Provincie Noord Brabant
MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek Bijlagenrapport F: Habitattoets, Soortenbeschermingstoets en Provinciale gebieden toets
December 2005 Versie 11
Provincie Noord Brabant
MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek Bijlagenrapport F: Habitattoets, Soortenbeschermingstoets en Provinciale gebieden toets
dossier X3295-01.000 registratienummer MD-WR20060100 versie 11
D e c e m b e r 2005 V e r s i e 11 © DHV Ruimte en Mobiliteit BV Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV Ruimte en Mobiliteit BV, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV Ruimte en Mobiliteit BV is gecertificeerd volgens NEN-EN-ISO 9001.
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
INHOUD
BLAD
1
INLEIDING
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.4 2.5
HABITATTOETS Toetsing aan Vogelrichtlijn & Habitatrichtlijn Gebieden met beschermde soorten en habitats Vogelrichtlijnsoorten Habitatrichtlijnsoorten Gevolgen voor de soorten van de Vogelrichtlijngebieden Verstoring door geluid van soorten in Vogelrichtlijngebieden Verstoring door licht van soorten in Vogelrichtlijngebieden Cumulatieve werking Conclusie Aanbeveling
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4
SOORTENBESCHERMINGSTOETS 33 Toetsing aan de Flora- en faunawet (soorten) 33 De Flora- en faunawet 33 Verstoring en vernietiging per soortgroep 34 Effecten van uitvoering van het plan op volgens flora en faunawet beschermde soorten Conclusie 36
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2
PROVINCIALE GEBIEDEN Toetsing aan provinciaal beleid (gebieden) Het provinciaal beleid Effecten Groene Hoofdstructuur Conclusies Compenseren
38 38 38 40 40 40
5
COLOFON
43
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
5 6 6 7 11 14 15 15 30 30 30 32
December 2005, versie 11
-3-
35
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
1
INLEIDING In het onderstaande worden zowel het Park Model (PM), het Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) als het Compacte Model (CM) met de nu beschikbare gegevens van voorkomende soorten getoetst aan de Natuurbeschermingswet en Vogel- en Habitatrichtlijn (habitattoets), aan de Flora- en Faunawet (soortenbeschermingstoets) en aan het provinciaal natuurbeleid. Het gaat hierbij om een onderbouwing voor een eventuele vergunningaanvraag. In oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 in werking getreden. Dit betekent dat de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in nationale wetgeving verankerd. Het wettelijke kader voor de aanwijzing en bescherming van Natura 2000gebieden is de (gewijzigde) Natuurbeschermingswet 1998. Om schade aan de natuurwaarden waarvoor Natura 2000-gebieden zijn aangewezen, te voorkomen, bepaalt deze wet dat projecten en andere handelingen die de kwaliteit van de habitats kunnen verslechteren of die een verstorend effect kunnen hebben op de soorten, niet mogen plaatsvinden zonder vergunning (artikel 19d, eerste lid). Ook plannen moeten getoetst worden op hun gevolgen voor de Natura 2000-gebieden (artikel 19j). Dit rapport is gebaseerd op het Park Model, aangezien bij dit alternatief de meeste effecten op de natuur op zullen treden. Er wordt dus uit gegaan van een worst-case. In beeld wordt gebracht of er aantasting is te verwachten en zo ja, hoe groot deze is. Dit geeft dus indirect ook een indicatie van de compensatieopgave. Met deze informatie kunnen de alternatieven verder geoptimaliseerd worden, zodat effecten beperkt kunnen worden. Bij het uiteindelijke voorkeursmodel zal opnieuw in beeld gebracht moeten worden of en zo ja hoe groot de aantasting is.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
-5-
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
2
HABITATTOETS 2.1
Toetsing aan Vogelrichtlijn & Habitatrichtlijn Moerdijkse Hoek grenst aan de Vogelrichtlijngebieden en Habitatrichtlijngebieden Hollands diep en Biesbosch (zie figuur 12.1). Het bedrijventerrein heeft mogelijk effecten op de habitats en soorten van het Vogelrichtlijngebied en Habitatrichtlijngebied. Daarom wordt een zogenaamde habitattoets uitgevoerd (art. 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn). In de habitattoets staat de vraag centraal ‘is er een kans op een significant negatief effect?’. Daartoe verkennen we op basis van beschikbare gegevens en informatie over de ingreep de mogelijke effecten op de natuurwaarden van de Natura 2000 gebieden**. Voor de Natura 2000 gebieden geldt de volgende beschermingsformule: Lidstaten van de EU zijn verplicht passende maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in de speciale beschermingszones niet verslechtert en er geen storende factoren optreden voor de soorten waarvoor de zones zijn aangewezen. Voor elk plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor beheer van het gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor zo’n gebied, geldt dat: • een passende beoordeling moet worden gemaakt, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstelling van het gebied; • slechts toestemming verleend kan worden nadat zekerheid is verkregen dat de natuurlijke kenmerken waarvoor het gebied is aangewezen niet worden aangetast; • bij een negatieve beoordeling alternatieve oplossingen worden gezocht. Bij een negatieve beoordeling en een gebrek aan alternatieve oplossing kan er alleen tot uitvoering worden overgegaan indien er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang (inclusief sociale of economische redenen) en als alle nodige compenserende maatregelen genomen worden om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft. Uit de aanwijzing vloeit de verplichting voort om passende maatregelen te nemen om de kwaliteit van het leefgebied van beschermde vogels, soorten en habitats niet te laten verslechteren. Nieuwe activiteiten in en rond het gebied dienen op eventuele effecten getoetst te worden. De aanleg een bedrijventerrein en de mogelijk daaruit voortkomende geluidsverstoring vinden deels plaats in het Vogel- en Habitatrichtlijngebied, daarom is het noodzakelijk om vooraf te beoordelen of het project Moerdijkse Hoek de instandhoudingsdoelstellingen van deze beschermde gebieden in gevaar brengt. Ingevolge de Natuurbeschermingswet dient deze beoordeling te worden overlegd bij een vergunningaanvraag in het kader van deze wet.
**
Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. December 2005, versie 11
-6-
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
2.1.1
Gebieden met beschermde soorten en habitats Als gevolg van de voorgenomen activiteit zijn er een aantal gebieden die mogelijk significante effecten door de voorgenomen activiteit ondervinden. Het gaat hierbij om de gebieden (zie figuur 1): • Habitatrichtlijngebied: aan noordoever Hollands Diep, tegenover industrieterrein Moerdijk (357 ha) • Vogelrichtlijngebied Hollands Diep (4065 ha) • Habitatrichtlijngebied Biesbosch: zuidgrens is zuidoever Hollands Diep en Amer ten oosten van de spoorbrug (oppervlakte 9678 ha) • Vogelrichtlijngebied Biesbosch (zuidgrens is zuidoever Hollands Diep tussen Lage Zwaluwe en de spoorbrug) (oppervlakte 8662 ha)
Wieldrecht Wieldrecht Wieldrecht Wieldrecht sss- Gravendeel Gravendeel Gravendeel s-
Wieldrecht Wieldrecht Wieldrecht Wieldrecht sss- Gravendeel Gravendeel Gravendeel s-
Strijen Strijen Strijen Strijen
Strijen Strijen Strijen Strijen
Klundert Klundert Klundert Klundert
Klundert Klundert Klundert Klundert Zevenbergen Zevenbergen Zevenbergen Zevenbergen
Zevenbergen Zevenbergen Zevenbergen Zevenbergen
Terheijden Terheijden Terheijden Terheijden
Prinsenbeek Prinsenbeek Prinsenbeek Prinsenbeek Oudenbosch Oudenbosch Oudenbosch Oudenbosch ©© Topografische Topografische Dienst, Dienst, Emmen Emmen
Terheijden Terheijden Terheijden Terheijden
Prinsenbeek Prinsenbeek Prinsenbeek Prinsenbeek Oudenbosch Oudenbosch Oudenbosch Oudenbosch ©© Topografische Topografische Dienst, Dienst, Emmen Emmen
Figuur 1 Vogelrichtlijngebieden resp. Habitatrichtlijngebieden.
Om te kunnen beoordelen of de activiteit leidt tot mogelijk significante effecten, zal duidelijk moeten zijn voor welke soorten en habitats het Vogelrichtlijngebied en Habitatrichtlijngebied (Hollands Diep en Biesbosch) zijn aangewezen. In de onderstaande kaders zijn de kwalificerende soorten en habitats aangegeven.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
-7-
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Habitatrichtlijngebied: aan noordoever Hollands Diep, tegenover industrieterrein Moerdijk (357 ha) Belangrijkste gebied voor: Habitattype: • 91E0 *Alluviale bossen met Zwarte els (Alnus glutinosa) en Es (Fraxinus excelsior) (AlnoPadion, Alnion incanae, Salicion albae) Verder aangemeld voor: Soort: • 1340 *Noordse woelmuis Vogelrichtlijngebied Hollands Diep (4065 ha): Aanwijzingsoorten: • Grauwe gans • Lepelaar • Kolgans • Brandgans • Smient • Wilde eend • Kuifeend Het zijn vooral de oeverlanden en de ondiepwaterzones die fungeren als rustplaats, slaapplaats en voedselgebied voor de aangegeven soorten. Het gebied is ook aangewezen als watergebied van internationale betekenis onder de Wetlandsconventie vanwege het voorkomen van belangrijke aantallen watervogels.
