Newsletter Editie juni 2013
Audit & Assurance Nieuwe Belgische vertegenwoordiger 02 Recente adviezen CBN Grant Thornton
De meeste lezers van deze nieuwsbrief werden een tijdje geleden reeds op de hoogte gesteld van onze toetreding Belasting & BTW tot het Grant Thornton netwerk, toetreding die ook duidelijk blijkt uit 03 Aangifte personenbelasting de vormgeving van deze publicatie. (inkomsten 2012) Tot overstap van PKF naarvan Grant 04 de RV op liquidatiebonus 10% Thornton werd beslist omdat onze naar 25% vennoten unaniem familiebedrijven van oordeel zijn 05 Overdracht dat Grant Thornton betere garanties 06 Lichte vrachtwagen - fiscale biedt voor de uitbouw van onze aspecten diensten en het behoud van het hoge 07 Nieuwigheden inzake vorming kwaliteitsniveau, nodig om u te kunnen bijstaanbtw-eenheid in een snel wisselende en 07 Verhoging drempelomgeving. kleine uitdagende economische ondernemingen Grant Thornton is vertegenwoordigd in 118 landen door meer dan 36.000 medewerkers, en biedt een zeer brede ondersteuning in diverse expertisedomeinen. Als u nog verdere informatie wenst, nodigen wij u uit om een kijkje te nemen op onze nieuwe website www.grantthornton.be en op die van Grant Thornton International www.gti.org.
Juridische diensten 08 Aanpassingen Wet continuïteit ondernemingen 10 Vereffening en ontbinding in één akte 11 Regels toegelaten beroepsactiviteit gepensioneerden versoepeld
Agenda 12 Seminaries/Opleidingen i.s.m. Grant Thornton
Audit & Assurance
Recente adviezen CBN
Hiernaast vindt u het overzicht van de recente adviezen van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen. Voor de integrale tekst van de CBN-adviezen verwijzen we naar http://www.cnc-cbn.be/nl/advices/index.
CBN-advies 2012/18
De boekhoudkundige verwerking van aandelenopties (als zodanig) (Dit advies vervangt advies 167/1.) CBN-advies 2012/19
Goederen verworven tegen betaling van een lijfrente (Dit advies vervangt adviezen 149/1, 149/2, 149/3 en 149/4.) CBN-advies 2012/20
De boekhoudkundige verwerking van de betaling van een schuld van de vennootschap door een derde die zich hiertoe als borg heeft verbonden ten aanzien van de schuldeiser CBN-advies 2013/1
De boekhoudkundige verwerking van (pseudo-) fusies van verenigingen en stichtingen CBN-advies 2013/2
Het gebruik van de rekening 15 - Kapitaalsubsidies door grote en zeer grote verenigingen en stichtingen CBN-advies 2013/3
De boekhoudkundige verwerking van step acquisitions CBN-advies 2013/4
De boekhoudkundige verwerking van step disposals CBN-advies 2013/5
De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening CBN-advies 2013/6
De boekhoudkundige verwerking van de afzonderlijke aanslag op interne pensioenvoorzieningen
2 Editie juni 2013
Belasting & BTW
Aangifte personenbelasting (inkomsten 2012)
Binnenkort moet u (of uw volmachthouder) een aangifte in de personenbelasting indienen. Voor de aangiften die op papier worden ingediend, is de uiterste datum voor indiening 26 juni 2013. Voor elektronische aangiften is dit 17 juli 2013 of - indien uw aangifte wordt ingediend door uw accountant of belastingconsulent - 16 oktober 2013.
