ook wel ‘spotrot’ of bacterievlekken genoemd, kenmerkt zich door zwarte vlekken met een lichtere vaak gele rand. De vlekken beginnen klein maar vergroten zich vaak als een olievlek. Vaak zijn deze plekken ingekapseld en worden de vlekken uiteindelijk niet veel groter. De inkapseling gaat de verspreiding echter niet tegen. Erwinia, ook wel ‘softrot, natrot of snot’ genoemd kenmerkt zich door glazige natte plekken in het blad. Het meest voorkomend is Erwinia carotovora. Een van de kenmerken is de sterke geur, rotte vislucht, die deze bacterie verspreidt. lees verder op pagina 2
Voorkomen Naast gezond uitgangsmateriaal en hygiënische maatregelen is vooral een juiste teeltwijze zeer belangrijk. Zoals bijna alles in het leven geldt ook bij bacterieziekten, voorkomen is beter dan genezen! Nog vaak wordt gedacht dat door curatieve maatregelen, zoals toedienen van chloordioxide, men het probleem voor kan zijn. Echter de juiste teeltmaatregelen treffen is de sleutel tot een Phalaenopsis teelt zonder noemenswaardige problemen. Gelijkmatigheid is een belangrijk woord in de Phalaenopsis teelt. Voorkom grote schommelingen in klimaat. Denk daarbij aan de volgende teelttechnische maatregelen: voorkom een ‘dood’ klimaat door ventileren en stoken, zorg voor voldoende luchtbeweging rondom de planten. vermijd temperaturen boven de 28°C, te hoge temperaturen stimuleren bacteriegroei. zorg voor voldoende capaciteit van het verwarmingsnet met voldoende buizen; te hoge buistemperaturen kunnen een onevenwichtig klimaat veroorzaken. Begrens het ondernet afhankelijk van het aantal buizen op 45-50°C. voorkom kouval door te snel luchten en kieren van het scherm. zorg voor een snelle afdroging van het blad na het gieten. giet alleen in de morgen; bij donker weer kan de assimilatie belichting de droging bevorderen. voorkom sterk schommelende bewegingen in relatieve luchtvochtigheid, voorkom ook hoge RV’s (>75%). let op te hoge stikstofcijfers in de bemesting, het geven van extra stikstof in de vorm van ureum kan extra groei geven maar geeft ook waterige cellen en daardoor extra gevoeligheid voor bacterie-aantasting. geef ook altijd voldoende calcium mee; calcium zorgt voor sterke celwanden. zorg voor schoon gietwater; vaak komt de bacterie al voor in het bassin, de silo en of in de regenleidingen. Laat dit dan ook eens controleren. loop iedere week een rondje langs de planten en scout specifiek voor ziektebeelden. zorg dat onder- en bovennet gelijk op gaan.
2
Foto VAN OS research bv.
De minder voorkomende maar meer agressieve vorm is Erwinia chrysanthemi. Bij een aantasting van deze bacterie wordt het blad eerst dof en gelig en pas na enkele dagen ontstaat de waterige plek. Zwakke planten met weinig wortels (de winter uit), planten net na het overpotten, verplaatsen en of wijder zetten zijn het meest gevoelig voor bacterieziekten.
Erwinia chrysanthemi
Pseudomonas
Bestrijden Wanneer er toch een bacterie-aantasting wordt geconstateerd is het zaak om snel te handelen. Ga ook hier terug naar de basis en loop het voorgaande rijtje langs om te kijken waar het mis ging, maak aanpassingen daar waar nodig! Hiernaast is het belangrijk om de volgende maatregelen te treffen: iedere week zieke planten te verwijderen; wees hier niet te zuinig, raap elke verdachte plant weg. Gooi de planten ter plaatse in een plastic zak, loop niet met zieke planten over het bedrijf. doe dit altijd voor het water geven, waterdruppels zorgen voor verspreiding. een lage concentratie uitvloeier in het gietwater zorgt voor sneller drogende gewassen. spuiten met middelen op waterstofperoxidebasis (Reciclean) en middelen zoals Jet 5 en Horticlean vlak na het gieten kan verspreiding voorkomen. Bedenk hierbij wel dat deze middelen niet ontwikkeld zijn om op planten te gebruiken. als ondersteuning kan een chloordioxidedosering in het gietwater toegepast worden, pas hierbij wel op dat de chloor- en natriumcijfers in het substraat niet te hoog oplopen, dit gaat ten koste van de groei. In onze nieuwsbrief van oktober 2008 hebben we hier een artikel aan gewijd. ontsmet handen tussen de verschillende partijen. denk aan een logische werkvolgorde, ga niet eerst ziekzoeken en daarna bijvoorbeeld planten uitzetten. ontsmet materialen zoals tafels, uitzetvorken etc.
