ontwerp Uitvoeringsplan huishoudelijke afvalstoffen 2003-2007 zeg uw zegje!
OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem
inhoud
Zeg uw zegje! Wij luisteren naar u
3
Huishoudelijke afvalstoffen: waar staan we vandaag?
4
Het afvalbeleid volgt een scenario
10
Programmering
13
1 Preventie en hergebruik
14
1.1 Strategische keuzes
14
1.2 Doelstellingen in sprekende cijfers
15
1.3 Acties die het verschil maken
16
1.4 Instrumenten die werken
18
2 Selectieve inzameling
19
2.1 Strategische keuzes
19
2.2 Doelstellingen in sprekende cijfers
20
2.3 Acties die het verschil maken
21
2.4 Instrumenten die werken
23
3 Eindverwerking
24
3.1 Strategische keuzes
24
3.2 Doelstellingen in sprekende cijfers
25
3.3 Acties die het verschil maken
26
3.4 Instrumenten die werken
30
Effecten van de programmering: het kostenplaatje
32
Een nieuw afvalstoffenplan: ook het milieu wordt er beter van
34
Zeg uw zegje!
35
zeg uw zegje! wij luisteren naar u Binnen de OVAM is er hard gesleuteld aan het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen voor de periode 2003 – 2007. De klemtoon ligt op de preventie en recyclage van deze afvalstoffen, ook de planning van de eindverwerking komt aan bod. Het ontwerpplan bevat dan ook scherpere taakstellingen en stelt nieuwe acties en instrumenten voor. Het woord is nu aan u. Van 5 augustus tot en met 4 oktober 2002 hebt u de kans om in het kader van het openbaar onderzoek uw mening, suggesties en opmerkingen kenbaar te maken. Wij luisteren naar u!
Natuurlijk komt zo’n plan er niet zomaar. Er werd grondig
Hoe lang blijft dit plan van kracht? De planperiode loopt tot
overlegd met alle betrokken vertegenwoordigers van steden
eind 2007. Alle maatregelen blijven bovendien in voege als
en gemeenten, intergemeentelijke verenigingen, provincies,
er op de einddatum geen nieuw plan is.
ophalers en verwerkers, kringloopcentra, de recyclage- en composteerbedrijven, de sociaal-economische partners en
Wat mag u verwachten?
de milieu- en natuurraad. Het resultaat zijn zeer concrete
Het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen bevat 5
doelstellingen. De preventie, het hergebruik en de recyclage
delen.
van huishoudelijke afvalstoffen staan voorop. In vergelijking
- Deel 1 schetst de achtergrond en formuleert een aantal
met de vorige planperiode zal u merken dat op dit vlak een
algemene beginselen die aan de basis liggen van de in het
aantal taakstellingen verscherpt zijn. Maar met nieuwe
plan gehanteerde strategieën.
3
acties en instrumenten zijn ze zeker haalbaar. Toch blijft de
- Deel 2 bevat een korte samenvatting van de Evalua-
eindverwerking van huishoudelijk afval noodzakelijk. De
tierapportage van het vorige plan. Het bevat ook een
voorkeur gaat uit naar verbranden met energierecuperatie.
schets van de situatie in het Brusselse en Waalse gewest
Het storten wordt drastisch beperkt. Om alle doelstellingen
en in Nederland.
te halen zal het nodig zijn een mix van instrumenten in te zetten. Sensibilisering, juridische en financiële maatregelen, initiatieven die elkaar moeten ondersteunen en versterken.
- In Deel 3 vindt u de mogelijke scenario’s voor het afvalaanbod. - Deel 4 behandelt de eigenlijke programmering die vooropgesteld wordt voor het realiseren van de doelstellingen
Verder bouwen
en dit in drie luiken: preventie en hergebruik, selectieve
Dit Ontwerp Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen
inzameling en recyclage, eindverwerking. Elk onderdeel
bouwt verder op het Afvalstoffenplan 1997 – 2001, verlengd
hanteert dezelfde indeling: strategie, taakstelling, acties,
tot einde 2002, en het ontwerp MiNa-3-plan. Bovendien
instrumenten en monitoring.
verplicht Europa de lidstaten ertoe een plan op te stellen
- Tot slot komen in Deel 5 de financiële effecten, de sociaal-
voor het beheer van afval. Dit Uitvoeringsplan heeft zowel
economische gevolgen en de milieueffecten van dit plan
betrekking op huisvuil, grofvuil, gemeentevuil als op eind-
aan bod.
verwerking van categorie-2-bedrijfsafval.
huishoudelijke afvalstoffen: waar staan we vandaag? Het moet gezegd, er is heel wat veranderd de laatste jaren op het vlak van huishoudelijke afvalstoffen. De restfractie daalde sterk doordat preventie, hergebruik en selectieve inzameling spectaculair de hoogte ingingen. De behoefte aan eindverwerking zakte met 41%. Toch blijft eindverwerking noodzakelijk. Niet alle afval kan worden vermeden. In vergelijking met andere landen en gewesten scoort Vlaanderen qua afvalbeleid zeer goed. De gegevens tonen aan dat nergens in Europa zoveel huishoudelijk afval richting compostering en recyclage gaat. Vlaanderen is hierin op dit ogenblik één van de koplopers, zoniet dé koploper, binnen Europa. Het één derde restafval dat overblijft, wordt maar voor 30% gestort, de rest wordt verbrand.
INZAMELGRAAD % RESULTAAT 2000
KILOGRAM PER INWONER TAAKSTELLING 2001
RESULTAAT 2000 TAAKSTELLING 2001
GFT-afval
52
45
62,4
62,1
Recycleerbaar papierafval
89
85
54,8
37,7
Papieren en kartonnen verpakkingsafval
81
65
18,6
13,3
Glazen verpakkingsafval
89
80
27,1
20,8
Metalen verpakkingsafval
51
35
3,2
3,0
Kunststofflessen
66
60
3,5
2,0
Kunststofverpakkingsafval
14
25
2,2
4,0
Afval drankkartons
57
40
1,2
1,1
Textielafval
46
35
3,3
2,7
KGA
71
50
2,3
1,7
-
-
0,006
-
57
45
178,7
148,4
4
Dierlijk afval en geneesmiddelen Totaal
Resultaat 2000 en taakstelling 2001 van de selectief ingezamelde hoeveelheid huisvuil per fractie
Het aanbod aan restafval: een sterke daling Een belangrijke vaststelling: door preventie en selectieve inzameling daalde de gemiddelde hoeveelheid afval in onze huisvuilzakken over 5 jaar van 255 kg naar 136 kg per inwoner per jaar, of bijna een halvering! In de periode 1995 – 2000 is het totale aanbod huishoudelijk afval, dit is de som van het selectief en niet-selectief ingezamelde afval, wel licht gestegen. De redenen? De selectieve inzameling verbeterde, sommige categorieën bedrijfsafval werden via gemeentelijke kanalen verwijderd en de afvalstromen werden beter geregistreerd. De stijging lag 2,3% boven de verwachtingen. Lichtpunt is zeker dat in 1999-2000 een duidelijke kentering optrad. Het totale aanbod huishoudelijk afval steeg minder sterk dan het bestedingspatroon en de bevolkingsgroei lieten vermoeden.
5
Overzicht van de evolutie van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval uitgedrukt in kg per inwoner
Voorkoming en hergebruik: in de lift Hoeveel afval hebben we kunnen voorkomen? Moeilijk in te
ingezameld. In 1995 was dit nog maar één derde. De hoe-
schatten. Toch zijn er een paar aanduidingen. Per 10.000
veelheden GFT en verpakkingen verviervoudigden, papier
inwoners zijn er gemiddeld 5 compostmeesters actief. 33%
en KGA verdubbelden, glas steeg met 50%. Van het grofvuil
van de bevolking werkt thuis mee aan de preventie van
stijgen bouw- en sloopafval en groenafval het sterkst. Hout
organisch afval. Ook het verpakkingsafval daalt.
verdriedubbelde sinds 1997. Mogen we met deze cijfers tevreden zijn? Doelstelling was om tegen 2001 52% van het
Selectieve inzameling: spectaculaire stijging
huishoudelijk afval selectief in te zamelen en tegen 2006
De selectieve inzameling is beter te berekenen. Twee derde
55%. Met 66% in 2000 hebben we reeds een aardige voor-
van het huishoudelijk afval werd in 2000 reeds selectief
sprong op de toekomst genomen.
