VERGADERING VERSLAG VAN
donderdag 21 september 2006, om 15.00 uur uur, Raadhuis Dordrecht Verenigde Vergadering van het waterschap Hollandse Delta
AGENDA NU.
AANWEZIG J.M. Geluk, voorzitter; J. Klepper, P.J.J. Kome, D.W.C. Mouwen, G.J. Schelling, A.E. van Veen, heemraden; C.M. Berning-van Oostveen, G. Boot, H.C. Bremer, G.J van Dueren den Hollander, A.W. van Essen-van Mazijk, L.A. van Gelder, J. Heijndijk, A.J. Herweijer, 'jJ.L Huber, H. van der Jagt, J.H. Kalle, H. Kap, G.H. Karst, H.K. Korteweg-de Jager, J. Lagendijk, W.M. Monshouwer, Joh.A. van Nieuwenhuyzen, A.P. Noordermeer, L.A. Overwater, M.M.L. van Rossum-Gortzak, M. Schurg, T.A. Stoop, E.A. Struik, J. Visser, B.Vos-Wallenburg, A. van der Wende, bestuursleden;
waterschap
Hollandse Delta
J.B. van Gerdingen, secretaris; J. van den Hoonaard, algemeen directeur; E. de Bruin, verslaglegging. Met kennisgeving: T.C. Both-Verhoeven, J.J.T. Gianotten, C.G. Trouw, M. Veldhoen, D.E. Vermeulen.
VERGADERVERSLAG
1. Opening De dijkgraaf opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. In zijn openingstoespraak staat de dijkgraaf stil bij het slaan van de eerste paal voor het nieuwe waterschapshuis. Een feestelijke gebeurtenis die afgelopen morgen plaatsvond. Voorts schenkt de dijkgraaf aandacht aan Prinsjesdag en hierbij specifiek aan de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de verwachte uitkomsten van het onderzoek naar de Maeslantkering, de nieuwe agenda voor het waterbeheer, het verkiezingsprogramma van de PvdA, de werving van het vrijwillige dijkleger, de aanvalsplannen wateroverlast die tezamen met de gemeenten Henrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht zijn opgesteld en het Incident Rioleringsplan dat met de gemeente Spijkenisse is opgesteld, de vertegenwoordiging in de veiligheidsregio's en de Kaderrichtlijn Water. De openingstoespraak is ter vergadering aan alle aanwezige leden van de Verenigde Vergadering uitgereikt.
2. Vaststellen agenda De dijkgraaf stelt de agenda aan de orde. Op de heer Stoop komt de procedure, zoals deze is verwoord in de naar aanleiding van het ingetrokken agendapunt 11 uitgereikte notitie, vreemd over. De dijkgraaf zegt hierop in de commissie terug te komen. De heer Huber wenst agendapunt 17 van de agenda te verwijderen. Met de gedachtegang die aan de notitie ten grondslag ligt, kan de heer Huber niet instemmen. De zinnen halverwege pagina 2 van het voorstel 'Enerzijds vraagt de Verenigde Vergadering om beperking van de tijdsbesteding (35% i.p.v. 40%). Anderzijds wordt een forse bestuurlijke inzet van de heemraden verlangd op diverse (beleids)onderwerpen.' geven deze verkeerde gedachtegang weer. De dijkgraaf concludeert dat een inhoudelijke discussie over het onderwerp plaatsvindt. Deze discussie hoort onder dit agendapunt niet thuis. De dijkgraaf vraagt wie stemming wenst om het onderwerp van de agenda te verwijderen. Slechts de heer Bremer ondersteunt het voorstel van de heer Huber, zodat het onderwerp onder agendapunt 17 behandeld wordt. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
PAGINA
2 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
3. Loting Middels loting wordt beslist wie bij hoofdelijke stemming als eerste zijn of haar stem uitbrengt. Het lot valt op nummer 22, zijnde mevrouw C.M. Berning-van Oostveen. 4. Vaststelling verslag van de vergadering van 29 iuni 2006 Mevrouw Van Essen merkt op dat haar uitspraak zoals deze is weergegeven op pagina 6 cru overkomt. Zij heeft haar uitspraak gedaan in het licht van het stabiele kwijtscheldingsbeleid bij de gemeenten. Mevrouw Van Essen wenst dan ook de volgende zin in het verslag op te nemen: 'Gezien de lijn van de kwijtscheldingen bij gemeenten, die vrij stabiel is, vraagt mevrouw Van Essen zich af of de ramingen van het waterschap beter zouden kunnen zijn'. Dit voorstel wordt overgenomen. De heer Heijndiik heeft begrepen dat het de doelstelling van het waterschap is om een vrijwillig dijkleger van minimaal 271 personen te formeren. In het openingswoord van de dijkgraaf is reeds een aantal van zijn vragen beantwoord. Wel vraagt de heer Heijndiik zich nog af welke extra acties het waterschap onderneemt indien blijkt dat de huidige wervingsronde niet voldoende vrijwilligers oplevert. De dijkgraaf antwoordt dat op dit moment de werving in volle gang is en er melden zich nog elke dag mensen aan. Eventueel wordt wellicht een herhaald verzoek uitgezet bij verenigingen. De dijkgraaf heeft er vertrouwen in dat het dijkleger volledig met vrijwilligers geformeerd kan worden. In de uitgebreide commissie van 4 oktober a.s. doet de diikgraaf opnieuw verslag van de stand van zaken. De zin aan het begin van pagina 16 'Daar is men nog niet kan worden bemand', wenst de d il kg raaf te verwijderen uit het verslag. Deze opmerking hoort hier niet thuis. De dijkgraaf vult aan dat het niet gewenst is dat bestuurders deelnemen in het dijkleger. Het mag namelijk niet zo zijn dat een bestuurder c.q. vrijwilliger in het dijkleger bij evaluatie van bestrijding van een calamiteit later over zichzelf oordeelt. Met inachtneming van de aangebrachte wijziging wordt het verslag vastgesteld. 5. Ingekomen stukken en mededelingen De dijkgraaf doet mededeling van berichten van verhindering van mevrouw Both en de heren Gianotten, Trouw, Veldhoen en Vermeulen. Hiermee zijn er 31 stemgerechtigde leden van de Verenigde Vergadering aanwezig. De heer Veldhoen is overgebracht naar een verzorgingstehuis, nadat hij weer een aanval heeft gehad. Namens de Verenigde Vergadering is vandaag een attentie bezorgd. Naar aanleiding van het ingekomen stuk onder c, het jaarverslag van DRSH, merkt de heer Van der Jaat op dat zonder wijzigingen in het beleid er op termijn een tekort van € 500.000 tot € 600.000 kan ontstaan. De heer Van der Jagt wenst bespreking van dit jaarverslag. De dijkgraaf licht toe dat hij, als commissaris, het waterschap in de B.V. DRSH vertegenwoordigt. DRSH is een bijzondere B.V. De deelnemende waterschappen hebben zich afgevraagd of een onderneming als DRSH een groot eigen vermogen nodig heeft. De heer Van der Jaqt geeft aan dat duurdere chemicaliën etc. hebben geleid tot het onderhavige verlies. De dijkgraaf zegt toe buiten de vergadering om in een schriftelijke notitie een toelichting te geven op de problematiek die de heer Van der Jagt aan de orde heeft gesteld. De heer Monshouwer vraagt zich af waarom de stukken onder punt f (opgave wijziging nevenfuncties) niet zijn meegezonden. De dijkgraaf zegt toe deze alsnog aan de leden van de Verenigde Vergadering te zullen toezenden. De heer Van der Wende vraagt of het waterschap de gedragscode in het kader van de Flora- en Faunawet overneemt. De dijkgraaf antwoordt bevestigend. De gedragscode in het kader van de Flora- en Faunawet is laatstelijk door het college vastgesteld en behandeld in de commissie. De protocollen worden nog uitgewerkt. Mevrouw Berning informeert naar aanleiding van het verslag van het buitenlands werkbezoek van het college (d) of de heer Mulder voorbeelden heeft genoemd bij die zaken uit de Kaderrichtlijn Water die niet uit te voeren zouden zijn. Mevrouw Van Veen licht toe dat bepaalde maatregelen afhankelijk van de ondergrond wel of niet uitvoerbaar zijn. Maatregelen kunnen in bergen goed uitvoerbaar zijn, terwijl dezelfde maatregelen in veengrond onder het zeeniveau niet haalbaar zijn.