Om te weten of u vooruitgang maakt in de bestrijding van een uitbraak is het zaak om goed te registreren. De uitval zal normaal gesproken nog langer doorgaan in de oudere besmette partijen, de jongere partijen moeten minder tot geen uitval meer te zien geven. Dan weet u dat er weer licht is aan het einde van de tunnel. Rust niet tot de laatste zieke plant van de tuin is verdwenen! Voorkomen is beter dan genezen, gezonde gewassen in een goed en actief klimaat zijn belangrijke speerpunten in een succesvolle Phalaenopsis teelt zonder bacterieproblemen.
Phal. 351633
Krijt eraf, krijt erop! Wanneer moet het krijt op het dek? Wanneer moet het krijt er weer af? Elk jaar weer een terugkerende vraag. Uiteraard is dit in de eerste plaats erg afhankelijk van het kastype, het type scherm en aantal schermdoeken, geen bedrijf is hetzelfde. De volgende adviezen zijn dan ook richtlijnen. Wij willen u er vooral op attenderen dat het belangrijk is in de periode richting het voorjaar er op tijd bij te zijn. Zoals u kunt zien in de onderstaande grafiek is het lichtverloop in het voorjaar wezenlijk anders dan het verloop in het najaar richting de korte dag. De lijn in het voorjaar loopt steiler omhoog, het lichtniveau vanaf de kortste dag neemt sneller toe dan de afname in het najaar richting de korte dag! In het najaar halen we meestal rond de eerste week van september (week 36) het krijt van de koeling en afkweek. De gemiddelde lichtsom die we dan nog tegen komen zit rond de 1.100-1.150 Joule/m2/dag. In het voorjaar komen we dit lichtniveau weer tegen rond de eerste week van april (week 14), dan moet het eerste krijt weer op het dek!
In de opkweek willen we rond de eerste week van oktober (week 40 à 41) het dek weer schoon hebben. Willen we op een zelfde lichtniveau (± 700 Joule/m2/dag) weer het krijt opbrengen dan moeten we niet later krijten dan week 9 à 10 ofwel de laatste week februari, eerste week maart. Theoretisch en teelttechnisch zou de datum in het najaar nog 1 à 2 weken naar voren geschoven kunnen worden. We komen dan van een situatie met meer licht, de plant is sterk en zit vol met energie, daardoor kan deze plant ook meer licht aan. Pas echter op met te hoge lichtniveau’s of schommelingen in licht in verband met voortakken van Phalaenopsis. De winter uit, in februari/maart, is de plant weinig licht gewend en dus veel gevoeliger voor te veel licht. Bovendien zien we in deze periode ook veel meer en sneller toenemende pieken. Zorg dan dat u er op tijd bij bent, elk jaar komen we weer veel gevallen van verbranding tegen.
