middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven
Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs
Summa College maart 2013
Inhoudsopgave
2
Hoofdstuk 1: De vijf onderwijspijlers
4
Hoofdstuk 2: De vijf onderwijspijlers uitgewerkt
6
1 Elke student heeft talent
6
2 Docenten maken het verschil
7
3 Regio met grote ambities
8
4 Klein binnen groot
9
5 Uitdagende leersituaties
10
Onderwijsvisie / maart 2013
Onderwijsvisie / maart 2013
3
Hoofdstuk 1 De vijf onderwijspijlers De onderwijsvisie van Summa College bestaat uit vijf kernachtig geformuleerde pijlers, waarmee wij ons profileren in het middelbaar beroepsonderwijs:
1 Elke student heeft talent Ieder mens, elke student, heeft talenten. Ieder mens heeft ook de motivatie om zijn talenten te ontwikkelen. Die overtuiging staat centraal in onze benadering van studenten. In onze opleidingen ligt daarom de nadruk op de sterke punten van een student en is er ruimte om eigen keuzes te maken. Zo prikkelen we de nieuwsgierigheid van onze studenten en dagen we hen uit om steeds het beste uit zichzelf te halen.
4
Onderwijsvisie / maart 2013
2
Docenten maken het verschil Onze docenten bepalen de kwaliteit van het onderwijs. Zij maken het verschil. De relatie docent-student vormt daarom de kern van ons onderwijs. Onze docenten functioneren in teams, waarbinnen ze samen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het onderwijs. Ook onze docenten dagen wij uit om hun talenten te blijven ontwikkelen. Want alleen docenten die het beste uit zichzelf halen, kunnen studenten stimuleren om dat eveneens te doen.
4 Klein binnen groot
Regio met grote ambities
3
Wij maken deel uit van een zeer dynamische regio: Brainport regio Eindhoven. De ambities van onze regio zijn groot en kunnen alleen verwezenlijkt worden als bedrijven en instellingen blijvend beroep kunnen doen op excellente vakmensen die hun kansen en mogelijkheden maximaal benutten. Dat stelt hoge eisen aan ons onderwijs, dat steeds zo veel mogelijk moet zijn afgestemd op de behoeften van de bedrijven en instellingen. Een hechte samenwerking tussen hen en onze scholen is daarom van cruciaal belang. Samen geven wij vorm aan het onderwijs.
Studenten ontwikkelen zich beter als zij zich veilig en gekend voelen. Wij bieden onze studenten een omgeving waarin dit kan en zij ertoe doen als individu. Studenten hebben daarom vooral te maken met hun eigen docenten (onderwijsteams) en de eigen school. Zo blijven onze scholen klein binnen groot. Daarbij zorgen we ervoor dat het onderwijs in al zijn facetten goed geregeld is. Al onze medewerkers dragen hieraan bij.
Uitdagende leersituaties
5
Leren gebeurt het beste wanneer we zelf ervaring kunnen opdoen met de leerstof en die kunnen delen met anderen. Ook is het belangrijk dat de leersituatie overeenkomt met de beroepspraktijk. Daarom richten we ons onderwijs in met herkenbare, in de praktijk voorkomende opdrachten die onze studenten vaak met anderen uitvoeren. Zo maken we het leren leuker en zorgen we bovendien voor een optimale aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt.
Onderwijsvisie / maart 2013
5
Hoofdstuk 2 De vijf onderwijspijlers uitgewerkt
1
Elke student heeft talent Waar gaan we voor? Motivatie om te leren komt van de student zelf (intrinsiek) en wordt geprikkeld door een realistische, herkenbare leeromgeving. De motivatie wordt gestimuleerd door te benadrukken wat de student al goed kent en kan. Studenten krijgen naar behoefte begeleiding in het expliciet maken van hun motivaties. Op deze wijze krijgt elke student de mogelijkheid zijn eigen specifieke talenten te ontwikkelen en succesvol een opleiding te doorlopen. Waaraan zie je dat?
