Aan de voorzitter van de stadsregio Rotterdam en de voorzitter van het stadsgewest Haaglanden Potsbus 12600 2500 DJ DEN HAAG
Datum: Ons kenmerk: Afdeling: Contactpersoon: Uw brief van: Onderwerp:
4-09-2012 Bestuurs- en Managementondersteuning mr A.F. Braams 1 mei 2012 Reactie zienswijzedocument Metropoolregio
Geachte heer Van Aartsen en heer Aboutaleb Op 1 mei 2012 heeft u de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Krimpen aan den IJssel een brief gezonden met conceptvoorstellen voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. In dit zienswijzendocument heeft u ons verzocht om uiterlijk 30 september 2012 een oordeel te geven over de essentie van de conceptvoorstellen, namelijk: Het doel van de samenwerking, de ambities en de bestuurlijke organisatie. Met deze brief ontvangt u onze gezamenlijke zienswijze op de door u vervaardigde conceptvoorstellen. Voor ons geldt hierbij als belangrijk uitgangspunt het gegeven van een demissionair kabinet in relatie tot de daaruit voortvloeiende onduidelijkheid over het al dan niet afschaffen van de Wgr+ (Wet gemeenschappelijke regelingen plus). Wij houden daarbij rekening met de algemene verwachting dat de vorming van een nieuw Kabinet de nodige tijd zal gaan vergen, zodat de onduidelijkheid over de afschaffing van de Wgr+ nog wel enige tijd zou kunnen gaan duren. Het is daarom naar ons oordeel nog te vroeg om een definitief oordeel over de voorliggende conceptvoorstellen te geven. Echter, dit biedt tegelijkertijd de kans om de samenwerking op basis van een breed gedragen inhoudelijke discussie (nog) beter voor te bereiden. Samen met u zijn wij van mening dat voor een goede samenwerking de inhoud leidend dient te zijn. Vervolgens wordt inhoud gegeven aan de bestuurlijke organisatorische vormgeving in de vorm van een juridisch construct.
Regionale samenwerking Onze gemeente is de laatste decennia niet anders gewend om te participeren in vele regionale samenwerkingsverbanden. De diversiteit van de verschillende verbonden partijen, waarin wij participeren is groot. Van deelname aan de Stadsregio Rotterdam ( richting Rijnmond) tot aan deelname aan Sw bedrijf Promen (richting Gouda) en alles wat daar tussen zit. Wij doen als gemeente mee en ervaren de samenwerking als een toegevoegde waarde op onze uit te voeren taken. Enkele recente onderzoeken hebben uitgewezen dat onze inwoners, onze bedrijven en ook onze bezoekers zich steeds meer bewegen over gemeente- en regionale grenzen. Het daily urban system speelt zich al geruime tijd af op het schaalniveau van de metropoolregio, zodat als gevolg hiervan ook de economische verwevenheid is gegroeid. Onze samenleving opereert dus al langer op een bredere schaal dan de twee huidige stadsregio’s. Beide regio’s zijn inmiddels uitgegroeid tot een meer en meer samenhangend verstedelijkt gebied met
functionele relaties (o.a. arbeidsmarkt, onderwijs, kennis en voorzieningen in de vorm van cultuur, sport, recreatie en winkelbezoek). Wij zullen als gemeentelijke overheid deze onomkeerbare ontwikkelingen alleen kunnen ondersteunen door samen te werken. Niet alleen met andere overheden, maar ook met andere maatschappelijke partners. Dat kan op meerdere manieren. Zowel formeel als informeel binnen netwerkverbanden. Zo kan de komende jaren flexibel worden samengewerkt aan regionale ruimtelijke, economische en sociale opgaven. Vanuit deze gedachte ondersteunen wij de door u ontwikkelde algemene missie van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, te weten: “ Wij werken aan een duurzame internationale Metropoolregio, waarin bewoners en bedrijven zich optimaal kunnen ontplooien en (internationale) bezoekers zich welkom voelen. Dit doen we door een betere positionering van ons internationaal concurrerende vestigingsklimaat en het uitvoeren van concrete projecten die de bestaande kracht van beide stedelijke regio’s bundelen. Daarbij dragen wij bij aan een positie van de Randstad als topregio in Europa”
