NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER voor de hervergunning van de elektriciteitscentrale Ringvaart van EDF LUMINUS NV te Gent
Opdrachtgever:
Studiebureau:
EDF LUMINUS NV - Ringvaart Buitenring Wondelgem 10 B-9000 Gent
SGS Belgium NV Polderdijkweg 16, Haven 407 2030 Antwerpen i.s.m. overige deskundigen Chris Cammaer – ACC Geology Ulrik Van Soom – Mensura E.D.P.B.
SEPTEMBER 2013
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
‘Dit is de niet-technische samenvatting van een milieueffectrapport, m.a.w. een beknopte samenvatting van het eigenlijke milieueffectrapport bestemd voor publiek en belanghebbenden. Een milieueffectrapport is een openbaar document waarin de milieueffecten van een planproces of project en de eventuele alternatieven voor dat planproces of project, worden onderzocht. Het milieueffectrapport beslist niet of het project een vergunning krijgt, dit wordt beslist door de vergunningverlener die hierbij rekening houdt met milieueffectrapport. De niet-technische samenvatting heeft als doel om aan publiek en belanghebbenden de relevante informatie uit het milieueffectrapport van het project of plan te communiceren en hiermee de publieke participatie in het vergunningsproces te bevorderen. Voor de uitgebreide technische informatie moet u het eigenlijke milieueffectrapport raadplegen.’
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
1/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
Inhoudstafel
I.
Inleiding ...........................................................................................................................4 1. 2. 3.
Beknopte omschrijving van het project ................................................................................................ 4 Toetsing aan de MER-plicht ................................................................................................................. 4 Verantwoording van het project .......................................................................................................... 4
II.
Situering van EDF LUMINUS NV – Ringvaart Gent .......................................................6
III.
Processen en installaties ............................................................................................10 1. 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
IV.
Milieu-effecten ...........................................................................................................14 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
V.
Beschrijving van de STEG-centrale ..................................................................................................... 10 Neveninstallaties ............................................................................................................................... 12 Schoorsteen ...................................................................................................................................... 12 Gasopwarmketels.............................................................................................................................. 12 Nooddiesel ........................................................................................................................................ 12 Hulpstoomketel................................................................................................................................. 12 Watervoorbereiding .......................................................................................................................... 12 Waterzuivering.................................................................................................................................. 13 Koelwatervoorziening........................................................................................................................ 13 Bluswatervoorziening ........................................................................................................................ 13
Bijdrage tot de kwaliteit van de lucht................................................................................................. 14 Bijdrage tot de kwaliteit van het oppervlaktewater ............................................................................ 14 Bijdrage tot de geluidsemissie ........................................................................................................... 15 Bijdrage tot de lokale kwaliteit van bodem en grondwater................................................................. 16 Effecten op de volksgezondheid ........................................................................................................ 16 Effecten op Fauna en Flora ................................................................................................................ 17 Effecten op landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie .............................................................. 17
Algemeen besluit ........................................................................................................18
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
2/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
Figuren en tabellen
Figuur 1 :Ligging van EDF LUMINUS Ringvaart op het gewestplan............................................................... 7 Figuur 2: Ligging van EDF LUMINUS Ringvaart op de luchtfoto (www.google.be) ....................................... 9 Figuur 3: Principeschema STEG ................................................................................................................... 10 Tabel 1: Woonkernen in de buurt van EDF LUMINUS-Ringvaart .................................................................... 6
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
3/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
I. INLEIDING
1. Beknopte omschrijving van het project De STEG-centrale van EDF LUMINUS NV (verder EDF LUMINUS genoemd) aan de Ringvaart te Gent heeft een warmtevermogen van 700 MWth en een elektrisch vermogen van 390 MWe (waarbij het rendement van de centrale schommelt tussen 54 en 56%). De elektriciteitscentrale gebruikt aardgas om elektriciteit te produceren. De hoofdelementen hiertoe zijn de gasturbine, de recuperatiestoomketel, de stoomturbine en de alternator. De stoom wordt afgekoeld in aërocondensoren en vereist bijgevolg geen koelwater. EDF LUMINUS wenst de installaties te hervergunnen daar de lopende milieuvergunning in september 2014 vervalt. Het MER wordt opgemaakt ten behoeve van de hervergunningsaanvraag. Er worden geen significante veranderingen aan de installaties voorzien.
