milieuvriendelijk consumeren 10 productgroepen kritisch bekeken
OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem
voorwoord De voorbije 15 jaar is het begrip duurzame ontwik-
Het project 'Milieuvriendelijk Consumeren' is be-
keling doordrongen tot vrijwel alle onderzoeksdomei-
doeld om een bijdrage te leveren aan een goede
nen. Duurzame ontwikkeling wordt omschreven als
informatievoorziening opdat de consument in staat
…een ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden
wordt gesteld een juiste afweging te maken in het
van het heden zonder de behoeftevoorziening van de
voordeel van milieuvriendelijke producten. Dat ge-
komende generaties in het gedrang te brengen 1) en is
beurt onder andere door een antwoord te geven op de
een centraal begrip in de discours over milieu en ont-
volgende vragen:
wikkeling over de hele wereld. De laatste jaren wordt
• Wat is de milieu-impact van een product? Welke
duurzame ontwikkeling steeds meer ondersteund en
nadelige effecten ontstaan er tijdens de productie,
aangevuld met het begrip milieugebruiksruimte, of
het gebruik of de afdanking ervan?
…de mogelijkheid die de natuur en het milieu aan de
• Bestaan er misschien ook alternatieven, zodat ik
maatschappij bieden voor benutting nu, zonder af-
een milieubelastend product helemaal niet moet
breuk te doen aan toekomstige gebruiksmogelijkhe-
aanschaffen?
den. 2) Beide beschrijvingen zijn onlosmakend met
• Welk product zorgt voor het beste resultaat op vlak
elkaar verbonden en dienen een kapstok te vormen
van milieu, zonder hiervoor aan kwaliteit in te boe-
voor beleidsmakers in de toekomst.
ten? • Welke initiatieven heeft de overheid of het bedrijfs-
De milieugebruiksruimte die wij zelf in beslag nemen, dienen we dan ook te beschermen en verkleinen. Dat kan onder andere door ons consumptiegedrag te wijzigen en aan te passen. De ervaring leert
leven reeds genomen? Zijn hiervoor specifieke organisaties opgericht? • Hoe kan ik zelf zuiniger omspringen met producten, grondstoffen en energie?
dat consumenten wel milieuvriendelijke producten willen aankopen, maar door een gebrek aan juiste en
In deze brochure vindt u – als consument of inko-
eenduidige informatie vaak verdwaald geraken in
per bij een bedrijf of overheid - alvast een eerste hulp
allerlei labels en slogans. De beleidsmakers verwach-
bij de aankoop van producten. De brochure bevat
ten dan ook een grotere consumentenvraag naar
beknopte informatie over de productgroepen: batterij-
groene producten te kunnen creëren door informatie
en, huishoudtoestellen, isolatie, kantoorartikelen,
en bewustmaking over de milieu-aspecten van
meubels, verlichting, verf, vloerbedekking, reinigings-
producten begrijpelijker en makkelijker toegankelijk
middelen en tuinieren. Mocht u nog meer diepgaande
te maken.
informatie wensen, dan kunt u het uitgebreide handboek bestellen (14 euro) bij de OVAM: per fax op 015/203.275 of per email op
[email protected].
1. UCMO (Universele Commissie voor Milieu en Ontwikkeling), Onze Aarde Morgen, Tielt, Lannoo, 1989, p. 60 2. Mazijn B., De Jonge W. en Van Assche J., Onderzoek naar de mogelijkheden en beperkingen van het concept milieugebruiksruimte, Gent: CDO – Universiteit Gent, 1998.
3
batterijen Batterijen zijn alomtegenwoordig in onze samenleving. Het gemiddelde gezin gebruikt zo’n 15 stuks per jaar in de meest uiteenlopende toestellen, van zaklantaarns tot computers. Een positief punt is dat ze steeds kleiner, lichter en milieuvriendelijker worden.
Welke batterij? Er bestaan twee grote categorieën van batterijen, de wegwerpbare en de herlaadbare. De belangrijkste soorten wegwerpbatterijen zijn de zinkkoolstofbatterijen en de alkalinebatterijen. De eerste zijn alleen geschikt voor toestellen die weinig stroom verbruiken en hebben het nadeel dat ze lekken als ze leeg zijn. De tweede leveren twee tot vier keer meer ener4
gie en lekken niet.
Ook bij de herlaadbare batterijen vinden we twee
Zinkkoolstofbatterij
Alkalinebatterij
grote soorten, namelijk nikkelcadmium (NiCd) en nikkelmetaalhydride (NiMH). NiCd-batterijen zijn wat goedkoper, maar hebben het nadeel van een kleinere capaciteit en van het “geheugeneffect”: de batterij moet helemaal leeg zijn voor u ze oplaadt, zoniet neemt haar vermogen bij elke laadbeurt af. Bovendien bevatten ze het gevaarlijke zware metaal cadmium. NiMH-batterijen belasten het milieu minder, hebben een hogere capaciteit en geen last van het geheugen-
Zinklucht knoopcel
effect. Nieuw zijn de herlaadbare alkalinebatterijen. Ze zijn vrij milieuvriendelijk en lijden niet aan het geheugeneffect, maar kunnen slechts 100 tot 300 keer worden geladen. Ten slotte bestaan er ook lithiumionbatterijen, die een enorme capaciteit en een gering gewicht hebben. Jammer genoeg zijn ze duur en moeten ze in het toestel - bijvoorbeeld een draagbare computer - zelf worden opgeladen, zodat hun toepassingsmogelijkheden beperkt zijn.
Batterijen en milieu Zowel herlaadbare als wegwerpbatterijen kunnen
Het beste voor het milieu blijft echter helemaal
gevaarlijke stoffen bevatten die best niet in het milieu
geen batterijen te gebruiken. Er bestaan alternatieven
belanden. De schadelijkste zijn lood, kwik en cadmium:
die niet alleen milieuvriendelijker maar vaak ook goed-
ze zijn giftig en worden niet afgebroken. Bovendien
koper zijn: mechanische energie, zonne-energie... of
vraagt de productie van batterijen veel energie en
elektriciteit uit het stopcontact.
grondstoffen. Het is dus dubbel belangrijk dat we batterijen inzamelen en recycleren. Die inzameling is in ons land het werk van de vzw BEBAT, met meer dan 20.000 inzamelpunten waar gebruikte batterijen gratis kunnen worden gedeponeerd.
In een notendop Vanuit milieuoogpunt zijn herlaadbare batterijen beter dan wegwerpbatterijen. Vooral de NiMH-batterijen scoren prima. Ze hebben geen last van het geheugeneffect en zijn minder schadelijk voor het milieu, aangezien ze geen cadmium bevatten. Hun hogere aankoopprijs wordt goedgemaakt door hun voordelig gebruik. Als u toch wegwerpbatterijen moet gebruiken, kies dan het alkalinetype.
