NIEUW EUROPA ZINGT BIJZONDERE UITGAVE
NIEUW EUROPA ZINGT BIJZONDERE UITGAVE
LIEDERENBOEK 5e druk. Bijzondere uitgave
In het lied, komt de kracht, van het volk tot uiting
PRIJS F 0.10
Van al de liederen die hierin voorkomen zijn gramofoonplaten verkrijgbaar bij • „HET BOLWERK"
INHOUD NEDERLANDSCHE LIEDEREN. bldz. A L L E M A N V A N N E E R L A N D S S T A M . . . . 10 ARBEID VOOR D E JEUGD 16 B E N JE E E N H O L L A N D S C H E J O N G E N . . . . 29 D R A A I E R SJ O N G E N . E E N 10 EENDRACHT 28 E E N IS 'T V O L K V A N N E D E R L A N D 13 EERE D E N ARBEID 21 FRIESCHE VOLKSLIED 8 GEUZENLIED 11 GILDEMARSCH : . . . 5 HOLI-ZEE ,12 JONGENS V A N N E D E R L A N D 7 KAMERADEN 6 KLEPPERMARSCH 28 KLOKKE ROELAND 26 KOP E N BEENEN 29 L I M B U R G MIJN V A D E R L A N D 8 M A R S C H L I E D (Kameraden, sterk in vast vertrouwen) 18 M A R S C H L I E D ('t Is plicht, dat ied're jóngen) . . . 11 M E T D E M E E U W O P JE BORST 27 MLISSERTMAN 21 N.W.V. LIED 30 ONTWAAK 27 OP V O L K S G E N O O T E N 22 S T E M V A N SUID-AFRIKA, D I E 31 STORMERSLIED 25 STORMERSMARSCH 28 STRIJDLIED 14 TRANSVAALSCHE VOLKSLIED 9 2
TROMMELMARSCH VLAAMSCHE LEEUW VLAGGENLIED V O O R 'T V A D E R L A N D , VOORWAARTS KAMERADEN . VRIJHEID E N R E C H T W I L H E L M U S l e vers . . . W I L H E L M U S 6e vers WIJ W I L L E N H O L L A N D H O U E N ZILVERVLOOT, DE ZWARTE LEGIOENEN, DE . . . ZWARTE SOLDATEN, DE . . . ZWARTHEMDEN . . ZWARTHEMDENLIED . . ZWART-ROOD BANIER . . ZWART-ROOD PARAAT
bldz. 27 9 12 29 28 20 9 ' 8 10 ' 11 24 5 17 ' 12 ' 19 15
.
' . ' . ' '
ITALIAANSCHE LIEDEREN. BALILLA LIED . . . GIOVINEZZA MARCIA REALE DUITSCHE
34 33 32
LIEDEREN.
ALS DIE GOLDENE ABENDSONNE . BOMBEN A U F ENGELAND . DEUTSCHLAND LIED . . . DOROTHEE . . . DU SCHöNSTE V O M STaDTEL . EDELWEISZ . . . ERIKA FRANKREICHLIED HEIDEMARIE . . HEUTE M U S Z ICH FORT V O N D
.
'
I
R
' '
' '
'
'
4
37 42 « 44 46 44 43 41 47 9
HORST WESSELLIED 36 ICH H A T T ' E I N E N K A M E R A D E N . . 36 JAWOLL - DAS STIMMT - JAWOLL . 51 LEBE W O H L D U KLEINE MONIKA . . 50 LIEBES M a D E L . . '52 MaRKISCHE HEIDE ' ' ' ' 38 M A T R O S E N L I E D (Wir fahren gegen Énqellaic!) ' ' 40 S.A. M A R S C H I E R T . . . . 39 S C H W A R Z - B R A U N IST D I E H A S E L N U S Z . 49 VIER MaDCHEN A U F DER BANK . 48 V O R W a R T S , V O R W a R T S (marsch der H.J.) . 38 W E N N DIE SONNE SCHEINT A N N E M A R I E 47 W E N N ICH URLAUB HAB' . . 45
4
DB Z W A R T E S O L D A T E N De strijd is ontbrand, Verdeeldheid moet weg, In ons schoon Nederland, Nu zijn wij nog geknecht. De nieuwe geest breekt baan. Wij zijn dus paraat. Laat 't eenheidsfront maar slaan. Wij blijven op de straat Kom Kameraad Toont een daad Voor ons Volk en Land Waar het om gaat En wij zijn de zwarte soldaten Voor A N T O N M U S S E R T zijn wij in 't gevecht Daarom zijn wij de zwarte soldaten Want wij strijden voor vrijheid en voor recht Wij strijden tegen 't Marxisme Roodfront-Liberalisme Want ons Volk moet in vrijheid weer leven Dat is onze zaak en heilig recht Daarom zijn wij de zwarte soldaten Voor A N T O N M U S S E R T zijn wij in 't gevecht. Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 152 a f 1.65. GILDEMARSCH. Wij zijn Mussert's eere-regiment, Wij zijn mannen van de daad. Overal is onze Gilde-man present, Wij zijn dag en nacht paraat. Onversaagd den opmarsch begonnen.
Voor ons dierbaar Nederland, Tot den eindstrijd is gewonnen ) bis Houden wij met Mussert stand. ) Wij marcheeren achter onze vaan, Onze trommel roept ons ten strijd. Voor geen hinderpalen blijft het Gilde staan. De Trekkers zijn steeds bereid. Nog eens flink de handen uit de mouwen Want de bezem moet er door. Discipline, tucht en vertrouwen ) bis Houden ons op het rechte spoor. ) Onze Leider trouw ten allen tijd. Is het wachtwoord van het Gilde. Als de „sterke man" Colijn ons fel bestrijdt, Of een Albarda^-de Wilde. Een Fascist houdt zee, Kameraden, Voor zijn heilig ideaal. 't Zwarte Leger trekt vastberaden, ) bis Naar de groote zegepraal. ) Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 152 a ƒ 1.65. KAMERADEN. Met de N.S.B. wij gaan mee, Kameraden, fier ploegt ons schip de volle zee. Steekt een stormwind op, vlag in top, Kameraden, helder het hoofd, de handen ree. KeerversWie met Mussert vaart, die is wel bewaard, want die vecht voor Neerland's roem en eer, keert behouden weer.
Dreigen zorg en nood, tot den dood, Kameraden, trouw aan het eens gegeven, woord. Blijven 't allen tijd wij bereid, Kameraden, dreunt onze zang van Zuid tot Noord: Keervers. Neen, geen wapengeweld brengt in 't veld, Kameraden, neen, draagt ons hoog beginsel uit. Bukken w'onder dwang, in 't gevang, Kameraden, dan nog, ook dan nog klinke 't luid: Keervers. Gram of oonplaa t: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 153 a ƒ 1.65. JONGENS V A N N E D E R L A N D . Jongens van Nederland, hoor je die trommels? Zie je die vaandels en zie je die vlag? Zie je die duizenden krachtig marcheeren? Zie je hun blijheid en merk je hun lach? Dat zijn de jongens, die voor 't Vaderland strijden, Doordrongen van plicht, in besef van hun kracht Jongens van Nederland, zie je die fierheid? Zie je die orde en voel je die moed? Zie je, dat levenskracht straalt uit hun oogen? Zie je die allen bezielende gloed? Dat zijn de jongens, die de laksheid verachten, Verlangend naar daad, in besef van hun kracht Keervers. Dat zijn de troepen dej jonge Fascisten, dat is de jeugd waarop Nederland wacht Dat zijn de troepen der jonge Fascisten, dat is de jeugd waarop Nederland wacht Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 153 a f 1.65.
Dietsche Liederenpotpourri 1. WILHELMUS. Mijn schilt ende betrouwen Sijt Ghy, o Godt mijn Heer, Op U soo wil ick bouwen, Verlaet my nimmermeer! Dat ick doch vroom mach blyven, U dienaar t' aller stondt, De tyrannie verdryven Die mij mijn hert doorwont. 2. FRIESCHE VOLKSLIED. Friesch bloed, stuif op, wil nu eens bruisen en koken En bonzen door onze aderen rond. Vlieg op! Wij zingen het beste land van de aarde Het Friesche land vol eer en roem. Klink dan en daver ver in het rond Uw oude eer, o Friesche grond. 3. LIMBURG, MIJN VADERLAND. Waar in 't bronsgroen eikenhout, 't Nachtegaaltje zingt; Over 't malsche korenveld, 't Lied des leeuw'riks klinkt; Waar de hoorn des Herders schalt Langs der beekjes boord: Daar is mijn Vaderland ) bis. Limburgs dierbaar oord! ) Gramofoonplaat: Eigen nopname van H E T BOLWERK no. 155 a f 1.65. 8 .
