NEDERLANDSE PATIËNTEN CONSUMENTEN FEDERATIE
VraagINBEELDthema
Gezond Over preventie | januari 2011 nummer 1
Inhoud
6. Opgeheven vinger werkt niet We moeten mensen in alle stadia van hun leven verleiden tot een gezonde leefstijl, vinden Marjolein de Booys en Jan Benedictus (NPCF) ‘Dan is het vooral zaak om gezond gedrag leuker en gemakkelijker te maken.’ 12. Acteren voor de goede zaak Thema’s als diabetes, SOA of overgewicht verwerken in sketches en mensen vervolgens zelf de stap laten zetten naar activiteiten als actief wandelen, Bollywooddans of yoga. Dat is de succesformule van de Amsterdamse welzijnsorganisatie Anand Joti. 18. Drie experts over preventie Moeten we gezond gedrag belonen of nog meer investeren in preventieprogramma’s? Of is het allemaal zinloos omdat ons brein nu eenmaal weerbarstig is? Een adviseur, hoogleraar en psycholoog over nut en noodzaak van preventie. 26. Blik van buiten Topkok Pierre Wind is een fervent voorstander van een gezonde leefstijl. Hij ondervond zelf hoe verse producten en beweging zijn geluksfactor vergroten.
3. Grootste goed 16. Initiatieven van patiëntenorganisaties 28. Initiatieven van patiëntenorganisaties 30. Trends 36. Onderzoek. Investeren in preventie loont 38. Handig 40. Patiënten over gezond leven
Vraag in Beeld thema gezond
Redactioneel
Grootste goed
Wilna Wind Algemeen Directeur NPCF
G
ezondheid is het grootste goed dat je hebt. Een groter cliché is bijna niet denkbaar. En toch hoor ik hem steeds vaker en daarmee groeit de betekenis ervan. Dat maakt de zorg ook tot zo’n boeiend onderwerp, waar ik me de komende jaren graag voor zal inzetten. En dan vooral voor de positie van de patiënt. Als ‘nieuwkomer’ (ik heb hiervoor gewerkt voor de vakbeweging) valt me op dat die positie beter kan en moet. Want, als je alle meldacties en peilingen die de NPCF in 2010 heeft gedaan op een rij zet, komt de roep van de patiënt om serieus genomen te worden duidelijk naar voren. Dit past ook goed in het thema van dit nummer. Preventie moet wat mij betreft een belangrijker plek krijgen in de zorg. Het gaat immers niet alleen over mensen beter maken of goed verzorgen, maar ook om gezond zijn. Over het beter maken van mensen staat de krant dagelijks vol. Zo kunnen de salarissen van medisch specialisten, het aantal vermijdbare doden in de ziekenhuizen en de concentratie van topzorg in specialistische centra rekenen op de nodige kolommen en zendtijd. Als NPCF roeren wij ons ook graag in deze discussies. Dit raakt de patiënt immers direct.
Voor preventie is beduidend minder aandacht. Minder sexy ook natuurlijk, want een live-uitzending over een open hartoperatie trekt meer kijkers dan een documentaire over een netwerk van reumapatiënten die met elkaar in beweging komen. Toch denken wij dat aandacht voor preventie hard nodig is. En dan niet alleen omdat preventie de druk op de zorgvraag kan verminderen, om maar eens een beleidsterm te gebruiken. Belangrijker vind ik dat we mensen die ‘gezond leven’ niet met de paplepel ingegoten krijgen, daarbij helpen. Want, het is toch onaanvaardbaar dat mensen uit een lagere sociale klasse korter leven dan mensen uit een hogere sociale klasse. Ik zou zorgverzekeraars en de politiek dan ook op willen oproepen preventie een prominentere plek te geven. Daar leveren wij – samen met onze lidorganisaties – ook graag een bijdrage aan. Ten slotte wil ik u – hoe kan het ook anders – een gezond 2011 toewensen. Een bescheiden bijdrage daaraan, vindt u als u de bladzijde omslaat. U moet nog wel zelf aan de slag met een potje aarde en regelmatig water geven. Maar, dat is met uw gezondheid niet anders. ▪
5
6 4
Verleiding
Verleiding
‘De tomaat is een gezonde vrucht. Tomaten bevatten veel vitamine C, A, B1, B2 en B6 en de mineralen kalium, fosfor en magnesium. De tomaat bevat ook de kleurstof lycopeen, die de menselijke cellen kan beschermen tegen de nadelige invloeden van stikstofdioxiden (tabaksrook, uitlaatgassen)’, zo staat te lezen op Wikipedia. Als we die tomaten dan ook nog zelf gaan telen, zijn we helemaal gezond bezig. De NPCF wil u met ‘de tomaat’ verleiden tot een gezond 2011. Volgens ons is verleiding dé kracht van preventie.
Vraag in Beeld thema gezond
57
8
Vernieuwing
Marjolein de Booys en Jan Benedictus
‘Opgeheven
vinger
werkt niet’
Het is van levensbelang om gezond gedrag te bevorderen, bij jongeren, bij groepen met een verhoogd risico op een ziekte en bij chronisch zieken. We moeten mensen in alle stadia van hun leven verleiden tot een gezonde leefstijl, vinden Marjolein de Booys (manager van het team Kwaliteit NPCF) en Jan Benedictus (beleidsmedewerker NPCF). ‘Maar dan is het wel zaak om gezond gedrag leuker en gemakkelijker te maken. De opgeheven vinger werkt niet meer.’
9
Fotografie Rosa Verhoeve
Vraag in Beeld thema gezond
10 Vernieuwing
N
eem bijvoorbeeld iets simpels als traplopen. Dat wordt volgens Jan Benedictus ronduit ontmoedigd. ‘In dit gebouw, waar de NPCF zit, is het beslist geen lolletje om de trap te nemen. Je kunt hem om te beginnen al niet vinden, en je voelt je er niet veilig. Iedereen gaat dus met één van de zes liften.’ Marjolein de Booys wijst op een Youtube-filmpje waar de treden van een mooie trap pianomuziek maken. ‘Dan maak je bewegen aantrekkelijk. Je kunt in een trappenhuis ook schilderijen ophangen.’ Waarom vindt de NPCF het bevorderen van gezondheid noodzakelijk? Jan: ‘Een gezonde leefstijl kan voorkomen dat mensen een chronische ziekte als COPD, harten vaatziekten of diabetes krijgen. En als mensen al zo’n ziekte hebben, beïnvloedt de leefstijl het voortschrijden van een ziekte. Leefstijl speelt naast pillen of een operatie een grote rol in de behandeling. Daarom is de NPCF een groot voorstander van de verschillende vormen van gezondheidsbevordering (zie kader).’ Marjolein: ‘Preventie is niet alleen waardevol voor de individuele burger. Er is ook een publiek belang. Over tien tot vijftien jaar neemt de zorgvraag toe, terwijl de arbeidsmarkt krimpt. Als mensen langer gezond zijn, blijft er voldoende zorg voor mensen die dat nodig hebben.’ Welke vormen van preventie zijn vooral zinvol? Marjolein: ‘Ik vind het heel belangrijk om jongeren te motiveren voor gezond gedrag. Bij kinderen en jongeren slijpt het gedrag in: jong geleerd, is oud gedaan. Je ziet dat kinderen met overgewicht al op hun veertiende of vijftiende Diabetes type 2 krijgen.’ Jan: ‘Ook de eerste verworven hartinfarcten zijn al bij jongeren onder de twintig jaar geconstateerd. Als we geen aandacht besteden aan goede publieksvoorlichting, dan groeit het aantal chronisch zieken heel hard. Dan dweilen we met de kraan open. We moeten mensen in alle stadia van hun leven verleiden tot een gezonde leefstijl.’
Wanneer wordt preventie betutteling? Marjolein: ‘Gezond leven is vaak een vervelende boodschap, zeker als je houdt van een Bourgondisch leven met een wijntje, bitterballen en een sigaret. De boodschap wordt ook nog vaak gecombineerd met vervelende dingen als het risico op ernstige ziekten. Zo’n boodschap komt niet gemakkelijk binnen. Mensen worden er immuun voor. Daarom moeten we zoeken naar de knop die mensen
‘Als mensen langer gezond zijn, blijft er voldoende zorg voor mensen die dat nodig hebben’ motiveert, bijvoorbeeld door gezondheid te verbinden met leuke dingen. Dan wordt het al een stuk minder betuttelend.’ Jan: ‘De dokter moet ook niet tegen iedere patiënt hetzelfde verhaal vertellen. Juist bij individuele preventie in de spreekkamer is maatwerk mogelijk. Zorgverleners moeten onderzoeken wat bij jou werkt. Hoe persoonlijker de boodschap is, hoe meer hij aanslaat.’ Marjolein: ‘We moeten de taak om mensen te verleiden ook niet alleen bij zorgverleners leggen. Een gezonde leefstijl kun je in deze tijd niet van bovenaf opleggen. Dat bleek wel bij de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Internet en sociale media spelen een grote rol in effectieve preventie.’
Vraag in Beeld thema gezond
Stel dat ik bij de dokter kom voor pijn in mijn rug. Hij ziet aan mijn vingers dat ik rook en begint daarover. Marjolein: ‘Artsen denken te snel dat dat betuttelend is. Maar uit recent onderzoek van NIVEL komt naar voren dat bijna 70 procent van de patiënten het niet erg vindt als de dokter hen aanspreekt op gezond gedrag. Het is dus altijd het proberen waard.’ Jan: ‘Natuurlijk moet een arts zich wel afvragen wat de beste strategie is. De patiënt komt wel voor wat anders bij hem langs. Hij moet zich afvragen of het bij deze patiënt zinvol is. Als dat zo is, is het een mooie kans om een stopmoment te creëren. Hij of een collega kan de patiënt informeren over mooie nieuwe mogelijkheden die hem daarbij kunnen helpen.’ De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg vindt dat gezond gedrag beloond mag worden. Als ik bijvoorbeeld stop met roken, hoef ik geen eigen risico te betalen. Een goede gedachte? Marjolein: ‘Ik denk niet dat we een roker daarmee over de streep trekken. Roken kost
‘We moeten mensen in alle stadia van hun leven verleiden tot een gezonde
leefstijl’
een stevige roker al snel 1500 euro per jaar. Als die besparing hem al niet motiveert …’ Jan: ‘Mensen die wel een eigen risico moeten betalen zullen dat toch als straf ervaren. Daar zijn wij niet voor. Roken en overgewicht komen veel meer voor bij de lagere sociaal economische klasse. Het is vaak geen bewuste keuze. Je moet juist extra investeren in deze groep en hun omgeving!’