Goed idee
• Schakel elektrische toestellen altijd uit nadat u ze hebt gebruikt. • Alkalinebatterijen die niet meer voldoende stroom leveren voor de flitser of de walkman, kunnen vaak nog een tijdje mee in een wekker of afstandsbediening. • Koop liever een horloge of rekenmachine met zonnecel dan met batterij. • Verkies NiMH-batterijen boven NiCd-batterijen. De eerste zijn beter voor het milieu, handiger in het gebruik en gaan langer mee. • Combineer geen batterijen van verschillende soorten en merken. • Bewaar batterijen koel en droog. • Batterijen op? Vervang ze allemaal tegelijk. Doet u dat niet, dan verbruikt de half-lege batterij de capaciteit van de volle! • Let er bij de aankoop van een lader op dat hij geschikt is voor zowel NiCd- als NiMH-batterijen, en voorzien is van een automatische uitschakeling die overladen voorkomt. • Herlaad NiCd-batterijen pas als ze volledig leeg zijn. Zorg dat ze net lang genoeg in de lader blijven: te kort opladen geeft capaciteitsverlies, te lang opladen is slecht voor de levensduur. • Deponeer afgedankte batterijen in een gratis inzamelpunt van BEBAT.
5
huishoudtoestellen Veel van onze elektrische huishoudtoestellen zijn echte energieverslinders. Bovendien komen er steeds meer toestellen en worden ze sneller vervangen, zodat de afvalstroom voortdurend toeneemt. Milieubewust kiezen is dus de boodschap: sommige toestellen verbruiken tot tien keer minder dan andere!
Comfort kost energie
6
• Wasmachines verbruiken veel elektriciteit, vooral
• Bij de koelkasten vinden we modellen met of zon-
voor het opwarmen van het water, zodat een model
der vriesvak, tweedeurskoelkasten of koelvriescombi-
dat op de warmwaterleiding kan worden aangesloten
naties. Vriezers zijn er in twee soorten: de verticale
een goed idee is. Een hotfill wasmachine is hier een
kist en de horizontale kast. De temperatuur van het
mooi voorbeeld van. Het gebruik van energiezuinige
vriesvak wordt aangegeven met sterren. Invriezen kan
programma’s, die minder elektriciteit en water verbrui-
alleen in een vriezer met vier sterren. Ook hier is het
ken, verdient uiteraard de voorkeur.
energieverbruik het belangrijkste milieu-aspect. Het
• De milieubelasting van een vaatwasser wordt
hangt af van de inhoud van de koelkast of vriezer, de
eveneens grotendeels bepaald door het elektriciteits-
vriescapaciteit van de vriezer (aantal sterren), het merk
verbruik voor het opwarmen van het water. Ook voor
of type en de levensduur van het toestel. Uit onder-
de vaat zijn hotfill vaatwassers op de markt verkrijg-
zoek blijkt dat een combinatie koelkast-diepvriezer
baar. Let bovendien op het waterverbruik: de nieuwste
energiezuiniger is dan de afzonderlijke elementen.
machines gebruiken 1.200 liter water per jaar minder
• Koken doen we op een gasfornuis, een elektrisch
dan de gemiddelde bestaande vaatwassers.
fornuis met kookplaten, ceramische platen of induc-
• Wasdrogers zijn er in twee soorten: met luchtaf-
tieplaten, en in de oven (elektrisch, gas of microgolf).
voer en met condensatie. Ze drogen de was allebei
Opnieuw is het energieverbruik de belangrijkste factor
met warme lucht, maar bij een condensdroger slaat de
voor het milieu. Het koken op gas is in de meeste
waterdamp neer in een ingebouwde bak. Dit model
gevallen het energiezuinigst en dus het milieuvriende-
verbruikt wat meer stroom, maar compenseert dat
lijkst. Indien dat niet mogelijk is, verdient keramisch
door de kamer te verwarmen, wat stookkosten in het
koken de voorkeur. Een uitzondering is het bereiden
winterseizoen bespaart. Een nieuw en vanuit econo-
van eenpersoonsporties, dat is het efficiëntst in een
misch en milieuoogpunt interessant type is de gasge-
microgolfoven. Bij de ovens maken we ook nog een
stookte droogtrommel, die tot 60% minder energie
onderscheid tussen conventioneel en met warme
verbruikt dan een gewone droger. Ook interessant is
lucht. Het opwarmen in een heteluchtoven duurt kor-
de elektrische droger met een warmtepomp.
ter dan bij een conventionele oven.
Huishoudtoestellen en milieu Huishoudtoestellen bestaan meestal uit een meta-
Zoals we al hebben gezien, schuilt de belangrijkste
len behuizing, elektronica, schakelapparatuur, kabels,
milieu-impact van huishoudtoestellen in hun energie-
snoeren en draden. De behuizing van de toestellen is
verbruik. We moeten dus goed op het vermogen letten
minder schadelijk voor het milieu dan de schadelijke
en beseffen dat de aankoop van een nieuw, energie-
stoffen die ze bevat, zoals de koel- en blaasmiddelen
zuiniger model vaak milieusparend is. Schaf daarom
van koelkasten en diepvriezers. Tot voor kort werden
een energiezuinig apparaat aan met energielabel A.
immers CFK's en HCFK's gebruikt om te koelen.
Vergelijk het verbruik van de verschillende apparaten
Sommige fabrikanten gebruiken nu HFK’s, maar pro-
met A-labels, omdat hier onderling nog grote verschil-
paan en isobutaan zijn beter voor het milieu.
len kunnen zitten.
Het is dan ook belangrijk dat afgedankte toestellen apart worden ingezameld en op een verantwoorde manier opgeruimd. Dit gebeurt door de vzw RECUPEL, die werd opgericht door de vereniging van fabrikanten en invoerders van elektrische en elektronische toestellen. Sinds 1 juli 2001 betaalt u een bijdrage bij elke aankoop van een nieuw elektrisch of elektronisch toestel. Deze bijdrage dient integraal voor de recyclage van dit toestel.
Goed idee • Kies een apparaat met de juiste capaciteit voor uw huishouden.
• Zet het apparaat op een geschikte plaats (temperatuur, vochtigheid) en installeer het correct (bijvoorbeeld op schokdempers bij wasmachines). Plaats bijvoorbeeld de koelkast niet op een warme plaats in de keuken. • Let bij gebruik van het apparaat op de instelling van meest geschikte en minst milieubelastende temperatuur, programma, ... • Gebruik in de wasmachine niet te veel waspoeder. Een overdosis poeder zorgt voor een hogere milieubelasting en een groter energieverbruik. • Eén volle wasmachine of droger laten draaien is voordeliger dan twee halve ladingen. • Laat de vaatwasser pas werken als hij volledig vol is. Spoel de vuile vaat eventueel met koud water om aankoeken te voorkomen. • Centrifugeer de was goed vóór hij in de droger gaat: hij droogt sneller en u spaart energie. • Een droogkast is niet altijd nodig. Door de was op te hangen, droogt hij ook. Het duurt alleen wat langer. Maar het is wel gratis. • Houd orde in uw diepvriezer: zo moet u minder lang zoeken en ontsnapt er geen overbodige kou. • Kookt u op gas, gebruik de waakvlam dan liever niet. U gebruikt dan twee keer zoveel gas als voor het koken nodig is. • Schakel de oven enkele minuten vóór het einde van de baktijd uit.