PAGINA
3 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
De ingekomen stukken en mededelingen worden voor kennisgeving aangenomen. 6. Strategisch Groenproject Eiland van Dordrecht, vaststellen raamplan De heer Stoop geeft aan dat in de commissie Water reeds uitvoerig over dit onderwerp is gesproken. Eén vraag houdt de heer Stoop toch bezig. Het raamplan wordt ter vaststelling aangeboden aan de Verenigde Vergadering, terwijl er andere partners bij betrokken zijn. Spreker neemt aan dat de partners worden gehouden aan hetgeen wordt afgesproken. De heer Stoop vraagt wat het betekent voor de totaliteit nu iedere partner binnen zijn beschikbare budget bepaalde keuzes maakt. Hierin wordt de heer Stoop gesterkt door de plannen rondom het IMoorderdiep. Er dient blijkbaar na jaren van voorbereiding een correctie aangebracht te worden. Heemraad Schelling licht toe dat het waterschap slechts in zoverre participeert waar het zijn taken betreft. De bijdrage in de wateropgave voor het Noorderdiep van € 3.067.00,00 ziet dan ook op de invulling van de taak van het waterschap, te weten het realiseren van berging van openwater. Mevrouw Van Veen vult aan dat het verschil, zoals de heer Stoop stelt, naar alle waarschijnlijkheid kan worden opgelost door keuzes te maken met lagere kosten. Ook kan er waarschijnlijk meer subsidie worden verkregen. De bijdrage van het waterschap is gekoppeld aan de wateropgave die moet worden gerealiseerd. De Verenigde Vergadering besluit in te stemmen met: • het Raamplan Eiland van Dordrecht als afsprakenkader voor de verdere uitwerking en realisatie; • de taakstellende bijdrage van Hollandse Delta van € 3.067.000,00 voor de periode tot en met 2013. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 7. Handboek Gemeentelijke Waterplannen Eerste termijn Mevrouw Berning vraagt of het handboek regelt dat gemeenten die mee profiteren van maatregelen in het buitengebied nu wel gaan meebetalen. Spreekster vindt het nog altijd vreemd dat de gemeente Westvoorne niet meebetaalt aan het project Strypse Wetering. De heer Karst stelt dat het waterschap partij is bij deze grootschalige plannen en dus ook voorwaarden mag stellen zoals het tijdspad. De heer Karst dringt erop aan om het bedrijfsleven ook te betrekken in de betreffende projecten en in ieder geval met het bedrijfsleven goed te communiceren. De maatregelen kunnen nogal eens grote consequenties hebben voor deze belangengroep. Beantwoording eerste termijn De heer Schelling licht toe dat op basis van dit nieuwe handboek de partijen die baat hebben bij de maatregelen, ook meebetalen. Het nieuwe handboek is niet te vergelijken met het oude Handboek Stedelijk Waterplannen. Het handboek is een handvat om met alle betrokken partijen tot planvorming te komen. Overigens meldt de heer Schelling dat de gemeente Westvoorne meebetaalt aan het fietspad dat in het kader van het project Strypse Wetering wordt aangelegd. Het project Stypse Wetering is aan de hand van het oude handboek tot stand gekomen. In antwoord op de vraag van de heer Karst geeft de heer Schelling aan dat daar waar bedrijven belang hebben, zij worden betrokken. Bijvoorbeeld via de gemeenten als zij daar vergunning aanvragen. Stringente afspraken worden zoveel mogelijk gemaakt. Het tijdpad wordt in het plan opgenomen. Partijen zijn hieraan gebonden. Er moeten gegronde redenen zijn om af te kunnen wijken van hetgeen is afgesproken. Tweede termijn In de tweede termijn wijst de heer Karst erop dat het waterschap geld inbrengt en dus als partij eisen mag stellen. Het waterschap moet zich er hard voor maken dat het bedrijfsleven betrokken wordt in de planvorming. De heer Lagendijk merkt op dat bij de pilot in Ridderkerk het bedrijfsleven op een goede constructieve wijze betrokken is en er goede afspraken tussen partijen zijn gemaakt. Beantwoording tweede termijn De heer Schelling merkt op dat het niet-zal meevallen om in de fase van planvorming bepaalde zaken af te dwingen. Partijen gaan een gezamenlijk pad op en sluiten een overeenkomst. De dijkgraaf vult aan dat deze overeenkomst wel wordt afgedwongen.
