NAZORGFONDS GESLOTEN STORTPLAATSEN
JAARVERSLAG 2007
Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen
Jaarstukken 2007
Aldus vastgesteld door het Algemeen bestuur d.d. 27 mei 2008
Voorzitter,
Secretaris,
Mw. J.R.H. Maij-Weggen
drs. W.G.H.M. Rutten
Provincie Noord-Brabant
Jaarstukken 2007
2
Inhoudsopgave 1
Jaarverslag 2007 1.1 Samenvatting 1.2 Algemene uitgangspunten 1.3 Uitvoering en organisatie 1.4 Heffing en invordering 1.5 Vermogensbeheer 1.6 Beheerskosten
3 3 3 6 7 8 11
2
Jaarrekening 2007 2.1 Balans per 31 december 2007 2.2 Rekening van baten en lasten over 2007
13 13 14
3
Toelichting op de jaarrekening 2007 3.1 Toelichting algemeen 3.2 Toelichting op de balans 3.3 Toelichting op de rekening van Baten en Lasten
15 15 16 18
4
Accountantsverklaring
23
5
Bijlagen 5.1 Bijlage 1: overzicht transitoria per 31-12-2007 5.2 Bijlage 2: Overzicht historie resultaten Nazorgfonds
25 25 26
Inhoudsopgave
1
Jaarstukken 2007
2
1 Jaarverslag 2007 1.1 Samenvatting Hierbij bieden wij het jaarverslag van het Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen Provincie Noord-Brabant aan. De marktwaarde van de beleggingsportefeuille bedroeg eind 2007 € 97,8 mln, waarvan € 81,5 mln belegd door AZL en € 16,3 mln belegd door AEGON. In 2007 heeft het Nazorgfonds Provincie Noord-Brabant een positief resultaat behaald van € 2,9 mln. De waarde van het fonds bedroeg € 98,6 mln. Uitgaande van een gelijkmatige verdeling van de cashflows werd over 2007 op het totaalvermogen van het Nazorgfonds een positief rendement behaald van 3,4%. AZL behaalde een rendement van 3,7% op haar portefeuille en Aegon 2% 1. Het rendement van vastrentende waarden bedroeg over 2007 1,7%, de aandelen behaalden een performance van 7,0% en onroerend goed -26,5%. Vanaf de start van het fonds medio 2000 kan het gewogen gemiddelde jaarlijks rendement worden berekend op 6,9%. In bijlage 2 van de jaarrekening wordt een historisch overzicht gegeven van de resultaten van het Nazorgfonds.
1.2 Algemene uitgangspunten Wettelijk en bestuurlijk kader Op 1 april 1998 is de Nazorgregeling Wet Milieubeheer in werking getreden. Deze wet legt de verantwoordelijkheid voor de eeuwigdurende nazorg van de in de provincie gelegen stortplaatsen, waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort, bij de provincie. Doel van de wetgever is te voorzien in een zodanig beheer van stortplaatsen dat nu en in de toekomst de grootst mogelijke bescherming tegen nadelige gevolgen wordt geboden. Om hiervoor de benodigde financiële middelen aan te trekken, hebben Provinciale Staten op grond van artikel 15.46 van de Wet Milieubeheer bij verordening een heffing ingesteld. In artikel 15.47 van de wet is vastgelegd dat Gedeputeerde Staten voor hun provincie een fonds oprichten, bestemd voor de in artikel 8.49 bedoelde nazorg van gesloten stortplaatsen. Het fonds is van rechtswege een rechtspersoon en kent een reglement en beleggingsstatuut. Met dit fonds beoogt de wetgever een tweeledig doel: • Het zeker stellen dat de verkregen middelen alleen voor nazorg worden bestemd; • Er voldoende kapitaal wordt opgebouwd om eeuwigdurende nazorg te kunnen bekostigen. Het fonds wordt enerzijds gevoed door de opbrengsten van de nazorgheffing en anderzijds door de te behalen rendementen. In het fonds worden de opbrengsten van de nazorgheffing gestort, die door de provincie zijn geïnd. Het fonds beheert en belegt de ontvangen nazorggelden en vergoedt de kosten van de nazorgwerkzaamheden van de gesloten stortplaatsen. Jaarlijks wordt door het Nazorgfonds een begroting en jaarverslag/
1
De door ons gehanteerde cijfers kunnen afwijken van de performance volgens de vermogensbeheerders door een andere wijze van performanceberekening.
