Het internationale tijdschrift over bijbelse profetie
Middernachtsroep www.middernachtsroep.nl n Nr. 09.2014
Het wonder Israël • Israëls toekomst en de eenheid tussen Joden en heidenen Interview met Berthold Schwarz: “Gods trouwe handelen met Israël spoort ons aan heilszekerheid te krijgen”
Jeruzalem... vreugde voor heel de wereld ?! spreker Dato Steenhuis leiding Teun van Ommen
Franeker Woensdag 1 oktober Locatie: Baptistengemeente "Maranatha" Schildcampen
49
inloop 19:30 begin 20:00 + boekentafel over dit onderwerp + gespreksmogelijkheid Middernachtsroep
Inhoud
Focus op de BijBel 4 Israëls toekomst en de eenheid tussen Joden en heidenen 7 Het wonder Israël 9 Bijbelse edelstenen in het licht van de hemel eruit gelicht 10 Christelijk antizionisme is schijnheilig 10 Israël boycot is huichelachtig 11 Christenen in het Midden-Oosten gedecimeerd 11 Israëlische nederzettingen zijn niet illegaal 11 Het getuigenis van de Syrische christenen 11 God is groter in perspectieF 12 “Gods trouwe handelen met Israël spoort ons aan om heilszekerheid te krijgen” zendingswerk wereldwijd 16 Bijbelstudie voor tieners 16 Wonderen van God bij zendingsreis naar Jujuy 18 Israël – een heel bijzonder reisdoel 18 Verfrissende ochtendwijdingen 19 Festival aan de Río Olimar 19 “We weten echt niet hoe de radiostations erachter kwamen dat we radioprogramma’s maakten”
3 15 17 21 22 22
groetwoord spreuken interview serie Amen colofon
Groetwoord
door Peter MalGo
“Antisemitisme in een christelijk gewaad doet je gruwen” Vlak in de buurt van onze huisdeur gezien: er stopt een lijnbus. Enkele passagiers stappen in en plotseling begint er in de bus een groepje jongeren hard te roepen: “Een Jood, een Jood! Kijk hem eens…!” Ze gaan ordinair tekeer en wijzen grijnzend naar een orthodoxe Joodse man die zojuist is ingestapt. Openlijke antisemitische afwijzing slaat deze man tegemoet. Hij negeert de verbale aanval van deze horde. Wat moet er in zijn hart omgaan? Het schijnt niemand in de bus te storen dat jongeren zich zo ordinair tegenover die Joodse medemens gedragen. Vijandigheid tegen Joden is op veel plaatsen weer in; antisemitisme is onder alle bevolkingsgroepen aanwezig en wordt openlijk getoond. In veel landen vlammen de discussies in verband met de holocaust steeds weer op. En dan gaat het niet alleen om de historische verwerking van de Tweede Wereldoorlog en de herstelbetalingen, maar er komt veeleer een nieuwe vorm van antisemitisme aan de oppervlakte: de relativering van de holocaust – zo erg is het toch allemaal niet geweest. Ik heb het hier niet over de mensen die de holocaust en het onzegbare leed dat het Joodse volk is aangedaan, principieel loochenen. Nee, het gaat om de mensen die redeneren dat we nu eindelijk eens moeten ophouden om over de verschrikkelijke gebeurtenissen van het verleden te praten. De vrucht van zo’n houding is dan een treurig incident als dat in de bus. Hoe moeten onze kinderen en kleinkinderen weten wat er werkelijk is gebeurd als wij dit deel van de geschiedenis gewoon afdekken? In Duitsland maakt al 24 procent van de bevolking zich dit Joodsvijandige cliché eigen als reactie op de holocaust. Naast de ‘klassieke’ antisemitische verwijten (Joden hebben te veel invloed of zijn door hun gedrag zelf schuldig aan hun vervolging) spelen volgens deskundigen inmiddels ook andere vermoedens en verwijten een veel grotere rol, zoals het verwijt dat de Joden munt slaan uit de holocaust of deze voor hun eigen doeleinden gebruiken ten nadele van belangen van andere landen. Ook met antisemitisme beladen kritiek op Israël wordt veel openlijker geventileerd. Wat tegenwoordig ook opvalt, en dat is schrikbarend, is het steeds meer uit de ano-
nimiteit komende antisemitisme onder christenen. Zit daar misschien bij menigeen van ons soms ook een onderhuidse weerzin, zo van: altijd weer de Joden, altijd weer het geld?! Er zijn werkelijk christenen die niets meer over de holocaust willen horen en daarom in discussies tekeer gaan. Als je hen dan met tegenargumenten raakt, proberen ze de feiten zo snel mogelijk van tafel te vegen. Antisemitisme in een christelijk gewaad doet je gruwen. Want daarmee ga je bewust tegen Gods eerste liefde in. “Waarom juist Israël, waarom juist de Joden?”, vraagt men wel eens. In Deuteronomium 7:7-8 staat: “Niet omdat u groter was dan al de andere volken heeft de HERE liefde voor u opgevat en u uitgekozen, want u was het kleinste van al de volken. Maar vanwege de liefde van de HERE voor u, en om de eed die Hij uw vaderen gezworen had, in acht te nemen.” In het aprilnummer van dit blad hebben we de vervangingstheologie genoemd, die de gemeenten binnensluipt. Deze bevat ten diepste ook gedachtengoed dat in het verlengde van het antisemitisme ligt. Moge God ons daarvoor bewaren! Het is niet aan ons om Israël te beoordelen als andere volken. Zeker, puur menselijk gezien zijn de Joden geen haar beter. Maar ze zijn wel Gods eerste liefde. Zij hebben de belofte, zoals in Romeinen staat. Zij zijn het volk van de toekomst. Juist in een tijd dat Israël politiek steeds meer naar de marge gedrukt wordt, dat men twijfelt aan het eens zo populaire land in het Midden-Oosten, is het belangrijk dat wij als christenen positie kiezen. We behoren Israël onbevooroordeeld, vrij van elk antisemitische gedachtengoed lief te hebben, te helpen en achter Israël te staan.
In hartelijke verbondenheid
Middernachtsroep September 2014
3
Focus op de BijBel
israëls toekomst en de eenheid tussen joden en heidenen paulus benadrukt de eenheid tussen joden en heidenen. Betekent dit dan niet ook dat alle christenen tot ‘israël’ zijn geworden? Absoluut niet. een uiteenzetting.
V
oor de vervangingstheologen betekent de eenheid tussen Joden en heidenen dat de Gemeente het nieuwe Israël is en dat het volk Israël in de toekomst geen rol meer zal spelen. Belangrijke verzen hiervoor zijn Efeze 2:11–22 en Romeinen 11:17–24. Als gelovige Joden en heidenen in Christus verenigd zijn, rijst de vraag in hoeverre er voor de gelovige Joden een eigen rol in de toekomst is weggelegd. Efeze 2:11-22. Naar mijn mening is Efeze 2:11-22 geen bewijs voor de vervangingstheologie. Sommigen zien in de vroegere toestand van de heidenen het bewijs dat ze tot Israël behoren alleen al omdat ze vroeger “vervreemd waren van het burgerschap van Israël”. S.E. Waldron argumenteert als volgt: “Ik hoop dat de reden voor deze conclusie duidelijk is. Zo niet, dan wil ik het duidelijk maken. De heidenen zijn “dichtbij gekomen”, met andere woorden, ze hebben deel gekregen aan het “burgerschap van Israël”, want voor mij niets anders kan betekenen dan dat ze Israëlieten zijn geworden.” Waldron interpreteert het “dichtbij” van de niet-Joden tot Israël zo dat ze, vroeger
4
Middernachtsroep September 2014
uitgesloten van het burgerschap van Israel, daar nu deel aan hebben en daardoor automatisch Israëlieten zijn. Zijn logica is om verschillende redenen niet overtuigend. Ten eerste: hoewel de heidenen volgens Efeze 2:13,17 “dichtbij gekomen” zijn en niet meer “vervreemd zijn van het burgerschap van Israël”, betekent dit echt niet perse dat ze daarom Israëlieten worden. ‘Dichtbij’ iemand komen wil nog niet zeggen dat je dan zijn identiteit overneemt. F.S. Thielman stelde al vast dat Paulus hier verwijst naar de eschatologische verwachting van Jesaja, volgens welke de volken van verre zullen komen en samen met Israël de Here zullen aanbidden die de hemel en de aarde heeft geschapen (vgl. Jes. 45,14). Dat de niet-Joden eens veraf waren en nu dichtbij zijn, dat ze eens vervreemd waren en het nu niet meer zijn, betekent nog niet dat ze de identiteit van Israël hebben aangenomen. Ten tweede: Paulus had heel duidelijk kunnen zeggen dat de gelovige niet-Joden nu een deel van Israël waren, maar dat deed hij niet. Hij spreekt erover dat God gelovige Joden en niet-Joden “één” en tot “één nieuwe mens” gemaakt heeft (Ef. 2:14-15), maar hij vermijdt
de benaming Israël. C.B. Hoch jr. schrijft: “We moeten letten op wat Paulus zegt en wat hij niet zegt. Hij zegt niet dat de heidenen in de oude of de nieuwe politeia [burgerrecht] van Israël zijn opgenomen of tot een geestelijk Israël zijn gemaakt. In plaats daarvan zegt hij dat zowel Joden als heidenen tot een nieuwe mens zijn gemaakt.” Ook P. Perkins gaat tegen de voorstelling in dat gelovige niet-Joden volgens Efeze 2 tot een deel van Israël zijn gewor-
Het enten van de heidenen in de ‘edele boom’ (Rom. 11:16-24) mag niet worden gezien als een reductie van de beloften voor Israël, maar als een verbetering van de positie van de heidenen.
den. Zij stelt vast: “Ondanks de Joods aandoende beschrijving van de niet-Joden wordt met ‘nu’ niet bedoeld dat de niet-Joden deelhebben aan het burgerschap van Israël”. En zij voegt eraa n toe : “Hoewel men op grond van het twaalfde vers zou kunnen vermoeden dat de niet-Jo-
den in het volk Israël zijn opgenomen, beweert de Brief aan de Efeziërs nergens dat de Gemeente Israël heeft vervangen”. Ten derde: heel anders dan Israël is deze ‘nieuwe mens’ een Nieuwtestamentisch organisme, een soteriologische gemeenschap, die is opgebouwd op het fundament van de Nieuwtestamentische apostelen en profeten met Jezus als hoeksteen (vgl. Ef. 2:19-20). In tegenstelling hiermee is Israël geen Nieuwtestamentisch organisme, maar diep in het OT geworteld; zijn oorsprong gaat terug op Abraham en de verbondsbelofte in Genesis 12. Ten vierde: in de ruimere context van Efeze 2 en 3 wordt door het meervoudige gebruik van begrippen met het voorvoegsel syn de veronderstelling uitgesloten dat Paulus voor een theologie van “opname van de heidenen in het volk Israël” staat. Hoch verklaart: “Een sleutel tot het verstaan van het ‘nabij zijn’ van de heidenen tot Israël is het gebruik van de prepositie syn. Paulus gebruikt in deze beide hoofdstukken zes woorden met deze prepositie om de relatie van de heidenen tot de Joden en tot Israël te beschrijven: sympolitai (medeburgers, 2:19), synarmologoumene (samengevoegd, 2:21), synoikodomeisthe (mede opgebouwd, 2,22), synkleronoma (mede-erfgenamen, 3:6), syssoma, (leden van hetzelfde lichaam, 3:6) en symmetocha (mededeelgenoten, (3:6).” De zes syn begrippen laten zien dat “de heidenen door Christus ‘dichtbij’ het volk Israël zijn gebracht om deel te krijgen aan hun verbonden, beloften,
hoop en relatie met God. Ze worden niet tot het volk Israël, maar hebben samen met Israël deel aan hun zegeningen.” Volgens Thielman betekent “het meervoudige voorkomen van de prepositie syn (mee, mede) dat heidenen en Joden binnen het volk van God dezelfde positie hebben”. Efeze 2 en 3 leren niet een opgaan in het volk Israël, maar een deelgenootschap met Israël. Als Paulus had gezinspeeld op het opgaan van de heidenen in het volk Israël, had hij in plaats van “syn de prepositie eis gebruikt”. Hoch maakt duidelijk dat het er Paulus niet om ging “de niet-Joden een ‘theologie van het opgaan in het volk Israël’ te presenteren”. Veeleer beschrijft hij de heidenen als deelgenoten van de verbonden en beloften van Israël: “De sleutel van de theologie van de apostel Paulus is niet het opgaan van de heidenen in het volk Israël, maar een nieuw deelgenootschap aan Israëls verbonden en beloften”. Ook naar de mening van A.T. Lincoln is het duistere verleden van de heidenen “niet door hun opgaan in het volk Israël veranderd, ook niet door het opgaan in een vernieuwd Israël dat uit Joodse christenen bestaat, maar door hun opname in een nieuwe gemeenschap waarin de categorieën Jood en heiden geen rol meer spelen, een zelfstandig organisme dat een nieuwe schepping is”. Voor wat betreft hun redding, hun zegeningen en hun positie voor God staan heidenen op hetzelfde niveau als gelovige Joden. Maar hun aan het heil gerelateerde eenheid doet etnische of functionele verschillen tussen de beide groepen niet teniet: “De woorden van de apostel Paulus in de Brief aan de
Middernachtsroep September 2014
5
Focus op de BijBel
InfoBox
Verklaring van begrippen De substitutietheologie wordt ook wel vervangingstheologie genoemd. Vervangingstheologen zijn dus mensen die geloven dat de Gemeente de vervanger of vervulling van Israël is (dat is het substituante verstaan). Eschatologisch betekent zoveel als ‘de leer van de laatste dingen betreffend’. Soteriologisch betekent ‘de leer van de verlossing betreffend’. Ecclesiologisch betekent ‘de leer van de Gemeente betreffend’.