Ambitieniveau Vanuit de missie worden drie strategieën beschreven om de economische clusters in de Metropoolregio te versterken en het aanwezige potentieel te benutten. Strategie 1: Betere benutting Daily Urban System Het gaat hier om samenwerking binnen het thema bereikbaarheid. Een sterke economie kan zich alleen goed ontwikkelen binnen een goed functionerend verkeer- en vervoersnetwerk. Daartoe moet de samenhang binnen het netwerk van het openbaar vervoer worden versterkt en er dient een meer dynamisch systeem van verkeersmanagement worden doorgevoerd op een meer samenhangend wegennet in de Metropoolregio. Dit alles niet uitsluitend op hoofdlijnen, maar ook vanuit de visie dat lokaal en/of subregionaal maatwerk mogelijk ook kan bijdragen tot het oplossen van grootschalige Metropool problemen. Dit geldt zeker voor onze gemeente. Aan de oostkant van de Metropoolregio zijn wij, ingeklemd door de rivieren Hollandsche IJssel en Lek, als toegangspoort voor de Krimpenerwaard (Groene Hart) en vice versa voor onze mobiliteit in de breedste zin van het woord volledig afhankelijk van de bestaande Algera-corridor, die vanuit de ruimtelijke positie weer direct een verbinding vormt met de bestaande Van Brienenoord-corridor. Beide corridors hebben inmiddels de uiterste grenzen qua mobiliteit bereikt en vragen om “Metropolitane” oplossingen. De urgentie is groot evenals de lokale en (sub)regionale wil om dit probleem op te lossen. Het is slechts een voorbeeld van een feitelijk mobiliteitsprobleem, dat wellicht door een intensievere samenwerking en het versterken van de samenhang in de netwerken van OV en verkeersmanagement (inclusief de mogelijkheden van (personen)vervoer over het water) kan worden opgelost. 2/5
Wij denken dat een nieuwe manier van samenwerking binnen deze strategie het best gediend is met een nieuw op te zetten vervoersautoriteit. Deze vervoersautoriteit dient te beschikken over voldoende slagkracht en financiële mogelijkheden. Binnen de vervoersautoriteit dient te worden gewerkt vanuit de visie dat de samenwerking uiteindelijk dient te leiden tot verbanden, waarbij een juiste combinatie van een gezamenlijke inzet voor de grote opgaven in de Metropoolregio worden gecombineerd met ondersteuning van lokale en (sub)regionale projecten (maatwerk).
Strategie 2: Betere benutting van kennis- en innovatiepotentieel Binnen deze strategie gaat het vooral om het ontwikkelen van een duurzaam sterke economie. Hiervoor is in ieder geval een open en flexibel vestigingsklimaat voor ondernemers een belangrijke factor. Vermindering van regeldruk en het onderling afstemmen van regels en kaders voor ondernemers is van groot belang. Dit geldt eveneens voor het beter afstemmen van vraag en aanbod van kantoren en bedrijventerreinen. Samenwerking op gebied van promotie, acquisitie en marketing biedt op korte termijn mogelijkheden. Een betere aansluiting tussen onderwijs, arbeidsmarkt en bedrijfsleven vormt eveneens een belangrijk speerpunt. Voor onze gemeente ligt daar vooral binnen de maritieme sector een uitdaging. Met de grootste overdekte scheepshelling van Europa (IHC Holland), enkele kleine scheepswerven en tal van toeleveringsbedrijven binnen de gemeentegrenzen verdient vooral deze sector aandacht. Daartoe zien wij thans mogelijkheden bij de ontwikkeling van (gemeentelijke) Werkpleinen op (sub)regionaal niveau. Die ontwikkelingen zien wij als een voorbeeld waar vooral vanuit de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven belangrijke initiatieven worden genomen om tot een realistische afstemming te komen van vraag en aanbod. Deze ontwikkeling verdient uitbreiding en extra steun op het niveau van de Metropoolregio. Een krachtige economie vraagt ook om innovatieve ontwikkeling op het gebied van energie en duurzaamheid. Hiervoor zijn tal van maatregelen in het verkeer en vervoer, de verstedelijkte omgeving en de industrie noodzakelijk. Op lokaal niveau worden inmiddels vele initiatieven hiertoe ondernomen. Wij juichen dit van harte toe en ondersteunen dit zoveel mogelijk. Daar waar dit kan ondernemen wij als gemeente zelf initiatieven. Regionale afstemming op Metropoolniveau gecombineerd met een betere kennisuitwisseling zijn echter noodzakelijk om het nuttig effect en gebruik van nieuwe technologieën te versterken en naar een hoger plan te brengen.