weekgemiddelden van lichtsom in Joule/m2/dag
1600 1400 1200 1000
jan - maart
800 600
okt - dec
400 200 0
wk
w w w w w w w w w w w w w w w w 1 /3 k 2 /3 k 3 /3 k 4 / k 5 /4 k 6/4 k 7/4 k 8/4 k 9 /4 k 10/ k 11 / k 12 / k 13 / k 14 / k 15 / k 16/ k 17/ 39 46 48 52 47 45 49 50 51 6 2 3 0 1 8 4 7
3
In onderstaande tabel staan de richtlijnen die wij als basis adviseren, zoals al eerder in dit artikel gezegd bepalen uw omstandigheden de uiteindelijke data en uitvoering. Richtlijnen voor krijten
week week week week week
opkweek 8-9 14 18-19 36 40-41
koeling/afkweek
1 keer erop 2e keer erop eventueel 3e keer
e
1e keer erop eventueel 2e keer eraf
eraf
Water Dit jaar is weer eens overduidelijk geworden dat er te allen tijde gezorgd moet worden voor voldoende beschikbaarheid van goed gietwater. Eind april - begin mei was er al even een nijpend tekort aan regen, waardoor menig kweker naar een bijna leeg bassin zat te kijken. Toen begon het korte tijd goed te regenen en leek het probleem opgelost. Van de zomer is er veel te weinig regen gevallen. Er zijn gebieden waar ze het geluk hadden dat er nog iets viel, maar er zijn ook regio’s waar het nauwelijks heeft geregend. Er moeten dan wel heel grote bassins aanwezig zijn om orchideeën water te kunnen geven. Ongeacht of het Cymbidium, Miltonia, Phalaenopsis of Dendrobium zijn. Omgekeerde osmose is de oplossing. Het gietwater moet een uitgang EC van 0,1 - maximaal 0,2 hebben. Leidingwater heeft meestal een EC van 0,7 en in sommige gebieden nog hoger. Dan is er geen ruimte meer om kunstmest mee te moeten geven als de EC maximaal 1 mag zijn. Helaas moeten we constateren dat op menig bedrijf leidingwater, of erger slootwater, is gebruikt om water te geven. Voor de korte termijn kunnen de planten dit overleven, maar de problemen treden pas later op. Uitval is het meest voorkomende probleem. De kosten hiervan zijn hoog. Ook bloeiverlating of een mindere kwaliteit tak of plant is het gevolg. Verbazend blijft toch ook weer de reactie van betrokkenen. “Het kan toch niet zo erg zijn?” Ja, het is heel erg. Als u op zee vaart in een bootje en je hebt een vreselijke dorst, dan drink je nog geen zeewater. U gooit toch ook geen diesel in een benzineauto omdat de diesel goedkoper is. Twee voorbeelden waarvan iedereen weet wat wel en niet kan. Orchideeën reageren dus heel slecht op leiding- of slootwater. Als een beroepskweker, een professional, hier al zo makkelijk over denkt, dat kun je niet verwachten een goede (top) opbrengst te realiseren. Goed en onbeperkt uitgangswater is de basis van elke orchideeënteelt.
Nieuwe labels In de verspeenbakken bij Floriclone® Phalaenopsis treft u sinds begin van dit jaar nieuwe labels aan. Hierop staat meer informatie vermeld dan voorheen. Wij hebben de informatie die op zo’n label staat hiernaast afgedrukt en met pijlen aangegeven wat er allemaal aan informatie op staat. Wij hebben onze Floriclone® Phalaenopsis in drie hoofdgroepen verdeeld, te weten: Multiflora® Standaard Grandiflora® Multiflora® sortiment kenmerkt zich door een korte taklengte zodat totale planthoogte van onderzijde pot 11/12 cm tot bovenzijde bloemscherm 45-55 cm bedraagt. Het Standaard sortiment heeft een planthoogte van 60-70 cm en het Grandiflora® sortiment is vanaf 70 cm en hoger. Meestal betekent een hogere planthoogte ook grotere bloemen, maar dat is niet altijd het geval. In de balk op het label ziet u links drie staafdiagrammen. In het voorbeeld is de middelste staaf gekleurd. Dit betekent dat het een standaard soort is. Een andere manier om dat te zien is dat het eerste getal van het soortnummer van 31978 een ‘3’ is. Het tweede vak geeft de kleur van de bloem aan. In dit voorbeeld is het een oranje kleur. De kleur komt zoveel als mogelijk overeen met de werkelijke kleur. Het derde vak geeft de tekening van de bloem aan. In dit voorbeeld is de bloem gestreept met roodachtige lijnen in de bloem. Daarom wordt het soort ingedeeld in de groep van gestreepte en/of gespikkelde bloemen. Dit is ook te
Uitgangspunten: pH EC HCO3
5-6 < 0,2 < 0,3
Cl Fe Hardheid