Habitatrichtlijngebied Biesbosch: zuidgrens is zuidoever Hollands Diep en Amer ten oosten van de spoorbrug (oppervlakte 9678 ha) Belangrijkste gebied voor: Habitattype: • 3260 Submontane en laaglandrivieren met vegetaties behorend tot de Verbonden van Vlottende waterranonkel en/of Sterrekroos-Waterranonkel (Ranunculion fluitantis en • Callitricho-Batrachion) • 3270 Rivieren met slikoevers behorend tot de Rivierganzenvoetassociatie en/of het Moerasandijvie-verbond (Chenopodietum rubri p.p. en Bedention p.p.) • 6120 *Kalkminnend grasland op dorre zandbodem • 6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland en van montane en alpiene zones • 6510 Laaggelegen schraal hooiland met Grote vossenstaart en/of Grote pimpernel (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis) • 91E0 *Alluviale bossen met Zwarte els (Alnus glutinosa) en Es (Fraxinus excelsior) (AlnoPadion, Alnion incanae, Salicion albae) Soort: • 1145 Grote modderkruiper • 1337 Bever • 1340 *Noordse woelmuis • 1387 Tonghaarmuts
December 2005, versie 11
-8-
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Verder aangemeld voor: Soort: • 1095 Zeeprik • 1099 Rivierprik • 1102 Elft • 1103 Fint • 1106 Zalm • 1134 Bittervoorn • 1149 Kleine modderkruiper • 1163 Rivierdonderpad * Habitattypen en soorten die in de bijlagen van de Habitatrichtlijn als prioritair zijn aangemerkt Vogelrichtlijngebied Biesbosch (zuidgrens is zuidoever Hollands Diep tussen Lage Zwaluwe en de spoorbrug) (oppervlakte 8662 ha) Aanwijzingsoorten: • Bruine kiekendief (broedend) • Ijsvogel (broedend) • Blauwborst (broedend) • Lepelaar • Kleine zwaan • Kolgans • Grauwe gans • Brandgans • Smient • Krakeend • Fuut • Aalscholver (broedend) • Aalscholver • Wintertaling • Pijlstaart • Slobeend • Tafeleend • Kuifeend • Nonnetje • Grote Zaagbek • Visarend • Porseleinhoen (broedend) • Meerkoet • Grutto • Snor (broedend) Het gebied is ook aangewezen als watergebied van internationale betekenis onder de Wetlandsconventie vanwege het voorkomen van belangrijke aantallen watervogels. Biesbosch en Hollands Diep zijn voorts opgenomen op de lijst van watergebieden van internationale betekenis als bedoeld in de overeenkomst van Ramsar (1971), de zogenoemde Wetlandsconventie. Uit opname op deze lijst komen geen directe rechtsgevolgen voort. Uit de verdragsverplichtingen van Ramsar is aanwijzing als Vogelrichtlijngebied met daaraan verbonden rechtsgevolgen voortgekomen.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
-9-
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Voor alle aanwijzingsoorten zijn zogenaamde instandhoudingsdoelen opgesteld. Hierbij is gekeken wat de huidige staat van instandhouding is en wat het Natura 200 doel op landelijk niveau is. In onderstaande tabel is de huidige staat van instandhouding en de Natura 2000 doelen op landelijk niveau weergegeven. Deze gegevens worden gebruikt voor de beoordeling van de significantie van een effect. Aanwijzing soort (nietbroedvogels)
Staat van instandhouding (oorzaak)
Natura 2000 doelen op landelijk niveau
Aalscholver
Gunstig
Behoud
Brandgans
Behoud
Fuut
Gunstig Matig ongunstig (populatie en leefgebied)
Grauwe Gans
Gunstig
Behoud
Grote Zaagbek
Zeer ongunstig (verspreiding, populatie, leefgebied en toekomst)
Behoud (populatie), herstel ( omvang leefgebied en kwaliteit leefgebied)
Grutto
Zeer ongunstig (populatie, leefgebied en toekomst)
Behoud (populatie), herstel ( omvang leefgebied en kwaliteit leefgebied)
Kleine Zwaan
Matig ongunstig (populatie, leefgebied en toekomst)
Behoud
Kolgans
Gunstig
Behoud
Krakeend
Gunstig
Behoud
Kuifeend
Matig ongunstig (toekomst)
Behoud
Lepelaar
Gunstig
Behoud
Meerkoet
Matig ongunstig (populatie)
Behoud
Nonnetje
Matig ongunstig (leefgebied en toekomst)
Behoud (populatie), herstel ( omvang leefgebied en kwaliteit leefgebied)
Pijlstaart
Matig ongunstig (toekomst)
Behoud
Slobeend
Gunstig
Behoud
Smient
Gunstig
Behoud
Tafeleend Visarend
Zeer ongunstig (populatie en toekomst) Gunstig
Behoud
Wilde Eend
Gunstig
Behoud
Wintertaling
Matig ongunstig (toekomst)
Behoud
Behoud (populatie), herstel ( omvang leefgebied en kwaliteit leefgebied)
Herstel
Tabel 1 Staat van instandhouding en Natura 2000 doel op landelijk niveau van de aanwijzingsoorten (niet-broedvogels) van de Natura 2000 gebieden Hollands Diep en Biesbosch. Aanwijzing soort (broedvogels)
Staat van instandhouding (oorzaak)
Natura 2000 doelen op landelijk niveau
Aalscholver
Gunstig
Behoud
Bruine kiekendief
Gunstig
Behoud
Blauwborst
Gunstig
Behoud
December 2005, versie 11
- 10 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
IJsvogel
Gunstig
Porseleinhoen
Zeer ongunstig (populatie, leefgebied en toekomst)
Behoud Herstel
Snor
Zeer ongunstig (verspreiding, populatie, leefgebied en toekomst)
Herstel
Tabel 2 Staat van instandhouding en Natura 2000 doel op landelijk niveau van de aanwijzingsoorten (broedvogels) van de Natura 2000 gebieden Hollands Diep en Biesbosch.
Om na te gaan of deze soorten en habitats door Moerdijkse Hoek beïnvloed kunnen worden is de ruimtelijke verspreiding van de aanwijzingsoorten en habitats onderzocht. 2.1.2
Vogelrichtlijnsoorten Bij SOVON en de databank van de Biogeografisch Register Dordrecht (vogelwerkgroep Biesbosch) zijn verspreidingsgegevens van vogels van de SBZ opgevraagd. In de tabellen 1 en 2 is aangegeven welke kwalificerende en begrenzingsoorten van de Natura 2000 gebieden Hollands Diep en Biesbosch in het onderzoeksgebied van Moerdijkse Hoek voorkomen (zie figuur 2 voor onderzoeksgebied, bestaande uit het Hollands diep en de Biesbosch). Het onderzoeksgebied bestaat uit een ruimer gebied dan het plangebied omvat de effecten verder dan het plangebied zullen doorwerken. Het is namelijk één ecologisch systeem.
Figuur 2 Onderzoeksgebied (alle rode gebieden).
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 11 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Uit de tabellen blijkt dat alle aanwijzingsoorten (= kwalificerende + andere soorten waarvoor het Natura 2000 gebied is begrensd) in het onderzoeksgebied en de Natura 2000 gebieden voorkomen. Aanwijzingsoorten Diep
VRL
Hollands
Voorkomen van soort in het onderzoeksgebied
Voorkomen van soort in Natura 2000 gebied
Grauwe gans
Ja
Ja
Lepelaar
Ja
Ja
Kolgans
Ja
Ja
Brandgans
Ja
Ja
Smient
Ja
Ja
Wilde eend
Ja
Ja
Kuifeend
Ja
Ja
Tabel 3 Aanwijzingsoorten van de VRL Hollands Diep in het onderzoeksgebied van Moerdijkse Hoek. Aanwijzingsoorten VRL Biesbosch
Voorkomen van soort in het onderzoeksgebied
Voorkomen van soort in Natura 200 gebied
Bruine kiekendief (broedend)
Ja
Ja
IJsvogel (broedend)
Ja
Ja
Blauwborst (broedend)
Ja
Ja
Lepelaar
Ja
Ja
Kleine zwaan
Ja
Ja
Kolgans
Ja
Ja
Grauwe gans
Ja
Ja
Brandgans
Ja
Ja
Smient
Ja
Ja
Krakeend
Ja
Ja
Fuut Aalscholver (broedend) Aalscholver Wintertaling Pijlstaart Slobeend Tafeleend Kuifeend Nonnetje Grote Zaagbek Visarend Porseleinhoen (broedend)
December 2005, versie 11
- 12 -
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Meerkoet Grutto Snor (broedend)
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Tabel 4 Aanwijzingsoorten van VRL Biesbosch in het onderzoeksgebied van Moerdijkse Hoek.
Inventarisatie (kern)populaties van de aanwijzingsoorten binnen geluidscontouren van Moerdijkse Hoek Als eerste is gekeken of de waargenomen aantallen van iedere soort van alle telgebieden binnen het onderzoeksgebied (zie 2 bestaande uit het Hollands Diep en de Biesbosch) bij elkaar opgeteld de 1% norm overschrijden. Daarna is gekeken of één telgebied afzonderlijk de 1% norm1 overschrijdt of bijna overschrijdt. Populaties van soorten die aan deze criteria voldoen worden kernpopulaties genoemd. Tevens is gekeken of er telgebieden binnen het onderzoeksgebied ‘belangrijk’ zijn voor de soort, maar niet de 1% norm overschrijden. Dit worden populaties genoemd. Populaties zijn aantallen van een soort, binnen één telgebied, die tenminste 5 % van het totale voorkomen van de soort binnen het onderzoeksgebied is. Als blijkt dat de grootste waargenomen aantallen van een soort niet voldoen aan de definities van kernpopulatie en populatie, wordt deze soort meegenomen als 'overigvoorkomen'. Individuele soorten zijn niet meegenomen, de bescherming van individuele soorten valt namelijk onder de flora- en faunawet. Je hebt dus kernpopulaties, populaties en overige populaties. • Kernpopulatie = wanneer de aantallen van een soort binnen één telgebied afzonderlijk de 1% norm overschrijden of bijna overschrijden.. • Populatie = populaties zijn aantallen van een soort, binnen één telgebied, die tenminste 5 % van het totale voorkomen van de soort binnen het onderzoeksgebied is. Overige voorkomen = Als blijkt dat de grootste waargenomen aantallen van een • soort niet voldoen aan de definities van kernpopulatie en populatie, wordt deze soort meegenomen als 'overig voorkomen'. Aan de hand daarvan is gekeken in welke telgebieden (kern)populaties liggen en daarom extra belangrijk zijn voor de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000 gebieden. Vervolgens is gekeken of deze (kern)populaties binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek vallen. En of ze momenteel ook al binnen geluidscontouren vallen van industrieterrein Moerdijk of de Moerdijkbruggen. Deze telgebieden zijn in bijlage 1 opgenomen. Er is nu nog “niet verstoord” gebied. Dat ligt globaal ten oosten van de Moerdijkbruggen (alleen over het water). Dit gebied is nu niet echt ‘stil’ er is hierlangs intensieve scheepvaart. Voor geluid van scheepvaartverkeer geldt geen zonering op grond van de Wet geluidshinder. Daarom zijn daarvan geen gegevens beschikbaar. Als laatste is gekeken of de soorten ook gevoelig zijn voor geluid (bron: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000).