Efeziërs laten geen ruimte voor een aan het heil gerelateerde prioriteit van Israël in de ekklesiologische structuur van de nieuwe mens. Maar hoewel er geen aan het heil gerelateerde voordelen meer zijn, blijft het etnische verschil tussen Joden en heidenen wel bestaan. Paulus blijft in zijn brieven over Joden en heidenen spreken als verschillende etnische groepen (Rom. 1:16; 9:24; 1 Kor. 1:24; 12:13; Gal. 2:14-15).” Dat een aan het heil gerelateerde gelijkheid de functionele verschillen tussen twee groepen niet tenietdoet zien we ook aan andere voorbeelden. Volgens Galaten 3:29 hebben zowel mannen als vrouwen deel aan dezelfde zegeningen, maar behouden ze wel hun verschillende rollen. Ook in dit geval betekent een aan het heil gerelateerde eenheid niet dat functionele verschillen worden opgeheven. Hetzelfde geldt voor oudsten en niet-oudsten in een gemeente. Beide groepen zijn voor God gelijk en hebben deel aan dezelfde geestelijke zegeningen, maar de oudsten hebben in Gods plan wel een bepaalde taak. Een soortgelijk verschil geldt er voor ouders en kinderen. Zelfs binnen de Drie-eenheid bestaat er een wezensgelijkheid, terwijl de Vader, de Zoon en de Geest toch verschillende rollen hebben. Wezensgelijkheid en deelgenootschap aan dezelfde geestelijke zegeningen doen
6
Middernachtsroep September 2014
functionele kenmerkende verschillen niet teniet. Daarom vormen gelovige Joden en niet-Joden voor wat betreft hun redding in een hele reële zin het ene volk van God. Joden en niet-Joden zijn voor God gelijk. Maar deze eenheid is geen argument tegen een functionele rol van het volk Israël in de toekomst. Saucy schrijft: “De eenheid van Joden en heidenen in de Gemeente doet de functionele verschillen tussen Israël en andere volken in de toekomst niet teniet, net zoals er binnen de Gemeente onder de gelovigen functionele verschillen zijn ondanks hun geestelijke gelijkheid”. Samenvattend kunnen we zeggen dat de niet-Joden dichtbij het volk Israël en zijn verbonden, beloften, zijn hoop en zijn God zijn gekomen; “ze worden echter niet Israël, maar hebben deel aan Israël”. Hoewel de heidenen deelgenoten van Israël zijn, “wordt er met geen woord gezegd dat ze Joden of leden van Israël zouden zijn geworden; anders zou men het begrip ‘Israël’ moeten gaan definieren, wat exegetisch moeilijk te rechtvaardigen zou zijn’. H. Taylor merkte terecht op dat het verstaan van Efeze 2 in het licht van de vervangingstheologie door een “oppervlakkige logica” wordt gekenmerkt, omdat het geen rekening houdt met het feit dat de eenheid in het heil geen opheffing van historische verschillen betekent: “Een oppervlakkige logica beweert nog steeds dat de Joden dan wel het natuurlijke volk Israël hun uniekheid zijn kwijtgeraakt. Omdat Christus de scheidsmuur tussen Joden en heidenen heeft afgebroken (Ef. 2:11-18), zou er een eind zijn gekomen aan de uitverkiezing van Israël . Maar dit komt niet overeen met de logica van het Nieuwe Testament. Hoewel er voor Joden en heidenen slechts één weg tot het heil is, heeft het Joodse volk volgens het NT nog altijd een unieke positie in de historische ontvouwing van Gods heilsplan in Christus.” Romeinen 11:16-24. Romeinen 11:16– 24 benadrukt de eenheid tussen gelovige niet-Joden en Joden. Net als in Efeze 2 gaat het om een eenheid die aan het heil is gerelateerd en gaat het niet om een
opname van gelovige niet-Joden in het volk Israël. Paulus gebruikt hier het beeld van een olijfboom die een plaats van zegen voorstelt. De wortel staat waarschijnlijk voor het verbond van Abraham. De olijfboom stelt de relatie van Joden en heidenen tot dit verbond voor. Volgens Romeinen 11:17 “zijn enige van de takken afgerukt”. Daarmee worden de ongelovige Joden bedoeld, die van de zegeningen van het verbond van Abraham zijn uitgesloten. Gelovige heidenen – de takken van de wilde olijfboom – zijn op de “wortel en de vettigheid van de olijfboom” geënt. Ze hebben nu deel aan de zegeningen en mogen genieten en meeprofiteren van het verbond van Abraham. In Romeinen 11:18 waarschuwt Paulus de niet-Joodse christenen voor een arrogante houding ten opzichte van de natuurlijke takken (de Joden), “want God is machtig hen opnieuw te enten” (Rom. 11:23), wat volgens vers 26, waar Paulus de redding van het volk Israël aankondigt, ook zal gebeuren. Het is onverklaarbaar waarom juist dit vers een bewijs voor de vervangingstheologie zou moeten zijn. De natuurlijke en de wilde takken groeien weliswaar op dezelfde olijfboom, maar er staat nergens dat de wilde takken opeens natuurlijke takken zijn geworden. Zelfs in dit voorbeeld blijft het onderscheid tussen de gelovige Joden en niet-Joden bestaan. Hier hebben we nog een voorbeeld van het dubbelconcept van eenheid en verscheidenheid. Joden en niet-Joden zijn verenigd voor wat betreft hun deelgenootschap aan het verbond van abraham, maar verschillen van elkaar doordat de een niet de identiteit van de ander aanneemt. A.A. Das stelt vast: “Ja, de heidenen zijn als leden van het nieuwe volk van God deelhebbers aan de voorrechten van Israël geworden. Doordat ze op de olijfboom zijn geënt, hebben ze deel gekregen aan het genaderijke erfdeel van Israël. Zowel gelovige Israëlieten als heidenen zijn takken van dezelfde boom, maar waar Israël zijn identiteit niet aan de Gemeente als een soort derde instelling hoeft af te staan, moeten de heidenen wel hun afhankelijkheid van het historische, etnische erfdeel
van Israël erkennen. En hoewel ze deel hebben aan dit erfdeel, blijven ze wilde takken en ondanks hun deelgenootschap toch altijd heidenen.” Het verbond van Abraham kwam tot stand door Gods belofte aan Abraham en “het grote volk” dat uit hem zou voortkomen (Gen. 12:2). In dezelfde context werd voorzegd dat ook de niet-Joden aan de zegeningen van dit verbond deel zouden hebben: “In u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden” (vs. 3). De wortels van dit verbond van Abraham zijn Joods, maar God heeft van begin af aan gepland om ook heidenen er deel aan te laten hebben. En dat is precies wat er gebeurd is (Gal. 3:7-8,29). En nu komt de vraag op waarom het deelgenootschap van de heidenen, waar het OT over spreekt, uitgerekend zou moeten betekenen dat het volk Israël zijn deel aan het verbond van Abraham is kwijtgeraakt. Een dergelijke conclusie is onlogisch. Paulus stelt nadrukkelijk vast dat God de Israëlieten bij de wederkomst van Christus weer in de “wortel en vettigheid” van het verbond van Abraham zal enten (Rom. 11:26). De gelovige niet-Joden hebben nu deel aan de verbonden van Israël. Gelovige Joden en niet-Joden vormen voor wat het heil betreft samen het ene volk van God. Maar dit feit sluit een toekomstige rol van het volk Israël niet uit en het betekent ook niet dat de Gemeente identiek is aan Israël. House stelt vast: “Het enten van de heidenen in de ‘edele boom’ (Rom. 11:16-24) mag niet worden gezien als een reductie van de beloften voor Israël, maar als een verbetering van de positie van de heidenen”. Samengevat: Efeze 2:11-22 en Romeinen 11:16-24 beschrijven de eenheid tussen gelovige Joden en niet-Joden. Door deze aan het heil gerelateerde eenheid wordt de unieke rol van het volk Israël echter niet opgeheven. MICHAEL VLACH
Uittreksel uit Hat die Gemeinde Israel ersetzt?, door Michael Vlach, pag. 203-209. Als u meer wilt weten over de ontwikkeling van de vervangingstheologie en haar argumenten en waterdichte tegenargumenten, kunt u het boek via onze uitgeverij bestellen. (Alleen in het Duits)
het wonder israël de Bijbel getuigt dat israël een toekomst heeft (rom. 11). Beseffen we 66 jaar na de stichting van de staat israël nog wel hoe adembenemend de bijbelse profetie op dit punt is?
o
p 8 maart 1857, ruim 90 jaar vóór de stichting van de staat Israël, stelde C.H. Spurgeon in een preek over Jesaja 6:13: “Maar is de Jood overwonnen? Is hij een bedwongen man? Is zijn land in beslag genomen? Nee, hij is nog altijd van de adel van de wereld – gekweld, uitgescholden, bespuugd, en toch staat er geschreven: ‘Eerst de Jood en ook de Griek’. Hij doet een hoge waardigheid over ons gelden en hij heeft een geschiedenis die nog moet worden, die groter en heerlijker
zal zijn dan de geschiedenis van enig land dat ooit bestaan heeft.” Israël heeft een toekomst die de Kerk of de Gemeente hem niet kan ontroven. We zien zelfs voor onze eigen ogen hoe God Zijn volk in het land Israël bijeenbrengt. De landkwestie in de Bijbel en de landkwestie in de huidige actualiteit maken onmiskenbaar duidelijk dat God Zijn volk Israël echt niet heeft verworpen. “Ik zal een omkeer brengen in uw gevangenschap en u bijeenbrengen uit alle volken en uit alle plaatsen waarheen Ik u verdreven heb, spreekt de HERE, en Ik zal u terugbrengen naar de plaats vanwaar ik u in ballingschap heb gevoerd” (Jer. 29:14). Als we de Schrift nauwkeurig lezen, zijn er in de eindtijd twee verzame-
Middernachtsroep September 2014
7
Focus op de BijBel
lingen van Israël; je zou het ook een verzameling in tweeën kunnen noemen. De eerste verzameling vindt voor de wederkomst van Jezus plaats, de tweede na Zijn wederkomst. De eerste verzameling van het volk in hun oorspronkelijke land vindt voor de Grote Verdrukking plaats: de vijgenboom krijgt zachte takken en de bladeren beginnen uit te lopen (Mat. 24:32), de graven gaan open en de dorre doodsbeenderen worden levend en keren naar hun land terug (Ez. 37). De tweede en definitieve verzameling van Israël vindt na de wederkomst van Jezus plaats en staat in verbinding met de redding van het overblijfsel van het volk en het begin van het duizendjarig Koninkrijk van God op aarde (Deut. 30:1-10; Jes. 27:12-13; 49:22; Jer. 16:1415; Ez. 34:11-16). Daar zullen de overgebleven volken de zonen van Israël dan op hun armen terugdragen (Jes. 49:22), wat bij de exodus na 1945 totaal niet het geval was (de Engelsen stopten de Joden in interneringskampen op Cyprus en de Arabieren bestreden hen toen ze naar het land kwamen). Als bijbelse consequentie hiervan hoeven we vóór de wederkomst van Jezus dus niet op een aanzwellende terugkeer of een volledige terugkeer te wachten. Met de opstanding van de Joodse staat zijn immers alle voorwaarden voor de laatste acte op het toneel van de wereldgeschiedenis geschapen. De eerste verzameling van Israël en daarmee de stichting van de staat in 1948 is een wonder van God waar wij bij stonden. Nogmaals: Israël heeft dit land niet zelf in bezit genomen! Het is Gods land en Hij heeft het aan Israël gegeven. Hij spreekt van “Mijn land”, en Hij heeft dit land voor niemand anders bestemd. Daarom lezen we in Joël 3:1-3: “Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, zal Ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat. Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld. Zij hebben het lot geworpen
8
Middernachtsroep September 2014
over Mijn volk. Zij gaven een jongen voor een hoer; zij verkochten een meisje voor wijn, zodat zij konden drinken.” Hier hebben we het antwoord waar de door de volkerengemeenschap geëiste land-voor-vrede-politiek toe zal leiden: tot het oordeel van God. En waarom? Het is Zijn land, en Hij heeft bepaald dat uiteindelijk niemand anders dan Zijn volk Israël het krijgt. Dat de huidige staat Israël na ruim 60 jaar nog altijd bestaat is een wonder van God. R. Bennet heeft daarover geschreven: “In 5000 jaar onderzochte geschiedenis van de mensheid is het nooit eerder voorgekomen dat een volk na 2000 jaar naar zijn oorspronkelijke land is teruggekeerd, zoals Israël gedaan heeft. Nooit is het in 5000 jaar onderzochte geschiedenis voorgekomen dat een ‘dode taal’ weer een levende volkstaal werd, zoals met de Israëlische omgangstaal Hebreeuws is gebeurd. Nooit zijn zo weinig mensen zo vaak door zo‘n overmacht aangevallen als het Israël is overkomen. Nooit zijn zo weinig mensen erin geslaagd om binnen zo weinig dagen zulke machtige legers dermate beslissende nederlagen toe te brengen als Israël voor elkaar gekregen heeft.” In dit verband is het interessant dat het Hebreeuws als omgangstaal van het Joodse volk na de verwoesting van Jeruzalem en de verstrooiing van de Joden door de Romeinen in 70 en 135 teloor is gegaan. Het werd alleen nog in de synagogen gebruikt bij het voorlezen uit de geschriften van het Oude Testament en het was de vaktaal van de geleerde rabbijnen. Voor het overige spraken de Joden Jiddisch of de taal van het land waar ze leefden. Maar met de terugkeer van het Joodse volk naar zijn vaderland kwam het ook tot een herleving van het Hebreeuws. Tegenwoordig is deze taal weer de hoofdtaal van het Joodse volk in Israël. Roger Liebi schrijft erover in Leven we werkelijk in de eindtijd?: “Zoiets is in de wereldgeschiedenis nog nooit voorgekomen! Nog nooit is een taal die al ruim 1000 jaar dood was weer tot nieuw leven gewekt als een volledig functionerende nationale taal.” Toen de Heer Jezus ten hemel voer, zeiden de engelen tegen de aanwezigen:
“Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan!” (Hand. 1:11). Toen Jezus naar de hemel terugkeerde, verliet Hij een volk dat Hebreeuws sprak. En Hij zal terugkeren naar een volk dat Hebreeuws spreekt. Toont dat niet de reusachtige actualiteit van het profetische woord van de Bijbel, tot in het kleinste detail? We zijn al veel te veel gewend aan het bestaan van Israël en hebben nauwelijks meer voor ogen wat een geweldig wonder er is gebeurd toen God Zijn volk naar Zijn land terugbracht! Hij deed dat met het ene doel dat zij hem daar zouden dienen (vgl. Hand. 7:7). Volk, land en dienst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ook al zien we vandaag de dag Israëls ontrouw en schuld nog (Ps. 106), toch handelt de Heer met Zijn volk en zal Hij het zo ver brengen dat het Hem in Zijn land zal dienen. En wij mogen er ooggetuigen van zijn hoe Hij door genade en oordeel steeds weer wonderen aan Zijn volk verricht om dit doel te bereiken. Nee, “God heeft Zijn volk, dat Hij van tevoren kende, niet verstoten!” (Rom. 11:2). NORBERT LIETH, JOHANNES PFLAuM
Meer over dit wonder kunt u lezen in Israel in Ersatztheologie – Ist Israels Zukunft Vergangenheit?, van Norbert Lieth en Johannes Pflaum, te verkrijgen bij de uitgeverij Middernachtsroep.