7
isolatie In ons land gaat per woning de helft tot drie vierde van het totale energieverbruik naar de verwarming. Het grootste gedeelte van die kostbare warmte verdwijnt door muren, ramen, dak en vloeren naar buiten. Daarom is het cruciaal dat we door middel van een goede isolatie het warmteverlies zo goed mogelijk beperken.
Welke isolatie? De efficiëntie van een isolatiemateriaal wordt gemeten aan haar warmtegeleidingscoëfficiënt of lambdawaarde. Dit coëfficiënt hangt af van de geleidbaarheid voor warmte, de poreusheid en de fijne verdeling van de poriën. Naast een lage lambdawaarde en de milieuvriendelijkheid spelen natuurlijk nog ande8
re factoren mee, zoals het vochtgedrag, de mechanisch sterkte en stijfheid, de chemische weerstand en het brandgedrag. Op basis van hun samenstelling onderscheiden we drie soorten van isolatiematerialen: • steenachtige materialen, zoals minerale wol (zowel steen- als glaswol), perlietplaten, schuimglas en geëxpandeerde kleikorrels; • kunststofmaterialen, zoals polyurethaan (PUR) en polystyreen (EPS en XPS); • materialen op basis van hernieuwbare grondstoffen, zoals kurk, wol, papiervlokken, vlas, houtvezelplaat, katoen en schelpen.
Isolatie en milieu De winning van steensoorten als kalksteendolomiet
Isolatiematerialen zijn in principe recycleerbaar.
en diabas, de grondstoffen van steenwol, is erg
Vaak bevatten ze echter combinaties met andere
belastend voor het milieu. Glaswol, dat grotendeels
materialen, wat de recyclagemogelijkheden beperkt.
van glasafval wordt gemaakt, heeft dat nadeel niet.
Als bijvoorbeeld polyurethaanschuim wordt gebruikt
Kunststoffen verbruiken kostbare olie en leiden tot de
voor naadafdichting, bemoeilijkt dat de recyclage van
productie van milieugevaarlijke gassen en andere
de materialen waar het schuim aan kleeft, zoals hout
stoffen. Hernieuwbare materialen hebben het voordeel
en beton.
dat ze met relatief weinig energie weer aangroeien en
Ondanks deze milieunadelen blijft de balans van
na hun afdanking meestal composteerbaar zijn en dus
isolatie positief. Met andere woorden, we isoleren nog
geen zware belasting vormen voor het milieu. Toch zijn
altijd veel te weinig!
ze niet altijd onschuldig . De winning van schelpen bijvoorbeeld, vormt een aanzienlijke aantasting van het landschap. Door reststoffen als basismateriaal voor isolatie te gebruiken, wordt een hoop afval en tegelijkertijd een hoop nieuw materiaal gebruikt. De milieuvriendelijkste materialen zijn dan ook cellulose (van oud papier), houtvezelplaat, zachtboard, glaswol en schuimglas.
Isolatie in een notendop Het aanbrengen van isolatiemateriaal is uit milieuoogpunt een goede zaak, want het bespaart energie. Het voordeel is nog groter als we materialen gebruiken die het milieu niet ernstig belasten. Er bestaat echter geen ideaal isolatiemateriaal voor alle toepassingen. Hernieuwbare materialen hebben de voorkeur, maar zijn niet overal geschikt. Oud papier bijvoorbeeld, dat vocht aantrekt, is niet aanbevolen voor een kruipruimte. Belangrijk is dat u de meest geschikte plek isoleert, zoals de zoldervloer in plaats van het dak, of de spouw in plaats van de gevel. Dergelijke oplossingen kosten minder materiaal, omdat een wand of andere bedekking niet nodig is.
Goed idee • Overisoleren kan niet, als u de woning maar voldoende ventileert.
• Zorg dat uw architect de isolatiewaarden voor een zuinige woning opneemt in het contract.
• Isoleren moet zorgvuldig gebeuren, met een wind- en luchtdichte afwerking en zonder koudebruggen. • Isoleer de leidingen in ruimten waar niet wordt gestookt. • Breng bij buitenisolatie altijd een dampremmende laag aan op de warme zijde van het huis. • Let er bij vloerisolatie op dat de leidingdoorvoeren van bijvoorbeeld de centrale verwarming worden afgedicht. • Als de zolder alleen voor opslag wordt gebruikt, kunt u de zoldervloer isoleren. • Laat de kwaliteit van de spouw controleren vóór u de gevel isoleert: resten beton en steen moeten worden weggehaald.
9
kantoorartikelen Individuele kantoren veroorzaken meestal weinig milieuoverlast, maar samen zorgen ze voor een grote afvalberg. Ondanks de voorspelling van een “papierloze” maatschappij, wordt papier nog altijd op grote schaal als informatiedrager gebruikt en komt het vaak in de afvalstroom terecht. Bovendien verbruiken de vele elektrische kantoorapparaten heel wat stroom en kunnen ze belastend zijn voor het milieu.
Papier
10
Kantoorapparaten
Het papierverbruik zorgt voor een grote druk op de
Computers, printers, faxen en modems zijn overal
bossen in de wereld. Bovendien is de papierproductie
present, niet alleen in de kantoren maar ook thuis. De
erg vervuilend voor het milieu. Het maken van papier
grootste milieubelasting in de levenscyclus van de
kost water en energie, zorgt voor lucht- en waterver-
meeste kantoorapparaten is het energieverbruik. Het
ontreiniging en veroorzaakt afval. Tegenwoordig wordt
vermogen van een computer, een printer en een fax
er echter meer en meer gebruik gemaakt van ingeza-
samen is gemiddeld 350 Watt in actieve stand, maar
meld papier en karton om nieuw papier te maken. Dit
ook in inactieve stand verbruiken ze energie. Daarom
spaart bossen, tast de natuur minder aan en voorkomt
is het belangrijk dat we modellen kiezen die zichzelf
afval. De productie van papier uit oud papier kost niet
automatisch uitschakelen wanneer ze niet worden
alleen minder hout, maar ook minder water en produ-
gebruikt, het zogenaamde “power management”.
ceert minder lucht- en watervervuiling. Daarom is het
Dergelijke systemen verminderen niet alleen het elek-
van belang dat we papier en karton gescheiden inle-
triciteitsverbruik maar ook de verspreiding van warm-
veren. Maar ook de productie van kringlooppapier
te, geluid en elektromagnetische straling. Natuurlijk
gaat gepaard met milieubelasting, zodat we zo zuinig
kunt u apparaten die u niet gebruikt ook gewoon uit-
mogelijk moeten zijn met papier. De preventie van
zetten.