1
1% staat voor 1% van de biogeografische populatie (internationaal). Als er in een gebied meer dan 1% van de biogeografische populatie voorkomt en het gebied behoort tot 1 van de 5 belangrijkste gebieden voor een soort in Nederland, dan wordt het gebied als Speciale beschermingszone aangewezen.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 13 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
De tabel is gebaseerd op gegevens van SOVON. Gegevens van de Vogelwerkgroep zijn niet in de tabel weergegeven, omdat ze op een andere manier verzameld zijn. Namelijk per kilometerhok en niet per telgebied. Telgebieden beslaan meerdere km-hokken en/of delen van km-hokken. In bijlage 1 is het totaal aangetroffen aanwijzingsoorten in het onderzoeksgebied weergegeven. Daarbij zijn tevens de kernpopulaties en populaties gemarkeerd. Analyse Uit gegevens van SOVON blijkt dat een groot aantal van de aanwezen overwinterende soorten binnen de geluidscontouren (45 dB(A) en hoger) van het Park Model van Moerdijkse Hoek voorkomen. Ook binnen huidige geluidscontouren van het bestaande industrieterrein Moerdijk en Moerdijkbruggen komen tevens veel aanwijzingsoorten voor. Echter komen er niet van alle aanwijzingsoorten (kern)populaties voor binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek. In tabel 12.4 is weergegeven of er (kern)populaties binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek vallen. Ook is weergegeven of deze binnen de huidige geluidscontouren van industrieterrein Moerdijk en het verkeer vallen of dat ze in nu nog ‘stil’ gebied vallen. Voor deze soorten wordt gekeken of er significante effecten kunnen optreden door de aanleg van Moerdijkse hoek. Aangewezen broedvogels Aangewezen broedvogels komen binnen de SBZ voor, behalve de Snor, maar de soorten, Aalscholver, Blauwborst, Bruine kiekendief en Ijsvogel komen niet binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek voor. Omdat Moerdijkse Hoek geen andere effecten zou kunnen hebben op deze soorten dan verstoring van geluid zijn er dus geen significante effecten op de kwalificerende broedvogels. Aangewezen niet-broedvogels Uit de gegevens van SOVON blijkt dat de Visarend niet in het onderzoeksgebied voorkomt. Er zijn dus geen populaties en geen kernpopulaties binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek. Dit betekent dat de voorgenomen activiteiten niet tot effecten leidt voor deze soort, is er ook geen sprake van significante effecten voor deze soort. Deze soort is dan ook niet verder in de effectbeschrijving meegenomen. Voor de overige aanwijzingssoorten is nog niet uit te sluiten of er wel of geen effect, dan wel significant effect op de soort op zal treden. Dit wordt in 2.2 verder uitgewerkt.
2.1.3
Habitatrichtlijnsoorten De soorten waarvoor de habitatrichtlijngebieden Hollands Diep en Biesbosch zijn aangewezen staan vermeld in de kaders op de vorige pagina’s. Het gaat vooral om vissen maar ook de Noordse woelmuis, Bever en Tonghaarmuts. Al deze soorten zijn of op het land of in de ondiepe wateren van de Biesbosch te vinden. Verstoring door geluid is niet relevant voor vissen (zoals Grote modderkruiper) en planten (Tonghaarmuts). De Noordse woelmuis en de Bever komen niet voor in de gedeelten van de richtlijngebieden die onder de geluidcontour vallen van Moerdijkse hoek. De geluidcontour ligt namelijk over het (diepe) water van het Hollands Diep en niet December 2005, versie 11
- 14 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
over het landgedeelte. Er zijn daarom geen verstoringseffecten op deze kwalificerende soorten te verwachten. Verstoring door licht vanuit Moerdijkse hoek is ook niet te verwachten omdat de afstand te groot is tot de richtlijngebieden.
2.2
Gevolgen voor de soorten van de Vogelrichtlijngebieden Er is geen direct verlies van speciale beschermingszones omdat het plangebied volledig buiten de speciale beschermingszones valt. Wel kunnen activiteiten in het plangebied leiden tot licht en geluidhinder (externe werking). Zie fact sheets 5.1 en 5.2 van gedetailleerde beoordeling in bijlage XIII. Geluidhinder en lichthinder zijn in deze toets meegenomen. De huidige geluidscontouren zijn weergegeven in bijlage II figuren 1.9 t/m 11. De geluidscontouren van Moerdijkse Hoek zijn weergegeven in bijlage XIII, fact sheet 6.1. Overige effecten als direct ruimteverlies, verdroging, versnippering, etcetera (zie bijlage XIII fact sheets 5.1 en 5.1) van het PM en MMA zullen met zekerheid niet tot gevolgen voor de instandhoudingsdoelen leiden. Hieronder komen de volgende punten aan de orde: 1 verstoring door geluid 2 verstoring door licht Allereerst worden deze potentiële effecten op soorten binnen de Vogelrichtlijngebieden besproken, vervolgens voor soorten binnen de Habitatrichtlijngebieden.
2.2.1
Verstoring door geluid van soorten in Vogelrichtlijngebieden Gevoeligheid van vogelsoorten Bijlage 2 geeft een overzicht van gevoeligheid van kwalificerende en begrenzingsoorten voor diverse vormen van beïnvloeding. In de context van de voorgenomen activiteit zijn de volgende vormen van beïnvloeding uit deze tabel relevant: • beïnvloeding door geluid: hiervoor zijn de Lepelaar, Grutto, Blauwborst, Bruine Kiekendief en Snor gevoelig, voor de overige soorten waarvoor de Biesbosch en Hollands Diep is begrensd wordt deze gevoeligheid niet geconstateerd; • beïnvloeding door licht: voor geen van de betrokken soorten wordt deze gevoeligheid geconstateerd (zie verstoringstabel); Dit wordt gestaafd in door Alterra opgestelde tabellen met verstoringsgevoeligheid De verstoringsgevoeligheid is (http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000). onderverdeeld in storende factoren en daarbij horende klassen bestaande uit niet gevoelig, gevoelig of zeer gevoelig. De genoemde soorten uit tabel 5 zijn bijna allemaal niet gevoelig voor verstoring door geluid. Behalve de Lepelaar en de Grutto. In de beoordeling is uitgegaan van een grens van 45dB(A) waarvoor de soorten niet gevoelig zijn voor geluid, behalve de Lepelaar en de Grutto. Wanneer de soorten binnen de 45 dB(A) contouren voorkomen is er wellicht wel sprake van verstoring door geluid.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 15 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Soort
Gevoelig voor geluid
Aalscholver
Nee
Brandgans
Nee
Fuut
Nee
Grauwe Gans
Nee
Grote Zaagbek
Nee
Grutto
Ja, gevoelig
Kleine Zwaan
Nee
Kolgans
Nee
Krakeend
Nee
Kuifeend
Nee
Lepelaar
Ja, gevoelig
Meerkoet
Nee
Nonnetje
Nee
Pijlstaart
Nee
Slobeend
Nee
Smient
Nee
Tafeleend
Nee
Visarend
Nee
Wilde Eend
Nee
Wintertaling
Nee
Tabel 5 Geluidverstoringsgevoeligheid vogels
Werkwijze De mogelijk effecten zijn onderzocht voor zowel de kwalificerende soorten als begrenzingssoorten Bij de beoordeling wegen kwalificerende soorten en begrenzingsoorten even zwaar. Om te beoordelen of de beoogde oprichting van Moerdijkse Hoek mogelijk significante gevolgen heeft, is per vogelsoort gekeken naar: • de plaats van voorkomen • de gevoeligheid voor de beoogde ingreep. Vervolgens zijn de voorgenomen activiteiten en de daaruit voortkomende veranderingen geconfronteerd met de bovengenoemde kenmerken. Daaruit komt naar voren het te verwachten effect voor de betreffende soort, en de mate waarin de betekenis van het Hollands diep en Biesbosch voor deze vogels verandert als gevolg van de voorgenomen activiteit. Vervolgens is bekeken of het geconstateerde effect significant is. Bij deze afweging zijn de volgende aspecten in beschouwing genomen: • Hoe groot is het geconstateerde functieverlies in relatie tot de functie van Hollands Diep en Biesbosch als geheel? • Wat is de populatieomvang van de soort? • Hoe ontwikkelt de populatie zich de laatste circa 20 jaar in Hollands Diep en Biesbosch in Nederland? • Wat is de staat van instandhouding van de soort? • Wat zijn de instandinsgdoelen van de soort? December 2005, versie 11
- 16 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Daarmee is een voor deze situatie praktische vertaling gegeven van de algemene principes aan de hand waarvan bepaald kan worden of een effect ‘significant’ is in het licht van de doelstelling van de vogel- en habitatrichtlijn. Deze algemene principes zijn gebaseerd op het principe van de gunstige staat van instandhouding van een soort (Europese Gemeenschappen, 2000). Voor de gunstige staat van instandhouding moet: • uit populatiedynamische gegevens blijken dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van het natuurlijke habitat waarin zij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn blijven; • het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner worden en binnen afzienbare tijd niet kleiner lijken te worden; • een voldoende groot habitat bestaan om de populaties van die soort op lange termijn in stand te houden. Met andere woorden: • elke gebeurtenis die bijdraagt tot de afname op lange termijn van de populatieomvang van de betrokken soort in het gebied, kan als een significante verstoring worden aangemerkt; • elke gebeurtenis die ertoe bijdraagt dat het verspreidingsgebied van de soort in het gebied kleiner wordt of dreigt te worden, kan als een significante verstoring worden beschouwd; • elke gebeurtenis die ertoe bijdraagt dat de omvang van de habitat van de soort in het gebied kleiner wordt, kan als een significante verstoring worden beschouwd.
De effectbeschrijving van het Park Model per soort staat in de volgende alinea. Vervolgens wordt nagegaan in hoeverre deze effecten zich verhouden tot mogelijke effecten van overige ontwikkelingen in het Hollands Diep en Biesbosch. Cumulatie van effecten kan in principe ertoe leiden dat niet significante effecten alsnog als significant beoordeeld moeten worden.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 17 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Tabel 6: Gehanteerde beslisregels over de ernst en omvang van effecten op aanwijzingsborden als gevolg van verstoring door geluid.