4. DE VLAAMSCHE LEEUW. Zij zullen hem niet temmen Den lieren Vlaamschen Leeuw; Al dreigen zij zijn vrijheid Met kluisters en geschreeuw. Zij zullen hem niet temmen, ) bis Zoolang één Vlaming leeft, ) Zoolang de Leeuw kan klauwen ) bis Zoolang hij tanden heeft. ) 5. OUD-TRANSVAALSCHVOLKSLIED. Kent gij dat volk vol heldenmoed, En toch zoo lang geknecht? Het heeft geofferd goed en bloed, Voor vrijheid en voor recht; Komt burgers! laat de vlaggen wapp'ren... Ons lijden is voorbij, Roemt in den zegen onzer dapp'ren Dat vrije volk zij wij! Dat vrije volk, dat vrije volk. Dat vrije, vrije volk zijn wij! 0. WILHELMUS. Wilhelmus van Nassouwe Ben ick van Duytschen Moet, Het Vaderlandt ghetrouwe Blyf ick tot inden doet. Een Prince van Oraengien Ben ick vrij onverveert, Den Coninck van Hispaengien Heb ick altijt gheëert. Gramofoonplaat: Eigen nopname van H E T B O L W E R K no. 155 a ƒ 1.65. 9
Liederen van Nederlands Stam. 1.
E E N LIED V A N NEDERLAND. Alle man van Neerlands stam Voelen zich der Vad'ren zonen, Willen vrij op 't plekje wonen. Dat hun tot een erfdeel kwam; Eigen meester, niemands knecht, Recht en slecht, Stalen vuist en rappe hand, Zoo is 't Volk van Nederland! 2.
E E N DRAAIERSJONGEN.
In een blauw geruiten kiel Draaide hij aan 't groote wiel Den ganschen dag; Maar Michieltjes jongenshart Leed ondragelijke smart, A-ach! A-ach! A-ach! A-ach! 3.
WIJ WILLEN HOLLAND
HOUEN.
Wij willen Holland houen. Ons Holland fier maar klein! Wij blijven 't hou en trouwe Wat ook zijn lot moog zijn! En wie ons denkt te dreigen En denkt te nemen ooit, Hij zal ons land niet krijgen ) Wij geven Holland nooit. ) 10
bis
4. D E Z I L V E R V L O O T . Heb je van de Zilveren Vloot wel gehoord, De Zilveren Vloot van Spanje? Die had er veel Spaansche matten aan boord En Appeltjes van Oranje! ! Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein, Zijn daden bennen groot (bis) Die heeft gewonnen de Zilveren Vloot Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilveren Vloot! Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 156 a ƒ 1.65.
5.
GEUZENLIED.
In naam van Oranje, doet open de poort! De Watergeus ligt aan den wal; De Vlootvoogd der Geuzen, hij maakt geen accoordl Hij vordert Den Briel of Uw val. Dat is het bevel van Lumey op mijn eer, En burgers, hier baat nu geen tegenstand meer. De Watergeus komt om Den Briell (bis) 6.
MARSCHLIED.
't Is plicht, dat ied're jongen, Aan d'onafhankelijkheid Van zijn geliefde Vaderland. Zijn beste krachten wijdt! Hoezee! Hoezee! Voor Nederland Hoezee! (bis) Voor Koningin en Vaderland ) bis Waakt ied're jongen mee. ) 11
7. V L A G G E N L I E D . O schitt'rende kleuren van Nederlands vlag, Wat wappert gij fier langs den vloed! Hoe klopt ons het harte van vreugd en ontzag, Wanneer het Uw banen begroet! Ontplooi U , waai uit nu, bij nacht en bij dag! Gij blijft ons het teeken, o heilige vlag, Van trouw en van vroomheid, van vroomheid en moed. Van trouw en van vroomheid en moed. 8.
HOU ZEE !
Hou zee, hou zee, hou moedig zee! Gij leus van onze Vad'ren, Stort kracht en moed in de ad'ren: Het loope tegen, 't loope meê, Hou Zee! Hou Zee! öramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 156 a ƒ 1.65.
1. Ons Ons Wij Aan 2.
TWART H E M DENLIED. hemd blijft zwart, ons bloed blijft rood, lied blijft hard, onz' strijd blijft groot, willen daad, wij zijn de tolk. ons de Staat, aan ons het Volk!
Wij gaan vooraan, wij eeren moed, Voor eigen Vaan, voor eigen bloed, Onz' rijen vast, onz' harten trouw, De straten vrij, voor rood-wit-blauw! 12
E E N IS 'T V O L K V A N N E D E R L A N D . 1. Eén is 't volk van Nederland, Wie daar wroet in donk're mijn. Wie daar woont langs Maas en Rijn, Aan de kust, in 't nijver Twent, Friesch en Groninger en Drent. Hooggeplaatsten, kleine luiden. Uit het Noorden, uit het Zuiden, Eén is 't volk van Nederland. 2.
Eén is 't volk van Nederland, Hier zaagt ge allen 't levenslicht, Hier is 't waar ge uw taak verricht, Samen hebt ge één verleen, Naar één toekomst spoedt ge heen. Eén zijt gij in vreugd en leed, En zoudt ge elkanders vijand heeten, Eén is 't volk van Nederland.
3.
Eén is 't volk van Nederland, Wee hem, die verdeeldheid zaait En met valsche leuzen paait, Die, verblind door eigen waan, Aanzet tot verkeerde daan. Wie het heiligst aan durft randen. Wacht de straf uit onze handen. Eén is 't volk van Nederland.
Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 157 a ƒ 1.65. 13
STRIJDLIED. 1. Hoort gij, die al te lang bleef slapen, Hoe 't volk in sterken voetstap druischt, N u 't om wat recht is en rechtschapen De vrije hand balt tot een vuist. Hoort gij de duizend, die daar trekken, Gij, wien verdeeldheid's geesel kwelt. Het is de jeugd, die U komt wekken, Tot dat zij honderd duizend leden telt. 2.
Trekt op wie nog in hoofd en schouders Den vasten wil tot arbeid heeft, Trekt op gij jeugd, nu 't werk der ouders, l i 't voorrecht der volvoering geeft, 't Zijn wakk're zonen uit wier oogen Vertrouwen op de toekomst straalt Nu zij 't verraad niet meer gedoogen. En twist, waarbij de eenheid faalt.'
3.
Trekt op groot volk der Nederlanden, Opdat het dreunen van Uw voet. Hem, die de eenheid aan komt randen, Toch eïnd'lijk deinzen doet voor goed. Daar breekt uit bloeitijd dezer jaren, De geestdrift als een voorbeeld baan, 't Getergde volk zal niet bedaren Aleer de klokken welvaart slaan.
Gramofoonplaat: -Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 157 a ƒ 1.65. 14
ZWARTROOD — PARAAT. 1.
D e N . S . B . vraagt allen mee Werkers met hoofd of hand; 't Zij rijk of arm, wij slaan alarm T o t redding van ons land. W i j brengen weer de arbeidseer. De arbeidsvloek is dan niet meer. Zwartrood *— Paraat!! Strijdt mee — H o u zee!
2.
Gij volksgenoot, nog steeds in nood! W a a r is deskundigheid? Hebt gij verstand? Reikt ons de hand V o o r heel ons volk ten strijd. De bonzen kliek brengt volk in nood: Aan ons de strijd tot in den dood. Zwartrood — Paraat!! Strijdt mee — H o u zee!
3.
Geen compromis, wij houden stand; De middenweg veracht. W i j zien niet links, wij zien niet rechts. Nog wordt het recht verkracht. Verdeeldheid weg, wij brengen recht, A l vallen velen in 't gevecht. Zwartrood —- Paraat!! Strijdt mee — H o u zee!
4.
't Is onze man, die leiden kan, Die voor ons werk weer vindt, Die strijdt voor ons en 't nageslacht. De leus blijft M U S S E R T W I N T I Hij offerde voor ons zijn goed, Zijn tijd, zijn geld. als 't moet zijn bloed. Zwartrood .— Paraat!! Striiai mee H o u zee! Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 158 a ƒ 1.65. 15
ARBEID VOOR DE JEUGD. 1. De weg vrij voor de jeugd, Zij heeft reeds lang gewacht, Plaats voor den arbeidswil En ongebruikte kracht, Ontwaakt, bevrijdt U van De politieke blindheid; Dan wordt de geest gewekt Voor nieuwe eensgezindheid. Keervers: Verdwijnen moet de klassenstrijd. Die d'arbeid heeft verlaagd, Die voert tot broodroof, haat en nijd! Marx wordt door ons verjaagd! De N.S.B. brengt vreugd En arbeid voor de jeugd. 2. Dus achter onze vlag, Het oude rood, wit, blauw. Vooruit naar 't hooge doel Met echte Geuzentrouw. Wij blijven nationaal: Op tegen het marxisme. Dat leidt tot, dictatuur Van 't wereldcommunisme. Keervers.
Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T BOLWERK no. 158 a ƒ 1.65. 16
ZWARTHEMDEN. Zwarte gezellen, bemind en gehaat, Bewonderd, vertrapt en bedrogen, Wrekers der schande en mannen der daad, Voorwaarts, met lachende oogen! Handen gerekt in den duisteren nacht — Anderen klagen en schreeuwen «fOf ons de bloedeigen broeder veracht: Ons roepen komende eeuwen! Makkers, soldaten in leven en dood, Gehard op het aambeeld der zorgen, Deekn wij samen ons leed en ons brood, Oók wonden voor 't Neerland van mprgenl Schouder aan schouder, standen en stam, Vlamingen, Friezen en Zeeuwenl Neerland of dood — is de laaiende vlam: Ons roepen komende eeuwen! Smeden uit boeien, slagzwaard en ploeg, Dat kettingen breken en vallen E n uit de wonden, die men ons sloeg, Groeit eens de toekomst van allen! Dragen de fakkel in iedere straat, Slaan hen, die gapen en geeuwen. Dieper de slaapmuts in 't suffe gelaat: Ons roepen komende eeuwen! Aanval geblazen! De stormband vast! En voorwaarts, vol moed en vertrouwen! Spijkert de zwart-roode vlag in den mast: Wij willen ons Nederland hou'en! Vorsten in lompen, ridders der Kroon, Telgen van edele leeuwen. Stormen wij voort over graven en hoon: Ons roepen komende eeuwen! Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 160 a ƒ 1.65. 17
MARSCHLIED. Kameraden, sterk in vast vertrouwen, Scharen w' ons om Mussert heen. Dienend gaan den Nieuwen Staat wij bouwen. Eén voor allen, allen één. Keervers: Wij rukken op De vlag in top, En daav'rend klinkt ons lied De bolsjewiek De bonzenkliek Ze krijgen Dietschland niet! Kameraden, niets kan ons verwinnen Als we één van willen gaan. Als geen twist vernielt ons hart en zinnen, Als wij trouw om Mussert staan. Keervers. Kameraden, vreest geen hoon of laster, Wapens uit het lafaardskamp! Mussert wint ondanks den criticaster, Die vernieuwing schuwt als ramp. Keervers. Kameraden, laat den moed nooit zakken, Weet, dat straks ons uur genaakt, 't Uur, waarnaar wij allen strijdend snakken, 't Uur, dat Neerland toekomst maakt Keervers. Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 160 a ƒ 1.65. IS
ZWART-ROOD BANIER. Zwart-Rood banier in gouden raorgenzonne, In 't strijdperk voort, voor 't heilig ideaal! Zwart-Rood banier, waai over de millioenen. Aan ons behoort het rijk der zegepraal! Zwart-Rood banier, voor 'n volk van kameraden, In mannenknuist, waar storm en strijd ontbrandt! Zwart-Rood banier, waar lafaards ons verraden, In onze vuist de vlag voor volk en land! Zwart-Rood vooraan; T ot strijd bereid, als Zwart-Rood vooraan, In nieuwen tijd waait
die vlag dan hoog geheven, 't moet tot in den dood! voor 't doel waarnaar wij streven: onze vaan 2wart-rood!
Zwart-Rood banier, in gouden morgenzonne, ln 't strijdperk voort! voor 'n heilig ideaal! Zwart-Rood banier, waai over de millioenen. Aan ons behoort het rijk der zegepraal! Zwart-Rood vooruit, gij vlag der veel gesmaden, De morgen lacht: ons wacht een nieuwen dag! Zwart-Rood vooruit! Houdt Zee dan, kameraden, In trouwe wacht om onze zegevlag!
GramofoonpJaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 161 a ƒ 1.65. li)
VRIJHEID E N RECHT! (Wolfsang-ellied) Wij, Neerlands volk vereend om onze vanen Marcheeren mee, getrouw tot in den dood! De stormklok dreunt en roept door alle straten De tijd breekt aan voor arbeidsrecht en brood. Vrijheid en recht: ) bis Nooit meer geknecht! ) 't Volk is nog steeds in nood ) Vrijheid - Arbeid - Brood! ) Het morgenrood kleurt onze arbeidsvanen, Wij zijn op marsch voor 't heilig ideaal. De Leider roept: de aanval is geblazen! Het uur is daar der groote zegepraal. Vrijheid en recht: ) bis Nooit meer geknecht! ) 't Volk is nog steeds in nood ) Vrijheid - Arbeid - Brood! ) De Stormband om, de oogen vastberaden, Zoo gaan wij voort, tot dienen weer bereid. Let op den roep, die klinkt langs steeg en straten Geen knechtschap meer; ons volk trekt op ten strijd Vrijheid en recht: ) bis Nooit meer geknecht! ) 't Volk is nog steeds in nood ) Vrijheid - Arbeid - Brood! )
Gramofoonplaat: . . , « Eigen opname va:, H E T B O L W E R K no. 161 a f 1.65. 20
MUSSERTMAN. 's Avonds na de dagtaak, In den laten zonneschijn, Waaien Mussert-vanen ) Over straat en plein ) Helder klinken lied-ren, Door het stille stadje heen: 't Regiment van Mussert ) Zoekt zijn weg alleen! )
bis
bis
Samen om de vanen, 't Hoofd omhoog vol diep ontzag. Zweren Dietsche mannen ) bis Trouw aan Volk en Vlag! ) Innig klinkt hun bede, 't Broederlied van eer en trouw; Heffen hart en handen: ) bis „Heil de Dietsche gouw"! ) 't Regiment trekt verder, Om de vaandels als een wacht. Hoede God uw leven, ) bis Mussertman: Goenacht! ) Gramof oonpl aat: Eigen opname van H E T BOLWERK no. 162 a f 1.65. E E R E D E N ARBEID! Eere den arbeid! Eere het volk! Volk en arbeid is macht. Macht van den arbeid is vrucht van de daad: Volk en arbeid is kracht. 21
Arbeid is orde - orde is tucht: 't Volk wil den arbeid eeren! Arbeid geeft brood en orde schept recht: 't Volk wil zich zelf regeeren! 't Volk wil weer leven! 't wil niet vergaan: Arbeid voor ieder begeerd! 't Volk roept om wraak, ontwaakt uit den waan: 't Doodt, wie mannen onteert! Arbeid is orde - orde is tucht: 't Volk wil den arbeid eeren! Arbeid geeft brood en orde schept recht: 't Volk wil zich zelf regeeren! 't Volk trekt ten strijde! Weg met de smaad: 't Roept den Man in 't geweer! 't Volk trekt ten strijde! 't Volk wil de Daad: Arbeid! Arbeid en Eer! Arbeid is orde - orde is tucht: 't Volk wil den arbeid eeren! Arbeid geeft brood en orde schept recht: 't Volk wil zich zelf regeeren! Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 162 a ƒ 1.65. OP! V O L K S G E N O O T E N ! Op! Volksgenooten! Laat de tweedracht varen, Waarmee partijstrijd splijt. Op! Vaderlanders! Snelt met onze scharen Voor eenheid in den strijd. Met Mussert door het bonzenfront Van Moscoviet tot vrijheidsbond! T2
Keervers: Aan ons de straat! De wil wordt daad. Door d' N.S.B. Hou Zee! Op! Volksgenooten! Willem van Oranje, Gaf ons het toekomstplan. Op! Vaderlanders! Niet slechts vrij van Spanje; Verdeelzufcht in den ban! De toekomst van ons wereldrijk, Gaat over het partijenlijk. Keervers. Op! Volksgenooten! Weg met werkeloosheid! Z' is voor een volk de dood. Op! Vaderlanders! Slechts door noesten arbeid. Wordt Nederland weer groot. Wie werken wil en werken kan, Heeft recht op werk 't zij vrouw of man, Keervers. Op! Volksgenooten! Treed' in onze rijen. Wie valsche rust veracht. Op! Vaderlanders! Fieren, franken, vrijen, Strijdt mee voor Neerlands kracht! Wij wijken nooit, wie ons kleineer', Wij buigen slechts voor God, den Heer! Keervers. Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T BOLWERK no. 163 a ƒ 1.65. 23
DE ZWARTE LEGIOENEN. Wij zijn het leger van den arbeid. Werkers, waakt opl Hoort onze klop! Wijdt wil en daad aan Neerlands Eenheid, Geen macht zet onzen opmarsch stop, Tienduizenden marcheeren. Maakt voor ons heir ruim baan! Niets kan de zwarte troepen keeren. Op! achter Mussert aan! Wij zijn de zwarte legioenen. Wie ons weerstaat! Gaat van de straat! Ons zakt de moed nooit in de schoenen, Met Mussert winnen wij den staat. Tienduizenden marcheeren. Maakt voor ons heir ruim baan! Niets kan de zwarte troepen keeren. Op! achter Mussert aan! Wij zijn de garde der bevrijders, Weg slavernij! Neerland weer vrij! Arbeid en brood voor alle strijders, Die werken willen zij aan zij, Tienduizenden marcheeren, Maakt voor ons heir ruim baan! Niets kan de zwarte troepen keeren. Op! achter Mussert aan! Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 163 a ƒ 1.65. 24
Stormersliederen 1.
STORMERSLIED.
1. Op, Nederlandsche jong'ren, Weg met verdeeldheidswaan, Treedt toe tot onze rijen En volgt de Meeuwen vaan Een vaderland, dat eendracht Als hoogste volksdeugd eert, Dat zullen wij herwinnen. Want, Jong-Nederland Marcheert. 2.
Laat onze Stormmeeuw brengen, Tot ver aan *t Zuiderstrand, De lang verklonken roepstem, Van 't oude Vaderland! Een leuze die de Natie Sinds jaren scheen verleerd, Die zullen wij doen schallen, want Jong-Nederland Marcheert!
