TUDELTA.02
DELTA. 02 19-01-2012
Deze week week Deze in Delta Delta in
weekblad van de technische universiteit Delft
Blood in, bits out
Stive: Nederland niet veilig genoeg
SCIENCE: 04
NIEUWS: 03
01
INTERVIEW: 10 INTERNATIONAL: 07
Taurus beste voetbalclub
REPORTAGE: 12
New house for internationals
Onheilsprofetie, veertig jaar later
Bedrijfsleven wil studies inperken De overheid moet belangrijke vaak technische opleidingen steunen, en andere afremmen als ze niet genoeg bijdragen aan de welvaart. De TU is blij dat ‘het belang van technische studies naar voren komt’, maar ziet minder in de uitwerking van het idee. HOP/SASKIA BONGER Het bedrijfsleven wil de komende jaren anderhalf miljard euro investeren in de kenniseconomie, maar daar moet wel iets tegenover staan. Ze willen snel tot zaken komen met het ministerie van onderwijs, dat op zijn beurt ruim twee miljard heeft gereserveerd voor het innovatiebeleid. In februari zouden de eerste knopen al moeten worden doorgehakt, vinden de bedrijven. Het kabinet wil graag belangrijke sectoren van de kenniseconomie aanjagen, zoals life sciences, energie, chemie en tuinbouw. Bedrijfsleven, universiteiten en onderzoeksfinanciers moeten daartoe de handen ineen slaan, aldus het kabinet. Daarom zijn er vorig jaar zogeheten ‘topteams’ geformeerd die plannen moeten maken voor deze samenwerking. De voorzitters van deze topteams hebben nu een brief gestuurd aan minister Verhagen van Innovatie. Onderwijs en wetenschap moeten zich meer naar de wensen van de ondernemingen voegen, schrijven zij. ‘We kunnen het ons niet permitteren om in het onderwijs er vanuit te gaan dat iedere opleiding dezelfde bijdrage levert aan de arbeidsmarkt en welvaart.’ Dat schreven ze vorig jaar in juni ook al, maar ze blijven erop hameren. Hogescholen en universiteiten zouden zich moeten richten op opleidingen die van belang zijn voor de ‘Nederlandse samenleving en welvaartsontwikkeling’. Technische opleidingen dienen een voorkeursbehandeling te
krijgen boven andere opleidingen. De voorzitters denken niet alleen aan selectie aan de poort en verschillen in collegegeldtarieven, maar ook aan een studentenstop voor ‘opleidingen met een beperkt arbeidsmarktperspectief’. Wat vindt het bestuur van de TU Delft van de brief van de topteams? Collegelid Paul Rullmann beantwoordt de vraag of hij het legitiem vindt opleidingen af te rekenen op hun bijdrage aan de welvaart met een kort: “Nee, dat niet.” Bovendien vindt hij de ‘arbeidsmarktfixus over het algemeen een heel bot instrument’. “We hebben het gezien bij opleidingen voor artsen en tandartsen. De fixus gaat ervan uit dat iedereen aan het einde arts wordt. Maar vaak is dat helemaal niet zo. Er zijn heel veel opleidingen waarbij het beroepsterrein overvloeit in andere terreinen. Daar moet je wel rekening mee houden.” Los van de uitwerking ziet de TU de brief van de topteams vooral als een
’Arbeidsmarktfixus is een heel bot instrument’ stimulans voor technische vakken, zegt Rullmann. Hij vindt niet dat bedrijven zich rechtstreeks met het studieaanbod moeten bemoeien, maar wel via de politiek. Zoals ze nu doen. “Als ik de brief lees, ben ik blij dat het belang van technische studies zo naar voren komt. Dat is ook wel eens anders geweest.” Rullmann voegt eraan toe dat hij hoopt dat het bedrijfsleven dan ook aandacht heeft voor de extra nadelige gevolgen van de afschaffing de basisbeurs voor technische masterstudenten, waarover de studentenraad en de VSSD vorige week schreven in NRC Handelsblad. Volgens hen treft die maatregel ‘bètastudenten onevenredig hard door hun twee- in plaats van eenjarige master’.
In tijden van studiestress en hard werken kan het een uitkomst zijn: relaxen tijdens een lesje hatha yoga, pilates, meditatie of genieten van een ontspannen massage. Zaterdag konden studenten en medewerkers de lessen vrijblijvend uitproberen tijdens het jaarlijkse Body & Mind Event bij de unit sport en cultuur. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Beleid gevaarlijke stoffen aangescherpt Voordat ze met gevaarlijke stoffen mogen werken, moeten TU-medewerkers een veiligheidsrapport invullen. Dat moet gezondheids- en veiligheidsrisico’s beperken. Op zo’n zogeheten safety assessment sheet moeten medewerkers die met gevaarlijke stoffen willen werken onder meer aankruisen welke risico’s het gebruik van een bepaalde stof met zich meebrengt, en welke maatregelen daartegen genomen worden. De faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) werkt al langer met deze methode. Net als het ‘gassenteam’ bij TNW, dat nu ook op de hele campus aan de slag gaat. Dat team is speciaal getraind om gasflessen veilig aan te sluiten en te verwijderen. De maatregelen zijn onderdeel van een groter pakket waarmee de universiteit haar gevaarlijke-stoffenbeleid, opgesteld in 2002, wil aanscherpen. Dat is nodig, omdat kennis en regelgeving in de loop der jaren zijn ver-
anderd. Samen moeten de maatregelen ervoor zorgen dat de risico’s van gevaarlijke stoffen van tevoren beter kunnen worden ingeschat, de logistiek rondom deze stoffen verbetert en voornamelijk kankerverwekkende en vruchtbaarheidsbeïnvloedende stoffen (CMR-stoffen) altijd worden geregistreerd. Daarom moeten alle gevaarlijke stoffen gemeld worden bij de unit logistiek en milieu. Die afdeling moet ook alle gevaarlijke afvalstoffen op de campus afvoeren, en grote hoeveelheden opslaan. Volgens arbo- en
Het ‘gassenteam’ gaat op de hele campus aan de slag milieuadviseur Annemarie van de Vusse is dat laatste nog niet altijd goed geregeld. “De opslag voldoet niet altijd aan de vereisten, bijvoorbeeld omdat er te grote hoeveelheden aanwezig zijn.” De unit logistiek en milieu moet in de toekomst ook voorlichting geven aan risicogroepen als schoonmakers en bedrijfshulpverleners. Maar het kan
ook nodig zijn zwangeren van extra informatie te voorzien. Mede om gerichte voorlichting te geven, gaat logistiek en milieu personen registreren die met CMR-stoffen werken. Het gebruik van deze stoffen wordt in het onderwijs aan eerste- en tweedejaars studenten verder teruggebracht. De noodzaak tot registratie voor medewerkers die met andere gevaarlijke stoffen dan CMR-stoffen in aanraking komen, zal beoordeeld worden op basis van een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) of door de veiligheidsinspectie. Studenten worden per studierichting en per studiejaar geregistreerd. ‘Daar waar bij een onverhoopt incident toch blootstelling aan gevaarlijke stoffen plaatsvindt, volgt registratie volgens het Protocol blootstelling gevaarlijke stoffen’, meldt het collegebesluit. Dat wordt daarna opgenomen in het medisch dossier van de betrokkene. De voorgestelde aanscherping van het gevaarlijke stoffenbeleid moet nog besproken worden door de ondernemingsraad. (SB)
DELTA. 02 19-01-2012 www.delta.tudelft.nl @tudelta
[email protected] www.facebook.com/ tudelta
nieuws/column
02
Straattheater
Finalist
De TU Delft en de gemeente Delft steken dit jaar allebei vijfduizend euro in de 25ste editie van de Mooi Weer Spelen. Dat maakte wethouder Milène Junius dinsdag 17 januari bekend tijdens een vergadering van de raadscommissie samenleving. De gemeenteraad had de wethouder eerder gevraagd met de TU in gesprek te gaan over het subsidiëren van het straattheaterfestival. De gemeente laat weten dat het festivalbestuur denkt dat de tienduizend euro genoeg is om één festivaldag te financieren.
TU-student Maarten de Nier staat op 14 februari in de finale van de Shell Bachelor Master Prijs. Shell organiseert deze prijs in samenwerking met de drie technische universiteiten. De Nier neemt het in de finale op tegen vier studenten van de TU Eindhoven en twee van de Universiteit Twente. Alle deelnemers kregen de opdracht om het thema technische innovatie voor een duurzaam gebruik van energiebronnen als basis te nemen voor hun scriptie. Voor de masterscriptie was het van belang om een wetenschappelijke doorbraak met internationale impact te beschrijven.
Hap De Nier deed onderzoek naar een volledig geïntegreerde unit voor fotoelektrochemische H2-productie. Zo’n unit maakt het mogelijk om op een effectieve en veelzijdige wijze zonneenergie op te slaan. Tijdens de finale houden de studenten een presentatie (elevator-pitch) en stelt een vakjury vragen. De winnaar van de Bachelorprijs gaat naar huis met 2500 euro, de masterprijs bedraagt 5000 euro.
In je tentamenperiode wil je niet te veel studietijd kwijt zijn aan boodschappen doen en koken, denkt studentenraadsfractie Oras. En dus bedacht zij in samenwerking met cateraar Sodexo de tentamenhap: een stevige maaltijd met veel macaroni, spaghetti of rijst. “Tijdwinst zonder dat de maaltijd er minder op wordt”, aldus Oraslid Remco op het Veld. De tentamenhap is nog tot 3 februari in de kantine verkrijgbaar voor 3,75 euro.
‘De quantummechanica is waanzinnig’ delta online ‘Komt goed’ Staatssecretaris Zijlstra begrijpt de zorgen over het hbo, maar is toch optimistisch: er is een cultuuromslag gaande en de accreditatie wordt nog strenger. www.delta.tudelft.nl/ /24415
Hoogleraar deeltjesoptica, prof.dr.ir. Pieter Kruit ontving deze week tijdens het grote natuurkundecongres Physics@FOM, waar 1800 natuurkundigen bij elkaar komen, de FOM-valorisatieprijs 2011 vanwege zijn verdiensten in de microscopie.
ten schieten. Die elektronen zouden gevoelig zijn voor draaiing van deeltjes in materialen. Deze eigenschap kan handig zijn voor onderzoek naar magnetische materialen. Dit is een voorbeeld van een onderzoek dat ik graag door een student wil laten uitvoeren.” Het prijzengeld kunt u ook gebruiken om apparatuur te kopen. “Ja, want subsidies om apparatuur te kopen voor zeer risicovolle projectjes krijg je niet.”
DUO onder druk Wie een studieschuld moet terugbetalen en weinig verdient, kan een lager maandbedrag aanvragen. Maar het duurt soms lang voordat de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) antwoord geeft. www.delta.tudelft.nl /24414
Diplomafraude De verhalen over diplomafraude in het hbo kent iedereen onderhand, maar hoe zit het met het wetenschappelijke onderwijs? Vier masterstudenten journalistiek van de Vrije Universiteit roepen alle academici op om misstanden te melden. www.delta.tudelft.nl /24413
Opinie: Bezinning Toenemende groei leidt tot onbalans tussen consumptie en beschikbare bronnen en ontduurzaming van de aarde. Dit dwingt tot bezinning. De universiteit is de plaats om eenheid te ontdekken in de diversiteit van de werkelijkheid, betoogt prof.dr.ir. Klaas van Breugel (CiTG) www.delta.tudelft.nl /24410
Prestatiecommissie Een commissie van vijf zwaargewichten, onder leiding van Frans van Vught, gaat voor staatssecretaris Zijlstra beoordelen of hogescholen en universiteiten hun prestatieafspraken nakomen. www.delta.tudelft.nl /24408
‘Niet heilig’ Het streven naar vijftig procent hoogopgeleiden is geen doel maar een middel, herhaalde staatssecretaris Zijlstra zondagmiddag nog maar eens. Onderwijs van hoog niveau is belangrijker. www.delta.tudelft.nl /24407
Jan Bos fietst voor TU Studenten van het Human Power Team (afkomstig van de TU en VU Amsterdam) hebben een nieuw wapen in hun jacht op het wereldsnelheidsrecord op de fiets: oud-olympisch kampioen Jan Bos. www.delta.tudelft.nl /24405
Tomas van Dijk Uw meest recente project is een nieuw soort microscoop die licht- en elektronenmicroscopie combineert. Wat heb je aan zo’n microscoop? “Je kunt er bijvoorbeeld heel gericht mee zoeken naar interessante eiwitten. Met een bepaalde techniek zorg je er eerst voor dat eiwitten oplichten. Als je dan een cel onder de microscoop legt, kun je de eiwitten aan de hand van kleuren opsporen met de lichtmicroscoop. Met de elektronenmicroscoop focus je daar vervolgens op met honderd maal hogere resolutie.” De Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie was onder de indruk. U krijgt 250 duizend euro. “Ik heb de prijs niet zozeer gekregen voor het ontwikkelen van de techniek, maar omdat ik een bedrijf heb opgezet zodat andere wetenschappers
Prof.dr.ir. Pieter Kruit: “Ik zie dagelijks spooky action.” (Foto: Tomas van Dijk)
er ook mee kunnen werken.” Is het niet aan het bedrijfsleven om dergelijke apparaten te maken? “Ik heb eerst het gangbare pad bewandeld en met mijn uitvinding aangeklopt bij bedrijven. Maar die wilden dat ik eerst eens liet zien of het wel echt werkte.” En toen dacht u: laat ik het dan maar helemaal zelf doen? “Ja. Wij hebben fundamentele kennis en weten hoe we dingen moeten optimaliseren. Dus daar kan wat uitkomen. In december 2011 hebben we het bedrijf Delmic opgericht. Ik had een paar studenten gevraagd het bedrijf te runnen. Zij zijn op zoek gegaan naar potentiële klanten. We verwachten dit jaar de eerste microscopen te verko-
pen. Op vergelijkbare wijze heb ik in 2000 het bedrijf Mapper opgericht. Dat bedrijf produceert lithografiemachines. Kleine dingen zien en maken, en apparaten ontwikkelen die daarbij helpen, dat is mijn vakgebied.” Wat gaat u met het geld doen? “Zoveel mogelijk kleine onderzoekjes met een grote faalkans; experimenten waar ik anders nooit subsidie voor zou krijgen. Bij subsidieaanvragen moet je namelijk altijd aangeven dat je honderd procent zeker bent van geweldige resultaten.” Met wat voor knagende vragen zit u? “Afgelopen jaar stond er iets in de wetenschappelijke literatuur over elektronen die als een soort donut – in een spiraalvorm – op prepara-
De keynote speaker op het congres is de Franse natuurkundige Alain Aspect. Gaat u naar zijn toespraak? “Zeker. Alain Aspect heeft als eerste quantumverstrengeling aangetoond. Volgens de natuurkundigen Einstein, Podolsky en Rosen was de theorie van de quantummechanica problematisch vanwege de quantumverstrengeling die het impliceerde. Ze dachten dat er iets incompleet was aan de theorie als hij dit soort onzin toestond.” Einstein noemde quantumverstrengeling spooky action at a distance. “Ik zie die spooky action dagelijks in mijn microscopen optreden. Afzonderlijke elektronen spreiden zich uit alsof het golven zijn. Maar als ik ze meet, zie ik lichtflitsjes. Dan blijken ze opeens toch op een bepaalde plek te zitten en niet verspreid. Maar waar ze zitten kun je nooit voorspellen. De quantummechanica is zo waanzinnig.”
smeets
Studielast Delftse studenten doen gemiddeld 7,5 jaar over hun studie en daarom moet de studielast omlaag. Maar is die studielast wel zo hoog? Ik had als student het gevoel dat ik heel hard moest werken en dat we een belachelijke hoeveelheid colleges, leeswerk en opdrachten kregen. In de opleidingscommissie wiskunde mopperde ik dan ook dat het studieprogramma te zwaar was. De voorzitter van de commissie keek me bezorgd aan en vroeg hoeveel uur per week ik aan mijn studie kwijt was. Dat wist ik niet precies, het was in elk geval véél. De voorzitter stelde voor dat ik een paar maanden bij zou houden hoeveel uren ik aan mijn studie werkte. Zo konden we als opleidingscommissie zien waar al die tijd naartoe ging en welke vakken te zwaar waren. Een jaar lang hield ik keurig bij hoeveel tijd elk vak me kostte. De resultaten waren nogal teleurstellend. Gemiddeld besteedde ik minder dan 24 uur per week aan mijn studie. De meeste weken zat ik daar flink onder, want rond de tentamens studeerde ik twee weken knetterhard (lees: veertig uur per week). Toen ik de tabellen deze week opzocht, zag ik dat ik destijds voor weektotaal het woord ‘sneu’ had toegevoegd. Ik was niet onder de indruk meer van de studielast terwijl ik daarvoor echt het idee had dat ik het ontzettend druk had met mijn studie. Mijn jaargenoten leken niet veel harder te werken en in dit tempo kon je prima studeren. Na vijf jaar en vier maanden had ik mijn bul. Vakken waarvoor je volgens de studiegids 160 uur moest werken, deed je in hooguit honderd uur en soms zelf in zestig. Maar het bleek nog erger te kunnen. Een
keuzevak in Leiden gaf studiepunten voor maar liefst 280 uur werk. Het dictaat was een schamele zestig pagina’s, er waren tien colleges en geen huiswerk. Alles bij elkaar besteedde ik 84 uur aan dat vak, 30 procent van de tijd die er voor stond. Jaloers was ik op de Leidse studenten die blijkbaar nog meer vrije tijd hadden dan wij in Delft. Mijn vrije uren gebruikte ik voor twee bijbaantjes, commissiewerk, hobby’s en een enerverend liefdesleven. Zo deden mijn meeste Delftse vrienden dat ongeveer. Maar ik ontdekte dat de Leidse wiskundestudenten anders werkten. Zij hadden minder vakken, met elk minder stof en toch besteedden ze meer tijd aan hun studie. Zij staken wél 280 uur in een vak: ze maakten alle sommen uit het dictaat, zochten achtergrondinformatie op in de bibliotheek, en zorgden dat ze elk bewijs van begin tot eind begrepen. Achteraf ben ik jaloers op hun instelling en zou ik willen dat ik vaker op die manier gestudeerd had. Zoals Robbert Fokkink vorige week al schreef, is het helemaal niet erg als studenten minder dingen leren - als ze die dan heel goed leren. Daarom lijkt het me een uitstekend idee om de studielast te verlagen. Nu nog een manier verzinnen om de Delftse studenten zo ver te krijgen dat ze hun vak tot in de puntjes willen beheersen. Ionica Smeets is TU-alumnus (wiskunde), wetenschapsjournalist en onderzoeker bij Publiek Begrip van Wetenschap in Leiden.
