YN (O) N CW
Nederland
B
Aan de voorzitter, de leden en de plv.leden van de Vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
Briefnummer
Den Haag
13/l1.892/MG
9 december 2013
Onderwerp
Telefoonnummer
AO Nederlandse Investeringsinstelling
0703490416 E-mai!
[email protected]
Hoogedelgestrenge dames en heren, De Nederlandse Investeringsinstelling (NU) kan een belangrijke bijdrage leveren aan economisch herstel. Ondernemend Nederland is dan ook bijzonder positief over het voornemen van het kabinet om samen met de financiële sector de NU op te richten. Het is essentieel om ook andere financieringskanalen aan te boren voor investeringen in Nederland. De NU moet kennis bijeenbrengen op zowel technisch en financieel gebied om standaardisatie van projecten mogelijk te maken, en moet die kennis beschikbaar maken voor overheid en bedrijfsleven. Noodzaak van alternatieve financieringskanalen: trend naar meer kapitaalmarktfinanciering De financiële crisis heeft laten zien dat we in Nederland en Europa te sterk leunen op bancaire financiering. De maatregelen om ons financiele stelsel stabieler te maken, vereist dat banken grotere buffers aanhouden voor gelopen risico's en beperkt hen ook in hun capaciteit om bijvoorbeeld leningen met lange looptijd kort te financieren. Zeker in een tijd van laagconjunctuur is het daarmee niet langer vanzelfsprekend dat banken financiering kunnen bieden op de schaal van voor de crisis. Voor de komende tijd, maar ook structureel is het daarom noodzakelijk ook andere bronnen van financiering te vinden, naast of complementair aan bancaire financiering. Het gaat om een breed palet aan financieringsbehoeften van vreemd tot eigen vermogen. We lopen anders het risico dat onvoldoende financiering beschikbaar is bij een aantrekkende investeringsgroei of dat het aanbod aan financiering niet aansluit bij de vraag. En dat zal merkbaar ten koste gaan van de bijdrage van investeringen aan het bbp, maar vooral ook ten koste van de productiecapaciteit en het productievolume van de Nederlandse economie. Malietoren / Bezuidenhoutseweg 12 / Postbus 93002 / 2509 AA Den Haag www_vno-ncw.nl /070-34903 49/ www.mkb.nl / 015-219 12 12
VN (ü) N CW Blad
2
Nederland
B
Bij uitstek in ons land met hoge contractuele besparingen mag en kan het niet zo zijn dat rendabele investeringen achterwege zouden blijven vanwege onvoldoende kapitaal aanbod. Voor een robuuste en lange termijn houdbare financiering van de Nederlandse economie is een trend van verbreding, verbinding en verdieping van de financieringsmarkt naar meer kapitaalmarktfinanciering onvermijdelijk. Verbreding door de ontwikkeling van een breder pallet aan financieringsmogelijkheden, complementair aan het bancaire kanaal. Verbinding door met name institutioneel vermogen dat lang kan worden uitgezet te verbinden met investeringen met een lange levensduur. Verdieping door meer kapitaal te mobiliseren voor investeringen hier.
NII is nodig voor kennis en ontwikkeling van bundeling en standaardisatie om beleggers aan te trekken Institutionele beleggers geven aan mogelijkheden te zien om meer te investeren in de Nederlandse economie. Dat is zonder meer positief. Zij wijzen ook op de belemmeringen, zoals de beperkte schaal van beleggingsprojecten en een gebrek aan standaardisatie waardoor in sommige gevallen de transactiekosten te hoog zijn. In andere gevallen ontbreekt de specifieke kennis, waardoor institutionele beleggers uiteindelijk voor andere projecten in het buitenland kiezen. De beperkte liquiditeit en de noodzaak tot risicospreiding kunnen voor institutionele beleggers redenen zijn om niet te investeren. Om binnenlandse en buitenlandse beleggers te interesseren kan (kennis over) bundeling van financieringsvraag (om zo schaal te creëren), het bieden van standaardisatie, transparantie en voldoende liquiditeit voor beleggers nodig zijn. Een vertrouwenwekkend instituut om de werelden van vraag en aanbod bij elkaar te brengen is essentieel bij de overgang naar meer kapitaalmarktfinanciering. Het moet de brug worden waarlangs contractuele besparingen bij pensioenfondsen en verzekeraars op een voor alle partijen betrouwbare wijze worden doorgeleid naar investeringen in de Nederlandse economie. Omdat het hier om de financiering van onze economie gaat en daannee bijzonder relevant is voor onze toekomstige groei, is het verstandig dat de overheid hier het initiatief neemt en een kwartiermaker heeft aangesteld. Ondernemend Nederland dringt erop aan dat vaart gemaakt wordt, zodat in de eerste helft van volgend jaar de NB van start kan gaan.