3.
Sluit Uw geleed'ren Stormersl Rukt vastberaden voortl Draagt in nog koele harten, De geestdrift van Uw woord. Een Volk, dat, vast verbonden, God vreest, den Koning eert, Dat zullen wij herwinnen, want ... Jong-Nederland Marcheert!
Gramof oonpl aat: Eigen opname van HET" B O L W E R K no. 2 a ƒ 1.65. 25
2. K L O K K E R O E L A N D . 1. Boven Gent rijst Eenzaam en grijsd, 't Oud Belfort, zinbeeld van 't verleden. Somber en grootsch, Steeds stom en doodsch, Treurt d' oude held op 't Gent van heden. Maar soms hij rilt, En eensklaps gilt Zijn bronzen stemme door de stede. Trilt in Uw graf Trilt Gentsche helden. Gij, Jan Hyoens Gij Artevelden Mijn naam is Roeland, 't kleppe brand En luide storm in Vlaanderland. 2.
Een bont verschiet, Schept 't bronzen lied, Prachtig weer toov'rend mij voor d'oogen; Mijn ziel erkent Het oude Gent 't Volk komt gewapend toegevlogen; 't Land is in nood, „Vrijheid of dood!" De gilden komen aangetogen. 'k Zie Jan Hyoens, 'k Zie de Artevelden. En stormend roept Roeland de Helden: Mijn naam is Roeland, 't kleppe brand En luide storm in Vlaanderland. O O O O
heldentolk, reuzenvolk, pracht en macht van vroeger dagen! bronzenlied, 20
'k Wete Uw bedied, En ik versta 't verwijtend klagen; Doch wees getroost; Zie 't Oosten bloost En Vlaand'rens zonne gaat aan 't dagen. Vlaand'ren den Leeuw! Tril oude toren, En paar Uw lied met onze koren. Zing: ik ben Roeland, 't kleppe brand, Luide triomfe in Vlaanderland! Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T BOLWERK no. 2 a ƒ 1.65.
Stormersliederenpotpourri. 1. ONTWAAK. Op zij met de dekens en vlug uit je bed. Je hoort toch den roep van de Stormerstrompel? Gauw wasschen en kleeden, het Uniform aan Om frisch en met lust op den Stormmarsch te gaan. Op Stormer, Ontwaak! Nu geen mensch meer, die slaaptl Ons volk dat moet zien, dat Jong Nederland waakt. 2. TROMMELMARSCH. Er dreunen trommels door het land, Op marsch met de Jeugdstorm mee. De vlaggen waaien in ons land, De vlaggen van ons Vaderland! Stormersjeugdi Stormersjeugd! Stormersjeugd Marcheert! 3. MET DE MEEUW OP J E BORST. Wij vragen je niet of je Vader meneer is, Wij vragen je niet wat voor werk of je doet. Wij vragen alleen, wat oneindig veel meer is. Naar deugd en karakter, karakter en moed. 27
Want ben Die houdt Dan hoor Marcheert
je een kerel, die eerlijk en flink is. van zijn Land, en zijn Volk en zijn Vorst, je bij ons! Kom bij ons, kameraad dan! met ons mee, met de Meeuw op je borst! 4. K L E P P E R M A R S C H . Hoor je wel den roep, dien wij klepp-ren langs de straat? Stevig in de maat! Zie je wel de Jeugd, die zoo dapper en kordaat, Zoo vroolijk en met lust den marsch der klepp-ren slaat? 't Is de stormersjeugd op den kleppermarsch! (bis) 't Is de stormersjeugd op den kleppermarsch! (bis) 5. V O O R W A A R T S K A M E R A D E N ! Toe dan jongens! handen uit de mouwen! ! Eenmaal vraagt het Vaderland je kracht. Dan moet het op je kunnen bouwen, Als op je roemrijk voorgeslacht! Voorwaarts kameraden! van allen rang en stand. Wij zijn toch allen Zonen van 't zelfde Nederland! Gramofoonplaat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 1 a f 1.65. 6. E E N D R A C H T (één zijn). Stevig, stadig saamver klonken, Van twist en tweedracht vrij, Den makker immer steun geschonken, Strijdt stram en stoer de Stormersrij. Sportief, spontaan van binnen, Nooit morrend aan den kant, Zóó zullen wij herwinnen, 't Vereende Vaderland. 7. S T O R M E R S M A R S C H . Wij Neerlands jeugd, vereend tesaam voor 't schoone ideaal, Wij dragen fier den Stormersnaam en strijden stoer als staal! !
Wij zijn op marsch, aan ons de jeugd! ! Komt makkers, sluit de rij! Wij zijn op marsch, aan ons de jeugd! 1 Voor 't Dietsche volk marcheeren wij! 8. VOOR 'T V A D E R L A N D . Op Hollandsche Jong'ren, de hand uit de mouw, Snelt saam om de vaan van de Meeuw; Schudt laksheid forsch af, weest niet loom meer of lauw, Want wakker wordt Neerlands Leeuw! 9. K O P E N B E E N E N . Ei-lef flinke jonge Stormers, zouden samen zwemmen gaan, Tien er van die doken onder, nummer elf bleef bibb'rend [staan. Bleek rondom zijn neus en aarz'Iend Ging zijn Stormers groote teen Even in het koude water En zijn restje moed verdween. Maar de Stormers in het water Vonden dat wat al te gek, Grepen stevig, zonder meelij Watervreezer bij zijn nek. Hopla Jongens! Kop en beenen! Hopla jongens! één, twee, drie! Niet alleen je groote teenen, kopje onder! Los, twee, drie! Niet alleen je groote teenen, kopje onder! Los, twee, drie! 10. B E N J E E E N H O L L A N D S C H E J O N G E N . . . Ben je een Hollandsche jongen, van het soort „Jan de W i t " . Dan wordt je N.J.S.er, loopt mee in 't stormgelid. Dan heet je dus Stormer, een bouwer, die maakt Dat stoerheid van karakter weer in Neer'land ontwaakt! Hoezeel Gramof oonpl aat: Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 1 a ƒ 1.65.
N.W.V. LIED — „ARBEID EERT". Arbeidsm akkers aller standen Bouwvak, haven en van 't land Stokers van den trein en schepen En de werkers aan den band Eenheid kan slechts welvaart brengen Geen verdeeldheid saam ten strijd Grijpt elkander bij de polsen Makkers 't is de hoogste tijd. Keervers: Makkers vooruit, ons vaandel hooggeheven Arbeid bevrijd van knechting, kom strijd mee De arbeidsvreugd teruggebracht in 't leven Tot arbeids-eer roept ons de N . W . V . Licht en lucht in de fabrieken Raderen draaien in het rond Akkers rijpen, schepen varen Is de eisch van 't arbeidsfront. Arbeidslust geeft glans aan 't leven Vreugd na arbeid is ons recht Ook onz' plichten trouw vervullen Dan is niemand meer geknecht. Keervers. Vreugd na arbeid, zon en leven Reizen, over zee en land Wandelen, rijden, varen, vliegen, Recht ook voor den arbeidsstand Daarom geen gezeur of laksheid Weg met steeds dat eigen „Ik" Geen gepraat, maar daden toonen Vooraan in 't N.W.V.-gelid. Keervers. Eigen opname van H E T B O L W E R K no. 159 a / 1.65. •
DIE STEM V A N SUID-AFRUCA Uit die blou van onse hemel, uit die diepte van ons see: Oor ons ewige gebergtes, waar die kranse antwoord gee; Deur ons vér verlate vlaktes met die kreun van ossewa — Ruis die stem van ons geliefde, van ons land Suid-Afrika. Ons sal antwoord op jou roepstem, ons sal offer wat jij vra: Ons sal lewe, ons sal sterwe ons vir jou, Suid-Afrika! In die merg van ons gebeente, in ons hart en siel en geest, In ons roem op ons verlede, in ons hoop op wat wees, In ons wil en werk en wandel, van ons wieg tot aan ons graf, Deel geen ander land ons liefde, trek geen ander trou ons af, Vaderland! ons sal die adel van jou naam met ere dra: Waar en trou, as Africaners kinders van Suid-Afrika. In die songloed van ons somer, in ons winter nagse kou, In die lente van ons liefde, in die lanfer van ons rou, Bij die klank van huw'liks klokkies, bij die kluit-klap op [die kis — Streel jou stem ons nooit ver niet nie, weet jij waar jou [kinders is. Op jou roep seg ons nooit nee nie, seg ons altijd, altijd ja: Om te lewe, om te sterwe, ja ons kom Suid-Afrika. Op U almag vas vertrouwend het ons vadere gebou: Skenk ook ons die krag, o Here om te handhaaf en te hou. Dat die erwe van ons vaad're vir ons kinders erwe blij: Knegte van die Allerhoogste, teen die hele wereld vrij. Soos ons vadere vertrou^tet, leer ook ons vertrou, o Heer: Met ons land en ntf|an^J&sie sal dit wel wees. God regeer. Zie v o o r ^ i g n ^ t a m | s a t Jijst achter in dit boekje.