• Er is actieve aandacht voor alle studenten: voor ambitieuze studenten die versnellen of een extra opleiding doen, voor studenten die de opleiding afronden in de tijd die ervoor staat, voor studenten die overstappen naar een andere opleiding én voor de overbelaste studenten die extra begeleiding nodig hebben. We onderkennen de diversiteit van onze studenten: studenten die direct instromen vanuit het vmbo, instromers vanuit een niet-afgeronde havo- of hboopleiding en zij-instromers, al dan niet vanuit een werksituatie. Indien mogelijk leveren we maatwerk door elke student keuzemogelijkheden in het aanbod en het opleidingstraject te geven. Ook krijgen studenten passende begeleiding. Er is specifieke aandacht voor de keuzeruimte die bij moet dragen aan de profilering van de student, de bredere inzetbaarheid op de arbeidsmarkt of verbeterde doorstroom naar het hbo. Tijdens de opleiding is er naast examinering ook ontwikkelingsgerichte beoordeling, vanuit een waarderend kader. Studenten leren door samenwerking met medestudenten, docenten en mensen in de beroepspraktijk.
•
• • • •
Onderwijsvisie / maart 2013
• Er zijn mogelijkheden om te versnellen en te verdiepen. • In het programma houden we rekening met de
•
beginsituatie van de student. Het programma is gericht op het vergroten van het vermogen tot zelfstandig leren van de student en komt tegemoet aan de heterogeniteit van de groepen. Studenten kunnen deelnemen aan top-opleidingen of top-projecten waarmee zij zich onderscheiden op de arbeidsmarkt. De student heeft de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op zijn programma.
•
2
Docenten maken het v erschil
Waar gaan we voor? De relatie docent - student is de belangrijkste succesfactor. Het professioneel handelen van docenten gaat uit van de overtuiging dat studenten willen leren en dat docenten hierop de grootste invloed hebben. Studenten kunnen rekenen op een waarderende benadering, actieve begeleiding en een docent die zijn vak verstaat. Docenten maken deel uit van een onderwijsteam als spil in de uitvoering.
Waaraan zie je dat?
• Een docent werkt actief aan de competen ties die in de Wet Beroepen in het Onder wijs (Wet BIO) zijn bepaald en legt dit vast in zijn portfolio/dossier. Tijdens de hele studieloopbaan staat een intensieve en actieve begeleiding centraal. De dialoog tussen student en docent is daarbij een belangrijke succesfactor. De docent motiveert, stimuleert en houdt rekening met verschillen tussen studenten. Die verschillen betreffen leerstijlen, zelfstandigheid en eerder verworven competenties. De docent herkent leer- en gedragskenmerken van studenten en baseert daarop zijn zorg. ‘Overbelaste’ studenten kunnen rekenen op een brede zorg waarbij wel voorop staat dat wij een onderwijsinstelling zijn met een zorgtaak en geen zorginstelling. Docenten zijn pedagogisch didactische professionals. Docenten zijn vakinhoudelijke experts. Docenten houden hun vakmanschap op peil door actief contact met het beroepenveld. Docenten hebben een onderzoekende houding en zijn gefocust op een continue verbetering van het werk. Docenten maken deel uit van een multidisciplinair team dat gezamenlijk verantwoordelijk is voor het onderwijs.
• •
•
• • • • •
Onderwijsvisie / maart 2013
7
3
s
tie i b m a t e m Regio Waar gaan we voor?
Summa College maakt onderdeel uit van een zeer dynamische regio. Brainport regio Eindhoven heeft een bovengemiddelde economische groei en levert een belangrijke bijdrage aan het succes van onze nationale economie. De ambities zijn groot: in 2020 wil Brainport regio Eindhoven tot de top 3 van technologieregio’s in Europa behoren. Die ambitie is alleen realiseerbaar als de regio een blijvend beroep kan doen op excellente vakmensen die hun kansen en mogelijkheden maximaal benutten. Summa College is dé leverancier van (beginnende) vakmensen op mbo-niveau voor de regio. Onze focus ligt op vakmanschap. Het functioneren als volwaardig burger in de maatschappij maakt daar intrinsiek deel van uit. Daartoe bieden wij een breed scala van opleidingen aan.
Waaraan zie je dat?
• Voor de verschillende klanten en opdrachtgevers (student, zij-instromers en werkveld) wordt op efficiënte wijze verbreding en verdieping mogelijk gemaakt (onder meer in de keuzeruimte). Samen met het werkveld bieden we zo veel mogelijk maatwerk door keuzemogelijkheden in het aanbod te geven en aan te sluiten op de behoeften (van de medewerkers) van het bedrijf. We dragen met het opleiden en kwalificeren van studenten bij aan de ontwikkeling van Brainport regio Eindhoven en de sociale cohesie van de regio. Daar waar een specifieke opleiding een bredere scope heeft dan alleen de regio Eindhoven, profileren we ons ook daarbuiten.