Bijbelse edelstenen in het licht van de hemel DEEL 2
de Bijbel spreekt over aardse en hemelse edelstenen. in het vorige nummer zagen we de edelstenen van de hemelse heerlijkheid. nu gaan we kijken naar israël als waardevolle edelsteen van de here.
h
oewel er in Israël geen edelstenen in de natuur voorkomen, vindt men er bij opgravingen in het heilige land altijd wel een paar. In de antieke oudheid kan Egypte de hoofdleverancier zijn geweest, omdat men bij opgravingen in het zuiden van Israël grotere hoeveelheden heeft ontdekt. De aanwezigheid van edelstenen in Israël wijst op een vroegere handel met andere landen: met Aram (1 Kon. 10:2; Ez. 27:16), met Ofir (1 Kon. 10:11) en met Ethiopië (Job 28:19). In het Oude Testament vergelijkt de Here het volk Israël meerdere keren met edelstenen. De meest sprekende voorbeelden ervan zijn de efod en de borsttas van de priester. Mozes moest de efod en de borsttas, evenals de andere voorwerpen van de tabernakel, op aanwijzing van God precies naar het hemelse voorbeeld laten maken (Ex. 25:9,40). Het bestaan van een hemels voorbeeld wordt door het Nieuwe Testament verschillende keren bevestigd (Hand. 7:44). Volgens Hebreeën 8:5 dienden de tabernakel en de priesters van de tempel de “afbeelding en schaduw van de hemelse dingen”. De hemelse dienst gaat nog steeds door (vgl. Op. 4-5); daarom is er ook geen einde gekomen aan de liefde van de Here voor Zijn volk Israël. In de twee onyxstenen van de efod werden de namen van de stammen van Israël (2x6) in de volgorde van hun
geboorte gegraveerd (Ex. 28:8-12). De priester droeg de efod op zijn schouders, wat uitdrukte dat hij alle lasten van het volk bracht. De in goud gevatte twaalf edelstenen van de borsttas, die met de efod was verbonden, droeg de priester op zijn hart. Er zijn christenen die geloven dat de Heer Israël heeft afgewezen en de christenen de plaats van het uitverkoren volk heeft gegeven. Wie deze mening is toegedaan begrijpt niet dat de edelstenen op de schouders en op het hart van de priester de voortdurende, eeuwige liefde van God jegens Israël symboliseren. Onze Hogepriester in de hemel beschouwt het als Zijn taak om Zijn volk te behoeden en het vast aan Zich te binden, net zoals de borsttas door een gouden ketting met de efod was verbonden. Dat is heel makkelijk te begrijpen, want de priester mocht niet zonder efod en borsttas voor God verschijnen. Het leven, het lot en de toekomst van Israël zijn in de beste handen! Israël is voor de Here belangrijk en waardevol, Hij draagt verantwoordelijkheid voor Zijn volk, Hij draagt hun lasten op Zijn schouders en op Zijn hart – gegraveerd in in goud gevatte edelstenen. Op de efod stonden de namen van de Israëlische stammen in de volgorde van hun geboorte en op de stenen van de borsttas stonden de namen van Israël volgens de ligging van hun legerplaatsen (Num. 2), opgedeeld naar de vier windrichtingen. In dit verschil manifesteert zich de liefde van God jegens Israël gedurende de diaspora: hoewel Israël in alle windrichtingen verstrooid is, heeft de hemelse Priester zijn volk niet vergeten. Jeremia vergelijkt de zonen van Israël in zijn gezicht over het belegerde Jeruzalem met donker geworden goud en met de stenen op de hoeken van de straten (Klaag. 4:1). De vorsten van Israël
beschrijft hij als volgt: “Hun gestalte was gladder dan een saffier” (Klaag. 4:7). Enkele honderden jaren eerder zien we de vorsten met de onyxstenen voor de efod en met de edelstenen voor de borsttas, die het volk vrijwillig had gegeven, omdat het bereidwillig van hart was (Ex. 35:1-9.27). In de tijd van koning Salomo komen we de edelstenen weer tegen toen hij met vreugde en ruimhartigheid begon te verzamelen voor de eerste voorwerpen van de tempel: “Met heel mijn kracht heb ik voor het huis van mijn God gereedgemaakt: het goud voor de gouden voorwerpen, het zilver voor de zilveren, het koper voor de koperen, het ijzer voor de ijzeren en het hout voor de houten voorwerpen, onyxstenen en andere stenen als opvulling, sierstenen en kleurrijke stenen, allerlei edelstenen en marmeren stenen in overvloed” (1 Kron. 29:2). De edelstenen kreeg de Gersoniet Jehiël, die hun bewerking organiseerde (1 Kron. 29:8). De zeldzame edelstenen zien er in het donker als waardeloze kiezelstenen uit. Zelfs de meest buitengewone edelstenen hebben geen licht van zichzelf. Zonder licht kunnen ze hun bijzonderheid en hun onvergelijkelijke schoonheid niet laten zien. De schoonheid en het bijzondere van Israël zitten hem in het licht dat vanuit de aanwezigheid en de heerlijkheid van God op het volk afstraalt. Als het licht van de heerlijkheid van God en edelstenen van Israël elkaar ontmoeten, kunnen we een zeldzaam gebeuren waarnemen: in het heilige der heiligen beginnen de edelstenen te glanzen en te leven. De stenen zijn niet alleen waardevol en mooi, maar ook hard. Juist daarom doet het de Here pijn als Israël in hoofd en hart hardheid vertoont: “Zij maakten hun hart als diamant, om maar niet te hoeven luisteren naar de wet” (Zach. 7:12). De zonde van Juda “is opgeschreven met een stift van ijzer, met een punt van diamant ingegrift op de schrijftafel van hun hart en op de horens van uw altaren” (Jer. 17:1). Alleen de Here, die de diamant geschapen heeft, kan op het diamanten hart van Israël schrijven. GuSZTáV FODOR
Middernachtsroep September 2014
9
Eruit gElicht
israël boycot is huichelachtig
e
Welk vliegtuig zou jij nemen? Naar Israël of naar de Palestijnse staat?
ind februari van dit jaar verklaarde de journalist Jacques Schuster op welt. de dat hij wel akkoord ging met druk op Jeruzalem, maar brandmerkte hij de boycot van Israëlische goederen als huichelachtig. Hij schrijft onder andere: “Kennelijk vergeten de verontwaardigde levensmiddelenconcerns dat ze daarmee niet alleen de duivel straffen, zoals ze de Israëli’s beschouwen, maar dat ze ook de 30.000 Palestijnen schade berokkenen, die in de nederzettingen tegen veel hogere lonen dan elders in Palestina werken. De goederen die uit de bezette gebieden komen, leveren slechts twee procent van het Israëlische bruto sociaalproduct op.”
