k
PROVINCIE
FLEVOLAND
Postbus 55 8200 AB Lelystad Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail
[email protected]
Aannemingsbedrijf De Jong en Zoon Beesd B.V. De heer E.C.W. van Mil Postbus 91 4153ZH BEESD
Verzenddatum
2 7 JULI 2012
Onderwerp
Bijlasen
Uw kenmerk
'
Website
www.üevoland.nl
Ons kenmerk
1340078
Flora- en faunawet; ontheffing voor het bestrijden van konijnen op de Houtribdijk en de sluizencomplexen Nijkerkersluis en Roggebotsluis Geachte heer Van Mil, Op 26 april 2012 hebben wij uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing ex artikel 68 van de Floraen faunawet voor het bestrijden van konijnen op de Houtribdijk en een tweetal sluizencomplexen in Flevoland in het belang van de openbare veiligheid. Op 19 juni 2012 hebben wij u al bericht over ons voornemen geen ontheffing te verlenen voor het gebruik van kunstlicht. Wel zijn wij bereid tegemoet te komen aan uw telefonische verzoek om ontheffing te verlenen om vóór zonsopkomst en na zonsondergang tijdens de schemerperiode konijnen te bestrijden. In onze brief hadden wij tevens aangegeven dat de Flora- en faunawet beperkingen oplegt ten aanzien van het gebruik van het geweer op percelen, die niet voldoen aan de vereisten voor een jachtveld. Nu wij geconstateerd hebben dat naast de sluizencomplexen ook de Houtribdijk niet voldoet aan de vereisten van een jachtveld zijn wij bereid eveneens ontheffing te verlenen voor het gebruik van het geweer op een jachtveld, dat niet voldoet aan de vereisten van een jachtveld, in die situaties dat het gebruik van fret en buidel niet toereikend blijken. Hierbij ontvangt u onze beslissing op uw aanvraag .
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretatis, de voorzitter.
mr.drs. T. van der Wal - J. Lodders
Inlichtinsen bij
[Joorkiesnummer
Bezoekadres
A. Hellingwerf
(0320) 265 488
Visarenddreef 1 Lelystad
k
PROVINCIE
FLEVOLAND Bladnummer
2 Ons kenmerk:
1340078
Beschikking van GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOUND op een verzoek voor een ontheffing op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet Inhoudsopgave A. B. C. D. E. F. G. H. I. J. A.
Onderwerp aanvraag Wettelijk kader Beleidsuitgangspunten bij de beoordeling Inhoudelijke beoordeling Advies Faunafonds Besluit Kennisgeving en afschriften Bezwaar Ondertekening Bijlage
Onderwerp aanvraag
Op 26 april 2012 hebben wij van dhr. E.C.W. van Mil, bedrijfsleider van Aannemingsbedrijf De Jong en Zoon Beesd BV, een aanvraag voor een ontheffing ex artikel 68 van de Flora- en faunawet ontvangen voor het doden van konijnen (Oryctolagus cuniculus) met gebruik van geweer, kunstlicht en de buidel van 1 juni 2012 tot en met 31 december 2016. Het betreft een aanvraag vanuit het oogpunt van plaagdierbestrijding die zij op verzoek van Rijkswaterstaat uitvoeren. Dit in het belang van de openbare veiligheid, vanwege de graafschade die konijnen kunnen veroorzaken niet alleen aan de primaire waterkeringen maar ook aan de kabels en leidingen van besturingsystemen. B.
Wettelijk kader
De Flora- en faunawet (hierna Ffwet) is het wettelijk kader voor de soortbescherming van in Nederland in het wild levende planten en dieren. In overeenstemming met artikel 4, eerste lid, onderdeel a van de Ffwet zijn alle van nature in Nederland voorkomende zoogdieren (met enkele uitzonderingen) aangemerkt als beschermde inheemse diersoorten. In de Bekendmaking lijsten beschermde inheemse diersoorten^ wordt het konijn vermeld als van nature in Nederland voorkomend. Onder de algemene verbodsbepalingen betreffende beschermde inheemse diersoorten van de Ffwet vermeldt artikel 9, dat het verboden is dieren, behorende tot diersoorten, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Daarnaast verbiedt artikel 11 van de Ffwet beschadigen, vernielen, uithalen, wegnemen of verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort.