We vermelden hieronder kort de belangrijkste wijzigingen t.o.v. het
aangifteformulier van vorig jaar: • In het kader van de vrijstelling van bepaalde opzeggingsvergoedingen tot een bedrag van EUR 620,00 werden codes toegevoegd aan de loonfiches en de aangifte; • Het vak met betrekking tot de roerende inkomsten werd grondig gewijzigd en bevindt zich voortaan in deel 1 van de aangifte. Dit alles heeft uiteraard te maken met de gewijzigde aangifteplicht voor de roerende inkomsten. Het gewijzigde vak bevat o.a. de verklaring dat u geen (andere dan de opgenomen) inkomsten heeft ontvangen waarop de 4%-heffing van toepassing is; • Bepaalde fiscale aftrekken werden omgezet in belastingverminderingen. Zo heeft men voor o.a. giften, uitgaven voor kinderopvang, … voortaan recht op een belastingvermindering berekend tegen een vast percentage van
45%. Zij verhuizen dan ook van vak VIII (‘vorige verliezen en aftrekbare bestedingen’) naar vak X (‘uitgaven die recht geven op belastingverminderingen’); • Naast de melding dat u beschikt over een buitenlandse rekening, dient u voortaan ook melding te maken van in het buitenland aangehouden individuele levensverzekeringen die tijdens het belastbaar tijdperk bestaan of hebben bestaan. Wij merken nog op dat u uw aanslagbiljet ook via Zoomit kan ontvangen. Hiervoor moet u uw keuze aangeven in Tax-on-web (bij het invullen van uw aangifte, op het laatste scherm) of in MyMinFin (Gegevens en documenten > Persoonlijke gegevens).
Editie juni 2013 3
Belasting & BTW
RV op liquidatiebonus van 10% naar 25%
De huidige begrotingsbesprekingen zullen waarschijnlijk aanleiding geven tot een aanzienlijke verhoging van de fiscale last van aandeelhouders. Immers, de langverwachte verhoging van de roerende voorheffing op de zgn. liquidatiebonus (i.e. uitgekeerde reserves bij vereffening) van 10% naar 25% zou nu toch worden doorgevoerd.
Er zou echter wel voorzien worden in een overgangsperiode. De verhoging geldt pas voor liquidatieboni vanaf 1 oktober 2014. Tot die dag zou u nog kunnen liquideren aan 10%. Daarnaast krijgt u de mogelijkheid om bestaande reserves van de vennootschap (inclusief overgedragen winsten) om te zetten in kapitaal waarbij eveneens slechts 10% roerende voorheffing verschuldigd is. Indien deze kapitaalverhoging gedurende een
4 Editie juni 2013
Tijdelijk reserves omzetten in kapitaal aan 10%
periode van 9 jaar wordt aangehouden, zal een latere kapitaalvermindering onbelast zijn. Bij uitkering binnen 5 jaar, zal u alsnog roerende voorheffing verschuldigd zijn van 15% (uitkering in jaar 1 en 2), 10% (uitkering in jaar 3) of 5% (uitkering in jaar 4). Mogelijk zal voor nietKMO-vennootschappen een termijn van 9 jaar gelden.
Het is dus in het belang van elke aandeelhouder om na te gaan enerzijds of een vereffening op korte termijn mogelijk en wenselijk is, en anderzijds in hoeverre de bestaande reserves kunnen worden omgezet in kapitaal. Bij gebrek aan (ontwerp) wetteksten terzake zijn de concrete toepassingsregels en -modaliteiten voorlopig echter nog niet gekend.
Belasting & BTW
Overdracht familiebedrijven
Sinds vorig jaar kunnen familiale ondernemingen en vennootschappen in het Vlaamse Gewest met vrijstelling van schenkingsrechten worden geschonken. Daarnaast is een verlaagd successierecht van toepassing bij de vererving (o.a. 3% voor een verkrijging in rechte lijn en tussen echtgenoten).
In een omstandige omzendbrief van 20 juli 2012 (BS 23 augustus 2012) werden reeds de grote lijnen van deze regelingen uiteengezet. Recent werden ook enkele interpretatieve beslissingen van de Vlaamse Belastingdienst gepubliceerd. Hieruit kan o.m. worden afgeleid dat:
• de vereiste uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachtsof landbouwactiviteit of een vrij beroep, in eerste instantie wordt getoetst aan de hand van het statutair doel. Indien de effectieve uitoefening van de activiteit vervolgens niet blijkt uit de jaarrekening, zullen bijkomende stukken vereist zijn (bijv. facturen, cliëntenlisting, gegevens in de KBO, ...);
• een gedeeltelijke vrijstelling niet mogelijk is. Indien er geen reële economische activiteit is (te beoordelen aan de hand van twee wettelijk voorziene parameters inzake volume aan bezoldigingen en aan vastgoed), kan de begiftigde het tegenbewijs leveren door aan te tonen dat de aanwezige onroerende goederen worden aangewend voor de economische activiteit. Volstaat dit tegenbewijs niet, dan is de vrijstelling niet van toepassing; • de vrijstelling behouden blijft o.a. mits voortzetting van de activiteit voor een ononderbroken periode van drie jaar. Dit geldt ook wanneer de begiftigde de onderneming inbrengt in een vennootschap en de activiteit aldaar voortzet.