_m
Italiaansche liederen MARCIA REALE. (Italiaansch Volkslied). Viva il Re! Viva il Re! Viva il Re! Del Suo nome ne la gloria ha 1'Italia la Sua storia, nel Suo nome di Savoia è racchiuso tutto il suo avvenir. Nei momenti tristi di perigli sempre egü ha vegliato sui suoi figli; viva il Re che della nostra Italia bella è simbolo di gloria e liberta. Nel suo glorioso nome i nostri padri un giorao sfidarono la morte stretti ai Suoi padri intorno. Oggi è alfin 1'Italia libera daï monti al mar, schiavi i figli piü non vede a lacrimar . . . . Ma se da lungi un giorao ritornasse 1'oppressor, al nostro Re d i n t o r n o ^ ^ ^ ^ ^ lotteremo con onor! ^|H^HL Zie voor Gramofoonplaat: lijst
acnW^^^fcfl^fe-
GIÜV1NEZZA. (Italiaansch Volkslied). Salve, o popoio d'Eroi Salve, o Patria iramortaler Son rinati i fiqli tuoi Con la fe' nell'ideale. II valor de' tuoi guerrieri, La virtü dei pionieri, La vision de 1'Alighieri Oggi brilla in tutti i cuor. Keervers: Giovinezza, giovinezza Primavera di bellezza, Della vita nell'asprezza II tuo canto squilla e va! Dell'Italia nei confini Son rifatti gli Italiani Li ha rifatti Mussolini Per la guerra di domani. Per la gioia del lavoro Per la pace e per 1'alloro. Per la gogna di coloro Che la Patria rinnegar. Keervers. I poeti e gil artigiani I signori e i contadini Con org og lio d' I tal i ani Giuran fede a Mussolini. Non v'è povero quartiere Che non mandi le sue schiere Che non spieghi le bandiere Del fascismo redentor. Keervers. Zie voor Gramofoonplaat: lijst achter in dit boekje. 33
BALILLA ! (Inno dei Fanciulli Fascisti). Fischia il sasso il nome squilla Del ragazzo di Portoria E 1'intrepido Balilla Sta gigante nella storia E r a bronzeo quel mortaio Che nel fango s p r o f o n d ö M a il ragazzo fu d'acciaio E la Madre libero!! Keervers: Fiero 1'occhio, svelto il passo, Chiaro il grido del valore: A i nemici in fronte il sasso, A g l i amici tutto il cor! Su lupatti, aquilotti! Come i Sardi tamburini Come i Siculi picciotti, Bruni eroi garibaldini! Vibra 1'anima nel petto Sitibonda di v e r t ü Freme, Italia, il gagliardetto E nei fremiti sei T u ! Keervers. Siamo nembi di semente Siamo fiarame di coraggio Per noi canta la sorgente Per noi brilla e ride maggio; M a se un giorno la battaglia A l p i e mari incendiera N o i saremo la mitraglia Della santa LibertaÜ Keervers. Zie
voor Gramofoonplaat: lijst achter in dit boekje. 'M
Duitsche liederen DEUTSCHLANDLIED. (Duitsch volkslied). Deutschland, Deutschland über alles, über alles in der Welt, wenn es stets zum Schutsz und Trutze brüderlich zusammenhalt! Von der Maas bis an die Memel, von der Etsch bis an den Belt. Deutschland, Deutschland über alles, ) bis über alles in der Welt! ) Deutsche Frauen, deutsche Treue, deutscher Wein und [deutscher Sang, sollen in der Welt behalten ihren alten schonen [Klang. uns zu edler Tat begeistern unser ganzes Leben lang! Deutsche Frauen, deutsche Treue, deutscher Wein ) bis und deutscher Sang! ) Einigkeit und Recht und Freiheit für das deutsche [Vaterland, darnach laszt uns alle streben brüderlich mit Herz und Hand! Einigkeit und Recht und Freiheit sind des Glückes Unterpfand. Blüh' im Glanze dieses Glückes, blühe, ) bis deutsches Vaterland! ) Zie voor Gramofoonplaat: lijst achter in dit boekje.
HORST WESSEL LIED. (Duitsch Volkslied). Die Fahne hoch! die Reihen dicht geschlossen! S. A . marschiert mit ruhig festem Schritt. Kameraden die Rotfront und Reaktion erschossen, marschieren im Geist in unsern Reihen mit. Die Strasze frei den braunen Bataillonen! Die Strasze frei dem Sturmabteilungsmann! Es schauen aufs Hakenkreutz voll Hoffnung schon MilHonen Der Tag für Freiheit und für Brot bricht an. Zum letzten mal wird Sturm-Alarm geblasen! Zum Kampfe stehn wir alle schon bereit, Bald flattern Hitlerfahnen über allen Straszen, Die Knechtschaft dauert nur noch kurze Zeit! Zie voor Gramofoonplaat: lijst achter in dit boekje. ICH HATT' E I N E N
KAMERADEN
Ich hatt' einen Kameraden, einen bessern findst du nit; die Trommel schlug zum Streite, er ging an meiner Seite, in gleichem Schritt und Tritt, in gleichem Schritt und Tritt. Eine Kugel kam geflogen, gilt sie rair oder gilt sie dir? Ihn hatt es weggerissen, er liegt mir vor den Füszen, als war's ein Stück von mir, als war's ein Stück von mir. W i l l mir die Hand noch reichen, derweil ich eben lad. Kann dir die Hand nicht geben, bleib du im ew'gen Leben, mein guter Kameradl mein guter Karaerad! Zie voor Gramofoonplaat: lijst achter in dit boekje. 3G
ALS DIE GOLDENE
ABENDSONNE.
Als die gold'ne Abendsonne Sandte ihren letzten Schein, Zog ein Regiment von Hitier ) In ein kleines Stadtchen ein! ) Traurig klangen ihre Lieder Durch die kleine, stille Stadt, Denn sie trugen ja zu Grabe Einen Hitlerkamerad.
bis
) )
bis
Und der Mutter in der Ferne Sandten sie den letzten Grusz Dasz ihr Sohn mit Stolz getallen, ) Durch das Herz traf ihn der Schusz. ) Trotzig wehten ihre Fahnen, Als sie senkten ihn ins Grab, Und sie schwuren ewig Treue Für den Hitlerkamerad.
) )
bis
„Du bist nicht umsonst getallen" Schwuren sie es ihm aufs Neu, Dreimal krachte dann die Salve, )bis Er blieb Adolf Hitier treu! ) Als die gold'ne Morgensonne Sandte ihren ersten Schein, Zog ein Regiment von Hitier Weiter in den Kampf hinein.
) )
bis
Zie voor Gramofoonplaat: lijst achter in dit boekje. 37
bis
MaRKISCHE HEIDE. Markische Heide, Markischer Sand Sind des Markers Freude. sind sein Heimatland. Kehrreim: Steige hoch du roter Adler, Hoch über Sumpf und Sand, Hoch über dunkle Kiefernwalder. Heil dir, mein Brandenburgerland. Uralte Eichen, dunkier Buchenhain, Granende Birken, stehen am Wiesenrain. Kehrreim, Bauern und Bürger vom markischen Geschlecht, H,elten stets zur Heimat, in markscher Treue fest Kehrreim. Zie voor Gramofoonplaat: lijst achter in dit boekje. VORWaRTS! VORWaRTS! (Marsch van de Hitier Jugend). Vorwarts, Vorwarts! schmettera die hellen Fanfaren Vorwarts, Vorwarts! Jugend kennt keine Gefahren. Deutschland, du wirst leuchtend stehn, mögen wir auch untergehn. Vorwarts Vorwarts! schmettern die hellen Fanfaren Vorwarts! Vorwarts! Jugend kennt keine Gefahren. ist das Z>el auch noch so hoch, Jugend zwingt es doch! Kehrreim: Unsre Fahne flattert uns voran, In die Zukunft ziehn wir Mann für Mann W i r marschieren für Hitier Durch Nacht und durch Not, Mit der Fahne der Jugend Für Freiheit und Brot,
Unsre Fahne flattert uns voran. Unsre Fahne ist die neue Zeit. Und die Fahne führt uns in die Ewigkeit! Ja, die Fahne ist mehr als der Tod. Jugend! Jugend! W i r sind der Zukunft Soldaten. Jugend! Jugend! Trager der kommenden Taten. Ja, durch unsre Fauste fallt, wer sich uns entgegenstellt. Jugend! Jugend! W i r sind der Zukunft Soldaten. Jugend! Jugend! Trager der kommenden Taten. Führer, wir gehören dir, wir, Kam'raden dir! Kehrreim. Zie voor Gramofoonplaat: lijst achter in dit boekje. S.A. M A R S C H I E R T . ( D U R C H GROSZ B E R L I N ) . Durch Grosz-Berlin, marschieren wir. Für Adolf Hitier kampfen wir! Die rote Front, brecht sie entzwei! S.A. marschiert, — Achtung — die Strasze frei! So stehen wir am Kampf allein, Durch Blut geschweiszt sind uns're Reih'n, Den Bliek nach vorn, die Faust geballt. Die Strasze laut von unserm Schritt erschallt. So manchen braven Kamerad legten wir schon in's kühle Grab. Wenn auch so manches Auge bricht. W i r fürchten dass Rotmord-Gesindel nicht. Und ist der Kampf auch noch so schwer, W i r wahken, weichen nimmermehr. W i r fordern Freiheit, Recht und Brot, Für Adolf Hitier geh'n wir in den Tod. Zie voor Gramofoonplaat: lijst achter in dit boekje.
iö
MATROSENLIED. (Wir fahren gègen Engelland). . 1.