christelijk antizionisme is schijnheilig
d
e Amerikaanse Bijbelleraar Doug Wilson staat bekend om zijn debatten met invloedrijke atheïsten. Wilson beschouwt zichzelf als een aanhanger van Israël, al is hij het niet om theologische, maar om ethische redenen, zoals hij in het artikel ‘You Play the Hand You Hold’ op zijn weblog dougwils.com schrijft. Tegelijk is Wilson echter ook een zogenaamd vervangingstheoloog. Dat wil zeggen dat hij gelooft dat de Gemeente het nieuwe Israël is. Zijn openlijk verdedigen van Israël bewijst dat niet elke vervangingstheoloog perse een antisemiet is. Maar dit leerstelsel leidt helaas maar al te vaak wel tot antisemitisme, zoals Doug Wilson zelf lijkt aan te voelen. In zijn blogartikel ‘A Headache That Starts at the Ankles’ wendt hij zich tot de christenen in zijn kamp. Dit zijn christenen die er alles aan doen om zich solidair met de christelijke Palestijnen te betonen, terwijl ze de christelijke zionisten in eigen land verachten. Wilson schrijft: “Stel je voor dat je over tien jaar ergens in het Midden-Oosten woont en dat er inderdaad een Palestijnse staat is gesticht. Tien jaar is lang genoeg
10 Middernachtsroep September 2014
om dit gebied door de toestromende internationale steun in een paradijs te veranderen. Dat betekent niet dat het een paradijs zal zijn, maar alleen dat er voldoende geld naar toe is gegaan. (…) Dan komt er een crisis en je moet vluchten van de plek waar je op dat moment bent. Je gaat naar het vliegveld en daar moet je kiezen. Er zijn twee vluchten, waarvan je er een moet nemen. De ene vlucht brengt je naar Israël en de andere naar de Palestijnse staat. Wat je ook kiest, je zult geruime tijd in dat land moeten blijven, misschien wel enkele jaren lang. Welke vlucht zou je dan nemen?” Wilson weet het antwoord op zijn retorische vraag. Hij weet ook dat de christenen die de vervangingstheologie aanhangen geneigd zijn de Palestijnen (al of niet christelijk) bijzonder te steunen en Israël af te wijzen (vgl. Wilsons blogpost ‘Hey, This Knife Cuts in Two Directions!’). Deze christenen roept hij toe: “Als je de vlucht naar Israël neemt (wat vrijwel iedereen van ons zeker zou doen), terwijl je desondanks het huidige Palestijnse onrecht steunt, dan is het enige gepaste woord daarvoor: schijnheiligheid”. mnr
Tomatenplantages in de Negev woestijn
Schuster ziet de ‘neiging’ van de Europeanen om “met twee maten te meten” en citeert de Joodse schrijver Amos Oz, de vindt dat er vroeger op elke tweede huismuur in Europa stond: “Joden, weg naar Palestina”. En tegenwoordig lees je: “Joden, weg uit Palestina”. Schuster laat de vraag open of de schrijver gelijk heeft. mnr
christenen in het Midden-oosten gedecimeerd
e
ind mei van dit jaar toonde de Amerikaanse online krant The Huffington Post aan de hand van een grafiek hoe het christendom in het Midden-Oosten letterlijk uitsterft. In 1900 was in Egypte, Irak, Israël, Jordanië, de Palestijnse gebieden en Syrië nog 10% van de bevolking christen. In 2010 was dit gehalveerd tot 5%. De aloude wieg van het christendom wordt steeds onchristelijker. Omdat het aantal christenen in deze landen eigenlijk licht toeneemt, is hun decimering vooral te wijten aan “vervolging en geweld”. The Huffington Post schrijft: “Sinds de Amerikaanse invasie van Irak in 2003 is minstens twee derde van de christelijke bevolking hun huis ontvlucht…” De Syrische burgeroorlog heeft sinds het uitbreken ervan in maart 2011 450.000 christenen verdreven. En toen in 2011 de opstanden in Egypte begonnen, verlieten ruim 93.000 koptische christenen het land. Ze hebben nog altijd onder aanvallen op hun kerken te lijden. mnr
het getuigenis van de syrische christenen Te midden van de wrede chaos van de Syrische burgeroorlog straalt toch het licht van de Gemeente van Jezus. Todd Nettleton, een woordvoerder van de Ondergrondse Kerk in de VS, bericht dat de christenen vroeger verachtelijk ongelovigen werden genoemd, maar tegenwoordig veelal met hoogachting Bijbelmensen worden genoemd. Juist door hun “getuigenis van opofferende liefde” zouden er honderden of zelfs duizenden moslims tot geloof in Jezus Christus zijn gekomen. mnr
Israëlische nederzetting Beitar Illit op de Westbank
israëlische nederzettingen zijn niet illegaal
F
reiePresse, ‘de grootste krant van Saksen’, publiceerde enige tijd geleden een “gastartikel van de Duitse journalist en theoloog Johannes Gerloff” op hun website. Hij betwijfelt de vermeende illegaliteit van de nederzettingen en schrijft onder andere: “Ten eerste heeft Israël de omstreden gebieden niet op een ander land veroverd. Ze waren juridisch gezien niemandsland. Het beste bewijs daarvoor is dat tussen 1949 en 1967, toen de Westbank in Arabische handen was, geen enkele stem een Palestijnse staat heeft geëist. Ten tweede is de overweldigende meerderheid van de Joodse woningen in de voor 1967 door Jordanië bezette gebieden niet het gevolg van een Israëlische nederzettingenpolitiek, maar de uitdrukking van een beweging binnen het Joodse volk
God is groter Kun je de sterren tellen die hoog aan de hemel staan? Je zelfs niet hun aantal voorstellen, laat staan het allemaal verstaan? Probeer eens het zand te tellen dat alleen al bij de zee is. Het zal je niet gelukken, omdat het ontelbaar is. We zoeken naar de oorsprong, hoe het leven ooit ontstond. We kunnen die niet vinden, te klein is ons verstand.
die de politici tenslotte tot bepaalde besluiten dwingt omdat Israël een democratie is.” Volkenrechtelijk gezien kan Israël zelfs aanspraak maken op “het hele gebied tussen de Middellandse Zee en de Jordaan”, zo verklaart Gerloff. Zo “werd in 1922 Palestina, dat toen nog het huidige koninkrijk Jordanië omvatte, als mandaat aan het Britse rijk toevertrouwd met de uitdrukkelijke opdracht om een Joods thuisland te stichten. Van een opdeling van Palestina was geen sprake. Alleen het besluit van de Algemene Vergadering van de VN van 1947 voorzag in een opdeling van Palestina. Dit besluit is volkenrechtelijk echter niet bindend en werd bovendien na het uitroepen van de staat Israël door de Arabische buurlanden met oorlog beantwoord.” mnr
Wat moeten we nu doen? Hoe bereiken we ons doel? Ook al onderzoeken we veel, toch is het niet veel. We doen veel onderzoek naar een heel nieuw atoom. Maar wat we ook vinden, God had het al gewoon. God is groter dan wat wij zien. God is groter dan wat wij verstaan. God is groter dan al ons denken, God zal ook in de toekomst alles leiden. Rudolf Ginsberg
Middernachtsroep September 2014 11
In perspectIef
INTERV IEW
“gods trouwe handelen met israël spoort ons aan om heilszekerheid te krijgen” Berthold schwarz is docent systematische theologie aan de Vrije theologische hogeschool te giessen en leider van het instituut voor israëlkunde. in het interview spreekt hij over het instituut, over onbedoelde vervangingstheologie, de betekenis van de israëlkwestie en over de juiste omgang met de Bijbel. u leidt het instituut voor israëlkunde. wat was de reden om dit op te richten? Berthold Schwarz: Al in de 80-er jaren vond Helge Stadelmann, die toen de Vrije Theologische Hogeschool in Giessen leidde, dat we meer over Israël en de bijbelse heilsgeschiedenis na moesten denken. Als predikanten naar de gemeenten gaan en weinig of geen benul van Israël hebben of zelfs alleen maar de vervangingstheologie voorstaan, waarin Israël door de Kerk is bijgezet en geen rol meer speelt, dan kan dat op den duur niet goed zijn, niet voor de opleiding van jonge mensen en ook niet voor de gemeenten. Maar in de 80-er jaren hadden we noch financieel, noch qua personeel de mogelijkheid om deze idee te realiseren. In 2003 kwam ik als docent naar de VTH. Men beraadde zich toen op de mogelijkheid van het opzetten van een Israëlinstituut. En het kwam goed uit dat ik een voorstander was van een heilshistorisch verstaan van de bijbelse betekenis van Israël. Toen kregen we van buitenaf via CfI (Christen für Israël)
12 Middernachtsroep September 2014
royale financieringsmogelijkheden. En daardoor konden we in 2004 het Instituut in Giessen oprichten. wat zijn de taken van het instituut? Berthold Schwarz: Het Instituut werkt met de mogelijkheden die we financieel gezien op de been kunnen brengen. Zo geven we een wetenschappelijk relevante boekenserie uit, de Edition Israelogie, waarmee we in eerste instantie proberen theologisch geschoolde medewerkers, bijbelschoolstudenten en theologiestudenten te bereiken. We houden ons met allerlei belangrijke – ook theologische – vragen bezig met betrekking tot Israël. Studentmedewerkers van de VTH helpen mee. We hebben contact met de Messiaanse Joden in het Duitse taalgebied en in Noord-Amerika. Op onze website publiceren we verschillende artikelen om belangrijke onderwerpen paraat te houden, zoals het overwinnen van de vervangingstheologie, de betekenis van Israël met betrekking tot de Gemeente van Jezus, verduidelijken wat Messiaans jodendom is, of vragen over de heilshistorische uitleg van de Schrift. Het Oude en het Nieuwe Testament juist lezen en verstaan is, zoals elke Bijbellezer weet, een grote exegetische uitdaging. Want het gaat soms ook om provocerende gedetailleerde vragen: gaat dit of dat vers nu speciaal over Israël of niet? Of: hoe moet je de toepassing van een Bijbelwoord voor de Gemeente en/of voor Israël nu con-
Dr. Berthold Schwarz
creet maken? Bij al deze vragen proberen wij met kleine bijdragen van het Instituut richting te bieden. Verder bezoek ik veel christelijke gemeenten in heel Duitsland om onderwijs te geven over de bijbelse verhouding van Israël tot de Gemeente van Jezus. zijn er nog andere organisaties, Bijbelscholen of gemeenten die zich daarom met een aanvraag tot het instituut wenden? of gebeurt het ook omgekeerd, dat het instituut anderen benadert? Berthold Schwarz: Het Instituut bestaat nu sinds 2004 en er zijn in die tijd veel relaties opgebouwd, met Messiaanse Joodse leiders in Amerika, met mensen in Israël, met journalisten en theologen, en met theologische opleidingsinstellingen in Noord-Amerika of in Israël, bijvoorbeeld met het Israel College of the Bible. In het Duitse taalgebied zijn de Bijbelscholen en onderwijsinstellingen voor wat de leer over Israël betreft relatief terughoudend. We bieden conferenties aan waarvoor we competente sprekers uitnodigen, maar de respons onder Bijbelscholen en gemeenten is nog niet wat ik me zou wensen. Over het algemeen zijn het plaatselijke gemeenten of individuele gelovigen die gebruik maken van de diensten van het Instituut door te zeggen: “Kom eens langs. Doe eens een Bijbelweek. Doe eens een weekendseminar over Israël. Preek eens bij ons over Israël.” De laatste jaren hebben we zo contacten opgebouwd, gewoon omdat
ik als spreker overal kom. Soms reizen ook andere medewerkers naar bijeenkomsten, bijvoorbeeld studenten, om mensen bewust te maken waar het Instituut voor staat. Want met Israël en de Gemeente van Jezus zijn belangrijke vragen verbonden, waar christenen voor zichzelf in het geloof een antwoord op moeten vinden. Het gaat hier niet gewoon om ‘punt tig van de agenda’, waar eigenlijk niemand echt belangstelling voor heeft. Israël is juist een belangrijk onderwerp voor christenen, althans, dat behoort het te zijn! Naar mijn mening behoort men daar als christen duidelijkheid over te hebben en de mensen te kunnen informeren. Daarom proberen we als Instituut voor Israëlkunde impulsen aan te reiken om verder over na te denken. Het is eerlijk gezegd niet zo dat de invloed van het Instituut in de loop van de laatste acht jaar groter is geworden. Maar niettemin zijn we God dankbaar voor het geschonken begin! wat is het meest voorkomende bezwaar dat u hoort als motivatie voor de vervangingstheologie, de leer dat de gemeente in de plaats van israël is gekomen? Berthold Schwarz: Je hebt in Duitsland weliswaar nog altijd mensen die sterk vanuit de vervangingstheologie redeneren, maar ik raak slechts zelden met hen aan de praat. Er zijn echter ook mensen die met hun ver vangingstheologie niets kwaads bedoelen. Vaak zijn het lieve broeders en zusters die de Bijbel serieus nemen, maar in hun uitleg bij de vervangingstheologie terecht komen zonder het aanvankelijk te merken. Dat ligt aan de zogenaamde hermeneutiek, dat zijn de regels volgens welke je de Schrift interpreteert. Als bijvoorbeeld bepaalde uitspraken van het Oude Testament, profetische uitspraken van Jezus of boodschappen van de apostelen slechts ‘beeldend’ bedoeld zijn en geen werkelijke vervulling verwachten (hoewel de tekst daar geen aanleiding voor geeft), of als de tekst uiteindelijk niets anders is dan een vermaning of een aansporing voor Israël, dan legt men het gedeelte natuurlijk heel anders uit dan iemand die in die woorden een toekomstige belofte van God voor Israël ziet. Je moet dus, zeg