DELTA. 02 19-01-2012
nieuws
Uiterlijk
Social media
Bomen
De website studenten.net is voor het tiende jaar op rij begonnen met zijn zoektocht naar de ‘student of the year’. De site benadrukt dat de wedstrijd niet meer alleen gaat over wie er het beste uitziet. Nee, studenten. net zoekt studenten ‘die intelligentie combineren met een aantrekkelijk uiterlijk’. “Intelligentie, mediageniekheid en uiterlijk worden ‘getest’ vanaf de kwartfinale door middel van competentietests, een debat, een fotoshoot en een opdracht in het buitenland”, aldus studenten.net. Opgeven kan op www.studentoftheyear.nl.
Wie voor zijn werk op de TU vragen heeft over het gebruik van social media als Facebook, Twitter, LinkedIn, Hyves, weblogs en wikipedia, kan voortaan eens in de twee weken van 9.30 uur tot 11 uur terecht in het social media café. Dit café vindt plaats in de Cone, de koffiehoek rechts bij de ingang van de TU Delft Library. In tentamenperiodes is het in studieruimte Einstein, iets verderop aan de rechterwand. Het eerste café is op 19 januari.
Niet alleen veel gebouwen op de campus kampen met achterstallig onderhoud, voor een aantal TU-bomen blijkt hetzelfde te gelden. Volgens bewonersvereniging TU-Noord staan er op het grasveldje tussen de Julianalaan en Bernhardlaan een stuk of acht oude populieren, die er niet best aan toe zijn, meldt het Algemeen Dagblad. Omwonenden vrezen dat afvallende takken en omvallende bomen schade aanrichten, zoals onlangs gebeurde aan de Bernhardlaan. Daar viel een boom in een tuin, waardoor een schutting, een garage en een tuinhuis zwaar beschadigd raakten. De TU
rspeekenbrink.weblog.tudelft.nl/ 2012/01/05/social-media-cafe-tu-delft
Decentrale selectie bij L&R begonnen Of je gemotiveerd bent en je meer kunt dan ‘alleen sommen maken’ telt bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek vanaf deze week mee bij de selectie van internationale eerstejaars studenten. Connie van Uffelen L&R vroeg internationale studenten een curriculum vitae te leveren en daarbij ook te vermelden wat ze buiten hun studie doen. Deze brieven worden gescreend door een team van drie medewerkers: een hoogleraar, een senior docent en onderwijsdirecteur Aldert Kamp. De selectie is subjectief, geeft Kamp toe, maar de teamleden kijken elk – onafhankelijk van elkaar – naar vier aspecten. Het gaat om de motivatie om luchtvaart- en ruimtevaarttechniek te studeren en de reden om speciaal naar Delft en Nederland te willen. Het derde aspect betreft aanwijzingen of iemand meer kan dan alleen sommen maken. “Kan een student het leven in een ander land aan?”, zegt Kamp. “Maakt hij contacten?” Dat wil het team beoordelen aan de hand van extra-curriculaire activiteiten. Het vierde punt is de academische performance van de kandidaat. Ofwel: cijfers. Of dat wettelijk gezien mag, is volgens Kamp nog niet helemaal zeker. “Dat ligt nog bij juridische zaken.” Selectie op basis van cijfers gebeurt immers al bij centrale selectie, ofwel
loting. Volgens Kamp is dit vierde punt ‘niet de doorslaggevende factor’. De teamleden geven onafhankelijk van elkaar voor elk van de vier criteria punten: op onderdelen één punt, twee punten of drie punten. Die scores zijn gelijk gewogen, aldus Kamp. Doet een kandidaat bijvoorbeeld aan sport en heeft hij een hobby, dan kan hij tweemaal een punt krijgen. “Als hij ook nog eens symposia organiseert, krijgt hij bijvoorbeeld drie punten.” Bij L&R geldt voor komend collegejaar een numerus fixus van 440 eerstejaars studenten. Normaliter bestaat onge-
03 Omleiding stuurt haar verzekeringsmaatschappij langs om de schade op de nemen, aldus het AD. En de universiteit heeft volgens de krant ook beloofd een specialist naar de bomen te laten kijken. Dat zou sinds 2009 niet meer gebeurd zijn.
www.tunoord.nl
Werkzaamheden ter voorbereiding van de komst van tramlijn 19 door de TUcampus gaan de komende tijd weer ongemakken veroorzaken. Op 23 januari gaat de Hamtunnel dicht. Ter vervanging komt er een tijdelijke oversteek ter hoogte van het Vesteplein. De Hambrug blijft wel open. Ook op de Michiel de Ruyterweg tussen het Mijnbouwplein en de Jaffalaan starten op 1 februari nieuwe werkzaamheden.
www.bereikbaardelft.nl
Taurus is beste amateurvoetbalclub Studentenvoetbalvereniging Taurus is verkozen tot Voetbalclub van het Jaar 2011 in de categorie amateurclubs. Voor deze eerste voetbalclub-van-hetjaar-verkiezing waren alle voetbalclubs in Nederland genomineerd, in de categorieën amateurclubs, topklassers en betaald voetbal organisaties. Vitesse scoorde het hoogst in de laatste categorie, Genemuiden won bij de topklassers en de Delftse studentenvoetbalclub Taurus bij de amateurs. 231 Mensen brachten hun stem uit op deze ondervereniging van Virgiel en
gaven de club een gemiddeld eindcijfer van 9,63. Stemmers moesten cijfers geven voor de sfeer op de club, de accommodatie, het bestuur en de spelopvatting van de club. De sportieve prestaties speelden geen rol. Volgens Taurus-voorzitter Tjerk ten Doeschate wordt de sfeer op de club bepaald door haar omvang: “We zijn met dik tweehonderd leden een heel klein studentenclubje. Iedereen kent elkaar. Juist omdat we een ondervereniging zijn van Virgiel zien we elkaar veel, ook buiten Taurus. De lijntjes zijn daardoor kort.” Ten Doeschate vertelt dat het op de club draait om lol hebben in het spel. “Verder spelen we aanvallend als het mogelijk is en staan we voor fair play.
We staan soms heus tegenover vechtersbaasjes, maar wij vechten nooit.” Taurus heeft vier heren- en één damesteam. Het eerste team staat één na laatste in de competitie. Ten Doeschate: “Dat komt doordat we vorig jaar geen trainer hadden. Die hebben we nu wel weer, maar de verbetering gaat nog niet zo snel als we willen.” Taurus won 1500 euro met de verkiezing tot voetbalclub van het jaar. De vereniging heeft nog geen doel gevonden voor dat geld. Via de verkiezing is geld ingezameld voor Spieren voor Spieren, de Dirk Kuyt Foundation en de Johan Cruyff Foundation. (SB) www.svvvtaurus.nl
Wateroverlast in TU Library
’Kan een student het leven in een ander land aan?’
Bij boorwerkzaamheden is dinsdagochtend een warmwaterleiding in de TU Delft Library geraakt. Kokend water drukte een plafond naar beneden. Niemand raakte gewond. In het kantoortje op de begane grond was zojuist de eerste medewerkster gearriveerd. “Er werd geboord en ik hoorde een hoop herrie”, vertelt Marijke Stok. “Ik zat nog niet en opeens kwamen delen van het plafond naar beneden met heet water.” Er ontstond volgens Stok een ‘enorme stoomontwikkeling’. “Binnen korte tijd zag ik niks meer. Als mijn collega er was geweest, had het er niet best uitgezien.” De brandweer rukte uit, maar kon niet voorkomen dat ongeveer vier kantoren ernstige waterschade opliepen. “Acht werkplekken zijn helemaal verwoest door de warmte en het water”, zegt gebouwenbeheerder Hugo Kraal. Ook in de bibliotheekzaal lag een plas water, maar de collectie heeft geen schade opgelopen. Hoe groot de overige schade is, is nog niet duidelijk. Omdat de brandmeldinstallatie op ‘storing’ stond, bleef de bibliotheek vervolgens dicht, ondanks de ruimere openingstijden vanwege de tentamenperiode.Pas na vervanging van negen sprinklerkoppen – rond kwart voor tien - mochten studenten de bibliotheek in.
veer en kwart van de aanmeldingen uit internationale studenten. Na de selectie wil de faculteit op ditzelfde percentage uitkomen. Daarom selecteert L&R nu twintig procent, ofwel 88 internationale studenten. Zij die buiten de boot vallen, mogen immers weer meedoen met de loting. Tot 8 januari hadden zich zo’n 135 internationale studenten gemeld. Iets meer dan voor het instellen van de numerus fixus. Kamp verwacht dat dit aantal oploopt tot honderdvijftig.
(Foto: Tomas van Dijk)
‘Hoe meer herkansingen, hoe luier ik word’ Na alle tumult over kwaliteitsverlaging was er vorige week donderdag een debat over het rapport Koersen op studiesucces. Hoewel onbedoeld, kon de timing bijna niet beter zijn. De Delftse studentenvakbond VSSD had het begin januari immers een ‘kwaliteitsverlaging’ genoemd dat de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) de studielast in de bachelor met vijftien procent wil verlagen door vakken tot de kern terug te brengen. Studenten - vooral uit besturen, wat niet zo vreemd is rond tentamentijd - konden nu even volop verder debatteren. Bijvoorbeeld over de stelling ‘vakinhoud schrappen is goed voor de onderwijskwaliteit’. Een lid van de studentenraadsfractie
Oras vond dat alleen kon worden geschrapt als door het curriculum niet wordt voldaan aan het beoogde kennis- en vaardigheidsniveau na de opleiding. Een student L&R stelde voor om daar dan maar wat uit te schrappen. “Ik weet bizar veel van numerieke rekenmodellen, terwijl ik die nooit gebruik.” Hans Tonino, voorzitter van de stuurgroep die het rapport ‘Koersen op studiesucces’ schreef, zei daarop dat curricula de neiging hebben overvol te raken waardoor de studielast niet meer correspondeert met het aantal te behalen studiepunten. “Ik ben wel voor reductie van stof als het ten gunste is van diepgang.” Dat was weer tegen het zere been van
de VSSD. “Wat maakt ons anders dan de Eindhovense ingenieur?”, zei vicevoorzitter Wouter Verbeek. “Waarom staat de Delftse ingenieur zo hoog aangeschreven? Wij hebben een bre-
‘Ik ben wel voor reductie van stof als het ten gunste is van diepgang’ der curriculum. Nu gaan we dat net zo smal maken als in Eindhoven en Twente.” Dat ontlokte weer een reactie bij een lid van de Amsterdamse studentenunie ASVA: “Als ik als alfa in zeven jaar kan studeren, waarom moet Delft dan een uitzondering zijn?”
De meningen verschilden ook over de stelling dat het verminderen van herkansingsmogelijkheden studievertraging in de hand werkt. Als het aan de TU ligt, kunnen studenten straks niet meer herkansen bij een cijfer onder de vier. Dat leidt volgens Jeroen Röhner van studentenraadsfractie Lijst Bèta tot twee dingen: studenten die minder tentamens halen, en een sterkere zesjescultuur. Tonino echter wees op onderzoek dat aantoont dat meer herkansingen leiden tot meer uitstel en vertraging. “Hoe meer herkansingen, hoe luier ik word”, beaamde een studente. Studenten waren het er vervolgens onderling over eens dat er beter gekeken zou kunnen worden naar een training in het leren plannen.
De term ‘zesjescultuur’ kwam later weer terug bij de stelling dat door compenserend toetsen de waarde van diploma’s daalt. Een student wilde wel eens weten hoe men dacht over zesjes. “Ik kan niet beoordelen of je met zesjes een slecht ingenieur bent geworden”, zei Tonino. “Als je van de vijf vragen twee niet invult en de rest perfect, heb je een zes, maar beheers je eenderde van het vak niet.” Maar word je in Nederland niet aangenomen als je alleen zessen hebt? De student die deze vraag opwierp, beantwoordde hem zelf. “Er wordt weinig gekeken naar cijfers, meer naar wat een student er naast deed.” Connie van Uffelen
DELTA. 02 19-01-2012
science
opinion please
04
Sparkling super atoms Delft researchers received an EU grant to make nanoparticles and ‘super atoms’ by spark discharge. Tomas van Dijk
Melting buildings According to New Scientist, phase change materials materials that melt at around room temperature - could revolutionise the way we cool our buildings. The sun has risen, and a new building on the University of Washington’s campus in Seattle is slowly melting. Or at least parts of the building are anyway. Encapsulated within the building’s walls and ceiling panels is a fabric specially designed for climate regulation, called a phase change material (PCM). The material – a gel, which New Scientist reports on in its 7 January issue, melts at around room temperature, and while melting absorbs lots of energy, helping the building stay cool. At night, when the temperature drops, molecular bonds within the gel are reformed and the material thus releases heat (which can easily be dissipated by opening the windows). The material is then being ‘recharged’. Professor Andy van den Dobbelsteen, of the climate design and sustainability section (Architecture faculty), is familiar with this technique. “The materials are not being used much yet,” he says. “A lot of research effort is being put into optimizing these kinds of materials, however. They’re still very expensive, but as developments continue prices will drop.” The professor believes the technique is especially promising for building lightweight constructions. Regarding their thermal behaviour, PCMs are in fact a kind of light version of rock and concrete, Prof. Van den Dobbelsteen explains: “Heavy buildings, like Romanesque churches, also stay cool thanks to the materials they’re made of. Their thick walls have a high thermal mass which helps to reduce indoor temperature fluctuations. What’s interesting about PCMs is that you can regulate the temperature using a lot less material.” PhD student, Bas Hasselaar (Architecture faculty), agrees. But he also warns that PCMs are not the panacea they’re often taken for. “These materials can only help in fine tuning the temperature,” explains the researcher, who extensively studied the materials for his thesis. “PCMs do not have very high thermal mass overall, yet during their melting trajectory their heat absorbing capacity peaks. Once the temperature has risen above that melting range, say 25 ºC, they no longer cool the building.” Another disadvantage of PCMs is that they do not have any supporting power, says Hasselaar. Consequently, one must always encapsulate them in other building materials. If you want to make a building in which the climate is regulated energy efficiently, you have to set your priorities differently, Hasselaar concludes: “First of all, you need good sun blinders, you must ensure the building is constructed with material that has lots of thermal mass, and you need good ventilation. When these requirements are met, then you can wind up with PCMs.” (TvD)
Rapid little flashes of light twinkle in a little glass-topped container surrounded by tubes and pipes. With each spark between the two magnesium electrodes, PhD student Tobias Pfeiffer (AS) makes magnesium nanoparticles. These particles could prove useful for storing hydrogen in fuel cells. “I’m making about a milligram a day of this material. A car needs 80 kilogram of it. At the rate I’m going it will take me centuries to obtain enough for one car”, Pfeiffer says, laughing. “We have to add some zeros to the production speed.” Speeding up is exactly what he and his promoter, Professor Andreas SchmidtOtt, are about to do. They are part of a consortium of 20 European research institutes and companies that received an EU grant worth nearly 8 million euros for scaling up this apparatus for nanoparticle production, called the spark generator. The spark generator was invented in 1988 by Prof. Schmidt-Ott, and improvements are presently being patented by his group. The principle is simple: sparks are generated between two electrodes of a conducting or semiconducting material, and when this occurs, a cloudlet of vapor from the electrode material is formed. As this cloud cools down, the molecules agglomerate and stick together forming nanoparticles. “With this technique, we can make novel materials ranging from catalysts to battery electrodes,” Prof.