Heute wollen wir ein Liedlein singen, Trinken wollen wir den kühlen Wein, Und die Glaser sollen dazu klingen, Denn es musz, es rausz geschieden sein. Refram: Gib mir deinen Hand,, deine weisze Hand, Leb' wohl mein Schatz, Leb' wohl mein Schatz, leb' wohl. Lebe wohl, denn wir fahren, denn wir fahren, Denn wir fahren gegen Engelland, Engelland!
2.
Unsere Flagge, und die wehet auf dem Maste Sie verkündet uns'res Reiches Macht; Denn wir wollen es nicht langer leiden, Dasz der Englischmann darüber lacht;
3.
Kommt die Kunde, dasz ich bin gefallen, Dasz ich schlafe in der Meereflut, Weine nicht urn mich, mein Schatz, und denke: Für das Vaterland, da flosz sein Blut.
Refrain:
40
FRANKREICH-LIED Karaerad, wir marschieren im Westen mit den Bombengeschwadern vereint, und fallen auch viele der Besten, W i r schlagen zu Boden den Feind Refrain: Vorwarts, Voran Voran! über die Maas, über Schelde und Rhein, Marschieren wir siegreich nach Frankreich hinein Marschieren wir, marschieren wir, nach Frankreich hinein. Sie wollen das Reich uns verderben, doch der Westwall, der eherne, halt, W i r kommen und schlagen in Scherben, ihre ale, verrottete Welt. Refrain; Kamerad, wir marschieren und stürmen für Deutschland zum sterben bereit, Bis die Glockken von Türmen zu Türmen verkünden die Wende, der Zeit! Refrain.'
41
BOMBEN A U F ENGELAND W i r fühlen in Horsten und Höhnen des Adlers verwegenes . W i r steigen zum Tor der Sonne empor Glück W i r lassen die Erde zurück. Kamerad, Kamerad, alle Madel müssen warten Kamerad, Kamerad der Befehl ist da: W i r starten Kamerad, Kamerad, Die losung ist bekannt Ran an den Feind, ran an den Feind Bomben auf Engeland. Wir flogen zur Weichsel und Warthe W i r flogen ins Polnische Land. W i r schlugen es schwer, das feindliche Heer Mit Blitzen und Bomben und Brand. Refrain So wurde die Jüngste der Waffen In Feuer getauft uns geweiht Vom Rhein bis zum Meer, das Fliegende Heer So stehn wir zum Einsatz bereit. Refrain. W i r stellen den britischen Löwen Zum letzen entscheidenden Schlag. W i r halten Gericht. Ein Weltreich zerbricht Das wird unser stolzester Tag. Refrain. Hort ihr die Motoren singen: Ran an den Feind! Hort Ars in den Ohren klingen: Ran an den Feind! Bomben, Bomben, Bomben, auf Engeland. 42
ERIKA. Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein Und das heiszt Erika! Heisz von hunderttausend kleinen Bienelein Wird umschwarmt, Erika! Denn Ihr Herz ist voller Süszigkeit Zarter Duft entströrat dem Blütenkleid. Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein Und das heiszt Erika! In der Heimat wohnt ein kleines Magdelein Und das heiszt Erika! Dieses Madel ist mein treues Schatzelein Und mein Glück, Erika! Wenn das Heitekraut rotlila blüht, Singe ich zum Grusz ihr dieses Lied: Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein, Und das heiszt: Erika! In meinem Kammerlein blüht auch ein Blümelein Und das heiszt Erika! Schon beim Morgengrau'n sowie beim Dammerschein Schaut s dich an Erika! Und dann ist es mir als sprach es laut. Denkst du auch an deine kleine Braut? In der Heimat weint um dich ein Magdelein Und das heiszt Erika!
EDELWEISZ Ganz einsam und verlassen an einer Felsenwand Stolz unter blauen Himmel ein kleines Blümlein stand Ich konn 't nicht wiederstehn, ich brach das Blümelein Und schenkte es den schönsten herzliebsten Madelein. Es war ein Edelweisz, ein kleines Edelweisz Hollahidi, Hullaha, Hollahidiho. So einsam und verlassen wie dieses Blümlein stand So standen wir im Leben bis Herz zu Herz sich fand Ein Leben .voller Liebe und Giück und Sonnenschein Hat uns gebracht das kleine einsame Blümelein. Refrain. DOROTHEE (Soldatenliebe, Soldateninut), Soldaten, die marschieren beim ersten Morgenschein, Der Hauptmann soll uns führen, Kamerad, Soldaten müssen sein. Die Trommel weckt die Bürger und ihre Töchter auch, Hurra! Hurra! Du stolzes Regiment! Das ist Soldatenbrauch! Soldatenliebe, Soldatenmut, ach Dorothee! So weisz wie Schnee, so rot wie Blut. Führt diese Strasze mich zu dir hin? Behalt' mich Heb, mein Madel, bis ich bei dir bin. Soldaten, die marschieren noch mitten in der Nacht. Weiszt du was von Quartieren, Kamerad? Gib acht, der Tag erwacht. Schon schimmert rot im Osten der erste Morgenschein. Hurra! Hurra! Du stolzes Regiment! Soldaten müssen sein! Refrain. 44
W E N N ICH U R L A U B H A B ' ! Heute geht's hinaus, weit fort von dir Für das Hebe Vaterland. Darum reich nochmal zum Abschied mir Deinen Mund und diene Hand! Nun ade, es musz sein, nun ade, bleibe mein Und vergisz nicht, wenn ich drauszen bin, Prag' dir diese Worte ein, Wenn ich Urlaub' hab', wenn ich Urlaub hab' Lieber Schatz, dann geht's heim zu dir. Wenn ich Urlaub hab', wenn ich Urlaub hab' Lieber Schatz, dann gehörst du mir! Valleri-vallera-valle-valleri-vallera, Bald bin ich wieder da! Halt ich drauszen in der Ferne Wacht, Dann gedenk' ich immer dein, Steh' ich ganz allein in dunkier Nacht Wird mein Herz stets bei dir sein! Denn ich weisz, was auch sei, Denn ich weisz, du bist treu! Und ich denk' dann nach getaner Pflicht, Bin ich ein paar Tage frei. Kehrreim.
45
DU SCHöNSTE VOM STaDTEL, SCHWARZBRAUNES M5DEL Schatz, mein Schatz, du bist so wunder-wunderschön Und so nett, so lieb und gut, Wenn wir beide abends bummein, bummeln geh'n, Bin ich morgens auf der Hut. Einen Bliek von dir, einen Kusz von dir, Ach, was könnt' wohl schoner sein, wohl schoner sein? Lieber Schatz, du bis so wunder-wunderschön, Dir gehort mein Herz allein. Du Schönste vom Stadtel, schwarzbraunes Madel, Du solist mein Alles sein, mein Sonnenschein! Du Schönste von allen, kamist mir getallen, Nur du allein, schwarzbraunes Magdelein! Schatz, mein Schatz und wenn und wenn im nachsten Jahr, Frühlingsblumen blüh'n im Land. Reichen wir zum Bund, zum Bund für immerdar, Uns in Treue fest die Hand. Und dann schenkst du mir einen Kusz dafür, Und dein Herz, mein Magdelein, mein Magdelien! Lieber Schatz, du bis so wunder-wunderschön, Dir gehort mein Herz allein. Kehrreim.
46
W E N N DIE SONNE SCHEINT, (Die Landpartie)
ANNEMARIE
Wenn die Sonne scheint, Annemarie, Machen wir 'ne Landpartie, Und wir wandern durch die schone Welt, Froh und frei, wie's uns gefallt. Und dann wird gelacht und dann wird geküszt, Kleine Annemarie, wie's so üblich ist! Wenn die Sonne scheint, Annemarie, Machen wir 'ne Landpartie! Heut' noch sind wir jung, Annemarie, Deshalb steigt die Landpartie! Sind wir alt und grau, Dann ist es aus, dann geh'n die Kinder aus. Und die Omama und der Opapa, Sind dann beibe nur noch für die Enkel da. Wenn die Sonne scheint, Annemarie, Machen wir 'ne Landpartie! H E I D E M A R I E W E N N WIR A M R H E I N MARSCHIEREN Nun ade, du rankes, schlankes Magdelein, Nun ade, ich musz jetzt fort zum grünen Rhein. Dort wo auf den Höh'n stolze Burgen steh'n, Schatz, dort ist die Welt so wunder, wunderschon. Und beim Sonnenschein, und beim gold'nen Wein, Blüh die Liebe am Rhein. Kehrreim. Heidemarie, wenn wir am Rhein marschieren, Heidemarie, wenn wir den Wein probieren Dann wünsch' ich mir dazu und der Kompagnie Eine, die küszt wie du, Heidemarie. 47
VIER MaDCHEN A U F DER BANK Es saszen einmal, es saszen einmal Vier Madchen auf der Bank. Kam ein Leutenant vorbei Und da waren es nur noch drei. Es saszen einmal, es saszen einmal Drei Madchen auf der Bank. Kam ein Fahnerich vorbei Und dan waren es nur noch zwei. Schlieszlich kam der Unteroffizier Und winkte der zweiten: Kleines Fraulein komm mit mir! Nun wartette noch, nun wartette noch Ein Madchen auf der Bank. Kam ein Musketier vorbei Und da war ja die Bank wieder frei. So ging es Tag aus Tag ein, des Abends von fünf bis neun Die Bank genosz die Sympathie der ganzen Kompagnie. Ob Leutnant, ob Musketier, sie traumten des Nachts von ihr, Marschierten sie im Schritt und Tritt, dann sangen allen mit. Kehrreim. Der Hauptmann der fragte stolz: Und ist auch die Bank aus Holz, So hat sie doch wie keiner mehr ein Herz für Militar Den jeder Reservemann, erinnert sich gern daran Dasz dort, wo sie am Wege stand, er seine Liebe fand.