2. Toetsing aan de MER-plicht De m.e.r.-plicht voor projecten wordt beschreven in het Decreet van 18 december 2002 ter aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende milieu- en veiligheidsrapportage. Dit decreet voorziet in uitvoering van de Europese Richtlijn 97/11/EG (ondertussen vervangen door richtlijn 2011/92/EU, gepubliceerd 28 januari 2012) een onderscheid tussen projecten die altijd m.e.r.-plichtig zijn en projecten waar de m.e.r.-plicht afhangt van drempelwaarden of van een beslissing geval per geval door de bevoegde instantie. De twee types projecten worden beschreven in één uitvoeringsbesluit, nl. het uitvoeringsbesluit houdende houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 10 december 2004 (B.S. februari 2005) en gewijzigd door het B.Vl.R. van 15/07/2011 (B.S. 6/09/2011). Dit besluit van de Vlaamse Regering voorziet in bijlage I categorieën van projecten die in overeenstemming met art. 4.3.2. §2 en §3 van het decreet aan de project-mer worden onderworpen:
Rubriek 2 a) Thermische centrales en andere warmtevermogen van ten minste 300 megawatt.
verbrandingsinstallaties
met
een
De STEG-centrale van EDF LUMINUS Ringvaart heeft een warmtevermogen van 670 MWth en is bijgevolg onderhevig aan de MER-plicht.
3. Verantwoording van het project EDF LUMINUS wenst ook na 2014 met de STEG-centrale aan de Ringvaart in Gent electriciteit te produceren. Daar de huidige vergunning loopt tot 29/09/2014 dient er een nieuwe milieuvergunning bekomen worden. De centrale is van de nieuwste generatie STEG-centrales en is in dienst genomen in maart 1998. In 2011 is de centrale grondig gereviseerd en zijn er upgrades toegepast: -
Nieuw brandersysteem
-
Efficiëntere gasturbine schoepen
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
4/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
-
Efficiëntere luchtcompressor¨schoepen
-
Performanter regelsysteem
-
Een nieuwe geluidsdemper met lagere weerstand bij gelijkblijvende geluidsdemping.
Deze wijzigingen hebben geleid tot een rendementswinst van ongeveer 1%. Hierdoor behoort de centrale tot de top in vergelijkbare installaties. In de toekomst zijn verdere efficiëntie verbeteringen niet uit te sluiten waardoor er in de nieuwe vergunning een iets hoger vermogen aangevraagd wordt. De geproduceerde elektriciteit varieert jaarlijks in functie van de markt condities en vermogensvraag van het net.
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
5/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
II. SITUERING VAN EDF LUMINUS NV – RINGVAART GENT Figuur 1 en Figuur 2 tonen de ligging van de STEG-centrale van EDF LUMINUS aan de Ringvaart (verder EDF LUMINUS-ringvaart genoemd) op het gewestplan en de luchtfoto. Het huidige bedrijfsterrein beslaat het kadastraal perceel: Provincie Oost-Vlaanderen
Gemeente Gent
Afdeling
Sectie
13
Perceelnr
Grootte (ha)
89C
72.917
S
De belangrijkste woonkernen in de buurt van de site zijn (de cijfers tussen haakjes corresponderen met de cijfers op de figuren in bijlage: Tabel 1: Woonkernen in de buurt van EDF LUMINUS-Ringvaart Nr.