papierafval is en blijft de beste oplossing. Kies bij de
Voor u een computer, printer of fax aanschaft, is het
aankoop van papier steeds voor postconsumer-
belangrijk dat u bepaalt voor welke toepassingen u de
papier, dat afkomstig is van de inzameling bij huis-
apparatuur zult gebruiken. U kunt dan uw keuze aan-
houdens, kantoren en drukkerijen (bedrukt afval). Als u
passen en koopt geen overbodige, vaak energiever-
toch niet-gerecycleerd papier wilt kopen, let dan op
bruikende toestellen met functies die u niet nodig
de vermelding «elementary chlorine free» (ECF-
hebt. Let ook op eventuele milieukeurmerken: een
gebleekt) of «totally chlorine free» (TCF-gebleekt). Het
artikel dat een keurmerk draagt, voldoet aan relatief
is veruit te kiezen boven gewoon chloorgebleekt
strenge milieu- en kwaliteitseisen en is minder milieu-
papier.
belastend.
Schrijfbenodigdheden en andere kantooraccessoires Voor schrijfgerei, corrector, meetlatten, mappen en
alcohol of alcohol zijn vanuit milieuoogpunt het beste.
al die andere accessoires is de levensduur een van de
Kies voor het klasseren mappen en ringbanden van
belangrijkste milieuaspecten. Stevige, navulbare
kringloopkarton, eventueel beplakt met kringlooppa-
materialen verdienen de voorkeur. Een degelijke bal-
pier, of mappen met een linnen rug. Gebruik voor het
pen met een grote vulling gaat veel langer mee dan
lijmen van papier natuurlijm op basis van Arabische
een wegwerpbalpen. Voor het markeren op papier
gom en onthoud dat plakband van polypropyleen of
gebruiken we best navulbare markeerstiften op water-
celluloseacetaat minder schadelijk is dan PVC. De
basis. Ook correctiemiddelen op basis van water/
beste meetlat is een lat van inheems beukenhout.
Goed idee • Bespaar papier door dubbelzijdig te kopiëren, te printen en te beschrijven.
• Twee A4-pagina’s kunnen bij het kopiëren verkleind worden tot ze passen op één A4. • Controleer de tekst voor het printen, met spellingcontrole en “afdrukvoorbeeld”.
• Gebruik best producten van kringlooppapier, zoals enveloppen en kopieer-, printer of schrijfpapier. • Maak gebruik van het prikbord, personeelsblad of een circulatiemapje voor mededelingen. • Indien u over een computernetwerk beschikt, kunt u dat gebruiken om post of bestanden te versturen. Maak echter niet meer afdrukken van digitale documenten dan strikt noodzakelijk. E-mails kunnen het papierverbruik soms flink doen stijgen. • Vraag de leverancier of er een slaapstand (energiespaarstand) op het apparaat gezet kan worden, als het apparaat hiervan nog niet voorzien is. • Schakel zoveel mogelijk alle apparatuur uit, als u deze niet gebruikt. • Met een multifunctioneel apparaat (fax + printer + kopieerapparaat) bespaart u energie en grondstoffen. • Koop indien mogelijk tonercartridges of tonerkits met een zo groot mogelijke hoeveelheid toner. De levensduur van de cartridge is dan evenredig langer. • Schud de tonercassette van uw laserprinter als u een melding krijgt dat de toner op is. U krijgt dan nog een prima afdrukkwaliteit. • Inkjetprinters worden best niet tegelijk met de PC aangezet. Bij het aanzetten spoelt de inkjetprinter immers elke keer de inktpatronen door, zodat inkt verloren gaat. • Als u de computer liever niet uitzet, kunt u in elk geval de monitor uitschakelen, meestal heeft die een aparte knop.
11
meubels Wanneer we een meubel kopen, letten we op een heleboel factoren. Is het mooi? Past het in ons interieur? Is het comfortabel en praktisch? Wat kost het? Maar één ding vergeten we meestal: wat is zijn invloed op het milieu?
Meubels en milieu
Polyetherschuim, het vulmateriaal van veel
De impact van een meubel op het milieu hangt gro-
matrassen en zitmeubels, wordt gemaakt van
tendeels af van de materialen waarvan het wordt ge-
aardolie, een eindige grondstof. Om het schuim te
maakt. Hoe belastend is hun productie en opruiming?
produceren worden soms schadelijke stoffen toegepast, maar steeds vervangt men die door water. PVC,
12
Bij hout is de mate van milieubelasting vooral
dat veel gebruikt wordt voor het spuitgieten van bij-
afhankelijk van de herkomst. Massief hout kan uit
voorbeeld tuinmeubels, wordt gemaakt van het milieu-
plantages of natuurlijke bossen komen. Als die duur-
gevaarlijke chloor. Bij de verbranding van PVC in een
zaam worden beheerd, ondervinden ze geen ernstige
gewone verbrandingsoven ontstaan zeer gevaarlijke
schade, maar als er onzorgvuldig wordt gekapt, kan
stoffen, zoals zoutzuur en dioxinen. De meeste syn-
het
herstellen.
thetische textielvezels, zoals acryl, polyester en
Plaatmateriaal wordt meestal vervaardigd uit dun-
polyamide, worden gemaakt van aardolie. Een uitzon-
ningshout en houtresten, met formaldehydeharsen als
dering is viscose; het wordt vervaardigd van hout en
bindmiddel. Formaldehyde kan irritaties van de lucht-
acetaat uit katoenafval, maar levert tijdens de produc-
wegen en de ogen veroorzaken en wordt bovendien
tie veel milieuschadelijk afval op. In tegenstelling met
van aardgas gemaakt, een eindige grondstof.
katoen of wol kunnen synthetische vezels niet goed
Onbehandeld hout kan op het einde van zijn levens-
worden gerecycleerd.
bos
zich
niet
of
nauwelijks
cyclus worden gebruikt voor de productie van spaanplaat. Behandeld hout wordt meestal verbrand, eventueel met warmterecuperatie.
De productie van aluminium is vrij milieubelastend, omdat de ertswinning het landschap aantast en de vervaardiging veel energie verslindt. De productie van staal vraagt minder energie, maar veroorzaakt veel stofemissies en luchtvervuiling. Beide materialen hebben echter het voordeel dat ze ingezameld en gerecycleerd worden.
Natuurlijke stoffen lijken op het eerste gezicht een goede keuze, maar zijn in werkelijkheid soms problematisch. De traditionele katoenteelt gebruikt veel bestrijdingsmiddelen en kunstmest en verbruikt grote hoeveelheden water, wat tot verdroging en verzilting leidt. Bij de wolproductie worden behoorlijk veel pesticiden gebruikt, om de schapen tegen parasieten te beschermen. Leer wordt meestal gelooid met chroomzouten, die het zware metaal chroom in het afvalwater doen belanden. De grondstoffen van natuurlatex, jute en kokos hebben een relatief lage milieubelasting, die vooral wordt veroorzaakt door het transport van de plaats van oorsprong (meestal de landen van de Derde Wereld) naar Europa.