< 50 mg/l < 2 mg/l < 3°D
4 Phal. 341629
Multiflora Standaard Grandiflora
Wit Roze Geel Oranje
Gestreept Gespikkelt Gevlekt Blush
Geel Lila Rood Bruin
taklengte
Bloemkleur
Patroon + Kleur
Lipkleur
31978
Labnummer Naam Kwekersrecht verleend
‘Maria-Therese’® Patented
herkennen aan het tweede cijfer van het soortnummer, de ‘1’. Dus 31 groep is gestreept of gespikkeld standaard. 21 is gestreept of gespikkeld uit de Multiflora® groep en 41 is dan weer uit de Grandiflora® groep. Zit er geen tekening in de bloem, dan is dit vak niet ingevuld. Dus is de bloem helemaal wit, geel of roze met een lip die dezelfde kleur heeft, dan ziet u de code voor roze 33, wit 34 of geel 35. Bij Multiflora® is dit 23, 24 en 25 en bij Grandiflora® respectievelijk 43, 44, 45 voor dezelfde kleurvolgorde. Een oplettende lezer merkt nu op waar nummer 32 (dus ook 22 en 42) blijft! In het laatste vak ziet u een rode halve cirkel afgebeeld. Dit betekent dat het soort een rode lip heeft. Dit kan ook geel zijn of paars. Dus ook hier wordt weer afgebeeld in kleur hoe de lipkleur is. Als de bloemkleur helemaal wit is, zonder spikkel of streep, maar de bloem heeft een rode lip, dan wordt het
soort ingedeeld in de Red Lip groep waarvan het tweede cijfer in de code een ‘2’ is. Dus 32 (en dus ook 22 en 42) betekent dat de lipkleur anders is dan de bloemkleur, maar dat de bloem zelf niet gestreept of gespikkeld is. De laatste drie of vier cijfers ‘976’ is het Floriclone® nummer. We zitten inmiddels al boven de ‘1600’ en de allernieuwste testnummers beginnen al in de ‘2000’. Elk Floriclone® nummer dat door de testfase heen komt zal een naam krijgen en kwekersrechterlijk worden beschermd. In het voorbeeld is de naam van het soort ‘Maria-Therese’. Zo kunnen u en uw medewerkers op verschillende manieren zien, wat de kleur, bloemtekening en groepsindeling van een soort is. Het is te zien aan het nummer, maar niet iedereen herkent dat direct. Bovendien, in elke kleur zitten zoveel variaties dat altijd onduidelijk is over welke kleur roze, of geel je het nu hebt. Een kleurenprint geeft meer informatie.
Cymbidium – productieprognose We zijn dit seizoen al een tijdje op weg, dus een prognose is wat makkelijker te maken. Begin van dit jaar werd gedacht dat wat op vroegheid zou worden ingeleverd vanwege de hoge energiekosten. Niet iedereen is/was bereid om er vol voor te gaan om behoorlijk te stoken. Ook het mid en het late sortiment dat vorig seizoen veel meer produceerde, zou als gevolg van die hoge productie toen, komend seizoen minder gaan produceren. Echter 2009 is qua licht een super jaar geworden. Van maart tot en met september was er per maand gemiddeld 20%
meer zonlicht aanwezig dan gemiddeld, met als uitschieter april met ruim 70 meer zonuren. Zie de grafiek op de volgende pagina. Dit heeft er toe geleid dat het vroege sortiment eerder en massaler op enkele bedrijven in bloei is gekomen en de aanvoer tot en met begin oktober nog weer hoger is geweest dan het voorgaande jaar. Ook voor de Kerst is de verwachting dat er een aanvoerstijging zal plaatsvinden. Er zijn eigenlijk geen redenen aan te geven die een verlating en/of verlaging van de productie kan geven. Hooguit een enkele kweker die als gevolg van watertekort met slechte alternatieven heeft moeten werken waardoor zijn productie lager en/of later uitvalt.
5
Was in eerste instantie het idee dat mid en laat minder zou gaan produceren omdat het voorgaande jaar een aanmerkelijk hogere productie heeft gegeven, dan is inmiddels wel duidelijk geworden dat de productie komende seizoen hetzelfde zal zijn. Kortom over het gehele seizoen is toch weer een productiestijging te verwachten. Heeft u soorten die te massaal gaan bloeien, breek dan zelf een deel van de jonge bloemtakknoppen eruit. De kwaliteit van de takken die u er op laat staan wordt beter, de plant hersteld sneller en beter waardoor u volgend seizoen ook weer een goede productie kunt realiseren. Een ding is zeker, op het moment dat iedereen een goede productie heeft, zal de prijsvorming helaas niet meevallen.