maar, in je hoofd een knop omzetten en niet zelden inzien dat bepaalde teksten in de Bijbel echt niet één op één woorden voor de Gemeente van Jezus zijn, maar dat je bij de uitleg eerst even dient na te gaan voor wie die woorden oorspronkelijk bedoeld waren. Pas daarna kun je de vraag stellen: “En wat betekent het voor de Gemeente van Jezus?” Dat broeders en zusters deze gedachtesprong bij het uitleggen niet voor elkaar krijgen is naar mijn ervaring niet perse kwaadaardig bedoeld. Men leest gewoon de tekst: “Hoor, hoor Israël” en zegt dan: “Ja, maar ik wil vandaag toch niet meer Israël horen, die woorden gelden nu toch voor de Gemeente!” Zo past men een Bijbeltekst die oorspronkelijk een andere geadresseerde had, direct toe op de Gemeente van Jezus, en naar de eventuele blijvende betekenis van de boodschap voor Israël kraait dan geen haan meer. Dat komt de vervangingstheologie als het ware via de achterdeur naar binnen; er sluipt in de Bijbeluitleg iets binnen waarvan men de bedenkelijke consequenties voor de oorspronkelijk geadresseerde, Israël, soms niet eens beseft. deze radicale vertegenwoordigers beroepen zich vaak op de apostelen en zeggen dan: “Maar zo gaan de apostelen met het oude testament om. zij gebruiken toch verzen uit het oude testament voor de gemeente!” hoe zou u op zo’n argument reageren? Berthold Schwarz: Dit argument is al vrij oud. Maar als je een beetje moeite doet en onderzoekt hoe de Nieuwtestamentische evangelisten, de apostelen en ook Jezus Zelf in het Nieuwe Testament met Oudtestamentische woorden omgaan, kun je vaststellen dat er niet één enkele methode en toepassingsmanier is in hun weergave en toepassen van het Oude Testament. Dat is een belangrijk argument tegen deze zwart-wit interpretatie die beweert dat de apostelen het altijd zo en zo doen. Maar er zijn in het Nieuwe Testament heel verschillende manieren waarop met het Oude Testament wordt omgegaan! Bepaalde Oudtestamentische woorden kunnen een betekenis voor de Gemeente hebben, bijvoorbeeld als
vermaning in de zin van: “Leer ervan”. Maar er zijn diverse verschillende manieren van exegese hoe het Oude Testament in het Nieuwe Testament wordt gebruikt. Er bestaat geen uniforme regeling. Je hebt bijvoorbeeld ook Nieuwtestamentische uitspraken die beloften uit het Oude Testament als nog onvervuld bevestigen en duidelijk maken dat hier bepaalde beloften in de toekomst ook nog na de tijd van de Gemeente voor Israël zijn. Je mag bij de interpretatie van gedeelten uit het Oude Testament dus niet alles over één kam scheren. Je moet veeleer van vers naar vers kijken hoe Jezus en de apostelen werkelijk met de Oudtestamentische beloften en uitspraken zijn omgegaan. Een uniform zwart-wit schema dat men de Heer Jezus en de apostelen soms als manier van doen in de schoenen schuift, is er naar mijn mening niet. hoe ziet u de nog uitstaande beloften aan israël met betrekking tot het moderne joodse land? er wordt immers ook gedebatteerd over de vraag welke rol het seculiere israël nu precies in gods heilsplan speelt. Berthold Schwarz: We dienen ons met elkaar in te spannen om de Oudtestamentische beloften eerst opnieuw te ontdekken en er achter komen wat ze in die tijd nu eigenlijk voor de geadresseerden betekend hebben. Gaat het onderzochte gedeelte over een tijd vóór de ballingschap? Of speelt de tekst tijdens de ballingschap? Of gaat het over iets uit de eindtijd? We dienen dergelijke beloften en voorspellingen van God eerst zo verstaan als de geadresseerden ze gezegd hebben gekregen. Daarna onderzoeken we hoe er in het Nieuwe Testament mee werd omgegaan, bijvoorbeeld of de lijn werd doorgetrokken, of en hoe een bepaalde belofte betrekking kan hebben op Jezus, of hoe hij daarnaast ook op Israël kan slaan. Als je zo te werk gaat, zul je niet elk afzonderlijk Bijbelvers zo mogen uitleggen dat alle Oudtestamentische verzen die een belofte inhouden, niet vervuld zijn. Ook in de Bijbel zelf heb je al een hele reeks vervulde beloften (bijv. met het oog op Jezus, Zijn komst, Zijn Messi-
Middernachtsroep September 2014 13
In perspectIef
as zijn enz.). En deze gedeelten moet je onderscheiden van de beloften die nog niet vervuld zijn. Dan kun je vaststellen dat de oorspronkelijke geadresseerden, het verbondsvolk Israël respectievelijk de Joden, beloften hebben ontvangen die in de toekomst nog vervuld moeten worden. Deze beloften zijn echter dikwijls met bepaalde voorwaarden verbonden die God aan de vervulling ervan koppelt. En deze voorwaarden moeten dan ook in een historische context vervuld zijn, wil je werkelijk kunnen beweren dat een bijbelse belofte vervuld is. Daarom kun je niet gewoon speculatief bepaalde in het Oude Testament voorzegde verbanden voor ons nu naar je toe wensen, die op basis van de genoemde voorwaarden of van de context van de desbetreffende beloften niet zomaar gelegd mogen worden. Als het lukt om op die manier een bijbelse belofte te benaderen, dan vind je ook goede en gefundeerde uitspraken en beloften die met de staat Israël in verband gebracht kunnen worden. Niettemin moet je wel waakzaam blijven omdat bepaalde beloften aan Israël nog altijd toekomstig zijn en geen verband houden met de staat Israël. En het is soms niet eenvoudig om deze te onderscheiden. Het is een uitdaging voor Bijbellezers om er de moeite voor te nemen om niet lichtvaardig alle beloften aan het bijbelse Israël met de huidige seculiere staat Israël te identificeren, maar steeds rekening te houden met de context waarin de belofte en de vervulling worden geschilderd. Er zijn namelijk beloften over het toekomstig herstel van Israël en daar moet eerst een diepgaande ommekeer van Israël of een opwekking of een bepaalde handeling van God aan voorafgaan, of ze hangen samen met de wederkomst van de Messias. Zulke beloften kun je dan niet gewoonweg op de een of andere historische situatie van Israël betrekken, en al evenmin zonder meer op de huidige staat Israël. Dit alles juist verwerken en onderscheiden is niet altijd eenvoudig; het kost moeite en vereist een vlijtige bestudering van de Schrift. wat raadt u degenen aan die geen theologisch scholing hebben? Bestaat er voor
14 Middernachtsroep September 2014
“Dit teken dat Israël is, versterkt ook ons geloof in Jezus Christus.”
de eenvoudige Bijbellezer die al deze verschillende verzen leest, een goede vuistregel hoe je ze op de juiste wijze kunt verbinden met het israël van het verleden, het israël van tegenwoordig en het israël van de toekomst en de gemeente? Berthold Schwarz: De Bijbellezer die vlijtig de Bijbel wil lezen en een zekere nieuwsgierigheid meebrengt om de Schrift te verstaan, moet bij het lezen van de verzen in het Oude Testament eens proberen, misschien met behulp van een concordantie en van zijn groeiende Bijbelkennis, om verbanden binnen de Schrift te ontdekken. Daar heb je geen theologische opleiding voor nodig, dat kan in zekere zin zo ongeveer elke Bijbellezer als hij nieuwsgierig genoeg is. Hij dient zich bijvoorbeeld af te vragen: “Aha, hier hebben we een woord van Ezechiël, of hier spreekt de profeet Amos. Wacht even, het lijkt er dus op dat deze boodschap van God in de tijd van de ballingschap is uitgesproken. Is er van deze beloften intussen al iets vervuld? Of gaat het echt om iets wat nog moet gebeuren?” Bij het zelf onderzoeken kun je ook aanzetten krijgen van bruikbare lectuur, van boekjes die gedurende de laatste tientallen jaren over allerlei kwesties zijn geschreven, om bijbelse verbanden beter te leren begrijpen. Ik raad aan om te proberen deze verbanden te ontdekken met een Bijbelwoordenboek, door zelf Bijbelstudie te doen en met boeken die je verder kunnen helpen. Daardoor ga je steeds meer verstaan hoe Oudtestamentische en Nieuwtestamentische teksten met elkaar verbonden zijn en wat er bijvoorbeeld in Gods handelen met Israël nog moet gebeuren en wat niet. Deze manier van benadering is voor elke Bijbellezer ook een stuk disciplinering, door niet snel ‘even Apeldoorn te bellen’, maar de tijd te nemen om te onderzoeken wat er nu eigenlijk echt staat. welke schrijvers en boeken raadt u aan? Berthold Schwarz: Ik wil geen reclame maken voor een bepaalde uitgeverij, en de Middernachtsroep heeft zelf natuurlijk een heel fonds aan nuttige brochures die iemand kunnen helpen. Wat me met het oog op vragen over Israël echter heel goed
bevalt, dat zijn de boeken van Arnold Fruchtenbaum. Daardoor ga je het jodendom verstaan en krijg je bijbelse beloften van het Oude en Nieuwe Testament in hun context goed uitgelegd. Zijn boeken zijn goed geschikt binnen het kader van de gemeente en voor mensen die de verbanden beter willen leren begrijpen. Fruchtenbaum houdt steeds rekening met de Joodse context; hij schrijft dikwijls doelbewust voor de Joden, die hij tot de Messias, tot Christus wil leiden, en met dat doel levert hij altijd goede verklaringen van Oudtestamentische teksten, die hij eerst gewoon laat staan en waarvan hij vervolgens aangeeft hoe ze te verstaan zijn. Hij laat zien dat Jezus een Jood was, en hoe we de Joodse gezichtspunten van de Evangeliën dienen te verstaan enzovoorts. Op deze manier kun je de belangrijke verbanden heel mooi uitgelegd krijgen, terwijl ze anders misschien onbegrijpelijk zouden blijven. Zijn boeken kan ik aanraden. tot slot nog een vraag. u hebt al gezegd dat de kwestie israël niet maar het zoveelste punt op de agenda is. waarom is dit ook voor heel normale christenen van belang in het leven van alledag? Berthold Schwarz: We mogen de Gemeente van Jezus niet als een vervanging van het volk Israël zien. Dat is althans mijn mening volgens het correct afgeleide bijbelse oogpunt. Dat betekent dat Israël in het heilsplan van God een heilshistorische taak blijft hebben. En daarom is het enorm belangrijk om bepaalde dingen in de Evangeliën, maar vooral bij de apostel Paulus niet verkeerd te verstaan maar ze in het geloof hun juiste plek te geven. Hoe ga je bijvoorbeeld met bepaalde uitspraken van de Bijbel om als je ze niet een op een op de Gemeente kunt toepassen? Je kunt ze niet elimineren, maar je moet je dan afvragen: als ze voor Israël een betekenis hebben, hoe kan ik dan toch mijn voordeel doen met de Oudtestamentische beloften, vermaningen of woorden van oordeel (vgl. 2 Tim. 3:16: “Alle Schrift is nuttig”)? Welke concrete betekenis hebben zulke woorden voor de Gemeente van Jezus of voor de individuele christen, ook al zijn zij niet de directe ontvangers
Spr euk en
InfoBox
Instituut voor Israëlkunde Het Instituut voor Israëlkunde is op www.israelogie.de te vinden. Het omschrijft zijn takenpakket als volgt: „Het onderzoeken van de bijbelse uitspraken over Israël verleden, heden en toekomst, inclusief de bijbelse profetische beloften met betrekking tot volk, staat, land en geloof van Israël; het onderzoeken van de gemeenschappelijke christelijk-Joodse wortels, van wat christenen en Israël verbindt en van elkaar scheidt, van het Messiaanse (in Christus gelovige) jodendom, het heil voor Israël, van de dialoog tussen christenen en Joden, evenals – last but not least – van de oorzaken en gevolgen van het christelijk anti-judaïsme, antisemitisme, antizionisme en anti-Israëlisme”. “Het doel van het Instituut voor Israelkunde is de bevordering in onderzoek en leer van een bijbels-heilshistorisch gefundeerd en historisch gefundeerd verstaan van Israël. Het dient bij het serieus nemen van de beloften en profetische uitspraken van de heilige Schrift de rol van Israël als Gods uitverkoren volk voor het verleden, heden en toekomst theologisch te weerspiegelen en zo bij te dragen tot het overwinnen van de door de vervangingstheologie en het antisemitisme belaste ongelukkige geschiedenis van de Kerk en Israel en daarmee tot de verzoening tot christenen en Joden. Om dit doel bekend te maken is ons eraan gelegen om de mate van bekendheid van ons Instituut te vergroten. Graag zenden we u infomateriaal toe, ook om verder te distribueren.”
van de boodschap geweest? Hier duidelijkheid in krijgen is van enorm belang voor het geloofsleven en voor een profijtelijk lezen van de Bijbel. Je kunt van Israël een heleboel leren en Israël is ook het teken dat Gods heilshistorische handelen
in de geschiedenis nog niet ten einde is. Het gaat hier niet om inbeelding of om een filosofie, maar God werkt in de geschiedenis aan dit volk en zal er ook in de toekomst aan werken. Dit teken dat Israël is versterkt ook ons geloof in Jezus Christus. Als we de verbanden begrijpen en zien hoe God heilsgeschiedenis schrijft, hoe Hij ons Zijn heil door Zijn Zoon Jezus verkondigt in de Nieuwtestamentische context van het jodendom en Israël, dan verrijkt en bemoedigt dit tegelijkertijd het geloof van elk afzonderlijk enorm. Daarom dienen christenen over Israël na te denken en de verbanden leren te verstaan. We moeten bijvoorbeeld leren verstaan waarom Romeinen 9 tot 11 in de Romeinenbrief staat. Dat heeft onder andere iets met onze heilszekerheid te maken (vgl. de overgang van Rom. 8:3139 naar Rom. 9:1vv. en 11:1v. en 11:2529). Als christenen heilszekerheid willen hebben, hebben ze natuurlijk het geloof in Christus nodig, in Zijn zoendood aan het kruis en in Zijn verlossing, maar Israel speelt hier ook een rol in. Gods trouwe handelen met Israël spoort ons aan om heilszekerheid te krijgen, omdat God in de geschiedenis trouw blijft, trouw aan Israël (Rom. 11:28) en daarmee trouw aan ‘ons’ die in Christus geloven (Rom. 8:39). Deze trouw van God bevestigt onze zekerheid dat de verlossing in het geloof in de opgestane Christus geldig is (Rom. 4:25). Tot slot wil ik benadrukken dat we ons in het algemeen vooral met Christus Zelf dienen bezig te houden. Hij is onze Heer, onze Verlosser, die we dienen en die we gehoorzamen. Je bezig houden met Christus kun je en mag je door niets anders vervangen, ook niet door vragen over Israël te stellen. Dat betekent echter niet dat je daarom belangrijke bijbelse gezichtspunten over Israël onder tafel mag vegen of mag geringschatten. We behoren veeleer een bijbels gefundeerde relatie tussen Gods heilsgeschiedenis met Israël en het geloof in de Redder Jezus Christus te kweken, want juist dat is de kans om een evenwichtig, gezond, bijbels georiënteerd geloofsleven te leiden. hartelijk dank voor het gesprek.