Bekendmaking van de Staatsecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 7 november 2001, TRCJZ/2001 /15317, Directie Juridische Zaken, Stcrt. 2001. nr. 220
k
PROVINCIE
FLEVOLAND Bladnummer
3 Ons kenmerk:
1340078
Het konijn is in artikel 32, eerste lid van de Ffwet aangewezen als wild. De jacht op het konijn is geopend van 15 augustus tot en met 31 januari in overeenstemming met artikel 10, onderdeel e van de Jachtregeling^ Volgens de definitie uit artikel 1 van de Ffwet wordt onder jagen verstaan: bemachtigen, doden of met het oog daarop opsporen van wild alsmede het doen van pogingen daartoe. Omdat het konijn een wildsoort is, zijn alle regels betreffende de jacht eveneens van toepassing wanneer het konijn bestreden wordt in het kader van schadebestrijding^ De volgende artikelen uit Titel II (Jacht) van de Ffwet zijn daarom voor onderhavige aanvraag van belang: Artikel 49 geeft aan dat de eisen waaraan jachtvelden dienen te voldoen geregeld zal worden bij algemene maatregel van bestuur. Deze regels zijn vastgelegd in de artikelen 10 en 11 van het Jachtbesluit^ De overige jachtverboden zijn opgenomen in artikel 53, eerste lid van de Ffwet. Daarbij zijn de volgende onderdelen voor deze aanvraag relevant: Onderdeel a Het verbod te jagen op wild waarop de jacht niet is geopend of in strijd met beperkingen waaronder krachtens artikel 46 de jacht is geopend; Onderdeel c Het verbod te jagen met een geweer in een jachtveld dat niet voldoet aan de krachtens artikel 49 gestelde regels; Onderdeel f Het verbod te jagen voor zonsopgang en na zonsondergang. Artikel 15 van het Jachtbesluit voorziet in een aantal mogelijke uitzonderingen van jachtverboden wanneer sprake is van schadebestrijding. Dit geldt voor de onderdelen a en f uit artikel 53, eerste lid van de Ffwet. In artikel 68, eerste lid onderdeel a van de Ffwet wordt de volksgezondheid en openbare veiligheid als belang genoemd op grond waarvan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid hebben om een ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 9, 11 en 53, eerste lid, onderdeel c, mits er geen andere bevredigende oplossing bestaat en indien er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. C.
Beleidsuitgangspunten bij de beoordeling
Nota Flora & Fauna Flevoland Het provinciale beleid op het gebied van beheer en schadebestrijding is opgenomen in de Nota Flora a Fauna Flevoland^ Over de openbare veiligheid vermeldt de nota: De provincie hecht groot belang aan de volksgezondheid en openbare veiligheid. Wanneer dieren gevaar opleveren voor de volksgezondheid of openbare veiligheid zal in eerste instantie moeten worden nagegaan of het gevaar kan worden weggenomen door het treffen van maatregelen waarvoor geen ontheffing nodig is. Wanneer dergelijke oplossingen ontbreken of door CS als niet bevredigend worden beschouwd verlenen CS een ontheffing voor het verjagen of zonodig doden van dieren.
Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 14 december 2001, TRCJZ/2001/15318, Directie Juridische Zaken (Staatscourant 2001, 244), voor het laatst gewijzigd op 15 december 2004 (Staatscourant 2004, 248) Paragraaf 4 uit de Toelichting bij het Jachtbesluit Besluit van 28 november 2000, houdende regels ten aanzien van de jacht (Staatsblad 520, 2000), voor het laatst gewijzigd bij besluit van 21 november 2006 (Staatsblad 663, 2006) ROV/03.0330096/A vastgesteld 4 februari 2003, geactualiseerd op 24 oktober 2006 (ROV/06.464777/A)
k
PROVINCIE
FLEVOLAND Bladnummer
4 Ons kenmerk:
1340078
Ge/et op het belang dat CS hechten aan de volksgezondheid en openbare veiligheid hanteren GS daarbij het voorzorgsbeginsel. Dit betekent dat GS een ontheffing kan verlenen wanneer dieren een aantoonbaar risico voor de volksgezondheid of openbare veiligheid vormen, ook als niet op voorhand vaststaat dat volksgezondheid of openbare veiligheid daadwerkelijk zullen worden geschaad. In de bijlage bij de Nota is opgenomen dat primaire en secundaire waterkeringen tot het ontheffingsgebied worden gerekend. Over konijnen is opgenomen: Konijnen veroorzaken ... schade aan (primaire) waterkeringen. Het is in het belang van de openbare veiligheid om dergelijke schade te voorkomen. D.