Meubels in een notendop Bij de keuze van houten meubels, zowel voor binnen als voor buiten, geeft u de voorkeur aan massief hout uit een goed beheerd bos en liefst uit Europa. Hout uit goed beheerde bossen kunt u herkennen aan het FSC-keurmerk. Triplex of multiplex uit een goed beheerd bos zijn een aanvaardbaar alternatief. De meest milieuvriendelijke zitbank heeft een bekleding van linnen of biologisch katoen. Bij de keuze van een matras, ten slotte, hoeft u zich het hoofd niet te breken over de milieuweerslag: die is voor vrijwel alle matrassen min of meer identiek. De enige uitzondering op de regel is het waterbed, dat tijdens het gebruik veel energie en water verbruikt.
13
Goed idee • Doe zitmeubels niet weg als hun bekleding versleten is, maar laat ze opnieuw bekleden.
• Wilt u een meubel wegdoen maar is het nog bruikbaar? Vraag aan familie en kennissen of ze het kunnen gebruiken, of breng het naar een kringloopcentrum. • Houd gestoffeerde meubels zoveel mogelijk uit rechtstreeks zonlicht, zodat ze niet verkleuren. • Vraag uw leverancier naar de beste manier om de meubels te onderhouden.
• Matrassen blijven het best in vorm wanneer ze regelmatig worden omgekeerd (voeteneind naar boven en/of andere zijde boven). • Bij goed onderhoud gaat een matras langer mee. Laat ze overdag zonder dek luchten. Borstel en stofzuig ze regelmatig. • Zet tuinmeubels buiten het seizoen en op natte dagen binnen. Zorg dat het water eraf kan lopen door het meubel schuin te zetten. • Borstel ongelakte houten tuinmeubels regelmatig af met een harde borstel, zodat het vuil zich niet in poriën en scheurtjes nestelt. • Gebruik voor de reiniging van ongelakte tuinmeubels geen hogedrukspuit: ze maakt het hout ruw, zodat het na verloop van tijd gaat scheuren.
verlichting De verlichting speelt een buitengewoon belangrijke rol in ons familiaal, sociaal en economisch leven. Ze verbruikt echter enorm veel energie: ongeveer één vijfde van het Belgische elektriciteitsverbruik gaat op in licht. We doen er dus goed aan de lampen thuis en op het werk goed onder de loep te nemen!
Welke lampen? De huidige types van lampen worden ingedeeld in gloeilampen en gasontladingslampen. De eerste groep omvat de conventionele gloeilampen en halogeenlampen, de tweede de TL-lampen en compacte fluorescentielampen. • Gloeilampen produceren licht door de verhitting 14
van een gloeidraad van wolfraam. Omdat de gloeidraad in een luchtledige of met inert gas gevulde glazen peer geplaatst is, straalt hij lichtgevende fotonen uit. Een halogeenlamp is in feite een kleine gloeilamp die een hoeveelheid halogeengas (broom of jodium) bevat. Ze gaat twee keer langer mee dan een gewone gloeilamp. • Gasontladingslampen werken volgens een totaal ander principe. Hier wordt het licht voortgebracht door de ontlading van elektronen in een glazen buis, gevuld met edelgas. Voor de ontsteking en de stabilisatie van een gasontladingslamp is een voorschakelapparaat nodig. Geef de voorkeur aan elektronische voorschakelapparaten, die het verbruik van de lamp beduidend verminderen en de kwaliteit van het licht verbeteren. De bekendste gasontladingslamp is de TL-buis. Een nieuwere variant is de compacte fluorescentielamp of spaarlamp.
Verlichting en milieu Diverse factoren bepalen de weerslag van de ver-
combinatie met een elektronische transformator. TL-
lichting op het milieu. De materialen en grondstoffen
lampen hebben het hoogste lichtrendement en zijn
van de lampen en armaturen spelen natuurlijk mee,
goedkoop, maar geven soms een ongezellig licht.
maar het belangrijkste is toch het energieverbruik:
Spaarlampen, ten slotte, geven licht van goede kwa-
ongeveer 90 percent van het milieu-effect van een
liteit en hebben een hoog rendement: een spaarlamp
lamp houdt verband met de stroom die ze verbruikt.
van 15 W geeft evenveel licht als een gloeilamp van 75
Een goede lamp is dus een zuinige lamp.
W, verbruikt vijf keer minder elektriciteit en gaat acht
Die zuinigheid kunnen we meten aan het lichtren-
keer langer mee. Onthoud ook dat TL-buizen en
dement, namelijk de hoeveelheid licht die een lamp
spaarlampen kwikhoudend gas bevatten en dus als
produceert voor elke eenheid energie die ze verbruikt.
klein gevaarlijk afval moeten worden opgeruimd.
Gloeilampen scoren in dit opzicht het slechtst (90 tot
Gloeilampen moeten bij het gewone afval. Ze horen
95 percent van de energie gaat verloren in de vorm
niet thuis in de glasbak, want ze bevatten naast glas
van warmte). Halogeenlampen doen het beter, zeker in
ook andere materialen.
Verlichting in een notendop Niet elke kamer heeft evenveel licht nodig: een gang vraagt bijvoorbeeld minder licht dan een studeerkamer. Belangrijk is de juiste verhouding tussen de algemene verlichting en de plaatselijke verlichting, net als de kwaliteit van het licht: het moet voldoende sterk zijn maar mag niet verblinden, geen schaduwen vormen en de kleuren niet veranderen. Op het vlak van het milieu moet u bij de aankoop rekening houden met het energieverbruik (spaarlampen!), de samenstelling van het apparaat en zijn benodigdheden (armatuur, fitting, starters, dimmers,...), en ten slotte de afvalfase.
15
Goed idee • Gebruik gloeilampen alleen op plaatsen waar slechts heel af en toe licht brandt.
• Vervang uw gloeilampen door spaarlampen. U bespaart 75 tot 80 percent elektriciteit.