Editie juni 2013 5
Belasting & BTW
Lichte vrachtwagen fiscale aspecten We stellen vast dat voor steeds meer zaakvoerders en werknemers de personenwagen wordt ingeruild voor een lichte vrachtwagen. Het gebruik van een lichte vrachtwagen biedt dan ook heel wat fiscale voordelen. Zo dient u geen belasting op de inverkeerstelling te betalen en is ook de verschuldigde verkeersbelasting kleiner dan voor personenwagens. Bovendien zijn - in tegenstelling tot de kosten van personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik, minibussen - alle beroepsmatige kosten van de lichte vrachtwagen (inclusief brandstof) voor 100% aftrekbaar en wordt de vennootschap niet belast op 17% van het voordeel van alle aard. Ook de aftrekbeperking van 50% van de btw is in principe niet van toepassing voor de kosten van lichte vrachtwagens.
Toch moet u de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen. We zetten hieronder een aantal aandachtspunten op een rij: Fiscale definitie
Om misbruiken (met name inzake luxejeeps) tegen te gaan, moeten lichte vrachtwagens voldoen aan een aantal technische vereisten (art. 4, § 2 WIGB). Voldoen zij hier niet aan, dan worden zij fiscaal aangemerkt als een personenwagen (ongeacht de inschrijving bij de DIV). In concreto kunnen enkel pick-ups met enkele of dubbele cabine en bestelwagens met enkele of dubbele cabine genieten van het fiscale gunstregime. Voordeel van alle aard
Indien de lichte vrachtwagen (deels) voor privédoeleinden wordt gebruikt (inclusief woon-werkverkeer), dan is er sprake van een belastbaar voordeel in natura. Dit voordeel mag niet worden berekend op basis van de formule voor personenwagens, maar moet worden berekend op basis van de werkelijke waarde bij de verkrijger, i.e. werkelijke kost voertuig x (privékilometers/ totaal aantal gereden kilometers). Dit werd recentelijk nog bevestigd door de Minister van Financiën. Btw-aftrek
Lichte vrachtwagens vallen niet onder de btw-aftrekbeperking van 50%. Worden dergelijke voertuigen uitsluitend voor professionele doeleinden gebruikt, en kan dit ook worden aangetoond, dan zal in de meeste gevallen de btw op de aankoop/ lease en bijkomende kosten voor 100% in aftrek kunnen worden gebracht.
Op basis van de initiële richtlijnen zouden deze lichte vrachtwagens weliswaar wél onder de nieuwe aftrekprincipes vallen, die vanaf dit jaar verplicht moeten worden toegepast (zie Beslissing nr. ET 119.650/3 van 11 december 2012). Wordt de lichte vrachtwagen bijgevolg niet uitsluitend voor professionele doeleinden gebruikt maar ook (deels) voor privédoeleinden (incl. woon-werkverkeer), dan zou de btw-aftrek berekend moeten worden overeenkomstig één van de drie nieuwe berekeningsmethodes: rittenadministratie, semi-forfaitaire formule of forfait van 35%. Dit impliceerde dat de belastingplichtigen, die het forfait van 35% toepassen, evenzeer voor hun gemengd gebruikte lichte vrachtwagens de btw-aftrek tot 35% zouden moeten beperken. Uit het antwoord van de staatssecretaris op twee recente parlementaire vragen blijkt nu dat op dit standpunt wordt teruggekomen (PV. nr. 16686 en 17063 van 17 april 2013). Bij gemengd gebruik van een lichte vrachtwagen zal het dan toch niet nodig zijn om één van de nieuwe berekeningsmethodes toe te passen. Het beroepsgebruik zal het dan vastgesteld moeten worden op basis van ‘de feitelijke omstandigheden’. Hiertoe zal de administratie, in overleg met de sector, nieuwe criteria uitwerken. Ook zou zij in een bijkomende publicatie nog officieel bevestigen dat hogergenoemde 35%-regel alvast niet geldt voor de lichte vracht.