Cumulatie geluid en binnen 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek zie boven Significant negatief effect, tenzij: er meerdere kernpopulaties buiten de 45 dB(A) contouren binnen het Natura 2000 gebied voorkomen. het om een incidenteel voorkomen gaat
Binnen 45 dB(A) Buiten 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek
Populatie
Effect, maar niet significant, tenzij: de populatie belangrijk is voor het Natura 2000 gebied - soort gevoelig is voor geluid staat van instandhouding ongunstig is - Natura 2000 doel verhoging is
Effect, maar niet geen verstoring significant, tenzij: door geluid de populatie belangrijk is voor het Natura 2000 gebied - soort gevoelig is voor geluid staat van instandhouding ongunstig is - Natura 2000 doel verhoging is
Overige voorkomen
effect, maar significant
Kernpopulatie
Significant negatief geen verstoring effect, tenzij: door geluid er meerdere kernpopulaties buiten de 45 dB(A) contouren binnen het Natura 2000 gebied voorkomen. het om een incidenteel voorkomen gaat
maar niet effect significant
niet
geen verstoring door geluid
Effectbeschrijving per soort Er komen aanmerkelijke aantallen ((kern)populaties) soorten, Grauwe gans, Kolgans, Krakeend, Kuifeend, Lepelaar, Pijlstaart, Smient, Wilde eend en Wintertaling, binnen geluidscontouren van Moerdijkse Hoek voor. Een deel van de soorten (namelijk Grauwe gans, Kolgans, Lepelaar, Pijlstaart en Wilde eend) komen voor op plaatsen waar bestaande en nieuwe contouren (45dB(A)) cumuleren. Zij krijgen dus met een hogere
December 2005, versie 11
- 18 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
geluidsbelasting te maken dan nu. Hoe groot deze cumulatie is en wat de dosiseffectrelatie moeilijk vast te stellen, maar aangenomen kan worden dat er door cumulatie extra geluidsbelasting en daarmee geluidsverstoring op zal treden. Ook komt een deel van de soorten voor daar waar nu geen sprake is van > 45dB(A) geluidbelasting. De verdeling van het voorkomen van aanwijzingsoorten op basis van bovenstaand indeling (tabel 6) binnen/buiten bestaande en te verwachten nieuwe geluidscontouren is weergegeven in tabel 7. Tabel 7 : Verdeling van voorkomen van aanwijzingsoorten op basis van bovenstaande indeling binnen/ buiten bestaande en te verwachten nieuwe geluidcontouren.
PM
Kernpopulatie
Populatie
Overige voorkomen
binnen 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, bovendien binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is Grauwe Gans Kolgans (buiten VRL) Krakeend Aalscholver Brandgans (buiten VRL) Fuut Grauwe Gans Grote Zaagbek Grutto Krakeend Kuifeend Lepelaar Nonnetje (buiten VRL) Pijlstaart Slobeend Slobeend (buiten VRL) Smient Tafeleend Tafeleend (buiten VRL) Wilde eend Wilde eend (buiten VRL) Wintertaling n.v.t.
Binnen 45 dB(A) Buiten 45 dB(A)contour Moerdijkse contour Hoek, huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A) Krakeend
Grauwe Gans Krakeend
Aalscholver Fuut Grauwe Gans Grutto Kuifeend Meerkoet Smient Tafeleend Wilde eend Wintertaling
Aalscholver Brandgans Fuut Grauwe Gans Grote Zaagbek Kleine Zwaan Kolgans Krakeend Kuifeend Lepelaar Meerkoet Nonnetje Pijlstaart Slobeend Smient Tafeleend Wilde eend Wintertaling
n.v.t.
n.v.t.
* Op de kaarten in de bijlage staan zowel de huidige contouren van industrieterrein Moerdijk en het verkeer als de nieuwe situatie met Moerdijkse Hoek.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 19 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Hieronder wordt per soort weergegeven of deze soorten wel of niet (significante) effecten als gevolg van de aanleg van Moerdijkse Hoek zullen ondervinden.
Aalscholver Beschrijving effect De Aalscholver is niet gevoelig voor geluid. De Aalscholver heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Aalscholver komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, zowel binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A). Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Aalscholver zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Aalscholver binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A) voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn echter niet belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Aalscholver niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is gunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Geconcludeerd kan worden dat er wellicht een effect is, maar zeker geen significant negatief effect.
Brandgans Beschrijving effect De Brandgans is niet gevoelig voor geluid. De Brandgans heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Brandgans komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. De populatie die binnen de huidige geluidscontouren (45 dB(A)) voorkomen, komt buiten het Natura 2000 gebied voor. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Brandgans zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Brandgans binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn echter niet belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Tevens komt de populatie die binnen de huidige geluidscontouren (45 dB(A)) voorkomt buiten het Natura December 2005, versie 11
- 20 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
2000 gebied voor. Bovendien is de Brandgans niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is gunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Geconcludeerd kan worden dat er wellicht een effect is, maar zeker geen significant negatief effect.
Fuut Beschrijving effect De Fuut is niet gevoelig voor geluid. De Fuut heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Fuut komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, zowel binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A). Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Fuut zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Fuut binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour) van Moerdijkse Hoek, waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn echter niet belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Fuut niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is matig ongunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort zijn behoud van de populatie en herstel van de omvang van het leefgebied en de kwaliteit van het leefgebied. Het behoud van de populatie komt door de aanleg van Moerdijkse Hoek niet in het gedrang. De omvang van het leefgebied zal niet achter uitgaan, maar de kwaliteit van het leefgebied gaat rondom Moerdijkse Hoek achteruit. De Fuut is alleen in het gebied Biesbosch als aanwijzingsoort opgenomen. Aangezien er ca. 3,5% van het leefgebied van het totale Natura 2000 gebied de Biesbosch kwalitatief achteruit gaat, dit is relatief een kleine achteruitgang van het Natura 2000 gebied de Biesbsoch. Er kan aangenomen worden dat dit wel een effect is maar geen significant effect. Grauwe gans Beschrijving effect De Grauwe gans is niet gevoelig voor geluid. De Grauwe gans heeft zowel kernpopulaties als populaties in het onderzoeksgebied. Kernpopulaties komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Populaties van de Grauwe gans komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, zowel binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A). Aangezien er zowel kernpopulaties als populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten en wellicht significant negatieve effecten op de Grauwe gans zullen treden.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 21 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Beoordeling significantie Aangezien er kernpopulaties en populaties van de Grauwe gans binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A) voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De kernpopulatie die binnen de huidige geluidscontouren voorkomen, is echter een incedenteel voorkomen in 2001-2002. In 2003-2004 kwamen er slechts 3 Grauwe gansen binnen het telgebied voor. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn wellicht belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Grauwe gans niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is gunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Geconcludeerd kan worden dat er wellicht een effect is, maar zeker geen significant negatief effect.
Grote Zaagbek Beschrijving effect De Grote Zaagbek is niet gevoelig voor geluid. De Grote Zaagbek heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Grote Zaagbek komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Grote Zaagbek zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Grote Zaagbek binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour) van Moerdijkse Hoek, waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn echter niet belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Grote Zaagbek niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is zeer ongunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort zijn behoud van de populatie en herstel van de omvang van het leefgebied en de kwaliteit van het leefgebied. Het behoud van de populatie komt door de aanleg van Moerdijkse Hoek niet in het gedrang. De omvang van het leefgebied zal niet achter uitgaan, maar de kwaliteit van het leefgebied gaat rondom Moerdijkse Hoek achteruit. De Grote Zaagbek is alleen in het gebied Biesbosch als aanwijzingsoort opgenomen. Aangezien er geen populaties binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek in de Biesbosch voorkomen, worden er geen significante effecten verwacht op de Grote Zaagbek in het Natura 2000 gebied de Biesbosch. Wel zal er een effect zijn op de Grote Zaagbek in het Hollands Diep door cumulatie van geluid van de snelwegen, Moerdijk I en Moerdijkse Hoek. Doordat de Grote Zaagbek geen aanwijzingsoort van het Hollands Diep is kan er kan aangenomen worden dat dit wel een effect is maar geen significant effect.
December 2005, versie 11
- 22 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Grutto Beschrijving effect De Grutto is gevoelig voor geluid. De Grutto heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Grutto komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Grutto zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Grutto binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour) van Moerdijkse Hoek, waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Grutto niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is zeer ongunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort zijn behoud van de populatie en herstel van de omvang van het leefgebied en de kwaliteit van het leefgebied. Het behoud van de populatie komt door de aanleg van Moerdijkse Hoek niet in het gedrang. De omvang van het leefgebied zal niet achter uitgaan, maar de kwaliteit van het leefgebied gaat rondom Moerdijkse Hoek achteruit. De Grutto is alleen in het gebied Biesbosch als aanwijzingsoort opgenomen. Aangezien er geen populaties binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek in de Biesbosch voorkomen, worden er geen significante effecten verwacht op de Grutto in het Natura 2000 gebied de Biesbosch. Wel zal er een effect zijn op de Grutto in het Hollands Diep door cumulatie van geluid van de snelwegen, Moerdijk I en Moerdijkse Hoek. Doordat de Grutto geen aanwijzingsoort van het Hollands Diep is, kan aangenomen worden dat dit wel een effect is maar geen significant effect.
Kleine Zwaan Beschrijving effect De Kleine Zwaan is niet gevoelig voor geluid. De Kleine Zwaan heeft populaties in het onderzoeksgebied buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek. Beoordeling significantie Aangezien de aanwezige populatie buiten de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomt en de Kleine Zwaan niet gevoelig is voor geluid, kan aangenomen worden dat er geen effecten op de Kleine Zwaan zullen treden.
Kolgans De Kolgans is niet gevoelig voor geluid. De Kolgans heeft één kernpopulaties en één populatie in het onderzoeksgebied. De kernpopulaties komt binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Populatie Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 23 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
van de Kolgans komt alleen buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek voor. Aangezien de kernpopulatie latie binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten en wellicht significant negatieve effecten op de Kolgans zullen treden. Beoordeling significantie Er zullen zich geen effecten op de aanwezige populatie buiten de geluidscontouren (45dB(A)) voordoen, aangezien de soort niet gevoelig is voor geluid. Aangezien de kernpopulatie van de Kolgans binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomt zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De kernpopulatie die binnen de huidige geluidscontouren voorkomt, valt echter buiten het Natura 2000 gebied. De voorkomende kernpopulatie die effecten ondervindt is belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Kolgans niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is gunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Aangezien de kernpopulatie buiten het Natura 2000 gebied voorkomt, wordt geconcludeerd dat er wel een effect is, maar zeker geen significant negatief effect omdat de Natura 2000 doelen hier niet gelden.
Krakeend Beschrijving effect De Krakeend is niet gevoelig voor geluid. De Krakeend heeft zowel kernpopulaties als populaties in het onderzoeksgebied. Kernpopulaties komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, zowel binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A). Populaties van de Krakeend komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A). Aangezien er zowel kernpopulaties als populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten en wellicht significant negatieve effecten op de Krakeend zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er kernpopulaties en populaties van de Krakeend binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, zowel binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A) voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De kernpopulatie die binnen de huidige geluidscontouren voorkomen zijn belangrijk voor het Natura 2000 gebied. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn minder belangrijk voor het Natura 2000 gebied. De krakeend is niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is gunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Vanwege het voorkomen van
December 2005, versie 11
- 24 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
belangrijke kernpopulaties binnen het Natura 2000 gebied kan geconcludeerd worden dat er effecten zijn en wellicht significant negatieve effecten.
