Raadsvoorstelnr. 2005. (Vergadering d.d. 30 juni 2005)
Aan de Raad Datum: 16 juni 2005
Onderwerp: Kadernota 2006 Naam portefeuillehouder: college van burgemeester en wethouders
Inleiding Onderdeel van de budgetcyclus is de kadernota. De kadernota dient ervoor de gevoelens bij uw raad af te tasten inzake het financieel beleid voor een aanstaand begrotingsjaar en het daarbij behorende meerjarenperspectief. Om te komen tot een kadernota worden baten en lasten geïnventariseerd en geactualiseerd aan voortschrijdende inzichten dan wel wordt rekening gehouden met tot dat toe bepaalde besluitvorming. Het opmaken van de kadernota 2006 heeft als complicerende factor dat het wetsontwerp afschaffing onroerende zaakbelastingen gebruikers woningen inmiddels is ingediend. Dit wetsvoorstel heeft verder in zich een maximering van de resterende tarieven onroerende zaakbelastingen. Hoewel de kabinetsvoornemens op hevige kritiek stuiten van onder meer Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Europees Hof mag het uiteindelijk aannemen van dit wetsontwerp niet worden uitgesloten. In de laatst ontvangen meicirculaire van het gemeentefonds wordt dan ook dringend geadviseerd om bij de bepaling van het financieel beleid rekening te houden met de aanstaande wet. Ook medewerkers van het provinciaal financieel toezicht adviseren dit te doen. Over de gevolgen van dit wetsontwerp leest u verder meer. Omschrijving Het opmaken van een begroting en dus ook een kadernota gaat uit van bestaand financieel beleid. Gelet op de financiële positie van onze gemeente worden hierop vanaf 2006 enige mutaties voorgesteld. Deze betreffen: a. Terugbrengen rentelast naar 4% Steeds is bij het toerekenen van rente aan nieuw te plegen investeringen uitgegaan van een vast rentepercentage van 5. Inmiddels ligt het percentage voor lang geld al geruime tijd onder genoemd percentage. Een geldlening met een rentevaste periode van 25 jaar ligt thans zelfs onder de 4%. Dit is de reden u voor te stellen om gebruik te maken van gunstige financieringsomstandigheden en uit te gaan van 4%. Hierbij dient wel gerealiseerd te worden dat wanneer de rentetarieven gaan oplopen, verhoging van deze rekenrente tot lastenverzwaring zal gaan leiden. Het terugbrengen van de rekenrente naar 4% levert een besparing op van € 131.978,00. b. Bespaarde rente grondbedrijf De reserves van het grondbedrijf zijn steeds aangemerkt als een intern financieringsmiddel binnen het grondbedrijf. De reservepositie van het grondbedrijf overstijgt de activa van het grondbedrijf. Met andere woorden binnen het grondbedrijf zijn onvoldoende complexen aanwezig om te dienen als kostendragers. Nu drukt deze rentelast op de algemene dienst. Voorgesteld wordt om hier van af te zien totdat binnen het grondbedrijf, na inbreng van inbreidingslocaties, opnieuw kostendragers aanwezig zijn. De bespaarde rente bedraagt € 126.151,00.