Vier vormen van preventie •U niversele preventie richt zich op de algemene bevolking. Voorbeelden zijn brede publieksprogramma’s zoals het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (www.nasb.nl). • Selectieve preventie richt zich op risicogroepen, bijvoorbeeld op mensen met overgewicht. • Individuele preventie (of geïndiceerde preventie) richt zich op individuen die nog niet ziek zijn,
maar wel voldoen aan risicofactoren of al symptomen hebben (zoals hoge bloeddruk, hoog cholesterol, erfelijke aanleg). • Zorggerelateerde preventie richt zich op mensen met een ziekte of een duidelijk gezondheidsprobleem. Doel is het voortschrijden van de ziekte te beperken.
11
12 Vernieuwing
Wat kunnen zorgverzekeraars wel doen? Marjolein: ‘Zorgverzekeraars vergoeden nu vooral traditionele behandelingen, terwijl een gezondere leefstijl soms meer invloed op de gezondheid heeft. Bij een ziekte als Coeliakie is een glutenvrij dieet zelfs de enige remedie. Wij vinden dat het stimuleren van een gezonde leefstijl ook in de zorgverzekering thuis hoort. Stoppen met roken komt nu bijvoorbeeld in het basispakket. Andere effectieve begeleidingsvormen kunnen ook vergoed worden, ook als ze niet worden aangeboden door zorgverleners.’ Wat verwacht de NPCF van de overheid? Marjolein: ‘De overheid moet de infrastructuur zo inrichten dat we gestimuleerd worden om gezonde keuzes te maken. Er moet voldoende ruimte, bijvoorbeeld trapveldjes, zijn voor jongeren om te bewegen. Het is jammer dat gemeentes juist nu willen bezuinigen op zwembaden en sportvelden. Ook op nationaal
Deelname Prevent De NPCF is één van de initiatiefnemers van het Platform Personalized Prevention, samen met Samenwerkende Gezondheidsfondsen (SGF), GGD Nederland, LVG, ZonMW en NDDO Foundation. Het Platform Personalized Prevention is een kennis- en verbindingsplek voor de aanpak van selectieve preventie en individuele preventie. Daarbij is volop aandacht voor individuele beslisondersteuning voor de burger, een gezonde leefomgeving, de inzet van slimme ICT en kennisdeling. Het Platform organiseert jaarlijks een congres en stimuleert kennis- en meningsuitwisseling via www.preventweb.nl.
‘Patiëntenorganisaties weten waar patiënten behoefte aan hebben en kennen hun drempels’ en internationaal niveau zijn maatregelen nodig. Honderd jaar geleden heeft de overheid armoedeziektes bestreden met maatregelen om hygiëne te verbeteren, zoals de aanleg van riolering. Nu moet ze de voedingsindustrie durven aanpakken, zodat er minder zout en slechte vetten in onze voeding komen.’
Preventie en leefstijl in zorgstandaarden De NPCF en haar leden zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van zorgstandaarden. Een zorgstandaard beschrijft de organisatie van zorg voor een bepaalde aandoening vanuit het patiëntenperspectief. Preventie en zelfmanagement hebben hierin een duidelijke plaats. De lidorganisaties doen dat samen met de beroepsgroepen voor hun specifieke chronische aandoening, de NPCF voor de meer algemene zorgstandaard.
Vraag in Beeld thema gezond
VAAM Er zijn al te veel leefstijlprojecten zonder begin en eind gelanceerd. De NPCF wil een structurele doordachte leefstijlbenadering bevorderen, die is afgestemd op een populatie in een bepaalde wijk. De Vraag Aanbod Analyse Monitor (VAAM) van NIVEL en de NPCF geeft per gemeente en per wijk een goed inzicht in de (verwachte) zorgvraag, ook op het gebied van preventie. Daarmee wordt het mogelijk om leefstijlprogramma’s beter af te stemmen op de bevolking. De Vraag Aanbod Analyse Monitor is kosteloos te gebruiken en te vinden via www.nivel.nl/vaam
En wat van zorgaanbieders, bijvoorbeeld de huisarts of de verpleegkundige? Jan: ‘Zij moeten om te beginnen getraind worden in vaardigheden om hun patiënten tot gezond gedrag te verleiden. Soms werkt het om hun autoriteit in te zetten, maar meestal werkt een opgeheven vinger niet. Dan zijn andere verleidingsstrategieën nodig. Die moeten artsen dan wel in huis hebben. Bovendien is een netwerk binnen en buiten de zorg nodig. Bijvoorbeeld op het gebied van bewegen.’ Moeten zorgverleners ook healthchecks gaan aanbieden? Marjolein:‘Een preventieconsult kan voor sommige bevolkingsgroepen zinvol zijn, maar het is niet het enige wat mogelijk is. Werknemers krijgen bijvoorbeeld zo’n healthcheck steeds vaker op hun werk aangeboden. Mensen kunnen ook zelf aan risicotesten deelnemen. Misschien moeten we dat wel stimuleren. We denken hier nog over na.’ Hebben patiëntenorganisaties een rol in het stimuleren van bewegen en gezond eten? Jan: ‘Patiëntenorganisaties kunnen stimuleren dat er goede beweegprogramma’s met
professionele begeleiding komen voor chronisch zieken. Ze weten waar patiënten behoefte aan hebben en kennen hun drempels. Een hartpatiënt is vaak bang om weer te gaan sporten en een reumapatiënt is bang voor de pijn de dag erna. Patiëntenorganisaties kunnen ook bevorderen dat er een vervolg komt op beweegprogramma’s in de zorg, zodat patiënten doorstromen en blijven bewegen.’ Marjolein: ‘Een aantal patiëntenorganisaties biedt zelf beweeg- of kookprogramma’s aan die aansluiten bij hun achterban. Ze weten vaak wat patiënten aanspreekt. Lang niet iedereen wil naar de sportschool. Een mooi voorbeeld is de Salsales die de patiëntenvereniging aanbiedt aan mensen met COPD, of de workshops over zoutarm koken van de Hart & Vaatgroep. De Coeliakievereniging organiseert op haar ledenbijeenkomst een markt waar leveranciers van glutenvrije voedingsmiddelen hun waar aanprijzen met allerlei lekkere hapjes. Dat maakt een bijeenkomst leuker én het sluit aan bij de behoefte van de leden.’ ▪
13
14 Voorbeeld
Anand Joti: Bollywood als inspiratiebron
Acteren voor de goede zaak Geen droge informatie oplepelen, maar thema’s als diabetes, SOA of overgewicht verwerken in aantrekkelijke toneelstukken of sketches. En mensen vervolgens zelf de stap laten zetten naar laagdrempelige activiteiten als actief wandelen, Bollywooddans of yoga. De Amsterdamse welzijnsorganisatie Anand Joti timmert er flink mee aan de weg.
Vraag in Beeld thema gezond
15
J
ohn Ishwardat is sinds 2006 voorzitter van Anand Joti (vrij vertaald: gezegend licht). De welzijnsstichting werd in 1989 opgericht door en voor Surinamers in Amsterdam Zuidoost, maar inmiddels richt de organisatie zich op ‘alle Nederlanders’. Naast voorlichting houdt Anand Joti zich bezig met het organiseren van beweegprojecten én de begeleiding van woongroepen voor senioren. Vooral wat betreft voorlichting op het gebied van gezondheidsbevordering vervult de organisatie een voortrekkersrol. Ishwardat: ‘Mijn voorgangers in het bestuur hadden al gauw in de gaten dat het niet werkt als je mensen alleen maar droge informatie voorschotelt. Zeker niet als je lastige thema’s als huiselijk geweld of psychische problemen bespreekbaar wilt maken.’ Geheel in de geest van de populaire Bollywood-cultuur werd besloten om de informatie in sketches te verwerken, die ervoor zorgen dat mensen een informatief en toch leuk avondje uit beleven, vaak gecombineerd met muziek, yogademonstraties, Indiase dans en gezonde hapjes. Dat gebeurde niet zomaar: de ervaring leerde dat Nederlandse folders domweg niet werden gelezen. ‘De sketches bevatten zowel serieuze informatie als humor’, licht Ishwardat toe. ‘We huren voor een nieuw toneelstuk een scriptschrijver in, de acteurs zijn vrijwilligers die een bescheiden onkosten-
‘Ons doel is dat mensen in beweging komen’ vergoeding krijgen. Ze oefenen zo’n tien keer, inclusief een try-out, en vervolgens organiseren we een aantal bijeenkomsten. Dat doen we vaak dubbel, dus in het hindoestaans en in het Nederlands.’ Springlevend Hoewel Anand Joti geen vast subsidiebedrag ontvangt en per project geldelijke steun probeert te verwerven, is het systeem van informatieoverdracht via toneelstukken springlevend. Ishwardat: ‘De bijeenkomsten zijn meestal zeer succesvol, in die zin dat we altijd behoorlijk wat mensen op de been krijgen.’ Zelfs zo succesvol, dat de stichting soms met de sessies het land in trekt. ‘We hebben bijvoorbeeld begin 2010 van de Stichting Doen een bijdrage ontvangen om te beginnen met een beweegproject in Almere. En bijvoorbeeld in Den Haag en Rotterdam hebben we bijeenkomsten over hart- en vaatziekten gehouden waar ruim 700 mensen op af kwamen. Een toneelstuk in Amsterdam over HIV en SOA werd door 220 mensen bezocht. De eerste bijeenkomst in Almere, waar veel hindoestanen wonen, werd wat minder bezocht, maar het is wel een stad waar nog veel te doen is op het gebied van preventie.’ Dat laatste is uiteraard een belang-
rijk facet. Anand Joti wil dat mensen tijdens de bijeenkomsten aan het denken worden gezet en actie ondernemen, bijvoorbeeld op weg gaan naar een gezonde leefstijl of een huisarts bezoeken om zich te laten onderzoeken. Ishwardat: ‘Ons doel is dat mensen in beweging komen. Die laatste stap moeten ze zelf zetten, maar we bieden hen diverse mogelijkheden, variërend van yoga, Bollywooddans tot actief wandelen. Mensen betalen daar een kleine bijdrage voor, de meeste activiteiten worden geleid door vrijwilligers. Van het activiteitenaanbod wordt flink gebruik gemaakt.’ Grote kans De aanpak van Anand Joti werkt, en dat is maar goed ook. Bijeenkomsten op het gebied van gezondheid zijn allesbehalve overbodig, vindt Yvette la Rose, die momenteel meedoet aan nordic walking. Hindoestanen, Turken, Marokkanen en creolen hebben nu eenmaal een grotere kans op diabetes, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. ‘Maar nog steeds weet niet iedereen dat, daarom blijven dit soort bijeenkomsten ook nodig’, zegt La Rose, die zelf ook regelmatig een sessie bezoekt. ‘Ik ben inmiddels van Amsterdam naar Almere verhuisd.