With each spark new nanoparticles are born. (Photo: Tomas van Dijk)
Schmidt-Ott says. “Since we’re able to dose the amount of energy in every spark very precisely, we can generate particles that are all the same size. Another feature is that we can mix different materials.” One way to speed up the production process is to increase the spark fre-
‘With this technique, we can make novel materials ranging from catalysts to battery electrodes’ quency, from the current 500 Hertz to 10,000 or 20,000 Hertz. This is what the TU Delft researchers want to do. Colleagues in Germany, meanwhile, will experiment with putting spark generators in a series. Industry is primarily interested in the production of nanoparticles. From a fundamental point of view however, Schmidt-Ott believes that the possibility of making inorganic ‘atomic clus-
ters’ is much more interesting. These clusters of atoms may behave just like solitary atoms, because they have electrons that ‘circle’ the entire cluster. Silver clusters containing 8, 20, or 40 atoms are examples of particularly stable ‘super atoms’, having closed electronic shells. Prof. Schmidt-Ott believes that it is possible to make atomic clusters with the spark generator that have completely new magnetic, optical, electrical or catalytic properties. “What we will be getting at in future is the ability to calculate what a cluster with certain desired properties should look like, and, subsequently, one will be able to produce it with the spark generator. It’s an interesting new way of thinking.”
Genomes flashing through lightpaths The idea to connect the TU with genomic centres via dedicated glass fibres won first prize at last year’s Surfnet ‘Enlighten Your Research 3’ competition. “Now we’ve got a ten gigabit per second connection for each university, which serves the transport of scientific data but also students reading news sites. Consequently, you’re never sure what capacity is available,” Jan Bot (MSc - EEMCS) explains, regarding the need for dedicated glass fibre connections, called lightpaths, for the exchange of genomic data. His proposal, titled ‘Next generation networking for next generation sequencing’, was awarded first prize at the ‘Enlighten Your Research 3’ (EYR3) competition, organized by Surfnet, the academic internet provider, on 7 December 2011. Bot’s proposal entails a network of lightpaths between the TU and several other institutes: AMC, University of Groningen, Hubrecht laboratory, LUMC, VU Amsterdam, Wageningen University, Beijing Genomic s Institute in Hong Kong and Complete Genomics in California. The last two connections are specialized sequencing companies. “Blood in, bits out,” Bot says.
Optic Fibre. (Photo: Garry Sholl)
Bioinformatics means data, lots of data, although less then particle physics. A human genome with 23,000 genes in the current industry standard measures about 300 gigabyte. It takes a single sequencing machine a few days to sequence all the DNA frag-
‘Blood in, bits out’ ments, after which a computer needs about a week to stitch the entire genome together. In practice, these tasks are sped up by parallel processing or by using supercomputers. Up until now, however, research samples are flown to sequencing plants, and then couriers like FedEx or UPS bring
the hard disks back. Sending the data by internet or via a cloud is not powerful enough, nor is it secure. Bot expects the genomic optical network to be operational within a year, after which the exchange of bioinformatics data will be both easier and more secure, since a light path is essentially one continuous fibre without side-branches. EYR3’s second prize was also awarded to a TU Delft project led by Dr Henri Vrooman (Erasmus MC). He proposed connecting Leiden and Groningen medical centres to the SARA supercomputer and the TU visualization group as an infrastructure for comparing MRI images from population studies. (JW)
DELTA. 02 19-01-2012
science
05
short news science Flooding
What will your neighborhood look like when the dikes break? You might prefer not to know, but police, fire brigades and rescue workers need such information in order to be prepared for floods. The computer graphics and visualization group at EEMCS computes flooded landscapes based on precise 3D geological data. Their proposal for fast optical connections to the Sara computer centre in Amsterdam and their partner university in Groningen won third prize in Surfnet’s ‘Enlighten Your Research’ competition last December. www.3di.nu
Fellow
Clear language
Wrong culture
Dr Geert Leus (EEMCS) has been appointed Fellow of the IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers), an honour reserved for ‘select IEEE members whose extraordinary accomplishments are deemed fitting’, says the IEEE’s website. Leus has been a member, vice-president and president of IEEE’s committee for signal processing in digital communication for 11 years. He received a certificate and a pin he can wear at IEEE meetings. As a fellow, he has the right to propose other names for fellowships.
PhD student Mari Winkler (AS) has won the Jaap van der Graaf prize at the Holiday Course for Drinking Water and Sewage Water Treatment, held on January 13. The prize is awarded to the student or researcher who published the best English-language article on sewage water treatment. Winkler wrote about the Anammox microbial process. She is the third of Prof. Mark van Loosdrecht’s PhD students to win the award. Winkler now lives and works in New York.
New technologies for the inspection of technical installations spend decades gathering dust before industry, largely as a result of accidents, is forced to implement them. The fault lies not in the technology or the rules and regulations, but rather in the sector’s prevailing culture, according to Dr Casper Wassink, who obtained his doctorate on this topic last week. The people responsible for inspection “have developed an aversion to innovation and look no further than the next quarterly report,” he concludes.
Look, listen and mingle
Oh well, never mind. Let’s have a beer. (Photo: Borsheims)
Most hearing aids fail in noisy environments, because they amplify conversation partners and the ambient noise equally. Dr Anton Schlesinger improved the ‘hearing glasses’ that work in stereo.
experience little or no benefit from the hearing aid, because their problem is not understanding speech in silence but rather understanding speech in noise. As a consequence,
It improved the intelligibility of speech in noisy surroundings by 20 to 40 percent
Jos Wassink If someone has a hearing loss higher than 35 decibels, he or she is considered to have difficulty understanding speech in silence and is often prescribed a hearing aid to compensate for this. However, the majority (three-quarters) of these people will
such people may shy away from public events and risk becoming lonely and isolated. There is little incentive to improve hearing aids, says Dr Anton Schlesinger, because the closed market is dominated by a small number of manufacturers. The hearing glasses that Dr Marinus
Boone (Applied Sciences) developed in the 1990s were an important improvement, because the two microphone arrays situated in the temples allowed smart filters to amplify or suppress sounds depending on their origin. The hearing glasses listened where you looked. Such ‘beamformers’ are known as a robust and practically efficient solution to the speech-in-noise problem. The hearing glasses were brought to market in 2003 by Varibel Innovations. In his PhD research, Dr Schlesinger has tried to improve the hearing glasses by combining them with smart filters, called CASA filters, for ‘computational auditory scene analysis’. Dr Schlesinger has tested and revised three different types of these filters. The result was that adding the best type of these postfilters to the twochannel hearing set-up improved the intelligibility of speech in noisy surroundings by 20 to 40 percent. The highest improvement coincides with an increased relative noise level. In other words, the filters work best when needed most. Whether Varibel or other firms will implement the additional filters, Dr Schlesinger cannot say. He thinks that eventually the hearing aids will become smart enough to judge the surrounding sound and switch to the best matching filters.
Anton Schlesinger, ‘Binaural Model-Based Speech Intelligibility - Enhancement and Assessment in Hearing Aids’, 12 January, PhD supervisors Professor A. Gisolf and Dr Marinus Boone.
cover Well, actually the cover picture was chosen in a bit of a hurry, Dr Fernao Beenkens (TPM) admits. When his favourite picture, a mountaineering photo taken by a friend of his, turned out to have too low resolution, he quickly had to deliver another one. He then chose a photo he took himself during that same trip in Switzerland, showing the Pigne d’Arolla on the back cover. Alpinists may notice that he even mirrored the photo to allow for a free background for his title frame. When writing the preface, Dr Beenkens did come up with an explanation for the cover, albeit posterior. In healthcare, his thesis’s topic, as well as in aviation and mountainee-
ring, great emphasis is placed on strict procedures aimed at reducing the chances of accidents occurring. Beenkens researched the acceptance of e-Health, loosely defined as any form of electronic communication between patients and doctors. He found that the acceptance of electronic communication depends, among other things, on the level of education of the patient. e-Health services permit monitoring chronic patients’ health on a continual basis and in an unobtrusive way. Fernao Beenkens, ‘Acceptance of e-Health Technology’, 16 December 2011, PhD supervisor Prof. Erik Andriessen, TPM.
halfway
Ricardo Lopes: “If games are more balanced, people won’t get frustrated.” (Photo: Tomas van Dijk)
Making games exciting Name: Nationality: Supervisor: Subject: Thesis defence:
Ricardo De Vasconcelos Abreu Lopes (29) Portuguese Dr Rafael Bidarra (computer graphics group, EEMCS faculty) Adaptive game worlds In two years
“The goal of my research is to make video games more exiting and appealing. I’m focussing on games for entertainment, but also serious games, games that convey a message or that are used for training purposes. The way I do this is by making games adaptive. This means that different things happen every time you or someone else plays. The technique we base this on is called procedural content generation. This technique is quite new. Some games use it to create new virtual worlds that arise while people play a game. An algorithm decides where the trees appear and what size they are for instance. By allowing these kinds of parameters to be flexible, the virtual world is always new and unexpected. But designers do have control over it: it’s not completely random, as players of course still need to be able to go from A to B. We want to take this technique a step further. We want to link the player to the content generator, creating a new way of controlling the latter. So what will be generated will be a response to the way the player played. In that way games will be customized to people. Let’s say I’m playing Super Mario and I suck at it. It would, in that case, be nice if something would happen which would make it more balanced for me, so I don’t have to feel bad about it. The game should become easier – gaps could become smaller - only at that specific moment. We think we have found a good way to achieve these kinds of adaptations. And we believe that we can develop a technique that is generic, which means it can be used for all kinds of games. I’m now working on an adaptive game involving a stunt playground for cars. If, during the first round, you turn out to be a Sunday driver, the game will not offer you many loopings in the second round. If however you’re Evel Knievel, it will give you a more exciting playground in the next round. I use semantics to enrich the game. Every object has all additional information attached to it beside its geometry. A ramp always needs to be in front of an obstacle, for instance. By defining the semantics of objects, the generator can ‘reason’ about them. With the help of a new type of semantics, the programme can decide that a certain ramp is dangerous for the Sunday driver.” (TvD)
DELTA. 02 19-01-2012
international students
06
Minding the social gap The newly founded Pakistani Student Society aims to provide cultural exchange between the Pakistani student community and Dutch and international students. DAVID MCMULLIN The university’s new Pakistani Student Society (PSS - NL) is off to a good start. With some eighty members already, the society’s founding members, Sana Amir (PhD concrete structures), Usama Malik (BSc aerospace engineering) and Faisal Nadeem (PhD computer engineering), discuss the society’s present and future aims. What inspired you to set up the PSSNL? Malik: “We wanted to bring Pakistanis together under one forum, to guide new Pakistanis coming to TU Delft or Netherlands for studies, and to promote our culture and arrange activities for Pakistanis and other TU students.” Is there a problem of understanding between Pakistani student community and other international students? Malik: “Sometimes we face critical questions from fellow students about Pakistan’s culture and Pakistan itself. By having a Pakistani student society, we have a platform to tell students and other people about our culture and clear any misunderstandings about us.”
what’s cooking
Does this relate to the ‘need to bridge the social gap’ mentioned in PSS–NL’s first press release? Amir: “Actually, the social gap we’re talking about is more among the Pakistani students themselves than among Pakistani and other international students. Because we never had a common platform, some of us didn’t even know each other before we made this society.”
tural Night’ on February 17, and after that to also host a ‘Fast opening/Iftar’ dinner during Ramadan.”
And PSS-NL also has national ambitions? Amir: “When we started this organization, we thought to limit it TU Delft only, but then decided to include Pakistani students from other universities as well. So our organization is for everyone studying in NL.”
Has the TU been supportive in helping you start PSS-NL? Amir: “Very supportive. When we decided to make PSS-NL official at TU Delft, we contacted the International Office and Germaine Poot replied positively, guiding us through the whole process of setting up our society.”
Will you also reach out to high school and university students currently studying in Pakistan who might be interested in continuing their studies at TU Delft? Malik: “Within a short time of starting our organisation, we received emails from Pakistani students asking for information about admission to TU Delft. Some were from Pakistan and others from other European universities. In our limited capacity, we’re making plans to encourage students from Pakistan to come study at TU Delft. For example, our members who go home to Pakistan in summer should voluntarily visit one or two high schools in their region if possible to tell them about TU Delft.”
Where does PSS-NL get its funding? Malik: “TU Delft is funding our 17 February event. Other than that, if we have a small event we all contribute.”
Are your planned events open to all international students? “Yes, they’re open to all international students and we invite them via the Sports and Culture Centre websites, Facebook, email and posters and flyers distributed in various faculties.”
Your press release also stated that PSS-NL is a ‘non-political organisation’. But given that Pakistan is quite turbulent and unstable politically, won’t it be difficult to keep politics out of the socialising? Malik: “Yes, you’re right, it would be difficult to do that, but we’ve made it clear to every member of our society to not use this as political forum. Up till now we’ve succeeded. We intend to use this organization for socializing and entertainment rather than politics.”
What are some coming PSS-NL events? Amir: “We’re planning a ‘Pakistani Cul-
Foreign eye
Every year most of the Christmas trees face the same destiny - after the festivities, where the trees together with presents have done so much to provide that special Christmas feeling, the trees are thrown away just like one would throw away their old, unwanted things. Is there any decent way to get rid of a Christmas tree? One suggestion comes to my mind: cut it in pieces, put it in a garbage bag and hence throw the tree away decently. At least that would provide some dignified closure for the Christmas tree. (Photo: Laura Sterna, Latvia, MSc water management)
(Photo: Sine Celik)
Hunkar Begendi Literally meaning, ‘the sultan liked it’, hunkar begendi is one of the most refined dishes in Turkish cuisine. The invention of this festive dish dates back to 19th century, to the times of Sultan Abdulaziz, who was a gourmet Ottoman ruler. Once upon a time, French emperor Napoleon visited Sultan Abdulaziz in Istanbul, together with his wife Eugenie, when they were on the way to the opening ceremony of Suez Canal. Eugenie was known to be a picky eater. She was always traveling together with her talented French cooks. One of her chefs accompanied the couple to Istanbul and joined the Topkapi palace kitchen crew during their stay. One day, while roasting eggplants, the Ottoman chef saw the French chef preparing his famous béchamel sauce for Eugenie. He offered to mix the roasted eggplants with this thick white sauce that he saw for the first time. Chefs served this creamy invention for dinner, together with a stew of game animals hunted by Abdulaziz and Napoleon earlier that day. The Sultan appreciated this new dish very much and gave inspiration to its name. Rumor has it that, following this incident, a flawless hunkar begendi performance was demanded of every cook who wanted to work in the palace. Although it can now be described simply as ‘braised lamb over silky eggplant puree’, hunkar begendi owns the title of being the most civilized dish in the Ottoman cuisine. Not only because the recipe involves advanced cooking techniques for the time it was invented, but also because it represents one of the first examples of fusion in the Ottoman cuisine, which was famous for being very conservative. In modern Turkey, hunkar begendi is not an ordinary dish that mothers regularly serve for dinner, but it can be found in every traditional meat restaurant. Maybe its royal background makes this dish seem too fancy for a student meal, but after trying it once you will see that you can prepare the favorite dish of Sultan Abdulaziz in a very short time and with just a few basic ingredients. Here is a recipe for four. (SC)
Now that you also can’t wait to taste delicious homemade hunkar begendi, just go to delta. tudelft.nl/ for an online version of this article and an easy step-by-step recipe that serves four people.
lei li
When the hammer drops Admit it or not, we are a generation over-inflated with ‘Good job’, ‘I’m so proud of you’ or ‘You can make it’ during our growing up years. Believing that low self-esteem results from criticism, schools attempt to boost our self-esteem by handing out as much praise as possible, sometimes even when it’s undeserved. If some critical comments have to be made, teachers also tend to be extra careful with their wording, such as ‘It would be great if the reasoning could be improved a bit in your next essay’. The truth is that our ears have been gradually tuned to these candy words, or ‘positive reinforcement’ as it’s called. Leaving schools behind, we continue seeking positive opinions from our bosses or co-workers in order to define ourselves at the workplace. However, we don’t often end up with what we want. Last Monday came my first job performance review. It was a oneon-one meeting. Although I’d been working hard meeting my professional goals, I still couldn’t be exempted from feeling the butterflies in my stomach, which reminded me of the moment back in school waiting for the final grade of my graduation thesis.