Kuifeend Beschrijving effect De Kuifeend is niet gevoelig voor geluid. De Kuifeend heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Kuifeend komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, zowel binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A). Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Kuifeend zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Kuifeend binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A) voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn wellicht belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Kuifeend niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is matig ongunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Geconcludeerd kan worden dat er wellicht een effect is, maar zeker geen significant negatief effect.
Lepelaar Beschrijving effect De Lepelaar is gevoelig voor geluid. De Lepelaar heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Lepelaar komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Lepelaar zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Lepelaar binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populatie die effecten ondervindt is belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Lepelaar gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is gunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Aangezien de Lepelaar gevoelig is voor geluid en de populatie die verstoord zal worden door de aanleg van Moerdijkse Hoek belangrijk is voor het Natura 2000 gebied is hier wellicht sprake van een significant negatief effect. Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 25 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Meerkoet Beschrijving effect De Meerkoet is niet gevoelig voor geluid. De Meerkoet heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Meerkoet komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, in het gebied waar het huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A) is. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Meerkoet zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Meerkoet binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar het huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A) voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn echter niet belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Meerkoet niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is matig ongunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Geconcludeerd kan worden dat er wellicht een effect is, maar zeker geen significant negatief effect.
Nonnetje Beschrijving effect Het Nonnetje is niet gevoelig voor geluid. Het Nonnetje heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van het Nonnetje komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op het Nonnetje zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van het Nonnetje binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour) van Moerdijkse Hoek, waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn echter niet belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is het Nonnetje niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is matig ongunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort zijn behoud van de populatie en herstel van de omvang van het leefgebied en de kwaliteit van het leefgebied. Het behoud van de populatie komt door de aanleg van Moerdijkse Hoek niet in het gedrang. De omvang van het leefgebied zal niet achter uitgaan, maar de kwaliteit van het leefgebied gaat rondom Moerdijkse Hoek achteruit. Het Nonnetje is alleen in het gebied Biesbosch als aanwijzingsoort opgenomen. Aangezien er geen populaties binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek in de Biesbosch voorkomen, December 2005, versie 11
- 26 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
worden er geen significante effecten verwacht op het Nonnetje in het Natura 2000 gebied de Biesbosch. Wel zal er een effect zijn op het Nonnetje in het Hollands Diep door cumulatie van geluid van de snelwegen, Moerdijk I en Moerdijkse Hoek. Doordat het Nonnetje geen aanwijzingsoort van het Hollands Diep is kan er kan aangenomen worden dat dit wel een effect is maar geen significant effect.
Pijlstaart Beschrijving effect De Pijlstaart is een aanwijzingssoort van het Vogelrichtlijngebied Biesbosch. Uit inventarisatiegegevens van SOVON blijkt dat het zwaartepunt van de verspreiding van de Pijlstaart buiten de geluidscontouren Moerdijkse Hoek ligt, tenminste in het Vogelrichtlijngebied Biesbosch. Tevens blijkt dat de Pijlstaart niet gevoelig is voor geluid. De Pijlstaart komt echter wel binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek in het Hollands Diep voor. Beoordeling significantie Aangezien de populaties van de Pijlstaart binnen Biesbosch ver buiten de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek vallen wordt er geen effect op de instandhouding van de Pijlstaart verwacht. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Wel zal er een effect zijn op de Pijlstaart binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek in het Hollands Diep. Dit effect zal echter niet significant negatief zijn, omdat het Hollands Diep geen Natura 2000 doelen heeft voor de Pijlstaart.
Slobeend Beschrijving effect De Slobeend is niet gevoelig voor geluid. De Slobeend heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Slobeend komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Slobeend zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Slobeend binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn echter niet belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Slobeend niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is gunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Geconcludeerd kan worden dat er wellicht een effect is, maar zeker geen significant negatief effect. Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 27 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Smient Beschrijving effect De Smient is niet gevoelig voor geluid. De Smient heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Smient komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, zowel binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A). Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Smient zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Smient binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, als huidig geluidniveau minder dan 45 dB(A) voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn wellicht belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Aalscholver niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is gunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Geconcludeerd kan worden dat er wellicht een effect is, maar zeker geen significant negatief effect.
Tafeleend Beschrijving effect De Tafeleend is niet gevoelig voor geluid. De Tafeleend heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Tafeleend komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Tafeleend zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Tafeleend binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn echter niet belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Tafeleend niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is zeer ongunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (herstel) worden met deze activiteit wellicht buiten bereik gebracht. Daardoor kan geconcludeerd kan worden dat er wellicht significant negatief effecten zullen optreden als gevolg van de aanleg van Moerdijkse Hoek.
December 2005, versie 11
- 28 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Wilde eend Beschrijving effect De Wilde Eend is niet gevoelig voor geluid. De Wilde Eend heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Wilde Eend komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Wilde Eend zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Wilde Eend binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn wellicht belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Wilde Eend niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is gunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Geconcludeerd kan worden dat er wellicht een effect is, maar zeker geen significant negatief effect.
Wintertaling Beschrijving effect De Wintertaling is niet gevoelig voor geluid. De Wintertaling heeft geen kernpopulaties in het onderzoeksgebied, maar wel populaties. Populaties van de Wintertaling komen zowel buiten de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek als binnen de 45 dB(A) contour Moerdijkse Hoek, binnen gebied waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is. Aangezien er populaties binnen de geluidscontouren (45dB(A)) van Moerdijkse Hoek voorkomen, kan aangenomen worden dat er effecten op de Wintertaling zullen treden. Beoordeling significantie Aangezien er populaties van de Wintertaling binnen de geluidscontouren (45dB(A) contour), waar geluidbelasting nu al boven 45 dB(A) is, voorkomen zal er zich een effect voordoen als gevolg van geluidsverstoring. De voorkomende populaties die effecten ondervinden zijn wellicht belangrijk voor het Natura 2000 gebied. Bovendien is de Wintertaling niet gevoelig voor geluid. De staat van instandhouding van deze soort is matig ongunstig. De landelijke instandhoudingsdoelen voor deze soort (handhaving) worden met deze activiteit niet buiten bereik gebracht. Geconcludeerd kan worden dat er wellicht een effect is, maar zeker geen significant negatief effect.
Conclusie Uit de effectbeschrijving van het Park Model (PM) blijkt dat er wellicht significante effecten op de soorten, Krakeend, Lepelaar en Tafeleend op zullen treden. Aangezien het voorkeurseffect significant negatieve effecten heeft op de Natura 2000 gebieden dient gekeken te worden naar alternatieven. In deze rapportage is uitgegaan van het Park Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 29 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Model, en dit alternatief is qua geluidbelasting het slechtst. Er is kort gekeken of er bij het Meest Milieu Vriendelijke alternatief (MMA) en het Compacte model (CM) ook significant negatieve effecten zullen optreden. Het MMA is qua geluidsverstoring iets positiever dan het PM, maar er zullen geen veranderingen in de conclusies qua significante soorten optreden. Het CM is qua geluidsverstoring veel positiever dan het PM en MMA op het Natura 2000 gebied de Biesbosch. Het CM heeft bijna dezelfde geluidsbelasting op het Natura 2000 gebied Hollands Diep dan het MMA. Bij het CM is gekeken of de kernpopulaties van de in het PM significant beoordeelde soorten Krakeend, Tafeleend en Lepelaar in het CM ook significant negatief zijn. Uit een analyse blijkt dat er geen significant negatieve effecten op de Krakeend en Tafeleend zullen zijn bij het compacte model. De reden hiervoor is dat er geen extra geluidsverstoring als gevolg van Moerdijkse Hoek zal optreden op de (kern)populaties die binnen de Biesbosch liggen. De Lepelaar ondervindt in alle drie de alternatieven naar verwachting significant negatieve effecten.
2.2.2
Verstoring door licht van soorten in Vogelrichtlijngebieden Naast geluid kan een verstoring van het Vogelrichtlijngebied door licht optreden in vergelijking met de huidige situatie (aard en omvang hangt overigens af van de – nu nog niet bekende – concrete inrichting). Opgemerkt moet worden dat toename van licht zich voordoet in een gebied grenzend aan industrieterrein Moerdijk, dat in de huidige situatie al een lichtverstorend effect heeft. Bovendien zijn lichtbronnen op Moerdijkse Hoek verder van het water verwijderd (orde grootte 1-2 km) dan bij industrieterrein Moerdijk. Een significant effect op de instandhoudingsdoelen als gevolg van verstoring door licht is niet aannemelijk, tevens omdat de kwalificerende soorten niet gevoelig zijn voor licht (Bron: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000).
2.3
Cumulatieve werking Wat betreft de cumulatieve effecten moet worden geconstateerd dat er op het Hollands Diep nu al betrekkelijk hoge geluidsverstoringen kunnen optreden en dat de geluidsverstoring door de verwachte aanleg van Moerdijkse Hoek langs het Hollands Diep sterk zullen toenemen. Voor de Biesbosch zijn er geen concrete plannen in of nabij de Biesbosch bekend die in dit kader op hun samenhang met deze activiteit moeten worden beoordeeld.
2.4
Conclusie Op grond van de habitattoets van de voorgenomen activiteit bedrijventerrein Moerdijkse Hoek en de geluidsverstoring die daarvan het gevolg kan zijn, kunnen de volgende December 2005, versie 11
- 30 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
conclusies worden getrokken voor de soorten (niet-broedvogels) waarvoor de Natura 2000 gebieden Hollands Diep en Biesbosch zijn aangewezen. De conclusies zijn gebaseerd op het Park Model. Geen effecten van de voorgenomen activiteit voor: Visarend Kleine Zwaan. Effecten, maar niet significant verwacht voor: Aalscholver Brandgans Fuut Grauwe Gans Grote Zaagbek Grutto Kolgans Kuifeend Meerkoet Nonnetje Pijlstaart Slobeend Smient Wilde eend Wintertaling Significante effecten verwacht voor: Krakeend Lepelaar Tafeleend De geconstateerde effecten op deze vogels doen zich vooral voor in de Biesbosch. Op het Hollands Diep kunnen in de huidige situatie al betrekkelijk hoge geluidsverstoringen optreden door Moerdijk 1. De geluidsverstoring zal door de verwachte aanleg van Moerdijkse Hoek langs het Hollands Diep sterk toenemen. Het Meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) is qua geluidsverstoring iets positiever dan het Park Model (PM), maar er zullen geen veranderingen in de conclusies qua significante soorten optreden. Het compacte model (CM) is qua geluidsverstoring veel positiever dan het PM en MMA op het Natura 2000 gebied de Biesbosch. Het CM heeft bijna dezelfde geluidsbelasting op het Natura 2000 gebied Hollands Diep dan het MMA. Bij het CM is gekeken of de kernpopulaties van de in het PM significant beoordeelde soorten Krakeend, Tafeleend en Lepelaar in het CM ook significant negatief zijn. Uit een analyse blijkt dat er geen significant negatieve effecten op de Krakeend en Tafeleend zullen zijn bij het compacte model. De reden hiervoor is dat er geen extra geluidsverstoring als gevolg van Moerdijkse Hoek zal optreden op de (kern)populaties die binnen de Biesbosch liggen. De Lepelaar ondervindt in alle drie de alternatieven naar verwachting significant negatieve effecten. Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 31 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Er zijn geen significante effecten op aanwijzingsbroedvogels te verwachten, aangezien deze soorten niet binnen de geluidscontouren van Moerdijkse Hoek in de vogelrichtlijngebieden voorkomen. Er zijn dus geen effecten als gevolg van verstoring door geluid op de aanwijzingsbroedvogels omdat zij buiten de verstorende geluidcontouren broeden. Er zijn geen effecten op de habitats en de soorten van de Habitatrichtlijngebieden, voornamelijk omdat deze op grote afstand van het plangebied liggen.