‘Als je samen loopt, heb je een goede stok achter de deur’
Vraag in Beeld thema gezond
Voorheen liep ik op maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag mee met een groep van Anand Joti. Ik vind bewegen erg belangrijk en in een groep is het nu eenmaal plezieriger dan alleen. Bovendien heb je een goede stok achter de deur als je samen loopt. Omdat ik nu in Almere woon, loop ik alleen nog op zaterdag mee. Maar ik ga nog wel regelmatig naar een bijeenkomst van Anand Joti. Natuurlijk kun je informatie over gezond leven en preventie ook uit boeken halen, maar het zijn altijd heel informatieve en vooral gezellige bijeenkomsten. Hoe groter je kennis over gezondheid, hoe beter.’ Huisarts Niet iedere toehoorder bij de bijeenkomsten kan direct in actie komen, bijvoorbeeld vanwege serieuze fysieke problemen. De welzijns-
‘De bijeenkomsten van Anand Joti zijn informatief én leuk’ organisatie werkt dan ook samen met bijvoorbeeld GGD en huisartsen om mensen naar de juiste instantie te kunnen verwijzen. ‘In Amsterdam Zuidoost zijn we goed bekend met de huisartsen, ze weten wat wij doen en kennen onze doelgroepen’, vertelt Ishwardat. Er zijn daar ook vanuit Anand Joti opgeleide ‘dippers’ actief: dat zijn mensen met diabetes die bij een Diabetes
‘We hebben heel wat mensen bewust gemaakt van de invloed van beweging en leefstijl op hun gezondheid’ Informatiepost spreekuren houden om lotgenoten op weg te helpen met hun aandoening. Dat Anand Joti de culturele achtergrond van de mensen kent, helpt ook. Zo zijn hindoestanen algemeen gesproken nogal gezagsgetrouw. Dat betekent vaak dat zij hun arts niet willen teleurstellen en sociaal wenselijke antwoorden geven, ook al ziet de praktijk er anders uit. Bovendien blijkt telkens dat veel mensen niet weten dat er een duidelijke relatie bestaat tussen ‘onvoldoende bewegen’ en diabetes of hoge bloeddruk. Stel dat Anand Joti niet zou bestaan, zou Amsterdam Zuidoost er dan anders uitzien? Ishwardat: ‘Ik durf niet te zeggen dat het er dan slechter uit zou zien, want de resultaten van ons werk zijn vaak moeilijk te meten. Wat ik wel weet, is dat wij er in de loop der jaren heel wat mensen bewust van hebben gemaakt dat beweging en leefstijl veel invloed hebben op je gezondheid.’ ▪
17
18 Initiatieven van patiëntenorganisaties
Nieuwe visie LOC Uit onderzoek blijkt dat we ons gelukkiger en daarom gezonder voelen als we de regie over ons eigen leven hebben en onze mogelijkheden kunnen benutten. Dat bepaalt onze eigenwaarde. LOC heeft daarom haar vernieuwende visie op ‘Waarde-volle zorg’ geschreven. Want waartoe zou een mens in staat zijn als hij wordt gestimuleerd om gezond te leven vanuit zijn waarden, kwaliteiten en potentie? Wat zou dat betekenen voor behoud van gezondheid en dus minder ziekte en zorg? Kwaliteit van leven hangt direct samen met de stimulans om verantwoordelijkheid voor het eigen leven te (leren)
nemen. Want daarmee behoud je de regie over dat leven. Mensen geven hun leven vanuit eigen kracht vorm en leveren van daaruit een bijdrage aan de samenleving. Dat leidt volgens LOC tot een radicaal ander systeem van gezondheidszorg, dat uitgaat van gezondheid door zingeving, verbinding en welbevinden. Het draagt bij aan een gezonde samenleving, waarin mensen hun eigen potentie maximaal kunnen benutten. Zo bevorderen we het welbevinden en de ontwikkeling en dus de gezondheid van mensen. ▪ Lees meer over deze gezonde kijk op de zorg op www.loc.nl
COPD-risicotest In Nederland hebben ruim driehonderdduizend mensen COPD. Een ongeneeslijke longziekte, waarbij de longen steeds verder achteruit gaan. Naar schatting zijn er minstens zoveel mensen met een groot risico op COPD, zonder dat zij dit zelf weten. Een belangrijke oorzaak van deze onderherkenning is de relatieve onbekendheid met de ziekte. Door vroege opsporing valt grote gezondheidswinst te behalen en kunnen maatschappelijke lasten beperkt blijven. Het Astma Fonds organiseert daarom in 2011 en 2012 een grootscheepse campagne, met als doel de bewustwording rondom COPD te vergroten. In deze campagne staat de COPD-risicotest centraal. Deze test richt zich op de risicogroep (ex-)rokers van veertig jaar en ouder. De test is wetenschappelijk onderbouwd en ontwikkeld door Prof. Dr. Van Schayck. Een online vragenlijst op www.astmafonds.nl met gerichte vragen naar onder andere leeftijd, rookgedrag, kortademigheid en hoesten geeft een goede indicatie van het risico op COPD. De uitslag van de test kent drie categorieën: geen verhoogd risico, licht verhoogd risico en hoog risico. Aan iedere uitslagcategorie worden leefstijladviezen verbonden. Bij een hoog risico op COPD krijgen mensen bovendien het advies om naar de huisarts te gaan; dé sleutel voor vroege opsporing. ▪
250 beweegorganisaties voor hart- en vaatpatiënten Zwemmen, fitness, sportief wandelen, volleybal, dansen … Hartpatiënten kunnen verantwoord bewegen bij ruim 250 beweegorganisaties die zijn aangesloten bij de Hart&Vaatgroep. De sportbegeleiders zijn gespecialiseerd in het begeleiden van hartpatiënten en zijn hiervoor veelal opgeleid door De Hart&Vaatgroep. Zodoende wordt goed rekening gehouden met de belastbaarheid van de deelnemers, zodat zij verantwoord en veilig kunnen bewegen. Het doel is secundaire preventie; door verantwoord bewegen wordt herhaling voorkomen. ‘Deelnemers krijgen weer vertrouwen in hun eigen lichaam en leren hun eigen grenzen kennen. Dat bevordert dat ze ook zelf weer meer gaan bewegen. Vaak met andere deelnemers’, aldus Nensi Janssen van De Hart&Vaatgroep. ▪ Op www.beweegzoeker.nl staan de sportactiviteiten voor hartpatiënten overzichtelijk bij elkaar.
Vraag in Beeld thema gezond
Reumanetwerk bewegen De Reumapatiëntenbond ontwikkelt op diverse plaatsen in Nederland een Reumanetwerk bewegen. Er wordt een samenwerkingsverband opgericht van de lokale reumavereniging, fysio- en oefentherapeuten, reumatologen en -consulenten, de zorgverzekeraar en de gemeente. Met elkaar zorgen de partijen voor een ketenaanbod: van therapeutisch bewegen tot aangepast bewegen. Om te bepalen op welk niveau iemand kan deelnemen aan het beweegaanbod worden halfjaarlijkse metingen verricht. Een deelnemer kan op basis van die metingen gemakkelijk doorstromen naar een beweegprogramma met meer of juist met minder intensieve begeleiding. Het aanbod sluit zo steeds aan bij de behoefte van de deelnemers. ‘We willen voor onze achterban professionele en eigentijdse beweegactiviteiten organiseren, waar ze goed begeleid worden om een bepaald conditieniveau vast te houden’, licht Marianne Krijgsman van de Reumapatiëntenbond toe. In vier regio’s wordt de methode al met succes toegepast, op vijf andere plaatsen wordt een
Reumanetwerk opgebouwd. Pionier is Reumapatiëntenvereniging Zuid-Veluwe. Deze vereniging is in 2000 al begonnen met het opzetten van netwerken. Sindsdien zijn circa 250 mensen in beweging gekomen (voorheen 50). Bovendien zag de vereniging haar ledenaantal verdubbelen. De Reumapatiëntenbond heeft een stappenplan ontwikkeld om de succesvolle werkwijze over te dragen naar nieuwe netwerken. De kennisoverdracht aan de therapeuten is daarbij een belangrijke stap. ▪ Voor meer informatie: www.reumabond.nl en www.reumagelderland.nl bij RPV Zuid-Veluwe.