But unlike my supervisor acknowledging my work and following with some minor suggestions, my boss directly expressed his disappointment in me by saying: ‘you haven’t delivered what I expected’. I felt this like a slap in my face. Confronted with such an unexpected comment, my mind went immediately blank, leaving my blood racing fast and heart pounding hard. Not noticing my reaction, my boss continued to specify his criticism of my job performance. As hard as I tried to calm myself down, I couldn’t shake off the feeling of being stripped naked, embarrassed and vulnerable. As you can imagine, for the rest of the meeting I was incapable of responding to my boss and instead just stared at my review sheet through watery eyes. I must have lost all my grace and dignity. Overwhelmed with the urge to self-defend, I couldn’t wait to rush into my boyfriend’s comforting arms. As someone having many years of work experience and knowing me inside out, he quickly helped get my emotions settled. But my collapsed confidence still needed to be rebuilt. I secretly wished I could simply bury it in
the sand and pretend as if nothing had happened. But I quickly realised that this would end up being career suicide. So I decided to read through a couple of articles on how to cope with criticism and then mapped out a plan as a response to my review. Well, for as many tips and tactics one can find on how to handle criticism, it’s really hard to stay cool and react with courtesy when confronted with such situations. Probably the art of receiving criticism is something we can only learn by experiencing it. But if you need some trick for emergency emotion control right on the spot, here goes mine: criticism isn’t always about you; instead, it could also be a way for your boss to release his pent up anger with his wife, for example. Of course, such reasoning is only an emergency rescue with a short-term calming effect. Selfreflection afterwards should never be replaced. Lei Li, from Shanghai, China, is recent MSc graduate in science communication. She can be contacted at LeiLivanShanghai@ gmail.com
DELTA. 02 19-01-2012
international students
07
New house for internationals
news in brief Boom and doom Forty years ago, a highly controversial study warned that we had to curb growth or risk global meltdown. Was it right? At the beginning of the 1970s, a group of young scientists set out to explore our future. Their findings shook a generation and may be even more relevant than ever today. Read more about this study at the New Scientist site. bit.ly/boomdoom
Valorisation prize The Foundation for Fundamental Research on Matter has awarded the FOM Valorisation Prize 2011 to Professor Pieter Kruit (AS). He received the prize, worth 250,000 euros, for his research in the area of electron and ion optics and for setting up companies that utilize these technologies.
Campus radio A new radio station run by students and intended for students and staff of TU Delft and the polytechnics on campus started last month, when Campus Radio 1 hit the airwaves for the first time. The station’s first broadcast was on 22 December, featuring a one program, called Unicorn. A second broadcast on 12 January marked the start of a second radio program: Next Best, which featured one-hour of dance music. Campus Radio hopes that more programs will follow. Students and staff can submit proposals, and if accepted, they can start broadcasting. The student radio broadcasters hope that international students will also submit ideas. www.campusradio1.nl
Lowlands festival Artist’s impression of the new International Student House. (Image: courtesy of Duwo)
After years of discussion, it seems TU Delft’s international students will finally have a great new space to call their own by 2014. RAGHUVEER RAMESH As part of its initiative to best serve all international students in Delft, Duwo has proposed building an International Student House, which function as a student community center. The building’s special feature is that the students themselves can decide what facilities they want the building to offer. Jan Benschop, Duwo’s executive director, explains the idea behind his brainchild, which he hopes will be completed by early 2014. What was the motivation to create this new building? “It started with the sudden influx of international students to TU Delft and ever since there has been a longstanding demand for a common meeting and activity center for them. The first stroke of inspiration came from one of our visits to a student house in London. And then during one of my personal visits to New York, I saw a similar student meeting house there as well. We figured that the place worked very well and the idea seemed to be a perfect option for Delft, with its large number of international students from different countries.” What are some of the features of such international student houses? ”One common trait of these student houses is that they served as a meeting place for students wanting to do a common activity of interest, which might be anything ranging from watching movies to playing games, conducting student council meetings, etc. A group of Chinese students might want to watch a movie together, and later some the Greek students might want to sit down and discuss something. Another motivating factor behind our design was the thinking: ‘How would we want to be treated when we go to a foreign land?’ In the first few days, we would want to integrate with the local culture and such.
But ideally, even before that, we wanted to create a place where international students could easily find anything, ranging from information about various places to even a small health clinic, without having to go through too much trouble.” Where will the building be located and what facilities will it offer? “The building will be next to the existing Duwo office on the Kanaalweg. Regarding facilities, the best thing about this place will bee its open plan: one could organize any type of activity there, from cooking clubs to parties, for example. It would also have certain fixed facilities, like a fitness center, sauna, bar, cafeteria, internet café, video room, etc. But predominantly there will be a large number of common meeting rooms. We’re also still open to suggestions. Ultimately, we’re trying to build a general purpose building with facilities that can be easily modified according to the changing trends in student demographics.” How do you envision such common rooms functioning? “Well, they would serve as meeting rooms where students can meet and discuss things related to their societies, student clubs, associations…or just chill out for an evening of fun. I guess the students would have to book the rooms beforehand to ensure they’re available, but we’ll provide lots of space for these rooms, so the numbers shouldn’t be a problem.” Will Duwo build and maintain the building? “Partly, yes. Duwo is mainly a student housing organization, and we’ll have to see what the best way to run the building is. We can maybe ask a fitness company to run the building’s fitness facilities, and similarly the cafeteria could be rented out to a coffee chain like Starbucks or Coffee Company. But that would be a cost burden on students, so we’ll work out the best options to rent it out. Duwo could handle the cleaning services and maintenance of the common areas, and we will not charge students anything for using the common facilities, like the meeting rooms or party halls. That’s the philosophy of creating this space. However, for using dedicated facilities
run by organizations other than Duwo, students will have to pay.” The university also provides facilities like gyms, cafeterias and meeting places. What differences do you see between those and the ones proposed by Duwo? “We’re in a close relationship with the university and the city of Delft as well. We too want to provide dedicated services to the students. More than competing, it should be seen as providing more facilities, as the ones in the university might not necessarily satisfy the needs of every student.” How much of a say do students have in the functioning of this building? “The students are the beneficiaries of the building, so we’re trying to create a board of international students to get feedback and implement their proposals and interests. If for instance every international student wants a discotheque, we will provide one.” Who can and cannot use this building? “The building as such is designed especially for the international students. In my opinion, all international students, including those who do not live in Duwo housing, should be able to use it, but we’ll have to see if the other board members also agree. I personally do not wish to have any form of discrimination. You should also understand there is not much profit from this building, as DUWO has to spend millions on this without getting back the money. We’re doing this in order to have a great relation with international students and the university, ultimately.” Why is this one big project? Why not small meeting or hang out places in all Duwo housing? “What we have planned now is more than a common room in a single flat. The new building would act as a party center, a meeting place with lot of facilities, as I’ve previously mentioned. Another reason is the economics: the caretakers of the building need not run around to every building to maintain it; instead, they can just look after this one single building.”
In August 2012, TU Delft will make its third appearance at Llowlab, the sustainable innovation island at the Lowlands music festival (17-19 August). TU Delft and other knowledge institutions will present their sustainable innovations to 55,000 festival goers. Llowlab is a great opportunity for researchers and high-tech start-ups to carry out practical research, to test new products or to present their products to a wide public. If you are a researcher or high-tech start-up with a design, idea or product for Llowlab, contact Gertjan de Werk (
[email protected]) or Gijs Houwen (
[email protected]).
Floppy tower Staff and students are invited to attend the unveiling of the floppy tower on Thursday, 26 January, at 18:30, on the square outside the Faculty of Industrial Design Engineering (IDE). The floppy tower is a work of art and a landmark for all who behold it. At first glance it looks like any other tower, but when the wind blows the tower moves back and forth. Wim Schermer and a team of students constructed the tower from nine cube-shaped segments.
Decentralized admissions This week the Aerospace Engineering faculty began its decentralized selection of international first-year students. Applications from international students were evaluated according to four aspects: motivation to study aerospace engineering; the reasons for specifically wanting to come to the Netherlands and attend TU Delft; indications that they are capable of living abroad; and the candidate’s academic performance. As of 8 January, 135 international students had applied for 88 places open to internationals among the 440 first-year BSc students who will be accepted for the coming academic year.
Best football club Taurus, a student football club within the Virgiel student society, has been chosen as Football Club of 2011 in the category for Dutch amateur football clubs. Vitesse was judged the best among the Netherlands’ professional clubs. Clubs were not judged according to on-field performance but rather on the atmosphere within the club, management, facilities and approach to the game.
Business studies Government should support important academic programmes and discourage those that do not contribute to economic growth, according to a letter business representatives sent to Dutch Minister of innovation. These business leaders argue that the Netherlands cannot persist in thinking that all academic fields contribute in the same degree to the labor market and prosperity. Technical studies deserve preferential treatment, they argue. Unimportant studies should be discouraged by means of selective admissions procedures, differing tuition fees and a cap on student enrollment.
DELTA. 02 19-01-2012
lifestyle
08
Sluiproute door het IFFR Durf jij er nog aan te beginnen, de grote race om kaartjes te bemachtigen voor de beste films van het Internationaal Filmfestival Rotterdam? Bespaar jezelf de moeite, Delta geeft je de beste route, net even buiten de gebaande paden van het IFFR.
een seksverslaafde dertiger in Manhattan, ‘Rânia’, grote winnaar van het filmfestival in Rio de Janeiro over een opgroeiende tiener en haar wens om danseres te worden en ‘Oslo, August 31st’, waarin een drugsverslaafde een nieuwe kans op leven probeert te pakken. De makers zijn ook aanwezig en je mag één gast meenemen. Natuurlijk zijn er een paar algemene hoogtepunten op het festival die je niet mag missen. De film ‘Women on the edge’ bijvoorbeeld, van de Japanse regisseur Kobayashi Masahiro. Daarin komen drie zussen samen in wat er over is van hun ouderlijk huis, na de
Jorinde Hanse Niks favorieten voor de Tiger Awards, geen ellenlange rijen voor de publiekslievelingen. Sommige programmaonderdelen van het Internationaal Filmfestival Rotterdam passen namelijk gewoon het best bij jóu. Soms vanwege het onderwerp, soms vanwege de bijzondere invalshoek en soms gewoon omdat ze korting geven aan studenten of er gratis hapjes bij serveren. En als je dan toch érgens moet beginnen, kijk dan naar de documentaire ‘Barefoot Student Army’, over de tijd die twee Australische filmmaaksters tussen augustus 1989 en september 1990 doorbrachten met het Birmese studentenleger. Stevige kost, dus dan is het fijn dat het CJP voor zaterdag 28 januari tussen 11.00 en 18.00 uur in Pathé alvast drie films voor pashouders heeft uitgezocht, mét gratis bier en bitterballen. De films: ‘Shame’, over
Weg ellenlange rijen, dit is alleen voor jóu; student verwoestende tsunami in Japan. Ook prachtig: ‘A dangerous method’, een historisch drama over Sigmund Freud, Carl Jung, één van zijn patiënten en het begin van de psychoanalyse. Maar het kan nog leerzamer. Op donderdag 26 januari tussen 10.00 en 18.00 uur vindt de Rotterdam Film Course plaats in het Cinerama Filmtheater, die studenten – jou dus - een andere kant van de wereldcinema laat zien. Thema: de economische crisis. Experts laten zien hoe crisisjaren uit het verleden zijn neergezet op film en hoe de filmmakers van nu de huidige crisis proberen weer te geven op doek. Dat doen ze aan de hand van de zwarte komedie ‘Unfair World’ van Filippos Tsitos en de documentaire ‘Futures
Market’ van Mercedes Alvarez. Maar ja, een beetje TU’er wil experimenteren. Onderzoeken. En: dat kan! Zelfs al heb je nog nooit een camera vastgehad; in Michel Gondry’s Home Movie Factory aan de Meent kan iedereen tussen 11.00 en 18.30 uur aan de slag. Amateurs maken er in sneltreinvaart, tegen speciaal voor het filmfestival gemaakte achtergrondprojecties, samen een korte film. Tegen het IFFR zegt Gondry daarover: “De Home Movie Factory is een manier om mensen uit hun huis te krijgen en om vrienden te maken. Samen trots zijn op een gezamenlijke prestatie. En vooral: om lol te hebben. Met de Home Movie Factory wil ik aantonen dat iédereen creatief is.” Minstens zo interactief maar veel minder opvallend is het evenement Our broken voice, een ‘subtlemob’ (een variatie op de flashmob die er juist om draait onzichtbaar te blijven) van collectief Circumstance. Gewapend met alleen een mp3-speler worden deelnemers in een filmische ervaring gesleurd vol spanning en plotwendingen. Vaag hè? En dat moet het vooral ook blijven, voor het beste resultaat. Kwestie van verzamelen bij Reality Check (Schouwburgplein 54), op donderdag 26 januari en donderdag 2 februari, om 18.00 uur. Deelname is gratis, maar je moet je wel even opgeven via de website van Circumstance. Wie durft? Dan mag je meteen meedoen aan Meet your stranger, waarbij je een rol speelt in een mobiele film die zich dagelijks tussen 16.00 en 20.00 uur afspeelt rond het Schouwburgplein. Je smartphone is je souffleur en je tegenspelers ontmoet je op het plein, waar de film zich niet alleen in een echt, maar ook in een virtueel augmented reality-decor afspeelt. Daarna, en na een goede hap, sla je natuurlijk aan het feesten. Waar? Dat staat hieronder, in Time Out.
Internationaal Filmfestival Rotterdam, 25 januari tot en met 5 februari op diverse locaties in Rotterdam. Kaartverkoop start vrijdagavond om 20.00 uur www.iffr.nl.