Investeringsvragen Momenteel is sprake van een zogeheten kennismismatch tussen de langetermijninvesteerders en overheid en bedrijfsleven met lange tennijn
YN(ü) NCW Blad
3
Nederland
financieringsbehoeften. Investeerders zijn niet goed op de hoogte van toekomstige projecten waarin geïnvesteerd kan worden en overheid en bedrijfsleven zijn veelal niet bekend met de voorwaarden waaraan dergelijke projecten moeten voldoen, wil sprake zijn van een interessante investering voor de beleggende instellingen. De gewenste marktplaats lijkt met de komst van de NU te worden gecreëerd. De praktische meerwaarde van de NU is dat deze instelling met kennis kan zorgen voor een bundeling van financieringsvragen, het bieden van standaardisatie, transparantie en voldoende liquiditeit voor beleggers. De NU kan als intermediair optreden tussen vraag en aanbod. Hierbij kan het onder meer gaan om investeringsprojecten in de woningbouw, infrastructuur en de zorg. Dit soort investeringen hebben vooral behoefte aan lange termijn financiering. Dat geldt ook voor PPS-projecten op het gebied van infrastructuur die in hun aard goed bij institutionele beleggers met veel lange termijn pensioen- en levensverzekeringsproducten. Kortom, de NU kan er voor zorgen dat investeringen op de juiste manier worden aangeboden, zodat ze geschikt en interessant zijn voor financiering door banken en beleggingen door pensioenfondsen en verzekeraars. Er zijn immers voldoende projecten die de komende jaren gerealiseerd moeten worden. In de bijlage enkele voorbeelden die in een later stadium tot de mogelijkheden behoren. Het betreft het onderhoud en kwaliteitsverbetering van schoolgebouwen, het totstandbrengen van geschikte woningen voor ouderen, duurzame energieprojecten kunnen daar goed in passen.
MKB financiering Tot slot wil Ondernemend Nederland erop aandringen dat de kwartiermaker ook financiering van het mkb onderzoekt en daarvan verslag doet. Juist voor het (kleinere) mkb is bij een aantrekken van de economie verbreding van het pallet aan financieringsmogelijkheden nodig maar ook voldoende beschikbaarheid van vreemd vermogen van groot belang. Hoewel er momenteel gewerkt wordt aan alternatieven, zijn zij immers grotendeels afhankelijk van bancaire financiering voor hun externe financiering. Momenteel ondervinden deze ondernemers moeilijkheden bij het vinden van financiering. Bij een aantrekkende markt bestaat het risico dat banken minder financiering voor het mkb (kunnen) aanbieden. En dat is een risico dat we ons niet kunnen permitteren omdat investerende ondernemende ondernemers, starters en doorgroei ers, investeringen realiseren die door behaalde winsten juist nieuwe groei mogelijk maken.
VN (O) N CW Blad
4
Nederland
B
Regelgeving en randvoorwaarden Voor banken en langetermijninvesteerders is het van belang dat regelgeving consistent is. Als regels veelvuldig wijzigen, dan brengt dit onzekerheid met zich mee en vermindert dit de aantrekkelijkheid van lange termijn investeringen, waardoor investeerders terughoudend worden. Daarnaast is de behandeling van lange termijn investeringen in de toezichtregelgeving cruciaal. Wanneer door verzekeraars als gevolg van Solvency 11 onnodig veel kapitaal moet worden aangehouden voor lange termijn investeringen, dan worden dergelijke investeringen aanmerkelijk minder interessant. Securitisatie is bijvoorbeeld een geschikt instrument voor banken om hun balans te verkleinen en om de Nederlandse hypotheekmarkt te financieren. Het is van belang dat de kapitaalseisen die verbonden worden aan securitisaties adequaat de risico's weerspiegelen, hetgeen momenteel niet het geval is. Als dat wordt gerepareerd, dan kunnen verzekeraars, net als andere (institutionele) beleggers, op een verantwoorde wijze blijven beleggen in securitisaties.