Eindverwerking blijft noodzakelijk Er moet steeds minder huishoudelijk afval naar eindverwer-
aan de klanten doorgerekend. Hierdoor zijn de verbran-
king. Op vijf jaar tijd werd een daling met 41% genoteerd.
dingstarieven sterk gestegen. Vanaf 1998 zijn de prijzen
Toch werd er in 2000 nog zo’n 790.000 ton huishoudelijk
nagenoeg gelijk gebleven.
afval verbrand en werd er bij gebrek aan verbrandingscapa-
Het resultaat van al deze inspanningen mag worden gezien.
citeit nog 23% huishoudelijk restafval gestort. Op het einde
Het totale volume huishoudelijk afval voor eindverwerking is
van 2001 beschikte Vlaanderen over een maximale verbran-
gedaald van 325 in 1995 naar 191 kg/inwoner in 2000.
dingscapaciteit voor huishoudelijk en bedrijfsafval samen
Slechts 42 van de 308 Vlaamse gemeenten voldeden in
van 1.168.000 ton. Hierdoor moest nog bijna 80% van het
2000 nog niet aan de doelstelling van 220 kg per inwoner in
bedrijfsafval worden gestort.
2001 voor eindverwerking. Deze gemeenten zijn aangegeven in het oranje en het rood. Er wordt verwacht dat vele die
Om aan te sporen tot meer preventie en selectieve inzame-
achterstand in 2001 hebben bijgefietst. Het aanbod van de
ling stegen op het einde van de jaren negentig de heffingen
10 kustgemeenten en van Antwerpen en Gent is aangepast
op het storten en het verbranden aanzienlijk. Aanpassingen
met de correctiefactoren voor toerisme en wordt met extra
en vernieuwingen aan rookgasreinigingsinstallaties werden
aandacht gevolgd.
6
Totale hoeveelheid huishoudelijk afval voor eindverwerking in 2000 (in kg per inwoner per gemeente)
Opmerkelijk 112 gemeenten haalden in 2000 reeds de langetermijndoelstelling van 150 kg per inwoner! Voor deze gemeenten is voortzetting en verbetering van de resultaten de grote uitdaging. De daling van het aanbod moet behouden blijven. Dit is geen eenvoudige opgave omwille van ontwijkgedrag, een gewenningseffect en motivatieverlies. Bijna driekwart van de gemeenten die onder de 150 kg restafval zitten, zijn landelijk of zeer landelijk.
Succesvolle intercommunales en gemeenten voeren veelal een pro-actief afvalbeleid. Doelgroepenwerking, continue sensibilisering en het toepassen van het principe “de vervuiler betaalt” zijn hierbij succesfactoren. Het vraagt bovendien een goed politiek draagvlak. Bij veel gemeenten krijgt het afvalbeleid vanuit de politiek op dit moment nog te weinig prioriteit. Het is echter niet zo dat de invoering van één bepaalde maatregel garant staat voor succes. Het is met name de mix van factoren en maatregelen, in combinatie met de intensiteit en kwaliteit waarmee die maatregelen worden uitgevoerd, die het uiteindelijke resultaat bepaalt. 7
Alle huisvuilverbrandingsinstallaties voldoen ruimschoots
De hoeveelheid gestort afval neemt sterk af, vooral het huis-
aan de emissienormen opgelegd in VLAREM II, inclusief de
houdelijk afval. Er is geen nood aan nieuwe stortplaatsen.
normen voor dioxines en furanen. De Vlaamse installaties beantwoorden nu reeds aan de normen opgelegd in de
Om het storten van afvalstoffen te ontmoedigen en verder af
nieuwe Europese Richtlijn betreffende afvalverbranding,
te bouwen, wordt er gedacht aan een verdere bijsturing van
met uitzondering van de nieuwe norm voor Nox. De verde-
het heffingenbeleid. De ingrepen die met ingang van 2002
re uitbreiding van de rookgasreiniging met een DeNOx is bij
werden genomen, wijzen in de goede richting.
de meeste reeds in voorbereiding of is reeds gebeurd.
Nieuwe technieken, zoals voorbehandelingsinstallaties voor drogen-scheiden en scheiden-vergisten, gevolgd door specifieke verwerkingsinstallaties voor hoogcalorisch afval, zijn aangewezen voor de uitbreiding van de capaciteit.
Geen goed-nieuws-show Hoewel de resultaten zeer behoorlijk zijn, blijft er nog een
vervolgingsbeleid is voor de grote vervuilers vaak niet door-
lange weg af te leggen naar het in de praktijk brengen van
tastend genoeg. Er is ook nood aan een goede methode om
enkele belangrijke instrumenten. Producentenverantwoor-
de milieu-impact van sommige maatregelen te beoordelen
delijkheid en controle op de naleving van de wetgeving zijn
en om de aansprakelijkheid van de vervuiler te bepalen. Er
bijzondere aandachtspunten. Daarnaast laat de goedkeu-
dienen tot slot structurele oplossingen te worden gezocht
ring van een vergunning of uitvoeringsbesluiten soms op
voor het tekort aan verbrandingscapaciteit en het verder
zich wachten waardoor procedures niet altijd doorzichtiger
afremmen van het storten.
worden en het aantal verplichtingen steeds toeneemt. Het
Wie betaalt de factuur? Tussen 1995 en 2000 steeg de kostprijs per inwoner voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval met 8
22%. De Vlaamse lokale besturen gaven er in 2000 in het totaal 386 miljoen euro aan uit. Met uitzondering van de verpakkingen en het KGA is de inzameling en verwerking van de selectieve fracties goedkoper dan de restfractie. Het principe “de vervuiler betaalt” zet zowel de gemeenten als de gewestelijke overheid ertoe aan om de kosten zoveel mogelijk door te rekenen aan de vervuiler.
De gemiddelde prijs van een restafvalzak van 60 liter bedraagt 0,64 euro in 2000.
Hoe verhouden de kosten voor preventie, selectieve inzameling en eindverwerking zich ten opzichte van elkaar?
9
Prijs van een restafvalzak van 60 liter per gemeente (2000)
Milieubelasting
Huisvuilbelasting
1998
2000
70,90
71,81
(van 24,79 tot 185,92)
(van 24,79 tot 161,13)
60,19
56,99
(van 12,39 tot 148,74)
(van 12,39 tot 148,74)
Hoeveel afvalbelasting betaalde de burger? Gemiddelde milieubelasting en huisvuilbelasting in Vlaanderen in euro
het afvalbeleid volgt een scenario Het uitwerken van een afvalbeleid doe je niet zomaar. Je moet uitgaan van een aantal veronderstellingen en effecten van genomen maatregelen. Daarom worden er vier scenario’s berekend. Het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 2003 - 2007 kiest voor het Duurzaamheidsscenario.
Samenwerken aan een happy end Wat gebeurt er als we geen bijkomende maatregelen meer
Derde in de rij is het Duurzaamheidsscenario. Dat is geba-
nemen om afval te voorkomen, te sorteren, enzovoort? Dit
seerd op het versterken van de inspanningen voor preventie
resultaat is uitgewerkt in een Passiefscenario.
en selectieve inzameling.
Een tweede scenario stelt een beleid voorop dat het vorige
Op lange termijn streven we naar het Duurzaamheidsplus-
Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen ongewijzigd
scenario. Dit scenario is gestoeld op een structurele omme-
verderzet, gebaseerd op de gekende ladder van Lansink.
zwaai in de ingesteldheid en cultuur van de consumptie- en
De naam? Het Ladderscenario.
productiemaatschappij, waarin de ganse bevolking en alle producenten verregaande preventie-inspanningen doen.
10
Omvang selectieve inzameling huishoudelijk afval volgens de vier scenario’s (ton)
De lat ligt hoog Het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 2003 –
ve inzameling. Opmerkelijk: het aandeel van selectieve inza-
2007 kiest uitdrukkelijk voor het Duurzaamheidsscenario.
meling zou lichtjes dalen. De reden? Door de verdere pre-
De doelstellingen zijn duidelijk. De hoeveelheid huishoude-
ventie-inspanningen – ondermeer thuiscomposteren – is er
lijk afval voor eindverwerking moet dalen van 1.138.000 ton
in het totaal minder selectieve inzameling noodzakelijk.
in 2000 tot 936.000 ton in 2007 door preventie en selectie-
11
Ontwikkeling volgens het Duurzaamheidsscenario van de hoeveelheid huishoudelijk afval (ton)
12
programmering Afvalbeleid kan maar slagen als je alle betrokkenen op dezelfde lijn krijgt. Dit doe je door zo concreet mogelijk je doelstellingen te formuleren en zo uitgebreid mogelijk met alle betrokkenen te overleggen. Dit Uitvoeringsplan doet beide.