Kookworkshops De Hart&Vaatgroep organiseert op diverse plaatsen in Nederland kookworkshops voor hartfalenpatiënten en hun partners. Een unieke combinatie van praktische voorlichting over gezond leven en lotgenotencontact. Hartfalenpatiënten moeten voortdurend letten op hun vochtinname en natrium- en vetarm eten. Tijdens de kookworkshops geeft een verpleegkundige een introductie over hartfalen en de bijbehorende leefregels. Een dieetkok leert deelnemers hoe ze hun maaltijd kunnen verrijken met andere smaakmakers. Daarna bereiden de deelnemers in kleine groepen verschillende gangen voor een smaakvol en verantwoord lunchbuffet. ‘Deelnemers zijn erg enthousiast. Ze leren anders koken, zijn actief bezig en ontmoeten lotgenoten. Dat werkt heel stimulerend’, aldus één van de organisatoren. ▪ Kijk voor meer informatie op www.hartenvaatgroep.nl
19
20 experts
Flip van Sloten, senior adviseur van de RVZ: ‘In de zorg geldt: hoe meer verrichtingen, hoe meer inkomen. In Nederland hebben we nog nooit naar resultaten van de zorg gekeken, in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Zweden gebeurt dat al meer. Een eerste stap is dat we daarvoor gezondheidscriteria ontwikkelen. Patiëntenorganisaties kunnen hun ervaringsdeskundigheid bundelen en hieraan bijdragen.’
Drie experts Ien van de Goor, bijzonder hoogleraar Effectieve Individuele Preventie: ‘Ik vind het heel jammer dat er vaak nog geen goede verbinding is tussen de eerste en de nulde lijn (GGD). Daar valt veel winst te behalen. De keten opereert nog teveel als losse schakels. Door een intensieve samenwerking kan preventie effectiever worden.’
over preventie Martin Appelo, gezondheidszorgpsycholoog en gedragstherapeut: ‘Als zorgverleners hun patiënten willen veranderen, doen ze er goed aan meer rekening te houden met de werking van ons brein. Samen met lotgenoten aan verandering werken is vaak krachtiger dan frontaal en verstandig op mensen inpraten in een één-op-één-gesprek. We werken teveel op IQ en te weinig op emotie.’
21
Fotografie De Beeldredaktie
Vraag in Beeld thema gezond
22 experts
Gezonde zorg belonen Er komt een man bij de dokter. Hij heeft een gekneusde enkel, maar hij is ook te zwaar en heeft bruine vingers van het roken. Als het aan de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) ligt, gaat de dokter hierover in gesprek met de man. ‘Zorgverleners kunnen zelf meer initiatief nemen en ongevraagd adviseren over gezondheid’, stelt Flip van Sloten, senior adviseur van de RVZ.
Vraag in Beeld thema gezond
Flip van Sloten is senior adviseur bij de RVZ en houdt zich bezig met publieke gezondheid en de financiering van de zorg. Hij is econoom en werkte als economiedocent aan de hogeschool Zeeland, als inspecteur bij het ministerie van Financiën en als senior adviseur bij het ministerie van Binnenlandse zaken. De RVZ bracht in 2010 het advies Zorg voor je gezondheid! uit. Dit advies is te downloaden op www.rvz.net.
‘I
n onze maatschappij gaat er veel aandacht en geld naar zorg en ziekte en weinig naar gezondheid en gedrag’, vervolgt Van Sloten. ‘De RVZ wil de gezondheidszorg natuurlijk niet afschaffen, maar pleit voor een flinke accentverschuiving.’ Daarvoor heeft de RVZ goede redenen. De helft van alle ziektegevallen is vermijdbaar. Voorbeelden zijn COPD, longkanker, hart- en vaatziekten en diabetes. Van Sloten wijst op een tabel in een boek van hoogleraar Johan Mackenbach (lid van de Raad). ‘Hart- en vaatziekten veroorzaken 20 procent van de totale ziektelast, 65 procent wordt door de omgeving bepaald en is vermijdbaar. Ik verwacht dat steeds meer ziekte vermijdbaar zal blijken te zijn.’ Hoge premies Een tweede reden om het accent te verleggen is dat we het ons niet meer kunnen veroorloven om zoveel zieken te verzorgen en te behandelen. Er is geen geld en menskracht voor. Het mes van goede effectieve gezondheidsbevordering snijdt aan twee kanten: de zorgvraag neemt af en het arbeidspotentieel groeit. Als mensen gezond blijven, is er veel
meer kans dat ze kunnen doorwerken tot hun 65ste of zelfs 67ste, verwacht Van Sloten. ‘De premie gaat in 2011 voor een gezin met opgroeiende kinderen 250 euro omhoog terwijl de inkomens gelijk blijven. Waarschijnlijk gaat die stijging de komende jaren nog door. Dat is een aanslag op onze portemonnee. Ook daarom moet het anders.’ Gezonde prikkels Maar hoe krijgen we het roer in de zorg om? Hoe krijgen we dokters en verpleegkundigen zo ver dat ze gezond gedrag bevorderen? ‘Zorgverleners kunnen vaker zelf het initiatief nemen en ongevraagd adviseren. De burger zal daardoor meer verantwoordelijkheid nemen. Dit dient het publieke belang en vergroot de kans dat er een toegankelijk, betaalbaar en goed zorgaanbod blijft voor iedereen’, stelt Van Sloten. Hij voegt daar direct aan toe dat we het dokters niet kwalijk kunnen nemen als ze dit nog niet genoeg doen. ‘De financiële prikkels zijn gericht op volume. DBC’s, consulten en verrichtingen worden betaald, een goed resultaat (gezondheid) niet. De RVZ vindt vooral dat ons systeem op de schop moet. Er moeten kwaliteitsindicatoren komen die gezondheidsresultaten meten en voor die resultaten moeten we betalen.’ Volgens Van Sloten spelen zorgverzekeraars in zo’n nieuw systeem een centrale rol. Zij kunnen zorg inkopen waarmee gezondheidswinst wordt behaald. ‘CZ gaat al die richting uit bij inkoop van borstkankerzorg.’ Maar in ons huidige systeem worden zorgverzekeraars niet genoeg geprikkeld om gezondheid te bevorderen. ‘Een verzekeraar die veel zieken onder zijn verzekerden heeft, vangt meer geld uit de centrale kas. Ons advies aan de overheid is dat je ook verzekeraars moet belonen als hun verzekerden
gezond blijven.’ Ook verzekerden blijven in het RVZadvies niet buiten schot. Van Sloten: ‘We willen ongezond gedrag niet afstraffen, we zijn niet voor hogere premies voor rokers. Maar je kunt iemand die serieus stopt met roken wel het eigen risico kwijtschelden. Ook therapietrouw kan op een vergelijkbare manier worden bevorderd.’
‘Je kunt iemand die serieus stopt met roken, het eigen risico kwijtschelden’
2020 Van Sloten verwacht dat de zorg in 2020 veel meer op gezondheid is gericht. Behandelaars en de patiënt stemmen de zorg onderling af via e-Health, waarbij het gezamenlijke doel ‘meer gezondheid’ is. De zorg begint dicht bij de patiënt. Hij gaat naar internet of inloopcentra in de wijk waar alle zorg bij elkaar te vinden is. Hij hoeft geen afspraak te maken en wordt snel doorverwezen naar de gz-verpleegkundige, de fysiotherapeut of WMO-consulent. Hij doet daar of thuis achter de computer zelf metingen (bloeddruk, cholesterol). ‘Een dokter die wordt betaald op basis van resultaten, laat dat graag aan patiënten zelf over.’ Ook complexe zorg ziet er anders uit: er zijn vijftig netwerken in plaats van ruim honderd ziekenhuizen met een breed aanbod en spoedeisende hulp. Een instelling met bijvoorbeeld de specialisatie longziekten heeft de juiste schaal, ervaring en middelen om de patiënt zo gezond mogelijk te krijgen. ▪
23
24 experts
‘Gezond leven is niet alleen een individuele keuze’
‘Je ziet vaak dat mensen beginnen met een dieet en flink afvallen, maar na een jaar vallen ze terug’, zegt hoogleraar Ien van de Goor (Universiteit van Tilburg). Ze doet de komende vijf jaar in opdracht van CZ onderzoek naar de effectiviteit van individuele preventie. ‘Een zorgverzekeraar kan bepaalde leefstijlprogramma’s zoals stoppen met roken opnemen in de verzekering, maar als mensen zich dat gedrag niet eigen maken, dan is er nog weinig bereikt.’
Vraag in Beeld thema gezond
V
an de Goor onderzoekt de komende jaren een aantal concrete programma’s zoals een intensief programma van de Nederlandse Obesitaskliniek. Daarnaast onderzoekt ze hoe een zorgverzekeraar zijn verzekerden kan belonen voor gezond gedrag. ‘We kijken dan niet zozeer naar kwijtschelding van het eigen risico, maar onderzoeken of andere manieren van belonen zoals een spaarsysteem of het aanbieden van bepaalde producten of vergoedingen daarvoor effectief zijn.’
Ien van de Goor werkt vanaf 2000 als onderzoeker bij Tranzo aan de Universiteit van Tilburg. Vanaf maart 2010 is ze bijzonder hoogleraar Effectieve Individuele Preventie. Daarvoor was ze programmacoördinator bij ZonMw en onderzoeker bij het IVO, een bureau voor onderzoek, expertise en advies op het gebied van leefwijze en verslaving. Preventie is haar specialiteit.