Inhoudelijke beoordeling
Staat van instandhouding Zoals hierboven onder wettelijk kader is aangegeven is het konijn in artikel 32, eerste lid van de Ffwet aangewezen als wild. In het derde lid van dit artikel is bepaald, dat de jacht niet wordt geopend op in het eerste lid aangewezen soorten voorzover zij op een door de Minister vastgestelde nationale lijst van met uitroeiing bedreigde of speciaal gevaar lopende soorten. De laatste Rode Lijst Zoogdieren is op 28 augustus 2009 door de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vastgesteld^ Het konijn is door de toenmalige Minister van LNV in 2001 op de landelijke vrijstellingslijst geplaatst vanwege schade aan gewassen. Dit houdt in dat grondgebruikers gedurende het gehele jaar deze dieren mogen doden op hun gronden wanneer genoemde belangen worden geschaad. In de systematiek van de wet is opgenomen (Ffwet, artikel 65, tweede lid), dat soorten alleen op de landelijke vrijstellingslijst mogen worden geplaatst indien er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. De aanwijzing als wild waarop de jacht gedurende bepaalde perioden van het jaar geopend is en de plaatsing op de landelijke vrijstellingslijst houdt in dat de gunstige staat van instandhouding voor deze soort niet in geding is. Wettelijk belang Waterkeringen zijn van essentieel belang voor de openbare veiligheid van de provincie. Voor de stabiliteit van dijken, blijkt dat vooral de sterkte van de (gras)bekleding en het niet aanwezig zijn van piping (ontstaan van stroomkanaaltjes door het grondlichaam van de dijk, waardoor deze langzaam bezwijkt) van groot belang zijn. De grootste klappen worden door de steenbekleding aan de buitenzijde opgevangen, maar ook de grasbekleding wordt bij hoge waterstanden en/of hoge golfslag zwaar beproefd, zowel aan de buitenzijde, alsook aan de binnenzijde vanwege overloop of overslag van water. Een goed doorwortelde grasmat, zonder oneffenheden als gevolg van graverij zorgt voor een erosiebestendige dijk. Oneffenheden door oppervlakkige graverij, waarbij de zode beschadigd wordt, vormen een aangrijpingspunt voor erosie. Proeven in het Waterloopkundig Laboratorium hebben uitgewezen, dat bij een overschrijding van 1 liter water per seconde per meter een kleine oneffenheid al gauw het volledig afschuiven van de grasmat tot gevolg kan hebben, waardoor de stabiliteit van de dijk ernstig in gevaar komt.
' Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 augustus 2009, nr. 25344, houdende vaststelling van geactualiseerde Rode lijsten flora en fauna (Staatscourant 2009, nr. 13201)
k
PROVINCIE
FLEVOLAND Bladnummer
5 Ons kenmerk:
1340078
Sinds de invoering van de Waterwet bestaat er een uiterst streng toetsingskader vastgelegd in het Voorschrift Toetsen op Veiligheid, waarbij dijken eenmaal per 5 jaar getoetst moeten worden. Vanuit deze wettelijk vastgelegde zeer zware veiligheidseisen die aan primaire waterkeringen worden gesteld en het gevoerde toezicht is naar voren gekomen, dat er meer inzet nodig is wat betreft ongedierte bestrijding, waarbij onder ongedierte elke soort wordt verstaan die graafschade kan veroorzaken. De Houtribdijk heeft de status van primaire waterkering. Voor beide sluizencomplexen geldt hetzelfde omdat zij onderdeel uitmaken van een dijkring, die eveneens de status van primaire waterkering heeft. Alternatieve oplossingen Het volledig zoogdierwerend uitrasteren van de Houtribdijk en de sluizencompexen is geen alternatief. Het is onmogelijk deze dijklichamen volledig hermetisch af te sluiten vanwege de doorgaande wegen ter plaatse. Het volledig verharden van de dijklichamen is zeer kostbaar. Daarnaast is dit ook ecologisch niet gewenst. Plaats van inzet De aanvraag heeft betrekking op de gebieden in eigendom/beheer van Rijkswaterstaat op de Houtribdijk, de Nijkerkersluis en de Roggebotsluis Eis betreffende grootte jachtveld in relatie tot de Houtribdijk en de sluizencomplexen Uit de toelichting bij artikel 11 van het Jachtbesluit blijkt dat water waarover zich de jachtrechten uitstrekken meegerekend mogen worden bij de berekening