2.5
Aanbeveling In het MER is de ingreep getoetst aan de huidige natuurkenmerken en niet aan de in concept zijnde instandhoudingdoelstellingen. Aanbevolen wordt om bij de verdere planvorming de komende jaren ook te toetsen aan de dan naar waarschijnlijkheid vastgestelde instandhoudingdoelstellingen van de afzonderlijke Natura 2000 gebieden. Aanbevolen wordt de inrichting van Moerdijkse Hoek zodanig vorm te geven, dat verstoring door geluid over het water zo beperkt mogelijk blijft.
December 2005, versie 11
- 32 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
3
SOORTENBESCHERMINGSTOETS
3.1
Toetsing aan de Flora- en faunawet (soorten)
3.1.1
De Flora- en faunawet De Flora- en faunawet is op 1 april 2002 in werking getreden en richt zich op de bescherming van in het wild levende planten en dieren. De soortenbescherming uit de Habitat- en Vogelrichtlijn is in zijn geheel geïmplementeerd in de Flora- en Faunawet. De wet bepaalt dat het verboden is beschermde planten te vernielen of beschadigen en beschermde dieren te verontrusten, verwonden of doden. Ook mogen voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde dieren niet verstoord of beschadigd worden. Deze verbodsbepalingen zijn opgenomen in artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet. In februari 2005 is via een AMvB het ontheffingenbeleid van de Flora- en faunawet aangepast. Er wordt gewerkt met drie categorieën soorten. De eerste categorie betreft algemene beschermde soorten. Als het gaat om ruimtelijke ontwikkelingen geldt voor deze soorten een vrijstelling voor artikel 8 t/m 12. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor soorten van categorie 2 geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling voor artikel 8 t/m 12 mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Deze gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. Op dit moment is er alleen een goedgekeurde gedragscode voor werken in bosopstanden. Zolang er nog niet de beschikking is over een gedragscode zal ook voor categorie 2 soorten een ontheffing aangevraagd moeten worden. Voor soorten van categorie 3 is bij een ruimtelijke ontwikkeling een ontheffing nodig. Een ontheffingsaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan drie criteria: 1) er is sprake van een bij de wet genoemd belang (onder andere uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling), 2) er is geen alternatief, 3) doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Deze drie criteria vormen de zogenaamde uitgebreide toets. De drie criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle drie moet voldaan zijn). Tot categorie 3 behoren alle soorten van de Europese Habitatrichtlijn aangevuld met soorten die in Nederland kwetsbaar en zeldzaam zijn. Alle vogels behoren tot categorie 2. Naast bovengenoemde bepalingen is ook artikel 2 uit de Flora- en faunawet betreffende de zorgplicht van belang. De zorgplicht houdt in dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. Het is verplicht handelen met nadelige gevolgen voor planten en dieren achterwege te laten voor zover dit redelijkerwijs kan worden gevergd dan wel maatregelen te nemen die redelijkerwijs kunnen worden gevergd om nadelige gevolgen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. De zorgplicht geldt voor alle planten en dieren (dus ook voor niet beschermde planten en dieren en categorie 1 soorten).
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 33 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Het ministerie van LNV kan een ontheffing verlenen als er voldoende is gedaan om effecten op beschermde soorten te voorkomen, mitigeren en/of compenseren en als er geen significante effecten zijn op populatieniveau. Er is geen sprake van significant nadelige effecten als de populatieomvang en het verspreidingsgebied niet significant afnemen en de soort op natuurlijke wijze kan overleven. Om te beoordelen of het nodig is een ontheffing aan te vragen is bekeken of er beschermde soorten voorkomen in het plangebied, welke maatregelen worden genomen om nadelige effecten te voorkomen, mitigeren en compenseren en of er nadelige effecten op beschermde soorten resteren. 3.1.2
Verstoring en vernietiging per soortgroep Bij de herinrichting van het plangebied zullen vaste rust- of verblijfplaatsen (holen en nesten) van beschermde soorten Egel, Mol, Hermelijn, Wezel, Bunzing, Ree, Haas, Konijn en een groot aantal kleine zoogdieren worden verstoord en vernietigd (zie factsheets gedetailleerd). Bovendien is het niet uit te sluiten dat dieren verwond of gedood zullen worden. Dit is in strijd met de Flora- en Faunawet. Voor vleermuizen is het belangrijk dat de verbindingszone langs de Roode Vaart gerealiseerd wordt of in tact blijft en dat de dijken gehandhaafd blijven (zie factscheet 5.1). Onbekend is of er vaste rust- en verblijfplaatsen in het plangebied voorkomen. In het plangebied blijven alle dijken behouden en worden op sommige plaatsen zelfs versterkt door het aanplanten van bomen. Maar er zal geluid- en lichthinder optreden waardoor vleermuizen verstoring ondervinden. In welke mate vleermuizen hinder van geluid en licht ondervinden is een leemte in kennis. Maar er kan op basis van de geluidscontouren (zie bijlage XIII, fact sheet 6.1) van uit worden gegaan dat vleermuizen verstoord worden en dit wordt negatief beoordeeld. Onbekend is waar precies de kolonieplaatsen, vliegroutes en foerageergebieden zitten. Dit dient nader onderzocht te worden door middel van een veldonderzoek. Aan de hand van het veldonderzoek kan men dan inschatten hoe groot de effecten op vleermuizen zullen zijn. Voor broedvogels is met name de Bruiningpolder van belang voor moerasvogels, zoals de Rietgors, Bosrietzanger en Blauwborst. Een gedeelte van de polder verdwijnt, dit is een negatief effect voor moerasvogels. Voor weidevogels en vogels van open gebied, zoals Grutto en Scholekster, geldt dat er veel leefgebied verdwijnt. Naar verwachting zullen er wel weidevogels en vogels van opengebied in het plangebied voor blijven komen, maar in mindere mate. De waarnemingen voor amfibieën en vissen uit de veldinventarisatie vergelijkend met het ontwerp voor Moerdijkse Hoek, blijkt dat de amfibieën en vissen in het plangebied door de aanleg van het bedrijventerrein tijdelijk kunnen afnemen, maar door de aanleg van de groen/blauwe structuur en het zoveel mogelijk handhaven van huidige waterpartijen zullen de effecten in de toekomst nihil en naar waarschijnlijkheid zelfs verbeteren (e.a. afhankelijk van de uitvoering van de groen/blauwe structuur). In de aanlegfase zullen maatregelen genomen moeten worden om effecten te beperken. December 2005, versie 11
- 34 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
In het gebied zijn een groot aantal plantensoorten van de Rode lijst en een redelijk groot aantal soorten beschermd krachtens de Flora- en Faunawet aangetroffen. De meeste van deze soorten zijn gebonden aan (kleine) natuurgebieden en landschapselementen als dijken en spoorwegen. Er zullen soorten vernietigd worden in de aanlegfase. Aangezien we niet beschikken over gedetailleerde gegevens kan niet aangegeven worden of soorten door de aanleg van Moerdijkse Hoek geheel uit het plangebied verdwijnen. In de gebruiksfase zal afhankelijk van de inrichting en beheer de flora zich opnieuw kunnen ontwikkelen. Voor de overige soorten, zoals libellen, vlinders, mossen, zijn geen beschermde soorten aangetroffen. De huidige waarde van het gebied is beperkt, wel zullen negatieve effecten optreden in de aanlegfase, maar deze zijn niet van dien aard dat de soorten uit het plangebied zullen verdwijnen. In de gebruiksfase zal afhankelijk van de inrichting en beheer de libellen, vlinders en mossen zich kunnen ontwikkelen. 3.1.3 Effecten van uitvoering van het plan op volgens flora en faunawet beschermde soorten Volgens de algemene verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet (artikelen 8 t/m 12) is het verboden beschermde planten te beschadigen of van hun groeiplaats te verwijderen. Voor dieren geldt dat het verboden is dieren o.a. te doden, verwonden en opzettelijk te verontrusten. Nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren mogen niet worden beschadigd, vernield, weggenomen of verstoord worden. Afgezet tegen deze verbodsbepalingen zijn de volgende van de in de vorige paragraaf genoemde gevolgen voor beschermde planten en dieren strijdig met de Flora- en faunawet. In tabel 12.5 staat aangegeven welke overtredingen van de Flora- en faunawet plaats (kunnen) gaan vinden bij de realisatie van het bedrijventerrein Moerdijkse Hoek. Voor soorten ten aanzien waarvan overtredingen van de Flora- en faunawet optreden, is het noodzakelijk een ontheffing aan te vragen. De ontheffingsgrond hangt voor een soort af van het beschermingsregime dat op dit soort van toepassing is. In onderstaande tabel is voor de verschillende soorten aangegeven welk regime van toepassing is. Beschermde soorten tabel (vrijstelling)
1
Beschermde soorten tabel 2 (lichte toets)
Beschermde soorten tabel 3 (uitgebreide toets)
Vogels toets)
Vaste rust/ en verblijfplaatsen van verschillende algemene zoogdieren worden verstoord/ vernietigd in beide alternatieven
Tijdelijke effecten op vissen (o.m. Kleine modderkruiper en Bittervoorn) en planten (o.m. Brede orchis, Kluwenklokje, Lange ereprijs, Rietorchis, Steenanjer,
Mogelijk gevolgen voor vleermuizen in beide alternatieven. Met name bij het PM.