3
c. Renteherziening reserves/voorzieningen Het geheel aan reserves en voorzieningen is kritisch bezien voor betreft de mate van rentetoerekening. Ook hierbij heeft de actuele marktrente een rol gespeeld. Echter waar de steeds gehanteerde rekenrente van 5% ook een dekkingselement bevat, is dit percentage gehandhaafd. Als voorbeeld mag dienen het rioolbeheerplan. Het verlagen van de rekenrente zou hier tot het onwenselijk gevolg leiden dat de rioolrechten verder zouden dienen te stijgen. Voorts is aan reserves en voorzieningen waaraan geen bestedingsplannen aan ten grondslag liggen geen rente toegerekend. Naast bovenstaande uitzonderingen wordt overigens 4% toegerekend. Het voorgaande levert een rentebesparing op van € 74.495,00. Een overzicht van reserves en voorzieningen vindt u als bijlage bij deze kadernota opgenomen. d. Bezuinigingen materiële budgetten Waar zoveel mogelijk als uitgangspunt is gehanteerd om de budgetten 2006 niet hoger te doen zijn dan de budgetten 2005 blijkt dit voornemen in de praktijk niet te realiseren. Tal van factoren kunnen dit uitgangspunt frustreren. De effecten van algemene loon- en prijsstijgingen, oplopende energieprijzen, areaaluitbreiding, openeindregelingen en sterk gestegen verzekeringspremies zijn hiervan voorbeelden. De materiële budgetten 2006 zijn op een zo realistisch mogelijke wijze bepaald. Het taakstellend terugbrengen van bedoelde budgetten met € 100.000,00 wordt als een maximum gezien. In de verderop gepresenteerde meerjarenperspectieven zijn de beschreven gevolgen van sub. a tot en met sub d. verwerkt. Algemene uitkering gemeentefonds Het bepalen van de omvang van het gemeentefonds is geschied aan de hand van de meicirculaire die de gemeenten op 26 mei jongstleden is toegezonden. Zoals al eerder is gemeld, heeft het wetsontwerp afschaffing onroerende zaakbelastingen gebruikers woningen/maximering resterende tarieven een grote financiële impact. Volgens dit ontwerp worden rekentarieven geïntroduceerd. Het gaat om tarieven zakelijk recht woningen, feitelijk gebruik en zakelijk recht niet-woningen. Per categorie bestaat een rekentarief uit een drempeltarief en een maximum tarief. Tot de hoogte van de drempeltarieven bestaat nog de vrijheid tot het verhogen van de ozb-tarieven. Vanaf de drempeltarieven dient het verhogen van de ozb- tarieven beperkt te blijven tot 1,5% per jaar. Van niet-woningen bevinden onze tarieven zich boven de drempeltarieven. Het tarief zakelijk recht eigenaren woningen ligt nog onder het drempeltarief. Hoewel onze gemeente wordt aangemerkt als een zogenaamde voordeelgemeente is de slotsom van de opgemaakte berekeningen dat in directe zin € 49.000,00 nadeel is vast te stellen. Dit komt doordat de desbetreffende suppletie-uitkering zeer getemporiseerd wordt uitgekeerd om de nadeelgemeenten te compenseren. Het verder beschrijven van de ontwikkelingen van het gemeentefonds binnen deze kadernota komt de leesbaarheid niet ten goede en gaat te diep in op meerdere technische aspecten. Aangezien het financieel effect hieruit zwaar doorweegt in onze financiële huishouding is gemeend om bedoelde ontwikkelingen verder uit te schrijven in een tot deze kadernota behorende bijlage. Meerjarenperspectief op basis van bestaand beleid. Het bestaand beleid komt er op neer dat eerder geformuleerde uitgangspunten zijn doorgezet. Zo u vorig jaar heeft vastgesteld zijn de jaarlijkse kapitaallasten van nieuwe investeringen ten laste van de budgetruimte bepaald op € 150.000,00. Buiten dit 4
taakstellend maximum vallen de majeure projecten, te weten: Bouw brede school; Bouw school voortgezet onderwijs; Aanleg randweg; Reconstructie Scheldeweg. Verder worden de tarieven onroerende zaakbelastingen structureel verhoogd met 7,5%. Met deze uitgangspunten van bestaand beleid komt het financieel beeld er als volgt uit te zien: begrotingsuitkomst 2006, negatief € 421,00 2007, positief € 54.908,00 2008, positief € 283.373,00 2009, positief € 415.942,00 Wanneer van dit meerjarenbeeld mag worden uitgegaan, dus wanneer het wetvoorstel afschaffing onroerende zaakbelastingen gebruikers woningen het niet haalt, kan vanaf 2008 het verhogen van de onroerende zaakbelastingen in heroverweging worden genomen. Bij het vanaf 2008 verhogen van de tarieven met 4% doet het eerder gegeven meerjarenspectief als volgt wijzigen: begrotingsuitkomst 2008, positief € 126.905,00 2009, positief € 91.269,00 Meerjarenperspectief na wetsvoorstel afschaffing ozb gebruikers woningen In variant 1. is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het tarief zakelijk recht eigenaren woningen met 7,5% te verhogen. De overige tarieven