Jaarstukken 2007
3
jaarrekening opgesteld. De jaarstukken zijn openbaar en moeten voorzien zijn van een accountantsverklaring. De betrokken negen stortplaatsen zijn nog niet gesloten verklaard als bedoeld in artikel 8.47 lid 3 van de Wet Milieubeheer. In 2008 start het proces van eindinspectie en sluitingsverklaring voor de stortplaats Dintelsas.Vervolgens zullen achtereenvolgens Meerendonk, Zevenbergen, Nyrstar Budel (voorheen Zinifex Budel), Gulbergen, Vlagheide en Haps in de nazorgfase komen. Op de stortplaatsen Kragge en De Spinder kan nog zeker tot 2025 afval worden gestort. De provincie wordt financieel en milieutechnisch verantwoordelijk voor de nazorg, nadat voor de stortplaats een sluitingsverklaring door de provincie is afgegeven. Op dat moment moet het doelvermogen aanwezig zijn. Wettelijke regelingen Met ingang van 1 januari 2003 is de Wet op het BTW-compensatiefonds in werking getreden. De staatssecretaris van Financiën heeft toegezegd dat de provincies alle BTW over de geleverde nazorg uit het BTW-compensatiefonds zonder korting op het provinciefonds terugkrijgen. Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (fido) is onder meer bepaald (in de Regeling uitzettingen en derivaten) dat door decentrale overheden niet in aandelen mag worden belegd. Aangezien de portefeuillebenadering van de nazorgfondsen, gezien de lange termijn doelstelling, past binnen het in de Wet fido gehanteerde uitgangspunt van prudent beheer is door de Minister van Financiën besloten voor nazorgfondsen een apart regime toe te staan. Nazorgfondsen mogen binnen vastgestelde kaders een deel van de gelden uitzetten in de vorm van beleggingen in aandelen. Het jaarverslag 2007 van het Nazorgfonds Gesloten Stortplaatsen Provincie Noord-Brabant is opgesteld volgens het Burgerlijk Wetboek (BW 2 Titel 9). Omdat het Fonds een apart publiekrechtelijke rechtspersoon is valt het niet onder het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Verordening Nazorgheffing Noord-Brabant en vaststellen IPO-rekenmodel RINAS Bij de voorbereiding van de Nazorgregeling Wet Milieubeheer is in IPO-verband toegezegd het nazorgrekenmodel periodiek te actualiseren. In de afgelopen jaren zijn door IPO verschillende technische onderzoeken begeleid. Voor de risico-reservering is een risicomodel ontwikkeld. Ook is het rekenmodel waarmee het doelvermogen wordt uitgerekend, vernieuwd in het Rekenmodel IPO Nazorgkosten Stortplaatsen (RINAS). Dit kan leiden tot aanpassing van de doelvermogens en voorlopige betalingsaanslagen. Om de actuele technische ontwikkelingen en inzichten in de nazorgplannen en de nazorgheffingen te verwerken zijn de checklisten en het RINAS-model als toetsingskaders door de Provincie in 2004 vastgesteld en hebben Provinciale Staten hiertoe de verordening herzien. Voor de locaties Haps en Vlagheide zijn de nazorgplannen en de voorlopige aanslagen herzien. In IPO-verband is inmiddels gestart met de 2e periodieke actualisering van het Rekenmodel.
Jaarstukken 2007
4
Evaluatie van de wettelijke nazorgregeling stortplaatsen De Evaluatiecommissie nazorgregeling heeft in 2002 haar rapportage afgerond. Deze commissie is ingesteld door de Minister van VROM om te evalueren hoe aan de Wet Milieubeheer voor de nazorgregeling uitvoering is gegeven. De Evaluatiecommissie heeft vooral gekeken naar de wijze waarop de organisatie en de financiering van de nazorgregeling is uitgewerkt. In het rapport worden ten aanzien van de organisatie, de financiering, de milieutechniek en overige punten aanbevelingen geformuleerd. Het standpunt van de Evaluatiecommissie evenals de reactie van 22 maart 2002 van de minister van VROM aan de Tweede Kamer is bijgevoegd bij het jaarverslag 2002. Wijziging van de Nazorgheffing Wet Milieubeer overeenkomstig de aanbevelingen heeft niet plaats gehad. Bij brief van 12 december 2006 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de staatssecretaris van milieu van het Ministerie van VROM verzocht de toegezegde wijzigingen in de wetgeving door te voeren. In dit verband is specifiek aandacht gevraagd voor het aan de exploitanten kunnen teruggeven van eventuele toekomstige overschotten in het nazorgfonds. Gedeputeerde Staten hebben 7 november 2007 de Minister een rappelbrief gestuurd waarin nogmaals wordt verzocht teruggave wettelijk mogelijk te maken. Op 20 december 2007 heeft de Minister hierop geantwoord dat teruggave van overschotten aan de exploitant in de nazorgfase niet aan de orde is. De exploitant zou dan na de overdracht ook kunnen worden aangesproken op structurele tekorten en dat is niet de bedoeling geweest van het oprichten van een nazorgfonds. Risico’s De provincie draagt het financiële risico indien na sluiting van de stortplaats in het fonds onvoldoende vermogen aanwezig is om de eeuwigdurende nazorg te kunnen bekostigen. De risico’s zijn tot het moment van sluiting van de stortplaatsen voor rekening van de exploitanten. Het gaat dan om de volgende provinciale risico's: exploitanten die de nazorgheffingen van hun eigen stortplaats niet kunnen opbrengen; • te weinig rendement op het belegd vermogen, na sluiting; • financiële gevolgen ten gevolge van calamiteiten door bijv. aardbevingen, overstromingen of het neerstorten van vliegtuigen; • het hoger uitvallen van de kosten van nazorg door niet voorziene prijsstijgingen van de te nemen nazorgmaatregelen en niet voorziene aanvullende maatregelen; • de mogelijkheid dat de provincie aansprakelijk wordt gesteld voor schade aan derden door/als gevolg van de stortplaats; • het voortijdig falen van aangebrachte voorzieningen. Daarnaast kunnen de kosten positief worden beïnvloed door technische ontwikkelingen in de toekomst.