maandsom uren zonneschijn in de Bilt
300
normaal
250
2008 2009
200 150 100 50 0
jan
ua
ri
m me a i rua aart pril ri
feb
jun
i
jul
i
au
no de ok se p t c v stu tem ober emb emb b er er s er
gu
Cymbidium teeltadviezen Vroeg - extreem De afdeling met vroege Cymbidium is eind oktober uit gebloeid. Direct na de bloei kan begin november de temperatuur omlaag naar 11-12°C nacht en 13-14°C dag om zo tot begin-medio februari een etmaalgemiddelde van 12 -13°C te realiseren. Geef geen voeding mee, alleen schoon water. Spoel desnoods de planten met schoon water goed door. Maak het gewas schoon door takrestanten, oud en geknakt blad te verwijderen. Zet planten wijder als dat nodig is, ruim oude planten op van soorten die u wilt vervangen en zet jonge planten die in het nieuwe seizoen voor het eerst gaan bloeien hier op zijn plek. Laat wel overdag licht toe voor zover dat er nog is. Check EC en pH drain. Zolang EC drain hoog is, is voldoende schoon water geven belangrijk. Als de pH laag is, geef dan 3 gram per liter substraat Dolokal. Op een 10 liter pot is dit dus 30 gram. Dit komt overeen met een goede eetlepel. Spoel dit dan ook wel in. Ventileer deze afdeling wel. Vanaf begin-medio februari kan de kas in temperatuur worden verhoogd. Binnen een week kan de temperatuur naar een etmaalgemiddelde van 20°C. Overdag 22-24°C en ’s nachts 16-18°C zodat het etmaalgemiddelde op 20°C komt. Het gebruik van een transparant folie overdag zorgt ervoor dat de planttemperatuur gemiddeld hoger uitkomt dan zonder zo’n scherm. Onder dubbel glas of stegdoppel gebeurt hetzelfde. Bij een kas etmaalgemiddelde van 20°C kan de gemiddelde
6
planttemperatuur 1 tot 2 °C lager liggen. Hierdoor wordt de bloei vertraagd. Op het moment dat de temperatuur verhoogd wordt, kan er ook voeding worden meegegeven. Een EC van 0,5 bij start tot 0,75 medio maart. Vroeg - kerst Deze afdeling komt of staat nu in bloei. Hier moet de RV nog steeds goed in de gaten worden gehouden. Er zijn momenten dat die te hoog is zoals op vochtige dagen waarbij het ook niet te koud is. 14-16°C in de nacht en 17-18°C overdag, met voldoende ventilatie. Zorg voor een actief klimaat en voorkom dat RV te hoog wordt. Controleer wekelijks de drain op EC, pH en drainpercentage. Wij praten hier niet over mengmonsters, dus niet van 6 meetpunten bij elkaar gevoegd en dan gemeten. Neen, liefst meerdere soorten apart gemeten, omdat de verschillen per soort nogal groot kunnen zijn. Zodra EC drain hoger wordt dan de gift en toch is er 20% of meer drain, dan moet EC gift worden verlaagd. Als pH drain lager wordt dan 5, dan is het beter om ook EC gift te verlagen tot 0,25 of 0 EC. Bij EC gift van 0,25 EC alleen nog maar kalksalpeter meegeven. De calcium-ionen verhinderen opname van kalium-ionen waardoor pH niet nog verder wegzakt en de nitraat-ionen die worden opgenomen, verhogen de pH weer iets. Hierdoor kunnen de wortels langer beter functioneren.
Zodra de bloei na de jaarwisseling over is, dan is het verstandig dezelfde maatregelen uit te voeren als bij in de extreemvroege afdeling. De koude behandeling kan tot begin april duren. Het blijft belangrijk wekelijks de drainhoeveelheid te meten. Met neerslag en wind zal dit veel energie aan de kas onttrekken. Ook wanneer het een dag zonnig weer is kan dit een sterke invloed op de wateropname hebben. Het blijft verrassend dat je soms meer en dan weer minder water moet geven terwijl je iets anders had verwacht. Als je niets meet, weet je niets en zie je ook niet of je fouten maakt. Mid In de afdeling met midbloeiers is het van belang om wekelijks de drainhoeveelheid te meten en EC en pH. Zeker in deze strekkingsfase gebruiken veel soorten best nog voeding, tot wel 0,7 EC aan toe. Ook de watergift is van groot belang. Te weinig water geven in deze fase leidt tot knoprui, die pas in januari of februari zichtbaar wordt. Zolang de EC drain lager is dan de gift kunt u voeding blijven geven, ook al is dit 0,7 EC. Het kan makkelijk dat u 0,4 EC drain terugvindt. Als u regelmatig meet, zult u op een zeker moment zien dat de EC drain gaat oplopen. Zodra u dit ziet gebeuren moet u alert zijn. Als het drainpercentage boven de 20-25% is, dan moet u de EC gift naar 0,5 sturen, als het drainpercentage lager is dan 20-25%, dan in eerste instantie hoeveelheid water verhogen. Als EC drain gelijk of hoger wordt dan de gift van 0,5 EC, de gift verlagen naar 0,25 of 0 EC (schoon water). In de (late) mid kunt u nu nog een bestrijding tegen spint uitvoeren. Als u weet dat er gevoelige soorten in uw bestand zitten of plekken in de afdeling waarbij het herhaaldelijk naar voren komt, dan heeft u, indien de takken nog niet of nauwelijks opgebonden zijn, de kans om een bestrijding uit te voeren. Dit geldt wat meer voor de maart/april bloeiers, dan de Valentijn bloeiers.