worden “gebonden” door de maximaal toegestane verhoging met 1,5%. Overigens zijn de uitgangspunten gelijk aan het meerjarenperspectief vanuit bestaand beleid. De uitkomsten zijn als volgt: begrotingsuitkomst 2006, negatief € 210.609,00 2007, negatief € 349.339,00 2008, negatief € 439.755,00 2009, negatief € 613.474,00 In variant 2. van het hiertoe behorende meerjarenperspectief is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het tarief zakelijk recht eigenaren woningen in één keer op te trekken naar het drempeltarief. Ook hier zijn de overige tarieven verhoogd met 1,5%. Bij deze variant komt het perspectief er als volgt uit te zien: begrotingsuitkomst 2006, negatief € 71.535,00 2007, negatief € 302.603,00 2008, negatief € 392.318,00 2009, negatief € 565.325,00 De aangehaalde meerjarenperspectieven vindt u als bijlagen in deze nota opgenomen. In deze bijlagen kunt u kennis nemen van de totstandkoming van de uitkomsten. Investeringsschema Het investeringsschema bestaat uit twee documenten. Eén ervan blijft beperkt tot de investeringen voor de jaarschijf 2006 en is per investering voorzien van een toelichting omtrent nut&noodzaak. Verder staan op dit overzicht de investeringen gecategoriseerd. Hierbij is, naast aanwijzing als majeur project, de volgende onderverdeling aangebracht: 5
A-investeringen: B-investeringen: C-investeringen:
noodzakelijke investeringen wenselijke investeringen niet noodzakelijke investeringen
De hieruit voortkomende kapitaallasten bedragen: Ten laste van Majeure projecten, Brede school/VO-onderwijs A-investeringen B-investeringen C-investeringen
budgetruimte € 989.836,00 € 208.384,00 € 98.150,00 € 71.675,00
anderszins € 252.158,00 € 34.904,00
Het wordt van belang geacht u er op te wijzen dat de uitkomsten van dit concept investeringsschema niet volledig zijn opgenomen in de weergegeven meerjarenperspectieven. De kapitaallasten van de gecategoriseerde investeringen zijn daarin opgenomen met € 150.000,00 als maximum. Het tweede document van investeringen bevat het meerjarig investeringsschema en hierin treft u aan de wijze waarop de kapitaallast is bepaald. Beide documenten treft u aan als bijlagen bij deze nota. Belastingdruk De weergegeven ontwikkelingen hebben de volgende effecten op de belangrijkste belastingsoorten: a. onroerende zaakbelastingen b. afvalstoffenheffing c. rioolrechten sub a. onroerende zaakbelastingen Bij het kunnen handhaven van bestaand beleid, dus geen gedeeltelijke afschaffing en geen maximering, is de ozb-aanslag 2006 bij een gemiddelde woning van € 214.326,00 met verhoging van de tarieven met 7,5% als volgt te berekenen: Zakelijk recht 2006: (214.326,00 : 2.268) = 94 X € 2,02 € 189,88 Feitelijk gebruik 2006 94 X € 1,62 152,28 OZB-aanslag 2006 € 342,16 Wanneer het wetsvoorstel toch verheven zal worden tot wet heeft dit het volgende tot gevolg: Variant 1, verhoging tarief zakelijk recht 7,5% Zakelijk recht 2006: (214.326,00 : 2.500) = 85 X € 2,22 Lastenverlichting na verhoging zakelijk recht woningen met 7,5%
€ 188,70 € 153,46
Variant 2, verhoging zakelijk recht woningen naar drempeltarief Zakelijk recht 2006: (214.326,00 : 2.500) = 85 X € 2,43 € 206,55 In variant 2 bedraagt de lastenverlichting ten opzichte van bestaand beleid nog steeds: (€ 342,16 - € 206,55) = € 135,61 sub b. afvalstoffenheffing Het uitgangspunt wordt aangehouden om de kosten die gemoeid zijn met afvalverwijdering en –verwerking volledig te verhalen via de tarieven afvalstoffenheffing. Bij het bepalen van de tarieven 2005 bent u van dit principe afgeweken en heeft u besloten om een totaal van € 154.134,00 incidenteel te dekken uit het berekende overschot van de primitieve begroting 2005. 6
De voorlopige berekeningen van de functie afvalverwijdering en –verwerking in de kadernota 2006 sluiten met een tekort van € 262.739,00. De ambtelijke inzet van uren wordt voor 2006 verondersteld gelijk te zijn aan de gegevens 2005 omdat voor 2006 nog geen urentoedeling heeft plaatsgevonden. Wijziging in de urentoedeling kan leiden tot een ander resultaat. Ten opzichte van de situatie 2005 kan dit tekort als volgt worden verklaard: Dekkingstekort 2005 € 154.134,00 Lagere bijdrage uit egalisatiereserve afvalverwijdering 29.500,00 Hogere kosten van inzameling 9.360,00 Hogere verwerkingskosten huishoudelijk afval (toename afval) 31.675,00 Hogere verwerkingskosten GFT-afval (toename afval) 15.770,00 Toename exploitatietekort milieustraat 36.375,00 Hogere opbrengst afvalstoffenheffing -/18.682,00 Diversen 4.607,00 Totaal: € 262.739,00 Het 100%-kostenverhaal realiseren via de tarieven geeft de volgende uitkomsten: Tabel 1: Stijging tarieven afvalstoffenheffing 2006 t.o.v. 2005 (bij 100% kostendekking) afvalstoffenheffing: Tarief Tarief Toename tarief 2005 2006 in € in % - meerpersoonshuishouden: - eenpersoonshuishouden:
301,08 225,00
333,60 249,36
32,52 24,36
10,80% 10,83%
Jaarlijks wordt een (afnemend) bedrag aangewend uit de egalisatiereserve afvalverwijdering. Voor het jaar 2006 is een aanwending voorzien van € 50.000,00 (2005: € 79.500,00). Volgens de huidige situatie is het jaar 2007 het laatste jaar waarin de egalisatiereserve aangewend kan worden. Daarna is de egalisatiereserve leeg. Volgens de laatste berichtgeving wordt van Saver N.V. over het boekjaar 2004 een dividenduitkering ontvangen van ca. € 60.000,00. Met deze dividenduitkering is in de begroting geen rekening gehouden. Normaliter komt de dividenduitkering ten gunste van de functie afvalverwijdering en –verwerking en zal aan de egalisatiereserve worden toegevoegd. Dit biedt de mogelijkheid de aanwending voor het jaar 2006 bij de stellen naar € 75.000,00 en tevens de aanwending van de reserve één jaar (t/m 2008) verder uit te breiden. Het tekort op de functie zou daarmee beperkt kunnen worden tot € 237.739,00 (€ 262.739,00 -/- € 25.000,00). Dit betekent voor de tarieven: Tabel 2: Stijging tarieven afvalstoffenheffing 2006 t.o.v. 2005 (bij 100% kostendekking) afvalstoffenheffing: Tarief Tarief Toename tarief 2005 2006 in € in % - meerpersoonshuishouden: - eenpersoonshuishouden:
301,08 225,00
7
330,60 247,08
29,52 22,08
9,80% 9,81%
sub c. rioolrechten Het gemeentelijk rioleringsplan voorziet voor 2006 de volgende verhoging van de rechten: Tabel 3: Stijging tarieven rioolrechten 2006 t.o.v. 2005 rioolrechten: Tarief 2005 - meerpersoonshuishouden: - eenpersoonshuishouden:
167,28 125,40
Tarief 2006 176,28 132,24
Toename tarief in € in % 9,00 6,84
5,38% 5,45%
Het voorgestelde tarief 2006 is het eindtarief volgens de actualisering van het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) wat in de openbare vergadering van de gemeenteraad op 16 juni jl. is behandeld. In het voorstel van de actualisering van het GRP is vermeld dat de jaarlijkse verhoging van de tarieven rioolrechten met € 13,61 voor meerpersoonshuishoudens/ bedrijven respectievelijk met € 10,21 voor eenpersoonshuishoudens gehandhaafd blijft totdat het eindtarief uit het GRP bereikt wordt. Met de in tabel 3 opgenomen tariefsverhoging (€ 9,00 resp. € 6,84) wordt het uiteindelijke eindtarief reeds bereikt. Met mogelijke financiële gevolgen als gevolg van afwijkende besluitvorming uit voornoemde raadsvergadering is geen rekening gehouden. De meeropbrengst uit het verhogen van de tarieven rioolrechten heeft geen invloed op de budgetruimte omdat de functie riolering als een bedrijfsmatige activiteit wordt beschouwd met een volledig verhaal van kosten. De totale exploitatie loopt als het ware via de voorziening rioolbeheerplan. Dividenden De ontvangst van dividenden draagt substantieel bij aan de gemeentelijke financiële huishouding. Met name betreft het dividenden van NV Intergas Energie en van NV Delta Nutsbedrijven. Het verloop van deze winstuitkeringen heeft de afgelopen jaren een grillig verloop gekend. Ook nu is de raming van dividend omgeven met onzekerheden. Zo is niet bekend of NV Intergas definitief zal overgaan tot het afstoten van het leveringsbedrijf. Wanneer dit inderdaad zal plaatsvinden en ook wanneer de voorgenomen herstructurering verder een feit wordt, is het eventuele gevolg daarvan voor de winstuitkering op dit moment niet bekend. In 2006 is daarom uitgegaan van een al langer als basisdividend aangekondigde uitkering per aandeel. Dit betreft een winstuitkering van € 966,00 per aandeel wat het totaal brengt op een verwacht dividend van € 207.690,00 (215 aandelen). NV Delta Nutsbedrijven heeft in het jaarverslag 2001 een consistent dividendbeleid toegezegd. De toezegging betrof om voor de daarop vijf jaren een totaaldividend van € 30 miljoen te garanderen. Bij afsluiting van de jaarcijfers 2004 en na accordering door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders werd tot een totale winstuitkering 2004 besloten van € 45 miljoen. Tevens werd daarbij aangegeven, onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden, ook 2005 laatstgemeld totaal te zullen uitkeren. Een prognose voor 2006 en de jaren daarna is niet aangegeven. Een winstuitkering van € 30 miljoen betekent voor onze gemeente een dividend van € 272.906,00. Een totaal dividend van € 45 miljoen komt overeen met een uitkering van € 409.358,00. In het nu afgegeven beeld 2006 en verder is voorzichtigheidshalve uitgegaan van een dividenduitkering van € 272.906,00.