•
Jaarstukken 2007
5
1.3 Uitvoering en organisatie Het bestuur van het Nazorgfonds bestaat uit een Algemeen bestuur, gevormd door het College van Gedeputeerde Staten en een Dagelijks bestuur, bestaande uit de gedeputeerde voor financiën en de gedeputeerde die belast is met de nazorg. Als secretaris van het Dagelijks bestuur treedt een door het Algemeen bestuur aangewezen financieel medewerker van de Provincie op. Het bestuur bestaat verder nog uit een Bestuursraad, die gevormd wordt door vertegenwoordigers van de stortplaatsen. De bestuursraad heeft een adviserende rol en wordt vooraf over bepaalde zaken gehoord. In het jaar 2007 werd het bestuur van het Nazorgfonds vertegenwoordigd door onderstaande personen. Algemeen bestuur College van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Dagelijks bestuur Provincie Noord-Brabant Drs. P.A. van Vugt, voorzitter portefeuillehouder Bestuur en Middelen (tot 20 april) Mr. A.M. Essed, voorzitter portefeuillehouder Bestuur en Middelen (vanaf 20 april) Drs. J.M.P. Moons portefeuillehouder Milieu (tot 20 april) De heer O. Hoes portefeuillehouder Ecologie (vanaf 20 april) Drs. C.H.I.M. Walenkamp secretaris Bestuursraad L. Pauli J.A.M. Vos H.M.M.T. Denis, tot17 november J.H.C. Klaassen, vanaf 17 november B.P. Meinema F.C. Gerbrands H. Opsteegh F. Föllings C.C.J. van Bree R.L. Beijnen, secretaris
Gemeente 's-Hertogenbosch Waterschap Brabantse Delta Nyrstar Budel BV Nyrstar Budel BV Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Mileu & Afval Regio Breda Stadsgewest 's-Hertogenbosch Essent Milieu BV Regionaal Milieubedrijf Brabant Noord-oost Provincie Noord-Brabant
Het dagelijks bestuur draagt o.a. zorg voor de voorbereiding van de door het algemeen bestuur te nemen besluiten, zoals het vaststellen van de begroting, begrotingswijzigingen, jaarrekening, jaarverslag en wijzigingen van het beleggingsstatuut. Het dagelijks bestuur hoort voorafgaand aan de besluitvorming in het algemeen bestuur (=GS) de bestuursraad. Het dagelijks bestuur heeft in 2007drie maal vergaderd. Buiten de reguliere onderwerpen van jaarrekening 2006 en de begroting 2007 zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest in het DB: • vermogensbeheer over het 4e kwartaal 2006 en het 1e t/m 3e kwartaal 2007 • evaluatie vermogensbeheer • kostenanalyse vermogensbeheerders
Jaarstukken 2007
6
De bestuursraad heeft in mei en november vergaderd. In de vergadering van mei en november hebben de vermogensbeheerders het gevoerde beleid en de behaalde resultaten toegelicht. Het jaarverslag 2006 is in de vergadering van mei vastgesteld. De begroting 2008 en meerjarenbegroting 2008-2011 zijn in de vergadering van november vastgesteld. De leden van de bestuursraad ontvangen periodiek de kwartaalrapportages van de vermogensbeheerders, alsmede voortaan de periodieke toets op duurzaamheid. Voor de verdere implementatie van de Nazorgregeling en het onderhouden en beheren van het IPO nazorgrekenmodel, verordening, heffing en invordering, nazorgplannen en Nazorgfonds is binnen het provinciaal ambtelijk apparaat een coördinerende projectorganisatie ingesteld. Vanuit de directie Middelen en de directie Ecologie, wordt via de projectorganisatie nazorg stortplaatsen uitvoering gegeven aan de Nazorgregeling alsmede het monitoringsonderzoek van de voormalige stortplaatsen en de herontwikkeling van gesloten stortplaatsen. De taken van de directie Ecologie bestaan o.a. uit het actualiseren en beheren van het IPO-nazorgrekenmodel, het beoordelen van de nazorgplannen en het opmaken van aanslagen. De directie Middelen verzorgt o.a. het opstellen van de begroting, begrotingswijzigingen, jaarrekening, tussentijdse verantwoording, financiële administratie, contacten met vermogensbeheerders, periodieke evaluatie van de vermogensbeheerders en betalingsregelingen. Voor de komende jaren zal het Nazorgfonds de volgende zaken oppakken: • vastleggen administratieve organisatie rondom het Nazorgfonds. • opstellen liquiditeitenplanning. Voor de provincie staan de volgende zaken op de rol: herzien voorlopige aanslagen op grond van goedgekeurde nazorgplannen. regelen financiële zekerheden, aanpassen/herzien betalingsregelingen. voorbereiden van de eerste sluitingsverklaring Dintelsas voorbereiden uitvoeringsorganisatie met betrekking tot gaan en doen uitvoeren van nazorgwerkzaamheden
• • • •
1.4 Heffing en invordering Met inachtneming van de ‘Verordening Nazorgheffing Stortplaatsen Noord Brabant’ en de ‘Beleidsregels Nazorgheffing Stortplaatsen’ wordt aan de exploitanten van de negen stortplaatsen een heffing opgelegd op basis waarvan in de toekomst de nazorg kan worden betaald. Het bedrag van de heffing is zodanig vastgesteld, dat uit de opbrengst van de heffing en de daarover verkregen rentebaten en beleggingsopbrengsten de kosten kunnen worden bestreden die gemoeid zullen zijn met de uitvoering van de in artikel 8.49 van de Wet milieubeheer bedoelde nazorg. Als basis hiervoor dient het huidige IPOrekenmodel. Tot het moment van sluiting van een stortplaats worden er voorlopige aanslagen opgelegd. Bij de sluiting volgt de definitieve aanslag. Het doelvermogen dat nodig is om eeuwigdurend de nazorg te kunnen bekostigen, vormt onder aftrek van de voorlopige aanslagen, samen met het beleggingsrendement, de definitieve aanslag. De doelvermogens zijn teruggerekend naar een contante waarde, die als basis dient voor de aanslag. Jaarstukken 2007
7
Met betrekking tot de invordering van de heffing is bij de start van het nazorgfonds met de stortplaatsexploitanten een tijdelijke betalingsregeling overeengekomen, die loopt totdat de herziene nazorgplannen zijn vastgesteld en die gekenmerkt wordt door de volgende elementen:
• • •
Betaling van 50% van de voorlopige aanslag Overleggen van een financiële zekerstelling Afzien van juridische procedures tegen de voorlopige aanslag
De jaarlijkse betaling van de voorlopige heffing dient plaats te vinden op 1 april. Met Nyrstar Budel BV (voorheen Zinifex Budel BV) werd een betalingsregeling (betaling in maandelijkse termijnen) getroffen. Van de heffingen over 2007 kan het volgende overzicht worden verstrekt: Stortplaats
Exploitant
Periode Heffingsbedrag betalingsregeling 2007, in Euro's Zevenbergen Essent Milieu Deponie Zevenbergen BV 2000 t/m 2007 0 De Spinder Essent Milieu Deponie de Spinder BV 2000 t/m 2025 578.116 Vlagheide Stadsgewest ’s-Hertogenbosch 2000 t/m 2010 3.195.116 Meerendonk Gemeente ’s-Hertogenbosch 2000 t/m 2002 0 Haps Essent Milieu Deponie Haps 2000 t/m 2005 0 Razob Essent Milieu Deponie RAZOB 2000 t/m 2006 0 Nyrstar Budel BV Nyrstar Budel BV 2005 t/m 2009 1.147.375 Dintelsas Waterschap Brabantse Delta 2001 0 Kragge Essent Milieu Deponie de Kragge BV 2000 t/m 2024 184.235 Totaal: 5.104.842 Ultimo van het boekjaar waren alle heffingsbedragen ontvangen cq terugbetaald, behoudens de laatste termijn 2007 van Nyrstar Budel B.V. ad € 90.000. Dit bedrag is eind december door de Provincie ontvangen en begin januari doorbetaald aan het Nazorgfonds.
