Nederlandse Investeringsinstelling
“Red[TITEL] de Nederlandse Economie” [SUBTITEL]
VBA - Amsterdam
Loek Sibbing 12 januari 2016
Oorsprong NLII: Catshuisberaad Behoefte aan verbreding van de lange termijn financiering van de Nederlandse economie ● Substantiële investeringen nodig ● Verschillende structurele belemmeringen ● Lange termijn financiering door banken beperkt ● Druk op financiering via Centrale Overheid Institutionele beleggers willen in toenemende mate direct in de reële economie investeren
2
Pensioenfondsen als oplossing voor achterblijvende financiering?
“Als pensioenfondsen 1% meer van hun vermogen in Nederland beleggen, dan……”.
X
Pensioenfondsen om problemen op te lossen (vgl. Neelie Kroes – start-ups)
MIND SHIFT NLII
“Het moet voor institutionele beleggers makkelijker worden (gemaakt) om te beleggen in de reële Nederlandse economie”.
V
Nederlandse economie is eenzijdig gefinancierd; bankkrediet en overheidsgerelateerd
3
Doelstelling en functie NLII
Oprichting NLII: ● Tien pensioenfondsen en verzekeraars richten NLII op om investeringen in de Nederlandse economie voor IB’ers mogelijk te maken. Dit gaat NLII doen door de vraagzijde en aanbodzijde van financiering bij elkaar te brengen Vraagzijde financiering: ● Projecten en hun financieringsbehoeften in kaart brengen ● Identificeren van de belemmeringen (als gevolg van schaal, wet- of regelgeving en/of afwezigheid van regie/eigenaar) en deze waar mogelijk wegnemen ● Structureren van de financiering tot een belegging met een aantrekkelijk risico-rendement profiel Aanbodzijde financiering: ● Met NLII krijgen investeerders meer focus en capaciteit om naar financieringsvraagstukken te kijken die normaliter te klein en/of complex voor ze zijn 4
Investeringsthema’s
● NLII richt zich op een aantal maatschappelijk relevante thema’s: bedrijfsfinanciering, energietransitie en verduurzaming, scholen, zorg en wonen. ● Een heldere target voor NLII is het realiseren van nieuwe financieringsopties voor institutionele beleggers binnen ieder van deze thema’s met een goede risico-rendement verhouding. ● De financieringsopties zijn succesvol indien ze breed in de markt worden herkend als een aanvulling op de bestaande financieringsmogelijkheden en als ze de mogelijkheid bieden aan een brede groep van IB-ers om in deze categorieën te beleggen.
5
Werkwijze NLII Activiteiten NLII
Vergoeding NLII ● Vergoeding NLII bestaat uit 2 onderdelen: 1) Realisatievergoeding
● Idee testen
2) Monitoringvergoeding Huidige opzet van NLII en haar fondsen
● Concept ontwikkelen
IB’ers NLII (Initiatiefnemer, Structurering & Monitoring)
● Concept uitwerken
● Monitor
NLII Fonds
Beheerder
Beleggers
1
BLF
Robeco
Aegon, ASR, EIF, NN, PGB, PMT
2
ALF
Aegon AM
T.b.d.
3
Zorg OG
Hartelt
T.b.d.
x
…
?
?
6
Overzicht projecten
ALF (350 mln)
Begin 2015
Zorg OG
Scholen
DCF
(300 mln)
(500mln)
(400mln)
DGF
Campussen
WMB fund
(200mln)
(350 mln)
(150mln)
NOM huur
WOL
Zorg Cure OG
Wonen R’dam
(1000mln)
(100mln +)
(?mln)
(500 mln)
BLF
NOM koop
EBF
Alt. Platforms
Warmte rotonde
(500 mln)
(?mln)
(?)