8
Bijlagen Deze kadernota 2006 kent de volgende bij deze nota gevoegde bijlagen: 1. meerjarenperspectief op basis van bestaand beleid; 2. meerjarenperspectief na afschaffing ozb gebruikers woningen met tariefsverhoging zakelijk recht woningen van 7,5%; 3. meerjarenperspectief na afschaffing ozb gebruikers woningen met tariefstelling op drempeltarief voor zakelijk recht woningen; 4. investeringsschema 2006, met toelichting nut & noodzaak en categorisering; 5. meerjarig investeringsschema; 6. overzicht reserves en voorzieningen; 7. notitie ontwikkelingen gemeentefonds. Procedureel Afhankelijk van het uiteindelijk financieel scenario is er nog het nodige te doen. In de situatie dat het bestaande beleid van kracht mag blijven, kan worden volstaan om het investeringsschema te filteren en de ten laste van de budgetruimte blijvende kapitaallast terug te brengen naar € 150.000,00. In de situatie dat het wetsvoorstel afschaffing onroerende zaakbelastingen gebruikers woningen/maximering tarieven tot wet wordt verheven, zijn verdergaande acties noodzakelijk. Wij adviseren u dan ook om laatstbedoelde acties in gang te zetten en niet om de parlementaire behandeling af te wachten. Gelet op de goede ervaringen bij de kadernota 2005 stellen wij voor opnieuw een beroep te doen op de Commissie Maatregelen. Sowieso om een advies uit te brengen omtrent het investeringsschema. Ook om zich te beraden en te adviseren over de situatie die ontstaat na aanname van het desbetreffende wetsvoorstel. Het uiteindelijk doel van deze exercitie is om te komen tot een sluitend meerjarenperspectief opdat het repressief provinciaal toezicht kan worden behouden. Wanneer u zich hierin kunt vinden stellen wij voor dat vanuit het college een groslijst zal worden opgemaakt met diverse beleidsvelden, taken en producten die tegen het licht zouden kunnen worden gehouden voor het realiseren van verdergaande besparingen dan wel voor het genereren van inkomsten. Deze groslijst zullen wij de Commissie Maatregelen uiterlijk 14 juli aanstaande aanbieden. Voorstel Wij verzoeken om u te willen uitspreken over de Kadernota 2006 met de daarbij behorende bijlagen en in te stemmen met het voornemen een beroep te doen op de Commissie Maatregelen voor het uitbrengen van advies ten aanzien van het investeringsschema 2006 en voor de advisering omtrent de financiële situatie die ontstaat nadat het wetsvoorstel afschaffing onroerende zaakbelasting gebruikers woningen/maximering tarieven definitief wordt. Een conceptbesluit bieden wij u ter vaststelling aan. De op dit voorstel betrekking hebbende stukken liggen voor u ter inzage in de leeskamer.
Burgemeester en wethouders van Woensdrecht, de secretaris, de burgemeester, L.J. Lagendijk M.A. Fränzel
9
Nr.2005.
De raad van de gemeente Woensdrecht, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. <¦DATUM¦>, nr. <¦NR¦>;
b e s l u i t:
Aldus vastgesteld ter vergadering van .
De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,