Lichte vrachtwagens vallen niet onder de btw-aftrekbeperking van 50%. 6 Editie juni 2013
Belasting & BTW
Nieuwigheden inzake vorming btw-eenheid Sinds 1 april 2007 is in België de figuur van de btw-eenheid in voege. Zo’n btw-eenheid houdt in dat verschillende belastingplichtige personen, die juridisch gezien weliswaar zelfstandig zijn en blijven, ervoor opteren dat zij (louter) vanuit btw-oogpunt als één enkele belastingplichtige worden beschouwd. Afhankelijk van de concrete situatie kan de oprichting van een btw-eenheid belangrijke voordelen inhouden, zoals het vermijden van bepaalde btw-aftrekbeperkingen, voorfinanciering van btw op intragroepstransacties,… Volgens de Belgische wetgeving kunnen enkel belastingplichtigen, die in België gevestigd zijn, een btw-eenheid vormen. Tevens is vereist dat zij onderling ‘financieel’, ‘economisch’ en ‘organisatorisch’ nauw met elkaar verbonden zijn. In een recent arrest heeft het Hof van
voorfinanciering. Om deze voorfinanciering juist te vermijden, werd voorzien in een ‘compensatiemaatregel’. Hierbij worden beide herzieningen verrekend, en moet ‘het uiteindelijke resultaat’ in de btw-aangifte van de btw-eenheid opgenomen worden.
Justitie nu geoordeeld dat ook ‘nietbelastingplichtigen’ de mogelijkheid moeten krijgen om deel uit te maken van een btw-eenheid. De beperking tot ‘belastingplichtigen’, waarin de Belgische wet voorziet, zou aldus in strijd kunnen zijn met de Europese btw-richtlijn (HvJ 9 april 2013, Europese Commissie tegen Ierland, C-85/11). In een recente parlementaire vraag heeft de Minister van Financiën ook meer duidelijkheid gebracht over de formaliteiten bij toetreding tot zo’n btw-eenheid (Parlementaire Vraag nr. 259 van 7 maart 2013). Het toetredende lid moet immers een herziening (in -) verrichten van de btw op bepaalde bedrijfsmiddelen. Meestal mag de btweenheid deze herziening vervolgens (in +) verrichten, en is het uiteindelijke resultaat van beide herzieningen 0 maar mondt zij wel uit in een tijdelijke
De Minister heeft nu verduidelijkt dat in dergelijk geval niet louter het eindresultaat (in vele gevallen dus ‘0’) moet opgenomen worden, maar dat de btw-eenheid wel degelijk het (in -) herzienbare bedrag in rooster 61 en het (in +) herzienbare bedrag in rooster 62 moet opnemen. Bij gebreke daaraan kunnen boetes tot 20% van dit bedrag worden opgelegd.
Verhoging drempel kleine ondernemingen De huidige drempel voor kleine ondernemingen bedraagt in België EUR 5.580. Belgische belastingplichtigen van wie de jaaromzet deze drempel niet overschrijdt, hoeven zich in principe niet te registreren als ‘normale’ btw-plichtige. Zij moeten geen btw aanrekenen en dienen geen periodieke btw-aangiften in.
Begin dit jaar werd aan België de toelating gegeven om dit drempelbedrag op te trekken naar EUR 25.000. Volgens de staatssecretaris zal dit nieuwe drempelbedrag vermoedelijk in voege zijn vanaf 1 januari 2014 (Parlementaire Vraag nr. 17087 van 17 april 2013). Eerder werd nog 1 juli 2013 als streefdatum vooropgesteld, maar deze datum zou in tussen niet meer haalbaar zijn.
Editie juni 2013 7
Juridische diensten
Aanpassingen Wet continuïteit ondernemingen
Op 2 mei 2013 werd in de kamer van volksvertegenwoordigers het wetsontwerp inzake de wijziging van de Wet continuïteit ondernemingen aangenomen. Naast een verduidelijking en verbetering van de procedureregels, voorziet het wetsontwerp in een aantal bijkomende preventiemaatregelen en een verbeterde informatie aan en bescherming van de schuldeisers, voornamelijk tegen misbruiken.