Concrete doelstellingen hebben de grootste kracht
U bent uitgenodigd
Dit Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen hanteert drie
betrokkenen met elkaar overleggen en de verschillende
doelstellingen. Daaruit vloeien dan de cijfermatige taakstel-
maatregelen op elkaar afstemmen. Het Uitvoeringsplan stelt
lingen voort. Die worden tot slot omgezet in concrete acties.
ook op dit vlak een aantal acties voor. Zo pleit het voor het
Bijkomende instrumenten moeten ervoor zorgen de voorop-
voortzetten van het gewestelijk overlegplatform Uitvoe-
gestelde acties, taakstellingen en dus ook de plandoelstel-
ringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen dat jaarlijks de actie-
lingen te behalen.
prioriteiten vastlegt en de voortgang van de programmering
Dit Uitvoeringsplan heeft maar kans op slagen als alle
opvolgt.
Drie krachtige doelstellingen 1. De productie van afval en de daaraan verbonden milieudruk mag niet verder stijgen. 2. Grondstoffen moeten op een milieuverantwoorde wijze worden vervangen door afvalstoffen. 3. De totale hoeveelheid te storten of te verbranden afvalstoffen moet milieuverantwoord worden beperkt.
Het kader is duidelijk De plandoelstellingen volgen twee belangrijke uitgangspunten. Zo moet de effectiviteit van het gevoerde afvalbeleid zonder meer omhoog. Het Uitvoeringsplan wil de toepasbaarheid van de wetgeving verhogen en de uitvoering ervan beter controleren en begeleiden. Dit betekent dat de diverse overheden meer met elkaar moeten overleggen. En dat is meteen het tweede uitgangspunt: het afvalbeleid dient te worden afgestemd op het federale niveau, de gewesten, de buurlanden en Europa. Vooral de laatste partner treedt steeds meer regulerend op. Het komt erop aan hier proactief mee om te gaan.
13
1. Preventie en hergebruik Afval voorkomen of hergebruiken gaat niet vanzelf. Een strategische aanpak dringt zich op. Voor elke afvalstroom geldt trouwens een doelstelling, uitgedrukt in exacte cijfers. Zo weet iedereen waar hij aan toe is. Concrete acties helpen deze doelstellingen waar te maken.
1.1 Strategische keuzes Dit Uitvoeringsplan geeft preventie en hergebruik absolute prioriteit. Om dit waar te maken wordt er uitgegaan van vijf 14
strategische keuzes. Een overzicht.
TWEESPORENBELEID GERICHT OP CONSUMENT EN
ONDERSTEUNING NIEUWE INITIATIEVEN ROND PRE-
PRODUCENT/INVOERDER
VENTIE EN HERGEBRUIK
Lokale besturen, plaatselijke verenigingen en de distributie
Nieuwe initiatieven krijgen alle aandacht. Twee voorbeelden:
helpen bij het stimuleren van de consument om afval te
herbruikbare verpakkingen en projecten op het vlak van her-
voorkomen en te hergebruiken. De producent/invoerder
bruikbare luiers.
wordt ondermeer via preventieplannen, ecoboni, productnormering en –heffingen aangezet om de hoeveelheid afval per product te doen dalen. Bevoorrechte kanalen om dit te
AANDACHT VOOR CONSUMENTGEVOELIGE AFVAL-
realiseren zijn de Vlaamse overheid zelf, beroepsfederaties
STROMEN
en intergewestelijk en federaal overleg. De aanvaardings-
Sommige afvalstromen lenen zich meer dan andere voor
plicht verlengt de kwaliteit van een product. En samen met
preventie. Bijzondere aandacht gaat naar drie fracties: frac-
hergebruik resulteert het ook in een langere levensduur van
ties die in grote volumes worden ingezameld (GFT, papier),
datzelfde product.
fracties die in grote hoeveelheden worden verbrand (plastic), fracties die maatschappelijk gevoelig liggen of als belangrijk worden ervaren (verpakkingen, luiers). Specifieke acties moeten tot een gevoelige inperking van de afvalstroom leiden.
EEN GOEDE OMKADERING
AFSTEMMEN VAN PRIJSBELEID OP AFVALPREVENTIE
Als preventie succesvol wil zijn, is er heel wat nodig: een
Milieuvriendelijke en afvalarme alternatieven moeten goed-
doorgedreven aanpak, inspanningen van consument en
koper worden en op grotere schaal beschikbaar. Ecoboni
producent, een goed werkend systeem van financiële belo-
zullen daartoe bijdragen. Ook andere middelen die de
ningen en bestraffingen, samenwerking tussen alle betrok-
levensduur en het hergebruik van producten mogelijk
kenen en een gecoördineerde strategie op de verschillende
maken, verdienen fiscale stimuli.
niveaus.
1.2 Doelstellingen in sprekende cijfers Dit Uitvoeringsplan stelt per afvalstroom zeer specifieke en becijferde doelstellingen voorop. Zo zal voor organisch afval in 2007 40% van de Vlaamse bevolking aan preventie doen. Rond papierafval worden doelstellingen geformuleerd voor minder niet-geadresseerd en geadresseerd reclamedrukwerk. Van de wegwerpverpakkingen moet tegen 2007 20% vervangen worden door herbruikbare verpakkingen. Preventie en hergebruik zou de hoeveelheid afgedankte elektrische en elektronische apparaten in 2007 met 10% doen dalen. Het afvalvolume luiers daalt met 2% per jaar. Kringloopcentra zullen hun prestaties optrekken tot 5 kg herbruikbare goederen die per inwoner per jaar opnieuw in omloop worden gebracht. Voor de overige fracties wordt verwacht dat de preventie de groei zal teniet doen, dit is goed voor 2% op jaarbasis. 15
FRACTIE
HUISVUIL
GROFVUIL
%
TON
KG/INW
%
TON
KG/INW
Organisch afval (totaal)
19
112.086
18
13
71.453
12
Papier- & kartonafval*
11
63.376
10
11
1.288
0,2
Glasafval*
11
20.883
3
11
668
0,1
Metaalafval*
11
5.131
1
11
10.536
2
Kunststofafval*
11
14.506
2
11
3.127
1
Textiel*
11
4.909
1
11
4.785
1
Drankkartons*
11
1.385
0,2
-
-
-
Hygiënisch*
11
7.650
1,2
-
-
-
Hout*
-
-
-
11
29.500
5
AEEA*
-
-
-
28
22.819
2
Overige huisvuilfracties*
11
8.411
1,4
Inert afval: bouw- en sloopafval*
11
3.023
0,5
11
54.061
2
Klein gevaarlijk afval*
11
1.793
0,3
-
-
-
Totaal
14
243.153
40
13
198.237
34
* t.o.v. 2000
Wat willen we bereiken op het vlak van preventie van huisvuil en grofvuil?
1.3 Acties die het verschil maken Het Uitvoeringsplan bevat een brede waaier acties op het vlak van preventie en hergebruik. We pikken er hier enkele uit. In het Uitvoeringsplan leest u een bespreking van alle acties afzonderlijk. Ze zijn opgesplitst naar acties voor specifieke afvalfracties en acties naar specifieke doelgroepen binnen de bevolking.
Fractiegebonden acties VERSTANDIG MET ORGANISCH AFVAL
via compostmeesters heeft bewezen succesvol te zijn.
Tuinen zijn een belangrijke bron van afval. Maar meteen lig-
Vooral de kwaliteit van het thuiscomposteren verbeteren, zal
gen hier ook heel wat kansen voor het hergebruik van dat-
veel inspanningen vragen. Dit verdient verdere ondersteu-
zelfde afval. Het Uitvoeringsplan stelt acties voor om de
ning en uitbreiding van de initiatieven via Vlaco. Ook tuin-
afvalstromen in te perken en maximaal hergebruik te bevor-
aannemers en -architecten moeten bij de inrichting van tui-
deren.
nen plaats voorzien voor een composthoop, -vat of –bak. Wormenbakken kunnen een oplossing zijn in meer stedelijke
Heel wat mensen hebben belangstelling voor afvalarm
gebieden. (actie 9)
16
tuinieren, kringlooptuinen en ecologisch tuinbeheer. Centraal staat het hergebruik van GFT- en groenafval als compost. Ook het concept van de tuin zelf kan bijdragen tot
VERSTANDIG MET VERPAKKINGEN
het beperken van de afvalstroom. Het komt erop aan alle
Het gebruik van brooddozen, winkelboxen, linnen draagtas-
projecten te integreren. Kippenprojecten dragen een
sen, hervulbare bekers op evenementen, verteerbare bio-
belangrijk steentje bij, maar er dient ook aandacht te gaan
potten voor planten, enzovoort voorkomt heel wat eenmalig
naar dierenwelzijn en –gezondheid. (actie 7)
afval. Slimme retoursystemen helpen de afvalberg te verkleinen.