de temperatuur verlagen. Voor deze verlaging zal minimaal 7–10 dagen uitgetrokken moeten worden. Een kortere “daalperiode” geeft een kortere steel onder het bloemscherm, een langere ‘daalperiode’ van bijvoorbeeld 3 weken geeft langere stelen. Er wordt dan wel weer iets ingeleverd op verlating. De temperatuur moet afhankelijk zijn van de buitentemperatuur. Bij heel lage temperaturen kan tot 10°C worden gezakt, zijn de temperaturen buiten hoger dan maximaal gelijk houden. Wel veel ventileren en in de ochtend 1-2 uur een minimumbuis van 40°C inbrengen om toch enige gewasactiviteit te stimuleren. De minimale verdamping per week moet 2 liter/m2/week zijn, ca. 0,3 liter/m2/dag. Dit is dik 7 keer lager dan wat gemiddeld op een zomerse dag door een Cymbidium gewas in de kas wordt verdampt, waarbij het ene soort tot 4 l/m2/dag verdampt en een ander soort amper boven de 1 l/m2/dag komt; in dezelfde kas! Zo groot kunnen de verschillen zijn! Die minimale verdamping is nodig om het gewas minimaal maar voldoende actief te houden. Verder moet er nog wel minimaal een keer tegen spint al dan niet preventief worden gespoten. Scout nauwkeurig, weet van de gevoelige soorten en plaatsen in de kas van vorig seizoen en controleer dat dan ook extra. Zodra de lage temperaturen worden aangehouden zal er nog weinig spint te zien zijn. Pas in april-mei wanneer door de buitenomstandigheden de temperaturen oplopen en de RV laag is, zal een spintuitbraak kunnen plaatsvinden als u deze niet eerder heeft gezien en bestreden. Gevolg is dat de spint veel erger en heftiger toeslaat en veel slechter is te bestrijden. Deze afdeling zal medio-eind februari voor de eerste keer al gekrijt moeten worden.
Laat Het late en zeer laat bloeiende sortiment wordt momenteel nog warm gehouden. Hoe langer het warm wordt gehouden, des te groter de verlating. Etmaalgemiddelden hoger dan 20°C (17°C nacht - 23°C dag en hoger) zorgen voor een blokkering van de takstrekking en een goede doorgroei van scheuten die vanaf juli zijn aangelegd. Controleer ook hier wekelijks de drain op EC, pH en drainhoeveelheid op liefst meerdere soorten. Voorkom dat u te weinig water geeft, want dat kost u bloemen aan de tak of zelfs takken. Zolang de temperatuur in deze afdeling nog hoog is, regelmatig op spint controleren en eventueel bestrijden. De ene kweker zal voor de kerst de ander medio januari
7 Cym. Bremo ‘Monica’
© Copyright Floricultura BV. Gehele of gedeeltelijke overname is toegestaan op voorwaarde van bronvermelding. Onze informatie en adviezen worden met de grootst mogelijke zorg samengesteld, doch zijn te allen tijden vrijblijvend.