(200mln)
(100 mln)
2016
2017
2018
2019
= actieve proposities, er wordt gewerkt aan documentatie of reeds live = proposities in de idee fase, er wordt gesproken met ‘asset owners’ en / of beleggers = proposities in de idee fase, worden geïnventariseerd maar nog niet actief aan gewerkt
7
BLF & ALF – MKB lening fondsen Aanleiding: ● Institutionele beleggers toegang bieden tot financieringen aan middelgrote Nederlandse bedrijven als beleggingscategorie met een aantrekkelijk risico-rendement profiel ● Voor BLF: Additionele financieringsbron en diversificatie van financieringsbronnen beschikbaar maken voor MKB ● Voor ALF: MKB heeft meer behoefte aan meer risicokapitaal om bancaire financiering aan te kunnen trekken ● Inspelen op de disintermediatie van Banken zodat deze een complementaire financieringsbron kunnen aanbieden aan hun klanten Uitgangspunten MKB fondsen: ● Het fonds financiert Nederlandse bedrijfsleven samen met banken i.p.v. naast banken ● Bij BLF wordt alignment in de belangen tussen banken en fonds geborgd doordat fonds en bank als gelijkwaardige partner in dezelfde lening participeren ● De fondsen maken gebruik van de kennis en ervaring van de arrangeur, maar neemt zelfstandig het besluit om wel of niet te participeren in de transactie. ● Bij BLF is de fondsparticipatie in leningen vanaf EUR 5 miljoen tot EUR 25 miljoen ● Bij ALF is de fondsparticipatie in leningen van EUR 150.000 tot EUR 15 miljoen ● Fresh Money beginsel: Bij bancaire leningen gaan we uit van ondernemingen die bij de bank komen voor een nieuwe kredietaanvraag dan wel herfinanciering of herziening van een lening ● Grootte BLF: Eerste closing EUR 480 miljoen. Doorgroei eerste tranche tot EUR 1 miljard (sluiting maart 2017). 8
Structuur van de MKB fondsen Bedrijfsleningen fonds (Beheerder)
Private placements Nederlandse MidCaps
(Fonds voor gemene rekening)
Participanten
Private Placements Selectie & kredietanalyse door Beheerder
Beschikbaar vermogen MKB leningen
Sourcing via banken
NLII
Monitoring
= EUR 500mln
Achtergesteldelening fonds MKB Ondernemingen
(Beheerder)
(Fonds voor gemene rekening)
NLII
Monitoring
Participanten Selectie & kredietanalyse door Beheerder
Achtergestelde MKB leningen
Beschikbaar vermogen =
t.b.d.
t.b.d.
9
Zorgvastgoed fonds Zorgvastgoed fonds speelt in op trend in de zorg: ● Sterk toenemende demografische vraag naar zorg, zorghuisvesting en faciliteiten en het kwantitatief en kwalitatief beperkte aanbod. ● Vraag verandert door de wens en mogelijkheid om zelf keuzes te maken over de invulling, wanneer men zorg behoeft. Tevens is de vraag koopkrachtig door de zeer gunstige en stabiele vermogenspositie van de (toekomstige) doelgroep van zorghuisvesting en faciliteiten. ● De omgeving van de zorginstellingen is ook gewijzigd. Zij zijn op zoek naar partners voor het vastgoed, zodat zij zich kunnen richten op hun kernactiviteit, de zorg. Omgeving
Trends
Service flats Langer thuis wonen
Verzorgingshuizen Beschermd wonen
Politieke invloed
Consumentenvoorkeur
Vergrijzing
Piramide van Maslow
Impact per segment
Sterke vraag naar kleinschalige intensieve zorg
Verpleegcomplexen Genees- en behandelcentra
Specialisatie in genezing en behandeling
Specialistische ziekenhuizen Algemene ziekenhuizen
10
Energie besparingsfonds ● Tussen ca. 120 zogenaamde ETS ondernemingen en (lokale) overheden zijn meerjarenafspraken energie-efficiëntie (MEE) gemaakt. Het ministerie van Economische Zaken (EZ), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stimuleren met deze afspraken het effectiever en efficiënter inzetten van energie. RVO.nl is verantwoordelijk voor de uitvoering van de meerjarenafspraken. ● Verplichtingen MEE: – Werken aan energiebesparing; – Energiemanagement; – Opstellen van een energie-efficiëntieplan (EEP) en een Meerjarenplan energie-efficiëntie (MJP); – Monitoring. ● Naar aanleiding van deze afspraken kijken deze bedrijven naar projecten om jaarlijkse energieverbruik te verminderen, energie efficiënter in te zetten en het gebruik van duurzame energiebronnen te vergroten. ● Een uitdaging is dat de, meestal buitenlandse, aandeelhouders van deze ondernemingen geen toestemming verlenen om te investeren in dergelijke projecten omdat de zogenaamde terugverdientijden niet overeenkomen met interne richtlijnen en dat de financiering hiervan een ongewenste effect heeft op de balans, winstgevendheid en daarmee op de investeringsruimte voor ‘commerciële’ projecten. ● Momenteel wordt onderzocht of een fonds opgericht kan worden de financiering van deze projecten mogelijk maakt.