Tuinaannemers en –architecten moeten aangemoedigd worden afvalarme tuinen aan hun opdrachtgevers voor te
Bewust en afvalarm winkelen betekent een hele stap voor-
stellen. Enkele suggesties: beperken van het gazonopper-
waarts op het vlak van afvalpreventie. Via subsidies of pro-
vlak, het gebruik van minder snel groeiende grassen en
jectsteun zullen bestaande initiatieven worden aangemoe-
planten, keuze van de beplanting in functie van de snoei,
digd. Nieuwe ideeën zullen op hun succes worden beoor-
inzetten van bodembedekkers. Ook tuincentra zijn ideale
deeld en eventueel daarna verder gesteund. Overheden ver-
kanalen om de preventieboodschap uit te dragen. Een over-
kopen of verdelen herbruikbare winkeltassen, consumenten
leg en contacten met de betrokken beroepsgroepen zijn
halen beleg in herbruikbare dozen of krijgen spaarpunten bij
wenselijk. (actie 8)
afvalarme aankopen, handelaars informeren hun klanten via infofolders… al deze initiatieven verdienen ondersteuning.
Thuiscomposteren lijkt gemakkelijk. Het draagt bij tot een
Zowel het Vlaamse gewest als de provincies kunnen pro-
milieuverantwoorde tuin. Ondersteuning van particulieren
jectsteun of subsidies toekennen. (actie 23)
In Zonhoven loopt een proefproject waarbij alle gezinnen via
VERSTANDIG MET LUIERS
een chipkaart punten verzamelen bij aankoop van drank in
De toekomst is aan minder luiers en meer herbruikbare
retourflessen. Die punten geven recht op subsidie. Op
luiers. Producenten en invoerders van luiers stellen een pre-
basis van deze en andere ervaringen zal het gebruik van
ventie- en beheersplan op. Dat bevat maatregelen ter
herbruikbare verpakkingen worden aangemoedigd. De
bevordering van recyclage en hergebruik. Om de kostprijs
chipkaart kan uitgroeien tot een echte duurzaamheidskaart.
van katoenen luiers te verlagen kunnen lokale besturen sub-
(actie 25)
sidies verstrekken. Proefprojecten voor het gebruik van deze luiers of incontinentiemateriaal kunnen bijvoorbeeld
Consumenten moeten ook aangemoedigd worden om toe-
ook worden opgezet in ziekenhuizen. Sensibilisering blijft
stellen te kopen zonder batterijvoeding. In tweede instantie
hoe dan ook zeer belangrijk. (actie 27)
zijn herlaadbare batterijen aan te bevelen. Tot slot dienen werkgevers, scholen, winkelketens, handelaars, lokale besturen, tuincentra en anderen aangezet te worden duurzame producten aan te bieden en te gebruiken. (actie 15)
Doelgroepgerichte acties Op plaatsen waar veel mensen regelmatig of eenmalig
bepalen welke mix van maatregelen het beste geschikt is
samenkomen, moet preventie extra aandacht krijgen.
om afvalpreventie meer ingang te doen vinden op evene-
Scholen en evenementen verdienen een gerichte aanpak.
menten. Daarnaast zullen concrete maatregelen worden
STIP zet zich verder in om de talloze informatie te stroomlij-
gestimuleerd: het vermijden van het uitdelen van folders en
nen en uit te wisselen via de website, workshops,...
andere wegwerpartikelen, het promoten van het hergebruik
17
van bekers, enzovoort. (actie 20)
SCHOLEN Scholen hebben het moeilijk om door het bos van preventie
KRINGLOOPCENTRA
nog de bomen te zien. Zij hebben nood aan gestroomlijnde
Kringloopcentra moeten stilaan uitgroeien tot competitieve
informatie over duurzaamheidsprincipes en over vragen
bedrijven. Hierbij mag de aandacht voor de specifieke
zoals bijvoorbeeld “is wegwerpglas nu slechter dan een pet-
tewerkstelling van sociale minderheden echter niet verloren
fles?” Het komt erop aan alle organisaties die scholen bena-
gaan. Dit betekent wel een degelijke opleiding van het per-
deren op een consequente lijn te brengen. (actie 18). Extra
soneel en een verdere professionalisering van de bedrijfslei-
aandacht zal worden besteed aan de scholieren van 15 tot
ding. Eventueel kunnen erkende adviesbureaus voor de
18 jaar omdat dit een moeilijker te motiveren doelgroep blijkt
sociale sector hierbij een rol spelen. Nieuwe diensten zoals
te zijn. (actie 19)
herstellingen zullen worden aangemoedigd. Een kwaliteitslabel “Revisie” zal verder het hergebruik van elektrische en elektronische apparaten bevorderen. Iedereen in Vlaan-
EVENEMENTEN
deren moet terecht kunnen in een kringloopcentrum in zijn
Evenementen resulteren doorgaans in een berg afval. In
buurt. Doelstelling is dan ook het netwerk van centra te
samenwerking met organisatoren en gemeentebesturen zal
verfijnen. Via een doelgroepbenadering kan het klantenbe-
dit fenomeen worden aangepakt. Er komt een studie om te
stand nog verder worden uitgebreid. (actie 26)
1.4 Instrumenten die werken Afvalpreventie kan maar slagen als er een goede juridische, economische en sociaal-communicatieve omkadering is. Deze instrumenten wijzen de weg.
Economische instrumenten
Sociale en communicatieve instrumenten
Op 1 januari 2002 werd de samenwerkingsovereenkomst
Naast globale campagnes rond preventie moeten ook spe-
met de gemeenten van kracht. Hierin komt naast het afval-
cifieke thema’s aandacht krijgen: “de vervuiler betaalt”, de
beleid in strikte zin, ook het milieuverantwoord productge-
kostprijs van het afvalbeleid, sluikstorten, thuisverbranden,
bruik aan bod. Dit houdt in dat de gemeente het gebruik van
enzovoort. De doelgroepen dienen goed te worden
bestrijdingsmiddelen moet terugdringen en het gebruik van
omschreven. Verdere afspraken met de lokale besturen drin-
FSC-gelabeld hout, gelabelde compost en gekeurd breek-
gen zich op. Andere belangrijke thema’s in de communica-
puin moet aanmoedigen. Communicatie met de burger over
tie zijn hergebruik en levensduurverlenging. Dit wordt
deze onderwerpen staat voorop. Op het vlak van hergebruik
gekoppeld aan een evenement voor het grote publiek: dag
van vaste stoffen moeten gemeenten een overeenkomst
van de kringloopwinkel, afvaldag, openbedrijvendag, enzo-
met een erkend kringloopcentrum afsluiten. In de samen-
voort. Om de twee jaar houdt men op Vlaams niveau een
werkingsovereenkomst met de provincies zijn gelijkaardige
afvaldag om de bevolking te laten kennismaken met het
bepalingen opgenomen. (actie 32)
afvalbeheer in de praktijk. (actie 38)
Het nieuwe subsidiebesluit besteedt meer aandacht aan pre-
Informatie-instrumenten rond een bepaald onderwerp
ventie. Het is met terugwerkende kracht operationeel vanaf
hebben in het verleden hun nut bewezen. Het is daarom
1 januari 2002. Volgende items worden gesubsidieerd:
belangrijk dat bijvoorbeeld brochures op regelmatige basis
- voorzieningen voor thuiscompostering,
en rond verschillende thema’s worden aangemaakt, her-
- vaten of opstellingen geschikt voor thuiscompostering,
werkt of volgens nieuwe inzichten bijgestuurd. (actie 39)
18
inclusief wormen- en compostbakken, - demonstratieplaatsen voor thuiscompostering,
Evaluatie-instrumenten
- wijkcomposteerplaatsen,
Er zijn meet-, monitoring- en evaluatie-instrumenten
- diftar-systemen voor ophaling, ook GFT-containers en
nodig om de productie van afval en de bijhorende milieu-
restafvalcontainers,
druk in kaart te brengen. Indicatoren moeten toelaten de
- diftar voor containerparken,
preventie van huishoudelijke en bedrijfsafvalstoffen te
- diftar voor ondergrondse inzamelsystemen,
meten op individueel, lokaal en gewestelijk niveau.