Cymbidium in de zomer Een merkwaardige kop voor een Nieuwsbriefartikel dat je in november leest. Echter regeren is vooruitzien. Afgelopen zomer hebben we voor het eerst sinds drie jaar mooi en warm weer gehad in de maand augustus. Er zijn een paar dagen boven de 30°C voorgekomen. Gelukkig koelde het in de avond/nacht nog voldoende af. Toch had het ook anders kunnen gaan. Zeker voor kwekers met zeer vroeg sortiment, of die overwegen dit te gaan telen is het van belang voldoende voorzorgsmaatregelen te nemen om voor koeling te zorgen. Nummer 1 is het buitenscherm in combinatie met dak sproeiers. Altijd voldoende licht in de kas ook als het donker weer is in de zomer. Bovendien in de ochtend en avond altijd 2 keer zoveel meer licht als in een gekrijte kas. Met daksproeiers kan overdag extra koeling worden gerealiseerd. Bovendien is deze optie vanuit kosten gezien het interessantst. Een buitenscherm met een nevelinstallatie is ook een interessante optie en werkt prima. Met daksproeiers erbij is het nog completer, maar het is niet zo dat je alles tegelijk gebruikt. Je hebt dan een keuze mogelijkheid erbij. Een nevelinstallatie in een gekrijte kas gaf afgelopen zomer in augustus temperaturen aan het einde van de dag van ca. 27-28°C terwijl het buiten ruim boven de 30°C was.
dagen was het maximum buiten 35°C en in de airco kas ruim 28°C op het warmste moment, terwijl de afdeling zonder airco net onder de buitentemperatuur zat. Zou er nevel geweest zijn, dan was de maximum temperatuur hier wel lager geweest, wellicht ook rond de 30°C of iets er onder. Het grote winstpunt is echter dat je in de nacht ook 3°C lager zit. Dat lukt je met nevel niet. We hopen in de toekomst nog meer van deze ervaring gebruik te mogen maken. Het lijkt erop dat bloei van de takken gelijker komt. Dezelfde ervaring als we bij Phalaenopsis hebben. Als tijdens de takstrekking de dag- en nachttemperaturen minder ver uit elkaar lopen, dan is de bloei gelijkmatiger. Tot slot willen wij u opmerkzaam maken op een nieuw type schermdoek. Het XLS Harmony Revolux van Ludvig Svensson. Onder dit type doek zou het iets koeler zijn onder warme omstandigheden er meer diffuus licht in de kas komen. Door diffuus licht is de bladtemperatuur lager en komt er ook meer licht onderin het gewas. We hebben dit in de praktijk zien liggen en dat zag er interessant en veel belovend uit. Zeker in combinatie met hierboven genoemde zaken moet het mogelijk zijn de zomer warmte te kunnen trotseren zonder verlies van kwaliteit in het vroegbloeiende Cymbidium sortiment. Wij zwengelen de discussie hier nu over aan zodat u komende maanden hier over kunt denken, discussiëren en eventueel besluiten in één van bovenstaande zaken te investeren.
Daksproeiers in combinatie met een gekrijte kas blijft een moeilijke combinatie. Als het krijt nat wordt, wordt het transparanter en de gerealiseerde koeling wordt tenietgedaan door opwarming van de kas omdat meer licht door het dek heen gaat. Bovendien om binnenregenen te voorkomen worden de ramen wat dichter gehouden. Over het algemeen werkt deze combinatie alleen goed bij voldoende wind (= meer verdamping) en minder bij weinig wind. Tot slot is er de airco. In onze Nieuwsbrief van oktober 2006 hebben we wat mogelijkheden aangegeven. Een kweker heeft de stoute schoenen aangetrokken en op beperkte schaal hierin geïnvesteerd. Het heeft wel twee jaar geduurd voordat we een warme zonnige zomer hadden, maar dit jaar was het zover. Op dit bedrijf waren twee afdelingen waarvan één met en één zonder airco. Beiden wel gekrijt en de afdeling is gesplitst. Luchting etc. was gelijk. In de afdeling met airco stond het zeer vroege sortiment, in de andere afdeling het kerst sortiment. In beide afdelingen kon ook nog beperkt luchtbevochtiging worden toegepast, maar het was geen nevel. In de afdeling met airco was de gemiddelde dagtemperatuur 3°C lager dan in de andere afdeling. Op een van de heetste
Cym. Wallguard ‘Rijsenhout’
P.O. Box 100, 1960 AC Heemskerk, The Netherlands T: +31 (0)251 - 20 30 60 F: +31 (0)251 - 20 30 61 E:
[email protected] I: www.floricultura.com