PAGINA 4 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
De Verenigde Vergadering besluit het Handboek Gemeentelijke Waterplannen vast te stellen. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 8. Gedetailleerde uitwerking wateropqave Kaderrichtlijn Water Eerste termijn De heer Van Dueren den Hollander merkt op dat de uitwerking enorme impact kan hebben en ook naar alle waarschijnlijkheid een grote lastenverhoging betekent. Spreker vraagt derhalve aandacht voor het betrekken van de Verenigde Vergadering bij dit onderwerp. Naar de mening van spreker gebeurt dit te weinig. Spreker wenst betrokken te worden bij de uitwerking van de Kaderrichtlijn Water en dan met name in deze fase waarin het ambitieniveau wordt vastgesteld. Tevens kan de heer Van Dueren den Hollander niet instemmen met de gekozen beleidsvariant 2. in de nota voor Rijn-West. De heer Van Gelder mist de grote context in de notitie. Zoals de staatssecretaris heeft aangegeven, gaat het om de maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit in geheel Europa. Als blijkt dat alleen Nederland maatregelen neemt en de bovenstroomse Europese landen niet, wordt het dweilen met de kraan open. De monitoring of verslaggeving van de maatregelen, die buiten Nederland worden getroffen, ontbreekt. Tenslotte merkt de heer Van Gelder op dat de nota niet prettig leesbaar is en dat hij consistentie mist in het geheel. De heer Van der Jagt onderschrijft de woorden van de heer Van Dueren den Hollander. In de commissie heeft spreker gevraagd naar de gegevens omtrent het Programma monitoring van meetgegevens, dat in 2006 zou worden opgezet. Ondanks de toezegging heeft de heer Van der Jaqt deze gegevens nog niet gekregen. De heer Van der Jaat is benieuwd naar de visie van het waterschap op de waterbeheerskwesties, zoals onnatuurlijke inrichting, onvoldoende ecologische toestand, matige tot slechte chemische toestand, etc. De heer Boot merkt namens de aanwezigen van de categorie Ingezetenen op dat ook deze categorie de bestuurlijke betrokkenheid hoog op de agenda heeft staan. De categorie kijkt uit naar de detailanalyse van de koploper projecten. In de commissie is een gedetailleerd stappenplan toegezegd. Dit stappenplan ontbreekt. De heer Stoop sluit zich aan bij de vorige sprekers. Wel vult spreker aan dat in de commissie Water is gevraagd wat de besluitvorming van het waterschap nu concreet betekent. Hierop zou worden ingegaan, maar dit is niet geschied. De heer Schurg wijst nog eens op de communicatie met het bedrijfsleven. Graag ziet spreker dat VNO-NCW en/of MKB gelijk wordt geschakeld met maatschappelijke organisaties als de LTO en dus in kring 2 geplaatst worden. Bij de RBO's wordt het bedrijfsleven niet genoemd. Ook de communicatie met de Verenigde Vergadering baart de heer Schurg zorgen. Stukken worden twee weken van tevoren toegezonden, terwijl deze reeds veel eerder bekend zijn. Beantwoording eerste termijn Allereerst merkt de dijkgraaf op dat de onderhavige stukken dienen als achtergrond voor de decembernota die de staatssecretaris schrijft voor de Tweede Kamer. Voor wat betreft de communicatie met de Verenigde Vergadering was het niet mogelijk om deze eerder in te lichten. De conceptnota's zijn laat verschenen. De Regionale bijdrage Maas is al wel eerder in concept naar de Verenigde Vergadering gezonden. Hierin is naar aanleiding van de discussie binnen de waterschappen wijziging aangebracht. De dijkgraaf vertegenwoordigt het waterschap in de RBO's Rijn-West en Maas. Alleen al in RijnWest moeten 250 bestuursorganen instemmen met de voorstellen. Dit is op zichzelf al een complex proces. In de RBO's is nadrukkelijk aan de orde gesteld dat late totstandkoming van stukken het proces niet bevordert. Het bedrijfsleven is vertegenwoordigd in de klankbordgroep. Via deze klankbordgroep kan het bedrijfsleven zijn invloed aanwenden. LTO en milieuorganisaties zijn in deze klankbordgroep nadrukkelijk aanwezig. Blijkbaar is het voor het bedrijfsleven moeilijk om in dit gremium een vuist te vormen. De dijkgraaf raadt de vertegenwoordiging van de categorie Bedrijfsgebouwd aan om zelf aan de deur te kloppen. Ook voor het waterschap blijkt het niet eenvoudig om binnen VNO-NCW een woordvoerder aan tafel te krijgen. Ditzelfde geldt voor MKB. Hierover is afgelopen week met MKB gesproken. De dijkgraaf deelt de zorg van de heer Van Dueren den Hollander. Nu ligt echter de analyse voor. De dijkgraaf begrijpt dat de Verenigde Vergadering hier enige problemen mee heeft en
PAGINA
5 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
dan met name met de keuze in Rijn-West voor beleidsvariant 2. Bij Maas is de keuze open gelaten. Namens de waterschappen is in Rijn-West gepleit voor een andere insteek. Dit is helaas niet overgenomen. De dijkgraaf stelt dan ook voor dat de Verenigde Vergadering zich richting RijnWest uitspreekt dat het niet kan instemmen met beleidsvariant 2. De dijkgraaf heeft niet de illusie dat besluitvorming alsdan stagneert, maar het is goed om dit geluid door de Verenigde Vergadering te laten horen aan RBO Rijn-West. Ten aanzien van het vast te stellen ambitieniveau heeft de d il kg raaf nog geen idee welke kant dit op gaat. Nu is het van belang om met de analyse, inhoudende feiten die bepaald zijn aan de hand van meetgegevens, in te stemmen. Op basis hiervan kan het RBO verder. Hierin past de monitoring. Uieindelijk is gekozen voor een eenvoudige wijze van monitoring. De monitoring van de bovenstroomse landen is van belang. De dijkgraaf wijst er echter op dat, zodra het water in de Rijn stroomt, waterschap Hollandse Delta er geen belang bij heeft. De vraag van de heer Van Gelder raakt meer de vraag van economische competitie in Europa. Handelt België bijvoorbeeld net zo gedegen als Nederland. Het is niet zo dat Nederland een hoger ambitieniveau vaststelt dan dat'Europa aangeeft. Nederland is niet van plan om voor de spreekwoordelijke troepen uit te lopen. Het is een Europese zorg of alle landen een zelfde serieuze uitwerking geven aan de Kaderrichtlijn Water. Voor wat betreft de concretisering van informatie merkt de dijkgraaf op dat het proces zich nu in het bovenstuk van de trechter bevindt. Zodra er besluitvorming moet plaatsvinden die voor het waterschap van belang is, komt het college hierop bij de Verenigde Vergadering terug. Tweede termijn In de tweede termijn wijst de heer Schurq erop dat het waterschap trekker is van het proces en dat er dan ook een taak voor het waterschap is weggelegd om het bedrijfsleven bij de discussie te betrekken. VNO-NCW is meer dan bereid om zitting te nemen in de klankbordgroep. Spreker vraagt de dijkgraaf of hij de toezegging wil doen dat VNO-NCW en/of het MKB wordt gelijkgeschakeld met de LTO en de Zuidhollandse Milieufederatie. De heer Van Dueren den Hollander leest een motie voor en dient deze in bij de dijkgraaf. De motie is aan dit verslag gehecht en wordt als herhaald en ingelast beschouwd. Verder houdt de heer Van Dueren den Hollander de dijkgraaf aan zijn toezegging dat hij aan de betrokken instanties doorgeeft dat waterschap Hollandse Delta niet instemt met beleidsvariant 2 in Rijn-West. De motie is door voldoende leden van de Verenigde Vergadering ondertekend. De heer Van Gelder begrijpt dat het proces van de Kaderrichtlijn Water een ingewikkeld proces is. Spreker bespeurt echter al verschillen bij de twee RBO's. Dit baart hem zorgen. Spreker vraagt of er meer structuur en regie mogelijk is. Beantwoording tweede termijn In antwoord op de vraag van de heer Schurg meldt de dijkgraaf dat het inderdaad een taak van het waterschap is om het bedrijfsleven in de communicatie te betrekken. Binnenkort vindt er tussen het waterschap en de Kamer van Koophandel een gesprek plaats. Hierin zal aan de orde worden gesteld wie aanspreekpunt kan zijn voor de Kaderrichtlijn Water. De dijkgraaf geeft desgevraagd aan dat voor wat het waterschap betreft de VNO-NCW gelijk is aan bijvoorbeeld de LTO en maakt zich hiervoor sterk in het RBO. Van de zijde van de VNO-NCW verwacht de dijkgraaf ook actie. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Van Gelder merkt de dijkgraaf op dat in het RBO er nadrukkelijk op is gewezen dat het Rijk de regie naar zich toe moet trekken. Dit gebeurt nog te weinig. De dijkgraaf is zich ervan bewust dat het ontbreken van regie ook mogelijkheden voor het waterschap biedt. De dijkgraaf schorst de vergadering voor vijf minuten zodat het college zich kan beraden op de ingediende motie. Na heropening van de vergadering deelt de dijkgraaf mee dat het college de motie van de heer Van Dueren den Hollander overneemt. Ook de toezegging dat de dijkgraaf in Rijn-West kenbaar maakt dat beleidsvariant 2 prematuur wordt bevonden, doet het college gestand. De Verenigde Vergadering besluit • in te stemmen met de Regionale Bijdrage Rijn-West en Maas; • in te stemmen met de uitwerking van fase 3 zoals beschreven in het 'Projectplan Gedetailleerde Uitwerking Wateropgave KRW'; • uitwerking te geven aan de motie van de heer Van Dueren den Hollander; • aan Rijn-West kenbaar te maken dat het de besluitvorming omtrent beleidsvariant 2 prematuur vindt en hiermee niet in kan stemmen.