In MMA negatief effect op moerasvogels vanwege verdwijnen deel van Bruiningpolder. In MMA en PM negatief effect op weidevogels
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
(uitgebreide
Beschermde status onbekend Tijdelijke effecten op libellen en dagvlinders (soorten niet bekend)
December 2005, versie 11
- 35 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Vleeskleurige orchis, Wilde marjolein)
vanwege verdwijnen deel van Kalverpolder
Tijdelijke effecten op amfibieën (gezien aard leefgebied vermoedelijk alleen tabel 1-soorten)
In beide alternatieven verdwijnt veel leefgebied voor vogels van open gebied
Tabel 8 Overtredingen i.h.k.v. de Flora- en faunawet.
3.1.4
Conclusie In het kader van de Flora- en faunawet geldt voor alle soorten van tabel 1 een vrijstelling. Voor soorten van tabel 2 voert LNV een lichte toets uit bij de ontheffingsaanvraag. Soorten van tabel 3 worden getoetst in een uitgebreide toets volgens de wetgeving van de Flora- en Faunawet om een ontheffing te bemachtigen (zie tabel 12.6 voor de soorten). Op basis van een projectplan beoordeelt LNV met een lichte of zware toets. Bij soorten van tabel 3 zal altijd om compensatie gevraagd worden. Bij de uitwerking van een alternatief kan deze informatie gebruikt worden om maatregelen in het plan op te nemen waardoor effecten voorkomen, verzacht of gecompenseerd worden. Soortgroep Flora
Soorten tabel 1 Dotterbloem Gewone vogelmelk Grote kaardebol Zwanebloem
Grondgebonden zoogdieren
Egel Mol Hermelijn Wezel Bunzing Ree Haas Konijn Rosse woelmuis Bosmuis Huisspitsmuis Veldmuis Dwergmuis Aardmuis
Vleermuizen
December 2005, versie 11
- 36 -
Soorten tabel 2 Brede orchis Kluwenklokje Lange ereprijs Rietorchis Steenanjer Vleeskleurige orchis Wilde marjolein
Soorten tabel 3
Gewone grootoorvleermuis* Gewone dwergvleermuis* Laatvlieger* Meervleermuis* Ruige dwergvleermuis
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Watervleermuis* Amfibieën
Bruine kikker Gewone pad Meerkikker Kleine watersalamander Middelste groene kikker
Vissen
Bittervoorn Kleine modderkruiper Vogels Blauwborst Boomkruiper Bosrietzanger Bruine kiekendief Fuut Gekraagde Roodstaart Gele Kwikstaart s.l. Grasmus Graspieper Grauwe Vliegenvanger Groenling Grote Bonte Specht Grote Lijster Grutto Holeduif Huiszwaluw IJsvogel Kievit Kleine Karekiet Kneu Kuifeend Patrijs Putter Rietgors Scholekster Slobeend Sperwer Spotvogel Torenvalk Tureluur Veldleeuwerik Wielewaal Wintertaling Zanglijster Zwarte Roodstaart Tabel 9 Soorten die binnen het plangebied voorkomen en mogelijk effecten ondervinden. * alleen effecten bij PM
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 37 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
4
PROVINCIALE GEBIEDEN
4.1
Toetsing aan provinciaal beleid (gebieden)
4.1.1
Het provinciaal beleid In het Streekplan van 2002 zijn alle bestaande en nieuwe natuurgebieden in de Groene hoofdstructuur (GHS) opgenomen. De GHS bestaat uit GHS-natuur (valt samen met de EHS) en GHS-landbouw en er geldt een beschermingsregime volgens het “nee-tenzij” principe (compensatiebeginsel). De planologische bescherming wordt in gemeentelijke bestemmingsplannen vastgelegd. In het plangebied van Moerdijkse Hoek zijn de categorieën GHS-natuur en GHS-landbouw aanwezig. Sinds 1995 past de Provincie Noord-Brabant het compensatiebeginsel toe bij aantasting van natuurwaarden als gevolg van functieverandering in de Groene hoofdstructuur (GHS) en de Agrarische hoofdstructuurlandschap (AHS-landschap). Dit houdt in dat natuurwaarden die verloren gaan door menselijk handelen moeten worden vervangen door nieuwe natuur. Bij het vaststellen van de oppervlakte van de aan te leggen natuur worden zowel de natuurkwaliteit als de oppervlakte van de verloren gegane natuur meegewogen. Ook moet een gelijksoortige natuur worden aangelegd; een moeras vernietigen en bij wijze van compensatie bos planten is bijvoorbeeld geen optie. Overigens wordt aantasting van de GHS en de AHS-landschap alleen toegestaan in uitzonderingsgevallen, namelijk voor projecten waarbij sprake is van een groot maatschappelijk belang en waarvoor geen alternatieve locatie gevonden kan worden. En voordat de aantasting mag plaatsvinden, moet de compensatie geregeld zijn. Een aantal grote eenheden en kleinere groenelementen en kavels in en rond het plangebied maken deel uit van de GHS. Zie tekst Huidige situatie fact sheet 5.1 van bijlage XIII en figuur 12.3). In het natuurgebiedsplan West-Brabant van de provincie Noord-Brabant is de landelijke Ecologische Hoofdstructuur uit het Structuurschema Groene Ruimte op perceelsniveau uitgewerkt en begrensd. Met het natuurgebiedsplan wordt sturing gegeven aan de Subsidieregeling Natuurbeheer 2000. De natuurdoeltypenkaart geeft invulling aan de doelen voor de Ecologische Hoofdstructuur. Voor Moerdijkse Hoek gaat het om voornamelijk om mulifunctioneel bos.
December 2005, versie 11
- 38 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Figuur 12.3 GHS-gebieden.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 39 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
4.1.2
Effecten Groene Hoofdstructuur Zowel het PM, MMA als het CM tasten de Groene Hoofdstructuur aan. GHS-landbouw en GHS-natuur gaat in beide alternatieven verloren door vernietiging. In het PM gaan ongeveer 11 ha GHS-natuur gebied en 47 ha GHS-landbouw gebied verloren. In het MMA gaat het om respectievelijk 0,7 en 47 ha. Bij het compacte model gaat er ca. 8,5 ha GHS-natuurgebied verloren. Het verdwijnende natuurdoeltype is vooral multifunctioneel bos. De Groene Hoofdstructuur wordt ook verstoord door geluid en vermoedelijk ook licht, het meest in het PM. In het PM treedt barrièrewerking op voor de beleidsmatig gewenste ecologische verbindingszone langs de Roode Vaart. In het MMA en CM gebeurt dit niet. In het MMA wordt bovendien een nieuwe groen/blauwe structuur gerealiseerd die kan bijdragen aan de gewenste terugdringing van versnippering van de GHS. In het compacte model wordt een groenzone gerealiseerd, deze loopt rondom Moerdijkse Hoek en is aansluitend. Deze verzacht als het ware de uitstraling naar buiten, wat een positief effect is voor de flora en fauna in het plangebied. Het GHS-landbouwgebied Klaverpolder is een belangrijk gebied voor weidevogels. Zowel het PM als het MMA tasten de GHS-landbouw aan: in beide alternatieven is het bedrijventerrein gepland op de GHS-landbouw. Voor deze GHS-landbouw is onderzocht welke weidevogelsoorten er voorkomen (Bron: VOFF, 2005). Het blijkt om de volgende soorten te gaan: Tureluur, Grutto, Kluut, Steltkluut. Het CM tast het GHSlandbouwgebied niet aan. De bebouwing in de oksel van de A17/A16 vernietigt direct territoria van Grutto, Kluut en Steltkluut. Daarnaast liggen boven de A17 diverse territoria van Tureluur (2) en Grutto (6); hier is geen bebouwing gepland, maar deze soorten ondervinden wel verstoring door geluid. Dit is meer dan 50 dB(A).
4.1.3
Conclusies Als gevolg van de aanleg van Moerdijkse Hoek verdwijnen belangrijke GHS-natuur en GHS-landbouw gebieden, te weten Klaverpolder en de Roode vaart (alleen bij het PM). Ook worden er GHS-gebieden verstoord door geluid en lichthinder. Hierdoor gaat de leefkwaliteit van deze gebieden achteruit. Deze GHS-gebieden dienen gecompenseerd te worden volgens het provinciaal compensatiebeginsel. Na keuze van een voorkeursmodel zal compensatie verder uitgewerkt moeten worden.
4.2
Compenseren De 200 hectare van de groen/blauwe structuur is gepositioneerd als centrale schakel in een veel omvangrijker landschappelijk casco in de regio rondom Moerdijkse Hoek (zie paragraaf 7.2.1). De locaties voor de noodzakelijke compensatie van natuurwaarden die verloren gaan ten gevolge van Moerdijkse Hoek zullen eveneens gezocht worden binnen deze regio rondom het bedrijventerrein. De compensatie wordt geregeld op bestemmingsplanniveau en December 2005, versie 11
- 40 -
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
dienen te voldoen aan de vereisten die geformuleerd zijn in het Streekplan (paragraaf 3.4.5). Natuurcompensatie volgens het Streekplan De compensatie van natuur- en landschapswaarden, die bij aantasting van de Groene Hoofdstructuur of de AHS-landschap verloren gaan, moet voldoen aan de volgende vereisten: • er moet een nieuwe gelijkwaardige ecologische samenhang worden bereikt; • de nieuwe natuur- en landschapswaarden moeten van gelijke aard zijn; • de functie die de GHS en de AHS-landschap vervullen voor de natuur moet in stand blijven; • de compenserende maatregelen moeten een areaal beslaan dat ten minste even groot is als het gebied waarover de ingreep zich uitstrekt; • de aard en de omvang van de compensatie worden mede bepaald door de invloeden die de ingreep uitoefent op zijn omgeving en de aard van het gebied waar compensatie plaatsvindt; • de compenserende maatregelen moeten in beginsel plaatsvinden in de omgeving van de ingreep; • de compenserende maatregelen moeten passen binnen (inter)gemeentelijke landschapsbeleidsplannen; • een duurzame inrichting en beheer van het compensatiegebied moeten gewaarborgd zijn; • er moet worden gestreefd naar robuustheid in groene structuren. De compenserende maatregelen moeten worden zeker gesteld voorafgaand aan de instemming van de provincie met de ingreep, zowel op het punt van de planologische regeling als op het punt van de feitelijke uitvoering.