van de oppervlakte van een jachtveld. Artikel 46, derde lid van de Ffwet noemt echter de gebieden waarin de jacht niet wordt geopend. In onderdeel c zijn dit de gebieden die ter uitvoering van richtlijn 79/409/EEG (de Vogelrichtlijn) zijn aangewezen. Voor de onderhavige aanvraag betekent dit dat de wateren van het Markermeer en van het IJsselmeer niet meegerekend mogen worden bij de bepaling van de grootte van het jachtveld op de Houtribdijk. Voor de bepaling van de grootte van het jachtveld bij de Roggebotsluis mogen de wateren van het Drontermeer en het Vossemeer niet meegerekend worden. En bij de Nijkerkersluis mag het water van het Nuldernauw niet betrokken worden. De percelen in eigendom van Rijkswaterstaat op de Houtribdijk en bij beide sluizencomplexen voldoen daarmee niet aan het vereiste van een jachtveld. Het gebruik van het geweer is daarom volgens artikel 53, eerste lid, onderdeel c van de Ffwet verboden. Voor het gebruik van fretten en de buidel geldt het genoemde jachtverbod echter niet. Op grond van artikel 68, eerste lid van de Ffwet is het mogelijk een ontheffing te verlenen van het verbod het geweer te gebruiken op een jachtveld dat niet voldoet aan de gestelde regels. Inzet fret heeft de voorkeur boven inzet geweer Onze voorkeur bij het bestrijden van konijnen gaat uit naar het gebruik van fret en buidel, vanwege het feit dat zowel de Houtribdijk als beide sluizencomplexen intensief gebruikt worden door het verkeer. Vandaar dat wij alleen ontheffing verlenen voor het gebruik van het geweer wanneer de inzet van fret en buidel onvoldoende effect scoren. In de voorwaarden is dan ook opgenomen, dat op een locatie minstens tweemaal gepoogd moet worden om alle konijnen weg te vangen met fret en buidel alvorens inzet van het geweer mogelijk is.
k
PROVINCIE
FLEVOLAND Bladnummer
6 Ons kenmerk:
1340078
Gebruik van kunstlicht De ontheffing wordt tevens aangevraagd voor het gebruik van kunstlicht bij het bestrijden van konijnen. Vanwege een rechtelijke uitspraak^ betreffende het gebruik van kunstlicht bij het bestrijden van vossen in de provincie Fryslan in het belang van de bescherming van weidevogels is het gebruik van kunstlicht omstreden. De rechter heeft geoordeeld dat de Benelux-beschikking middelen^ in dit geval van toepassing was. Op basis van deze uitspraak is een door ons verleende ontheffing voor het bestrijden van vossen en konijnen op alle Flevolandse dijken met gebruik van kunstlicht aangevochten door Stichting De Faunabescherming. Een voorlopige voorziening werd op basis van de uitspraak van de Rechtbank Leeuwarden door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad toegekend. Onze Commissie bezwaar en beroep Provincie Flevoland heeft zich in de bezwarenprocedure op het standpunt gesteld, dat het bezwaar tegen de door ons verleende ontheffing voor het gebruik van kunstlicht voor het bestrijden van vossen en konijnen op alle Flevolandse dijken gegrond verklaard diende te worden vanwege strijdigheid met de Benelux-beschikking. Deze uitspraak beperkt de mogelijkheden voor het bestrijden van konijnen aanzienlijk. In afwachting van de uitspraak van de Raad van State in de bodemprocedure aangaande het hoger beroep dat door provincie Fryslan is aangetekend tegen het vonnis van de Rechtbank Leeuwarden, willen wij daarom nog geen ontheffing voor het gebruik van kunstlicht verlenen. De Raad van State heeft in deze zaak prejudiciële vragen aan het Benelux-Gerechthof gesteld, welke tot op heden niet zijn beantwoord. Gebruik van de ontheffingen de afgelopen jaren Vanaf 2003 is het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een ontheffing verleend om konijnen te bestrijden op de Houtribdijk en een aantal sluizencomplexen. Hierbij zijn de volgende aantallen dieren in recente jaren gevangen en gedood: 2006 2007 2008 2009
111 stuks 269 stuks 152 stuks 405 stuks
De laatste ontheffing verliep eind 2010. Over het laatste jaar is geen rapportage ontvangen. Uit de vermelde aantallen blijkt dat konijnen in dusdanige aantallen aanwezig zijn dat schade niet voorkomen kan worden. E.