Het geloof in een wereld waar alles in orde is, is ongeloofwaardig. Irmgard Werth
Papa, waarom leven we in een grot? Tja, toen we eenmaal begonnen Israëlische producten te boycotten, moesten we zoveel spullen wegdoen. Tenslotte zijn we maar hier gaan wonen. Israel heute Mai 2014
Er is geen land dat door Arabieren werd veroverd en waar Joden gewoon verder konden leven. Maar er is wel een land dat door Joden is veroverd en waar Arabieren gewoon met gelijke rechten verder kunnen leven – tot op de huidige dag! Israël! Michael Schneider
Mijn land is een eiland. Niet omgeven door water, maar door haat. Ephraim Kishon
We zullen pas vrede met de Palestijnen hebben als zij meer van hun kinderen houden dan zij ons haten. Golda Meir
Traditionalisme is een oud zilveren zoutvaatje waar geen zout meer uit komt. Herzog von Bedford
Tradities zijn als straatlantaarns die de weg verlichten. Alleen dronkenlappen houden zich eraan vast. Onbekend
Middernachtsroep September 2014 15
zendingswerk wereldwijd
vooruit ontwikkeld. Hij is bij zijn oma opgegroeid en vorig jaar is zijn gelovige moeder overleden. Het valt hem moeilijk om initiatief en verantwoordelijkheid te nemen, omdat vroeger een dienstmeisje alles voor hem deed. Ook Mx. komt van gescheiden ouders die allebei weer een nieuwe partner hebben. R. komt alleen overdag en heeft de Bijbelquiz als beste gemaakt. Hij is rustig, stamt uit een intact gezin en is bij ons om zijn huiswerk goed te doen. Zo heeft elke tiener zijn verhaal, en nu begint Jezus bij hen aan te kloppen (ze zeggen allemaal dat ze hun leven al eens aan Jezus hebben gegeven). Bedankt iedereen die dag na dag voor deze kinderen bidt en het werk steunt!
www.llamada-de-medianoche.com
Fotoshooting in de pauze…
Bijbelstudie voor tieners EBERHARD EN ROSMARIE HANISCH
r
IBERALTA, BOLIVIA. De Bijbelstudies en de kinderuurtjes zijn sinds jaar en dag een vast onderdeel van het werk in het internaat. Dit jaar geef ik, Eberhard, de grotere kinderen van het internaat les. De voorbereiding en uiteenzetting van de Bijbelverhalen die de weg van Jezus naar het kruis laten zien, wekken bij mijzelf altijd weer veel innerlijke vreugde. Intussen kennen de jongens en ik elkaar bij onze naam en hebben we een vertrouwensrelatie opgebouwd. Sinds ik de beschikking heb over een iPhone, heb ik ook nieuwe methoden ingevoerd. Daarmee maken we de bespreking van de lessen wat luchtiger door af en toe een passend kinderradioprogramma van de Middernachtsroep uruguay af te spelen, naar enkele van de 483 liederen van de liederenbundel te luisteren en ze te leren en ook eens samen een Bijbelquiz te doen. Het is zo belangrijk dat het leven met Christus bij de jongens ook
16 Middernachtsroep September 2014
een indruk van vreugde achterlaat. De meesten wonen al een aantal jaren in het internaat. Je hebt de kleine opgewekte S., die uit een dorp langs de rivier komt en wiens vader een nieuwe vrouw heeft. Hij is begaafd en steekt meestal als eerste zijn vinger op om Bijbelgedeelten te mogen voorlezen. Dan heb je de grote W., wiens vader bij de politie was, maar die zich schijnbaar zonder veel liefde en zonder vertrouwensbasis om zijn zoon bekommert. W. is al een heel aantal jaren bij ons en het gaat op en neer met hem omdat hij een stabiel ouderlijk huis mist, wat weer tot de nodige vragen bij hem leidt. We weten niet of hij zijn moeder wel kent. Hij zou graag contact met haar willen, maar zijn vader wil het niet. “Wilde mijn moeder me niet?”, vraagt hij zich af. Soms is hij open voor geestelijke dingen, dan weer vervalt hij in spottende opmerkingen. M. zit tegenover hem. Met zijn lage bromstem speelt hij vaak een bijzondere rol, vertoont gedragsproblemen, maar heeft zich over het algemeen toch
wonderen van god bij zendingsreis naar jujuy ERICH SCHäFER
j
uJuY, ARGENTINIË. Op onze zendingsreis naar Jujuy werd onze bus ongeveer 200 km voor de provinciehoofdstad door de politie aangehouden. Normaal gesproken betekent dat niets goeds. Maar God had er een bijzonder plannetje mee! We moesten een man, een inspecteur van de Gezondheidsdienst, naar een bepaald dorp (100 km) meenemen. Terwijl ik aan het stuur zat, sprak Stephan Beitze met onze nieuwe meerijder over godsdienst en bijbels geloof. En hij legde hem het Evangelie van Jezus Christus uit en hoe je een kind van God kunt worden. De man was er diep van onder de indruk en vroeg telkens: “Is het echt zo eenvoudig?” Hij had al verschillende religieuze mensen ontmoet, maar niemand had het hem ooit zo uitgelegd. “Ik kan het nauwelijks geloven. Is de verlossing werkelijk een geschenk van God voor mij?” Hij begreep en geloofde het en gaf zijn leven in het
IntervIew
Arno Froese leider van Zendingswerk Middernachtsroep in Columbia (VS)
gebed aan de Heer Jezus over. Hij kreeg ook een nieuwe Bijbel cadeau en op de plaats van bestemming stapte hij als een nieuw mens met heel veel blijdschap uit. Zo waren er heel wat gelegenheden waar we zagen dat God ons leidde en mensen het eeuwige leven schonk. Iets opmerkelijks gebeurde er ook toen we in een gemeente een toespraak over de tekenen van de eindtijd hielden en de mensen aan het eind opriepen hun leven aan Jezus Christus te geven. Er kwam een man van buiten op me af (ik stond achter bij ingang bij de boekentafel) die me naar de voorganger vroeg; we moesten absoluut meteen voor een zieke bidden. Ik antwoordde dat hij dan tot het einde van de bijeenkomst moest wachten. Hij ging weg en kwam met drie mensen terug: de zieke, die er niet goed uitzag, een vrouw en een jongen. De vrouw wilde niet wachten tot het afgelopen was en drong er hevig bij me op aan om toch voor de zieke te bidden. Een diaken van de gemeente kwam erbij en bracht ons naar een andere kamer. Daar sprak hij met de zieke man en legde hem uit dat het belangrijkste in het leven is dat je een levende relatie met God hebt, dan zal Hij ook de rest op de juiste manier leiden. De diaken legde de zieke daarna het Evangelie uit; deze begreep het en sprak tenslotte een gebed uit waarin hij zijn leven aan Jezus Christus gaf. De wetenschap dat hij nu een levende hoop had, een kind van God was en eens bij Hem in de eeuwigheid mocht zijn veranderde de zieke onmiddellijk. Hij werd enorm blij. De vrouw was zijn zus. Zij vertelde hoezeer zij zich zorgen maakte om haar zieke broer. Ze was speciaal uit het 150 km verder gelegen Salta gekomen om hem te zien. Hij was echter zeer katholiek en wilde niets van de evangelischen weten. De twee waren naar een apotheek gegaan om medicijnen te halen, maar deze was gesloten. Tenslotte waren ze langs het gebouw van de gemeente gekomen en had zij hem overreed om naar binnen te gaan om voor zijn gezondheid te laten bidden. Zo had hij Jezus Christus gevonden.
llamadaweb.org.ar
“dat jezus komt is de grootste en meest geheimzinnige openbaring” hoe bent u tot geloof in de heer jezus christus gekomen? Het was in mijn jonge jaren, toen ik op een heel teleurstellend verlopen avond zonder kennelijke reden neerknielde en bad: “Jezus, als U bestaat, maak me dat dan duidelijk”. – En dat heeft Hij gedaan. wat zijn uw drie lievelingsboeken, afgezien van de Bijbel? Er zijn drie boeken die ik elke dag lees: Licht für den Tag, Andachten für jeden Tag van Wim Malgo en My Utmost for His Highest van Oswald Chambers. welk Bijbelboek leest u het liefst en waarom? Het boek Daniël, omdat het de hele geschiedenis van de heidenen en de toekomst van Israël openbaart. Voor welke historische persoon van het christendom hebt u de meeste waardering en waarom?
Ik ben niet zo vertrouwd met de kerkgeschiedenis, dus ik heb op dat gebied geen favoriet. waar denkt u aan als u de belofte van jezus hoort: “ja, ik kom spoedig”? Dan denk ik meteen aan de realiteit van de eeuwigheid. Dat Jezus komt is de grootste en meest geheimzinnige openbaring. waaraan denkt u bij het begrip Apocalyps? Apocalyps betekent voor mij verwoesting en dat is iets waar ik niet zoveel over nadenk. Als u iets in de wereld zou kunnen veranderen, wat zou u dan doen? Ik zou een einde aan de wereldwijde armoede maken, want iemand die honger heeft kan niet aan de eeuwigheid denken.
Middernachtsroep September 2014 17
zendingswerk wereldwijd
Verfrissende ochtendwijdingen ELLEN STEIGER
e De 81 Braziliaanse deelnemers aan de Israëlreis poseren vóór de Menorah in Jeruzalem.
israël – een heel bijzonder reisdoel MARKuS STEIGER
p
ORT ALEGRE, BR AZILIË. Dat een reis naar Israël inderdaad iets bijzonders is blijkt wel uit de volgende getuigenissen: “Deze reis betekende voor mij dezelfde ervaring als die van Thomas, maar dan andersom. Thomas moest eerst zien om te geloven, wij geloofden al en mochten het nu zien! We hebben nu heel zeker een andere blik op Gods Woord. Ik dank Hem voor deze onvergetelijke reis.“ S. de Andrade, Manaus/AM ― “Tijdens de reis kon ik een paar in het Oude Testament genoemde plaatsen leren kennen, maar ook veel plaatsen uit het Nieuwe Testament waar Jezus is geweest en gediend heeft. Onder andere Jeruzalem, waar Hij voor mij gestorven is! En het congres met het thema ‘De visioenen van Zacharia’ was voor me ongelooflijk verhelderend. In deze drie weken is me veel duidelijk geworden, vooral voor wat betreft het profetische Woord. Zo’n reis versterkt je geloof en verandert onze relatie met Jezus.” G. Costa, Estrela/RS ― “In de groep hadden we het gevoel dat we een familie waren, verbonden in Jezus en in Zijn Geest. De plaatsen die we bezochten gaven ons inzicht van Genesis tot en met Openbaring. Behalve de goede uitleg van de inheemse reisleiders waren ook de aanvullingen van Markus Steiger en Pr. Eros zeer waardevol.“ A. de Almeida, Porto Alegre/RS ― “Het heeft me erg gesterkt te zien dat God
18 Middernachtsroep September 2014
en luisteraar schreef ons: “Elke dag lees ik in alle vroegte een stukje in Pérolas Diárias (Meditaties voor elke dag) van Wim Malgo. Daarna stuur ik het per e-mail aan verschillende vrienden en kennissen door. Deze korte boodschappen zijn voor ons allemaal tot versterking en zegen tegelijk. En dat vooral op dagen dat we bemoediging nodig hebben. Soms heb ik weinig tijd en verstuur ik niets. Dan krijg ik tot mijn
alles geschapen heeft, hoe Hij voor Zijn volk zorgt en het trouw blijft.” R. Klinauer, Panambi/RS ― “Deze reis heeft ertoe bijgedragen dat ik het Woord van God nu beter begrijp. Het was fantastisch om op de Olijfberg te staan in de wetenschap dat Jezus naar die plek zal terugkeren! Het was voor mij enorm interessant om het volk Israël, zijn veelzijdigheid en zijn gewoonten, persoonlijk wat te leren kennen.” E. Radke, Camp Mourão/PR ― “Ik ben al op veel plaatsen geweest, maar nog nooit in een land dat zoveel geschiedenis vertegenwoordigt. Het was een inspannende reis, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Maar al die inspanning was wel de moeite waard, want nu voel ik me bij het lezen van de Bijbel veel dichter bij alles. Bij sommige verhalen is het bijna net alsof ik er zelf bij ben geweest. En dan bedoel ik vooral de tijd dat Jezus in Galilea actief was.” D. Steiger, Adelboden/Be. Dit is maar een glimp van de getuigenissen van de 81 deelnemers die tijdens de reis naar Israël van dit jaar van de partij waren. Een dankbaarder en verheugende echo op de moeite van de voorbereidingen en al het werk tijdens de reis kunnen we ons niet voorstellen. We danken de Heer die ons alles deed gelukken. En ook dat de deelnemers nu een andere relatie met Hem, met Gods volk en met ons werk hebben!