8 Editie juni 2013
Preventiemaatregelen In de eerste plaats voert het
wetsontwerp in hoofde van externe accountants, belastingadviseurs, boekhouders-fiscalisten en bedrijfsrevisoren een verplichting in die vergelijkbaar is met deze van een commissaris. Wanneer een externe accountant, belastingadviseur, boekhouder-fiscalist of revisor vaststelt dat de continuïteit van de onderneming van een cliënt in gevaar is, dient hij zijn cliënt hiervan schriftelijk in kennis te stellen. Deze laatste beschikt vervolgens over een termijn van 1 maand om de nodige maatregelen te nemen om de continuïteit van zijn onderneming voor een minimumduur van twaalf maanden te garanderen. Treft de cliënt niet de nodige maatregelen, dan kan de externe accountant, adviseur, boekhouder-fiscalist of revisor de bevoegde voorzitter van de rechtbank van koophandel schriftelijk verwittigen. In tegenstelling tot de commissaris heeft de externe accountant, belastingadviseur, boekhouder-fiscalist of revisor in dit verband geen verplichting. Verder heeft de rechter in de kamer voor handelsonderzoeken de mogelijkheid om bij de externe accountant, belastingadviseur, boekhouder-fiscalist of revisor inlichtingen in te winnen over de aanbevelingen die zij gedaan hebben aan hun cliënt en over de maatregelen die genomen zijn om de continuïteit te waarborgen.
Ten slotte wordt ook aan de RSZ en de fiscus een rol toebedeeld in het kader van de preventieve maatregelen. De RSZ en de fiscus zullen immers binnen de maand na het verstrijken van elk kwartaal een lijst dienen over te maken aan de griffie van de rechtbank van koophandel, waarin alle ondernemingen vermeld staan die hun sociale zekerheidsbijdragen, btw en/of bedrijfsvoorheffing gedurende één kwartaal niet betaald hebben. Verbeterde informatie aan schuldeisers
Het wetsontwerp voorziet in dit verband in de eerste plaats in een digitalisering van de procedure. Zo zal het reorganisatiedossier in de toekomst in elektronische vorm worden opgemaakt en zal het dossier (op termijn) op afstand kunnen worden geconsulteerd. Het dossier zal verder ook de ontvangstbewijzen en de eventuele opmerkingen van de schuldeisers dienen te bevatten. In de tweede plaats zal de schuldenaar ook de mogelijkheid hebben om zijn schuldeisers elektronisch op de hoogte te brengen van het feit dat een gerechtelijke reorganisatieprocedure werd geopend. Ten slotte kan de rechter bepaalde
bijkomende informatieverplichtingen opleggen aan de onderneming in moeilijkheden, zoals het periodiek bijwerken van de lijst van schuldeisers.
Betere bescherming van de schuldeisers
In het wetsontwerp wordt ook aanzienlijk meer aandacht geschonken aan de bescherming van de rechten van de schuldeisers. In dit verband voorziet het wetsontwerp dat het reorganisatieplan voor alle schuldeisers een betalingsvoorstel dient te bevatten dat niet minder dan 15% van het bedrag van de schuldvordering mag bedragen, in de verplichting om openbare schuldeisers met een algemeen voorrecht op dezelfde wijze te behandelen als de gewone schuldeisers (behoudens strikte uitzonderingen) en in een verbod om verminderingen of kwijtscheldingen van penale boetes, onderhoudsvorderingen, vorderingen tot vergoeding van lichamelijke schade en schuldvordering uit arbeidsprestaties verricht voor de opening van de procedure in het plan te voorzien.
Verder voorziet het wetsontwerp in de mogelijkheid om de procedure van gerechtelijke reorganisatie (op een vereenvoudigde wijze) vervroegd te beëindigen, indien blijkt dat de door de onderneming in moeilijkheden verstrekte informatie bij de neerlegging van het verzoekschrift kennelijk onjuist of onvolledig was.
Ten slotte zal, in tegenstelling tot wat thans het geval is, de onderneming in moeilijkheden niet meer de mogelijkheid hebben om, naar keuze, bepaalde schulden vrijwillig te voldoen. Thans zal zij nog slechts van deze mogelijkheid gebruik kunnen maken in zoverre de vrijwillige betaling vereist is voor de waarborging van de continuïteit van de onderneming. Werd een bepaalde schuldeiser bedrieglijk bevoordeeld, dan zal dit wederom aanleiding kunnen zijn tot een vervroegde beëindiging van de procedure.