11
Campussen Achtergrond ● De campussen in Nederlands zijn sterk in ontwikkeling, het is van belang dat er sterke campus ecosystemen ontstaan zodat Nederland mee kan doen met de beste voorbeelden in Europa ● De grootste 8 campussen trekken samen op in deze ontwikkeling en kijken nadrukkelijk ook naar mogelijkheden om de financiering van deze ontwikkeling op het gebied van vastgoed te bundelen ● De campusorganisaties van Chemelot, Delft en Utrecht zijn een werkgroep gestart waarin met NLII wordt gekeken naar de mogelijkheden voor een fonds van institutionele beleggers voor de financiering van de ontwikkelambities 2016-2020
12
Afweging fondsstructuren A en B
Hybride
B: Direct vastgoed
A: Direct Vastgoed
● Voordelen
(vastgoedfonds met risico/rendementdeling campusresultaat)
● Voordelen
– Relatief eenvoudig op te zetten
– Bestaande governance blijft intact
– Bestaande governance blijft intact
– Belangen IB-er meer parallel met ecosysteem campus
– Makkelijk uit te breiden met meer campussen
● Aandachtpunten – Bewaken belangen campus ecosysteem en beleggers => via Advisory board – Risico van cherry picking => door vooraf lange termijn plan te maken
A: Campusorganisatie
B: partner Campus BV (IB-ers in campussen) ● Voordelen – Via Campus BV kan gezamenlijke aanpak van de campus ontwikkeling worden geïmplementeerd – Campus BV kan sturen op andere rendementen dan alleen het vastgoedrendement, zoals bijvoorbeeld het rendement van succesvolle start ups
● Aandachtpunten
● Aandachtpunten
– Hoe organiseer je de bonus elementen op project niveau? Wie zijn de contractpartijen
– Zijn huidige vastgoed en grondeigenaren bereid in een dergelijke structuur te gaan participeren?
– Hoe creëer je de juiste incentives die zorgen voor parallel lopen van de belangen
– Fiscaal kan dit minder aantrekkelijk zijn vanwege winstbelasting op BV niveau => nog uitzoeken
13
Dutch Climate Fund Context klimaatfonds ● Nederland heeft in 2009 het Kopenhagen-akkoord getekend en zich daarmee gecommitteerd om klimaat adaptatie- en mitigatieprojecten in ontwikkelingslanden te steunen. ● Institutionele Beleggers (IB’ers) zoeken duurzame investeringen (“impact investing”) met goed risico-rendement profiel. Doelstellingen van een klimaatfonds ● Bijdragen aan verbetering van klimaat ● Positieve impuls aan Nederlands bedrijfsleven Uitgangspunten: ● Een fonds opzetten naar voorbeeld van eerder succesvol initiatief - Danish Climate Investment Fund. ● Belegging met een goed risico-rendement profiel. Letter of Intent NLII-Rijksoverheid
Public Private cooperation to promote long term institutional capital investment in climate action in developing and emerging markets
14
NOM Koop fonds Achtergrond ● De de Deal Stroomversnelling Koopwoningen is in september 2014 door bijna 200 partijen ondertekend met als doel meer koopwoningen energieneutraal te maken (Nul op de Meter). ● Huiseigenaren kunnen 25.000 euro meer hypothecair krediet krijgen voor een renovatie van hun woning naar het niveau Nul op de Meter. ● Investeringen in NoM-renovaties blijven in de praktijk achter omdat de financiering persoonsgebonden is: – Een groot aantal huiseigenaren heeft op basis van inkomen en bestaande hypotheek geen additionele ruimte om hun hypotheek te verhogen – Daarnaast zijn er huiseigenaren liever geen nieuwe persoonlijke lening willen afsluiten, bijvoorbeeld omdat ze van plan zijn binnen de terugverdientijd te gaan verhuizen ● NLII is is daarom gevraagd de haalbaarheid van een NOM Koop fonds voor gebouwgebonden leningen te bestuderen ● De lening kan dan worden terugbetaald via de netwerkbeheerders, via een verhoogd vastrecht, waarbij de netto energierekening voor huiseigenaren gelijk blijft.
15
Verduurzaming van scholen Doelstelling:
Betrokken stakeholders
● Verduurzaming (o.a. energiemaatregelen en kwaliteitsverbetering) van scholen (primaire en voortgezet onderwijsinstellingen). ● Financiering door Institutionele Beleggers.
Institutionele Beleggers (
)
Project aanpak: ● Drie pijlers: 1.
Scholen betrekken
2.
Financiële doorrekening (Business Case)
3.
Structureren en oprichten van het fonds
Project organisatie ● NLII verzorgt het project management ● 3 pijlers verankeren in project door participatie van betrokken partijen
16