Samenwerking Vanuit haar kennis en ervaring heeft Van de Goor duidelijke ideeën over hoe de huisarts, praktijkondersteuner of specialist hun patiënten kunnen begeleiden naar een gezondere leefstijl. ‘De huisarts of specialist ziet patiënten op het spreekuur en kan risicogroepen individueel uitnodigen voor een controle of healthcheck. Er is een grote groep mensen die nog niet heeft nagedacht over hun leefstijl en die een grote drempel ervaart
om te stoppen met roken, minder te drinken, meer te bewegen of gezond te eten. Zorgverleners kunnen die patiënten motiveren.’ Ze moeten volgens Van de Goor zeker niet gaan concurreren met bestaande effectieve programma’s. ‘Praktijkondersteuners en huisartsen hoeven niet zelf cursussen te geven. Er zijn al goede effectieve programma’s, daar kunnen ze hun patiënten heen begeleiden. Vervolgens moeten ze hen op het goede spoor zien te houden, zodat ze hun gezonde leefstijl vasthouden.’ Volgens Van de Goor wordt er nu nog te weinig samengewerkt tussen de eerste en de nulde lijn (GGD). ‘Door een intensievere samenwerking kan individuele preventie een stuk effectiever worden. De GGD weet veel van leefstijlprogramma’s.’ ‘Gewone’ activiteiten Een tweede knik in de keten zit tussen intensieve leefstijlprogramma’s en gewone activiteiten. Tijdens het volgen van leefstijlprogramma's gaat het goed, maar daarna vallen mensen weer terug. Gezond gedrag krijgt geen plaats in hun leven. Ook daarin kunnen zorgverleners adviseren. Van de Goor: ‘In de individuele zorgrelatie kan de huisarts of de praktijkondersteuner de vinger aan de pols houden en een patiënt ook na het volgen van een programma begeleiden naar een gewone beweegclub. Ze kunnen samen met de patiënt kijken welke gedragsverandering in zijn leven past. Lang niet iedereen wil fanatiek sporten; wandelen of dansen kan ook. Als een praktijkondersteuner samen met een patiënt iets weet te vinden dat in zijn leven past is de kans op blijvende leefstijlverandering veel groter.’ Zorgverleners krijgen zo in individuele preventie een vaste rol op de achtergrond.‘De echte
gedragsverandering is niet het terrein van een arts, maar artsen kunnen wel veel alerter zijn op leefstijl. Een huisarts kan patiënten op hun leefstijl aanspreken en hen het duwtje in de juiste richting geven. Daarna kan hij volgen of een veranderde leefstijl leidt tot betere uitslagen. Die verbindende rol op de achtergrond is voor veel patiënten belangrijk.’
‘Lang niet iedereen wil fanatiek sporten; wandelen of dansen kan ook’
Volksziekte Van de Goor verwacht dat er zo met samenhangende individuele preventie de nodige winst te behalen valt, maar daarmee alleen redden we het niet. Te veel mensen worden te zwaar. Overgewicht dreigt een volksziekte te worden en dan moeten we als maatschappij ingrijpen. ‘Het voedingsaanbod met te veel suiker en vet moet de overheid ontmoedigen. Anders blijft de individuele strijd te moeilijk. Dan hebben we straks een hele generatie die te weinig beweegt en te calorierijk eet.’ Met gezonde producten in de schappen, kunnen we mensen verleiden om gezonder te eten. En met een andere inrichting van de openbare ruimte dagen we hen uit om te bewegen, bepleit Van de Goor. ‘We moeten de trap weer centraal zetten en ook met design en ontwerp kun je mensen verleiden tot beweging. Ook in woonwijken kan veel veranderen: meer speelveldjes, veilige fietsroutes en meer groen bijvoorbeeld. Preventie is een individuele én collectieve verantwoordelijkheid.’ ▪
25
26 experts
We worden bestookt met folders, campagnes en individuele adviezen over gezonde leefstijl. In de optiek van gezondheidszorgpsycholoog en gedragstherapeut Martin Appelo is dat pure kapitaalsvernietiging. ‘Gedragsverandering treedt pas op als mensen heftig lijden en als ze dit toeschrijven aan hun eigen gedrag.’
Waarom leefstijladviezen stranden
Vraag in Beeld thema gezond
D
at Appelo niet overdrijft blijkt uit wereldwijd onderzoek naar het uitvoeren van goede voornemens. Daaruit blijkt dat 25 procent een verandering van leefstijl maximaal één week volhoudt. Een jaar later houdt nog maar 20 procent stand. Appelo: ‘Je bent dus abnormaal als je nieuw gedrag langer dan een jaar volhoudt. Dat lukt minder dan een vijfde van de mensheid. Stoppen met roken blijkt nog lastiger, omdat het geen prettig gevoel geeft.’ Een remmend brein Martin Appelo begeleidt onder meer kankerpatiënten bij gedragsverandering en heeft diverse boeken over dit thema geschreven. Hij verklaart ons gebrek aan ruggengraat biologisch, psychologisch en sociaal. ‘Biologisch gezien gaat ons brein automatisch en routinematig te werk. We doen het liefst alles altijd op dezelfde manier; of het nu gaat om vrijen of ruzie maken. Ik hoor ook vaak van diabetespatiënten dat ze doorgaan met ongezonde gewoontes omdat ze nu eenmaal gewend zijn om lekker te eten. Onze diepere en oudste breinlagen
Martin Appelo is gezondheidszorgpsycholoog en gedragstherapeut. Hij werkt als docent, trainer, therapeut en supervisor bij Cure & Care Development in Arnhem, psycho-oncologisch centrum Het Behouden Huys in Haren en de afdeling Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was jaren lang hoofd wetenschappelijk onderzoek van Lentis / GGz Groningen. Hij schreef: Socratisch Motiveren (2007), Waardenloze Gesprekken (2010) en Het gelaagde brein. Reflectie en discipline bij het werken aan verandering (verschijnt 2011).
hebben een voorkeur voor routines, omdat we zo energie overhouden om gevaar af te wenden.’ Maar ook de bovenste laag van ons brein, ons denkvermogen, remt ons meestal af. Appelo wijst op twee psychologische mechanismen. ‘We proberen de cognitieve dissonantie tussen onze situatie en ons doel te reduceren door ons doel naar beneden bij te stellen of onze situatie goed te praten. Als onze body mass index (BMI) vijf punten te hoog is, zeggen we bijvoorbeeld: ‘Zolang ik mijn veters nog kan strikken, valt het wel mee”. Een ander psychologisch mechanisme is het zelfbeschermende vooroordeel. ‘Als er iets fout gaat, geven we een ander de schuld’, legt Appelo uit. ‘Dat beschermt ons weliswaar tegen depressies, maar het is ook een reden om niet te veranderen.’ Tot overmaat van ramp zijn er ook nog sociale factoren die slechte gewoontes belonen, zoals gezellig met elkaar eten en drinken. ‘We willen niet uit de toon vallen. Bijna niemand houdt het vol om in zijn eentje niet mee te doen.’ Verspilling Mensen zijn volgens Appelo pas bereid hun gedrag te veranderen als ze heftig lijden, sterk verlangen naar een alternatief en mislukking toeschrijven aan hun eigen gedrag. ‘Mensen met longkanker willen wel stoppen met roken, maar zelfs ‘je doodschrikken’ is vaak geen garantie voor duurzame gedragsverandering. Mensen moeten ervan doordrongen zijn dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun lijden.’ Deze les in de menselijke psyche maakt duidelijk waarom veel goedbedoelde leefstijladviezen stranden. Appelo vindt dan ook dat we moeten ophouden zorg te verlenen aan mensen die het niet moeilijk genoeg hebben. ‘We geven ontzettend veel geld uit aan mensen die niet willen
veranderen. Ik hoor in workshops met diabetesverpleegkundigen bijvoorbeeld dat mensen doelbewust niets aan hun leefstijl veranderen.’ Die verpleegkundigen moeten volgens Appelo beseffen dat zoiets een diep ingesleten en niet frontaal te doorbreken automatisme is. ‘Zorgverleners willen mensen bekeren en helpen. Dat is kenmerkend voor de hippocratische aanpak. Ik pleit voor een socratische zorgverlening. Mensen veranderen
‘We doen het liefst alles altijd op dezelfde manier; of het nu gaat om vrijen of ruzie maken’ volgens Socrates pas als ze zwanger zijn van het alternatief en op het punt staan om daarvan te bevallen. Pas dan moet de zorgverlener in beweging komen. Motiveren betekent vragen ‘wat wilt u?’ en niet dat we mensen overtuigen van ons gelijk. Patiënten die echt willen veranderen, moeten we helpen en belonen. Misschien kunnen we hen voorrang geven bij operaties. In ieder geval is het nodig dat de zorg veel meer wordt afgestemd en georganiseerd rond de manier waarop patiënten met hun ziekte omgaan.’ Het eerste wat een zorgverlener volgens Appelo moet uitzoeken is hoe een patiënt zich verhoudt tot zijn klachten. Lijdt hij genoeg? Is hij zwanger van een alternatief? Zijn advies is om iemand gewoon te laten roken totdat de innerlijke drang om te veranderen groot genoeg is. ‘Leg de verantwoordelijkheid bij patiënten zelf neer. Nu houden artsen en zorgverleners hen te vaak passief. Trekken aan een dood paard kost veel energie en levert niets op.’ ▪
27
28 Blik van buiten
Fotografie: Paul Bergen
Mooier leven. Topkok Pierre Wind is geestelijk vader van smaaklessen op de basisschool en een fervent voorstander van een gezonde leefstijl. Hij heeft zelf ondervonden hoe verse producten en beweging zijn geluksfactor vergroten.