Woonkern
richting
Afstand (km)
1
Langerbrugge
NO
1,7
2
Evergem
NW
1,5
3
Wondelgem
ZW
1,9
4
Meulestede
Z
1,8
5
Oostakker
O
2,6
6
Gent
7
Desteldonk
8
Mariakerke
ZW
5
9
Sleidinge
NW
4,6
10
Wippelgem
N
3,7
11
Doornzele
NO
5
Z
5,6
NO
4,3
De dichtstbijgelegen woning is op 550 m (NW) van de bedrijfsgrens gelegen. De site EDF LUMINUS-Ringvaart is volgens het gewestplan gelegen in een gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven (paars met opdruk Z). De site grenst ten zuiden en ten oosten aan hetzelfde gebied voor zeehaven en watergebonden bedrijven volgens het gewestplan, in het gewestelijk RUP (zeehavengebied- ‘uitbreiding papierproducerend bedrijf’) is de bestemming van de strook ten oosten en ten noorden van het bedrijfsterrein gewijzigd. Er werd een strook havenontsluitingsgebied vastgelegd. Ten noorden en ten westen grenst de site aan een buffergebied (groen met opdruk T), in deze bufferzone loopt de R4. Ten zuiden van de site is de Ringvaart gelegen. In het westen, verder dan de bufferzone is een woonuitbreidingsgebied en een woonzone gelegen (rood en rood-wit carré opdruk). De belangrijkste bedrijven in de onmiddellijke omgeving van de elektriciteitscentrale zijn: • • • •
(A) Stora Enso Langerbrugge NV (B) CRI Catalyst Belgium (C) TOP Gent (D) Buckman Laboratories
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
6/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
Figuur 1 : Ligging van EDF LUMINUS Ringvaart op het gewestplan
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
7/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
Legende gewestplan
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
8/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
Figuur 2: Ligging van EDF LUMINUS Ringvaart op de luchtfoto (www.google.be)
: Perceel EDF LUMINUS Ringvaart
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
9/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
III.PROCESSEN EN INSTALLATIES 1. Beschrijving van de STEG-centrale De elektriciteitscentrale Ringvaart bestaat uit een gascentrale van het type “STEG” (SToom- En Gasturbine) met een vermogen van ongeveer 390 MWe. In feite combineert de stoom- en gasturbinecentrale – kortweg STEG – twee productietechnieken om elektriciteit op te wekken: de eerste werkt op basis van gasturbines en de tweede op basis van stoomturbines, zoals in de klassieke thermische centrales. Als primaire energiebron wordt op de centrale Ringvaart aardgas gebruikt (aangevoerd via een pijpleiding). De hoofdelementen van de STEG zijn de gasturbine, de recuperatiestoomketel, de stoomturbine en de alternator, zie principeschema hieronder: Figuur 3: Principeschema STEG 100 °C
Single Shaft + aërocondensor STOOM 100 bar
GAST URBINE 230 MW
600 °C
150.000 V
L U C H T STOOMT URBINE 125 MW
357MW
BRAND ST OF 650 MW
BRANDSTOF 650 MW ELEKTRICITEIT 357 MW RENDEMENT 355/650= 55%
KOELLUCHT
KO NDENSO R
POMP
WATER 20 °C
LEVERING VAN HET AARDGAS Het aardgas wordt door Fluxys geleverd met een maximale druk van 80 barg. Het aardgas wordt daarna ontspannen tot een druk van ± 32 barg. Het ontspannen kan ofwel via twee statische ontspanstraten ofwel via een ontspanturbine die daardoor nog ongeveer 1 MWe aan energie levert. Voor Ringvaart is het debiet in de ontspanningslijn en de tellijn: • Minimum: 2 200 Nm3/h (gasturbine bij minimale last) • Nominaal: 62 328 Nm3/h (gasturbine 100 % load bij + 8° C) • Maximum: 70 300 Nm3/h (gasturbine bij peak load, 0° C en ongunstige O.V.W.).
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
10/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
Aangezien het aardgas in ondergrondse pijpleidingen vervoerd wordt, is zijn temperatuur aan de ingang van de centrale zeer stabiel: tussen + 5 en + 9°C. Bij een zeer lange koude periode kan deze temperatuur tot + 2°C dalen. Bij een zeer lange warme periode kan deze temperatuur + 15°C bereiken. De minimale gastemperatuur aan de ingang van de gasturbine moet + 15°C zijn, omdat men bij deze temperatuur kan verzekeren dat er zich geen vloeistof druppels in het gas bevinden, Deze druppels zouden tot zware schade in de gasturbine kunnen leiden. Om tenminste + 15°C na de ontspanning te bereiken wordt via een drietal warmtewisselaars warmte uit de stoomcyclus gerecupereerd. DE GASTURBINE De luchtcompressor in de gasturbine zuigt enorme hoeveelheden lucht aan. In de verbrandingskamers wordt