1.5 Vermogensbeheer Voor het beheer van het Nazorgfonds-vermogen is begin 2000 het "Beleggingsstatuut Provinciaal Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen NoordBrabant" vastgesteld. In het beleggingsstatuut zijn de navolgende onderwerpen nader uitgewerkt en vastgelegd: A. De doelstellingen van de vermogensbeheerstaak van het fonds B. Uitgangspunten voor het vermogensbeheer C. Uitgangspunten voor het beleggingsbeleid D. Uitgangspunten voor externe vermogensbeheerders Het doelvermogen wordt gemeenschappelijk belegd. Er wordt geen onderscheid gemaakt in het vermogensbeheer naar inbreng van de verschillende stortplaatsen. Het rendement wordt toegevoegd aan het totale doelvermogen. In de administratie van het fonds worden rendementen wél toegerekend aan de deelvermogens van de individuele stortplaatsen, er wordt een objectgebonden administratie gevoerd. Jaarstukken 2007
8
Het totale doelvermogen van alle stortplaatsen samen is oorspronkelijk bepaald op bijna € 300 miljoen. Na herziening van de nazorgplannen zal het doelvermogen naar verwachting naar beneden bijgesteld worden tot ca. € 150 miljoen. De beleggingstermijn van het Nazorgfonds is in principe "eeuwigdurend". Door de lange beleggingstermijn daalt de risicograad van aandelen en wordt vergelijkbaar met die van obligaties, doch met een beter rendement. Omdat de in het statuut gestelde grenzen met betrekking tot de omvang van de portefeuille zijn bereikt, heeft het Nazorgfonds haar middelen ondergebracht bij twee vermogensbeheerders. Het Nazorgfonds beoogt hiermee een betere vergelijkbaarheid van de prestaties van de vermogensbeheerders. In het beleggingsstatuut zijn criteria vastgelegd, waaraan de vermogensbeheerders moeten voldoen. Het functioneren van de vermogensbeheerder wordt jaarlijks geëvalueerd. Zonodig worden randvoorwaarden gewijzigd of aangevuld. In het beleggingsstatuut is opgenomen dat minimaal 10% van de zakelijke waarden in duurzame beleggingsfondsen wordt belegd danwel dat er een portefeuille-analyse wordt uitgevoerd waaruit moet blijken dat tenminste 10% van de beleggingen in zakelijke waarden positief scoren op sociaal, maatschappelijk en milieugebied. De portefeuille van het Nazorgfonds werd door de SNS-bank op duurzaamheid beoordeeld op basis van een zogenaamde worst-in-class benadering. Dat wil zeggen, op basis van een vergelijking van bedrijven in dezelfde sector, vermelden zij de bedrijven die de slechtste scores behalen. Ondernemingen die niet als achterblijvend of tekortschietend worden aangemerkt, zijn vanuit een oogpunt van duurzaamheid aanvaardbaar. Er is een bewuste keuze gemaakt voor het scheiden van de functie van vermogensbeheer en de bewaarfunctie over de stukken en hiervoor twee partijen in te schakelen, die onafhankelijk van elkaar opereren. De Kas Bank is als onafhankelijke depotbeheerder in de arm genomen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van enkele aanvullende diensten van de Kas Bank, zoals het verzorgen van de administratie van de aan- en verkopen van waardepapieren door de vermogensbeheerder. Ook verzorgt de Kas Bank de terugvordering van dividendbelasting voor het Nazorgfonds. Het Nazorgfonds heeft een overeenkomst tot het aangaan van verbruikleencontracten met Kas Bank. Voor dit zogenaamde uitlenen van effecten ontvangt het Nazorgfonds een vergoeding, gerelateerd aan de omvang, de duur en de vorm van het verbruikleen. Hierdoor wordt extra rendement op de effectenportefeuille behaald. Rechtmatigheid In de beheerovereenkomst met de vermogensbeheerders is vastgelegd binnen welk kader belegd mag worden. De Kas Bank toetst de beleggingsportefeuille van AZL aan dit kader middels de "Fund Manager Watch" en rapporteert hierover aan het Nazorgfonds. Met fundmanager watch is gecontroleerd of AZL binnen de regels van het mandaat belegt. Overtredingen als gevolg van koersschommelingen dienen voor het einde van de maand binnen de regels van het mandaat te worden hersteld. In 2007 zijn er 21 overtredingen gemeld. Het Jaarstukken 2007
9
betroffen met name overtredingen wegens koersschommelingen met betrekking tot de afdekking van het belegd vermogen in Britse Ponden, Amerikaanse Dollars en Zweedse Kronen (17x) en verder meldingen van een negatief rekeningcourant saldo (4x). Deze overtredingen zijn steeds gecorrigeerd. Het vermogensbeheer door Aegon kon aanvankelijk niet middels de Fund Manager Watch worden gecontroleerd. Vanaf 2007 monitoort Kasbank maandelijks de portefeuille van Aegon op basis van de asset-mix en allocatie tussen de fondsen. De reglementen van de door het Nazorgfonds gekozen beleggingsfondsen voldoen aan de voorwaarden van het beleggingsstatuut en wettelijke regelingen. In de reglementen van de beleggingsfondsen is daarnaast opgenomen dat wijzigingen van de reglementen direct moeten worden gemeld aan de deelnemers in de fondsen. Indien wijzigingen zich voordoen zal het Nazorgfonds moeten bepalen of de gewijzigde regels passen binnen het beleggingsstatuut en wettelijke regelingen. De jaarverslagen van AEGON laten zien dat binnen de voorwaarden van de fondsen is belegd. Richtlijnen voor het vermogensbeheer De beleggingsportefeuille dient (binnen afgesproken bandbreedtes) als volgt te zijn samengesteld: • Vastrentende waarden: 50% (42-65%) • Zakelijke waarden: 50% (35-58%) • Liquiditeiten: 0% ( 0-5%) Er is nog een nadere detaillering aangebracht, die is vastgelegd in het beleggingsstatuut. Daarnaast zijn o.a. nog afspraken gemaakt omtrent beleggingscriteria, zoals het risico, dat maximaal gelopen mag worden, in welke fondsen wel/niet belegd mag worden en in welke valuta gehandeld mag worden. Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (fido) is onder meer bepaald (in de Regeling uitzettingen en derivaten) dat door decentrale overheden niet in aandelen mag worden belegd. Gegeven de zeer lange beleggingshorizon van nazorgfondsen is de wens gehonoreerd om beleggingen in aandelen toe te staan. Hieraan zijn nadere eisen gesteld middels het uitzonderingsregime. Samengevat zijn de belangrijkste consequenties: • Binnen een vastgesteld kader mogen de nazorgfondsen zelf in aandelen beleggen, de aandelen moeten genoteerd zijn aan een van overheidswege toegelaten effectenbeurs. Onroerendgoedfondsen moeten beursgenoteerd zijn. • 42% van het totale fondsvermogen moet belegd worden in vastrentende waarden. • 58% mag derhalve risicodragend belegd worden. • In de paragraaf verbonden partijen van de Provinciale jaarrekening worden de resultaten van het Nazorgfonds verantwoord. Hiernaast is in het beleggingsstatuut opgenomen dat tenminste 10% van de beleggingen in zakelijke waarden positief scoren op sociaal, maatschappelijk en milieugebied.
Jaarstukken 2007
10
1.6 Beheerskosten Uit het fonds worden uitsluitend de kosten, die worden gemaakt in verband met de uitvoering van de in artikel 8.49 van de Wet Milieubeheer bedoelde zorg met betrekking tot gesloten stortplaatsen in de betrokken provincie(s) en de kosten die zijn verbonden aan de werkzaamheden van het fonds. Hieronder worden niet begrepen de kosten, die door de provincie worden gemaakt ten behoeve van haar bestuurlijke apparaat. De beheerskosten 2007 bestaan uit: • kosten van vermogensbeheer; • kosten van administratie en overig (accountantskosten en -advisering); • kosten van provinciaal personeel.
Jaarstukken 2007
11
Jaarstukken 2007
12
2 Jaarrekening 2007 2.1 Balans per 31 december 2007 2007 Activa
€
2006 €
Vaste Activa Financiële vaste activa Effecten
97.836.931
89.840.475
Overige vorderingen
196.286
194.639
Overlopende activa
193.113
101.565
Liquide middelen
478.368
590.015
Vlottende Activa Vorderingen
Totaal Activa
€
98.704.698 €
Passiva
€
€
90.726.694
Eigen Vermogen Reserves Reserve belegde gelden stortplaatsen
98.604.814
90.620.875
99.884
105.819
Passiva Kortlopende schulden Overlopende passiva Totaal Passiva
Jaarstukken 2007
€
98.704.698 €
90.726.694
13
2.2 Rekening van baten en lasten over 2007 2006 2007 2007 Realisatie Begroting Realisatie € € €
2007 Verschil €
Te beleggen heffingsopbrengst
1.481.327 2.782.000 5.104.841
2.322.841
(bruto) Resultaat vermogensbeheer
9.511.361 6.234.000 3.191.101 -3.042.899
Baten
Totaal baten €
10.992.688 9.016.000 8.295.942
Lasten
€
Totaal nazorgkosten stortplaasten Kosten beheer Fonds: kosten vermogensbeheer kosten administratie kosten personeel en overig Subtotaal kosten beheer Fonds
€
€
-720.058 €
0
12.000
0
-12.000
235.969 6.000 73.675 315.644
290.000 10.000 95.000 395.000
224.585 6.250 81.168 312.003
-65.416 -3.750 -13.831 -82.997
Reserveringen: reservering heffingsopbrengst reservering netto resultaat Subtotaal reserveringen Totaal lasten
Jaarstukken 2007
1.481.327 2.782.000 5.104.841 2.322.841 9.195.717 5.827.000 2.879.098 -2.947.902 10.677.044 8.609.000 7.983.939 -626.061 € 10.992.688 9.016.000 8.295.942
-720.058
14
3 Toelichting op de jaarrekening 2007 Het jaarverslag 2007 van het Nazorgfonds Gesloten Stortplaatsen Provincie Noord-Brabant is opgesteld volgens het Burgerlijk Wetboek (BW 2 Titel 9). Omdat het Fonds een apart publiekrechtelijke rechtspersoon is valt het niet onder het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
3.1 Toelichting algemeen Verslaggevingsperiode De cijfers 2006 en 2007 hebben betrekking op een volledig boekjaar. Waarderingsgrondslagen Algemeen Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, met uitzondering van effecten. Baten en lasten. In principe wordt het stelsel van baten en lasten gehanteerd; hierbij worden de baten en lasten opgenomen in het jaar waarin de prestatie is geleverd c.q. voor dat jaar is voorzien of verplicht. Het Nazorgfonds heeft recht op dat deel van de heffingsopbrengsten dat door de provincie daadwerkelijk ontvangen is. De te beleggen heffingsopbrengsten worden daarom, gezien het doel van het fonds (beheer van het vermogen) verantwoord op het moment van ontvangst. Effecten De effecten worden op totaalniveau van de portefeuille gewaardeerd tegen de actuele waarde, inclusief opgelopen rente van obligaties. Saldi in vreemde valuta. De saldi die worden aangehouden in vreemde valuta worden ultimo van een boekjaar omgerekend naar Euro's tegen de dan geldende wisselkoersen.