Vraag in Beeld thema gezond
‘Je gaat lekkerder in je vel zitten en het leven wordt er alleen maar mooier door’, zegt Wind vol overtuiging. ‘Ik woog 125 kilo. Toen de lift een keer stuk was en ik de trap moest nemen, was ik buiten adem. Dat was voor mij het moment om in te grijpen.’ Blijft een Bourgondische leefstijl niet verleidelijk? ‘Ik ben geen gezondheidsridder en houd van lekker eten. Mijn motto is: geniet en leef. Maar als je niks doet, ga je wel kapot. Juist omdat het leven mooi is, moeten we werken aan een gezonde leefstijl. Ik deed vroeger aan topsport en kwam daarna achter de fornuizen terecht. Zo werd ik dikker. Als kok mag ik wel wat dikker zijn, vond ik. Zo heeft iedereen wel een excuus. Maar als je van het leven en je vrouw en kinderen houdt, dan moet je wel wat doen. Meer bewegen en gezond eten is de enige remedie. Daarvoor is niet één dieet of één aanpak. Iedereen heeft zijn eigen beleid nodig. Mijn beste therapeut is mijn hondje Meneer Teun. Dat is voor mij een megading om in beweging te blijven. Ik laat hem twee keer per dag uit en ga één keer per week naar de sportschool. Vaker naar de sportschool lukt niet. Een andere leefstijl moet wel in je leven passen, anders wordt het niks. Mensen moeten op hun eigen maat beginnen. Als ze dan resultaat zien en zich lekkerder voelen ... Kijk in de spiegel en geniet van de eerste complimenten. Of kijk naar de resultaten van anderen.’ Ontstaat er een gezondheidshype? ‘Werd het maar een hype. Een gezonde leefstijl moet nog veel meer onder de aandacht komen. We overdrijven echt niet. Er zijn 250.000 mensen die diabetes onder de leden hebben zonder dat ze het weten. Dat wordt alleen maar erger. Als je de cijfers voor de toekomst ziet, dan moeten we echt de noodklok luiden.’ Hoe kunnen we dat dreigende gevaar afwenden? ‘Het zou mooi zijn als de media hier eens meer aandacht aan zouden besteden. Nu gaat het avond aan avond over de politiek en dan vooral over alle relletjes. Durf in het Journaal ook te laten zien hoeveel mensen sterven aan hun leefstijl. Laat mensen eens schrikken. Ik ben er niet voor om mensen te beleren, maar ze moeten wel goed weten wat er aan de hand is. Dan kunnen ze kiezen. Als je bewust kiest voor ongezond, dan mag je dat natuurlijk zelf weten. Een andere goede oplossing is het geven van voedingslessen op school. Die lessen moeten van groep 1 tot 8 gewoon verplicht worden. Als je er jong bij bent, kun je
mensen veranderen. Geef die lessen minimaal een uur per week en doe dat acht jaar lang, dan verander je de cultuur. Boven de achttien komt weer terug wat kinderen voor hun twaalfde hebben geleerd. De overheid moet voedingslessen bij wet verplichten. Het zou jammer zijn wanneer initiatieven als de smaaklessen weer zouden worden teruggedraaid.’
‘Kijk in de spiegel en geniet van de eerste complimenten. Of kijk naar de resultaten van anderen’
U hebt de smaaklessen mede geïntroduceerd. Helpen ze? ‘Daar ben ik de geestelijke vader van. Op dit moment worden de resultaten gemeten, die zien er goed uit. Smaaklessen helpen kinderen om bewuster met eten om te gaan. Het is zo jammer dat we in Nederland eindeloos over zoiets blijven polderen. Een projectje hier, een projectje daar. Dat schiet natuurlijk niet op. De overheid moet die smaaklessen gewoon structureel invoeren, dan wordt het resultaat nog beter. De scholen willen echt wel.’ Moeten ongezonde producten van de schappen af, moet de overheid die gewoon verbieden? ‘Tegen, tegen … Ik ben tegen verbieden. Er moet wel keuze zijn. Gezonde, verse producten moeten er net zo duidelijk en aantrekkelijk bij komen te liggen als al die zooi in pakjes. Ken je die verpakte sandwiches bij het tankstation? Leg daar een vers broodje tegenover. Wat de overheid wel moet doen, is misleiding op etiketten tegengaan. Je gelooft niet hoeveel voorbeelden er zijn van misleidende informatie. Dan heet een product bijvoorbeeld vetarm, maar dan zitten er bergen suiker of zoetstoffen in.’ Wat kunnen koks doen? ‘De bazen en beslisserbobo’s moeten hier meer prioriteit aan geven. De kok wil wel. Ik probeer de goede boodschap te vertellen, maar de vaders, moeders en de opa’s en oma’s kunnen natuurlijk veel meer doen. Als jouw kind te dik is, dan ben je daar als ouder ook verantwoordelijk voor. Als gezin moet je op elkaar letten en voor elkaar zorgen.’ ▪
29
30 Initiatieven van patiëntenorganisaties
Stichting Bechterew in Beweging
De Stichting Bechterew in Beweging rekent naast belangenbehartiging het bevorderen van bewegen voor mensen met de ziekte van Bechterew (ontstekingen aan gewrichten van wervelkolom en bekken) tot haar kernactiviteiten. De Stichting organiseert jaarlijks diverse grote beweegactiviteiten zoals het Internationaal Bechterew Volleybaltoernooi, het Annemarie Thomas Schaatsfestijn en de Nationale Bechterew Vierkamp. De Stichting werkt ook mee aan de Reuma Beweegdagen in diverse ziekenhuizen.
Voormalig schaatsster Annemarie Thomas is vrijwillig ambassadeur en verzorgt onder meer de warming up bij de evenementen. ‘Zelf heb ik ook de ziekte van Bechterew en ik weet daarom dus heel goed waarom bewegen zo verschrikkelijk belangrijk is. Voor deze specifieke groep mensen en zeker voor de jongeren waarbij deze aandoening nog maar kort is geconstateerd, moeten we alles in het werk stellen om hen aan het bewegen te krijgen’, stelt ze op de website van de Stichting www.stichting-bechterew.nl. ▪
Preconceptiezorg Preconceptiezorg omvat maatregelen die al vóór de bevruchting genomen kunnen worden om de gezondheid van de aanstaande moeder en haar kind te bevorderen. Bij genetische factoren is het doel aanstaande ouders goed te informeren zodat ze een keuze kunnen maken voor bijvoorbeeld pre-implementatie genetische diagnostiek, eiceldonatie, afzien van kinderwens of het risico accepteren. Preconceptiezorg heeft zonder publieksvoorlichting geen kans van slagen. Medische informatie moet samengaan met keuzeondersteunende informatie waarin het ervaringsperspectief van ouders en patiënten wordt meegenomen. Vanuit deze opvatting was de Vereniging Samenwerkende Ouder en Patiëntenorganisaties (VSOP) mede-initiator van www.zwangerwijzer.nl. Het is een online vragenlijst waarmee mensen vóór een zwangerschap thuis in vijftien minuten kunnen nagaan of er risico's zijn voor
henzelf of hun toekomstige kind. Ze krijgen algemene adviezen en advies op maat. ZwangerWijzer verwijst waar nodig door naar een verloskundige of huisarts. Een samenvatting van de gevonden risico's kan als voorbereiding voor een preconceptioneel consult worden gebruikt. ▪ Zie ook: www.vsop.nl en www.zwangerwijzer.nl
Vraag in Beeld thema gezond
Inzet homeopathie vermindert gebruik antibiotica Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van dierengezondheid kunnen gevolgen hebben voor de volksgezondheid en omgekeerd. Zo heeft een onderzoek van de Universiteit van Wageningen aangetoond dat de inzet van homeopathie in de veehouderij het gebruik van antibiotica in deze sector vermindert. De Vereniging Homeopathie heeft het onderzoeksrapport onder de aandacht gebracht van de vorige minister van Landbouw. Zij heeft het rapport weer overgedragen aan de Taskforce die het antibioticagebruik in de veehouderij gaat terugdringen. De overheid is terecht bezorgd voor de volksgezondheid door de uitdijende resistentie tegen de ziekenhuisbacterie MRSA, vindt de Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland. Het toenemend
gebruik van antibiotica (ook preventief) in de intensieve veehouderij is hiervan de oorzaak. Zo steeg het verbruik tussen 1999 en 2007 van 322 tot 590 duizend kilo. In de biologische veehouderij is de antibiotica al gedeeltelijk vervangen door complementaire of alternatieve medicijnen. Er zijn dus alternatieven. Genoemd wetenschappelijk onderzoek bestudeerde met succes de inzet van homeopathie als alternatief voor het gebruik van antibiotica tegen de E.Coli-diarree onder pasgeboren biggen. De Vereniging Homeopathie vindt het tot haar verantwoordelijkheid horen zich in te zetten voor een bewuste omgang met de natuurlijke leefomgeving van mensen en dieren. Het zou van wijsheid en wetenschappelijke nieuwsgierigheid
getuigen wanneer onze overheid de geboden alternatieven gaat onderzoeken, vindt de Vereniging. ▪ Voor meer informatie: www.vereniginghomeopathie.nl
Kanker op de werkvloer, ondersteuning werkgevers De Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) wil bevorderen dat mensen met kanker kunnen blijven werken, door werkgevers goed te informeren over de mogelijkheden. Dat is de kern van het project ‘Steeds meer mensen met kanker werken’. Kanker leidt vaak tot veranderingen in de werksituatie. Het is voor een werkgever van belang daarop in te spelen, samen met de werknemer. De NFK start met een folderlijn voor werkgevers, als hulpmiddel om het gesprek met de werknemer aan te gaan. Er komt een algemene folder over zaken als afstemming met het werk, mogelijkheden om te blijven werken, wettelijke en financiële zaken. Daarnaast komen er zes specifieke folders over werken met borstkanker, dikke darmkanker, longkanker, melanoom, non hodgkin lymfoom en prostaatkanker. Op de website komt aanvullende informatie voor werkgevers.