PAGINA
6 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
Een en ander conform het voorstel, bijgevoegd conceptbesluit en de aan het verslag gehechte motie. 9. Convenant compensatiewerken Kierbesluit Haringvliet Alvorens het voorstel in bespreking te geven deelt de dijkgraaf mee dat hij namens het waterschap in de stuurgroep Compensatie Kierbesluit heeft aangegeven dat het waterschap er aan hecht dat eerst de compensatiewerken worden uitgevoerd voordat de kier wordt opgesteld in 2008. De provincie gaat hierin niet helemaal mee. Begrijpelijkerwijs waakt de provincie er voor dat één persoon het openstellen van de kier kan tegenhouden, omdat hij niet mee wenst te werken aan de compensatiemaatregelen. Duidelijk is wel bij alle instanties dat haast gemaakt moet worden met het uitvoeren van de compensatiewerkzaamheden. Eerste termijn Naar aanleiding van pagina 4 van het voorstel (compensatie Zuiderdiep) vraagt mevrouw Berning waarom het reëel is dat het waterschap geen 100% claimt en er dus € 3 miljoen ten laste van het waterschap blijft. De heer Van Nieuwenhuyzen is van mening dat in de te bestuderen inrichtingsvarianten het Beterplan Zuiderdiep ook moet worden meegenomen. Spreker verwacht dat het combineren van de aanleg van de zoetwaterwinning met natuurontwikkeling een opstap is om uiteindelijk de gehele polder als natuur in te richten. Dit is naar de mening van de heer Van Nieuwenhuyzen een slechte manier van politiek bedrijven. Het verbaast spreker dat € 3 miljoen moet worden ingebracht ter verbetering van het watersysteem, terwijl de zoetwatervoorziening afgelopen zomer perfect gefunctioneerd heeft. De woorden van de heer Van Nieuwenhuyzen zijn uit het hart van de heer Van der Wende gegrepen. Het Beterplan Zuiderdiep moet in de overwegingen worden betrokken. Dit is namelijk een goed en aanvaardbaar alternatief. Brakke natuur in een zoetwatergebied is ongewenst. Beantwoording eerste termijn Heemraad Schelling merkt op dat het openstellen van de kier geen wens is van het waterschap. Deze besluiten zijn op een ander niveau genomen en het waterschap moet zijn belangen in dit project zo goed mogelijk behartigen. Het waterschap heeft geen bevoegdheden in het kader van de ruimtelijke ordening. Het is dan ook niet aan het waterschap om het Beterplan Zuiderdiep voor te schrijven. De heer Schelling is het niet eens met de heer Van Nieuwenhuyzen voor wat betreft de zoetwatervoorziening. Deze behoeft namelijk wel verbetering. Anders kan de zoetwatervoorziening in de toekomst problematisch worden. Het waterschap draagt bij aan die maatregelen die voor het waterschap voor een duurzaam systeem van belang zijn. De dijkgraaf vult aan dat met de bijdrage van € 3 miljoen ook de nodige waterberging wordt gerealiseerd. Het Beterplan is wel in ogenschouw genomen. Het waterschap kan hierin zijn wil echter niet dwingend opleggen. In de stuurgroep heeft de dijkgraaf aandacht gevraagd voor de communicatie omtrent de verwerving van gronden. Deze verwerving moet veilig worden gesteld. Tweede termijn De heer Van Nieuwenhuyzen wijst erop dat het convenant wordt aangegaan tussen twee partijen. Het waterschap kan als partij vragen om het Beterplan op te nemen als te onderzoeken inrichtingsvariant. Tenslotte is de heer Van Nieuwenhuvzen van mening dat het waterschap te veel bijdraagt aan de verbetering van zoetwatervoorziening. De heer Van der Jagt heeft er moeite mee dat het Rijk het waterschap lijkt te kunnen afdwingen € 3 miljoen te investeren. Mevrouw Berning vindt het niet reëel dat het waterschap € 3 miljoen moet bijdragen aan compensatiemaatregelen. Deze moeten immers voor 100% vergoed worden. De heer Van der Wende merkt op dat het waterschap deelnemer is in Deltanatuur. Ook in dit kader kan het waterschap zijn invloed aanwenden. Beantwoording tweede termijn Heemraad Schelling wijst er nog eens op dat de ruimtelijke ordening geen taak van het waterschap is. Het waterschap anticipeert wel op de besluiten die door de algemene democratie in het kader van de ruimtelijke ordening worden genomen. Echter slechts voor zover het vanuit de taak van het waterschap inpasbaar is. De € 3 miljoen die het waterschap bijdraagt aan de verbetering van de zoetwatervoorziening en het vergroten van de waterberging, vloeit rechtstreeks voort uit de taak van het waterschap. De dijkgraaf zegt toe dat het college beziet of het onderzoeken van het Beterplan kan worden opgenomen in het convenant. Dit moet naar de andere
PAGINA
7 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
partij goed beargumenteerd worden. Ook zegt de dilkqraaf toe in Deltanatuur dit onderwerp aan de orde te stellen. De Verenigde Vergadering besluit in te stemmen met het convenant onder de voorwaarde dat de in het voorstel aangegeven aanpassingen worden aangebracht en de provincie hiervan op de hoogte te stellen. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 10. Akkerranden 2007 Eerste termijn Mevrouw Van Rossum is verheugd dat het project Akkerranden ook in 2007 doorgang vindt. Wel heeft spreekster zorgen over de continuïteit van het project. Het mag niet zo zijn dat, indien in de toekomst de benodigde gelden niet kunnen worden vrijgemaakt door de betrokken instanties, de agrariërs dan zelf de betreffende kosten voor hun rekening moeten nemen. Ook vraagt mevrouw Van Rossum aandacht voor het maairegime van het waterschap. De akkerranden mogen niet door de hoog begroeide slootkanten aan het oog onttrokken worden. Beantwoording eerste termijn De heer Schelling dankt mevrouw Van Rossum voor haar positieve woorden. Het project valt nog steeds onder de noemer pilotproject. Tezamen met de provincie wordt bezien of het project kan worden voortgezet. De instanties steken er gelden in, maar op termijn moeten er ook revenuen, in welke vorm dan ook, uit voortvloeien. Er is meer tijd nodig om te bepalen welke voordelen de Akkerrandenregeling voor het waterschap heeft. Voorts geeft de heer Schelling aan dat het waterschap in het kader van de Flora- en Faunawet niet eerder mag maaien dan 15 juni. Tweede termijn In de tweede termijn merkt de heer Karst op dat het waterschap met de akkerranden middelen bespaart op het onderhoud van de taluds, die ingezet kunnen worden voor de akkerranden. De heer Schurg heeft begrepen dat er meer vraag is dan dat er middelen beschikbaar zijn en informeert hoe deze vraag wordt gehonoreerd. Mevrouw Van Essen vraagt of het project kan worden uitgebreid naar elders in het beheersgebied van het waterschap. Nu wordt de Akkerrandenregeling slechts toegepast op GoereeOverflakkee en in de Hoeksche Waard. Beantwoording tweede termijn Heemraad Schelling geeft aan dat er voor dergelijke projecten draagvlak nodig is. Dit draagvlak is in de andere delen van het beheersgebied (nog) niet groot. Het waterschap legt zich vooralsnog toe op het verkleinen van de wachtlijst. De besparing op onderhoud van taluds wordt in het pilotproject meegewogen. Ook de stabiliteit van de taluds speelt hierin een rol. De dijkgraaf sluit de beraadslaging omtrent dit onderwerp af met de opmerking dat een en ander in de commissie besproken had kunnen worden. De Verenigde Vergadering besluit: • kennis te nemen van de evaluatie Akkerrandenregeling Hoeksche Waard en Akkerrandenregeling Goeree-Overflakkee; • in te stemmen met voortzetting van de huidige pilot (200 km) in de Hoeksche Waard in 2007; • in te stemmen met voorzetting van de huidige pilot (60 km) op Goeree-Overflakkee in 2007; • het aantal kilometers in de Hoeksche Waard in 2007 uit te breiden met de circa 80 km van de wachtlijst, onder de voorwaarde dat medefinanciering rond komt. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 11. Vervallen Op het proces rondom de overdracht van wegen van het eiland van Dordt wordt in de commissie teruggekomen.