Jaarstukken 2007
15
3.2 Toelichting op de balans ACTIVA Vaste activa Financiële vaste activa Effecten Van de samenstelling van de beleggingsportefeuille per 31 december 2007 kan het volgende overzicht worden verstrekt: Vastrentende Onroerend Aandelen Valuta termijn Waarden Goed affaires fondsen Marktwaarde Op 1 januari 2007: Toename in 2007: Marktwaarde Op 31 dec. 2007: Marktwaarde in % van de totale portefeuille per 31 december 2007: Strategische mix 2007 in %:
4.675.731 44.481.604
40.527.520 6.815.921
-1.289.273
47.343.441
2.439.750
3.386.458 46.921.354
48,4
3,5
47,9
50
5
45
Totaal
155.619 89.840.475 30.059
7.996.457
185.678 97.836.931
0,2
100 100
In verband met effectenhandel in vreemde valuta (Dollar, Pond Sterling en Zweedse Kroon) worden, conform afspraak, door AZL valuta termijn affaires (vta's) afgesloten voor het fonds, om het risico van koersschommelingen tot aan een transactie af te dekken. De waarde van het totaal aan vta's, naar de koersen op 31-12-2007, bedraagt € 185.678. Vlottende activa Vorderingen Overige vorderingen Deze post heeft betrekking op nog te vorderen bron-, dividendbelasting, te compenseren BTW en kan als volgt worden gespecificeerd:
Te vorderen bron-/ dividendbelasting Te compenseren BTW Totaal
Jaarstukken 2007
2007
2006
117.476
119.680
78.810
74.959
196.286
194.639
16
Overlopende activa Onder de overlopende activa zijn vorderingen opgenomen die in 2007 zijn ontstaan en die in 2008 tot betaling komen. In bijlage I, overzicht transitoria per 31-12-2007, is een specificatie van de totale post overlopende activa ad € 193.113 opgenomen. Liquide middelen Er is nog een deel van de heffingsopbrengsten aangehouden op geldrekeningen. De vermogensbeheerders kunnen over deze contanten beschikken ten behoeve van het effectenverkeer. Genoemd bedrag is niet in de strategische mix opgenomen; zolang echter de overige drie componenten boven de minimum percentages blijven scoren, is het aanhouden van contanten toegestaan. Dit bevordert een flexibele handel in effecten wanneer dat nodig is. De post liquide middelen kan als volgt worden gespecificeerd:
Euro geldrekening-courant Dollar geldrekening-courant Pond sterling geldrekening-courant Zweede Kroon geldrekening-courant Totaal
2007
2006
460.911
565.948
17.086 272 99
18.745 5.322 0
478.368
590.015
PASSIVA Eigen vermogen Reserves Reserve nazorg gesloten stortplaatsen Via de rekening van baten en lasten worden de van de stortplaatsen ontvangen heffingsopbrengsten en het netto resultaat vermogensbeheer in deze reserve verantwoord. De reserve nazorg gesloten stortplaatsen kende in 2007 het volgende verloop: Saldo per 1 januari 2007: toevoeging 2007 Saldo per 31 december 2007:
€ 90.620.875 7.983.939 € 98.604.814
Het vermogen wordt gemeenschappelijk belegd. Er wordt geen onderscheid gemaakt in het vermogensbeheer naar inbreng van de verschillende stortplaatsen. Het rendement wordt toegevoegd aan het totale vermogen. In de administratie van het fonds worden rendementen wél toegerekend aan de deelvermogens van de individuele stortplaatsen. Het totale doelvermogen van alle stortplaatsen samen is oorspronkelijk bepaald op bijna € 300 miljoen. Na herziening van de nazorgplannen zal het doelvermogen naar verwachting naar beneden bijgesteld worden tot ca. € 150 miljoen.