grote vreugde meestal reacties van mijn kennissen om me aan mijn ‘verzuim’ te herinneren! Dit getuigenis mag ook voor jullie een versterking en bemoediging zijn! Moge de Heer het prachtige werk van jullie organisatie tot Zijn eer en Zijn roem blijven zegenen en bewaren!” A. dos Santos – Zulke getuigenissen zijn werkelijk hartverwarmend! Het zette ons ertoe aan om nog een boekje met meditaties op cd en mp3 op te nemen en in twee etappes aan te bieden: van januari tot juni en van juli tot december. Het is een project (vanaf januari 2015) dat werd voorgesteld door Fabio Sampaio, onze nieuwe man in de studio. Fabio heeft een zeer goede radiostem. Hij leest de meditaties zelf voor en neemt ze op de band op. Elke ochtend onderweg naar je werk een korte boodschap kunnen beluisteren, dat is voor de Brazilianen iets nieuws. We hopen er een even goede echo op te krijgen als op de verschillende meditaties.
www.chamada.com.br
www.chamada.com.br
Fabio Sampaio bij het opnemen van de ochtendmeditaties.
festival aan de Río olimar MARTíN HERNáNDEZ
TREINTA Y TRES, URUGUAY. Sinds zeven jaar zendt Radio El Libertador elk jaar het volksmuziekfestival van Treinta y Tres uit. Het is het belangrijkste culturele gebeuren in het departement, maar dat is voor ons niet het eerste motief om het uit te zenden. Wij willen juist de gelegenheid benutten om van Jezus Christus te getuigen. Aan de ene kant gaan we in op de uitzending als er bijvoorbeeld een lied wordt gezongen waarin echtbreuk wordt verheerlijkt. We leggen dan uit waarom wij het daar als christenen niet mee eens zijn. Aan de andere kant zoeken we het persoonlijke contact met de kunstenaars. De afgelopen jaren hebben we de kalenders Het Goede Zaad of het boek Wie is deze Mens? uitgedeeld. Dit jaar hebben we kopjes laten bedrukken met het logo van Radio El Libertador, een foto van de prachtige rivier Olimar (aan de oevers waarvan het festival plaatsvindt) en met de belofte van Jezus aan de Samaritaanse vouw in Johannes 4:14. We hebben de kunstenaars, de organisatoren en werknemers van het festival, de aanwezige politici en de burgemeester van Treinta y Tres allemaal een kopje en een Nieuw Testament aangeboden. Aan meerderen van hen konden we bij die gelegenheid het Evangelie persoonlijk uitleggen. Er waren ook mensen die naar onze tafel kwamen om ‘hun’ Nieuwe Testament op te eisen; bij het uitdelen hadden we er te weinig en we hadden hen beloofd dat ze er later ook een kregen. Het was ook mooi om te zien dat sommigen er meteen in begonnen te lezen, zoals de directeur van het festival, die de gelegenheid waarnam om een leespauze in te lassen. En zelf vond ik het fijn om met anderen te kunnen delen wat we zelf geloven.
www.llamadaweb.com
INTERV IEW
“we weten echt niet hoe de radiostations erachter kwamen dat we radioprogramma’s maakten” in een interview spreekt het medewerkers echtpaar erich en sonja Maag over hun zendingswerk in uruguay. hoe zijn jullie ertoe gekomen om in uruguay zendingswerk te gaan doen? Erich: Ik ben door het werk van de Middernachtsroep tot bekering gekomen. En toen Wim Malgo op een conferentie een oproep deed om de zending in te gaan, heb ik me aangemeld. zijn jullie direct naar uruguay uitgezonden? Sonja: We zijn onafhankelijk van elkaar de zending ingegaan. Ik nam een keer deel aan een jongerenreis naar Israël van de Middernachtsroep. Zo heb ik de organisatie leren kennen. Daarna heb ik me op de tijdschriften geabonneerd en las over een kliniek in het oerwoud van Bolivia, die de Middernachtsroep van Wycliffe wilde overnemen. Daar zocht men medewerksters voor. En zo heb ik me daar door de Middernachtsroep heen laten sturen. uiteindelijk is de overname toch niets geworden en ben ik naar Porto Alegre (Brazilië) getrokken, naar de Bijbelschool die de Middernachtsroep daar destijds had. ik heb er ook in de drukkerij meegeholpen. Ik zag hoeveel mensen er door het lectuurwerk werden aangesproken. Tot dan toe had ik me zendingswerk altijd voorgesteld als een sociale activiteit. Erich: Ik wist dat ik de zending in moest en geen goede reden had om thuis te blijven. Dat werd nog versterkt door de oproep van Wim Malgo. Mijn eerste standplaats was de Bijbelschool in Porto Alegre. Daarna zijn Reinhold Federolf, Ernst Kraft en ik met de opbouw van de zendingsdrukkerij in Porto Alegre begonnen.
hebben jullie elkaar in porto Alegre leren kennen? Erich: Neen ik heb Sonja al eerder ten huwelijk gevraagd, toen ze noch in Bolivia was. en na de bruiloft? Erich: Zijn we in de drukkerij blijven meehelpen. Later kwam ook Ingo Haake bij het team. Het was een goed team. Sonja: Ja, we zijn er drie jaar geweest en onze zoon Gerson, die nu op het hoofdkantoor van de Middernachtsroep in Zwitserland werkt, is in Porto Alegre geboren. waarom zijn jullie later naar uruguay gegaan? Erich: Er waren allerlei tussenstations. Zo ben ik tussendoor ook in Argentinië geweest. Na drie of vier jaar kregen we de opdracht om naar Montevideo te gaan. Dat was voor ons een uitdaging, omdat we dat destijds niet zagen als onze plaats. We konden slechts op de Heer vertrouwen en erop bouwen dat we in Zijn hand waren. Bestond het radiowerk toen al in uruguay? Sonja: In uruguay had je toen de Bijbelschool, die intussen van Porto Alegre naar Montevideo was verhuisd. Erich: Toen we in Montevideo aankwamen, wisten we eerst niet wat we er eigenlijk moesten doen. Er waren wat radioprogramma’s die ik moest samenstellen. We hadden toen nooit kunnen bevroeden dat daar zo’n groot radiowerk uit zou ontstaan. Maar God leidde het zo dat we op het juiste moment op de juiste plek waren, want in Zuid-Amerika gingen de deuren open voor het radiowerk. hoe heeft het radiowerk zich daarna verder ontwikkeld?
Middernachtsroep September 2014 19
zendingswerk wereldwijd
Erich: De respons op de programma’s die we verstuurden was opmerkelijk. We weten tot op heden nog steeds niet hoe de afzonderlijke radiostations erachter zijn gekomen dat wij radioprogramma’s maakten. Maar er meldden zich steeds meer stations die onze radioprogramma’s wilden uitzenden. En dus overwogen we om meer te maken: uitzendingen voor vrouwen, kinderen, jongeren. Van het een kwam zo het andere. Sonja: De radioprogramma’s realiseerden we altijd met vrijwillige presentatoren uit uruguay. En op een dag moesten we een studio gaan bouwen. Erich: In de loop der jaren heeft het vrouwenwerk een enorme dynamiek doorgemaakt. waarom is juist het vrouwenwerk zo toegenomen? Erich: Omdat in Zuid-Amerika de vrouwen in principe veel meer open staan voor het Evangelie dan de mannen. Sonja: Er is veel nood, en als de vrouwen merken dat we kunnen helpen, zijn ze ook open voor het Woord.
Sonja en Erich Maag
den. Eigenlijk kun je nauwelijks van een bepaalde nadruk of zwaartepunt spreken. Sonja: Het is een cirkel waarin de een de ander dient. Ieder heeft op zijn eigen gebied een zwaartepunt. Erich: Er vloeit veel in elkaar over. Bij mij is de pastorale post een zwaartepunt. Sonja: En bij mij ligt de nadruk op alles wat met vrouwen te maken heeft.
wat is op basis van jullie ervaring momenteel de belangrijkste tak van zendingswerk in uruguay? Sonja: In uruguay zelf is het de lokale radiozender El Libertador. In het internationale Spaanse taalgebied zijn het de radio-uitzendingen die we in Montevideo maken. Momentreel zenden we ongeveer 300 programma’s uit. Erich: uit het werk van El Libertador is het evangelistische werk met de vrouwen ontstaan. Sonja: er zijn heel veel takken van werk. We worden ook uitgenodigd naar conferenties in Brazilië.
wat is de grootste uitdaging? Erich: De grootste uitdaging is op dit moment internet. Het is de snelst groeiende markt in Latijns-Amerika en wij zitten nog maar ergens aan de rand van het hele gebeuren. Sonja: Alles hangt met internet samen. De radio is online, lectuur kun je online bestellen. We willen online Bijbelcursussen aanbieden, maar daar hebben we nieuwe mensen voor nodig. Erich: We hebben elke maand 30.000 tot 40.000 internetbezoekers en dat is eigenlijk best weinig. Met de middelen die we hebben kan één persoon voor het internet werken. Maar er is veel meer mogelijk. Als we nog iemand hadden die zich fulltime met het internetwerk bezig kon houden …
waarop leggen jullie in jullie zendingswerk de meeste nadruk? Sonja: Over het algemeen op de productie van radioprogramma’s en het vertaalwerk. Wat we voor het lectuur- en radiowerk gebruiken, wordt namelijk bij ons uit het Duits in het Spaans vertaald. Erich: Een belangrijk zwaartepunt is Radio El Libertador zelf. Het is veel werk om alle nieuwsberichten voor te berei-
Als iemand interesse heeft voor het internetwwerk voor uruguay, wat is de voorwaarde om mee te kunnen helpen? Erich: Hij moet Spaans spreken of het leren. En hij moet natuurlijk de nodige vakkennis bezitten. Sonja: Hij moet ook de computertaal kennen. En natuurlijk moet hij volledig achter het werk van de Middernachtsroep staan.
20 Middernachtsroep September 2014
Erich: En een derde punt, dat delicaat maar wel belangrijk is: hij heeft een vriendenkring of een gemeente nodig die hem steunt. Het leven in uruguay is net zo duur als in Duitsland. wil dat zeggen dat de zendelingen geen vast salaris krijgen? Erich: Ja. Daarom heeft elke zendeling een vriendenkring nodig die hem steunt. Ook het zendingswerk zelf wordt door giften gedragen. Tot nu toe heeft ook de organisatie in Zwitserland vaker iets voor ons werk gestuurd. Degenen die daar verantwoordelijk zijn, zullen ons heus niet laten bungelen, maar in principe dient alles gedragen te worden door giften voor uruguay. Als ik zo vrij mag zijn: onze hinderpalen zijn niet de regering of problemen met medewerkers; wat ons beperkt zijn de ontbrekende middelen. Sonja: In tegenstelling tot de zendelingen, die op een persoonlijke vriendenkring zijn aangewezen, ontvangen de inheemse medewerkers een wettelijk, door de staat voorgeschreven salaris (incl. sociale inhoudingen). wat kan iemand doen die het zendingswerk of jullie in uruguay wil steunen? Erich: Hij kan een gift overmaken naar de Nederlandse of de Zwitserse rekening van Zendingswerk Middernachtsroep onder vermelding van het doel van de gift. Elke gift met een bepaald doel of voor een bepaalde zendeling komt aan. hartelijk dank voor het gesprek.
www.llamadaweb.com
Serie
HoE HET NIEu W E TEsTa mENT HET oudE TEsTa mENT gEbRuIkT. dEEl 12.