PAGINA
8 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
12. Aankoop gronden ten behoeve van realisatie Krekenplan Oostflakkee Zonder beraadslaging besluit de Verenigde Vergadering: • in te stemmen met een versnelde inzet voor aankoop van circa 70 ha landbouwgrond op Flakkee ten behoeve van de uitruil voor met name de Bierkreek en de drie andere kreken op Flakkee; • het college van dijkgraaf en heemraden te mandateren tot de goedkeuring van aankopen boven € 250.000,00; • een extern bureau in te zetten ten behoeve van de versnelde planvorming. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 13.
Uitbreiden personeelsbestand in relatie tot het waterkerinosversterkinqsprogramma Eerste termijn De heer Struik geeft aan dat de categorie zich zorgen maakt over het gemak waarmee de formatie wordt uitgebreid. Ook al komen de kosten daarvan voor rekening van het Rijk. Het waterschap moet wel voorfinancieren. De heer Struik begrijpt dat de waterkeringen in de toekomst op orde moeten zijn. Het argument voor de formatie-uitbereiding, dat slechts dan aan de wens van de Verenigde Vergadering voor een hoger ambitieniveau kan worden voldaan, is misplaatst. De Verenigde Vergadering wenst slechts werkzaamheden zo goed en goedkoop mogelijk uit te voeren. Het voorstel vereist een betere onderbouwing. Voor wat betreft de financiering stelt het college voor later met een voorstel te komen. Door het voorstel nu goed te keuren, kan de Verenigde Vergadering in een later stadium niets afwijzen. De heer Struik gaat er overigens van uit dat de betreffende formatieplaatsen op termijn weer verdwijnen. Heemraad Klepper merkt op dat het waterschap voor een forse opgave staat om de waterkeringen op sterkte te krijgen. Ook om goed en goedkoop te werken is het een minimale noodzaak om personeel in dienst te nemen. De te treffen maatregelen belopen een periode van 10 tot 15 jaar. Het voorstel tot financiering is gericht op het aantrekken van personeel. Ten aanzien van de financiering van de projecten zelf komt het college terug bij de Verenigde Vergadering. Het is correct dat een en ander het waterschap geld kost. Dit betreft echter slechts de rente van de voorfinanciering. Alle overige kosten krijgt het waterschap terug. Het is zaak dat het waterschap de benodigde kennis en capaciteit in huis krijgt. Tweede termijn De heer Karst is er geen voorstander van om op dit moment het personeelsbestand uit te breiden. De organisatie dient efficiënt en effectief te werken. Een en ander laat onverlet dat de reductie van het aantal arbeidsplaatsen blijft staan. De heer Struik is van mening dat met het huidige personeelsbestand het gewenste ambitieniveau moet kunnen worden gehaald. In de ogen van de heer Struik moeten de juiste prioriteiten gesteld worden. De heer Van der Wende stelt voor om het ambitieniveau bij te stellen. Het onderhavige voorstel betreft een te ingrijpende uitbreiding. Beantwoording tweede termijn De heer Klepper geeft aan dat de Verenigde Vergadering heeft besloten dat binnen 10 in plaats van 15 tot 20 jaar de dijken in categorie l op sterkte moeten zijn. Daarna komen de dijken uit categorie 2 nog aan bod, zodat ook na 10-15 jaar personeel nodig is. Enkele dijkvakken zijn nog niet beoordeeld. Tevens komt er waarschijnlijk een toets voor de secundaire waterkeringen. Hieruit volgen naar verwachting extra werkzaamheden voor het waterschap. De huidige doelstelling vergt een forse inspanning van het waterschap. Dit ambitieniveau sluit aan bij hetgeen het Rijk voor ogen staat. Voor de komende vier jaren heeft het Rijk voldoende financiële middelen beschikbaar. Uiteraard zijn er binnen het waterschap kundige medewerkers. Eerst wordt intern bezien of er geschikte medewerkers op deze plaatsen ingezet kunnen worden. Het is echter een specifieke discipline. De heer Klepper raadt de vergadering af om het ambitieniveau op het dossier veiligheid bij te stellen. Mevrouw Van Veen wijst erop dat er inderdaad is afgesproken om 10% reductie op arbeidsplaatsen te realiseren. Dit echter bij bestaande en gelijk blijvende taken. De Verenigde Vergadering heeft besloten tot intensivering en uitbreiding van de taak op het gebied van veiligheid. Dit heeft gevolgen voor het personeelsbestand. Voor wat betreft de financiering merkt heemraad Van Veen op dat een en ander als investering wordt geboekt. Op deze wijze komt het, afgezien van de rentekosten, niet ten laste van de exploitatiebegroting en in het meerjarenbeleidsplan te-
PAGINA
9 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
recht. Op het moment van de vordering aan het Rijk gaat het bedrag in éénn keer van de balans. Tenslotte dringt de heer Stoop erop aan om voorstellen met betrekking tot uitbreiding van personeel in het vervolg ook ter advisering voor te leggen aan de commissie MBH. De Verenigde Vergadering besluit: • bij de afdeling Planvorming het team waterkeringen voor het einde van 2006 met twee beleidsmedewerkers Planvorming (projectleider) en voor medio 2007 met een derde beleidsmedewerker Planvorming uit te breiden; • de afdeling Voorbereiding in 2007 met één medewerker voorbereiding en directievoering en in 2009 met aanvullend twee medewerkers Voorbereiding en uitvoering uit te breiden; • de afdeling Beheer in 2006 met één senior beleidsmedewerker uit te breiden. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 14. Vaststellen veraaderschema 2007 De Verenigde Vergadering besluit zonder beraadslaging het vergaderschema 2007 vast te stellen. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 15. Bestuursrapportage 2006-2 De heer Van Dueren den Hollander vraagt aandacht voor de communicatie omtrent prioritering van projecten. Er is besloten om bepaalde projecten twee jaar in de spreekwoordelijke ijskast te zetten. De Verenigde Vergadering moet kunnen beoordelen of de prioritering juist geschiedt. Heemraad Van Veen merkt op dat op dit moment gezocht wordt naar een juiste vorm van presentatie. De dijkgraaf vult aan hierop bij de voorjaarsnota dan wel het meerjarenbeleidsplan terug te komen. De Verenigde Vergadering besluit de Bestuursrapportage over de periode januari tot en met mei 2006 voor kennisgeving aan te nemen. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 16. Jaarverslag OGOL 2005 Zonder beraadslaging besluit de Verenigde Vergadering, conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit, het Jaarverslag OGOL 2005 voor kennisgeving aan te nemen. 