Editie juni 2013 9
Juridische diensten
Vereffening en ontbinding in één akte
Na inwerkingtreding van de Wet van 19 maart 2012 die de ontbinding en vereffening van een vennootschap in één akte (de zogenaamde “ééndagsvereffening”) wettelijke grondslag gaf, was er heel wat discussie ontstaan rond één van de toepassingsvoorwaarden van deze procedure, met name de voorwaarde dat de vennootschap op het ogenblik van de ontbinding en vereffening geen passiva meer mag hebben.
Een te letterlijke interpretatie van deze voorwaarde dreigde deze ééndagsprocedure dode letter te maken, aangezien onder meer ook het kapitaal, de reserves en de kosten verbonden aan de ontbinding zelf (zoals de kosten van de notaris en de bedrijfsrevisor) strikt genomen onder de noemer “passiva” vallen, waardoor de meeste vennootschappen, behoudens mits een aantal kunstgrepen, niet aan deze voorwaarde voldeden. Naar aanleiding van deze praktische problemen heeft Minister van Justitie Turtelboom, als antwoord op een parlementaire vraag, verduidelijkt wat onder ‘passiva’ moet worden verstaan. Uit het antwoord van de Minister blijkt duidelijk dat ‘passiva’ enkel schulden aan derden-schuldeisers omvatten.
Schulden die inherent zijn aan de vennootschap (kapitaal, reserves) en haar ontbinding en vereffening (notariskosten, kosten van de bedrijfsrevisor) vallen hier niet onder. Concreet maken dus geen ‘passiva’ uit in de zin van het nieuwe artikel 184 §5 W.Venn.: • het kapitaal; • wettelijke en eventuele andere reserves; • akte- en andere notariskosten naar aanleiding van de ontbinding/vereffening; • kosten van de bedrijfsrevisor of commissaris; • andere kosten die ontstaan naar aanleiding van en rechtstreeks verband houden met de ontbinding en de vereffening van de vennootschap; • provisies die de vennootschap heeft aangelegd om schulden die op het moment van haar ontbinding nog openstaan, te betalen. Belangrijk om weten is dat schulden van de vennootschap jegens haar vennoten/aandeelhouders, andere dan het kapitaal en de reserves, zoals een rekening-courant of een lening, wel worden beschouwd als schulden aan derden-schuldeisers, zodat deze schulden dus wel op voorhand dienen te worden betaald of minstens geprovisioneerd dienen te worden.
10 Editie juni 2013
Juridische diensten
Regels toegelaten beroepsactiviteit gepensioneerden versoepeld
Vanaf 2013 wordt bijverdienen na het pensioen soepeler. De nieuwe regels dienen nog gepubliceerd te worden in het Belgisch Staatsblad, maar wij bezorgen u hieronder reeds de nieuwe grensbedragen. Tot aan de publicatie is de hieronder vermelde informatie nog onder voorbehoud. Hoogte van het toegelaten beroepsinkomen
• Toegelaten beroepsinkomen in 2013 als betrokkene jonger is dan 65 jaar Voor gepensioneerden die de leeftijd van 65 jaar nog niet hebben bereikt, blijft het stelsel van begrensd toegelaten inkomen behouden. Bij een activiteit als werknemer en de uitoefening van een ambt of publiek mandaat zal er rekening worden gehouden met het bruto-inkomen. Voor een activiteit als zelfstandige is dit het netto-bedrijfsinkomen. Oefent men een activiteit uit als werknemer én zelfstandige, dan wordt 80% van het bruto-inkomen als werknemer genomen en het volledige nettobedrijfsinkomen als zelfstandige.
De toegelaten inkomensgrenzen worden voortaan geïndexeerd.
Sancties bij overschrijding
• Toegelaten beroepsinkomen in 2013 als betrokkene 65 jaar of ouder is De gepensioneerde mag onbeperkt cumuleren indien hij op het moment van zijn pensionering een loopbaan kan aantonen van minstens 42 jaar. Deze loopbaan kan zowel als werknemer, ambtenaar of zelfstandige zijn. Gepensioneerden die geen loopbaan kunnen aantonen die 42 jaar omspant, blijven onderworpen aan een begrenzing van het toegelaten inkomen.