Still uit ‘Rânia’. (Foto: IFFR)
time out
Filmisch feesten Natuurlijk draait het Internationaal Filmfestival Rotterdam om de films. Maar een kniesoor die erop let dat jij alleen de leukste feestjes afloopt. Wie zich cultureel verantwoord probeert voor te doen door te zeggen dat hij het IFFR alleen bezoekt vanwege de films, jokt. Zeker weten. Want iedereen die weleens naar het leukste filmfestival van Nederland is geweest, weet dat de bijbehorende feesten al reden genoeg zijn om te gaan. Dat is dit jaar niet anders, beginnend bij het openingsfeest na de openingsfilm ‘King Curling’ in Pathé. Aansluitend, vanaf 23.00 uur, is het elke avond tijdens het festival feest in de Rotterdamse Schouwburg. Vj’s, dj’s en overal bekenden – altijd goed als je even niet heen waar je heen moet die avond, en het is nog gratis ook. In de Jameson-bar op de eerste verdieping van De Doelen geldt tijdens het festival tussen 22.00 en 23.00 uur een cocktailkorting. Wel zo handig om vast een beetje in te drinken voor de feestjes in Worm, waar van vrijdag tot en met vrijdag elke avond performances, films en feesten zijn vanaf
22.00 uur. De avonden zijn altijd gelinkt aan een programmaonderdeel of festivalactiviteit, met de opmerkelijkste optredens tot gevolg. Die combineren zonder blikken of blozen techno uit Chicago met Tibetaanse klanken en een performance waarbij de filmprojector dienst doet als elektrische gitaar. En besluit je het zwalkend over straat helemaal op de bonnefooi aan te pakken? Bon plan. Wapper met je filmkaartjes en bijna elke kroeg in de binnenstad speelt er wel op in – al is het maar doordat de gasten allemaal net uit de bioscoopzaal komen. Maar goed, aan elk moois komt een einde. Dat kun je dus maar beter knallend afsluiten, met de slotfilm ‘The Hunter’ (William Dafoe op zoek naar de laatste Tasmaanse tijger) in de Grote Zaal van de Doelen en aansluitend een knalfeest met onder anderen Postman, 90’s vs Indies, dj Thunderpussy & DD King en de Japanse rockchicks van Mikabomb, die de trailermuziek voor dit 41ste filmfestival maakten. De enige toegangskaarten waar je wél even voor moet rennen. (JH) Internationaal Filmfestival Rotterdam, van 25 januari tot en met 5 februari op diverse locaties in Rotterdam. www.iffr.nl
sport
Na de fikse zege op Sparta (65-0) hebben de in het zwart gehulde rugbyers van DSR-C nog een piepkleine kans op promotie naar de ereklasse. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
‘Een lekkere overwinning’, zo concludeerden de spelers van rugbyclub DSR-C vergenoegd, na de door hen toegediende oorwassing (65-0) aan het Rotterdamse Sparta. “De tegenstander was natuurlijk zwak, ze staan niet voor niets onderaan”, wist ook speler Bouke Nederstigt, “maar in de eerdere uitwedstrijd wonnen we nog op het nippertje. Dat illustreert hoezeer we vooruitgegaan zijn. In het begin van het seizoen hadden we het lastig, als sterk verjongd team met een nieuwe coach, maar in het tweede gedeelte hebben we bijna niets meer verloren.” DSR-C staat vierde in de eerste klasse. Met nog één wedstrijd te gaan (het prestigeduel met de Utrechtse studenten van USRC) is er nog een zeer theoretische kans om als derde te eindigen. Die plek zou zelfs rechtstreekse promotie inhouden naar de ereklasse. In tegenstelling tot de rugbyers zijn de hockeyers pas halverwege de competitie. Tijdens de traditioneel lange winterstop houden de laatsten hun techniek op peil in de zaal. Het Virgiliaanse Dopie en de open studentenvereniging Scoop werden daarbij op vierde klasseniveau ingedeeld in dezelfde poule. Na zes speelrondes voerden de twee clubs de ranglijst aan met respectievelijk 18 en 15 punten. Beide teams voegden daar zondag, dankzij nipte zeges op het nog puntloze Waddinxveen, drie punten aan toe. Tussen die twee duels door stonden de titelkandidaten tegenover elkaar. De onderlinge clash werd met ruime cijfers in het voordeel van de Virgilianen beslecht. “Dopie was de betere”, erkende Kasper Kuijpers van Scoop. “Het was lang spannend, maar in de laatste tien minuten scoorde Dopie nog vier keer waardoor het uiteindelijk een afgetekende 6-0 werd.” Nu Dopie vrijwel zeker kampioen wordt, gaat Scoop voor de tweede plaats die ook recht geeft op promotie. In de iets serieuzer te nemen zaalkorfbalcompetitie leidde Paal Centraal ook al na zes wedstrijden met het maximale aantal punten. Zaterdag toog het achttal naar Groot-Ammers, om daar te strijden tegen Triade. “Triade uit, altijd lastig”, gooide clubvoorlichter Bert Leeuwis er een welgemeend cliché tegenaan. “Wedstrijden daar zijn altijd erg fysiek.” Na een matig begin en een nog zwakkere eindfase van de eerste helft keken de Delftse studenten halverwege de inderdaad vrij stevige pot tegen een 10-6 achterstand aan. Paal Centraal knokte zich terug, kwam zelfs voor (14-13), maar verloor uiteindelijk met 15-14, mede door een omstreden gelijkmaker. (JT)
Tips?
[email protected]
Stephan
DELTA. 02 19-01-2012
lifestyle
09
Studentikoze radio
apps
Radio gemaakt door studenten, voor studenten en medewerkers van de TU Delft en de hogescholen op de campus. Vorige maand is Campus Radio 1 van start gegaan, een initiatief van acht TUstudenten.
Don’t smile! Altijd lachen en nooit platzak. En dat met twee simpele apps.
SASKIA BONGER
familiezaken
“Mijn favoriete hobby is tekenen, wereldvrede en hoe krijg je dat.” De meligheid druipt donderdag 12 januari af van de rubriek ‘de zatte gast van de week’. Het idee: voer een student dronken en laat hem een minuut lang slap ouwehoeren in de microfoon. En zo geschiedt. De ‘zatte gast’-rubriek is onderdeel van het programma Unicorn op de nieuwe online radiozender Campus Radio 1, die op 22 december voor het eerst uitzond. In Unicorn kwajongensachtige, melige radio à la Giel Beelen of de Coen en Sander Show op 3FM. Maar dan gericht op de Delftse campus. En dus klommen presentatoren Mark Kwanten en Tommaso Sarri om 17.50 uur in de telefoon om te kijken of docent Ewoud van Luik nog op zijn kamer zat, met als achterliggende vraag: ‘tot hoe laat werken onze docenten?’. Van Luik nam niet op. Student wetenschapscommunicatie Ferdoos Esrail zit in het bestuur van Campus Radio 1 en doet tijdens de uitzendingen de regie. Uit zijn verhaal blijkt dat het zeker niet de bedoeling is docenten te kijk te zetten. Hij koos Van Luik omdat dat een aardige vent is die leuk kan vertellen. “Als iemand niet opneemt, dan gaan we gewoon door met het programma. We blijven niet bellen.” Ook is het niet het plan om studenten laveloos te voeren voor de ‘zatte gast’-rubriek. “We hebben de grens opgezocht, maar zijn er niet overheen gegaan. We hebben een lijst met voorwaarden opgesteld voor deelname, want iemand mag niet te veel drinken. Het moet wel leuk blijven.”
Campusradio wil een mix van genres. Entertainment als de colleges zijn afgelopen en studenten gaan eten, maar ook actualiteit en opinie. “En we hopen dat internationale studenten radio gaan maken.” (Foto: Campus Radio)
Want leuk hebben de studenten van Campus Radio 1 het, blijkt uit de twee uitzendingen die nu zijn opgenomen. De radio die ze maken is pretentieloos en studentikoos. Esrail: “We zijn amateurs. We proberen het programma zo goed mogelijk in elkaar te zetten, maar we zijn niet anders dan onze luisteraars. We vinden het gewoon hartstikke leuk om te doen.”
‘Onze uiteindelijke doelstelling is om een ‘volwaardig’ radiostation te worden, dat elke dag in de week programma’s en muziek uitzendt’ Het idee voor Campus Radio ontstond twee jaar geleden al bij studenten industrieel ontwerpen Mark Kwanten en Mischa Meekes, maar zij hadden het toen te druk om het plan uit te voeren. In de zomer van 2011 begon Kwanten erover tegen zijn voetbalclubgenoot Esrail. “In augustus zijn we voor het eerst bij elkaar gekomen om te brainstormen. In Amerika hoort college radio echt bij de campuscultuur. Daar zijn het volwaardige radiostations met driehonderd à vierhonderd medewerkers. In Nederland is het minder gebruikelijk, maar we denken dat studenten het wel leuk zullen vinden.” Na augustus ging het snel. De unit Sport en Cultuur stelde een ruimte en
apparatuur beschikbaar, en geld voor een Buma/Stemra-licentie. De studenten richtten een stichting op en 22 december was de eerste uitzending van Unicorn. Op de tweede uitzenddag, 12 januari, kon ook een tweede radioprogramma van start: Next Best, een uur lang dancemuziek. Esrail hoopt dat meer programma’s volgen. Studenten en medewerkers kunnen formats indienen en als die aan de voorwaarden voldoen, kunnen ze van start. “Onze uiteindelijke doelstelling is om een ‘volwaardig’ radiostation te worden, dat elke dag in de week programma’s en muziek uitzendt. We willen een mix van genres. Unicorn biedt entertainment als de colleges zijn afgelopen en studenten gaan eten. Maar we willen ook actualiteit en opinie en we hopen dat internationale studenten radio gaan maken.” De studenten willen op termijn hun eigen apparatuur kopen, zodat ze op de faculteiten en op festivals als Stukafest kunnen gaan staan voor live verslag. Dat moet de interactie met de luisteraars vergroten. Die kunnen nu al onderwerpen aandragen en plaatjes aanvragen via de chat, Twitter, Facebook, e-mail of telefoon.
www.campusradio1.nl
Eindelijk heb je ze bij elkaar, alle leden van je jaarclub. Of je huisgenoten, inclusief de huiskat. Even lachen, eindelijk tijd voor een groepsfoto! Niet dat je die tot voor kort daadwerkelijk in een lijstje kon neerzetten, want er staat altijd wel iemand verschrikkelijk op. Maar: niet langer! Met de app Group Shot staat iedereen voortaan op zijn best op de foto. Daar komt wel wat trucage aan te pas. Eerst schiet je meerdere plaatjes na elkaar, en vervolgens wis je met je vinger het scheve hoofd op de foto uit. Uit één van de andere foto’s uit de serie selecteer je vervolgens al even gemakkelijk een afbeelding van diegene die wél leuk
Pocket Deals Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs € 3,99 Platform Android, Tablet, iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar Arjen Deenen
is, en de app plakt hem er naadloos in. Geen ingewikkeld knipwerk langs de randjes, daar zorgt het programma zelf voor. Wat een uitvinding! Oké, helemaal perfect werkt de app niet, want als je heel kritisch kijkt, zie je dat op de achtergrond niet altijd alles klopt, en soms gaat het iets grover mis, en zweeft er opeens een ledemaat door de foto. Maar dat mag de pret niet drukken: downloaden en doen! Net als het installeren van Pocket Deals, trouwens. De van oorsprong Groningse app laat nu via pushberichten alle kortingsdeals in jouw regio zien. Je toont de ‘bon’ op je telefoon gewoon bij de kassa. Onmisbaar voor iedere student – en iedere andere Nederlander eigenlijk. Als we dan toch allemaal lachend op de foto staan, kunnen we daar net zo goed een goede reden voor hebben. (JH)
Group Shot Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs € 0,79 Platform iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar Macademia Apps LLC
Naam: Martine de Jong Functie: Secretaresse bij de sectie Stedelijke Vernieuwing en Wonen bij OTB Familierelatie: Schoonzus
Naam: Mariska van der Meij (32) Functie: Secretaresse bij Facilitair Management en Vastgoed op Bouwkunde Familierelatie: Schoonzus
“Mariska speelde geen rol bij mijn komst naar de TU. Ik zocht een andere baan en een vriendin van ons bij OTB had een vacature. Dat was in 2002. Het was eerst tijdelijk. Twee keer een jaar. Daarna vast. Ik vier dus dit jaar mijn tienjarig jubileum. Als secretaresse ondersteun ik de SVW-sectie met taken als agendabeheer, vergaderingen plannen, notuleren, interviews uitwerken en enquêtes invoeren. We treffen elkaar vaak, maar niet voor het werk. Dan moeten we het echt opzoeken, want onze functies overlappen elkaar weinig en we zitten in verschillende gebouwen. Maar laatst wel een keer: bij ons moest op zaterdag de deur een keer om negen uur open in plaats van half tien. Ik wilde weten of dat kon met de beveiliging. Het is hartstikke leuk hier familie te hebben. We kúnnen iets doen als we het zouden willen. Je kunt bij elkaar terecht. Het is vooral het idee. We hebben het ook maar soms over de TU. Thuis zijn we moeder, hebben we het over onze kindertjes. Ik zie niet gauw meer familie naar de TU komen. De TU is wel een goede werkgever. Ze zijn bijvoorbeeld flexibel met werktijden. En OTB is een gezellig instituut.” (EH)
“We treffen elkaar wekelijks. Martine is getrouwd met mijn broer. Trefpunt is vaak mijn ouders. Of we gaan met onze kinderen leuke dingen doen. Zwemmen, de bioscoop. Sinds 2008 ben ik hier secretaresse. Martine speelde daarbij geen rol. Ik zag een vacature bij Bouwkunde en daar had ik al eens gewerkt: tijdens mijn opleiding via het leerlingwezen. Als secretaresse ondersteun ik de facilitair manager. Die is verantwoordelijk voor het gebouwbeheer, huisvesting en facilitaire contracten, bijvoorbeeld het schoonmaakcontract. Ik vind het leuk bij Bouwkunde. We hebben een mooi gebouw. Ik woon ook in Delft; het is met twee kinderen prettig om dicht bij huis te werken. Familie op de TU hebben is ook leuk, al treffen we elkaar hier maar af en toe. Als je een vraagje hebt. Het is vooral een prettig gevoel. Wij hebben het onderling maar zelden over de TU. Als er iets campusbreed speelt, zoals de herijking. Ik raad de TU gerust aan mijn familieleden aan. Zeker Bouwkunde. Een leuke organisatie, levendig, leuke mensen. Geen werkdag is hetzelfde. En de TU is een goede werkgever. Mijn kinderen zie ik hier nog niet zo gauw komen. Die zijn 10 en 8. Laat ze eerst de basisschool maar afmaken.”
Familiezaken laat zien hoe het is om familie te hebben op de TU Delft. Heb jij ook bloedverwanten op de TU en vind je het leuk om samen in Delta te staan? Mail naar
[email protected]
Martine de Jong (links) en Mariska van der Meij. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
DELTA. 02 19-01-2012
interview
10
DELTA. 02 19-01-2012
interview
11
‘Je kunt een ramp nooit volledig uitsluiten’ In deze tijden van economische malaise blijft hoogleraar waterbouwkunde prof.dr.ir. Marcel Stive overtuigd van de noodzaak om door miljardeninvesteringen het overstromingsgevaar zoveel mogelijk te minimaliseren. “Dat moeten we doen voor onze kleinkinderen en achterkleinkinderen.” Over de koers van de TU Delft maakt Stive zich enigszins zorgen. gen gingen fout. Zaken waarvan je als hoogleraar denkt: die hoef ik niet eens uit te leggen aan de studenten. Vloeddeuren die dicht hadden moeten zijn, stonden open. In ontwerpen waren hele stukken muur vergeten.”
JOOST PANHUYSEN Vroeger draaide het werk van een waterbouwkundig ingenieur om veiligheid. Tegenwoordig gaat het bij waterbouwkundige projecten ook om innovatie, duurzaamheid en leefbaarheid. Kijkt de ingenieur niet half bevreemd, half bezorgd toe hoe veiligheid zo een minder belangrijk aspect wordt? “Soms wel, ja. Iemand als mijn collega-hoogleraar Han Vrijling is heel gevoelig voor die ontwikkeling, en hij is niet de enige. Zijn generatie kijkt er zo tegen aan. Ik ben net iets jonger, en daarom misschien iets meer gewend aan de situatie die je schetst. Vrijling is uitstekend in staat om te werken aan een waterbouwkundig project dat meerdere doelen dient. Wat hem irriteert – terecht, denk ik - is dat die multifunctionele aanpak vaak slecht doordacht is. Bij het lezen van het Nationaal Waterplan krijg je gewoon tranen in je ogen: wat wil de overheid graag een multifunctionele invulling geven aan al die plannen! Het probleem is dat veiligheid combineren met duurzaamheid en leefbaarheid niet alleen een mooi streven is, maar ook ingewikkeld. Je moet goed nadenken over hoe je het financiert.” Gaat dat wel eens mis? “Nou ja, als je bijvoorbeeld Ruimte voor de Rivier neemt… Voor onze nationale ruimtelijke ordening is dat een prachtig programma. Ook met het oog op de toekomst, want als je er voor had gekozen de rivieren steeds meer in te snoeren, waren de dijken hoger en hoger geworden. Geen fraai gezicht. Maar je moet ook eerlijk zijn: met Ruimte voor de Rivier realiseren we waterstandsverlagingen van niet meer dan enkele centimeters. Bijna niks! Dat is wat Vrijling irriteert: de overheid besteedt meer dan tien miljard euro aan zo’n project, en dat geld gaat voor negentig procent op aan natuurontwikkeling. En daar wordt dan ik-weetniet-wat voor overhoop gehaald. Natuurlijk, Nederland wordt dankzij Ruimte voor de Rivier een mooier land, en meer mensen kunnen nu in die prachtige natuurgebieden wonen, zonder tegen hoge dijken op te hoeven kijken. Maar als je het project rationeler had benaderd, zou je een groter deel van die tien miljard aan veiligheid hebben besteed. En je had dat geld ook nog eens slimmer kunnen besteden.” Hoe dan? “Je had er voor kunnen kiezen heel sterke dijken te bouwen in gebieden waar nu de boel als een badkuip volloopt als bepaalde dijkkringen doorbreken. Daar zou je misschien iets anders moeten doen dan de rivier wijder maken, zeker als in zo’n gebied veel mensen wonen.” U bent een ingenieur, geen bioloog, maar u bent voortdurend bezig de natuur te bestuderen: de kustlijn, estuaria… Hoe komt dat? “Toen mijn generatie waterbouwkundigen aan de slag ging, waren de Deltawerken al min of meer voltooid. En we vroegen ons af: wat weten we nu van het natuurlijk systeem, wetenschappelijk gezien? Ik heb als onderzoeker met geologen en geografen samengewerkt, en begon me steeds meer voor dat ecosysteem te interesseren. Tegenwoordig hebben we als onderzoeksgroep steeds meer interactie met biologen. Ik heb wel gemerkt dat het niet eenvoudig is vakgebieden te integreren. Er is iets in de wetenschapscultuur dat zich verzet tegen multidisciplinair onderzoek. Een multidisciplinair onderzoeksvoorstel maakt niet zoveel kans bij het NWO, bijvoorbeeld. En ook de TU Delft worstelt met die wetenschapscultuur. Rector Karel Luyben heeft een heldere visie: we zijn een onderzoeksuniversiteit, en multidisciplinair onderzoek past daar niet zo goed in. Dat maakt het niet makkelijk voor de construerende en ontwerpende faculteiten.“
Dat doen wij in Nederland toch veel beter? “Daar zou ik niet automatisch van uitgaan. Het niveau is hier hoger, zeker. En toch: reken maar dat ook hier heel stomme dingen mis kunnen gaan. Je kunt zo’n ramp nooit volledig uitsluiten. Je kunt zorgen dat de kans op overstroming zo laag ligt als je je economisch kan veroorloven. Dat is de lastige afweging voor de politiek: hoeveel mag het kosten? Je kijkt wat de schade zou zijn bij een overstroming, en vervolgens bepaal je de hoogte van de verzekeringspremie. Voor ruwweg een miljard per jaar zijn we zeer goed beveiligd. Ik voel me niet schuldig over dat bedrag. We geven als samenleving een meervoud uit aan veiligheid op straat, en het is minder dan een promille van het totale geïnvesteerde vermogen. Bovendien is het een sociale investering, voor de komende generaties. Je kunt het je kleinkinderen en je achterkleinkinderen toch niet aandoen om nu te weigeren het risico op een overstroming te minimaliseren, terwijl zij straks misschien voor de gevolgen van die beslissing opdraaien? Dat vind ik nou niet duurzaam.”