Jaarstukken 2007
17
De reserve nazorg gesloten stortplaatsen kan als volgt over de diverse stortplaatsen worden verdeeld: Stortplaats
Zevenbergen De Spinder Vlagheide Meerendonk Haps Razob Nyrstar Budel BV Dintelsas Kragge Totaal:
Saldo per 1 jan. 2007
10.116.033 5.206.396 8.495.460 3.706.461 6.278.209 34.485.553 20.471.358 200.294 1.661.111 90.620.875
reservering ontvangen heffingsopbrengsten 2007 578.116 3.195.116 1.147.375 184.234 5.104.841
reservering Saldo per netto resultaat 31 dec. 2007 vermogensbeheer 2007 314.092 10.430.125 170.597 5.955.109 312.074 12.002.650 115.082 3.821.543 194.931 6.473.140 1.070.740 35.556.293 22.259.376 640.643 6.219 206.513 54.720 1.900.065 2.879.098 98.604.814
Kortlopende schulden Overlopende passiva In bijlage I, overzicht transitoria per 31-12-2007, is een specificatie van de totale post overlopende passiva ad € 99.884 opgenomen. Behoudens de bedragen voor de controle van de jaarrekening, de duurzaamheidsscreening en afrekening vermogensbeheer AZL 2007 (geraamde bedragen resp. € 6.250, € 11.500 en € 2.200), waren alle posten bij het samenstellen van de jaarrekening afgewikkeld.
3.3 Toelichting op de rekening van Baten en Lasten Algemeen De rekening van baten en lasten sluit met een positief saldo van € 2.879.098 (2006: € 9.195.717); het voordelig saldo werd ten gunste gebracht van de reserve belegde gelden stortplaatsen. Baten Te beleggen heffingsopbrengst Met uitzondering van Nyrstar Budel BV werden alle heffingsopbrengsten 2007 omstreeks 1 april 2007 ontvangen. Van Stadsgewest ’s-Hertogenbosch heeft het Nazorgfonds een bedrag van € 3.195.116 ontvangen in het kader van een nieuwe voorlopige aanslag. De heffingsbedragen worden door de exploitanten betaald aan de Provincie Noord- Brabant, die deze vervolgens direct doorbetaalt aan het Nazorgfonds. De heffingsopbrengsten, in totaal € 5.104.841 werden toegevoegd aan de "Reserve belegde gelden stortplaatsen" (zie ook de toelichting onder "Lasten").
Jaarstukken 2007
18
Bruto resultaat vermogensbeheer Er was een positief bruto resultaat beleggingen/vermogensbeheer geraamd van € 6.234.000, gebaseerd op een verwacht rendement van 6,85 % over het belegde vermogen ultimo 2006, alsmede de belegde heffingsopbrengst 2007 over een periode van 9 maanden (1 april - 31 december 2007). In 2007 werd een positief beleggingsresultaat behaald van € 3.191.101 (in 2006: positief € 9.511.361). Het positieve beleggingsresultaat kan als volgt worden gespecificeerd: Soort winst / verlies Cash-dividend Vergoeding verbruikleen effecten Renteopbrengst Koersresultaten gerealiseerd Koersresultaten ongerealiseerd Totaal:
2007 1.788.107 68.101 1.614.962 2.360.707 -2.640.776 3.191.101
2006 1.380.219 70.701 1.738.230 2.573.583 3.748.628 9.511.361
De koerswinsten werden gerealiseerd door verkopen van effecten. Het ongerealiseerde koersresultaat (verlies) wordt veroorzaakt door een lagere waarde van de portefeuille ten opzichte van 2006. Overigens wordt verwezen naar het onderdeel, reservering netto resultaat vermogensbeheer, verderop in deze paragraaf. Beheerskosten Uit het fonds worden uitsluitend de kosten, die worden gemaakt in verband met de uitvoering van de in artikel 8.49 van de Wet Milieubeheer bedoelde zorg met betrekking tot gesloten stortplaatsen in de betrokken provincie(s) en de kosten die zijn verbonden aan de werkzaamheden van het fonds. Hieronder worden niet begrepen de kosten, die door de provincie worden gemaakt ten behoeve van haar bestuurlijke apparaat. De beheerskosten 2007 bestaan uit: kosten van vermogensbeheer kosten van administratie en overig (accountantskosten en -advisering) kosten van provinciaal personeel
• • •
Kosten beheer fonds Kosten van vermogensbeheer Kosten van administratie Kosten van personeel en overig Totaal:
2007 224.585 6.250 81.168 312.003
2006 235.969 6.000 73.675 315.644
Kosten vermogensbeheer Van de kosten vermogensbeheer kan het volgende overzicht worden verstrekt:
Extern vermogensbeheer Depotbank/controle beleggingsactiviteiten
Jaarstukken 2007
2007 169.568 55.017 224.585
2006 179.723 56.246 235.969 19
De lagere uitgaven met betrekking tot extern vermogensbeheer in 2007 zijn met name veroorzaakt doordat de afrekening vergoeding vermogensbeheer 2006, die in 2007 is ontvangen, in 2006 voor € 8.832 te hoog is geraamd. Dit verschil is in 2007 ten gunste van de exploitatie gebracht. De beheerskosten en toe- en uittredingskosten met betrekking tot de portefeuille van AEGON (resp. € 34.244 en € 15.334) worden ten laste van het resultaat van het beleggingsfonds geboekt en zijn daarom niet in dit overzicht opgenomen. Kosten administratie Onder deze post zijn de kosten voor controle van de administratie en de jaarrekening van het boekjaar 2007 verantwoord; hiervoor werd € 10.000 begroot. Kosten personeel Voor het verzorgen van de financiële administratie werden de salariskosten (incl. 50% overhead) ad € 45.692 voor 0,5 fte medewerker bureau Financiën Beheer in rekening gebracht. Met betrekking tot de taken coördinatie en secretariële ondersteuning werd op basis van tijdschrijven in totaal 523 uur voor een bedrag van € 31.191, doorberekend door directie Middelen en de directie Ecologie. Reservering heffingsopbrengst De heffingsopbrengsten worden via deze post toegevoegd aan de in het credit van de Balans opgenomen "Reserve belegde gelden stortplaatsen". (zie ook de toelichting onder "Baten"). Reservering netto resultaat vermogensbeheer Via deze post wordt vooruitlopend op de vaststelling van de jaarrekening, het netto resultaat vermogensbeheer toegevoegd aan de " Reserve belegde gelden stortplaatsen" in het credit van de balans onder “Eigen vermogen”. De storting netto resultaat vermogensbeheer is opgebouwd uit de componenten bruto resultaat vermogensbeheer minus of plus de in het jaar gemaakte kosten beheer Fonds en kan als volgt aan de afzonderlijke stortplaatsen worden toegerekend: Hierbij wordt per kwartaal het gemiddeld belegde vermogen per stortplaats bepaald. Vervolgens wordt het bruto resultaat vermogensbeheer per kwartaal toegerekend op basis van het aandeel per stortplaats in het gemiddeld belegd vermogen. De heffingsopbrengsten over 2007 zijn omstreeks 1 april ontvangen, behoudens Nyrstar Budel BV (betaling in maandelijkse termijnen). De in het jaar gemaakte kosten beheer Fonds worden volgens dezelfde systematiek verdeeld.