deze lucht gemengd met geïnjecteerd aardgas en verbrand tot hete rookgassen. De expansie van de rookgassen drijft de gasturbine zelf aan. Aan de gasturbine is een alternator gekoppeld waarin de elektrische energie wordt opgewekt. De gasturbine kan beschouwd worden als een aangepaste jetmotor waarbij de stuwkracht wordt omgezet in mechanische energie. De hete uitlaatgassen (600°C) van de gasturbine bezitten nog zeer veel energie. Om het rendement te verhogen wordt gekoppeld met een stoomturbine. DE RECUPERATIEKETEL MET STOOMTURBINE De hete verbrandingsgassen van de gasturbine worden door een nageschakelde recuperatiestoomketel gestuurd. Hun restwarmte vormt aangevoerd water om tot stoom op hoge druk en temperatuur. De stoomturbine ontspant deze stoom en drijft een alternator aan. De STEG voor Gent Ringvaart is van het type "single shaft". Dit betekent dat gasturbine en stoomturbine op één as met de alternator zijn gemonteerd. Zo worden de mechanische en elektrische verliezen beperkt, waardoor het rendement stijgt. DE KOELKRING De afgewerkte stoom wordt om rendementsredenen in een condensor gekoeld en terug gevoerd naar de stoomketel. Omwille van ecologische redenen is er gekozen voor een condensor die gekoeld wordt met lucht in plaats van water. Het gebruik van deze "aërocondensoren" voor centrales was bij de bouw van de centrale revolutionair, zowel in België als in het buitenland. De aërocondensor bestaat uit een groot aantal panelen, samengesteld uit geribde buizen. Door de buizen vloeit de stoom. De panelen zijn opgesteld in de vorm van een zadeldak. Daaronder blazen ventilatoren omgevingslucht door de geribde pijpen. Hierdoor condenseert de stoom en wordt deze als voedingswater gerecupereerd. Als voordelen van een aërocondensor kan vermeld worden dat er geen hoogbouw (koeltoren) nodig is, er bijgevolg geen damppluimen te zien zijn en er geen thermische belasting van koelwater (oppervlaktewater, in dit geval de Ringvaart) is. Bovendien zijn alle maatregelen om de geluidsemissie van de ventilatoren te dempen genomen.
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
11/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
2. Neveninstallaties 2.1
Schoorsteen
De rookgassen verlaten de STEG via een schoorsteen met een hoogte van 55 m tov het maaiveld. Naast deze schoorsteen zijn op het bedrijf nog 4 lagere schouwen aanwezig namelijk deze van de hulpstoomketel (17 m), de nooddiesels (14 m) en 2 van de aardgasopwarmketels (elk 12 m). 2.2
Gasopwarmketels
Zoals in paragraaf 1 werd uitgelegd, zal het aangeleverde aardgas door expansie dalen in temperatuur en moet het uit technische en veiligheidsoverwegingen terug opgewarmd worden tot minimaal 34°C. Dit gebeurt in principe maximaal met de gerecupereerde warmte uit de stoomcyclus. Bijkomend zijn ook twee aardgasopwarmketels van elk 2340 kWth aanwezig, welke kunnen ingezet worden bij een eventueel tekort óf bij onderhoudswerken aan één van de warmtewisselaars. In 2012 waren deze installaties 144 uren in dienst. 2.3
Nooddiesel
De centrale is voorzien van een noodstroomvoorziening door middel van een met dieselmotor aangedreven alternator. Deze levert een vermogen van 1 MWe of 2,8 MWth. 2.4
Hulpstoomketel
De centrale is voorzien van een hulpstoomketel op aardgas (13 MWth) om: •
De centrale op te starten na volledige stilstand en afkoeling
•
De stoomketel stand-by te houden bij stilstanden
•
De stoomketel te beschermen tegen corrosie bij langere stilstanden
2.5
Watervoorbereiding
Voor de aanmaak van stoom dient gedemineraliseerd water aangewend te worden. Dit wordt gemaakt op basis van: • •
leidingwater (aangeleverd door VMW); kanaalwater uit de noordelijke ringvaart (normale bedrijfsvoering).
Wanneer leidingwater wordt gebruikt zal dit rechtstreeks gedemineraliseerd worden in een demineralisatie installatie met kation- en anionwisselaars op basis van hars. Het deminwater wordt opgeslagen in een opslagtank van 1600 m³ en gaat van daaruit naar de verbruikers. De kation- en anionwisselaars worden geregenereerd met behulp van natriumhydroxide oplossing en zoutzuuroplossing. Deze chemicaliën worden op de site opgeslagen in een ingekuipte opslagtank. Bij gebruik van kanaalwater zal dit via diverse filters ingenomen worden, achtereenvolgens met ozon en actief kool behandeld en via omgekeerde osmose opnieuw naar de demineralisatie installatie geleid worden.
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
12/18
MER Hervergunning
2.6
EDF Luminus NV - Gent
Waterzuivering
Het bedrijfsafvalwater wordt via een neutralisatie en bezinking in de Ringvaart geloosd. Bedrijfsafvalwater dat oliehoudend kan zijn wordt eerst over een olieafscheider geleid. Huishoudelijk afvalwater wordt gezuiverd over biorotoren en dan in de Ringvaart geloosd. 2.7
Koelwatervoorziening
De koelwatervoorziening in de centrale bestaat uit een gesloten circulatiesysteem dat gevuld is met een glycol/deminwater mengsel. 2.8
Bluswatervoorziening
Het bluswaternet wordt gevoed vanuit de Ringvaart tijdens interventies. In normaal bedrijf wordt het hydrantensysteem op druk gehouden dmv een stadswater gevoede pomp.
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
13/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
IV. MILIEU-EFFECTEN Volgende milieueffecten werden onderzocht: -
bijdrage tot de kwaliteit van de lucht
-
bijdrage tot de kwaliteit van het oppervlaktewater
-
bijdrage tot de geluidsemissie
-
invloed op de lokale kwaliteit van bodem en grondwater
-
effecten op de volksgezondheid
-
bijdrage tot de verkeerscongestie
-
effecten op fauna en flora
-
effecten op het landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie;
In wat volgt worden de relevante milieueffecten kort samengevat en aangevuld met milderende maatregelen, zowel deze die reeds genomen zijn als - indien relevant - maatregelen die bijkomend zijn voorgesteld. 1. Bijdrage tot de kwaliteit van de lucht De geleide emissies van de centrale zijn afkomstig van een 5-tal emissiepunten, waarvan de STEGinstallatie voor de grootste emissies (> 99% van alle emissies van de centrale) zorgt. De emissies van alle stookinstallaties voldoen aan de emissiegrenswaarden zoals vastgelegd door Vlarem II. Voor de STEG-installatie werd ook getoetst aan de emissiegrenswaarden geldig vanaf 1/01/2016. Ook aan deze emissiegrenswaarden wordt voldaan. Een toetsing van de installatie aan de Beste Beschikbare Technieken toont dat de installaties voldoen aan de BBT-vereisten. Ondanks het feit dat de Gentse kanaalzone een hotspotzone is voor ‘fijn stof’ werd – gezien fijn stof in het kader van dit dossier minder relevant is, de installaties worden nl. gestookt op aardgas - voor deze parameter geen verspreidingsberekening uitgevoerd. Verspreidingsberekeningen werden wel uitgevoerd voor de parameter NOx en dit bij een uitbating van 700 MWth over het volledige jaar. De bijdrage van EDF LUMINUS Ringvaart aan de jaargemiddelde immissieconcentraties in de omliggende woonzones is overal “verwaarloosbaar”. Voor de piekconcentraties is de bijdrage “belangrijk” thv het pluimmaximum (ca. 100 m ten noorden van het bedrijfsterrein en gelegen in industriegebied), “verwaarloosbaar” thv de kernen Wondelgem en Meulestede en “beperkt” thv de overige woonkernen. Gezien er geen relevante milieueffecten werden vastgesteld, dringen zich geen milderende maatregelen op. 2. Bijdrage tot de kwaliteit van het oppervlaktewater Voor de waterbevoorrading maakt EDF LUMINUS Ringvaart gebruik van stads- en oppervlaktewater (kanaalwater Ringvaart). Het oppervlaktewater wordt gecapteerd voor productie van voedingswater voor de stoomcyclus. EDF LUMINUS Ringvaart beschikt over 2 lozingspunten op de Ringvaart nl. één voor huishoudelijk afvalwater en één voor bedrijfsafvalwater. Het huishoudelijk afvalwater is afkomstig van toiletten, douches, kuiswater van burelen e.d. en voldoet aan de algemene lozingsnormen opgelegd in Vlarem II.
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
14/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
Het bedrijfsafvalwater bestaat uit afvalwater dat bij waterbehandeling ontstaat, lekverliezen en mogelijk verontreinigd hemelwater. Toetsing tov de algemene en vergunde lozingsnormen geeft aan dat de vergunde concentraties voor Ptot en ‘nitraat+nitriet’ overschreden worden. De vergunde dagvrachten daarentegen worden niet overschreden. Hiervoor zal een aanpassing van de huidige norm aangevraagd worden. De vergunde vracht kan wel behouden blijven. Voor de parameter ‘stikstof’ wordt best een norm voor ‘stikstof totaal’ aangevraagd. Toetsing van het effluent aan de milieukwaliteitsnormen voor het ontvangende water toont aan dat bijkomend lozingsnormen dienen aangevraagd te worden voor barium, AOX, anionische oppervlakteactieve stoffen en niet-ionogene en kationische oppervlakteactieve stoffen. De impact van het geloosde bedrijfsafvalwater op de Ringvaart werd zowel berekend voor een gemiddelde situatie (gemiddeld debiet en gemiddelde gemeten concentraties) als voor de worst-case situatie (vergunde vrachten, 10-percentielwaarde debiet Ringvaart) en kan voor beide situaties voor alle parameters als ‘verwaarloosbaar’ omschreven worden indien voor totale fosfor – in de worst-case inschatting – rekening gehouden wordt met het deltaprincipe. Aangezien de impacten van het bedrijfsafvalwater op de ontvangende waterloop verwaarloosbaar zijn, worden geen bijkomende maatregelen nodig geacht. 3. Bijdrage tot de geluidsemissie Om het akoestische klimaat rond de site van EDF Luminus Ringvaart te beschrijven, werd in 2009 en 2013 een langdurige meting uitgevoerd aan de dichtstbij gelegen woningen (MP1/MP2). De meethoogte bedroeg voor deze meetposities 4 meter. De eerste langdurige geluidsmeting werd continu uitgevoerd van 30 november 2009 tot 11 december 2009. Tijdens deze metingen werd de gehele installatie buiten werking gesteld in de nacht van 3 op 4 december tussen 2 en 5 uur ’s nachts. De 2de meetcampagne vond plaats van 19 maart 2013 tot 3 april 2013. Tijdens deze meetcampagne was de installatie niet in werking van 18 maart tot 23 maart. Deze periode kan als residueel geluid beschouwd worden (zonder enige bijdrage van EDF Luminus Ringvaart). Er worden 2 meet- en beoordelingspunten gebruikt voor de inventarisatie van het geluidsklimaat rondom EDF Luminus Ringvaart. Beide meetpunten bevinden zich aan de meest kritieke (meest nabije) woningen rondom de site. •
MP1 is gelegen ter hoogte van Kiekenbosstraat 13 te Gent en ligt op ca. 500 m ten zuidwesten van EDF Luminus Ringvaart.
•
MP2 is gelegen ter hoogte van Lisstraat 5 te Evergem en ligt op ca. 470 m ten noordwesten van EDF Luminus Ringvaart.
Volgende besluiten kunnen genomen worden. •
Betreffende de omgevingsmetingen: o
Het omgevingsgeluid met EDF Luminus Ringvaart in werking overschrijdt zowel tijdens de dag- en avondperiode de MKN voor gebied 2 in MP1 en MP2. Tijdens de nachtperiode wordt er wel voldaan aan de MKN van 45 dB(A). Het omgevingsgeluid met EDF Luminus Ringvaart buiten werking overschrijdt eveneens zowel tijdens de dag- en avondperiode de MKN voor gebied 2 in MP1 en MP2. Tijdens de nachtperiode wordt er wel voldaan aan de MKN van 45 dB(A).
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
15/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
• Betreffende het specifiek geluid in de referentie situatie: o
Zowel tijdens de metingen in 2009 als tijdens de metingen in 2013 was er geen relevante bijdrage op het omgevingsgeluid van EDF Luminus Ringvaart te meten. Het specifieke geluid (indicatief bepaald op een niveau van ca. 35 dB(A) t.h.v. MP1 en MP2) ligt voldoende ruim onder nachtelijke grenswaarde van 40 dB(A).
• Betreffende de significantie van de geluidsimpact: o
Aangezien EDF Luminus Ringvaart het omgevingsgeluid niet met meer dan 1 dB(A) doet stijgen, bekomt men een tussenscore van “0”. Het specifieke geluid van de gehele site voldoet ruim aan de strengste nachtelijke grenswaarde van 40 dB(A). Hierdoor zal dit een eindscore opleveren van “0”, ofwel een verwaarloosbare impact.
Verdere milderende maatregelen zijn niet vereist. 4. Bijdrage tot de lokale kwaliteit van bodem en grondwater Op het terrein van EDF Luminus te Gent is een historische verontreiniging met arseen, ammonium en kalium vastgesteld in het grondwater. Omdat er voor de paramater arseen geen aanwijzingen zijn dat de verontreiniging een ernstige bedreiging vormt dient geen beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd te worden voor deze parameter. Voor de parameters ammonium en kalium werd wel een beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd. De verontreiniging kan als homogeen beschouwd worden en wordt in worst-case benadering gelijk gesteld met de volledige onderzoekslocatie. De vermoedelijke oorzaak van de verontreiniging dient gezocht te worden in de ophoging van het terrein met slib en zandig materiaal. Bij evaluatie van de ernst van de bodemverontreiniging is gebleken dat er van de historische bodemverontreiniging geen humaan toxisch risico en/of ecotoxicologisch risico uitgaat. Tevens wordt geen ernstige bedreiging vastgesteld. Globaal gezien kan gesteld worden dat er geen ernstige bedreiging uitgaat van de bodemverontreiniging en er geen sanering noodzakelijk is. Op het bedrijfsterrein zijn de nodige bodembeschermende maatregelen genomen om de kans op een bodemverontreiniging als gevolg van een calamiteit tot een minimum te beperken. Dit is ook nodig omdat het grondwater zeer kwetsbaar is voor verontreiniging. Aangezien het MER een hervergunning van de bestaande installaties betreft en er geen bijkomende uitbreidingen of veranderingen aan de installaties voorzien worden, zijn geen andere of nieuwe effecten op het vaste deel van de aarde of het grondwater te verwachten. Er worden geen verdere milderende maatregelen voorgesteld. 5. Effecten op de volksgezondheid Er werd in de discipline Mens een gezondheidsanalyse uitgevoerd waarin werd vastgesteld dat er geen noemenswaardige impacten optreden als gevolg van de exploitatie van de centrale. In de mobiliteitsanalyse werd eerst het bereikbaarheidsprofiel van de centrale in kaart gebracht. Voor de aan- en afvoer van goederen wordt gebruik gemaakt van wegtransport. Aan- en afvoer per schip of trein werd niet verder besproken gezien er geen grote ‘bulk’aanvoer of –afvoer plaatsvindt. Daarna werd het mobiliteitsprofiel van EDF LUMINUS Ringvaart. Hieruit blijkt dat een beperkte bijdrage van EDF LUMINUS Ringvaart aan de maximale capaciteit wordt vastgesteld tijdens de spitsuren. Gedurende de andere tijdstippen is de bijdrage van de centrale als ‘verwaarloosbaar’ te beschouwen. Er worden dan ook geen milderende maatregelen voorgesteld voor de discipline mobiliteit.
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
16/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
6. Effecten op Fauna en Flora In de discipline Fauna en Flora werd – gezien er geen waardevolle natuurgebieden gelegen zijn binnen het studiegebied – hoofdzakelijk de biologische waardering van het gebied nabij de centrale via BWK besproken. Bespreking en toetsing van mogelijke milieu-effecten werden dan ook niet verder behandeld. Het bedrijf loost afvalwater op de Ringvaart. De bijdrage van de lozing van EDF LUMINUS Ringvaart werd in de discipline Water berekend voor de gemiddelde en worst-case situatie en kan voor beide situaties als ‘verwaarloosbaar’ omschreven worden. Er worden geen bijkomende negatieve effecten veroorzaakt op Fauna en Flora. Er worden geen milderende maatregelen voorgesteld. 7. Effecten op landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie De elektriciteitscentrale van EDF LUMINUS Ringvaart is op de verschillende schaalniveaus (micro, meso en macro) zichtbaar in het landschap, doch – voor de omwonenden - is er gewenning opgetreden. De constructies zijn immers reeds een 15-tal jaar aanwezig. De impact van de elektriciteitscentrale wordt als landschappelijk aanvaardbaar ingeschat, en wel omwille van de volgende redenen: •
De elektriciteitscentrale is gelegen in industriegebied en een sterk antropogeen beïnvloede omgeving;
•
De elektriciteitscentrale versterkt het industriële karakter en gaat bijgevolg op in het bestaande geheel. Enkel de schouwen zullen vanop afstand nog waarneembaar zijn.
•
De elektriciteitscentrale is reeds een 15-tal jaar in het landschap aanwezig.
Milderende maatregelen zijn – gezien het hier een hervergunning betreft waarbij geen aanpassingen aan de constructies worden aangebracht – niet aan de orde.
SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
17/18
MER Hervergunning
EDF Luminus NV - Gent
V. ALGEMEEN BESLUIT EDF LUMINUS Ringvaart exploiteert een elektriciteitscentrale gelegen aan de Buitenring 10 te Wondelgem. De STEG-centrale heeft een warmtevermogen van 670 MWth en een elektrisch vermogen van 390 MWe (waarbij het rendement schommelt tussen 54 en 56%). De elektriciteitscentrale gebruikt aardgas om elektriciteit te produceren. De hoofdelementen hiertoe zijn de gasturbine, de recuperatiestoomketel, de stoomturbine en de alternator. EDF LUMINUS NV wenst de installaties te hervergunnen daar de lopende milieuvergunning in september 2014 vervalt. Het MER wordt opgemaakt ten behoeve van de hervergunningsaanvraag. Er worden geen significante veranderingen aan de installaties voorzien. De centrale beschikt over een 5-tal geleide emissiepunten (schoorstenen STEG, hulpstoomketel, aardgasopwarmketels, CV-installaties burelen en de nooddieselgroep) waarvan de STEG-installatie de belangrijkste installatie is naar luchtemissies toe. Alle stookinstallaties voldoen aan de emissiegrenswaarden vastgelegd in Vlarem II. De bijdrage van de centrale aan de jaargemiddelde NOx concentraties in de omliggende woonzones is overal ‘verwaarloosbaar’. Voor de piekconcentraties is de bijdrage ‘verwaarloosbaar’ thv de kernen Wondelgem en Meulestede en ‘beperkt’ thv de overige woonkernen. EDF LUMINUS Ringvaart beschikt over 2 lozingspunten op de Ringvaart nl. één voor huishoudelijk afvalwater en één voor bedrijfsafvalwater. Het bedrijfsafvalwater bestaat uit afvalwater dat bij waterbehandeling ontstaat, lekverliezen en mogelijk verontreinigd hemelwater. Toetsing tov de algemene en vergunde lozingsnormen geeft aan dat de vergunde concentraties voor totaal fosfor en ‘nitraat+nitriet’ overschreden worden. De vergunde dagvrachten daarentegen worden niet overschreden. Hiervoor zal een aanpassing van de huidige norm aangevraagd worden. De vergunde vracht kan wel behouden blijven. Voor de parameter ‘stikstof’ wordt best een norm voor ‘stikstof totaal’ aangevraagd. Toetsing van het effluent aan de milieukwaliteitsnormen voor het ontvangende water toont aan dat bijkomend lozingsnormen dienen aangevraagd te worden voor barium, AOX, anionische oppervlakteactieve stoffen en niet-ionogene en kationische oppervlakteactieve stoffen. De impact van het geloosde bedrijfsafvalwater op de Ringvaart kan als ‘verwaarloosbaar’ omschreven worden indien voor Ptot – voor de worst-case inschatting – rekening gehouden wordt met het deltaprincipe. Het omgevingsgeluid met EDF LUMINUS Ringvaart in werking overschrijdt zowel tijdens de dag- en avondperiode de MKN voor gebied 2 in MP1 en MP2. Tijdens de nachtperiode wordt er wel voldaan aan de MKN van 45 dB(A). Het omgevingsgeluid met EDF Luminus Ringvaart buiten werking overschrijdt eveneens zowel tijdens de dag- en avondperiode de MKN voor gebied 2 in MP1 en MP2. Tijdens de nachtperiode wordt er wel voldaan aan de MKN van 45 dB(A). Zowel tijdens de metingen in 2009 als tijdens de metingen in 2013 was er geen relevante bijdrage op het omgevingsgeluid van EDF Luminus Ringvaart te meten. Het specifieke geluid (indicatief bepaald op een niveau van ca. 35 dB(A) t.h.v. MP1 en MP2) ligt voldoende ruim onder nachtelijke grenswaarde van 40 dB(A). Aangezien EDF LUMINUS Ringvaart het omgevingsgeluid niet met meer dan 1 dB(A) doet stijgen, werd in de discipline Geluid besloten dat de impact van de centrale verwaarloosbaar is. In de gezondheidsanalyse werden er naar de mens toe geen noemenswaardige impacten vastgesteld. In de mobiliteitsanalyse werd vastgesteld dat de capaciteit van de ontsluitingswegen niet overschreden wordt en dat de bijdrage van EDF LUMINUS Ringvaart maximaal ‘beperkt’ is en dit gedurende de spitsuren. Bijkomende milderende maatregelen zijn niet aan de orde. SGS Belgium NV Projectnummer: 08.0015
SEPTEMBER 2013
Niet technische samenvatting
18/18