WIE IS MARCEL STIVE?
Welke impact zal een zeespiegelstijging de komende eeuw hebben op de kustlijn? Het eredoctoraat dat de Universiteit van Lund, Zweden, in december 2011 toekende aan de hoogleraar kustwaterbouwkunde Marcel Stive maakte duidelijk hoe belangrijk diens onderzoek is voor een nauwkeurige beantwoording van die vraag. Stive (Amsterdam, 1951) heeft laten zien hoe je middels observaties en berekeningen kunt voorspellen hoe een stuk kustlijn zich op langere termijn zal ontwikkelen. Zijn fascinatie: de eeuwig veranderende kust, het spel van wind en water. Niet voor niets keerde Stive halverwege de jaren negentig terug op de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen als deeltijdhoogleraar kustmorfodynamica. Hij was daar in 1977 afgestudeerd. Veel van zijn ervaring deed hij op bij het Waterloopkundig Laboratorium, tegenwoordig onderdeel van Deltares. Stive promoveerde in 1988 en is sinds 2001 hoogleraar kustwaterbouwkunde. Tevens is hij wetenschappelijk directeur van het Water Research Centre. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Wat is uw visie? “Wat mij betreft is het unieke van een technische universiteit juist dat je de hele trits doet: science, engineering en design. Science is prachtig, maar uiteindelijk moet je vaak ook nog iets ontwerpen en bouwen – de science vertalen naar een product. En daar zitten ook wetenschappelijke uitdagingen. Diversiteit is een kracht van deze universiteit. Het college van bestuur moet dat uitdragen, in plaats van tegen faculteiten als Industrieel Ontwerpen en Civiele Techniek en Geowetenschappen te zeggen: gij zult zijn zoals TNW. Ik hoop niet dat lezers straks denken: ojee, die Stive moest nog even uithalen. Want zo is het niet. We hebben een debat nodig over dit onderwerp en iedereen moet aan dat debat kunnen deelnemen.” Niet elke Nederlandse burger weet dat provincies die een grotere economische waarde vertegenwoordigen, zoals Noord-Holland en ZuidHolland, bewust beter zijn beschermd tegen overstromingsgevaar dan minder welvarende provincies als Groningen en Zeeland. Een Amerikaanse journalist schreef een paar jaar geleden in Wired dat zo’n systeem in de Verenigde Staten op weerstand zou stuiten, omdat voor de grondwet iedere burger gelijk is. “Tegelijkertijd zijn de Verenigde Staten een land waar politieke belangen voor een groot deel bepalen in hoeverre gebieden tegen overstromingen worden beveiligd. Han Vrijling en ik zeggen wel eens gekscherend tegen elkaar: wacht maar eens tot New York een keer overstroomt, of San Francisco! Dan lopen de hazen opeens heel
anders. Maar goed, je hebt een punt: het zou idioot zijn als iemand die in Amsterdam woont, beter beschermd is tegen overstromingsgevaar dan iemand die in Groningen woont.” Dat is nu toch het geval? “Feitelijk wel. Daarom moeten we toe naar een minimum van bescherming die we elke Nederlandse burger kunnen bieden. Dat kun je doen door de veiligheidsnormen aan te scherpen, iets waar de Deltacommissie waar ik in 2008 deel van uitmaakte ook voor heeft gepleit. Zo kun je het individuele slachtofferrisico terugbrengen naar één op de miljoen. Nu is in Nederland het individuele risico om bij een overstroming om te komen duidelijk groter dan de kans om bij ander extern onheil – een neerstortend vliegtuig, bijvoorbeeld – je leven te verliezen. Na het aanscherpen van de normen zou dat niet meer het geval zijn.” Een op de miljoen… is dat niet een heel ambitieus streven? “Het is haalbaar. Je moet bedenken dat bij een overstroming ‘slechts’ een op de honderd mensen sterft. Dat was bij de watersnoodramp in 1953 al zo. Het groepsrisico tot een absoluut minimum terugbrengen, dat is wel een bijna onmogelijke opgave. Onbetaalbaar duur.” Is het mogelijk om Nederland zo waterbestendig te maken dat een overstroming domweg uitgesloten is? “Nee. Kijk maar naar New Orleans: op hoeveel plekken ging het daar niet mis? De dijk was niet hoog en niet sterk genoeg. De meest triviale din-
Uit onderzoek blijkt dat de Nederlandse burger zich allerminst zorgen maakt over de gevolgen van een eventuele overstroming. We wanen ons veiliger achter de dijken dan gerechtvaardigd is. Is de overheid te bang geweest burgers onnodig ongerust te maken? “Het heeft even geduurd tot de politiek er zelf van doordrongen was dat onze waterkeringen minder bescherming bieden dan we vroeger dachten, minder goed bestand zijn tegen zwaardere golven, bijvoorbeeld. De overheid is bovendien bang dat bedrijven die zich in Nederland wilden vestigen daar van afzien omdat het er ‘onveilig’ is. Dat is het spanningsveld: we zijn de best beveiligde delta in de wereld, maar we zijn nog niet veilig genoeg. We zijn niet duurzaam veilig. Dat is een lastige boodschap.” Elk jaar worden de waterkeringen getoetst, en in 2011 bleek dat eenderde deel niet aan de huidige veiligheidsnormen in de Wet op de Waterkering voldoet. Dat zijn normen waarvan experts zeggen dat ze nodig moeten worden aangescherpt. Een teleurstelling? “Nee. Het komt niet als een verrassing. Alleen al om aan de huidige veiligheidsnormen te voldoen zijn jaarlijkse investeringen van honderden miljoenen nodig. Dat is allang bekend.” Bij de vorige toetsing van waterkeringen, in 1996, was bij een belangrijk deel van de dijken onduidelijk of ze nu wel of niet voldeden aan de norm. “Dat kon niet goed getoetst worden. En bij een aanzienlijk deel van de dijken kan dat nog steeds niet.” Maar de indeling is veranderd van in simpelweg ‘veilig’ of ‘onveilig’, waar in 1996 nog van een derde categorie sprake was: ‘onduidelijk’. En nu zou het aantal veilige waterkeringen zijn toegenomen ten opzichte van 1996. Geeft men sommige ‘onduidelijke’ dijken niet gewoon het voordeel van de twijfel? “Tja, die nieuwe, versimpelde indeling is een beetje een politieke keuze. De feitelijke situatie is dat er geen sprake is van grote verbeteringen.”
DELTA. 02 19-01-2012
reportage
12
Onheilsprofetie, veertig jaar later Veertig jaar geleden waarschuwde een controversieel rapport tegen ongebreidelde economische groei op straffe van een wereldwijde ineenstorting. Hoe staat het nu met die voorspelling? Debora MacKenzie Aan het begin van de jaren zeventig zette een groep jonge wetenschappers een toekomstverkenning op. De resultaten waren toen wereldschokkend, maar nu zijn ze actueler dan ooit. De vraag die ze wilden beantwoorden was wat er zou gebeuren als de wereldbevolking en de industrie snel zou blijven groeien. Kan zo’n groei oneindig doorgaan, of loopt dat ergens vast? Destijds geloofde vrijwel niemand dat er grenzen aan de groei waren – sommige economen geloven dat nog steeds niet. Maar zelfs degenen die accepteerden dat op een eindige planeet de groei niet oneindig kon zijn,
Destijds geloofde vrijwel niemand dat er grenzen aan de groei waren namen aan dat de groei langzaam af zou zwakken als we de grenzen zouden naderen. Die aanname was echter gebaseerd op speculatie en ideologie. De jonge wetenschappers kozen een grondiger aanpak: ze gebruikten een computermodel om de groeiscenario’s door te rekenen. Hun bevindingen schokten de wereld: het model voorspelde geen oneindige groei en ook geen afvlakkende groei, maar een piek gevolgd door een ineenstorting: een plotselinge terugval in industriële activiteit, voedselproductie en bevolkingsaantal. Met andere woorden, de wereldwijde ineenstorting van de beschaving. Deze explosieve conclusies werden in 1972 gepubliceerd in een dun boekje dat ‘De grenzen aan de groei’ (oorspronkelijk: ‘Limits to Growth’) heette. Het werd een bestseller – en maakte zoveel boze reacties los dat die de inhoud van het rapport overschaduwden. Zo denken velen dat het boek de ineenstorting rond 2000 voorspelde, maar dat staat er niet in. Wat stond er dan wel in, en zijn de voorspellingen tot nu toe uitgekomen? Je kunt je afvragen waarom je terug zou kijken naar een computermodel uit de tijd dat een computer groter was dan je koelkast en trager
dan je telefoon. Er moeten nu toch betere modellen zijn? Maar in feite is ‘World3’, het simpele model waar het rapport op gebaseerd was, nog steeds onovertroffen. “Als je bedenkt hoeveel vooruitgang de wetenschap en de computertechniek sinds 1972 gemaakt heeft, is het verbazingwekkend dat niemand geprobeerd heeft hun werk te verbeteren”, aldus Yaneer Bar-Yam, hoofd van het New England Complex Systems Institute in Cambridge, Massachusetts. Dat komt deels door de controverse die het rapport heeft veroorzaakt. “Onderzoekers hielden de wereldmodellen voorlopig voor gezien”, zegt Robert Hoffman van het bedrijf WhatIfTechnologies in Ottawa, Canada, dat studies uitvoert naar grondstoffen voor bedrijven en overheden. “Maar door peakoil (terugvallende olieproductie, red.), klimaatverandering en het falen van de economie, is de belangstelling opgeleefd.” Een ander probleem is dat wiskundige modellen moeilijker te doorgronden zijn naarmate ze groter worden. Het is niet altijd helder waardoor een bepaalde uitkomst ontstaat en of ze niet té gevoelig zijn – in het bijzonder bij complexe systemen. Thomas Homer-Dixon van de universiteit van Waterloo in Ontario, Canada, bestudeert wereldsystemen en heeft met ‘World3’ gewerkt. Hij denkt dat het programma een optimaal compromis is tussen gevaarlijke vereenvoudiging en onhandelbare complexiteit. Maar Hofman en Bar-Yam’s groepen proberen het te verbeteren. ‘World3’ is ontwikkeld aan het Massachusetts Institute of Technology. Het team nam de bestaande kennis over wereldbevolking, industrie en grondstoffen van 1900 tot 1972 als uitgangspunt en gebruikte die om een aantal vergelijkingen af te leiden die beschreven hoe de parameters elkaar beïnvloeden. Op basis van een aantal instellingen rekende het model uit hoe de wereld zich in de komende eeuw zou ontwikkelen. Het team vergelijkt hun werk met de bewegingsvergelijking van een bal die omhoog gegooid wordt. ‘World3’ was bedoeld om de algemene dynamiek te beschrijven – in het geval van een bal: het omhoog gaan, keren, en het
Smog boven Santiago, Chili. (Foto: Michael Ertel)
Vuilnis bij Essent. (Foto: Fruggo, Wikicommons)
vallen. Maar niet om exacte voorspellingen te doen, zoals hoe hoog de bal precies zou komen en waar en wanneer die zou landen. ‘Geen van deze computerberekeningen is een voorspelling’, waarschuwde het boek telkens weer. Uitgaande van een ongehinderde ontwikkeling, berekende ‘World3’ aanvankelijk een exponentiële groei van de
Het simpele model waar het rapport op gebaseerd was, is nog steeds onovertroffen wereldbevolking en de industrie. Uiteindelijk zou de groei echter afnemen en tot stilstand komen wanneer de grondstoffen opraken, de vervuiling woekert en het voedsel schaars wordt. ‘De grenzen aan de groei’ stelt dat de menselijke ecologische voetafdruk niet eindeloos kan groeien, omdat de aarde nu eenmaal niet eindeloos is”, zegt Jørgen Randers van de Norwegian
School of Management in Oslo. Hij is een van de oorspronkelijke auteurs. Sterker nog, in plaats van te stabiliseren op het hoogste niveau, of er rond omheen te schommelen, vallen in vrijwel alle simulaties kort na de piek wereldbevolking en industriële productie sterk terug. ‘Wanneer de huidige groei in wereldbevolking, industrialisatie, vervuiling, voedselproductie en uitputting van grondstoffen onveranderd doorzet, zullen de grenzen aan de groei op deze planeet binnen honderd jaar bereikt zijn’, waarschuwt het boek. ‘Het meest waarschijnlijke gevolg zal een plotselinge en oncontroleerbare terugval zijn in zowel de wereldbevolking als industriële capaciteit.’ Dat was een onverwacht en schokkend resultaat. Waarom zou de wereldeconomie ineenstorten in plaats van stabiliseren? In ‘World3’ gebeurde dat vanwege de complexe samenhang tussen de verschillende subsystemen zoals industrie, gezondheidszorg en landbouw. Meer industriële productie betekent meer geld om uit te geven aan landbouw en gezondheidszorg, maar ook meer vervuiling, die schade kan berokkenen aan gezondheid en voedsel. En het belangrijkste is volgens Randers de ingebouwde vertraging tussen het begrip van een limiet en de institutionele acties die erop worden genomen. Het model crashte omdat de hypothetische bevolking te laat reageerde, waardoor landbouwgrond en ecosystemen onherstelbaar beschadigd waren geraakt. Ondertussen ging de bevolking gewoon door met consumeren en vervuilen tot voorbij het punt waar de aarde dat kon ondersteunen. Het resultaat was wat economen een bubble noemen en het boek een overshoot. De gevolgen van de vertraagde respons was de belangrijkste wetenschappelijke conclusie van het rapport, zegt Randers. Maar zowel critici als medestanders zagen dat facet over het hoofd. Een andere boodschap die niet werd opgepikt, was dat de catastrofe afgewend kon worden. Bij simulaties
waarin de groei van wereldbevolking en industrie afgeremd werd, stabiliseerde de situatie zich. Dat kwam niet over. Integendeel: het boek kwam van alle kanten onder vuur te liggen. Wetenschappers namen er afstand van omdat de auteurs te ongeduldig waren geweest om het voor de publicatie door anderen te laten beoordelen. Politiek rechts verwierp de waarschuwingen tegen economische groei. Linkse partijen vonden dat het rapport de welvaart van de arbeiders in de weg stond. En de katholieke kerk keerde zich tegen de oproep voor geboortebeperking.