de drie problematische gedeelten in Mattheüs 1 en 2
I
edereen die zich wel eens heeft beziggehouden met de vraag hoe het Nieuwe Testament gebruik maakt van het Oude Testament, kan weten dat er drie teksten zijn die voor de exegesecapaciteiten van veel Bijbellezers een hele uitdaging zijn. Dat zijn de citaten van 1) Jesaja 7:14 in Mattheüs 1:23, 2) Hosea 11:1 in Mattheüs 2:15 en 3) Jeremia 31:15 in Mattheüs 2:17-18. De twee laatste gedeelten in Mattheüs worden soms aangehaald voor de theorie dat de evangelist het Oude Testament heeft gebruikt zonder rekening te houden met de context. Het is heel waarschijnlijk dat Mattheüs op een goddelijk geplande, historische overeenstemming wijst tussen de gebeurtenissen in de geschiedenis van Israël en in het leven van Jezus. Op die manier verweeft Mattheüs de Heer Jezus bewust met Israël. Zo stelt Mattheüs Jezus als het ware Israël voor, als het ‘belichaamde’ hoofd van Israël, dat beslissende gebeurtenissen uit Israëls geschiedenis herhaalt en succes heeft waar Israël faalde. Men bedenke: – Het kind dat in Jesaja’s dagen door een jonge vrouw werd gebaard, komt overeen met de maagdelijke geboorte van de Heer Jezus (Mat. 1:23/Jes. 7:14). – Israëls roeping en uittocht uit Egypte als Gods Zoon komt overeen met de roeping en terugkeer van Jezus uit Egypte als Gods Zoon (Mat. 2:15/Hos. 11:1). – Het weeklagen over de mannen van Israël die tijdens de Babylonische ballingschap uit Jeruzalem werden meegenomen en door Rama werden geleid, komt overeen met het geweeklaag dat in Bethlehem weerklonk toen onder Herodes de zuigelingen werden vermoord (Mat. 2:17-18/ Jer. 31:15). – Israëls veertig jaar durende tocht door de woestijn komt overeen met de veertig dagen durende verzoeking van Jezus in de woestijn door satan (Mat. 4:1-11). – Mozes, die op de berg Sinaï de wet van Mozes ontving, komt overeen met Jezus Christus, die de doorslaggevende Wetgever is en die op de berg van de zaligsprekingen openbaarde wat Hij van Zijn volgelingen verwacht (Mat. 5-7). Deze voorbeelden laten zien dat het verband tussen het Oude en het Nieuwe Testament verder gaat dan louter profetieën in woorden. Het was Gods bedoeling dat historische gebeurtenissen van het Oude Testament naar latere gebeurtenissen in het Nieuwe Testament zouden wijzen. Dat be-
wijst dat God de Bron van de heilsgeschiedenis is. Maar we hebben wel bepaalde fouten te vermijden als we Jezus Christus, wiens ervaringen overeenkomen met gebeurtenissen in de geschiedenis van Israël, als het ware Israël erkennen. Een zo’n fout is beweren dat Jezus de betekenis van Israël tenietdoet omdat Mattheüs Hem met Israël verbindt. Dat is een ontoelaatbare toepassing. Het geloof dat Israël geen betekenis meer heeft omdat Jezus een vervulling van Israël is, is non-sequitor – het is noch bijbels, noch logisch. Jesaja 49:1-6 maakt duidelijk dat één van de doelen van Jezus – in Zijn functie van de ware Knecht en het ware Israël – het herstel van het volk Israël is. Bovendien bevestigen diverse plaatsen in het Nieuwe Testament de toekomstige betekenis van het volk Israël (Mat. 19:28; Hand. 1:6; Rom. 11). De relatie van de Heer Jezus tot Israël is een zogenaamde ‘belichaamde solidariteit’, waarbij de ene de velen vertegenwoordigt en herstelt zonder de betekenis van de velen teniet te doen. Een andere vergissing is de conclusie dat Mattheüs de historisch-grammaticale methode van exegese heeft verworpen of dat hij de context van de Oudtestamentische uitspraken negeert, omdat hij gebeurtenissen in het leven van Jezus als ‘vervullingen’ van historische gebeurtenissen in het leven van Israël presenteert. Mattheüs gebruikt het woord pleroo (vervullen) op velerlei wijze en zijn gebruik van dit begrip heeft niet altijd betrekking op de directe vervulling van een letterlijke profetie. Zo spreekt Hosea 11:1 over Gods roeping van Israël ten tijde van de uittocht uit Egypte. Geen enkele latere openbaring kan of zal iets aan dit feit veranderen. Maar de geïnspireerde Mattheüs kan wel laten zien dat deze historische gebeurtenis een goddelijke overeenkomst met de terugkeer van Jezus uit Egypte heeft (Mat. 2:15). En dat betekent dat we Hosea 11:1 weliswaar letterlijk opvatten, maar ook kunnen zien dat God met de roeping van Israël uit Egypte een voorafschaduwing van de roeping van Jezus uit Egypte, vele eeuwen later, had ingepland. Het feit dat er goddelijke overeenkomsten en beelden zijn sluit de grammaticaal-historische exegesemethode niet uit. MICHAEL VLACH
Eerst verschenen op theologicalstudies.org; «NT Use of OT Part 11: Some Observations Concerning Matthew’s Purposes in Matt 1-2».
Middernachtsroep September 2014 21
Middernachtsroep
AMen
Zendingswerk en uitgeverij Middernachtsroep www.middernachtsroep.nl STICHTER: Wim Malgo (1922-1992)
we vragen hier in het kort uw aandacht voor actuele gebedspunten van onze organisatie en zijn u zeer dankbaar als u ervoor bidt en er uw ‘Amen’ aan toevoegt. dienstreis Van 1 tot 17 september is onze medewerker Samuel Rindlisbacher in Duitsland op pad om in verschillende plaatsen het Woord van God te prediken. Obed Hanisch, die het zendingsteam in Bolivia gaat versterken, zal ook van de partij zijn. We bidden of de Heer die twee op de reis wil bewaren, de verkondigingen wil zegenen en dat Obed Hanisch vrienden voor het zendingswerk kan winnen. conferenties Op 6 en 7 september vindt onze jaarlijkse Israël conferentie in Dübendorf plaats. We bidden dat de bezoekers door de belangrijke toespraken over Israël verder worden ingeleid in Gods plan en er gevoelig voor gemaakt worden. Ook de gebedsconferentie op 21 september met Norbert Lieth (om 14 uur in Bern) ligt ons op het hart. zendingsreis overzee We bidden voor de zendingsreis overzee van Jonathan Malgo en Norbert Lieth van 10 tot 26 oktober, als ze enkele van onze zendingsposten bezoeken (o.a. Bolivia) en aan conferenties in Argentinië en Brazilië deelnemen. congresvoorbereidingen Een gebedspunt is ook de organisatie van het internationale congres over profetie in águas de Lindóia in oktober, waarvan de voorbereidingen in Brazilië al op volle toeren draaien. Er hebben zich al enkele honderden belangstellenden aangemeld. paasconferentie 2015 We zijn van plan om naar onze speciale Paasconferentie ter gelegenheid van het jubileum 60 jaar Middernachtsroep (Thema: Mattheüs 25:6) van elk zendingsstation een medewerkersechtpaar uit te nodigen. Dit is
22 Middernachtsroep September 2014
met grote onkosten verbonden. Bid daar alstublieft voor. radio nieuwe hoop We krijgen steeds weer bemoedigende reacties op onze verschillende radioprogramma’s via RNH. Laten we bidden dat dit werk door kan blijven gaan en we daardoor kunnen meehelpen om de Gemeente van Jezus te bouwen en op te bouwen. nieuwe dvd Er is nog een dvd van Werner Gitt in voorbereiding over XX. We bidden dat de vervaardiging van de dvd aansprekend zal zijn en er veel mensen door in het geloof gesterkt of tot Christus geleid worden. evangelistische cd om weg te geven Er is weer een Kerst-cd in voorbereiding. We bidden dat het een aansprekende evangelistische Kerst-cd zal zijn waar we zo veel mogelijk mensen mee kunnen bereiken. Afdeling israël Deze omvat in de kern vijf terreinen: 1. Het tijdschrift Nieuws uit Israël. 2. Talrijke reizen naar Israël. 3. Het hotel Beth-Shalom op de Karmel. Tussendoor zijn er ook christelijke groepen uit Arabische landen in ons huis die het verblijf niet zelf kunnen betalen. 4. Onze Directe Hulp Acties voor Israël. We zamelen financiële middelen in voor projecten in Israël, zoals voor ziekenhuizen, Messiaanse en Arabische gemeenten, bejaardentehuizen enz. Giften voor deze acties gaan zonder enige aftrek van administratiekosten door naar Israël. 5. Conferenties over Israël in binnen- en buitenland. We zijn dankbaar als u in het gebed aan ons werk rond Israël denkt. genade voor de verkondiging Al onze predikers hebben altijd weer veel genade nodig voor de dienst van het Woord. Daarom bidden we dat ze trouw blijven aan onze opdracht jegens Israël en de bijbelse profetie, dat ze bewaard blijven voor fouten, wijsheid ontvangen en vooral Christus centraal zullen plaatsen.
BESTUUR: Nederland: Conno Malgo, Norbert Lieth, Jonathan Malgo, Henk Blok NEDERLAND: Middernachtsroep, Postbus 193, 3940 AD Doorn, tel.: 0343 477288, fax: 0343 477447, E-mail:
[email protected] k.v.k. nr. 41166018 BTW nr. NL 0028 18 668 B01 ZWITSERLAND: Mitternachtsruf, Ringwiesenstrasse 12a, CH-8600 Dübendorf, tel.: 0041 44 952 14 14, www. mitternachtsruf.ch ORGAAN: De «Middernachtsroep» verschijnt maandelijks en wordt bovendien in het Duits, Engels, Frans, Hongaars Italiaans, Portugees, Roemeens, Spaans en Tsjechisch uitgegeven. REDACTIE: (Adres Zwitserland) E-mail:
[email protected] LAYOUT: (Adres Zwitserland) E-mail: layout@ mnr.ch PASTORALE VRAGEN: (Adres Nederland) HOTEL BETH-SHALOM: P.O.Box 6208, HaifaCarmel 31061, Israel, tel: (00972) 04 8373 480 fax: (00972) 04 8372 443, e-mail:
[email protected], Leiding: Fredi en Beate Winkler BETALINGEN: IBAN NL52INGB0000409200 BIC: INGBNL2A Middernachtsroep Doorn, "ook voor België" DRUK: De Groot Drukkerij, Goudriaan ABONNEMENTSPRIJS JAARLIJKS: Nederland en België: Geen abonnementsprijs meer maar een vrije gift, Europa en Middellandse Zeelanden EUR 26,40 Buiten Europa en Suriname EUR 32,40. ADRESSEN VOOR DIVERSE TAKKEN: www.mitternachtsruf.ch/weltweit TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN: (via een notaris) «Ik legateer vrij van rechten en kosten aan de Stichting: Zendingswerk Middernachtsroep statutair gevestigd te LEIDEN en geregistreerd onder nummer .41166018. bij de Kamer van Koophandel Rijnland, een bedrag van EUR …»
Gedachtig aan het feit, dat alle menselijke kennis slechts ten dele is (1 Cor. 13:9), geven de auteurs onder eigen verantwoording hun persoonlijke visie weer.
initiAlen VAn de Auteurs in dit nuMMer mnr = Middernachtsroep; rem = René Malgo
De Israëlkalender 2015 , nu met een nieuwe opmaak. Prachtige foto‘s tonen het land Israël. De kalender vermeldt ook Christelijke en Joodse feestdagen en heeft voor elke maand een passend bijbelvers. Het is een ware blikvanger. afmetingen: 41,0 bij 29,7cm • ISBN 978-90-6603-171-5 prijs € 11,50 • bestelnummer 348150 foon tele stel e Be 77 288 z l n O ep.n 3-4 htsro 034 rnac : e l i d a E-M g@mid ellin
best
Bezoek onze
Webshop
Zendingswerk
Middernachtsroep
‘Het evangelie van God over zijn Zoon’ is ‘in Christus alles’ (Ef. 1:3). De apostel Paulus, vervuld van de Heilige Geest, is dan ook vervuld van één Persoon, de Here Jezus, en van één thema: “de onnaspeurlijke rijkdom van Christus” en “de overweldigende rijkdom van Gods genade” in Hem. Net als in het paradijs komt echter Gods tegenstander, de verzoeker met de intrigerende vraag: ‘Is er méér?’ om dan een luisterend oor te verzekeren: ‘Er is meer!’ Moge deze brochure gelovigen helpen om de stem van hun Goede Herder te onderscheiden van de stem van “een vreemde” en dan de consequenties daaruit te trekken. Geniet • 21 pagina‘s • Bestelnr. 199058 • € 2.50
9 Wondertekenen in het Johannes-evangelie “Veel passages zijn als puzzelstukjes, die iets weergeven van het totaalbeeld van het heilsplan van God en Zijn handelen daarin.” Het Nieuwe Testament bericht over de talrijke wonderen en tekenen, die de Here Jezus deed tijdens Zijn leven hier op aarde. Alleen al de apostel Johannes beschrijft negen tekenen, waarbij hij opmerkt dat Jezus nog vele andere tekenen heeft gedaan. Hij geeft daarbij ook de reden aan waarom hij deze selectie – geïnspireerd door de Heilige Geest – uitgekozen heeft: Alle tekenen zijn in de eerste plaats bedoeld om in mensen het geloof te wekken, dat Jezus Christus de Messias is en de Zoon van God (Joh. 20:31). Gebonden • 160 pagina‘s • ISBN: 978-90-6603-137-1 • Bestelnr. 197162 • € 8.00
E
en meesterwerk van vertelkunst, een spannend verhaal over de strijd om het bestaan, liefde, trouw en overgave - dat is het boek Ruth. Maar het is nog veel meer. Het is de auteur gelukt het profetische karakter van dit boek te laten zien. Kort en indringend wordt het liefdevolle, doelgerichte handelen van God ten opzichte van Israël en de gemeente van Christus duidelijk. Het handelt over: • • • •
De verstrooiing en herstel van Israël De uitverkiezing van de gemeente en haar houding ten opzichte van Israël De bruid wordt thuisgehaald De wederkomst van Jezus voor Israël
Geniet • 64 pagina‘s • ISBN: 978-90-6603-060-2 •Bestelnr. 540 • € 1.50