• Fluorescentielampen met elektronisch voorschakelapparaat verbruiken 20 percent minder en gaan langer mee. • Overschrijd nooit het maximum vermogen van een armatuur: het materiaal kan door oververhitting smelten. • Neem halogeenlampen nooit vast met de blote hand, maar gebruik een droog doekje. • Als u een halogeenlamp dimt, moet u ze af en toe op volle kracht laten branden, zodat de wolfraamdeeltjes terugkeren naar de wolfraamdraad. • Stof lampen en armaturen regelmatig af. Stof kan 30 percent van de lichtopbrengst verloren doen gaan. • Een sterke lamp verbruikt minder energie dan verscheidene zwakke, ook al hebben ze samen evenveel vermogen. • Kies lichte kleuren voor het plafond en de wanden: ze weerkaatsen het licht, zodat u minder kunstlicht nodig hebt. • Door op bepaalde plaatsen een schakelklok, timer of bewegingsmelder voor de verlichting aan te brengen, voorkomt u dat lampen onnodig blijven branden.
verf Bij het schilderen kunt u op verscheidene manieren rekening houden met het milieu en uw gezondheid: bij de aanschaf van de verf, het verwijderen van de oude lagen, het voorbehandelen van de ondergrond, het schoonmaken van het gereedschap en het opruimen van het afval. De gulden regel: vermijd verspilling.
Welke verf? Het verschil tussen verfsoorten wordt vooral bepaald door het soort bindmiddel, het soort oplosmiddel en de hoeveelheid van beide. De belangrijkste types zijn: • Klassieke synthetische alkydverf. De meest gebruikte soort, maar wegens de vluchtige organische 16
stoffen die ze bevat de slechtste keuze voor het milieu. • High solid alkydverf. Haar eigenschappen verschillen nauwelijks van die van gewone alkydverf, maar ze bevat veel minder oplosmiddel. Prima voor buitenschilderwerk. • Waterverdunbare acrylaatverf. Ook wel acrylaatdispersieverf of latexverf genoemd. Ze bevat weinig oplosmiddel, ruikt niet, is snel droog en overschilderbaar, vergeelt niet en is brandveilig, maar heeft ook nadelen: ze vloeit minder goed uit, glanst minder, is moeilijker schoon te maken en te verwijderen. • Hybrideverf. Dit nieuwe type van verf gebruikt een met water verdunbaar mengsel van acrylaat- en alkyd-
• Natuurverf. Ze bestaat voornamelijk uit plantaardi-
hars als bindmiddel en weinig of geen (0 tot 10 %)
ge grondstoffen als lijnolie en caseïne (gewonnen uit
vluchtige organische stoffen als oplosmiddel.
afgeroomde melk). Als oplosmiddel gebruik men meestal citrusolie, water of uit pijnbomen gewonnen terpentijn. Natuurverf droogt minder snel dan traditionele verf, maar de moderne natuurverven geven uitstekende resultaten en zijn veel gezonder en milieuvriendelijker.
Verf en milieu Verf veroorzaakt zowel tijdens de productie als tij-
milieuvriendelijk. De winning van pigmenten zoals
dens het gebruik en de opruiming milieuproblemen.
titaandioxide (voor witte verf) of minerale pigmenten
Ze bevat immers een heleboel schadelijke chemische
(zouten en metaaloxyden) vraagt veel energie en levert
stoffen: bindmiddelen, oplosmiddelen, pigmenten,
veel afval op, dat onder andere verontreinigd is met
conserveermiddelen, droogmiddelen en weekmakers.
zware metalen. Ook zorgt het voor relatief grote water-
De grootste schuldigen zijn de vluchtig organische
vervuiling. Wees dus zuinig met verf en ruim het afval
stoffen, zoals white spirit, die het broeikaseffect ver-
op een verantwoorde manier op. Verfresten, verpak-
sterken en bijdragen tot smog en zure regen. Ook de
kingen en verfborstels horen thuis bij het klein gevaar-
pigmenten en de andere stoffen zijn allesbehalve
lijk afval.
Verf in een notendop Het beste milieurendement wordt bereikt met verf met weinig of geen oplosmiddelen, hoge kwaliteit, laag verbruik en een efficiënte schildertechniek. Vanuit milieuoogpunt verdienen de verftypes met zo min mogelijk organische stoffen de voorkeur, zodat de keuze van natuurverf en verf met weinig oplosmiddelen voor de hand ligt. Voor binnenverf zijn producten op waterbasis de beste oplossing, gevolgd door high-solid verven en natuurverven. Ze leveren allemaal een uitstekend resultaat. Voor buitenwerk geven high-solid verven de beste verhouding kwaliteit/milieu. Ook verf op waterbasis doet het goed. Gebruik hoe dan ook geen traditionele alkydverf met oplosmiddelen. Naast de keuze voor een meer milieuvriendelijke verfsoort is het om de milieubelasting te minimaliseren ook belangrijk dat de verf verstandig wordt gebruikt. Hoe gladder en schoner de ondergrond, hoe langer de verf blijft zitten. Het te verven oppervlak moet dus goed worden afgewassen.
17
Goed idee
• Als u binnen verft, moet u goed ventileren, niet alleen voor uw gezondheid maar ook om de verf beter te doen drogen.
• Verf op kamertemperatuur brengen en goed roeren is beter om ze vloeibaar te maken dan verdunnen met oplosmiddelen.
• Maak geverfde vlakken jaarlijks met wat water schoon en werk beschadigingen bij. Zo gaat de verf langer mee en spaart u verf, geld en tijd. • Ontvet en schuur de ondergrond: zo hecht de verf beter en blijft ze langer mooi. • Voorkom de inademing van giftige stof door nat te schuren met waterproof schuurpapier, het stof op te dweilen en een stofkapje te dragen. • Als u halverwege een verfklus moet stoppen, hoeft u de kwast niet schoon te maken, als u hem maar luchtdicht in een plastic zakje op een koele plaats bewaart. • White spirit is giftig, gebruik het dus nooit om uw handen schoon te maken. Geef de voorkeur aan zeep of een speciale handenreiniger. • Spoel kwasten met verf op waterbasis niet uit onder de kraan. Veeg ze af, spoel ze in water, laat dat opdrogen en ruim de gedroogde resten op als klein gevaarlijk afval.
vloerbekleding Nieuwe vloerbedekking kiezen is niet gemakkelijk. Er bestaan immers een heleboel verschillende materialen, allemaal met hun eigen voor- en nadelen. Als u dan ook nog rekening houdt met de weerslag op het milieu, wordt het nog een stuk ingewikkelder. Toch even proberen...
Welk materiaal? We onderscheiden vijf grote categorieën: tapijt, linoleum en kurk, vinyl, parket en laminaat, en tegels en andere steenachtige vloerbedekkingen. • Tapijt: een zichtbare bovenkant (pool) van kunstvezels of natuurlijke vezels (katoen of wol) op een rug van jute, rubber of kunststof. 18
• Linoleum en kurk: linoleum is een bijna zuiver natuurproduct van kurk en houtmeel op een ondergrond van jute. Kurk is afkomstig van de kurkeik en krijgt na het persen een beschermende afwerking met was, lak of vinyl. • Vinyl: gemaakt van laagjes kunststof, voornamelijk PVC. • Parket en laminaat: massief parket bestaat uit strookjes massief hout en gaat wel honderd jaar mee. Gelaagd parket bestaat uit rechthoekige platen van op elkaar gelijmde lagen hout. Zogenaamd laminaatparket bestaat uit op elkaar gelijmde lagen van spaanplaat en kunststoffen. Gemakkelijk te leggen, maar minder duurzaam. • Tegels en andere steenachtige vloeren: natuursteen, ceramische tegels en siergrind. Natuursteen is buitengewoon hard en duurzaam. Ceramische tegels worden gemaakt van gebakken klei, met of zonder glazuurlaag. Siergrind is een mengsel van grind en stukje natuursteen, kwarts, gekleurd glas of andere materialen, samengekit met hars.