17. Evaluatie taken en tijdsbesteding heemraden De dijkgraaf brengt het voorstel voor de eerste termijn in bespreking. Eerste termijn Mevrouw Van Essen merkt op dat haar motie van 3 januari 2005 tot uitbreiding van het aantal heemraden niet de aanleiding kan zijn voor de inhoud van voorliggende notitie. Naar aanleiding van al hetgeen omtrent dit onderwerp is gezegd, is een evaluatie van het aantal heemraden op zijn plaats. De onderhavige evaluatie naar tijdsbesteding en functioneren niet. De heer Huber heeft grote moeite met twee zinnen in het voorstel. Het betreft de zinnen onder het midden van pagina 2 'Enerzijds vraagt de Verenigde Vergadering om beperking van de tijdsbesteding (35% i.p.v. 40%). Anderzijds wordt een forse bestuurlijke inzet van de heemraden verlangd op diverse (beleids)onderwerpen.' Uit deze zinnen blijkt het onbegrip voor de besluitvorming van de Verenigde Vergadering. Deze zinnen kunnen de verkeerde indruk wekken. Spreker ziet dan ook graag dat deze zinnen verwijderd worden en dat het college zich distantieert van de indruk die de zinnen kunnen wekken. Beantwoorden eerste termijn De dijkgraaf licht toe dat hij niet betrokken is geweest bij de besluitvorming op 3 januari 2005. Wel heeft de dijkgraaf alle stukken gelezen die op dit onderwerp betrekking hebben. De dijkgraaf kan de stukken niet anders lezen dan dat is toegezegd dat op termijn het aantal heemraden, de taken en de tijdsbesteding van de heemraden geëvalueerd worden. Ter verduidelijking hiervan leest de dijkgraaf een passage voor uit het verslag van 3 januari 2005. Indien je het aantal heemraden wilt evalueren, moetje naar de tijdsbesteding kijken. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Huber merkt de dijkgraaf op dat de betreffende zinnen inderdaad een verkeerde indruk kunnen wekken. Het is namelijk niet de bedoeling om in
PAGINA
10 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
deze bestuursperiode terug te komen op de financiële aspecten. Met instemming van het college schrapt de dijkgraaf de zinnen uit het voorstel. Tweede termijn Het bevreemdt de heer Stoop dat de Verenigde Vergadering in een voorstel dat slechts ter kennisname wordt voorgelegd, wijzigingen kan aanbrengen. De dijkgraaf licht toe dat de betreffende wijziging van de zijde van het college is aangebracht. De heer Karst weet dat gemeenten en andere gremia 'bestuurlijk gewicht' aan tafel wensen. Spreker is echter van mening dat taken ook kunnen worden neergelegd bij het ambtelijk apparaat. Het waterschap is namelijk een professionele organisatie met dito medewerkers. De dijkgraaf geeft aan dat hij en de heemraden over een dicht bestuurlijk netwerk beschikken. Bij iedere uitnodiging wordt ingeschat wie - bestuurlijk dan wel ambtelijk - het waterschap het beste kan vertegenwoordigen. De Verenigde Vergadering neemt de evaluatie voor kennisgeving aan en wacht een voorstel voor een functie- en competentieprofiel voor de volgende bestuursperiode af. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 18. Begrotinqsverqelnkinq waterschappen 2006 De heer Schurg merkt op dat vijf andere waterschappen een energiedoelstelling hebben. Met het verbruik van ongeveer 55 miljoen kWh is een energienota c.q. -doelstelling van waterschap Hollandse Delta op zijn plaats. Heemraad Van Veen antwoordt dat in het kader van de duurzaamheidsverklaring, die de Verenigde Vergadering heeft vastgesteld, wordt gekeken naar onder andere het energieverbruik van de zuiveringsinstallaties. Het waterschap is nog niet zo ver dat doelstellingen kunnen worden vastgelegd. Mevrouw Van Veen kan al wel melden dat het college - in het kader van dezelfde duurzaamheidsverklaring - heeft besloten om voor 50% van het energieverbruik over te gaan op groene stroom. Dit voor een periode van twee jaar. Daarna wordt bezien of voortzetting en/of uitbreiding van het gebruik van groene stroom wenselijk is. Nu wordt met een beperkte extra inzet van middelen een duurzamer product verkregen. Dit laat onverlet dat het waterschap doelstellingen moet formuleren om het verbruik te verminderen. De dijkgraaf vult aan dat waterschap Hollandse Delta er voor wat het energieverbruik betreft niet gunstig uitsteekt. Dit ligt voornamelijk in het verbruik van energie door de zuivering Dokhaven, dat onder de grond ligt. Hierdoor moet er lucht afgevoerd worden en meer dan gebruikelijk verpompt worden. De Verenigde Vergadering neemt kennis van het samenvattend rapport begrotingsvergelijking 2006. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 19. Landelijke waterschapverkiezinqen 2008 Voordat de dijkgraaf het voorstel in bespreking geeft, meldt hij dat het wetsvoorstel in behandeling bij de Tweede Kamer is. Er is een hoorzitting gehouden. Het schriftelijk verslag is ingediend. De regering moet hierop antwoorden. Daarna vindt plenaire behandeling door de kamer plaats. Eerst daarna kunnen de waterschapsverkiezingen worden doorgevoerd. Eerste termijn De heer Schurg heeft begrepen dat de voorzitter van de Unie van Waterschappen tijdens de hoorzitting min of meer heeft gezegd de trits los te laten. Hierdoor staat het bestaan van de categorieën ongebouwd/bedrijfsgebouwd/gebouwd/ingezetenen onder druk. Dit is in de ogen van de heer Schurg geen goede ontwikkeling. De voorzitter van de Unie verwoordt niet de wil van de waterschappen. Tevens merkt de heer Schurg op dat € l miljoen moet worden bijgedragen aan de Unie van Waterschappen, een faciliterend orgaan. Spreker is van mening dat er bij dit soort activiteiten beter een gemeenschappelijke regeling kan worden aangegaan. Tenslotte vindt de heer Schurg het vreemd dat in het licht dat het Meerjarenbeleidsplan voor kennisgeving is aangenomen, dit voorstel ook voor kennisgeving moet worden aangenomen. In het voorstel is wel een bedrag van € l miljoen opgenomen. De heer Noordermeer merkt op dat de waterschappen hun bestaansrecht ontlenen aan het feit dat zij een functionele democratie zijn. Door de opstelling van de Unie van Waterschappen, staat het voortbestaan van de waterschappen op de tocht. Dit geeft voeding aan standpunten als die van de Partij van de Arbeid. Dit is een zorgelijke ontwikkeling. Ten tweede wenst de heer Noordermeer stil te staan bij de inzet van Hollandse Delta om ervoor te zorgen dat er toch een af-
PAGINA
11 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
spiegeling van de democratie in het bestuur plaatsvindt en op welke termijn hier definitief over wordt gesproken. Mevrouw Van Essen vraagt aandacht voor de vertegenwoordiging van vrouwen in het bestuur. Bij de verkiezingen dient het waterschap hieraan aandacht te besteden. Beantwoording eerste termijn De dijkgraaf geeft aan dat de discussie niet opnieuw moet worden gevoerd. De nieuwe Waterschapswet ligt op dit moment bij de Tweede Kamer. Het waterschap kan niet anders dan afwachten wat op hem neerdaalt. Duidelijk is dat met de nieuwe wet de trits geweld wordt aangedaan. De dijkgraaf heeft de uitspraak van de voorzitter van de Unie van Waterschappen niet gehoord dan wel gelezen. De dijkgraaf twijfelt er echter niet aan dat de voorzitter van de Unie van Waterschappen wellicht een toelichting heeft gegeven dan wel vragen heeft beantwoord, maar nog steeds het standpunt van de waterschappen verkondigt. Ten aanzien van de bijdrage van € l miljoen merkt de dijkgraaf op dat dit bedrag eerst betaald wordt indien de wet wordt goedgekeurd. De Unie van Waterschappen is een parapluorganisatie dat gerichte publieksacties kan opzetten. Waterschap Hollandse Delta moet zijn eigen steentje bijdragen aan de kosten voor de landelijke verkiezingen. Het waterschap wenst hierin niet slechts mee te liften met anderen. Uiteraard dient het waterschap zelf een visie te ontwikkelen voor wat betreft de verdeling van zetels. De