- diverse voorzieningen voor preventie: herbruikbare luiers,
Een voorbeeld van zo’n indicator is het aantal actieve com-
afwasmachines voor herbruikbare bekers, drinkwaterfon-
postmeesters. Een hergebruikbarometer zal de evolutie van
teinen, duurzaam en milieuvriendelijk verpakkingsmateri-
het aandeel van herbruikbare verpakkingen aangeven.
aal, enzovoort. (actie 35)
(actie 45)
2. Selectieve inzameling Selectieve inzameling zorgt ervoor dat het afval beschikbaar is voor hergebruik en recyclage. Er wordt uitgegaan van een maximale scheiding aan de bron. De taakstellingen geven scherp het einddoel aan. Acties zorgen ervoor dat dat einddoel ook gehaald zal worden.
2.1 Strategische keuzes Jammer dat nog zoveel huishoudelijk afval verbrand of gestort moet worden. Nochtans kunnen heel wat afvalstromen door selectieve inzameling en eventueel na een bewerking opnieuw in het productieproces worden gebracht. Burgers 19
steken een aardig handje toe door bepaalde fracties te scheiden en apart aan te bieden. Selectieve inzameling heeft de toekomst. Maar die toekomst moeten we vandaag wel maken. Dit Uitvoeringsplan gaat uit van vijf strategische keuzes.
MAXIMALE SCHEIDING AAN DE BRON
AFSTEMMEN VAN DE INZAMELSYSTEMEN IN DE VER-
Tot nu toe werd voornamelijk aandacht besteed aan het
SCHILLENDE REGIO’S
aantal ingezamelde kilo’s en het restafval dat daarmee werd
Het inzamelen van afvalstromen zou over heel Vlaanderen
uitgespaard. Dit Uitvoeringsplan beklemtoont ook enkele
best zoveel mogelijk op eenzelfde manier gebeuren. Ook
bijkomende thema’s:
het doorrekenen van de kosten aan de burger wordt gehar-
- het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en
moniseerd. Het principe “de vervuiler betaalt” zal nog meer
van de selectief ingezamelde stromen,
ingang moeten vinden.
- de relatie met andere aspecten van het beleid zoals milieu, transport, energie, groene stroom, enzovoort,
REKENING HOUDEN MET DE PRAKTISCHE UITVOER-
- nieuwe verwerkingstechnieken,
BAARHEID VOOR DE BURGER
- het bereiken van hetzelfde niveau voor de selectieve inza-
De sorteerregels mogen niet te complex zijn om ontgoo-
meling van bedrijfsafvalstoffen, zeker als die via gemeentelijke kanalen worden ingezameld.
cheling en ontwijking te voorkomen.
AFZET VAN AFVALSTOFFEN IN DE RECYCLAGEMARKT
VERBETEREN VAN DE AFZETMOGELIJKHEDEN NA
GAAT VOOR OP ENERGIERECUPERATIE
AFVALRECYCLAGE
Afvalstoffen moeten een zo hoogwaardig mogelijke toepas-
De overheid kan heel wat maatregelen nemen om de afzet-
sing krijgen. De kwaliteit bepaalt in grote mate de afzet en
markt voor gerecycleerde producten te vergroten. Enkele
de verkregen prijzen op een vrije markt. Streefdoel is dan
voorbeelden: opname in overheidsbestekken en –opdrach-
ook een zo zuiver mogelijke fractie aan te kunnen bieden.
ten, het verbeteren van het imago van gerecycleerde pro-
Verbranding met energierecuperatie kan enkel als recycle-
ducten en recyclagebedrijven, sensibiliseringscampagnes
ren milieu-economisch niet meer verantwoord is.
en fiscale stimuli.
2.2 Doelstellingen in sprekende cijfers Tegen 2007 wil het Uitvoeringsplan de selectieve inzameling van huisvuil verhogen tot 60% en deze van grofvuil tot 83%. Voor elke afvalstroom gelden er hoge inzamelgraden. Sommige gemeenten behalen nu reeds voor bepaalde fracties (bijna) de taakstellingen. Zij zullen zich moeten inzetten om die resultaten te bestendigen. De andere hebben duidelijke doelstellingen om naar toe te werken. Deze cijfers kunnen alleen worden behaald als in 2007 minstens 80% van de inwoners de fracties uit het huishoudelijk afval die gerecycleerd kunnen worden, ook daadwerkelijk selectief gaan scheiden. FRACTIE
SELECTIEVE INZAMELING HUISVUIL GRAAD %
20
Organisch afval
TON
KG/INW
SELECTIEVE INZAMELING GROFVUIL GRAAD %
TON
KG/INW
-
225 295
-
-
-
-
- GFT
66
215 883
52
-
-
-
- Groenafval
87
9412
5
96
472 558
77
Recycleerbaar papierafval
91
320.568
52
-
-
-
Papieren en kartonnen verpakkingsafval
85
88.521
24
Glasafval
89
147.263
24
90
4771
0,8
Metaalafval
80
32.609
5
75
62.746
10
Kunststofflessen
85
24.386
4
-
-
-
Kunststofverpakkingsafval
38
12.740
2
6
1.449
0,2
Drankkartons
80
8.800
1
-
-
-
Textielafval
50
19.493
3
-
-
-
Inert afval
90
21.605
4
98
422.241
69
AEEA
-
-
-
90
52.422
8,5
Houtafval
-
-
-
75
175.675
29
75
10.676
2
-
-
-
-
-
-
90
19.679
3
60
911.956
148
83
1.211.541
197
Klein gevaarlijk afval Overige fracties TOTAAL
Wat willen we bereiken op het vlak van selectieve inzameling van huisvuil en grofvuil?
2.3 Acties die het verschil maken Het Uitvoeringsplan bevat een brede waaier acties op het vlak van selectieve inzameling. We pikken er hier enkele uit. In het Uitvoeringsplan leest u een bespreking van alle acties afzonderlijk.
KWALITEIT
INZAMELWIJZEN
De kwaliteit van de ingezamelde fracties moet zo hoog
Er wordt opgelegd welke afvalstromen minimaal in een con-
mogelijk zijn. Sensibilisering en handhaving gaan hand in
tainerpark ingezameld moeten worden. Ook de inzamelmo-
hand. Enkele maatregelen: stickers op verkeerd aangebo-
daliteiten en aanbevolen minimumfrequentie worden aange-
den recipiënten, brieven met informatie aan foutsorteerders,
duid. Daarnaast suggereert het Uitvoeringsplan een aantal
infovergaderingen, een groen nummer, aparte informatie-
verfijningen en aanvullingen op het huidig inzamelpatroon.
bladen over het afvalbeleid, enzovoort. Het instrument van
De aanbevolen minimumfrequentie voor ophaling huisvuil
de administratieve boetes moet juridisch toepasbaar wor-
wordt op tweewekelijks gebracht, voor PMD-afval op twee-
den gemaakt. (actie 52)
maandelijks. De omgevingsvoorwaarden voor de uitbating
21
van een containerpark komen ook aan bod. Alle gemeenten met minimaal 10.000 inwoners zijn verplicht een containerONDERZOEKEN
park in te richten. Gemeenten met meer dan 30.000 inwo-
Onderzoeken vooraf moeten uitwijzen of de inzamelinspan-
ners moeten per begonnen schijf van 30.000 een bijkomend
ningen voor bepaalde kleine afvalstromen opwegen tegen
park organiseren. Verplichte minimumopeningsuren moeten
de milieuwinst die ermee wordt gemaakt. Dit is van toepas-
de bereikbaarheid van de containerparken verhogen.
sing voor sommige KGA-fracties en PMD-afval. Tijdens de
Gemeenten tot 15.000 inwoners moeten hun containerpark
planperiode zullen dergelijke onderzoeken worden uitge-
minstens 15 uur openen, waarvan minstens 4 uur op zater-
voerd. Bedoeling is ondermeer de selectieve inzameling in
dag. Boven deze bevolkingsgrens moeten de poorten min-
de weegschaal te leggen tegenover integrale inzameling
stens 25 uur geopend zijn met minstens 6 uur op zaterdag.
van huishoudelijke afvalstoffen met bio-mechanische schei-
(actie 55)
ding achteraf. (actie 53)
AFVAL VAN THUISVERZORGING
KUSTTOERISME
Steeds meer mensen laten zich bij ziekte thuis verzorgen.