Vloerbedekking en milieu Bij het tapijt vormen kunststoffen (nylon, polypro-
stoffen als zoutzuur en dioxines vrij. Hout uit duur-
peen,...) een zwaardere belasting voor het milieu dan
zaam beheerde bossen of plantages is het minst
hernieuwbare en recycleerbare grondstoffen als
milieubelastend, maar de houtwinning in oerwouden
katoen of wol, aangezien ze aardolie verbruiken en
of slecht beheerde bossen brengt de natuur onher-
hun productie veel energie kost en afval oplevert.
stelbare schade toe. Tegels en andere steenachtige
Linoleum en kurken vloeren bestaan grotendeels uit
vloerbedekkingen zijn evenmin onschuldig, want de
hernieuwbare grondstoffen en kunnen op het einde
winning van klei en natuursteen is schadelijk voor de
van de levenscyclus worden verbrand. Vinyl verbruikt
natuur en het landschap - behalve als een herstelpro-
eveneens aardolie en geeft bij verbranding gevaarlijke
gramma verplicht is voor wanneer de groeve niet meer wordt gebruikt, zoals in Duitsland en Zweden.
Vloerbedekking in een notendop Welke materialen zijn het minst schadelijk voor het milieu? Voor zachte vloeren zijn de toppers wol, katoen, kokos en sisaltapijt met jute onderlaag. De beste harde vloerbedekkingen zijn linoleum en kurk. Voor een houten vloer kiest u best massief inheems hout of tweedehandse vloerdelen. Geef voor de ondervloer de voorkeur aan celluloseplaten, kurk, kokosvilt, zachtboard of natuurrubber. En kies een vloer die lang meegaat, zodat de milieuschade over vele jaren wordt gespreid.
19
Goed idee • Koop geen parket van hout uit een oerwoud of oerbos.
• Voor een houten vloer hoeft u niet altijd nieuwe planken te kopen: sommige firma’s leveren vloerplanken van sloophout. • Gebruik voor een ondervloer van spaanplaat een soort die weinig formaldehyde afgeeft (de Duitse E1-norm is de beste garantie). • Laat vloerbedekking liefst zo plaatsen dat ze gemakkelijk kan worden verwijderd. • Onderhoud parket met was, lak of middelen op waterbasis of op basis van natuurlijke grondstoffen. U kunt de vloer even goed schoonmaken met water en vloeibare of groene zeep. • Verwijder vlekken zo snel mogelijk. Speciale reinigers zijn niet altijd nodig. • Na een eerste schoonmaakbeurt wordt vooral synthetisch tapijt sneller vuil. • Deppen is vaak de beste manier om tapijt te reinigen. Door te wrijven, maakt u de vlek groter en kunt u de vezels beschadigen. • Gooi tapijt niet automatisch weg als u gaat verhuizen. Het kan nog dienen voor kleine ruimten in het nieuwe huis. • Om krassen van meubels op parket of laminaat te voorkomen, kunt u het beste vilt onder de poten plakken.
reinigingsmiddelen De fabrikanten van reinigers stellen hun producten graag voor als milieuvriendelijk en “groen”. In werkelijkheid bevatten reinigingsmiddelen een hele reeks bestanddelen die een grote impact hebben op het milieu, zoals wasactieve stoffen, ontharders, optische witmakers, vulmiddelen, geurstoffen, bleekmiddelen en schuimregelaars.
Wat zit er in de wasproducten? Reinigingsmiddelen zijn niet alleen de producten voor de was, de vaatwas of de schoonmaak. Ze bestrijken heel het gamma van wasmiddelen tot algemene schoonmaakmiddelen en persoonlijke verzorgingsproducten als douchegel en badschuim.
20
Hun belangrijkste bestanddelen zijn: • Wasactieve stoffen: ook wel detergent of tenside genoemd, op basis van aardolie of van plantaardige herkomst. • Wateronthardende stoffen, zoals fosfaat, die de kalk in het water binden en voorkomen dat hij neerslaat. • Bleekmiddelen, die gebruikt worden voor de witwas en het toilet, om bleekbare vlekken te verwijderen en de natuurlijke vergeling van textiel tegen te gaan. • Enzymen, die eiwithoudende vlekken als melk, bloed en ei afbreken. • Additieven, zoals vulstoffen, optische witmakers, parfums en kleurstoffen die de werking van de hoofdbestanddelen versterken of aanvullen.
Reinigers en milieu Niet alle ingrediënten van wasmiddelen zijn scha-
Tot voor kort waren de meest gebruikte ontharders
delijk, maar wanneer ze massaal in onze rivieren
fosfaten, die in grote hoeveelheden het ecosysteem
terechtkomen, verstoren ze het ecologische even-
van het water verstoren. Veel producenten vervangen
wicht. Hun belangrijkste bestanddelen, de wasactieve
ze door andere stoffen, die echter niet altijd onschul-
stoffen, hebben vaak negatieve effecten op het milieu
dig zijn. Bij de bleekmiddelen vinden we perboraat,
en het waterleven. Het komt er dus op aan detergen-
dat in grote hoeveelheden schadelijk is voor water-
ten te gebruiken die zo weinig mogelijk giftig zijn en zo
planten, en hypochloriet (javel), dat erg slecht is voor
snel mogelijk biologisch afbreken. Plantaardige deter-
het milieu. Over de effecten van enzymen op lange
genten scoren in dit opzicht beter dan detergenten op
termijn is weinig bekend. We weten echter wel dat
basis van aardolie.
sommige mensen er overgevoelig voor zijn en huidaandoeningen ontwikkelen. De additieven, ten slotte, hebben zeer uiteenlopende eigenschappen maar vormen vaak een belasting voor het milieu.
Reinigers in een notendop Wasmiddelen met plantaardige detergenten zijn voor het milieu de beste keuze, gevolgd door een compact fijnwasmiddel of kleurwasmiddel in poedervorm, dat geen bleekmiddel bevat. Voor het algemene onderhoud kunt u ecologische onderhoudsproducten op basis van plantaardige grondstoffen gebruiken, zonder synthetische geur- en kleurstoffen. Soda en huishoudazijn zijn voor sommige klussen goede ecologische alternatieven. Ook voor de afwas bestaan er producten op plantaardige basis, zonder schuimversterkers, ontsmettingsmiddelen en andere synthetische stoffen. Voor de lichaamshygiëne is gewone zeep het milieuvriendelijkst. Ze geeft veel minder watervervuiling dan douchegel of badschuim. Let ook op de verpakking: liever karton dan plastic! 21
Goed idee
• Gebruik de (vaat)wasmachine alleen als ze goed vol zit. Ze verbruikt dan in verhouding minder water, energie en wasmiddel. Let er wel op dat u de wasmachine niet overlaadt. Voor gewoon wasgoed bedraagt de optimale lading 4 à 5 kg wasgoed. Voor wol en delicate weefsels beperkt u zich best tot 2 à 3 kg. • Maak indien mogelijk steeds gebruik van vullingen en verkies geconcentreerde producten boven verdunde.