systematiek van de verkiezingen wijzigt door de nieuwe wet namelijk aanzienlijk. Het stimuleren van deelname van vrouwen in bestuursorganen heeft zonder meer de aandacht van de Unie van Waterschappen bij de verkiezingen in 2008. Tweede termijn De heer Schurq heeft begrepen dat de minister nog een aantal vragen dient te beantwoorden ten aanzien van de nieuwe Waterschapswet. Het verkiezingsreces start op l november. Volgens de heer Schurq is het dus nog maar de vraag of de Waterschapswet op tijd behandeld is. In het verlengde hiervan vraagt de heer Schurg of er wel gelden moeten worden gereserveerd. Ook vraagt spreker zich af of het waterschap het zelf niet voordeliger kan. De heer Noordermeer heeft geen antwoord gekregen op zijn vraag over de visie van het waterschap op de verdeling van zetels in het nieuwe bestuur. Beantwoording tweede termijn De secretaris licht toe dat inmiddels een voorschot van € 25.000,00 aan de Unie van Waterschappen is betaald. De Unie heeft ook om het tweede voorschot gevraagd. Het college heeft besloten om aan dit verzoek geen gehoor te geven. Eerst dient namelijk duidelijk te worden wat de Unie op dit moment voor acties onderneemt. Wel geeft de secretaris aan dat door samenwerking van alle waterschappen de kosten uiteindelijk vele malen lager zijn dan wanneer waterschap Hollandse Delta alleen verkiezingen organiseert. Doordat het twijfelachtig is wanneer de nieuwe Waterschapswet de Tweede Kamer passeert, betaalt het waterschap voorlopig geen voorschotten meer. De dijkgraaf geeft als voordeel van verschuiving van een functionele democratie naar de algemene democratie aan dat via het partijenstelsel de politiek wordt binnengehaald bij de waterschappen. Hierdoor wordt het draagvlak binnen de samenleving voor waterschappen groter en kunnen meer mensen deelnemen. Hierover kan vanzelfsprekend verschillend gedacht worden. Voor wat betreft de verdeling van de zetels binnen het algemeen bestuur merkt de d il kg raaf op dat eerst de nieuwe wet moet worden afgewacht. Daarna is het de bevoegdheid van de provincie om de verdeling vast te stellen. Uiteraard wenst het waterschap hierover mee te praten en moet ertegen die tijd derhalve een visie zijn ontwikkeld. Hierop komt het college te zijner tijd bij de Verenigde Vergadering terug. De Verenigde Vergadering besluit de notitie inzake de landelijke waterschapsverkiezingen 2008 voor kennisgeving aan te nemen. Een en ander conform het voorstel en bijgevoegd conceptbesluit. 20. Rondvraag De heer Noordermeer merkt op dat regeren vooruitzien is. Het is dus raadzaam om reeds nu naar de gevolgen voor de kostentoedeling van de wijziging van de Waterschapswet te kijken. Spreker verzoekt om hieraan in de commissie MBH aandacht te schenken. Mevrouw Vos heeft in de pers over de onvrede van het personeel van SVHW gelezen en vraagt zich af hoe het met het personeel gaat. Tevens vraagt spreekster zich af of een belangrijk besluit als het inkopen van groene energie door het college kan worden genomen en niet aan de Verenigde Vergadering behoeft te worden voorgelegd.
PAGINA
12 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
De heer Van Gelder heeft vernomen dat er laatstelijk weer een persleiding is gesprongen. Spreker heeft een onderhouds-/inspectieprogramma ontvangen. Spreker vraagt om dit programma met voortvarendheid uit te voeren. De heer Huber vraagt aandacht voor het maairegime. Naar de mening van de heer Huber moet verkeersveiligheid voorop worden gesteld. Spreker vraagt om de locaties te inventariseren waar laat maaien verkeersonveilige situaties oplevert en ervoor te zorgen dat op die plaatsen wel eerder gemaaid wordt. Mevrouw Berning vraagt naar de stand van zaken omtrent het onderzoek naar de ontsluiting van Meeuwenoord. Bij de behandeling van het Meerjarenbeleidsplan is toegezegd dat er een schriftelijke toelichting komt op de kostenreductie van 3%. Deze toelichting is nog niet verschenen. Voorts is bij spreekster geen bericht bekend omtrent het functioneren van de Haringvlietsluizen. Ten aanzien van het project Strypse Wetering heeft de heer Heijndijk een drietal vragen. Ten eerste informeert spreker naar de stand van zaken van de werkzaamheden en hoe de contacten met derden verlopen. Tenslotte vraagt spreker of de werkzaamheden op schema liggen. De heer Karst leest een notitie voor over de bereikbaarheid van het strand van Oostvoorne. Spreker wijst er nadrukkelijk op dat de notitie geen motie is. De heer Karst overhandigt de notitie aan de dijkgraaf. De notitie is aan het verslag gehecht en wordt als herhaald en ingelast beschouwd. De heer Schurg vraagt in het verlengde van de vraag van de heer Heijndijk om meer inzicht in de voortgang van projecten in zijn algemeenheid. In antwoord op de vraag van de heer Noordermeer zegt de dijkgraaf toe dat zodra de nieuwe wet is aangenomen er binnen het college beraadslaagd wordt over de kostentoedeling. In deze discussie wordt de commissie MBH betrokken. Voor wat betreft de onvrede van het personeel van SVHW licht de dijkgraaf, als voorzitter van SVHW, toe dat er een kanteling van de organisatie plaatsvindt. Dit roept altijd spanningen op bij personeel. Berenschot is ingehuurd als intermediair om alles in goede banen te leiden. Ten aanzien van de vraag van mevrouw Berning over de 3% kostenreductie is een brief verschenen van de hand van mevrouw Van Veen. Deze moet in het bezit zijn van mevrouw Berning. Ten aanzien van de notitie van de heer Karst stelt de dijkgraaf voor dat het college zich hierop beraadt en terugkomt. In antwoord op de vraag van de heer Schurg merkt de dijkgraaf op dat er is c.q. wordt gewerkt aan factsheets van projecten. Deze liggen ter inzage op het waterschapskantoor. Mevrouw Van Veen merkt naar aanleiding van de vraag van mevrouw Vos op dat, indien er geen substantiële kosten zijn, een dergelijk voorstel, zoals het inkopen van groene energie, niet aan de Verenigde Vergadering wordt voorgelegd. Een en ander past namelijk in de duurzaamheidsverklaring van de Verenigde Vergadering. Mevrouw Van Veen meldt dat, naast de reeds verschenen brief, op de kostenreductie van 3%, waar mevrouw Berning op doelt, in de uitgebreide commissievergadering van 4 oktober wordt teruggekomen. De heer Mouwen antwoordt op de vraag van de heer Van Gelder over de persleidingen. In het programma, dat in het bezit is van de Verenigde Vergadering, zijn prioriteiten opgenomen. Ook de inspecties staan op het programma. Calamiteiten zijn echter nooit te voorzien. De heer Kome merkt naar aanleiding van de vraag van de heer Huber op dat verkeersveiligheid altijd voorop staat, maar dat het waterschap zich ook moet houden aan wetgeving, bijvoorbeeld de Flora- en Faunawet. Na 15 juni mag dus pas gemaaid worden. Uiteraard wordt daar waar de verkeersveiligheid in het gedrang komt, naar een aanvaardbare oplossing gezocht. Ten aanzien van de stand van zaken in het plan Meeuwenoord merkt de heer Kome op dat de gemeente het standpunt ten aanzien van het tracé van het waterschap heeft overgenomen. De heer Kome is bereid om na de vergadering het gekozen tracé toe te lichten.