Ander specifiek aandachtspunt is de selectieve inzameling
Dit veroorzaakt verzorgingsafval. Onderzoek naar het
bij kusttoeristen. De OVAM zal samen met de kustgemeen-
beheer van deze afvalstroom is noodzakelijk. Injectie-
ten onderzoek doen naar het afvalgedrag van de verschil-
naalden die door particulieren gebruikt worden voor het
lende types toeristen. Op basis daarvan kunnen kustge-
toedienen van geneesmiddelen worden aan de lijst van KGA
meenten en andere toeristische centra specifieke maatrege-
toegevoegd. (actie 73)
len nemen. (actie 79)
ZWERFVUIL
KWALITEITSCRITERIA
Zwerfvuil is één van de grootste ergernissen. In het kader
De selectief ingezamelde fracties van het huishoudelijk
van het Project Zwerfvuil – een initiatief van de OVAM en het
afval moeten aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen. De
kabinet van de Vlaamse minister van leefmilieu en landbouw
verontreinigingsgraad van elke fractie mag maximaal 5%
– moeten alle betrokkenen zich engageren om Vlaanderen
zijn. Voor de PMD-vrije sorteerresidu wordt 15% als maxi-
zoveel mogelijk van zwerfvuil te vrijwaren. Een samenwer-
mumwaarde vooropgesteld. Ongesorteerd grofvuil moet
king tussen bedrijfsleven, overheden en belangenorganisa-
naar sorteerinstallaties. Wat herbruikt kan worden, gaat naar
ties heeft het meeste kans op slagen. Gedeelde financiële
kringloopcentra. Wat rest en brandbaar is, gaat naar ver-
verantwoordelijkheid is het uitgangspunt. Alles draait in de
gunde verwerkingsinstallaties. Tot eind 2004 geeft de OVAM
eerste plaats om het voorkomen van zwerfvuil. Consu-
30% subsidie voor de bouw en aanpassing van groencom-
menten moeten hun gedrag veranderen, producenten moe-
posteringsinstallaties en voor GFT-vergistingsinstallaties.
ten het aanbod aan zwerfvuilgevoelige producten beperken.
Wijkcomposteringsinstallaties krijgen tot eind 2004 70%
Daarnaast is het belangrijk bij overtredingen effectief te kun-
subsidie en tot eind 2007 50%. (actie 80)
22
nen bestraffen. (actie 75)
AANBESTEDINGEN APPARTEMENTSGEBOUWEN
Openbare besturen dienen in hun aanbestedingen op te
Selectieve inzameling in appartementsgebouwen stelt
nemen dat zij de voorkeur geven aan de aankoop en het
specifieke eisen. Met een aantal maatregelen komen we al
gebruik van compost en gerecycleerde materialen.
een heel eind: geen huisvuilkokers meer, afspraken met de
(actie 86)
vereniging van syndici in verband met bedeling huisvuilzakken, scheiding papier, glas en PMD, subsidiëring van ondergrondse containers, wijkcompostering, enzovoort. (actie 76)
VERPAKKINGSAFVAL Er zijn heel wat maatregelen om de berg verpakkingsafval te verminderen. Die zouden beter op elkaar moeten worden
GROTE STEDEN
afgestemd. De evaluatie van FOST Plus wordt voortgezet en
De centrumfunctie van grote steden resulteert in een hoge-
de knelpunten aangepakt in de erkenning van FOST Plus
re milieulast. Samen met die steden zal de OVAM onder-
vanaf 2004. Via het samenwerkingsakkoord krijgt de
zoek uitvoeren naar bijkomende instrumenten en een gedif-
industrie de volledige verantwoordelijkheid voor het verpak-
ferentieerde aanpak op het vlak van afvalbeleid. Een model
kingsafval van huishoudelijke oorsprong. Om dit in de prak-
moet daarnaast de afvaltransporten in Vlaanderen in kaart
tijk toe te passen, zullen specifieke maatregelen worden uit-
brengen en trachten te optimaliseren. (actie 78)
gewerkt. (actie 88)
2.4 Instrumenten die werken
AANVAARDINGSPLICHT
CONTROLES
De producenten zijn verantwoordelijk voor de afvalstromen
Controles op sluikstorten en sluikverbranden moeten lei-
die ze teweegbrengen. De aanvaardingsplicht is een mid-
den tot vervolgingen en beter worden gecoördineerd. Het
del om de doelstellingen op het vlak van selectieve inzame-
verbod op verbranden van alle afval inclusief tuinafval in
ling te behalen. Dit instrument moet verder worden geopti-
open lucht wordt gehandhaafd. (actie 92)
maliseerd. Voor afvalstromen waarvoor reeds de aanvaardingsplicht geldt, gaat de aandacht ondermeer naar een hogere kwaliteit van de ingezamelde fracties, een strik-
KOSTEN
te handhaving en de financiering van het inzamel- en ver-
Er wordt gestreefd naar het harmoniseren van de manier
werkingssysteem. (actie 87)
van het doorrekenen van de kosten volgens het principe “de vervuiler betaalt”. Het creëert duidelijkheid en voorkomt ontwijkgedrag. Regelmatig zal een onderzoek worden
VERBRANDING
uitgevoerd naar de toegepaste belasting- en contantbe-
Alles wat selectief ingezameld wordt, mag niet worden
lastingsystemen. (actie 97-98)
verbrand. Enige uitzondering is als het afval te fel verontreinigd is om het zinvol te recycleren. Sommige selectief ingezamelde fracties moeten omwille van hun aard of samen-
ONDERZOEK
stelling toch worden gestort. Een voorbeeld: gebonden
Uiterlijk in 2004 start terug het onderzoek dat de wijzigingen
asbesthoudend afval. (actie 90)
in sorteergedrag en in de motivatie meet bij de Vlaamse 23
bevolking. Op die manier kan worden bijgestuurd waar nodig. Voor verpakkingsafval worden specifieke pilootprojecten opgevolgd en geëvalueerd. Hierbij worden alternatieve inzamelingen voor verpakkingsafval op het terrein getest op inzamelrendementen en kostprijs. (actie 111)
3. Eindverwerking Afval dat niet voorkomen of gerecycleerd kan worden, komt in aanmerking voor eindverwerking. Eerst verbranding met energierecuperatie, storten pas als laatste alternatief. De strategische doelstellingen zijn vertaald in cijfers. Een brede waaier acties wordt voorbereid.
3.1 Strategische keuzes Eindverwerking is een complex thema. De strategie in dit Uitvoeringsplan benadert het vanuit verschillende invalshoeken. 24
ENKEL AFVAL DAT NIET RECYCLEERBAAR EN WEL
HET PRINCIPE VAN ZELFVOORZIENING VOOR VERWIJ-
BRANDBAAR IS, KAN NAAR THERMISCHE EINDVER-
DERING BLIJFT BEHOUDEN.
WERKING.
Tijdens de planperiode blijven de Vlaamse grenzen gesloten voor het verwijderen van afval. Vlaanderen neemt zelf alle verantwoordelijkheid op zich.
DE PROGRAMMERING VAN DE TOTALE EINDVERWERKINGSCAPACITEIT
GEBEURT
OP
GEWESTELIJK
NIVEAU.
ER IS NOOD AAN EEN DUIDELIJKE AFBAKENING TUSSEN NUTTIGE TOEPASSING EN VERWIJDERING. Wat voor de ene verwijdering is, wordt door de andere nut-
DE ONTBREKENDE EINDVERWERKINGSCAPACITEIT
tige toepassing genoemd. Een scheidingslijn is moeilijk te
WORDT OP KORTE TERMIJN INGEVULD MET INSTAL-
trekken, maar is wel belangrijk. Zo hangt een exportvergun-
LATIES DIE BEANTWOORDEN AAN HET PRINCIPE VAN
ning in belangrijke mate van dit onderscheid af.
DE BEST BESCHIKBARE TECHNIEKEN.
STIMULEREN VAN TECHNOLOGISCHE VERBETERINGEN.
OMBUIGEN VAN DE NEGATIEVE HOUDING BIJ DE
STORTEN MOET DUURDER ZIJN DAN VERBRANDEN.
BEVOLKING TEN OPZICHTE VAN VERWERKINGS-
ER KOMEN GEEN NIEUWE STORTSITES.