Advies Faunafonds
De concepttekst van deze ontheffing is ter advisering voorgelegd aan het bestuur van het Faunafonds. Het bestuur van het Faunafonds heeft geadviseerd de gevraagde ontheffing te verlenen voor het doden van konijnen met behulp van fret en buidel en met het gebruik van het geweer, vanwege het directe en ontoelaatbare risico van populaties konijnen op dijklichamen.
Rechtbank Leeuwarden, Sector bestuursrecht, uitspraak van de meervoudige kamer van 16 december 2010. Procedurenummer: AWB 10/986 Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 2 oktober 1996, inzake de vaststelling van middelen die toelaatbaar zijn bij de uitoefening van de jacht, M (96) 8. - Tractatenblad 1997, 252, zoals nadien gewijzigd bij Trachtatenblad 2002, 11
k
PROVINCIE
FLEVOLAND Bladnummer
7 Ons kenmerk:
1340078
Wat betreft het gebruik van kunstlicht geeft het bestuur van het Faunafonds aan dat nog steeds onduidelijk is wat de juridische gevolgen zijn van de beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux van 24 april 2012. In afwachting van de antwoorden op de prejudiciële vragen die door de Raad van State zijn gesteld acht het bestuur zich niet in staat op dit punt te adviseren. Ten slotte wijst het bestuur van het Faunafonds op het risico van ricochetgevaar bij gebruik van het geweer bij steendepots. Reactie Provincie Het advies van het Faunafonds sterkt ons in ons voornemen vooralsnog geen ontheffing te verlenen voor het gebruik van kunstlicht. Ook het genoemde risico van ricochet bij verharde dijklichamen onderschrijft onze terughoudendheid bij het toestaan van het gebruik van het geweer.
F.
Besluit
Gelet op de artikelen 4, 9, 11, 53, eerste lid en 68 van de Flora- en faunawet. Gelet op de artikelen 5, 7 en 9 van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren. Overwegende dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat ter beperking van schade veroorzaakt door konijnen (Oryctolagus cuniculus) aan de primaire waterkeringen Houtribdijk en de sluizencomplexen Roggebotsluis en Nijkerkersluis, Het Faunafonds gehoord hebbende. De aangevraagde ontheffing te verlenen aan Aannemingsbedrijf De Jong en Zoon Beesd B.V. te Beesd voor zover zij ziet op het doden van konijnen met behulp van fret en buidel op de Houtribdijk en de sluizencomplexen Roggebotsluis en Nijkerkersluis voor zover gelegen op het grondgebied van de provincie Flevoland, Alsmede voor het gebruik van het geweer van één uur vóór zonsopkomst tot één uur na zonsondergang wanneer het onmogelijk blijkt door het gebruik van fret en buidel alle konijnen op een bepaalde locatie weg te vangen. En deze ontheffing te verlenen voor de periode van de dag na verzending van dit besluit tot en met 31 december 2016, En de aangevraagde ontheffing te weigeren voor zover zij ziet op het gebruik van kunstlicht. Aan deze ontheffing van de artikelen 9, 11 en 53, eerste lid, de onderdelen a, c en f van de Floraen faunawet zijn de volgende voorwaarden verbonden: Algemene voorwaarden 1.
Het gebruik van de ontheffing mag niet eerder plaatsvinden dan nadat de ontheffinghouder bij de eerste actie op het betreffende schadeperceel hiervan 24 uur van te voren melding heeft gemaakt aan het e-mailadres
[email protected] onder vermelding van naam en telefoonnummer gebruiker, locatie, tijdstip(pen) of tijdsduur, en aard van voorgenomen handelingen. Voor vervolgacties, die na een onderbreking van langer dan een week na de eerste actie plaatsvinden, dient telkens opnieuw een melding gedaan te worden.
2.