Alle folders komen in de zomer van 2011 digitaal beschikbaar. Het streven is dat de folders via relevante kanalen bij werknemers en werkgevers komen. Daarom zijn naast de specifieke kankerpatiëntenorganisaties en oncologieverpleegkundigen (V&VN), de werkgeversorganisatie VNO-NCW, het werkgeversforum Kroon op het Werk, bedrijfsartsen en re-integratiebureaus betrokken. ▪ Meer informatie: www.nfk.nl/overdenfk/wat_doen_we/projecten
31
32 Trends
Eigentijdse preventie Het bevorderen van een gezonde leefstijl staat hoog op de agenda nu ‘welvaartsziekten’ onze gezondheid bedreigen. Zorgverzekeraars stimuleren gezondheid en werken ook zelf actief aan preventie. Verschillende partijen (zorgverzekeraars, scholen, gemeenten, zorgverleners en bedrijfsleven) ontwikkelen gezamenlijk samenhangende preventieprogramma’s. Eén krachtige boodschap moet ons, en in ieder geval jongeren, verleiden tot gezond eten en bewegen. Op het gebied van individuele preventie biedt internet nieuwe mogelijkheden. We kunnen zelf testen invullen en zo ontdekken of we een verhoogd risico hebben op hart- en vaatziekten, borstkanker of een depressie. De websites voorzien ons gelijk van nuttige tips en informatie. Iets heel anders is de ontwikkeling van een polypil. Vijf voorbeelden van eigentijdse vormen van preventie.
Vraag in Beeld thema gezond
Mentaal Vitaal
1
Op de nieuwe portal mentaalvitaal.nl worden bezoekers uitgedaagd om te werken aan mentale fitheid. Op de site staat helder beschreven wat psychische stoornissen zijn en om welke symptomen het gaat. Wie piekert, kan gelijk de oefening ‘stoppen met tobben’ doen en wie zich moe voelt, kan direct energie opladen. ‘Plan voor de komende week ten minste vijf activiteiten die jou energie geven. Op je werk of in je vrije tijd. Probeer je bij iedere activiteit bewust te zijn van wat het met je doet. Hoe voelt het om even bij te tanken?’, is een eerste tip om meer energie en minder stress te voelen. Gebruikers kunnen op allerlei gebieden ook een complete online cursus volgen. Van timemanagement tot positief denken; er is van alles mogelijk. Op de website zelf of op gelinkte nuttige sites. Wie eerst meer inzicht wil krijgen in zijn mentale fitheid kan zelftesten doen. Voorbeelden zijn de depressietest of de stress-o-meter. Mentaalvitaal.nl richt zich niet op klachten maar op psychisch gezond zijn en blijven. Bezoekers worden uitgedaagd om daar zelf aan te werken in de eigen omgeving en in de eigen tijd. Daarmee heeft het initiatief van het Trimbos Instituut, het Fonds Psychische Gezondheid en het ministerie van VWS een preventief doel.
Preventief • gericht op een gezonde mentale leefstijl • testen geven inzicht waar je aan kunt werken Voordelen • lage drempel: mensen kunnen in hun eigen tijd en omgeving aan de slag • verwachte verlaging van zorgkosten • vroege herkenning • bruikbaar in de eerste lijn Knelpunt • er is nog geen structurele financiering
33
34 Trends
Utrecht Gezond
2
Zorgverzekeraar Agis werkt samen met de gemeenten Utrecht, Amsterdam en Almere aan een betere gezondheid van burgers. Dit gebeurt vooral in aandachtswijken waar de gemiddelde gezondheid slechter is. De twee partijen verbinden hun netwerken en proberen zo, in samenwerking met lokale zorg- en welzijnspartijen, te komen tot samenhangende programma’s. Op het gebied van preventie zijn er bijvoorbeeld beweegprogramma’s en is er een programma ‘Gezond gewicht’. De programma’s dragen bij aan een soepele overgang van een geïndiceerd beweegprogramma naar het reguliere sportaanbod in de wijk. De kracht van de samenwerking is dat alle organisaties, van school tot huisarts, dezelfde boodschap uitdragen: bewegen en gezond eten. Er zijn ook gezamenlijke programma’s voor mantelzorgers, daklozen en voor psychosociale ondersteuning. De programma’s zijn gebaseerd op het gezondheidsprofiel van een wijk. Een zichtbaar resultaat is dat er in de wijk Overvecht één aanspreekbare organisatie voor de eerste lijn is gekomen.
Preventief • programma’s richten zich op de risico’s in een wijk • samenhang tussen gezondheid en welzijn Voordelen • burgers weten beter waar ze terecht kunnen met zorgvragen • meer eenheid en samenhang in de boodschap en aanpak • dicht bij burgers, in de eigen wijk Knelpunt • complexiteit van de gezondheidszorg • gemeente en zorgverzekeraar hebben een andere cultuur (politiek versus markt)
Vraag in Beeld thema gezond
Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG)
3
Ernstig overgewicht bij kinderen is een risicofactor voor blijvend overgewicht en chronische ziekten bij volwassenen. Veel preventieve maatregelen zijn de laatste jaren ontwikkeld. Het effect is vaak tijdelijk omdat ze plaatsgebonden zijn (bijvoorbeeld op één school), geen vervolg krijgen en niet in samenhang worden uitgevoerd met andere initiatieven. Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) is de beweging waarbij iedereen in een stad, dorp of wijk zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren, hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal. Het is een lokale aanpak waarbij niet alleen ouders en gezondheidsprofessionals zich bezighouden met de leefstijl van de kinderen maar bijvoorbeeld ook winkeliers, bedrijven, scholen en de gemeente zelf. In een JOGG-gemeente zijn voldoende fietspaden, in de schoolkantines zijn snacks beperkt verkrijgbaar en in de supermarkt staan gezonde producten op ooghoogte. De methode is gebaseerd op een aanpak in Franse gemeenten (Epode). Daar is tussen 2005 en 2009 de prevalentie van overgewicht en obesitas gedaald van 20,57 procent (2005) naar 18,83 procent (2009). Jongeren op Gezond Gewicht draait in Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam. De doelstelling is dat de aanpak in 2015 in 75 gemeenten in praktijk wordt gebracht. En in 2020 moet de Nederlandse Jeugd de gezondste van Europa zijn.
Preventief • voorkomen van overgewicht bij kinderen en jongeren Voordelen • gezamenlijke, consistente aanpak moet jongeren verleiden • ambitieuze doelstelling • veelbelovende resultaten in Frankrijk: daling van overgewicht en obesitas Knelpunt • in Frankrijk blijven resultaten in achterstandswijken achter
35
36 Trends
Gezondheidsrisicotest
4
Op Gezondheidsrisicotest.nl kan iedereen zelf gratis zijn persoonlijke risico op dé grote drie ziekten testen: hart- en vaatziekten, diabetes en nierschade. In vijf minuten kent de bezoeker zijn risico’s. Hij krijgt persoonlijke tips om deze te verlagen. Informatie maakt inzichtelijk hoe leefstijl het persoonlijk risicoprofiel beïnvloedt. Daarnaast kan het advies luiden om de huisarts gericht te raadplegen. Het is ook mogelijk om via een Expert test (€19,95 per jaar) het risico op 28 veel voorkomende ziekten te bepalen: van borstkanker tot ijzerstapelingsziekte. Daarvoor moet je wel een half uurtje uittrekken. Het resultaat is een overzicht met ziekten waarvoor eventueel een verhoogd risico bestaat en ziekten waarvoor dat niet geldt. Ook wordt duidelijk op welke richtlijnen de uitslag is gebaseerd. Want dat is wat het systeem feitelijk doet. Hij koppelt mijn antwoorden aan de laatste richtlijnen voor preventief onderzoek. Zo moet iedereen boven de 40 jaar één keer per vijf jaar bloeddruk, suiker en cholesterol laten meten. En als één van de ouders op jonge leeftijd darmkanker heeft gehad, schrijft een richtlijn voor dat alle kinderen vanaf leeftijd X hierop gescreend moeten worden. Bij de Expert test krijgen deelnemers bovendien na het verschijnen van nieuwe medische richtlijnen, een korte samenvatting per e-mail toegezonden. Bij beide varianten wordt nuttige aanvullende informatie aangeboden, zoals links naar relevante patiëntenorganisaties.
Preventief • je krijgt een advies over hoe je gezondheidrisico’s zelf kunt verkleinen • je doet zelf een preselectie op risico’s waarmee je naar de huisarts kunt • informatie en adviezen zijn persoonlijk Voordelen • patiënten worden tijdig op risico’s gewezen • de drempel is laag • testen zijn gebaseerd op de laatste richtlijnen Knelpunten • kan (terechte) ongerustheid geven • de uitgebreide test kost geld • de testen zijn alleen nog in het Nederlands beschikbaar
Vraag in Beeld thema gezond
Polypil
5
Hart- en vaatziekten vormen wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak. Het dagelijks slikken van één pilletje, de polypil, zou deze ziekten kunnen voorkomen en in ieder geval de kans erop flink verlagen. De polypil is een combinatiepil die een milde bloedverdunner, een cholesterolverlager en twee bloeddrukverlagende middelen bevat. De pil is bedoeld voor patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten of voor patiënten die al een hartaanval of beroerte hebben gehad. Uit Brits onderzoek blijkt dat 85-90 procent van de personen van 55 jaar en ouder in aanmerking komt voor de pil. In ons land zou het dan om 3,6 miljoen mensen gaan. In 2010 is een groot internationaal onderzoek gestart naar de 'polypil' waar het UMC Utrecht aan meedoet. In vier landen - Nederland, Groot Britannië, Ierland en India - doen tweeduizend patiënten mee. Onderzocht wordt het effect op therapietrouw en het risico op cardiovasculaire aandoeningen. Het combineren van vier medicijnen in één pil kan de kosten van de preventieve behandeling verminderen en de therapietrouw vergroten.
Preventief • de polypil zou kans op hart- en vaatziekten verlagen Voordelen • verhoging van therapietrouw, omdat mensen maar één pilletje hoeven te slikken in plaats van drie of vier • voordelig, in India zou deze pil maar 15 euro per patiënt per jaar kosten Knelpunten • geen maatwerk, iedereen slikt hetzelfde • ‘wonderpil’ kan aandacht voor gezonde leefstijl verminderen
37
38 onderzoek
‘Investeren in preventie loont’ Preventieprojecten zijn er in vele soorten en maten, maar wat levert dat nou eigenlijk op? Met zijn onderzoek ‘De kosten en baten van een gezonde leefstijl’ levert hoogleraar Jan Willem Velthuijsen munitie én voer voor discussie aan iedereen die met preventie te maken heeft.