• Wanneer de keuze bestaat is een reinigingsmiddel op basis van plantaardige bestanddelen te verkiezen boven één op basis van aardolie. • Om kalkvlekken te verwijderen en ruiten zonder strepen te wassen kunt u huishoudazijn gebruiken. • Aangebrande pannen kunt u weken in water met soda. Soda verwijdert ook aangekoekt vet van het fornuis en de oven. • Alle waspoeders zijn de laatste jaren zoveel krachtiger geworden dat voorwassen in de meeste gevallen niet meer noodzakelijk is. • Van waspoeder blijft op weg naar de wastrommel altijd wat achter in het systeem. Voor een klein en niet te vuil wasje is het dan ook niet nodig waspoeder in de machine te doen.
tuinieren Tuinieren is een manier om de natuur wat dichter bij huis te brengen, maar veel tuinliefhebbers gaan onnatuurlijk te werk. Organisch afval waarmee goede compost kan worden gemaakt, gaat de vuilnisemmer in. Onkruid, luizen en slakken worden bestreden met chemische bestrijdingsmiddelen. Meststoffen worden overgedoseerd.
Welke mest- en bestrijdingsstoffen? Bij de meststoffen onderscheiden we twee grote
22
Tuinieren en milieu Ecologisch tuinieren omvat drie stappen:
categorieën: de organische en de minerale.
Grondanalyse: een grondanalyse vertelt u welke
Organische meststoffen brengen niet alleen voedsel
voedingsstoffen de bodem te kort komt, en dus welke
voor de plantengroei in de bodem, maar beïnvloeden
bemesting u moet toepassen.
ook de structuur en het bodemleven positief. De
Bemesting: normaal produceert een goed beheer-
meest gebruikte organische meststoffen zijn com-
de compostbak genoeg compost voor de hele tuin.
post, stalmest en groenbemesting.
Als u het compost toch moet aanvullen met aange-
Hoewel bij ecologisch tuinieren de nadruk ligt op organische bemesting, kunnen minerale meststoffen
kochte meststoffen, gebruikt u best een middel op basis van bloed-, vis of beendermeel.
in sommige gevallen nuttig zijn. Ze vergroten namelijk
Bestrijding: grijp niet meteen naar de gifspuit als
de minerale reserve van de bodem. Hier vinden we
uw planten worden aangetast door ziekten en plagen.
twee groepen, de chemisch bereide kunstmeststof-
De ecologische teelt tracht zoveel mogelijk het natuur-
fen en de niet chemisch bewerkte natuurproducten.
lijke milieu na te bootsen, met sterke planten in een
De eerste leggen vooral de nadruk op slechts één
gevarieerde tuin en een gezonde bodem. Er bestaan
doelstelling van de bemesting, namelijk de voedsel-
genoeg handige trucjes om van vervelende insecten
voorziening, en worden uit de biologische teelt
af te geraken. Wanneer beschermende maatregelen
geweerd. De tweede worden in de natuurvriendelijke
toch noodzakelijk blijken, mag u enkel ecologisch
tuin voor speciale doeleinden gebruikt, als aanvulling
verantwoorde middelen gebruiken.
van de organische bemesting. De belangrijkste bestrijdingsmiddelen zijn insecticiden, fungiciden (schimmel- en zwambestrijders) en herbiciden (onkruidbestrijders). Chemische bestrijdingsmiddelen zijn per definitie giftig, omdat ze levende organismen moeten doden. Ze kunnen ook schadelijk zijn voor de mens en horen niet thuis in een ecologische tuin.
Ecologisch tuinieren houdt echter meer in dan alleen
het
gebruik
van
milieuverantwoorde
bemestings- en bestrijdingsmiddelen. Ook zorgvuldig onderhoud en het spaarzaam omspringen met schaarse grondstoffen, zoals water en bodemverbeteraars, hoort hierbij. Houd bij de aanleg van uw tuin rekening met eventuele toekomstige problemen. Pas de beplanting aan aan de grondsoort van uw tuin. Kies de juiste plantsoort voor de te beplanten plaats, zoniet krijgt u zwakke planten die veel vatbaarder zijn voor ziektes. Geef planten genoeg ruimte om te groeien, zodat u achteraf geen planten moet verwijderen en weggooien.
Tuinieren in een notendop De basisregels van milieuvriendelijk tuinieren zijn in feite heel eenvoudig. Gebruik in de mate van het mogelijke organische meststoffen, liefst van eigen makelij en alleen waar nodig aangevuld met lichte, gerichte minerale bemesting. Laat chemische bestrijdingsmiddelen helemaal achterwege: er bestaan genoeg alternatieve methoden.
Goed idee
• Composteer zoveel mogelijk materiaal uit de eigen tuin: gazonmaaisel, houtschors, afgevallen bladeren... • Indien u zelf geen ruimte of mogelijkheid heeft om te composteren, dan kunt u compost ophalen bij de VLACO-compostproducenten in Vlaanderen. U vindt deze organisaties op de website van VLACO (Vlaamse Compostorganisatie): www.vlaco.be of op het nummer: 015.45.13.70 . • Beperk uw gazon tot de oppervlakte die u echt nodig hebt. • Voorkom plantenziekten door een goede tuinhygiëne en een waakzaam oog. • Sterke planten zijn beter bestand tegen ziekten. Houd uw planten gezond door de juiste soorten voor de bodem te kiezen, ze goed te voeden en de structuur van de bodem te onderhouden. • Kies voor aangepaste groenterassen. Oude, zaadvaste rassen hebben een uitgebreid wortelstelsel en gaan zelf actief voedingsstoffen zoeken. • Geef onkruid geen kans door te schoffelen, te spitten, bodembedekkers te plaatsen,... • Houd ongedierte binnen de perken door vruchtwisseling toe te passen, natuurlijke vijanden (vogels, egels, kikkers, roofinsecten...) aan te trekken en de tuin regelmatig op te ruimen. • Wees zuinig met water. Gebruik liefst opgevangen regenwater om te sproeien. • Te veel water maakt de bovenlaag van de grond te hard. Giet traag, zodat het water de tijd heeft om tot bij de wortels door te dringen.
23
v.u..: Henny De Baets, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen / 2002
VOOR MEER INFORMATIE, BEL NAAR 015/284 284
OF E-MAIL:
[email protected]