Diskrediet
De felste critici waren economen die stelden dat de studie de technologische inventiviteit onderschatte. Wanneer bepaalde grondstoffen opraken bijvoorbeeld, zouden er wel nieuwe voorraden ontdekt worden, of alternatieven ontwikkeld. Maar ‘World3’ had dit wel degelijk getest. In een aantal simulaties hadden de onderzoekers de wereld voorzien van onbeperkte schone energie (die het mogelijk maakte om schaarse grondstoffen eindeloos te recyclen) en een verdubbeling van de economisch winbare grondstoffen. Toch
‘De menselijke ecologische voetafdruk kan niet eindeloos groeien, omdat de aarde nu eenmaal niet eindeloos is’ stortte de bevolking ineen onder de last van de toegenomen vervuiling. Nadat de vervuiling met driekwart was teruggedrongen, ging het alsnog mis nadat de landbouwgrond opraakte. Betere landbouwtechnieken en geboortebeperking brachten uitkomst, maar toen sloeg de erosie toe en toch weer de vervuiling van de sterk gegroeide industrie. Wat de onderzoekers ook probeerden met grondstof-
DELTA. 02 19-01-2012
reportage
13
Soldaten ruimen olie op op Papamoa Beach (Nieuw-Zeeland) na het stranden van het schip Rena in oktober 2011. (Foto: New Zealand Defence Force)
fen en beperking van vervuiling, het gevolg was steeds een exponentiële groei totdat die ergens op vastliep. Alleen een geremde groei van bevolking en industrie, in combinatie met technologische vooruitgang, resulteerde in een betrekkelijke welvaart. Maar degenen die dachten dat technologie alle kwalen kon verhelpen, geloofden niet in een geremde groei. Door alle kritiek ontstond de indruk dat de auteurs van ‘Grenzen’ zich hadden vergist. Dat werd ook zo vaak gezegd dat iedereen het ging geloven, zegt Ugo Bardi van de universiteit van Florence en auteur van een recent boek over het rapport. “Het algemene beeld is dat het rapport wetenschappelijk in diskrediet is geraakt. Ik hoorde dat afgelopen april ook weer bij een bijeenkomst”, zegt Homer-Dixon. “Maar dat is het nooit.” “Behalve de verwarring was er ook een mediacampagne die erg veel leek op de recente hetze tegen klimaatwetenschappers”, zegt Bardi.
Mythen
Een van de hardnekkigste mythen is dat ‘Grenzen’ een ineenstorting tegen het jaar 2000 voorspelt. Maar één blik op de grafiek van de standaard simulatie laat zien dat het verhaal niet klopt. Wel maakt het boek melding van een schatting van het Amerikaanse mijnbouwbureau uit 1970 dat er nog voor 31 jaar olie zou zijn. Het bureau had dit berekend door de bekende reserves te delen door het jaarlijkse verbruik. Maar het verbruik steeg exponentieel zodat de auteurs van ‘Grenzen’ erop wezen dat twintig jaar een betere schatting zou zijn. Toen Matthew Simmons, een bankier uit de oliewereld, in de jaren negentig het boek ‘Grenzen’ las, was hij verbaasd dat hij er geen van de foute voorspellingen in terugvond waar hij altijd over gehoord had. Integendeel, de simulaties beschreven de groei van bevolking en energieverbruik eigenlijk heel adequaat. Simmons dacht dat
het rapport uit de belangstelling was geraakt doordat er na de oliecrisis in 1973 tal van nieuwe oliebronnen ontdekt waren, zodat het tekort aan olie van de baan leek. Anderen hebben ook het boek opnieuw ter hand genomen. In 2008 voerde Graham Turner van het CSIRO Ecosystem Sciences lab in Crace, Australië, een statistische analyse uit om te zien in hoeverre de historische
Alleen een geremde groei van bevolking en industrie, in combinatie met technologische vooruitgang, resulteerde in een betrekkelijke welvaart groei overeenstemt met de scenario’s in ‘Grenzen’. Hij kwam tot de conclusie dat de werkelijkheid tot nu toe de standaardsimulatie van ‘World3’ nauwkeurig volgt. Betekent dat ons een industriële ineenstorting wacht, en wijdverspreide sterfte? Niet noodzakelijkerwijs. Turners grafieken laten zien dat we die fase van de simulatie, verderop in deze eeuw geprojecteerd, nog niet bereikt hebben. In het model worden piek en ineenstorting voorafgegaan door exponentiële groei. “Exponentiële groei lijkt in het begin op lineaire groei”, zegt Bar-Yam. “Maar later schiet de grafiek omhoog. Veertig jaar is te vroeg om te zeggen of een groei exponentieel dan wel lineair verloopt.” “We weten in elk geval dat de toekomst in één opzicht verschilt van de standaard simulatie”, zegt Bar-Yam. De werkelijke groei van de wereldbevolking loopt tot 2000 gelijk op met de simulatie, die een versnelde bevolkingsgroei beschrijft – één van de exponentiële drijvende krachten achter de ineenstorting. ‘Grenzen’
hield wel rekening met teruggang in de geboortecijfers bij toenemende welvaart, maar de werkelijke teruggang is veel groter dan men had verwacht. “Het is redelijk om bezorgd te zijn over grondstofbeperkingen over vijftig jaar”, zegt Bar-Yam, “maar de bevolkingsgroei blijft ver achter bij de voorspellingen (van ‘Grenzen’ uit 1972, red.).” Voor een deel komt dat mogelijk door het boek zelf. Bar-Yam denkt dat de motivatie voor geboortebeperking in de jaren zeventig ten minste voor een deel het gevolg was van het boek. “Als het dat heeft bewerkstelligd, heeft het ons meer tijd gegeven en is het een belangrijk werk in de historie van de mensheid.”
Traag
Toch wijst ‘World3’ erop dat we uiteindelijk vast zullen lopen. Het oorspronkelijke team deed in 2005 een geactualiseerde simulatie met inachtneming van de teruggelopen geboortecijfers. Afgezien van de gestabiliseerde versie liep het toch steeds fout af. Verder heeft het team zich niet in detail uitgelaten over de werkelijke ontwikkelingen van de afgelopen decennia en de scenario’s uit 1972 behalve dat men wees op algemene overeenstemming. ‘Bewijst die overeenstemming met de historische ontwikkeling dat ons model correct was? Nee, natuurlijk niet’, schreven ze, ‘maar het laat wel zien dat onze aannamen en conclusies ook vandaag nog een overweging waard zijn.’ Dat blijft ook zo. Veertig jaar na de publicatie is het nog steeds niet duidelijk of ‘Grenzen’ gelijk had, maar het ongelijk is ook nooit bewezen. Het model mag te pessimistisch geweest zijn over geboorte- en sterftecijfers, het was te optimistisch over de impact van milieuvervuiling. We weten nu dat overshoot, het te laat reageren op problemen waardoor de gevolgen ernstiger worden, uiteindelijk vooral voor klimaatverandering ernstig uit
zal pakken, omdat de gevolgen zich pas over enkele eeuwen volledig zullen openbaren. Er komen geen vervolgberekeningen op ‘World3’ meer. Het model kan namelijk niet langer aan zijn doel beantwoorden: laten zien hoe een ineenstorting voorkomen kan worden. Vanuit de huidige toestand als beginvoorwaarde, leidt iedere denkbare variatie tot een collapse. “Het heeft geen zin om alleen maar ondergangsscenario’s te tonen” zegt Dennis Meadows, medeauteur van het eerste uur. Ondertussen werkt zijn voormalig collega Randers aan een boek ‘The Next Forty Years’ over wat we kunnen doen als we tegen de grenzen aan lopen. “Ik vind het geen fijne toekomst, maar hij moet wel beschreven worden. In het bijzonder omdat het zo makkelijk was geweest om een veel betere toekomst te maken”, zegt hij. Hopelijk zijn we inventief genoeg om buiten de problemen te blijven. Onze vindingrijkheid heeft al heel wat grenzen geslecht, zegt Homer-Dixon, en we kunnen niet voorspellen wat voor
Veertig jaar na de publicatie is het nog steeds niet duidelijk of ‘Grenzen’ gelijk had revolutionaire technologieën er nog ontwikkeld worden. Toch is hij pessimistisch: “Het is de vraag is of we oneindig kunnen doorgaan om steeds sneller met vindingrijke oplossingen te komen.” Want dat is wat een exponentiële groei vereist. In plaats van te verklaren dat we verdoemd zijn, of uit te roepen dat technologie ons zal redden, moeten we de toekomst beter verkennen, vindt Bar-Yam. Daarvoor zijn betere modellen nodig. “Als je denkt dat de wetenschappelijke basis van de conclusies
aanvechtbaar zijn, dan is meer wetenschap het antwoord”, zegt hij. “We moeten de wereldwijde dynamiek veel beter gaan begrijpen.” En we moeten die kennis ook toepassen. De belangrijkste boodschap van ‘Grenzen’ was dat hoe langer we de problemen van de groei blijven negeren, hoe moeilijker het wordt om ze de baas te worden. Gezien het toenemende tempo waarmee we veertig jaar later nog CO2 de atmosfeer in pompen, is die les nog steeds niet geleerd. Het artikel ‘Doomsday book’ verscheen 7 januari in New Scientist. Jos Wassink verzorgde de vertaling.
DELTA. 02 19-01-2012
TUdelta.02 > Jaargang 44 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie
Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connie van Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving)
> Medewerkers
Bennett Cohen, Willemijn Dicke, Patrick van der Duin, Chandra Elango, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, Devin Malone, David McMullin, Olga Motsyk, Merel Segers, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Vikrant Venkataraman, Robert Visscher, Rutger Woolthuis
> Foto‘s
Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(
[email protected])
> Vormgeving & Lay-Out
Liesbeth van Dam
> Mededelingen Martin Kers (
[email protected]) > Redactieraad
dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren
mededelingen
Aankondigingen
Agenda Zondag 21 januari International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical
service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.
Maandag 23 januari Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Transient Liquid Phases in Pellets. Promotie van G.A. Georgalli, magister. Promotoren: prof.dr. M.A. Reuter en prof.dr. R. Boom. • 12.30 uur - High-performance CMOS Image Sensor for Radio-molecular Imaging. Promotie van Y. Chen, MSc. Promotor: prof.dr.ir. A.J.P. Theuwissen.
Dinsdag 24 januari Wetenschapsagenda • 12.30 uur - Integrating GIS, remote sensing & mathematical modelling for surface water quality management in irrigated watersheds. Promotie van A.M.A.E. Azab, MEng. Promotor: prof.dr. R.K. Price. • 15.00 uur - Validation of the Hydrogenography technique: looking towards promising hydrogen storage systems. Promotie van Y. Pivak, Master. Promotoren: prof.dr. B.
Dam en prof.dr. R.P. Griessen.
Woensdag 25 januari Wetenschapsagenda • 12.30 uur – Borehole radar for oil production monitoring. Promotie van M. Miorali, Laurea in Scienze. Promotoren: prof.dr.ir. R.J. Arts en prof.dr.ir. E.C. Slob. • 15.00 uur – Intreerede van prof.dr.ir. J.C. Winterterp, faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen.
Vrijdag 27 januari
of Technology and do you have an idea worth spreading (no products or companies)? Send an e-mail to tedxdelftsalon@ tedxdelft.nl.
Zaterdag 24 maart Mannendag Delft ‘Man, leid je nog?’ 16de Mannendag Delft. Thema: Leiderschap & vaderschap. Sprekers: Bert Reinds en Henk Jan Kamsteeg. Voor meer informatie en aanmelding zie www. cmdelfland.nl.
Zen Meditatie Wil je graag ontspannen je weekend in? In januari begint een nieuwe cursus Zen meditatie van 8 vrijdagavonden aan de Lange Geer 62, Delft. Start: vrijdag 27 januari (19.30–20.30 uur). Zie www. yogagezondheidscentrumdelft. nl of bel Trudie van Ginkel 015-2124521 of René Janssen 06-41558795.
Woensdag 22 februari TEDxDelft Salon The first TEDxDelft Salon will take place in the HIVE room of TU Delft Library. We will show one TED video, have one speaker on stage and will end with a discussion. Register through www.facebook.com/ TEDxDelft. We are also looking for speakers for our TEDxDelft Salon podium. Arre you a (PhD) student from Delft University
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
Inetlingua_50x73_vDEF:Opmaak 1 09-01-12 16:05
> Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail:
[email protected] www.delta.tudelft.nl > Druk
Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede
De Delftse Bedrijvendagen De Delftse Bedrijvendagen biedt je een unieke kans om op een laagdrempelige manier in contact te komen met hoog aangeschreven bedrijven. Geef je carrière een vliegende start en zorg dat je er deze editie bij bent! Sollicitatietrainingen op 7, 8 en 9 februari, presentatiedagen op 14, 15 en 16 februari, inhousedagen van 12-30 maart, gesprekkendagen van 23 april-4 mei. Voor meer informatie en inschrijving, ga naar www.ddb.tudelft.nl. Vrijwilligerswerk India Stichting Commundo heeft subsidie gekregen, waardoor 20 jongeren (18 tot 30 jaar) uit Nederland met verschillende culturele achtergronden de kans krijgen om 2 weken naar India te gaan om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor het gebruik van duurzame energiebronnen voor dorpsbewoners in India. Commundo is op zoek naar studenten met een technische achtergrond voor de reis. Zie www.commundo.nl/reizen_en_vrijwilligerswerk/india/reizen/EVS%20 India/reisbeschrijving.html voor meer informatie.
Algemeen
Kivi Niria Het tijdschrift De Ingenieur en Kivi Niria schrijven een essaywedstrijd uit. Laat zien hoe Pagina 1 de technologie voor defensie en veiligheid er over vijftig jaar uit zal zien in maximaal 3000 woorden eventueel met enkele illustraties. De winnaar ontvangt een prijs van 1000 euro en publicatie in De Ingenieur. Inzenden kan tot 1 maart. Kijk voor meer informatie op www. kiviniria.nl/dv.
Courses
> Oplage 12.000
D-Challenge (12 ECTS) The D-Challenge offers MSc students from all departments of the TU Delft the unique opportunity to combine their entrepreneurial, technological and design skills. Core elements: challenging innovation problems; multidisciplinary teams; real companies, real projects; high-tech, entrepreneurship and design. The D-Challenge runs from February to June. You can enroll via Blackboard, course code WM1203TU. For more information, please contact Susan Tate
[email protected].
> Advertenties
H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:
[email protected] www.linkmagazine.nl
> Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail
[email protected] > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
H&J Uitgevers_2x70_zw-w
Voor advertenties bel met:
Bel de KWF Kanker Infolijn: 0800-022 66 22 (gratis)
Studenten
Het Schrijfparadijs Ben jij verslingerd aan schrijven? Het Schrijfparadijs roept iedereen met een passie voor schrijven op nog mee te doen aan de schrijfwedstrijd. Inzenden kan tot 31 januari. Uitreiking van de prijs is op de Delftpasdag (zaterdag 18 februari). Zie www.hetschrijfparadijs.nl voor meer informatie. Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft. nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.30-12.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 015-2788004. E-mail: studentandcareersup-
[email protected]; careercentre@ tudelft.nl; jn studiekeuze@ tudelft.nl. Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl.
Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via
[email protected] of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Het bureau Studium Generale, Jaffalaan 5, is van maandag t/m donderdag geopend van 9.00–17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via
[email protected] of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
Announcements
> ISSN 0169-698x
Blijf niet rondlopen met uw vragen over kanker
14
Voor advertenties bel met: H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel
offers you a unique chance to come in contact with high-profile companies in an informal way. If you want to kick-start your career, make sure you attend this edition of this career fair! Interview training sessions on February 7, 8 and 9, presentation days on February 14, 15 and 16, inhousedays from March 12-30, interview days from April 23– May 4. For more information and registration, go to our website at www.ddb.tudelft.nl.
International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www. iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer.
Sustainable Enterepreneurship (3 ECTS) First kick off session at the faculty of Technology, Policy and Management, room E on February 9, 12.30-13.30 hrs. You can enroll via Blackboard, course code WM0915TN. The course consists out of learning 14-05-2004 14:02 Pagina 1 Student and Career Support and practicing 7 sustainable technology evaluation methods Information The psychologists and is for Master students only. and the central student and careers counselors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). Students There is some English career information and a vacancy De Delftse Bedrijvendagen wall in the information centre. De Delftse Bedrijvendagen
T (010) 451 55 10 H & 451 J Uitgevers F (010) 53 80 Postbus 101 E
[email protected]
gratis advertentie
‘Hoi ik ben Geert en ik ga al jaren mee met de vakantiereizen van het Nationaal Epilepsie Fonds. Deze vakanties zijn speciaal voor mensen met epilepsie die niet zelfstandig op reis kunnen. Vrijwilligers zijn daarbij onmisbaar! Ga jij een week met ons mee?’ Meer informatie? Kijk op www.epilepsiefonds.nl of bel 030 63 440 63.
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie
International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email:
[email protected] or by phone: 015-2788012.
‘Ga mee als vakantievrijwilliger!’
2900 AC Capelle aan den IJsel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E
[email protected]
Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at http://studentenpsychologen.tudelft.nl or by sending an email to
[email protected]. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.30-12.30 hrs. Open office hours of the student counselors are on Tuesdays from 11.3012.30 hrs and the career counselors are on Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. More information on www. studentandcareersupport.tudelft.nl or http://careercentre. tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit http://smartstudie. tudelft.nl.