Strategie 3: Beter benutten van woon- en leefmilieu Zoals eerder aangegeven is het naar ons oordeel nog te vroeg om een definitief oordeel over alle voorliggende conceptvoorstellen te geven. Op enkele speerpunten binnen deze strategie hebben wij echter de behoefte om alvast enkele kanttekeningen te plaatsen. Teneinde de huidige woon- en werkmilieus op niveau te houden en waar mogelijk te versterken is het in een krappe en onzekere markt verstandig de ruimtelijke ordening, binnen 3/5
de gestelde provinciale kaders, regionaal af te stemmen. Wij hebben echter geen enkele behoefte om naast provincie en gemeente een extra toetsing door de Metropoolregio te laten plaatsvinden. In het thema wonen/volkshuisvesting wordt uitgegaan van een gezamenlijke woningmarkt van 24 gemeenten. Wij zetten grote vraagtekens bij dit uitgangspunt. Het schaalniveau waarop de woningmarkt zich beweegt is naar ons oordeel lokaal of subregionaal. Zelfs in de huidige Stadsregio Rotterdam is al sprake van verschillende subregionale woningmarkten en niet van een algemeen stadsregionale woningmarkt. Wij zien dan ook geen enkele toegevoegde waarde in de ontwikkeling van een Metropolitane woningmarkt van 24 gemeenten. Afspraken dienaangaande kunnen beter op (sub)regionaal, dan wel op lokaal niveau worden afgehandeld. Wij zien geen rol weggelegd voor de Metropoolregio bij inhoudelijke afstemming van zaken of het maken van bindende afspraken. In een ondersteunende functie kan de Metropoolregio misschien een faciliterende rol spelen bij het delen en uitwisselen van kennis, het vaststellen van een (sub)regionale huisvestingsverordening of bij lobbywerkzaamheden bij Provincie en/of Rijksoverheid. Ook het opstellen van een Metropolitane woonvisie vinden wij overbodig. Centrale afspraken over programmering van woningbouw en over de spreiding van sociale woningbouw op Metropoolniveau zijn naar ons oordeel niet gewenst. Hoewel het voor ons niet de hoogste prioriteit heeft, ondersteunen wij volledig een brede vorm van samenwerking en afstemming op het gebied van cultuur en sport. De te ondernemen acties op dit terrein ondersteunen de ontwikkeling van een prettig regionaal woon- en leefklimaat. Dit geldt ook voor de geplande samenvoeging van bestaande “stadspassen” tot één gezamenlijke Metropoolpas. Daar waar mogelijk zullen wij ook daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van deze vormen van samenwerking.
Bestuurlijk construct Na de inhoudelijke discussie over de drie strategieën volgt de ontwikkeling van een passend bestuurlijk construct. Naar onze mening is het ook hier nog te vroeg om daarover een definitief oordeel te geven. De voorliggende Proeve van een gemeenschappelijke regeling is geschreven in een context dat de Wgr+ per 1 januari 2013 zou worden afgeschaft en het dus noodzakelijk was met spoed een alternatief aan te dragen. Door de val van het kabinet is het onduidelijk of de Wgr+ zal worden afgeschaft of niet. Zolang de Wgr+ blijft bestaan, zal de huidige verplichting tot samenwerking in de huidige Wgr+ regio´s (Rotterdam en Haaglanden) gewoon blijven bestaan. Vanuit die situatie kunnen wij als 24 gemeenten zelf het initiatief nemen om - zonder tijdsdruk van bovenaf – samenwerking te zoeken op de schaal van de Metropoolregio. Zowel binnen als buiten de huidige Wgr+ zijn er mogelijkheden om op innovatieve wijze op de schaal van de Metropoolregio samen te werken. Wat ons betreft kan het voorliggende “3-ringenmodel” als denkrichting een eerste stap in de goede richting zijn. Een verdere uitwerking van dit model lijkt ons voor de hand liggen.
4/5
Bij het opzetten van een bestuurlijk construct dient wel een balans te worden gevonden tussen enerzijds de toekenning van formele bevoegdheden en anderzijds de “zwaarte” van de regeling. De huidige “lichte” organisatievorm van de Zuidvleugel is een goed voorbeeld van het in balans zijn van toegekende bevoegdheden in relatie tot de “zwaarte” van de regeling en kan wellicht als voorbeeld bij de verdere uitwerking dienen. Inmiddels is voor het vervolgproces het initiatief genomen om een bestuurlijk forum in te richten, bestaande uit de (loco)burgemeesters van de 24 gemeenten. Dit forum wordt ambtelijke ondersteund door de gemeentesecretarissen van de 24 gemeenten en zal het vervolgproces weer op gang brengen. Rekening houdend met de laatste ontwikkelingen rondom de formatie van een nieuw kabinet na de verkiezingen van 12 september 2012 zal het bestuursforum de volgende stappen in het proces zetten om vervolgens nadere voorstellen aan de 24 gemeenten uit te brengen. Hierbij zijn zorgvuldigheid en transparantie van groot belang om de samenwerking tot een succes te maken. Want samenwerking is niet alleen een kwestie van afspraken maken en spelregels verzinnen, maar vooral een kwestie van begrip voor elkaar hebben en vertrouwen in elkaar hebben. De bestuursorganen van de gemeente Krimpen aan den IJssel zullen zich in ieder geval actief blijven inzetten om te komen tot een nieuwe regionale samenwerking in de vorm van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Hoogachtend, De gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel De griffier De burgemeester
Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel, De secretaris, De burgemeester,
De burgemeester
5/5