Vraag in Beeld thema gezond
P
ersoonlijke nieuwsgierigheid, dat was de drijfveer van Velthuijsen, hoogleraar Finance & Control aan de Rijksuniversiteit Groningen en partner bij PricewaterhouseCoopers (PwC). ‘Ik wilde gewoon weten wat preventie kost en wat het rendement ervan is.’ Daarbij maakte hij dankbaar gebruik van onderzoeksgegevens van onder meer de WHO en het RIVM. Vervolgens zorgde hij voor een primeur door er een slag overheen te maken: met behulp van rekenmodellen becijferde hij in euro’s wat de kosten en baten zijn. Een voorbeeld: als de Nederlandse overheid besluit een pakje sigaretten €0,25 duurder te maken, levert dat 300 miljoen euro aan gezondheidswinst op. Bij die winst horen onder meer ‘hogere productiviteit’, ‘minder ziekteverzuim’ en ‘lagere zorgkosten’. Aan de kostenkant worden ‘interventiekosten’ en ‘zorgkosten vanwege hogere leeftijdsverwachting’ meegerekend. ‘Kwaliteit van leven’ wordt buiten beschouwing gelaten. De resultaten laten voor iedere preventiewerker hoopgevende resultaten zien. Een euro investeren in stoppen met roken levert €0,70 tot €2,80 op. Dat bedrag is afhankelijk van ‘hoe hard je de knoppen aanzet’, met andere woorden hoe intensief rokers worden begeleid, en al of niet worden ondersteund door voorlichtingscampagnes. Een euro investeren in fysieke inactiviteit en obesitas levert tussen de €0,30 en €1,30 winst op. Bescheiden winst Simpel gesteld zou je dus kunnen concluderen dat investeren in stoppen met roken het meest profijtelijk is, maar dat wil niet zeggen dat je de meer bescheiden winst zou moeten laten lopen. Velthuijsen: ‘Dit gaat om netto
winst. Ik ken voldoende bedrijven die tevreden zijn met minder dan 30 procent winst…’ Wat ook kraakhelder wordt uit de studie: geld steken in een gezonde leefwijze bij jongeren loont veel meer dan het investeren in ouderen. ‘Puur economisch gezien klopt dat, hoewel ook bij ouderen gezondheidswinst valt te halen.’ Met zijn rapport oogstte Velthuijsen vooral bijval. Ook bij het ministerie van VWS, dat met name tevreden was over de bedragen die aan verschillende maatregelen en acties hangen. ‘Die maatregelen moeten zoveel mogelijk op elkaar worden gestapeld’, stelt Velthuijsen. ‘Dat blijkt ook uit eerder onderzoek. Als je sigaretten duurder maakt en je ondersteunt die maatregel met een massamediale campagne, dan levert dat meer op dan de som der delen.’ Overstap Het grootste probleem bij preventie is dat degene die betaalt, vaak niet dezelfde partij is die iets terugkrijgt.
Een verzekeraar die investeert in een gezonde leefstijl, ziet zijn cliënt bijvoorbeeld gezonder worden, maar door die investeringen wordt de premie waarschijnlijk iets hoger. Het gevolg is dat de gezonde cliënt misschien wel overstapt naar een andere, goedkopere verzekeraar. ‘Daarom zijn we nu bezig met een vervolg’, vertelt Velthuijsen. ‘Daarin willen we een model creëren waaruit duidelijk wordt wat verschillende partijen terugkrijgen. Dus als wordt geïnvesteerd in een preventieinitiatief, welk deel van de opbrengst gaat dan naar de verzekeraar, naar de zorgverlener of terug naar de cliënt zelf?’ Ook wil Velthuijsen in een vervolgonderzoek op bedrijfsniveau (‘eerst bij PwC en de Rijksuniversiteit Groningen, daarna bij een organisatie als KPN’) nagaan hoe de koek qua gezondheidswinst kan worden verdeeld. ‘Bovendien willen we ook per gebied alle zorgverleners bij elkaar brengen en daar een constructie voor bedenken.’▪
Resultaten
Enkele cijfers uit de studie ‘De kosten en baten van een gezonde leefstijl’: Roken: 740 miljoen. Investeren op ‘gemiddeld niveau’ (onder andere sigaretten 0,25 duurder, begeleiding aan rokers) kost 435 miljoen euro, en levert 740 miljoen euro op. Drinken: 2,6 miljard. Het bedrag dat verloren gaat als zware drinkers tussen de 20-44 jaar hun leven lang blijven drinken. Productiviteitsverlies door ziekteverzuim bij zware drinkers is 1,11 procent, over een gehele loopbaan kost dat 12.000 euro per persoon. Obesitas: 710 miljoen. Investeren in het tegengaan van obesitas (leefstijlprogramma’s en voorlichtingscampagnes) levert dat bedrag op. 11,7 dagen. Productiviteitsverlies vanwege obesitas-gerelateerde ziekmeldingen is 4,88 procent (11,7 dagen per jaar). Dat staat gemiddeld gelijk aan een bedrag van 18.200 euro per persoon over een hele loopbaan. Leefstijl: 10,2 procent. Een ongezonde leefstijl is verantwoordelijk voor 10,2 procent van alle gezondheidskosten.
39
40 Handig
Glow globe
Handig App vindt AED in de buurt In Nederland zijn meer dan twintigduizend AED’s en sinds kort zijn ze beter te vinden via de iPhone. Met een AED-applicatie (app) zijn de afstand, contactgegevens en de route naar de dichtstbijzijnde AED te zien. Op de website www.AED4.eu is meer informatie te vinden. AED4.eu is een initiatief van het Rode Kruis, de vereniging Iedereen EHBO en het Universitair Medisch Centrum St Radboud (UMC) in Nijmegen.
De Glow globe is een anti-roken gadget die meet hoe vaak er wordt gerookt en hoe zich dit verhoudt tot uw persoonlijke doelstelling. Het patroon van brandende ledlampen laat precies zien in hoeverre het u lukt om minder te roken. Zie: www.thedesignblog.org
BeweegSchaal Waardoor val je het meeste af: een half uur hardlopen, een uurtje naar de sportschool of twee uur tennissen? De BeweegSchaal van CZ geeft hier inzicht in. Tegelijkertijd laat de schaal zien hoeveel appels, Marsen, gevulde koeken of glazen frisdrank u met uw inspanning hebt verbruikt. Zie: www.cz.nl/gezond-eten-beweegschaal
Muis meet stress Een computermuis met speciale sensoren in combinatie met software waarschuwt computergebruikers bij een te hoog oplopend stressniveau. De sensoren in de muis meten onder andere de hartslag en software combineert deze informatie met leeftijd en sekse. Als de hartslag te hoog oploopt geeft de computer aan dat het tijd is voor een pauze. Zie: www.idealize.nl/2010/06/ computer-waarschuwt-bij-te-veel-stress/
Vraag in Beeld thema gezond
Wellpoint De Wellpoint ziet eruit als een spannende weegschaal. Het apparaat stelt een aantal belangrijke indicatoren voor de gezondheid vast: het gewicht, de body mass index (BMI), het vetgehalte, de hartslag en de bloeddruk. Na drie minuten print het apparaat een bon met de resultaten, afgezet tegen ideale doelcijfers en enkele algemene gezondheidsadviezen. De Wellpoint staat steeds vaker op gezondheidsdagen en -beurzen. Hij is te huur bij verschillende zorgverzekeraars zoals Ohra en Achmea. Zie: www.wellpointgroup.com
Colofon Vraag in beeld is een uitgave van de Nederlandse Patiënten
Redactieadres NPCF Vraag in beeld, Postbus 1539, 3500 BM
Consumenten Federatie (NPCF), primair bedoeld voor haar leden.
Utrecht,
[email protected] Teksten Jan Benedictus (NPCF),
NPCF Churchilllaan 11, 3527 GV Utrecht telefoon 030 297 03 03
diverse lidorganisaties NPCF, Leo van Marrewijk, Janny Terlouw
[email protected] www.npcf.nl
(Terlouw & Schotman Communicatie) en Wilna Wind (NPCF).
Uitgever NPCF Redactie Titia Lekkerkerk (NPCF), Loes Bierma
Eindredactie Truus Veldhuijzen en Martijn van Triest. Fotografie
(NPCF), Martijn van Triest (NPCF), Petra Schout (NPCF), Janny
De Beeldredaktie, Paul Bergen, iStockPhoto, Hollandse Hoogte
Terlouw (Terlouw & Schotman Communicatie), Truus Veldhuijzen
(Sabine Joosten), Corbis Vormgeving Tigges, Rijswijk Druk
(NPCF), Frederik Vogelzang (NPCF), Tamara Klappe (NPCF)
Drukgroep Maasland, Maasdijk Oplage 1500 ISBN 1568 - 5136.
39
Wanneer zou u gezonder gaan leven?
‘Ik ben pas 18 kilo afgevallen, omdat ik hoge bloeddruk had en al buiten adem was als ik in de auto stapte’ (52 jaar)
‘Eén keer in de twee maanden een hamburger met frites moet kunnen’(15 jaar)
‘Als het nodig is om
ziekten, zoals diabetes, te voorkomen’ (10 jaar) ‘Ik wil langer leven. Daarom wil ik afvallen en stoppen met roken. Maar met onregelmatig werk is dat behoorlijk lastig’ (28 jaar)
‘Als gezonde dingen lekkerder zouden zijn’ (13 jaar)
‘Voorlopig niet. Ik weet dat roken ongezond is, maar ik ondervind er nog geen schadelijke effecten van’ (45 jaar)
‘Ik leef al heel gezond’ (35 jaar)
‘Nooit, ik houd van lekker eten en mijn rokertje. En gezond leven is onmogelijk in een vervuilde wereld’ (48 jaar) Bron: interviews op station, bij Mc Donald’s en winkelcentrum