•
•
8
Onderwijsvisie / maart 2013
• We hebben een intensieve samenwerking met partners en bedrijfsleven, zowel publiek als privaat bij het ontwikkelen, beoordelen en vernieuwen van het onderwijs. Er is een opleidingsportefeuille, bestaande uit kansrijke, initiële beroepsopleidingen en maatwerk gericht op een Leven Lang Leren, ondersteunende trajecten gericht op instroom en doorstroom en een aanbod gericht op maatschappelijke participatie.
•
• Bij de onderwijsprogrammering houden we zoveel mogelijk rekening met de (on)mogelijkheden van het werkveld. De inhoud van de opleiding is afgestemd op de ontwikkelingen in de regio. Er is expliciet aandacht voor een Leven Lang Leren, waarbij we ons richten op partnerschap met de bedrijven in onze regio. Bij hen halen we de vraag op.
• •
4
Klein binnen groo
t
Waar gaan we voor? Summa College, klein binnen groot, met een voor de student herkenbare, veilige en klantgerichte leeromgeving waar ‘doen wat we zeggen’ gewoon is en het onderwijs in alle facetten goed geregeld is. Waaraan zie je dat? Organisatorische aspecten: De logistieke organisatie en uitvoering van het onderwijs worden ondersteund door bedrijfsprocessen en systemen die de gewenste mate van flexibilisering mogelijk maken. De organisatie van het onderwijs is op orde (denk aan roosters, financiële regelingen, studiegids, leermiddelen, et cetera). Studenten en hun ouders/ verzorgers kunnen rekenen op een duidelijke structuur, duidelijke communicatie, goede roosters en kostenbewust onderwijs.
•
•
• Medewerkers en de praktijkbegeleiders uit het werkveld kunnen rekenen op een duidelijke structuur, duidelijke communicatie en constructieve samenwerking. Verschillen in studentengroep en/of verschillen in het werkveld kunnen leiden tot verschillende inrichtingen van eenzelfde opleiding.
•
Aspecten m.b.t. welbevinden/ veiligheid: De student wordt erkend en herkend en komt graag naar school. Studenten voelen zich veilig op school.
• •
•
Onderwijsvisie / maart 2013
9
5
Uitdagende leersituaties Waar gaan we voor? Leren vindt plaats als de inhoud voor de student betekenis heeft en in een context is geplaatst. De inhoud kan worden overgedragen, maar zal veelal pas betekenis krijgen op basis van (inter-)persoonlijke ervaringen in herkenbare beroepssituaties (sociaal constructivisme). Pas dan vallen kennis, vaardigheden en beroepshouding samen en zijn competenties daadwerkelijk doorontwikkeld. Waaraan zie je dat?
• Alle opleidingen zijn vormgegeven rond drie leerlijnen: integrale leerlijn, ondersteunende / basisleerlijn en de begeleiding / loopbaanleerlijn. Het binnenschoolse onderwijs en onderwijs in de praktijk vormen één geheel. Kennis én vaardigheden zijn duidelijk zichtbaar aanwezig in het programma. Voor alle niet-beroepsgerichte onderdelen, zoals Loopbaan Burgerschap, Rekenen, Nederlandse taal, Moderne Vreemde Talen, geldt dat deze zo veel mogelijk geïntegreerd in het beroepsonderwijs worden aangeboden, dan wel in een contextrijke leeromgeving. De examinering vindt plaats binnen een herkenbare beroepscontext door middel van een mix van exameninstrumenten.
• • •
•
10
Onderwijsvisie / maart 2013
• Er is een dynamische en krachtige leeromgeving voor •
studenten. De praktijkgerichtheid leidt tot optimaal succes voor onze studenten. De meest krachtige, praktijkgerichte leeromgeving is de beroepspraktijk in bedrijf en organisatie. Als deze niet/onvoldoende kan worden geboden, kunnen we kiezen voor een simulerende beroepsomgeving. We werken vanuit het concept van ‘blended learning’. Dit betekent dat we gebruikmaken van een mix van contactonderwijs, multimedia en ict-toepassingen (e-learning) én binnen- en buitenschools leren. Hiermee spelen we in op de kenmerken van de huidige generatie jongeren.
•
Handvest Onderwijs / 12 oktober 2012
11
12
middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven
Onderwijsvisie / maart 2013