48
H E U T E M U S Z I C H F O R T V O N DIR Heute musz ich fort von dir und musz ich Abschied nehmen O du allerschönste Zier, Scheiden das bringt Gramen Da ich dich so treu geliebt, über alle Maszen Soll ich dich verlassen! Liebchen, Soll ich dich verlassen (bis) Denn es kann ja nicht immer so bleiben Hierunter dem wechselnden Mond Es bluht eine Zeit und verwelket, Was mit uns die Erde bewohnt. .Doch solang ein Hauch von Liebe und an Leben in mir ist, Kann ich niemals dich vergessen, denn ich weisz, was du mir bist! Doch das Schau'en nach schonen Madchen, Die so freundlich nach mir seh'n Nach den Braunen, nach den Blonden, Wirst du mir doch zugesteh'n. S C H W A R Z B R A U N IST D I E H A S E L N U S Z Schwarzbraun ist die Haselnusz, Schwarzbraun bin auch dich, ja auch ich Schwarzbraun musz mein Madel sein Gerade so wie ich! Vallerie, juviduvidi, ha, ha, ha, Vallerie, juviduvidi, ha, ha, ha, Vallerie, juviduvidi, ha, ha, ha, Yalleri juvidiridi, Madel hat mir Busseri geben, Hat mich schwer gekrankt, ja schwer gekrankt Hab' ich's ihr gleich wiedergeben Ich nehm ja nichts geschenkt. Kehrreim. 49
Madel hat kein Heiratsgut, Madel hat kein Geld, ja hat kein Geld. Doch sie ist die Liebste mir Auf der ganze Welt. Kehrreim. Kernig is die Haselnusz, Kernig bin auch ich, ja bin auch ich Wenn ich eine heiraten tu, So musz sie sein wie ich. Kehrreim. L E B E WOHL DU K L E I N E MONIKA Kamerad, nun heiszt's marschieren ins Feindesland hinein Und du und ich, wir spüren, dasz niemals wir verlieren Der Sieg musz unser sein, der Sieg musz unser sein. Lebe wohl, du kleine Monika Heute musz geschieden sein. Lebe wohl, du kleine Monika Trockne dir Augelein! Vallerie, vallera, vallerallera Wenn ich wiederkomm, wirst du mein. Lebe wohl,- du kleine Monika, Bald bin ich wieder da. Der Feind, der wird zerschlagen mit seinen Hasz uns Neid' Werde tot ich fortgetragen, solist Liebste, du nicht klagen Zieh an dein schönste Kleid (bis). Kehrreim. Wenn so jung ich sollte fallen im frühen Morgenrot lasset heil ein Lied erschallen. Der schönste Tod von allen ist der Soldatentod (bis). Kehrreim. 50
Wilt U -weten hoe het op de bekende WUNSCHKONZERT voor de Weltrmacht toegaat? © Daarover is zoo juist verschenen het boek
WIR BEGINNEN DAS WUNSCHKONZERT FUR DIE WEHRMACHT samengesteld door den bekenden omroeper H E I N Z C O E D E C X E © en bevat vele geestige teekeningen en foto's van de verschillende medewerkers en medewerksters o.a.: Zarah Leander, Heinz Rühmann, Willi Fritsch, Otto Dobrindt, Karl Smitt-Walter en vele andere bekende sterren op het Duitsche film- en muziekgebied. Gebonden ƒ 1.90 Vrachtvrij thuis ƒ 2.10 JAWOLL — DAS STIMMT — JAWOLL An der Nordsee. an der Donau, an der Memel und am Rhein Da haben die Soldaten ein treues Schatzelein Auch in allen deutschen Gauen, dort wo nur Soldaten steh'n Wissen alle kleinen Frauen mit Soldaten umzugeh'n. Jowoll das stimmt, jawoll das stimmt und das tut uns so wohl! Sowie heute war es immer, sowie damals ist es heut' Soldaten sind Soldaten, das wissen alle Leut' Jeder Vater, jede Mutter sagen ihrem Töchterlein Bringst du mir einst einen Freier, Kind dann musz Soldat Jawoll das stimmt, jawoll das stimmt und das tut uns so wohl. 51
Uns Soldaten, uns Soldaten liegt die Treue schon im Blut Drum sind uns auch die Madchen so recht von Herzen gut An der Nordsee, an der Donau. an der Memel und am Rhein Und in allen deutschen Gauen wo's auch immer nur mag sein. Jawoll das stimmt, jawoll das stimmt und das tut uns so wohl. LIEBES MaDEL Als in deinem kleinen Blumengarten, Letzte Rosen blühten zu der Nacht Musztest du vergebens auf mich warten Weil dir keiner Nachricht hat gebracht Dasz ich weit von dir marschieren musz Ohne Grusz und Kusz. Liebes Madel. liebes Madel. liebes Madel unser Glück Bring ich wieder, bring ich wieder in die Heimat dir zurück. Wenn du deme Rosen nun wirst pflücken Und ans Fenster dir sie hat gestellt Solist du mir die schönste davon schikken Dasz ihr Duft mich grüszt in meinem Zelt, Dann wird's sein, als ob im fernen Land Ich dich halte fest bei deiner Iieben Hand. Kehrreim. Einmal aber werden Glocken klingen Denn zu" Ende geht ja jeder Krieg. Frohe Kunde wird zu dir sich schwingen Uns voraus von unserm letzten Sieg. Dann zieh an dein allerschönstes Kleid, Es ist wieder für uns neue Rosenzeit. Kehrreim. 52
In dit boekje de tekst van de liederen van alle bij ons verkrijgbare gramofoonplaten op te nemen, is niet mogelijk, 10.000 bladzijden zouden dan nog veel te weinig zijn. Daarom volgt hieronder een greep uit onze collectie van platen, welke wij U als zijnde Buitengewoon kunnen aanbevelen. # = met zang. (Blijf één mijn Vaderland Marschlied (In 't kleine lage landje) eigen merk 151
f 1.65
iGildemarsch Zwarte soldaten
eigen merk 152
f 1.65
eigen merk 153
f 1.65
(Kameraden Jongens van Nederland
(Holland ontwaakt Volk, sluit aaneen eigen merk 154 f 1.65 (Dietsche Liederenpotpourri, le en 2e deel eigen merk 155 f 1.65 inhoud: Wilhelmus Ge couplet — Friesche Volkslied — Limburgs Volkslied — De Vlaamsche Leeuw — OudTransvaalsch Volkslied — Wilhelmus le couplet 53
(Liederen van Neêrlands Stam, potp. le en 2e dl. eigen merk 156 inhoud: Een lied van Nederland — Een draaieirsjongen — Wij willen Holland honen — De Zilvervloot — Geuzenlied — Marschlied — Vlaggenlied — Hou Zee
/ 1.65
(Zwarthemdenlied — Eén is 't Volk van Nederland Strijdlied
eigen merk 157
ƒ 1.65
iZwartrood-Paraat eigen merk 158
f 1.65
N.W.V.-lied Badenweilej-marsch eigen merk 159 Marschlied (Kameraden sterk in vast vertrouwen)
Arbeid voor de jeugd
f 1.65
Zwarthemden
ƒ 1.65
eigen merk 160
Vrijheid en Recht Zwart-rood Banier
eigen merk 161 f 1.65
Mussertman Eere den arbeid
eigen merk 162
/ 1.65
eigen merk 163
/ 1.65
De Zwart Legioenen Op Volksgenooten
Klokke Roeland Stormersliederen eigen merk I f 1.65 Stormersliederen, potp. 54 le en 2e dl. eigejn merk II f 1.65
D e u t s c h l a n d lied — H o r s t W e s s e l l i e d Badenweilermarsch T e l e f u n k e n A . 155B Kristal 2108 Horst
Markische
Heide
Marcia Granadera H y m n e de F a l a n g e Deutscher K a m p f
iS.A
{ 1.6a f 1 —
Wessellied T e l e f u n k e n A . 1364
f l.bo
Kristal
2056
f
1.—
O d e o n 26045
f
l.bo
Espanola
i m L i e d l e en 2e deel T e l e f u n k e n A . 1393
Liederen potpourri le
en 2e deel K r i s t a l 2081
i W i r f a h r e n gegen E n g e l l a n d E s geht um's V a t e r l a n d
(Matrozenlied) P o l y d o r 11357
ƒ 1.6a
f
1.—
f 1.6a
i W i r f a h r e n gegen E n g e l l a n d ( M a t r o z e n l i e d ) Heut stechen w i r ins B l a u e n M e e r O d e o n 26363
f
1.65
i W i r f a h r e n gegen E n g e l l a n d ( M a t r o z e n l i e d ) F l i e g e r s i n d Sieger I m p e r i a l 19138
f
1.25
1.—
lErika D i e ganze K o m p a g n i e
Kristal
2144
f
Polydor
2914
f 1.2a
(Erika S c h ö n s t e vom Stiidtel (Heide M a r i e V i e r M a d c h e n auf der B a n k 55
I m p e r i a l 17297
f
1.2.)
)Wenn ich Urlaub hab' In der Heimat da gibst ein wiedersehn Imperial 19146
f 1.25
•Wenn die Sonne scheint Annemarie Gerda, Ursala, Marie Imperial 19149
f 1.25
(Wenn die Sonne scheint Annemarie Rosemarie Odeon 26361 f 1.65 (Edelweisz Dorothee
Kristal
2152
ƒ 1.—
Odeon 26360 f 1.65 Das kann doch einen Seemann nicht erschüttern Wozu ist die Strasse da Odeon 26342 ƒ 1.65 Das kann doch einen Seemann nicht erschüttern Blaue Peter
Kristal
3785 f 1.—
Kristal
2147
ƒ 1._
Polydor
4016
ƒ 1.25
Parademarsch Legion Condor Bombenfliegermarsch Marsch Deutscher im Polen Sturmende Jugend
4m abend auf der Heide Oui Madame Polydor 11364 ïeginella Campagnola [ncantesimo (Italiaansch gezongen) Polydor 11264 56
f 1.65
f 1.65
Am Abend auf der Heide Böhmische Polka Kristal IES ist so schön Soldat zu sein
5224
Tschinka — Bomtara
2137 f 1.—
Kristal
ƒ 1.—
Schön blüht die Heckenrozen Die Freude gibt uns Kraft
Odeon 1G9914 f 1.65
Du Schönste vom Stadtel Heute musz ich fort von dir Kristal Heut sind wir wieder unter uns Jawohl, das stimmt jawohl Polydor Immer wenn Soldaten singen Wir sind Kameraden
2145 f 1.— 2983 ƒ 1.25
Kristal
2148 / 1.—
Polydor
4019 f 1.25
Polydor
2997 f 1.25
Ich bin ein deutscher Matrose Spaten und Wehr Die Landpartie Das ist nun einmal zo
Lebe wohl, du kleine Monika Liebes Madel Odeon 26390 f 1.65 Soldaten sind immer Soldaten Die Welt gehort den Führenden Polydor 2416 f 1.25 Schwarzbraun ist die Haselnusz E beht in 's MSrkerland Odeon 26362 f 1.65 KOOR DER HITLER-JUGEND: Unsere Fahne flattert uns voran Hakenkreuzschwur Telefunken A. 1466 f 1.65 57
KARL SCHMITT—WALTER, met orkest begeleiding: Auf der Heide blüh'n die letzten Rosen Dunkelrote Rosen bring ich, schone Frau Telefunken A. 1906
f 1.65
Viele gold'ne Sternlein steh'n im blauen Himmelzelt Rosemarie
Telefunken A. 1949
/ 1.65
Madel ich bin dir so gut Das Zauberlied Telefunken A. 1932 KARL SCHMITT—WALTER met Koor en
/ 1.65
Orkest de Deutschen Opernhauses Berlin: Es singt der Rhein Rheinlieder Potpourri Ie en He deel Telefunken E . 2100 ƒ 2.95 Der Heimat schönste Lieder potpourri Ie en He deel Telefunken E . 2344 f 2.95 Inhoud: lm schönslen iWesengrund — Ach, wie ist möglich dan — Hoch, wass koramt von drauszen reinMüdel, ruck, ruck, ruck an meine grune Seite — Herzliebchen mein untern Rebendach — 2e deel: In einem kuhlen Grunde •— Mein Madel hat einen Rosenmund — All mein Gedanken, die ich hab' — Nun leb' wohl, du kleine Gasse. 58
Unter Italienische Sonne Groote potpourri, Ie en He deel, Telefunken E . 2343 Inhoud: Römischer Karneval — Osolemio — Mattinata — Venezia e N a p o l i — Funiculi — Finicula — 2c deel: Capriccio Italien — Santa Lucia — L a Danza — Fincstra bassa — Venezia e napoli — Rusticanella — Florcntincr marsch. KOOR: BERLINER LIEDERTAFEL. ORKEST: BERL. PHILHARMONIKER. Das Deutsche Lied potpourri Ie en He dl., Telefunken E . 1800 Inhoud: Grüsz Gott mit hellen Klang — Deutsphland, dier mein Vaterland — In der Fcrne — Wan der schaft — Der Jager aus Kurpfalz — 2e deel: Frisch gesungcn — Lütrows wilde Jagd — Die ehrj Gottes aus der Natur. S O P R A N E R N A S A C K . Orkest des Deutschen Opernhaus, B e r l i n : Paria Walzer Den Teuren zu versöhnen Telefunken E . 1772
f 2.95
f 2.95
f 2.95
Bravour Variationen uber ein Thema von Mozart Chi sa? Tarantella (Iatl ges.) Telefunken E . 3003 f 2.95 ZARAH LEANDER: Nur nicht aus Liebe weinen Schlafe mein Geliebter 59
Odeon
4624
f 2.25
Heut abend lad' ich mir die Liebe ein Ein Paar Tranen werd ich weinen Odeon
4626 ƒ 2.25
HEINZ RüHMANN: Das kann doch einen Seemann nicht erschüttern Wozu ist die Strasse da Odeon 26342 f 1.65 WILLI FORST: Bell Ami Gnadige Frau, wo war Sie gestern Odeon 26275 f 1.65 PETER KREUDER met zijn Dans-symphonie orkest La Palomita, Tango Amargura, Tango Telefunken A. 2186 ƒ 1.65 PETER KREUDER — Piano: AHotria (Piano-medley uit de gelijknamige Toonfilm) Telefunken A. 1944 ƒ 1.65 Peter Kreuder spielt Robert Stolz Telefunken A. 2439 ƒ 1.65 Defileer marsch Taptoe der Kon. Ned. Marine Odeon 178007 ƒ 2.50 Giovinezza, Marcia reale Badenweilermarsch
Odeon
25136 ƒ 1.65
©Giovinezza Balilla Odeon 250891 f 1.65 0Bombenfliegermarsch Legion Condor Parademarsch Legion Condor Kristall 2147 ƒ 1.— 60
Fliegermarsch Lufthansamarsch
Telefunken A. 1204
f 1.65
Fliegermarsch Flieger empor
Odeon
26377 ƒ 1.65
Der Fallschirmjager Post away marsch
Imperial 19145 f 1.25
Florentinermarsch Kadettenmarsch
Telefunken A. 848 f 1.65
iDer Feldpostbrief Der Stosztrup
Odeon 26389 f 1.65
ilm Schütz der Wehrmacht Memellandmarsch Odeon 'In der Heimat stehen auf Posten Ein Mann, ein Mann, ein Wort Polydor Morgenlied der Soldaten Soldaten sind immer Soldaten Odeon Ruch-Zuck Annemarie (potpourri) Polydor Schön ist das Soldatenleben (potpourri) Polydor FRANKREICHLIED BOMBEN A U F ENGLAND
26324
f 1.65
4021
f 1.25
26388
f 1.B5
10607 f 1.65 4020 ƒ 1.25
Imperial 19157 ƒ 1.25
Frankreichlied Bomben auf England
Odeon 61
ƒ 1.65
Ook zijn bij ons verkrijgbaar Opera, Operette Klasieke muziek Amusementsmuziek Dansmuziek Marschmuziek
o.a. van
FRANZ VöLKER HEINRICH SCHLUSNUS KARL SCHMITT—WALTER HERBERT ERNST GROH ERNA SACK ZARAH LEANDER ROSITA
SERANO
SCHURICKE TERZETT HEINZ
RüHMANN ...en vele anderen
Concertgebouw Orkest o.l.v. Prof. Dr Mengelberg Orchester der Deutschen Opernhaus Berliner Philharmoniker Orchester des Festspielhauses Bayreuth Peter Kreuder (Tanz-Symphonie Orchester) Peter Kreuder (Piano) Alexander Brailowsky en vele anderen 62
U gelieve mij te zenden de navolgende gramofoonplaten: aantal:
merk:
no.
a f ƒ /'
/ / /•
Het verschuldigde bedrag werd door mij reeds op Uw girorekening no. 271497 gestort.
Handteekening: Naam: Straat: Plaats:
Aan het kantoor van „Het B o l w e r k "
Kalverstraat 7
AMSTERDAM-C.