PAGINA
13 van 13
Verenigde Vergadering 21 september 2006
De heer Klepper geeft aan dat de onderzoeken naar de Maeslantkering nog niet gereed zijn. Naar verwachting zijn deze in november beschikbaar. Tot die tijd kan de heer Klepper geen uitspraken doen. Gokten aanzien van de Haringvlietsluizen heeft de heer Klepper nog niets vernomen. De heer Schelling geeft aan dat de werkzaamheden van fase l van het project Stypse Wetering zijn afgerond. Fase 2 is opgestart. De contacten met de gemeente Westvoorne verlopen prima. De werkzaamheden liggen alle op schema. Mevrouw Berning wenst nog een aantal vragen te stellen. De dijkgraaf stelt voor, als het gaat om informatie, om hierover na de vergadering informeel te spreken.
21.
Sluiting
De dijkgraaf attendeert de Verenigde Vergadering op de uitgebreide commissievergadering van 4 oktober a.s. over het proces om te komen tot het financiële beleid in zijn totaliteit. De dijkgraaf nodigt alle leden van de Verenigde Vergadering van harte uit om hierbij aanwezig te zijn. Niets meer aan de orde zijnde sluit de dilkqraaf onder dankzegging voor de inbreng om 18.00 uur de vergadering.
V.V. W.S.H.D. 21 September a.s.
Geachte vergadering,
In een eerder stadium heb ik ons Waterschap verzocht mee te werken (zo niet zijn invloed aan te wenden) aan een realistische oplossing m.b.t. de bereikbaarheid van het strand van Oostvoorne t.b.v. badgasten . Deze en in het bijzonder minder validen dienen in de huidige situatie (te voet) een onaanvaardbare afstand af te leggen waardoor het "dagrecreatief "strandbezoek dramatisch is afgenomen. Het verplaatsen van de huidige parkeerplaats zou perspectief kunnen bieden.
Eveneens is door mij een verzoek ingediend om de Brielse Gatdam toegankelijk te maken voor voertuigen (éénrichtingsverkeer naar de Noordzijde) om de bezoekers van Voome /Putten en niet te vergeten de bevolking een aanvaardbaar alternatief te bieden om zo het industriegebied te mijden Het voorstel werd evenwel d.d. 13 Juni 2005 afgewezen als zijnde niet wenselijk voor de Flora en Fauna. Wie schetst mijn verbazing dat (weliswaar tijdelijk) tijdens ingrijpende werkzaamheden aan het Groene strand wél vrachtautoverkeer op de Brielse Gatdam wordt toegestaan en dit dan kennelijk niet bedreigend is voor de Flora en Fauna. Gezien het grote belang en de evenwichtigheid voor het gebied m.b.t. natuur en het dagrecreatiefmedegebruik, verzoeken wij u) conform de doelstellingen van de door ons waterschap mede ondertekende overeenkomst Gebiedsgerichte aanpak Voorne /Putten /Rozenburg d.d. 5 November 2001 hieraan alsnog uitvoering te geven met een extra impuls voor de Recreatie.
Lid Bedrijfsgebouwd G.H.Karst.
jr>. c,.t^{
MOTIE
^
Aan de Verenigde Vergadering van het waterschap Hollandse Delta ~ In vergadering bijeen op 21 september 2006 te Dordrecht
B0601509
Agendapunt 8
Ingediend door G van Dueren den Hollander De Verenigde Vergadering van waterschap Hollandse Delta, in vergadering bijeen, Overwegende dat: • De uitvoering van de Kaderrichtlijn Water voor waterschap Hollandse Delta kan leiden tot een substantiële lastenverhoging van de ingelanden, die blijkt uit de globale analyse, zoals deze is weergegeven in de Zomernota's Rijn-West en Maas. • In de komende detailanalyse van fase 3, zoals deze is beschreven in het "Projectplan Gedetailleerde Uitwerking Wateropgave KRW" slechts aan het einde van het project een bestuurlijke besluitvorming is voorzien. Verzoekt het college van dijkgraaf en heemraden: • De Verenigde Vergadering in komende reguliere Vergadering voor te leggen hoe de indeling in waterlichamen tot stand is gekomen; • Het ambitieniveau mede vast te laten stellen bij de uitwerking van de KRW (keuze voor welke beleidsvariant) door de Verenigde Vergadering • De Verenigde Vergadering te betrekken bij besluitvorming over het beleid aangaande de Kaderrichtlijn Water en er dienaangaande meer beslismomenten moeten worden ingebouwd voor de Verenigde Vergadering in de komende fase 3 Verzoekt het college van dijkgraaf en heemraden; •
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Vaste Kamer commissie van Verkeer en Waterstaat te informeren dat de W haar grote zorg uitspreekt over de mogelijk grote lastenverhoging voor de burger en voorts van mening is dat deze maatschappelijke lastenverhoging voor de realisatie van de doelstellingen van de KRW aanvaardbaar en betaalbaar moeten zijn.
En gaat over tot de orde van de dag Ondertekening indiener
!
Ondertekening ter ondersteuning(3x)
DATUM VERGADERING
30 november 2006
BIJLAGE(N)
AGENDAPUNTNUMMER
5
REGISTRATIENUMMER VOORSTEL D&H DATUM BEHANDELING IN D&H
AAN DE VERENIGDE VERGADERING
waterschap
INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN
Hollandse Delta
Hierbij doen wij u mededeling van de navolgende ingekomen stukken en mededelingen:
Ingekomen stukken: geen
Mededelingen: Op de geplande informele W bijeenkomst van l februari 2007 wordt een situationeel KRW simulatie/proces georganiseerd.
Voorstel Wij verzoeken u de genoemde mededeling voor kennisgeving aan te nemen.
Dijkgraaf en heemraden, secretaris,
dijkgraaf,
ing. J.M.dSeluk
Ter inzage: e en f Bijlagen : a t/m d