Een andere belangrijke wijziging betreft de sanctionering indien de gepensioneerde meer verdient dan toegelaten. Wanneer de betrokkene tussen 1% en 25% meer verdient dan de grensbedragen, zal het pensioen verminderd worden met het percentage van de overschrijding. Wanneer hij/zij het grensbedrag met meer dan 25% overschrijdt, zal het pensioen worden geschorst. Voor de echtgenoot of echtgenote wijzigt er niets bij een overschrijding: het gezinspensioen wordt herleid naar een pensioen als alleenstaande.
Toegelaten beroepsinkomen in 2013 als betrokkene jonger is dan 65 jaar Voorwaarden
Kinderlast
Werknemer, ambt of mandaat
Zelfstandige of combinatie werknemer/zelfstandige
Jonger dan de normale pensioenleeftijd
Neen
EUR 7.570,00
EUR 6.056,01
Ja
EUR 11.355,02
EUR 9.084,01
EUR 17.625,60
EUR 14.100,48
EUR 22.032,00
EUR 17.625,60
Jonger dan 65 jaar Neen met alleen overlevingsJa pensioen
Toegelaten beroepsinkomen in 2013 als betrokkene 65 jaar of ouder is Voorwaarden
Kinderlast
Werknemer, ambt of mandaat
Zelfstandige (of mix werknemer-zelfstandige)
Normale pensioenleeftijd
Neen
EUR 21.865,23
EUR 17.492,17
Ja
EUR 26.596,50
EUR 21.277,17
65 jaar met een loopbaan van 42 jaren of meer
Ja of neen
Geen beperking
Geen beperking
Editie juni 2013 11
Agenda
Seminaries / opleidingen i.s.m. Grant Thornton
Spreker
Datum
Organisatie
Seminarie / Opleiding
Stefan Creemers
13 juni 2013
Grant Thornton Nederland / Grant Thornton België
Seminar Nederland - België: buren, maar toch zo verschillend (grensoverschrijdende tewerkstelling)
Marc Van den Bossche Peter Vermeiren
6 september 2013
Infotopics
Overname en (ver)koop van een KMO
Stefaan De Coninck
Academiejaar 2012-2013
Syntra Antwerpen & VlaamsBrabant – campus Metropool
Module ‘Boekhouden en vennootschapsboekhouden’
Bart Verstuyft
Academiejaar 2012-2013
Artesis Hogeschool Antwerpen
Postgraduaat in de fiscaliteit – Module ‘Omvormingsproblematiek’
Disclaimer Grant Thornton garandeert de grootste zorg te hebben besteed aan de betrouwbaarheid van de informatie weergegeven in deze nieuwsbrief. Zij kan hiervoor evenwel geen aansprakelijkheid aanvaarden. Wenst u de Grant Thornton Newsletter voortaan elektronisch te ontvangen, dan kan u dit melden via
[email protected]. Onze nieuwsbrief is eveneens online beschikbaar op www.grantthornton.be. Grant Thornton is een handelsnaam van Grant Thornton Accountants en Belastingconsulenten CVBA, Grant Thornton Bedrijfsrevisoren CVBA, Grant Thornton Efficiëntia CVBA en Grant Thornton Belgium CVBA. Genoemde vennootschappen zijn lid van Grant Thornton International Ltd (Grant Thornton International). Grant Thornton International en haar leden zijn geen wereldwijde vennootschap. Diensten worden geleverd door de onafhankelijke leden.
Contactinfo V.U. Geert Lefebvre
[email protected]
Antwerpen Potvlietlaan 6 2600 Berchem (Antwerpen) T +32 (0)3 235 66 66
Hasselt Maastrichtersteenweg 8 bus 5-6 3500 Hasselt T +32 (0)11 22 72 45
Brussel Metrologielaan 10 bus 15 1130 Brussel T +32 (0)2 242 11 40
Turnhout Parklaan 49 bus 7 2300 Turnhout T +32 (0)14 47 30 70
www.grantthornton.be
© 2013 Grant Thornton Alle rechten voorbehouden.
Voor het meest recente overzicht van onze seminaries en opleidingen kan u steeds terecht op onze website: www.grantthornton.be