INSTALLATIES. Hoewel er strenge normen zijn die van nabij worden opgevolgd, blijft er een negatieve houding van het grote publiek
VERMIJDEN VAN MONOPOLIEVORMING.
ten opzichte van verwerkingsinstallaties bestaan. Informatie
Vlaanderen mag bijvoorbeeld niet afhankelijk zijn van
kan die houding ombuigen.
slechts één stortplaats. Dit zou resulteren in hoge tarieven en mobiliteitsproblemen.
ENKEL WAT NIET RECYCLEERBAAR EN NIET BRANDBAAR IS, KAN WORDEN GESTORT.
RECHTER- EN PARTIJSITUATIES OP ALLE BESTUURSNIVEAUS MOETEN VERMEDEN WORDEN. Dit kan leiden tot belangenvermenging.
DE STORTCAPACITEIT MOET WORDEN AFGESTEMD OP HET AANBOD. Het storten van afvalstoffen is slechts de allerlaatste keuze. Tegen 2005 moet het storten van recycleerbaar brandbaar afval afgebouwd worden.
25
3.2 Doelstellingen in sprekende cijfers Tegen 2007 zou nog slechts 150 kg huishoudelijk afval – huisvuil, grofvuil en gemeentevuil - per inwoner voor eindverwerking mogen aangeboden worden. Streefdoel is dit cijfer zo snel mogelijk te bereiken en daarna aan te houden. Voor 2005 staat 165 kg met een maximum van 200 kg per inwoner voorop op Vlaams niveau, voor 2003 is het streefcijfer 180 kg. Voor de kustgemeenten, studentensteden en voor de grote steden Antwerpen, Brugge en Gent wordt nog een correctiecijfer op de taakstellingen toegepast.
TAAKSTELLINGEN AANBOD HUISHOUDELIJK AFVAL (HUISVUIL INCL. PMD-RESIDU), GROFVUIL EN GEMEENTEVUIL 2003
180 kg op Vlaams niveau met een maximum van 220 kg per inwoner op gemeenteniveau
2005
165 kg op Vlaams niveau met een maximum van 200 kg per inwoner op gemeenteniveau
2007
150 kg op Vlaams niveau
Trapsgewijs naar 150 kg huishoudelijk afval per inwoner voor eindverwerking
3.3 Acties die het verschil maken Het Uitvoeringsplan bevat een brede waaier acties op het vlak van eindverwerking. We pikken er hier enkele uit. In het Uitvoeringsplan leest u een bespreking van alle acties afzonderlijk.
Thermische eindverwerking Op het vlak van thermische eindverwerking is er een tekort
bevestigen dit tekort. Als eerste maatregel wordt de voorbe-
aan capaciteit. Dit geldt sowieso, of men nu al dan niet
handeling van het afval verder uitgebouwd, maar verdere
rekening houdt met de verwachte sterke wijziging van de
structurele maatregelen dringen zich op.
calorische waarde van het afval in de toekomst. Alle studies
26
Overzicht voorbehandelings- en thermische eindverwerkingscapaciteit in Vlaanderen in 2007
CAPACITEIT IN TON INSTALLATIE
CAPACITEIT IN GJ
2000
2007
2000
2007
10
10,5
-
-
75 000
71 000
750 000
750 000
I.V.B.O
195 000
186 000
1 950 000
1 950 000
I.V.M.O
60 000
60 000
600 000
630 000
I.V.O.O
73 000
69 000
730 000
730 000
I.V.R.O
57 000
54 000
570 000
570 000
KNOKKE-HEIST
30 000
29 000
300 000
300 000
IVAGO
94 000
90 000
940 000
940 000
I.V.M
90 000
86 000
900 000
900 000
MI-WA
55 000
ISVAG
149 000
0*-140 000
1 490 000
0*-1 490 000
REG. MILIEUZORG
78 000
75 000
780 000
780 000
INDAVER RVI (1+2)
212 000
212 000
2 120 000
2 226 000
Stookwaarde (in GJ/ton) I.M.O.G.
+ INDAVER RVI 3 Totaal
550 000
171 000 1 168 000
1 103 000* - 1 243 000
1 795 500 11 680 000
11 571 500* - 13 061 500
(* scenario sluiting ISVAG in 2005)
Roosterverbrandingsinstallatiecapaciteit voor thermische eindverwerking van huishoudelijk en bedrijfsafval in 2007
27
De evolutie van de capaciteit van de roosterverbrandingsinstallaties en het aanbod brandbaar huishoudelijk afval en bedrijfsafval na voorbehandeling volgens de vier scenario’s in 2000 en 2007 (in GJ)
Capaciteit roosterverbrandingsinstallaties en aanbod brandbaar huishoudelijk en bedrijfsafval na voorbehandeling volgens de vier scenario’s in 2007 (ton)
VERBRANDINGSCAPACITEIT
RENDEMENT
De verbrandingscapaciteit moet afgestemd worden op het
Het energierendement van nieuwe thermische installaties
aanbod brandbaar huishoudelijk en categorie-2-bedrijfsaf-
moet minimaal 30% zijn. Bestaande verbrandingsinstallaties
val voor eindverwerking. Basis is een krappe programme-
moeten uitgerust zijn voor de terugwinning van energieën en
ring. Ondanks de nadruk op voorbehandelingstechnieken
moeten hun energetisch rendement optimaliseren tot min-
blijft er in de planperiode toch een tekort aan thermische
stens 10%. (actie 116)
28
eindverwerkingscapaciteit. Doelstelling is om dat via de wervelbedverbrandingsinstallatie te Beveren (operationeel in 2004) en via de Best Beschikbare Technieken op te van-
BBT
gen. In een overgangsperiode tot 2004 kan het overschot
Tegen 2005 wordt de studie van de Beste Beschikbare
aan restafval geëxporteerd worden voor thermische eind-
Technieken op het vlak van eindverwerkingstechnieken
verwerking. Voor de nuttige toepassing van hoogcalorisch
geactualiseerd. Dit betekent een evaluatie van nieuwe ont-
afval is de Europese markt vrij. (actie 113)
wikkelingen: vergassing, feedstock recycling, enzovoort. (actie 122)
VOORBEHANDELING Uiterlijk tegen juli 2003 start het systeem van voorbehandeling. In Vlaanderen kiezen de initiatiefnemers voor twee technieken: scheiden/vergisten en drogen/scheiden. De hoogcalorische RDF-fractie kan worden verbrand in een wervelbedverbrandingsinstallatie. (actie 114)
INSTALLATIE
TECHNIEK
VERGUND
CAPACITEIT
Recycling Center Evergem,
Drogen/scheiden
Vergund
120 000
IOK-IGEMO, Geel
Drogen/scheiden
Vergund
150 000
Vera, Antwerpen
Scheiden/ vergisten
Vergund
150 000
IGEAN, Brecht
Scheiden/ vergisten
Vergund
30 000
Limburg
BBT-voorbehandeling
In aanvraag
Evergem
Totaal
150 000 600 000
Voorbehandelingscapaciteit in Vlaanderen (ton)
Storten In oktober 2001 bedroeg de totaal vergunde stortcapaciteit in Vlaanderen 16,5 miljoen m3 of ongeveer 8,24 miljoen ton, verdeeld over 10 categorie-2-stortplaatsen. Volgens het duurzaamheidsscenario is er de komende 10 jaren voldoende stortcapaciteit.