Het gebruik van de ontheffing is voorbehouden aan werknemers in dienst van Aannemingsbedrijf De Jong en Zoon Beesd B.V., zoals opgenomen in bijlage 1 van deze ontheffing.
k
PROVINCIE
FLEVOLAND Bladnummer
8 Ons kenmerk:
1340078
3. Op de naleving van het in of krachtens de wet gestelde wordt toezicht gehouden door o.a. de politie of daartoe door de provincie aangewezen ambtenaren. De gebruiker van de ontheffing moet ter plaatse waar deze een der handelingen verricht waartoe de ontheffing strekt, aan genoemde toezichthouders op eerste aanvrage onmiddellijk (een kopie van) de ontheffing en een legitimatiebewijs tonen. 4.
De houder van de ontheffing is verplicht jaarlijks een verslag uit te brengen aan de provincie Flevoland over de wijze waarop van de ontheffing gebruik is gemaakt. Deze rapportage bevat in ieder geval een registratie van de plaats, de tijd en het effect van het gebruik van de ontheffing. Daarbij worden tevens het totaal aantal gedode dieren vermeld.
Specifieke voorwaarden 5. Het gebruik van het geweer van één uur vóór zonsopkomst tot één uur na zonsondergang is slechts toegestaan dan nadat per locatie minstens twee pogingen zijn ondernomen om met fret en buidel alle konijnen weg te vangen. 24 uur voorafgaande aan de inzet van het geweer wordt hiervan aan het onder 1 genoemde emailadres melding gemaakt, waarbij tevens kort verslag wordt gedaan van de tot dusver ondernomen acties met fret en buidel (locatie, data en aantal gevangen dieren) en de reden waarom de resultaten hiervan niet afdoende zijn gebleken. 6. Van de inzet van het geweer wordt tevens 24 uur van tevoren melding gedaan bij de politie:
[email protected]. In plaats van het e-mailadres van de regionale meldkamer, kan ook gebruik worden gemaakt van het telefoonnummer 0900-8844, of het faxnummer 0320-266777. 7.
De in bijlage 1 opgenomen lijst van personen, die gebruik mogen maken van de ontheffing kan op verzoek geactualiseerd worden.
Overige voorwaarden 8.
G.
Deze ontheffing kan op grond van de criteria genoemd in artikel 80 van de Flora- en faunawet worden gewijzigd/ingetrokken. Kennisgeving en afschriften
Een mededeling van dit besluit zal zo spoedig mogelijk geplaatst worden in het huis-aan-huisblad De Flevopost. Eveneens wordt een mededeling gepubliceerd in de Staatscourant. Een afschrift van dit besluit is door ons verzonden aan:
-
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Het bestuur van het Faunafonds De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Almere, Zeewolde, Lelystad, Dronten, Noordoostpolder en Urk Stichting De Faunabescherming Dierenbescherming Nederland De Koninklijke Jagersvereniging Het hoofd van de afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving van de provincie Flevoland Regiopolitie Flevoland
—i
PROVINCIE
FLEVOLAND Bladnummer
9 Ons kenmerk:
1340078
H.
Bezwaar
Belanghebbenden kunnen op basis van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit. Dit dient te geschieden binnen 6 weken na de dag van bekendmaking van dit besluit aan de aanvrager (artikel 6:7 van de Awb). Het bezwaarschrift kan men indienen bij het college van Gedeputeerde Staten, Postbus 55, 8200 AB Lelystad. Tevens bestaat op grond van artikel 8:81 van de Awb de mogelijkheid om, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dit vereist, gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de arrondissementsrechtbank te Zwolle. Het postadres van de rechtbank is postbus 10067,8000 GB te Zwolle. Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. I.
Ondertekening
Lelystad, ^ j jüL| 2012 Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de voorzitter. de secre
r.drs. T. van der Wal - J. Lodders
k
PROVINCIE
FLEVOLAND Bladnummer
10 Ons kenmerk:
1340078
J.
Bijlage 1
Lijst van werknemers in dienst van Aannemingsbedrijf De Jong en Zoon Beesd B.V. die gebruik mogen maken van deze ontheffing: E.C.W. van Mil J.W. de Bie H.P. van Veenendaal J.C. Vendrik
jachtaktenummer 20060257140 jachtaktenummer 20060446672 jachtaktenummer 20060320226 gecertificeerd dierplaagbestrijder, reg. nr. 1978071202 NL