Directeur Beleid
VN (O) N CW Blad
5
Nederland
B
BIJLAGE
Schoolgebouwen Nederlandse schoolgebouwen zijn gemiddeld 38 jaar oud. Een kwart van de gebouwen heeft energielabel G, waardoor de exploitatielasten zeer hoog zijn en leerlingen en leraren dagelijks geconfronteerd worden met onprettige werk-, leer- en verblijfsomstandigheden. Daarnaast blijkt uit recent onderzoek in opdracht van het ministerie van OCW dat het merendeel van de schoolgebouwen in het primair onderwijs ook kwalitatief en functioneel niet meer goed aansluit bij de onderwijsvormen van tegenwoordig. Grootscheepse renovatie is nodig om veel gebouwen weer toekomstbestendig te maken. Probleem is dat het vooral bij scholen in het primair onderwijs ontbreekt aan voldoende kennis over meetjarig onderhoud, renovatie etc. In België heeft men te kampen met dezelfde problematiek en gekozen voor bundeling van projecten om zo een inhaalslag te maken. De uiteindelijke werkzaamheden aan de schoolgebouwen worden op gebouwniveau aanbesteed, zodat ook mkb bouwbedrijven op het werk kunnen inschrijven. Voordeel van deze werkwijze is het volume dat met deze bundeling bereikt wordt. Dat maakt het interessant voor (institutionele) beleggers om in te stappen. De NI! zou een partijen bij elkaar kunnen brengen om 'projectpakketten' te bundelen en overleg met beleggers te initiëren. Hierdoor kan een basis worden gelegd voor gelijkende projecten, die door de opgedane ervaring en door standaardisatie van processen en technische ontwerpen zeer efficiënt brede toepassing kan hebben. Doordat de renovatie- en bouwprojecten in kleinere delen worden aanbesteedt, blijft er een goede prikkel voor inschrijvende bedrijven om prijsbewust te werken.
Zorgvastgoed Door de extramuralisatie in de zorg ontstaan er een drietal opgaven rond zorgvastgoed. Grote zorgcomplexen gericht op lichte zorg komen langzaam aan leeg te staan; er moeten veel bestaande woningen aangepast worden, zodat de bewoners langer zelfstandig kunnen wonen en in de zwaardere zorg is meer kleinschalige en gespecialiseerde capaciteit nodig. Momenteel zien we dat voor mensen met lichtere zorgbehoefte kleinere investeerders instappen in het dure segment huisvesting. De komende jaren zal het tot stand brengen van een middensegment huur voor zorgwoningen in kleinschalige en gespecialiseerde instellingen een van de grootste opgaven zijn. Institutionele partijen kunnen juist helpen dit middensegment huur tot stand te brengen. Voor deze groep beleggers is volume nodig om investeren in dit
VN (O) N CW Blad
6
Nederland
B
segment rendabel te maken. Investeren in één betaalbaar en kleinschalig woonzorgcomplex is minder interessant.
Energie Het Energieakkoord voor duurzame groei kan een belangrijke impuls geven aan de verduurzaming van de economie, groei en werkgelegenheid. Banken, verzekeraars en pensioenfondsen willen een grotere rol kunnen spelen bij financiering van en investeringen in duurzame projecten. Zij hebben met het oog op hun lange termijn beleggingen en verplichtingen behoefte aan gestandaardiseerde beleggingen met overzienbare risico's en een stabiele cash flow. Duurzame energieprojecten kunnen daar goed in passen.
Infrastructuur en PPS Investeringen in gestandaardiseerde lange termijn illiquide beleggingen passen in hun aard goed bij institutionele beleggers met veel lange termijn pensioen- en levensverzekeringsproducten. Dergelijke investeringen zijn dus zeker interessant voor onder meer pensioenfondsen en verzekeraars. Zij kunnen de beleggingen voor lange termijn in de portefeuille opnemen om zodoende te profiteren van de redelijk stabiele kasstromen. Van belang is dat er voldoende zicht op het aanbod is en dat de projecten voldoende gestructureerd zijn. Bij interessante risico-rendement verhoudingen, zullen onder meer verzekeraars bereid zijn te participeren in Nederlandse PPS-projecten op het gebied van infrastructuur. PPS-investeringen kunnen bovendien aantrekkelijker worden indien financiering op basis van inflatiekoppeling mogelijk zou zijn. In het Meerjarenplan Infrastructuur en transport is voor miljarden euro's aan nieuwe projecten op basis van DBFM(O) opgenomen. Het gaat om projecten op het hoofdwegennet, op de hoofdvaarwegen, de hoofdwaterwegen, en op het spoor. Deze en additionele infrastructuur kunnen hun weg vinden via de NU. Met een NU wordt een betrouwbaar en zichtbaar loket gerealiseerd die marktpartijen, waaronder ook internationale beleggers, mogelijkheden biedt om deze projecten te bekostigen.