Geert, deelnemer vakantiereizen
Postbus 270 - 3990 GB HOUTEN - giro 222111 - www.epilepsiefonds.nl
DELTA. 02 19-01-2012
mededelingen/opinie
15
in memoriam
opinie
Jan Houtman (1917 - 2011) Geen Youp, maar wiskunde It is with sadness informing you that Professor J. (Jan) P.W. Houtman passed away on December 30, 2011. In 1959, Houtman was appointed as Director of the Reactor Institute Delft and Professor at the Delft University of Technology to provide education and perform research on the ‘Chemical aspects of nuclear reactors’. As such, he created the basis for the Department of Radiochemistry at the Reactor Institute Delft. Houtman graduated in 1941 in Delft in Chemical Engineering and worked for several years in industry in The Netherlands. Already in 1945 he got familiar with nuclear research reactors through a scientific visit to Harwell, UK. From 1948-1955 he was appointed as Professor at the University of Technology in Bandung, Indonesia. Already at the time of his appointment in Delft he realized that a solid network of stakeholders in the academic, governmental and industrial fields would be indispensable for justifying the existence and use of the nuclear research reactor. As such, he formally demanded permission to spend one day per week for building such a network. Professor Houtman combined a broad interest in opportunities of research reactors as a source of neutrons with excellent didactic qualities. He initiated the first practical course in radiochemistry for undergraduates, obligatory for students in chemical engineering. He inspired and stimulated his students and associates in the Department to form alliances and to collaborate with scientists in the applied fields. The initial radiochemical research program included neutron activation analysis, ‘hot’ atom
chemistry and (biomedical) applications of radiotracers; areas of which he conceived the importance already in the early 1960s and that now still are highly relevant and with ample scientific challenges. His early interest in hot atom chemistry has led 50 years later to the pioneering role of Delft in the application of chemical effects of nuclear reactions in the production of medical radioisotopes. Professor Houtman envisioned the importance of positioning the institute as an ‘Interuniversity’ institute, a national academic facility with easy access for a user community of scientists. He promoted appointments of the senior staff as lecturer or professor at other universities in the country, leading to many successful scientific partnerships. After his retirement from the Delft University of Technology in 1983, he kept track of new developments through the scientific literature, and regularly interacted via letters to editors on manuscripts with, in his view, doubtful contents. His interest for the impact of trace element to human health made him to start collecting air particulate matter around his private house, to be analyzed at the institute. Until very recently, he kept in close contact with some of his previous colleagues from the institute discussing new developments, threats and strategies for improvement. Our thoughts are with his wife Ina, their children and their families. Marcel de Bruin, Peter Bode en Bert Wolterbeek, section Radiation and Isotopes for Health (Faculty of Applied Sciences).
Geef elke student een exemplaar van ‘Het wiskundeboek’ in plaats van een hoogleraar van cultuur te benoemen. Daar hebben aankomende ingenieurs meer aan, vindt dr. Charel Krol Dobrov. Bij elke TU-student zou hij op het nachtkastje moeten liggen: ‘Het wiskundeboek’ van Clifford A. Pickover. Daterend van 2009, vertaald in 2011, geeft het in 500 bladzijden van 250 korte verhaaltjes, elk met eigen bladvullende illustratie, een subliem overzicht van de geschiedenis van de wiskunde. En meer dan dat. Door keuze van onderwerpen en rijkdom van associatie laat het boek zien welke onmetelijke betekenis de wiskunde heeft gehad voor de ontwikkeling van de natuurwetenschappen, de sociale wetenschappen, en voor ons moderne dagelijkse leven. Achter alles ligt wiskunde. Een van de meest verbazende verschijnselen is de logaritmische spiraal. Bestudeerd als wiskundig object door Descartes en Bernoulli, blijkt deze in de natuur van hoog tot laag aanwezig: de kleine nautilusschelp is net zo goed een logaritmische spiraal als verre sterrenstelsels. Geen wonder dat de auteur uiteindelijk verzucht, dat kennelijk de wereld zelf wiskunde ís. Ware wetenschap zal daarom altijd een teruggaan tot wiskunde, of uitbouwen van wiskunde moeten zijn; en toepassingen van wetenschap, hoe praktisch ook, zullen altijd aan wiskunde hun garantie van juistheid, werkzaamheid en veiligheid moeten ontlenen. En dan, op dit moment, zijn er ongeveer tegelijkertijd twee nieuwtjes aan de TU. Ten eerste, het onderwijs in de wiskunde, dat aan de TU Delft al eerder zware klappen opliep, ziet er weer een aankomen. De wiskunde wordt opgenomen in een ‘modulair onderwijssysteem’, waardoor de druk op haar tijdsbeslag vermeerdert, en haar toetsing afhankelijk wordt van studieresultaten elders. De redenen zijn duidelijk: er is minder geld, dus minder tijd, en de studenten moeten maar liefst zo snel mogelijk doorstromen. Ten tweede, aan de TU wordt een landelijk bekende conferencier, Youp van ’t Hek, benoemd
als professor in cultuur. Uiterst ironisch is dat de benoemde juist afwezigheid van cultuur tot zijn persoonlijk kenmerk had gemaakt. Des te meer ironisch, omdat immers wegens gebrek aan geld en tijd de studielast aan de TU wordt verminderd tot het strikt noodzakelijke. Wat kan deze man te melden hebben dat noodzakelijk, of nuttig, of zelfs maar bruikbaar zou zijn voor aankomende ingenieurs? De twee besluiten, zeker in onderlinge samenhang gezien, kunnen pertinent niet juist zijn. Een samenhang is hoogstens voorstelbaar wegens de behoefte aan doorstroming. Want de nieuwe hoogleraar heeft waarschijnlijk niets meetbaars bij te brengen; de toetsing van het studieresultaat is dan eenvoudig, een automatisme, en de doorstroming verzekerd. Maar zulke overwegingen kunnen aan een TU echt enkel als grapje bestaansrecht hebben. Zodat de tijd lijkt gekomen voor een oproep, zelfs smeekbede aan het college van bestuur: neem geen loopje met de wiskunde! Schuif wat u maar
College van bestuur: neem geen loopje met de wiskunde wilt en waar u maar wilt; alleen, handhaaf de eisen van de wiskunde en laat die gelden boven alles. Laat iedere student die de TU afmaakt, doordrongen zijn van de beginselen en normen van de wiskunde. Kent hij wiskunde, dan zal hij de wereld kennen; want de wereld ís wiskunde. Mocht het nuttig zijn om het tij te keren, dan zal ik graag aan ieder collegelid een exemplaar van ‘Het wiskundeboek’ cadeau doen. Misschien komen ze dan wel tot de slotsom dat aanstaande ingenieurs hun tijd beduidend zinniger kunnen doorbrengen met Pickover dan met een succesvolle verkoper van onbehouwen praatjes. Misschien kunnen ze Pickover op een of andere manier een klein plekje bezorgen in het curriculum. Dat zou geweldig zijn, en van werkelijke betekenis voor de kwaliteit van de TU-ingenieur van de toekomst. Alleen kan ik helaas niet beloven aan elke TU-student een exemplaar van Pickover cadeau te doen. Dr. Charel B. Krol Dobrov, juridisch raadsman
brieven
Onderzoeksdata delen: hulp van je vijand Hoogleraar voedingsleer Martijn Katan is niet voor open data, omdat sommige belanghebbenden te kwader trouw zijn. Hij stelt een intern audit-systeem voor, en deelt data verder alleen met vertrouwelingen. Openheid van maatschappij en data zijn een kwetsbaar goed, en de moeite waard om te beschermen. Wetenschappers die data niet delen, verloochenen daarmee de wetenschap die zij dienen. Als anderen, waaronder ‘partijen met veel macht en middelen’, je conclusies onderuit halen op basis van je eigen data, dan had je wellicht ongelijk. We mogen vertrouwen op het zelfreinigend vermogen van die wetenschap. Maar daarvoor is openbaarheid van data wel een vereiste. Had de vleesindustrie maar toegang gehad tot de Tilburgse data over vermeend agressieve vleeseters. En hadden de IPCC-onderzoekers hun data plus software maar gedeeld achter hun roemruchte hockeystickcurve. Juist de grootste tegenstanders worden dan je wetenschappelijke vrienden. Ze houden je scherp, en
nog gratis ook. Dan auditors, die zijn niet gratis. Maar erger nog, indien intern, is er kans op vooringenomenheid. Katans instituut, bestaand uit tweehonderd onderzoekers, zou beter in kwaliteits-tools vooraf kunnen investeren dan in controle achteraf. Dat zijn auditors ook echt ‘kijken in de pc van de onderzoeker’ doet vermoeden dat zoiets er niet is. Data horen niet meer op een pc thuis, maar duurzaam bij een datacentrum (Dans, 3TUDatacentrum). Waar het opvragen ervan gelogd wordt. Waar onafhankelijke auditors erbij kunnen. En natuurlijk je vrienden. Want over alle voordelen van data delen hebben we het nog niet eens gehad door de ‘vijandige’ toon van dit debat. Dr.ir. Gerben de Boer is onderzoeker bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en bij Deltares. Met collega’s richtte hij OpenEarth.nl op, een community om data, modellen en tools te delen.
Onderzoek het bestaan van ufo’s In De Telegraaf van 3 december word ik als getrainde waarnemer geïnterviewd over ongeïdentificeerde vliegende objecten. Binnen mijn vakgebied vind je wereldwijd vele duizenden getrainde waarnemers, piloten, militairen en astronauten, die vertellen wat zij gezien hebben aan objecten in de lucht die in staat waren tot extreme prestaties. Vreemd genoeg worden hun rapportages door media en academici meestal afgedaan als onzin. Zoals in de column van Dap Hartmann (Delta 36/15-12-2011). Zij roepen desondanks op hier serieus onderzoek naar te doen. Alleen op die manier kan het fenomeen van het anekdotische naar het wetenschappelijke domein gebracht worden. Noblesse oblige, gestimuleerd door eigen observaties, heb ik mij grondig verdiept in het fenomeen en er twee lezingen over gegeven. Die resulteerden in vele honderden positieve reacties, waaronder van ruimtevaartjournalist Piet Smolders, die het boek ‘ET, geen mythe maar werkelijkheid’ heeft geschreven. Ook generaal b.d. De Brouwer van de Belgische luchtmacht, die jarenlang verantwoordelijk was voor het onderzoek naar ufo’s in Bel-
gië, reageerde positief. Smolders, die meer dan vijftig jaar ervaring heeft met astronauten en ruimtevaart, was zijn zoektocht gestart om ufo’s te diskwalificeren maar kwam er al snel achter dat het omgekeerde geconcludeerd moest worden. Hij was als wetenschapsjournalist niet bang om dat dan ook te melden. De vele getrainde waarnemers wereldwijd die ik heb leren kennen, roepen allemaal op om het fenomeen simpelweg te onderzoeken, in het midden latend of de technologie van aardse of buitenaardse oorsprong is. In beide gevallen betreft het techniek die zover buiten het door ons bekende domein ligt dat het een academisch debat en onderzoek rechtvaardigt. Dr.ir. Coen Vermeeren is vliegtuigbouwkundige en docent aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek
DELTA. 02 19-01-2012
lifestyle
16
fietsenmakers
Sterk staaltje rekenwerk Leuk, zo’n zelfontworpen schuurtje in je achtertuin. Béétje jammer als het dak dan doorbuigt, of je bergen materialen nodig hebt om de boel genoeg draagkracht te geven. Valt zoiets nou niet eerst optimaal door te rekenen? Ja hoor!
de Huisjongste heimwee Laura Sterna (25) uit Letland draagt de wollen sokken vooral binnenshuis. Ze zijn eigenlijk in gebruik als een soort pantoffels. Onder de wollen sok zit altijd een gewone katoenen sok omdat ze de wol te hard vindt voor haar blote voet. Haar oma heeft ze ongeveer zes jaar geleden voor haar gebreid. Het is zeer gebruikelijk in haar moederland dat mensen deze sokken dragen, want de winters kunnen daar bijzonder koud zijn. Thuis in Letland heeft ze nog drie paar in de kast liggen. Sterna hoopt eind juni klaar te zijn met haar masteropleiding watermanagement bij civiele techniek. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
In de rubriek Heimwee portretteert fotograaf Hans Stakelbeek buitenlandse studenten met een object dat hen herinnert aan hun thuisland. Meedoen? Mail naar
[email protected]
sex and the student city
Proud to be Panda Being a guy is not easy. Social pressure pushes you to be sexually active all the time. The more girls you score the higher your status among your friends will be. This in total contrast to girls, where more is usually worse, as they risk being portrayed as slutty. Suffering a dry spell as a guy in Delft, where girls can be scarcer than water in a dessert, is a well known source of frustration. A few months without sex is bearable as long as you are not the only one among your group of friends. However, there is one position guys want avoid at all cost: becoming the ‘panda’. The panda is a well known title among a group of friends to refer to the person who went the longest without having intercourse with a girl. Usually the title sticks for some time, as the more desperate you are for sex, the further the girls will stay away. Why a guy who did not have sex for a long time is being called panda? The answer is obvious, namely that pandas rarely have sex. The species is close to extinction, and yet they show very little interest of getting it on. Most pandas rather prefer to lay around and chew bamboo, than to get up and get busy.
Eigenlijk zouden Willem de Wit (21), Tommy Pronk (21), Sil Leek (21) en Roel Boorsma (22) een efficiënte racefietskrank ontwerpen voor hun bachelor-eindproject bij 3mE. Of tenminste, de software om die krank zo efficiënt mogelijk te berekenen; zo licht en toch zo sterk mogelijk, met zo min mogelijk materiaal. Topologische-optimalisatie, met een ingewikkeld woord. “Een ander bacherloreindprojectgroepje zou de krank zelf ontwerpen”, vertelt De Wit. “Maar dat groepje kwam nooit, en toen zaten wij alleen met de methode. Tja, dan konden we die topologie-optimalisatie net zo goed grootser aanpakken, dan heeft iedereen er wat aan. Je kunt hem namelijk voor alles gebruiken.” Het softwareprogramma dat het viertal vervolgens ontwierp, borduurt voort op de al bestaande topologie-optimalisatiesoftware. Die bestaande software kijkt naar hoe je massa moet voordelen zodat een constructie zo min mogelijk doorbuigt onder invloed van krachten. “Als je dat precies weet, en de stijfheid optimaliseert, kun je minder materialen gebruiken”, aldus De Wit. En dat zorgt voor besparing. Niet alleen fijn in de bouwwereld, maar vooral ook in de vlieg- en auto-industrie, weet de student. Minder materialen betekenen ook een lager gewicht en – in die industrieën - dus betere prestaties. “Alleen, omdat de ontwerpruimte in de bestaande software is opgedeeld in rechthoekige elementjes, krijg je grillige randen aan je vorm. Onze software maakte van de brokkelige output van het beschikbare programma een beter te produceren vorm.” Het scheelt de ontwerper een hoop gefröbel. “Normaal gesproken ontwerpt die gewoon een volgens hem of haar optimale vorm voor een constructie, en gaat vervolgens proberen. ‘Hm, daar moet nog iets vastgezet worden, en daar mag er nog wat materiaal bij om de boel sterker te maken…’.” Die zorg neemt de software van de studenten nu helemaal weg. “Heel basic”, zegt De Wit triomfantelijk. “Je kunt er ook de carrosserie voor een auto mee ontwerpen.” In theorie dan, want daarvoor zou het programma wel wat verder uitgediept moeten worden. Het zou natuurlijk mooi zijn als een volgende bachelor-eindprojectgroep verder gaat met het programma, maar daar ziet het volgens De Wit nog niet naar uit. Wel hebben de studenten voldoende waardering gekregen voor hun inspanningen, vindt hij. “Onze begeleider wilde ons een 8,5 geven. Helaas zat hij niet in de jury die het eindcijfer daadwerkelijk bepaalde.” (JH)
However, if one takes a closer look at the panda sex problem, you might be surprised to learn that contrary to the human species, it is the male panda that shows very little interest in fornicating. To secure the future of the species, scientists have even started trying to increase the male pandas’ libido by showing them video footage of pandas having sex and by doing ‘sexercises’ to train their leg muscles. Despite all efforts male pandas remain very critical in their choice for female pandas to mate with. For all guys carrying the panda title at the moment, this should be an example. Do not give in to the social pressure, but just lay back on the couch, pop a beer and wait for the right girl to come along. Willem de Wit: “Met onze software kun je zowel de constructie van een auto of vliegtuig als van een huis optimaliseren.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX) Onderzoek: ‘Topologie optimalisatie post-processing software’ Eindcijfer: 6,5
kriep