CAPACITEIT Indien de taakstellingen voor preventie en selectieve inzameling worden gehaald en mits het afbouwen van het storten daalt in het Duurzaamheidsscenario de totale hoeveelheid te storten afval van 1.382.000 ton in 2000 naar 172.000 ton in 2007. Dit betekent dat er op dit ogenblik reeds ruim voldoende capaciteit op de categorie-2-stortplaatsen voor de volgende 10 jaar is. Het stortmoratorium voor nieuwe locaties blijft gehandhaafd. In het najaar 2004 gebeurt een evaluatie van de stortbehoeften. (actie 123)
29
Capaciteit stortplaatsen in Vlaanderen eind 2001
30
3.4 Instrumenten die werken NIET VERBRANDEN Volgende afvalstromen mogen niet worden verbrand:
zal hiervoor worden ingezet. Om de verbranding met een
- ongesorteerde huishoudelijke en bedrijfsafvalstoffen,
beter energierendement te stimuleren zal de heffing op ver-
- alle selectief ingezamelde afvalstoffen, tenzij de verontrei-
branding worden herbekeken. Andere heffingsystemen –
niging (na sortering) te groot is voor materiaalrecyclage.
ondermeer op basis van bepaalde emissies – verdienen ver-
(actie 128)
der onderzoek. (actie 131)
STORTVERBOD
PERMANENTE MONITORING
Vooropgezet wordt dat de afbouw van het storten wordt
Het is belangrijk de afvalstromen die Vlaanderen verlaten te
toegepast, tenzij bepaalde eindverwerkingsinstallaties
volgen. Een grensoverschrijdend monitoringsysteem zal
niet tijdig worden gerealiseerd. Het afval moet over de
worden uitgewerkt. (actie 135)
stortplaatsen worden verdeeld. Dit kan via jaarlijkse stortquota. (actie 129)
De OVAM ondertekent een charter met de individuele afvalophalers om de uitvoer van afval voor verwijdering buiten
MILIEUHEFFING
Vlaanderen stop te zetten. Dit wordt jaarlijks via het grens-
Het storten van brandbaar afval moet steeds duurder zijn
overschrijdend monitoringsysteem geëvalueerd. Waar nodig
dan het verbranden ervan. Het instrument milieuheffingen
wordt bijgestuurd en opgetreden. (actie 136)
31
effecten van de programmering: het kostenplaatje Met dit Uitvoeringsplan stijgen de kosten voor de gemeenten lichtjes. Hoe meer de gemeente initiatieven neemt voor de reductie van restafval, hoe meer de gemeente bespaart. De Vlaamse overheid investeert de komende vijf jaar meer dan 50 miljoen euro.
Gemeenten: verwerking en verwijdering kosten geld In 2007 zal de verwerking van de afvalfracties uit huishou-
Voor de vaste kosten van de containerparken zullen de
delijk afval ruim 229 miljoen euro kosten. Dit betekent 12,5
gemeenten rekening moeten houden met een lichte stijging
miljoen euro of 5,8% meer dan in 2000. In deze kostprijs zit
van de kosten. Er wordt rekening gehouden met een toena-
zowel verwerking van de selectief ingezamelde fracties als
me van 5,2% tot bijna 122,7 miljoen euro. Daarbij werd
deze van de restfractie. Hierin zitten niet de vergoedingen
geen rekening gehouden met eventuele uitbreidingen van
die de producenten, invoerders en verpakkingsverantwoor-
de containerparken of de invoering van automatische
delijken ten laste nemen. De kostprijs van de verwerking
registratie- en diftarsystemen.
van de geselecteerde afvalstromen ligt lager dan deze van de restfractie. Uitzonderingen hierop zijn gemengde kunst-
Daarnaast heeft een gemeente nog kosten inzake sensibili-
stof, isomo, autobanden en KGA. Deze hogere kostprijs is
sering en personeelskosten. Alles samen zal het huishoude-
te verantwoorden vanuit milieuoogpunt.
lijk afvalbeheer de gemeenten 396 miljoen euro kosten in
32
2007. Het is een toename met 7% ten opzichte van 2000. Het aandeel verwijderingskosten zakt in 2007 licht: van
Het Duurzaamheidsscenario levert een besparing van 28,6
gemiddeld 64,4% naar 62,6% van de kosten. De kosten
miljoen euro ten opzichte van 2000.
voor de verwerking van de organische fracties stijgen van 23,4% naar 25,2%. Deze stijging wordt veroorzaakt door de hogere verwerkingskost en doordat er van wordt uitgegaan dat bepaalde afvalfracties, zoals bijvoorbeeld afgedankte elektrische en elektronische apparaten, door de invoering van een aanvaardingsplicht niet meer ten laste vallen van de gemeenten.
Vlaanderen investeert mee De uitvoering van het Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen zal de Vlaamse overheid in 2003-2004 jaarlijks zo’n 18 tot 20 miljoen euro kosten. In de tweede helft van de planperiode (2005-2007) daalt de jaarlijkse kostprijs tot 15 à 16 miljoen euro. Het gaat in het totaal dus om een investering van ongeveer 52.230.000 euro gespreid over vijf jaar. De kosten zijn verdeeld over preventie (60%), selectieve inzameling en recyclage (39%) en eindverwerking (<1%).
Waar komt het geld vandaan? Preventie, selectieve inzameling en recyclage zullen de Vlaamse gemeenten lichtjes meer kosten dan in de vorige planperiode. Zij kunnen dit aan hun inwoners doorrekenen. Per gezin zal de totale kostprijs oplopen van 155,3 euro in 2000 tot ongeveer 160,9 euro in 2007. Voor de inzameling van huisvuil wordt een verkoopprijs van 1,5 euro per huisvuilzak van 60 liter aanbevolen. Op Vlaams niveau droegen de eigen ontvangsten van het MiNa-fonds in 2001 45% bij tot de begroting van leefmilieu. 33
De belangrijkste bronnen zijn de afvalwaterheffing (30,6%) en de afvalstoffenheffing (10,5%). Op dit ogenblik is nog niet duidelijk hoe de afvalstoffenheffing zal evolueren. De heffingsbasis en/of tarieven zijn afhankelijk van het meer sturend maken van deze heffing.
KOSTEN
Het kostenplaatje voor de Vlaamse overheid
2000
2007
Variabele
216 913 067
229 487 479
Vaste
116 572 328
122 668 962
33 348 540
35 215 644
2 951 198
8 762 069
Preventie
p.m.
p.m.
Zwerfvuil
p.m.
p.m.
TOTAAL
369 785 134
396 134 154
Overhead (personeel, administratie) Communicatie
Kostprijs voor de lokale besturen van het beheer van het huishoudelijk afval volgens het Duurzaamheidsscenario (in euro)
een nieuw afvalstoffenplan: ook het milieu wordt er beter van 34
De verschillende milieu-impacten werden voor de vier scenario’s door het Vito onderzocht. De vergelijking toont aan dat we voor de meeste parameters er beduidend op vooruitgaan indien de plandoelstellingen worden bereikt. Dit is voor een groot deel toe te schrijven aan het terugschroeven van het storten en de overgang naar afvalverwerkingsinstallaties met een performante energierecuperatie.
De milieuvoordelen van een verder doorgedreven afvalpreventie zijn moeilijker te kwantificeren en in beeld te brengen. Een duurzaam afvalbeleid, waarbij de toekomstige generaties verzekerd worden van voldoende grondstoffen en een zuiver leefmilieu, geeft de grootste prioriteit aan de voorkoming van afval.
34
zeg uw zegje!
Het Ontwerp Uitvoeringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 2003 - 2007 is in openbaar onderzoek van 5 augustus tot en met 4 oktober 2002. Dat betekent dat gedurende deze periode iedereen die dat wil zijn of haar opmerkingen kan geven. U kan met het ontwerpplan instemmen, aanbevelingen formuleren of kritiek uiten. Hierbij vermeldt u uitdrukkelijk het paginanummer en de betrokken paragraaf of actie. Opmerkingen kunnen enkel bij de OVAM worden ingediend. Alle opmerkingen worden onderzocht. U kan uw opmerkingen vóór 5 oktober 2002 schriftelijk of per e-mail indienen bij:
Afdeling Projectontwikkeling-Afvalstoffen Stationsstraat 110 2800 Mechelen
[email protected]
Het volledige ontwerpplan ligt ter inzage in uw gemeente en bij de OVAM. U kan het ook raadplegen op de OVAM-website: www.ovam.be . Een eigen exemplaar van het ontwerpplan kan u verkrijgen bij de verkoop- en uitleendienst van de OVAM. U dient schriftelijk, per fax of per e-mail te bestellen
Verkoop- en uitleendienst Stationsstraat 110 2800 Mechelen
met vermelding van "Ontwerp Uitvoeringsplan Huishoude-
fax 015 203 275
lijke Afvalstoffen 2003-2007". De kostprijs is 9,9 euro.
[email protected]
Wij helpen u bij uw informatiefunctie U wil dit Uitvoeringsplan voorleggen aan uw bestuur of aan een groter publiek? Gebruik de cd-rom met de kant-en-klare presentatie. Alle belangrijke punten worden schematisch behandeld. U vult achteraf aan waar nodig. Elke gemeente ontvangt kosteloos een exemplaar van de cd-rom.
VOOR MEER INFORMATIE, BEL NAAR HET INFONUMMER OPENBAAR
015 284 141
OF E-MAIL
[email protected]
v.u.: Henny De Baets, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen / 2002
ONDERZOEK: