Factsheet
Wat is nierfalen?
Nieren en nierschade deel 6
Er is sprake van nierfalen als iemand een zeer ernstig
filters, of door een blokkade bij het afvoeren van de
verminderde nierfunctie heeft: minder dan 15%. Het
urine. Na het wegnemen van de oorzaak, gaan de
Nierfalen en behandeling
kan acuut ontstaan, en als eindstadium van chronische
nieren meestal weer werken. Maar herstel is in veel
nierschade.
gevallen niet volledig. Bij patiënten die al een vermin derde nierfunctie hadden, herstellen de nieren veel
Bij chronische nierschade werken de nieren langzaam
minder goed.1] Of het acuut nierfalen leidt tot blijvende
steeds slechter; nierfalen kan als eindstadium optreden.
(dus chronische) nierschade, hangt ook af van de
Nieren spelen een cruciale rol in het lichaam.
Bij acuut nierfalen werken de nieren plotseling niet
oorzaak van acuut nierfalen.
Wanneer de nieren nauwelijks nog werken, minder
meer, bijvoorbeeld door een ontsteking van de nier
dan 15%, is er sprake van nierfalen. Nierfalen is zonder behandeling dodelijk.
Nierbekkenontsteking (Pyelonefritis)
Oorzaken nierfalen De meest voorkomende bekende
Ruim 16.000 mensen in Nederland hebben nier
oorzaken van nierfalen zijn dia
falen, waarvoor ze een nierfunctievervangende
betes, hoge bloeddruk en athero
behandeling (hebben) ontvangen: dialyse of
sclerose. In bijna een kwart van de
transplantatie. Transplantatie leidt tot meer
gevallen is de oorzaak onbekend.
kwaliteit van leven en een hogere levensver
‘Overige oorzaken’ is een ver
wachting, en heeft daarom de voorkeur. Maar
zameling van diverse nierziekten
dat is niet altijd mogelijk of wenselijk, en er is
met oorzaken buiten de nier, en
een tekort aan donornieren. Daarom is dialyse
bepaalde erfelijke en aangeboren
een belangrijk alternatief: zo’n 6.500 mensen
nierafwijkingen, zoals het syndroom
zijn hiervan afhankelijk. De wens van de patiënt
van Alport.2]
weegt zwaar mee in de behandelkeuzes. Patiënten
4%
Oorzaak onbekend
Cystenieren
Nierfiltersontsteking (Glomerulonefritis)
4% 5%
24%
?
12% Hoge bloeddruk (Hypertensie)
20%
12%
kunnen ook bewust kiezen om niet te starten met dialyse. 16% Overige oorzaken
Aderverkalking (Atherosclerose)
Diabetes mellitus 1
Behandeling bij nierfalen Nierfalen is dodelijk. Daarom heeft iedereen met nierfalen een nierfunctievervangende
Pre-emptieve transplantatie is een niertransplantatie vóórdat men gestart is met dialyse.
behandeling nodig: niertransplantatie of dialyse. Niertransplantatie heeft de voorkeur,
Dit zorgt voor een langere levensduur van de donornier. Enerzijds omdat de patiënt in
omdat dit (veel) meer levenskwaliteit en resterende levensverwachting oplevert. Maar niet
betere conditie is en nog geen schadelijke gevolgen van dialyse heeft ondervonden.
alle mensen met nierfalen kunnen of willen een transplantatie ondergaan. Dan kan alleen
Anderzijds omdat pre-emptieve transplantatie in Nederland (meestal) alleen kan, als er
dialyse het leven redden.
een levende donor beschikbaar is. Donornieren van levende donoren zijn in betere conditie dan nieren van overleden donoren.
Niertransplantatie
Veelal als de nierfunctie 15% of minder is, kan een patiënt op de wachtlijst geplaatst worden
Een niertransplantatie kan plaatsvinden met een nier van een overleden donor (postmor
voor een niertransplantatie met een nier van een overleden donor. Patiënten komen door
tale transplantatie), of met een nier van een levende donor (donatie bij leven). Na een suc
gaans in aanmerking voor zo’n transplantatie als dialyse is gestart.
cesvolle niertransplantatie kan het leven meestal weer worden opgepakt. Maar transplanta tiepatiënten moeten hun leven lang afweeronderdrukkende medicijnen nemen; die kunnen
Dialyse
heftige bijwerkingen hebben, zoals huidkanker en grotere vatbaarheid voor infecties.
Dialyse is een behandeling om afvalstoffen en vocht uit het bloed te verwijderen, en zo de functie van de nieren over te nemen. Dat kan op twee manieren.
Vormen van behandeling bij nierfalen
• Hemodialyse: een kunstnier in een dialysemachine filtert het bloed. De machine wordt aangesloten op de bloedbaan van de patiënt. • Peritoneaaldialyse: met een katheter pompt de patiënt spoelvloeistof in de buikholte.
pre-emptieve transplantatie
conservatieve behandeling
meestal levende donor
Het zeer goed doorbloedde buikvlies functioneert als filter: afvalstoffen en vocht spoelen uit het bloed, de spoelvloeistof in. Peritoneaal dialyse vindt altijd thuis plaats. Hemodialyse kan ook thuis, maar vindt meestal in een dialysecentrum plaats.
bij afstoting
transplantatie
Nierfalen
overleden of levende donor
Afzien van een nierfunctievervangende behandeling Het kan zijn dat iemand geen nierfunctievervangende behandeling (meer) wil, bijvoorbeeld omdat er al een beperkte levensverwachting is door bijkomende ziekte zoals kanker of ernstig hartfalen. Dan kan samen met de patiënt afgewogen worden of de voordelen van
dialyse
een iets langere levensduur door dialyse, opwegen tegen de belasting van deze behan deling en de beperkte kwaliteit van leven. In dat geval komt er in overleg met de arts een peritoneaal dialyse
eigen buikvlies als filter
hemodialyse
dialysemachine
zorgplan dat is gericht op het verminderen van de klachten door nierfalen, de zogenaamde conservatieve behandeling.3] Dat bestaat uit een dieet en medicatie en zo nodig (mentale) begeleiding. Maar als de nierfunctie verder afneemt zijn een dieet en medicatie uiteindelijk niet meer toereikend en leidt dit tot overlijden.
2
Keuze voor een behandeling Behalve medische en praktische omstandigheden, wegen ook de voorkeur en sociale
Schatting van de verwijdering van afvalstoffen uit het bloed bij gezonde nieren en
omstandigheden van de patiënt zwaar mee bij de keuze voor een behandeling. Zowel
van de verschillende nierfunctievervangende behandelingen
patiënten als professionals hebben behoefte aan keuze-instrumenten, om het proces van besluitvorming te verbeteren en te ondersteunen. Deze instrumenten zijn op dit
34%
moment in Nederland in ontwikkeling. Voorbereiding op een nierfunctievervangende behandeling wordt gestart wanneer de behoefte daaraan binnen een jaar wordt verwacht. De werking van de nieren is dan meestal minder dan 30%.4] Tijdens die voorbereiding krijgt de patiënt informatie om een keuze te maken (voor de samenhang, zie figuur pagina 2): • Voor de vorm van behandeling (transplantatie, hemodialyse/peritoneaal dialyse of conservatieve behandeling).
100%
60-70%
gezonde nieren
functionerende donornier
10-15%
5-10%
hemodialyse
peritoneaal dialyse
• Indien dialyse: voor een passende locatie (dialysecentrum of thuis). • Indien dialyse: voor een passend moment van dialyse (overdag of ’s nachts).5] Hemodialyse bereikt maximaal 15% van de zuiverende werking van een gezonde nier. Een getransplanteerde nier zo’n 70%.6] De hoogste resterende levensverwachting is te verwachten bij pre-emptieve niertransplantatie én met een nier van een levende donor. Een nier van een levende donor is niet altijd beschikbaar. Voor transplantatie met een nier van een overleden donor is een wachtlijst. Als niertransplantatie of dialyse niet mogelijk of wenselijk is, dan is het goed om samen met de patiënt en zijn naasten te overwegen om af te zien van een nierfunctiever vangende behandeling.
3
Aantal mensen met nierfunctievervangende behandeling Op 1 januari 2015 waren er in Nederland 16.316 mensen met een behandeling voor
Ontwikkeling laatste 15 jaar
nierfalen.
Afgelopen 15 jaar groeide het totaal aantal mensen dat afhankelijk is van nierfunctie
7]
vervangende behandeling vrijwel lineair: van zo’n 9.500 naar ruim 16.000.7] Het aantal dialysepatiënten stabiliseerde sinds 2010 op zo’n 6.500. Het aantal mensen dat leeft met een werkende donornier steeg. Verdeling vormen van nierfunctievervangende behandelingen op 1 januari 2015
Totaal aantal patiënten op 1 januari 2000-2015 met niervervangende behandeling, onderverdeeld in dialyse en werkende donornier
Totaal aantal mensen met nierfunctievervangende behandeling tussen 2000 - 2015 7]
61% 5%
5588 mensen met hemodialyse
873 mensen met peritoneaaldialyse
9855 mensen met werkende donornier
4
6461 mensen dialyseren
aantal mensen met nierfunctievervangende behandeling
34%
18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0
’00 ’01 ’02 ’03 ’04 ’05 ’06 ’07 ’08 ’09 ’10 ’11 ’12 ’13 ’14 ’15 totaal
dialyse
werkende donornier
Toename nierfalen verwacht door leefstijl en vergrijzing Tussen 2000 en 2008 steeg het jaarlijkse aantal nieuwe patiënten met nierfalen van
Voor de komende jaren is een toename in aantal mensen met nierfalen en nierfunctie
zo’n 1.400 naar 2.000. Sindsdien is de instroom van nieuwe patiënten die een nierfunctie
vervangende behandeling te verwachten. Diabetes en hoge bloeddruk zijn een risicofactor
vervangende behandeling moeten starten, stabiel. In 2014 startten 1969 patiënten met
voor nierfalen. Deze leefstijlgerelateerde aandoeningen komen steeds vaker voor. Ook
een nierfunctievervangende behandeling.
vergrijzing zorgt naar verwachting voor een toename van nierfalen. Het Centraal Bureau
7]
voor de Statistiek voorspelt dat het aantal mensen in Nederland tussen 65 en 75 jaar stijgt van 1,6 miljoen in 2013 naar 2,1 miljoen in 2030. En dat het aantal mensen ouder dan 75 jaar stijgt van 1,2 miljoen naar 2,1 miljoen. Juist in deze leeftijdsgroepen, 65 jaar
Totaal aantal nieuwe patiënten met nierfalen per jaar 2000-2015
en ouder, komt nierfalen relatief vaak voor (zie figuur hieronder).
Totaal aantal nieuwe patiënten met nierfalen per leeftijdsgroep, per miljoen inwoners, per jaar 2000-2014
Aantal nieuwe patiënten met nierfalen per jaar per miljoen inwoners, Totaal aantal nieuwe patiënten met nierfalen per jaar 2000 t/m 2014
7]
per leeftijdsgroep7]
600 aantal nieuwe patiënten met nierfalen per miljoen inwoners
aantal nieuwe patiënten met nierfalen
2500 2000
1500
1000
500 0
’00 ’01 ’02 ’03 ’04 ’05 ’06 ’07 ’08 ’09 ’10 ’11 ’12 ’13 ’14
500 400 300 200 100 0
’00 ’01 ’02 ’03 ’04 ’05 ’06 ’07 ’08 ’09 ’10 ’11 ’12 ’13 ’14 0-15 jaar
16-45 jaar
46-65 jaar
66-75 jaar
75+ jaar
5
Levensverwachting en sterfte
Zowel de resterende levensverwachting als de kwaliteit van leven zijn bij een niertrans plantatie doorgaans beter dan bij dialyse (zie figuur). De resterende levensverwach ting van een 20-jarige patiënt met nierfalen die een niertransplantatie heeft gehad, is
Resterende levensverwachting in jaren van patiënten met nierfalen vergeleken Resterende levensverwachting naar leeftijd van patiënten met nierfalen die met algemene bevolking naar leeftijd
gaan dialyseren of een transplantatie ondergaan vergeleken met de algemene bevolking in Europa 2]
nierfalen die dialyseert, heeft een resterende levensverwachting vergelijkbaar met die van een gezonde 65-jarige. Nierfalen en de nierfunctievervangende behandelingen zijn belastend voor het hart en de bloedvaten. Giftige stoffen, vetten en kalk hopen zich op in het bloed en op de vaatwanden. Daarnaast hebben nierpatiënten vaak een hoge bloeddruk, diabetes of andere kwalen die een verhoogd risico geven op hart- en vaatziekten. Daardoor hebben mensen met nierfalen of een nierfunctievervangende behandeling een grotere kans om te overlijden aan hart- en vaatziekten. Bij mensen met nierfalen of een nierfunctie vervangende behandeling is dat 58%, bij mensen met een nierfunctie meer dan 60% is dat 27,5%.8]
resterende levensverwachting in jaren
vergelijkbaar met die van een gezonde 40-jarige, zo’n 42 jaar. Een 20-jarige patiënt met
70 60 50 40 30 20 10 0
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
leeftijd in jaren algemene bevolking
6
transplantatie
start dialyse
Kosten nierfunctievervangende behandeling Zowel dialyse als transplantatie zijn kostbaar. Nierfunctie vervangende behandelingen behoren tot de duurste behandelingen die in Nederland worden vergoed uit de basisverzekering. Meer inzicht in de actuele en werkelijke kosten van nierfunctievervangende behandeling is erg gewenst. Het recentste onderzoek naar de kosten van dialyse vond plaats in de jaren negentig van de vorige eeuw.9] Dat onderzoek liet zien dat per patiënt per jaar de kosten opliepen tot een orde van grootte van € 80.000 tot € 120.000. Afgelopen jaren is het aanbod van nierfunc tievervangende behandelingen diverser geworden. Er zijn bijvoorbeeld meer varianten van dialyse (frequentie en tijds duur) gekomen, en meer zelfmanagement door patiënten. Ook vindt er een verschuiving plaats naar thuisdialyse. Dit heeft allemaal gevolgen voor de zorgkosten. Hemodialyse in de thuissituatie is de voordeligste vorm van hemodialyse, maar vindt op dit moment nog weinig plaats. De eenmalige kosten van transplantatie zijn ongeveer € 80.000. Er zijn vervolgkosten na de transplantatie, bijvoorbeeld voor de medicijnen tegen afstoting die patiën ten levenslang moeten gebruiken. Maar de jaarlijkse kosten van transplantatie zijn, vanaf het eerste jaar na transplanta tie, aanmerkelijk lager dan die van dialyse.
7
Colofon Deze factsheet is een uitgave van de Nierstichting. De inhoud is gebaseerd op de huidige stand van de wetenschap en met grote zorg en in samenwerking met deskundigen samengesteld. De Nierstichting kan echter geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden of onvolkomenheden. Deze factsheet is deel 6 van de serie van tien factsheets over nieren en nierschade. De serie bestaat uit de volgende factsheets: 1 Nieren en chronische nierschade 2 Oorzaken van chronische nierschade 3 Stadia chronische nierschade 4 Klachten en behandeling chronische nierschade 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade 6 Nierfalen en behandeling 7 Niertransplantatie, donatie en wachtlijst 8 Dialyse 9 Nieren en zout 10 Nieren en medicatie Tekst
Met dank voor hun inhoudelijke inbreng en deskundig
Coördinatie en eindreactie
• Beatrijs van der Poel, Verpleegkundig Beleid en Advies
commentaar:
• Dr. Katja van Geffen, programmamanager preventie,
• Dr. Marjolijn van Buren, internist-nefroloog, Haga Zieken Vormgeving en infographics • Maaike Wijnands, oeHoe infographics en illustraties
afdeling Zorg & Innovatie, Nierstichting.
huis Den Haag en Leids Universitair Medisch Centrum. • Dr. Frank Dor, transplantatiechirurg, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. • Prof. dr. Ron Gansevoort, nefroloog, Universitair Medisch Centrum Groningen. • Prof. dr. Luuk Hilbrands, nefroloog / klinisch immunoloog,
Bronnen De lijst met literatuurreferenties is te vinden op www.nierstichting.nl/bronnen-factsheets of kan opgevraagd worden door een e-mail te sturen naar
[email protected]
Radboudumc, Nijmegen. • Prof. dr. Jeroen Kooman, nefroloog, Maastricht Universitair Medisch Centrum. • Dr. Vianda Stel, epidemioloog, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. 8
© Nierstichting, september 2015