Jaarstukken 2007
20
Voor 2007 geeft dit de volgende verdeling: Stortplaats:
Bruto
Kosten
Netto
Zevenbergen De Spinder Vlagheide Meerendonk Haps Razob Nyrstar Budel BV Dintelsas Kragge
347.689 189.281 347.919 127.392 215.782 1.185.271 710.185 6.884 60.698
33.597 18.684 35.845 12.310 20.851 114.531 69.542 665 5.978
314.092 170.597 312.074 115.082 194.931 1.070.740 640.643 6.219 54.720
Totaal:
3.191.101
312.003
2.879.098
In de begroting werd uitgegaan van een voordelig netto resultaat van € 5,8 miljoen.
Jaarstukken 2007
21
Jaarstukken 2007
22
4 Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag op pagina 13 tot en met 23 opgenomen jaarrekening 2007 van Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen Provincie NoordBrabant te ’s-Hertogenbosch bestaande uit de balans per 31 december 2007 en de rekening van baten en lasten over 2007 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het Fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van het Fonds. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van het Fonds heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Jaarstukken 2007
23
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Fonds Nazorg Gesloten Stortplaatsen per 31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Eindhoven, 10 maart 2008 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
G.P.T.M. Kloppenburg RA
Jaarstukken 2007
24
5 Bijlagen 5.1 Bijlage 1: overzicht transitoria per 31-12-2007 Specificatie nog te vorderen posten: Te vorderen dividend
4.955
Te vorderen heffingsopbrengsten
90.000
Te vorderen rente-opbrengsten
4.743
Vergoeding verbruikleen effekten
0
Vooruitbetaalde kosten vermogensbeheer Totaal nog te vorderen:
93.415 €
193.113
Specificatie nog te betalen posten: Provisie Kas Bank
3.051
Afrekening accountantskosten
6.250
AZL afrekening vermogensbeheer 2007
2.200
SNS duurzaamheidsscreening
11.500
Personeelskosten Provincie Noord-Brabant
76.883
Totaal nog te betalen:
Jaarstukken 2007
€
99.884
25
7.905.306 10.737.801 10.627.986 10.356.626 20.391.291 6.617.120 1.481.327 5.104.841
1
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
7.905.306 18.643.107 29.271.093 39.627.719 60.019.010 66.636.129 68.117.457 73.222.298
174.871262.0823.318.2813.546.962 4.953.277 9.737.673 9.511.361 3.191.101
heffing cumulatief bruto result. 3 4 46.975 189.709 157.091 204.573 250.043 326.584 315.644 312.003
kosten 5 221.846451.7913.475.3723.342.388 4.703.234 9.411.089 9.195.717 2.879.098
221.846673.6374.149.009806.6223.896.612 13.307.701 22.503.419 25.382.517
Vermogensbeheerresultaat netto resultaat cumulatief 6 (= 4 - 5) 7 7.683.460 17.969.470 25.122.084 38.821.097 63.915.622 79.438.830 90.620.875 98.604.814
waarde Fonds 8 (= 3 + 7) relatief per/jr 2 Hfd.som 9 10= 7/3 % % -6,1 -2,8 -3,6 -3,6 -15,2 -14,1 11,2 -2,0 9,8 6,5 14,1 20,0 11,7 33,0 3,4 34,7
Het jaarrendement is berekend op basis van de ontvangsten per kwartaal.
Jaarstukken 2007
2
Jaar 2007 kwartaal Heffing bruto result. kosten netto resultaat cumulatief 2007 Kwartaal Cumulatief kwartalen totaal t/m 2007 11 12 13 14 15 16 17 18 1e 4.294.841 4.294.841 1.505.559 81.276 1.424.283 1.424.283 23.927.702 2e 270.000 4.564.841 2.532.983 99.886 2.433.097 3.857.380 26.360.799 3e 180.000 4.624.841 -422.881 12.101 -434.982 3.422.398 25.925.817 4e 360.000 5.104.841 -424.560 118.740 -543.300 2.879.098 25.382.517 5.104.841 3.191.101 312.003 2.879.098
jaar 2
Jaar
HISTORIE – TOTAAL in €
5.2 Bijlage 2: Overzicht historie resultaten Nazorgfonds
26
Conclusies In 2007 heeft het Nazorgfonds PNB op jaarbasis een positief resultaat behaald (kolom 6 en 16). Het gewogen gemiddelde jaarlijks rendement komt uit op 6,9%. Eind 2007 had het fonds in totaal € 73.222.298 aan heffingsopbrengsten ontvangen. De waarde van het fonds bedroeg € 98.604.814, hetgeen uitkomt op een resultaat van 34,7% ten op zichte van de hoofdsom.
Jaarstukken 2007
27
Jaarstukken 2007
28
NAZORGFONDS GESLOTEN STORTPLAATSEN