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 41 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
5
COLOFON
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
: : : : : : : : : :
Provincie Noord Brabant MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek X3295-01.000 43 pagina's Martine ten Kate Jan Bakker Jan Veeken Bart Humblet December 2005
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
December 2005, versie 11
- 43 -
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
BIJLAGE 1
Het voorkomen van aanwijzingsoorten (niet-broedvogels) in het onderzoeksgebied
Gebcod Soort
1% norm
9899
9900
BR3210 BR3311 BR3430 BR3590 BR4113 BR4114 BR4122 Totaal BR3311 BR4113 BR4126 NB1611 NB1621 NB1623 NB2112 ZH8396 Totaal BR3311 BR3321 BR3570 BR3580 BR3590 BR4111 BR4113 BR4121 BR4130 Totaal BR3311 BR3580 BR4111 BR4113 BR4122 NB1621 ZH8362 ZH8364 ZH8365
3100 3100 3100 3100 3100 3100 3100 3100 3600 3600 3600 3600 3600 3600 3600 3600 3600 4800 4800 4800 4800 4800 4800 4800 4800 4800 4800 4000 4000 4000 4000 4000 4000 4000 4000 4000
9 50 277 26 19 34 28 640 0 40 6 2700 96 0 0 0 5997 92 43 7 23 10 17 9 11 11 356 580 80 32 850 380 183 0 1250 4950
72 38 86 63 176 102 21 18 23 12 91 9 71 59 805 513 0 0 140 1 840 300 1450 3500 0 0 300 2250 0 0 0 0 3296 6138 100 88 102 36 6 16 26 13 21 15 31 16 48 14 31 18 36 17 645 427 920 520 11 21 200 24 480 575 2574 1416 1400 1300 525 0 20 14950 200 125
Aalscholver Aalscholver Aalscholver Aalscholver Aalscholver Aalscholver Aalscholver Aalscholver Brandgans Brandgans Brandgans Brandgans Brandgans Brandgans Brandgans Brandgans Brandgans Fuut Fuut Fuut Fuut Fuut Fuut Fuut Fuut Fuut Fuut Grauwe Gans Grauwe Gans Grauwe Gans Grauwe Gans Grauwe Gans Grauwe Gans Grauwe Gans Grauwe Gans Grauwe Gans
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
0001
0102
5% totale populatie in 0203 het gebied
41 38 83 209 55 30 14 52 28 215 4 5 40 105 539 898 0 340 200 2000 545 1924 300 3010 1350 1350 300 1735 60 1600 0 495 3116 13166 138 90 52 38 12 28 12 76 14 93 26 30 16 54 23 34 28 38 504 669 1105 1560 2 2318 5500 3 3500 20000 2050 1550 1100 3000 1200 2200 3100 925 1700 11500
gem. voorkomen over 5 jaar
34
679
317
6343
26
520
bijlage 1
-1-
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
ZH8393 Totaal BR3242 BR3311 BR3321 BR4111 BR4112 BR4122 NB1624 NB1641 Totaal BR3580 BR3590 BR4121 BR4122 NB1611 NB1650 Totaal BR3242 BR3311 Totaal BR4124 BR4125 BR4126 NB1621 NB1623 NB2112 ZH8365 ZH8393 ZH8394 Totaal BR3311 BR3430 BR3560 BR3580 BR3590 BR4113 BR4121 BR4124 BR4130 Totaal BR3311 BR3580
bijlage 1
-2-
Grauwe Gans Grauwe Gans Grote Zaagbek Grote Zaagbek Grote Zaagbek Grote Zaagbek Grote Zaagbek Grote Zaagbek Grote Zaagbek Grote Zaagbek Grote Zaagbek Grutto Grutto Grutto Grutto Grutto Grutto Grutto Kleine Zwaan Kleine Zwaan Kleine Zwaan Kolgans Kolgans Kolgans Kolgans Kolgans Kolgans Kolgans Kolgans Kolgans Kolgans Krakeend Krakeend Krakeend Krakeend Krakeend Krakeend Krakeend Krakeend Krakeend Krakeend Kuifeend Kuifeend
4000 825 1970 612 2019 655 4000 17512 17889 25626 31116 53647 2500 59 12 26 10 20 2500 6 13 10 33 42 2500 6 12 10 4 22 2500 37 27 0 1 5 2500 0 4 8 18 52 2500 47 32 0 4 13 2500 6 11 19 5 0 2500 0 0 0 1 12 2500 252 146 99 91 177 1700 0 0 0 0 2 1700 7 7 0 5 2 1700 0 0 0 0 2 1700 0 0 0 0 4 1700 4 0 0 18 0 1700 14 0 0 4 0 1700 29 7 88 29 10 290 0 0 0 3 22 290 248 166 12 0 0 290 252 192 32 39 24 10000 3260 2200 350 410 0 10000 8900 2360 50 90 170 10000 2200 4700 700 1850 748 10000 3000 400 898 2200 1100 10000 2500 1550 1600 2260 2013 10000 0 0 0 5500 11000 10000 11000 150 10 245 1750 10000 3582 30 2120 256 150 10000 432 0 0 0 1330 10000 42589 25475 14116 16789 21829 600 184 48 396 190 390 600 148 83 755 22 25 600 14 18 11 45 388 600 61 48 126 47 2189 600 35 102 150 310 4460 600 54 53 60 62 1000 600 200 300 242 244 460 600 60 110 82 52 464 600 68 108 85 151 474 600 1526 2031 3677 1989 10987 12000 840 680 565 1220 1360 12000 360 330 355 595 1263
1458
29158
8
153
2
33
5
108
1208
24160
202
4042
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
BR3590 BR4111 BR4113 BR4114 BR4121 BR4122 Totaal BR3241 BR3430 BR4113 BR4122 Totaal BR3311 BR3321 BR3550 BR3580 BR4112 BR4113 BR4130 Totaal BR3311 BR3321 NB1625 NB1650 Totaal BR3210 BR3242 BR3311 BR3590 BR4122 Totaal BR3210 BR3242 BR3311 BR3321 BR3430 BR4122 NB1625 NB1650 Totaal BR3580 BR3590 BR4113 BR4122
Kuifeend Kuifeend Kuifeend Kuifeend Kuifeend Kuifeend Kuifeend Lepelaar Lepelaar Lepelaar Lepelaar Lepelaar Meerkoet Meerkoet Meerkoet Meerkoet Meerkoet Meerkoet Meerkoet Meerkoet Nonnetje Nonnetje Nonnetje Nonnetje Nonnetje Pijlstaart Pijlstaart Pijlstaart Pijlstaart Pijlstaart Pijlstaart Slobeend Slobeend Slobeend Slobeend Slobeend Slobeend Slobeend Slobeend Slobeend Smient Smient Smient Smient
12000 250 1097 12000 550 1204 12000 260 1857 12000 910 760 12000 560 1607 12000 800 2640 12000 10360 15827 100 0 100 45 17 100 0 0 100 2 0 100 54 17 17500 340 880 17500 183 510 17500 32 28 17500 180 125 17500 0 98 17500 23 193 17500 44 91 17500 2314 3668 400 18 21 400 6 6 400 4 1 400 6 6 400 39 35 600 12 2 600 12 2 600 0 2 600 1 7 600 54 16 600 250 29 400 8 8 400 8 10 400 6 0 400 0 0 400 1 0 400 12 4 400 12 28 400 8 20 400 120 114 15000 230 353 15000 130 672 15000 600 1863 15000 2500 1300
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
310 1545 3628 122 950 710 215 787 2486 20 1095 34 308 733 784 808 690 928 6475 10953 14601 0 18 8 0 0 0 0 6 2 19 18 22 19 43 35 1390 3740 3410 520 4465 443 4 350 457 162 142 321 21 70 480 61 810 467 92 220 430 4762 11511 7621 5 82 62 1 66 94 6 2 0 12 4 7 25 169 167 4 6 0 0 0 0 2 0 14 4 2 26 4 32 115 22 55 159 2 2 1 18 12 8 28 10 6 4 6 16 0 1 6 5 4 22 17 72 23 22 26 38 120 166 127 230 250 4690 763 610 2200 250 505 3509 73 80 52
582
11643
2
34
299
5975
4
87
5
103
6
129
bijlage 1
-3-
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
BR4123 BR4124 BR4126 Totaal BR3210 BR3242 BR3311 BR3321 BR3580 BR4122 BR4130 NB1622 NB1625 NB1650 Totaal BR3210 BR3430 BR3570 BR3580 BR3590 BR4113 BR4114 BR4121 BR4122 BR4124 NB1650 Totaal BR3210 BR3321 BR3440 BR3580 BR3590 BR4122 Totaal
Smient Smient Smient Smient Tafeleend Tafeleend Tafeleend Tafeleend Tafeleend Tafeleend Tafeleend Tafeleend Tafeleend Tafeleend Tafeleend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wilde Eend Wintertaling Wintertaling Wintertaling Wintertaling Wintertaling Wintertaling Wintertaling
15000 400 30 425 750 203 15000 2300 2050 2200 1570 1215 15000 0 879 1335 130 5 15000 9030 7826 6629 4777 12500 3500 4 42 0 0 23 3500 6 94 46 36 52 3500 53 12 18 16 50 3500 39 4 0 28 14 3500 10 0 1 0 249 3500 14 24 29 17 31 3500 30 25 20 12 6 3500 0 40 0 0 340 3500 12 32 10 27 20 3500 48 20 20 10 40 3500 317 482 168 153 836 20000 1150 776 2100 1046 503 20000 1471 789 1078 308 179 20000 27 41 59 28 54 20000 170 440 340 175 2477 20000 450 704 572 650 4587 20000 2500 1683 426 1310 1120 20000 2550 1920 46 65 1500 20000 6000 1460 1354 1155 1470 20000 4600 3900 2200 1950 1637 20000 2200 2330 700 1180 303 20000 610 176 2190 310 1700 20000 27022 18302 17182 13479 19790 4000 62 44 225 27 90 4000 104 130 120 60 170 4000 12 4 282 6 145 4000 0 0 36 22 681 4000 0 13 105 54 752 4000 80 250 24 152 90 4000 788 690 1041 3872 2202
408
8152
20
391
958
19155
86
1719
kernpopulatie populatie overige populatie binnen 45 dB(A), geen cumulatie binnen 45 dB(A), met cumulatie binnen 45 dB(A), buiten Natura 200 gebied buiten 45 dB(A). bijlage 1
-4-
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
bijlage 1
-5-
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Wintertaling
Wildeeend
Visarend
Tafeleend
Snor
Smient
Slobeend
Porseleinhoen
Pijlstaart
Nonnetje
Meerkoet
Lepelaar
Kuifeend
Krakeend
Kolgans
Kleine zwaan
Ijsvogel
Grutto
Grote Zaagbek
Grauwe Gans
Fuut
Bruine Kiekendief
Brandgans
Blauwborst
Verstoringsgevoeligheid van aanwijzingsoorten
Aalscholver
BIJLAGE 2
Achteruitgang kwantiteit van habitattype en leefgebied Oppervlakteverlies Achteruitgang kwaliteit leefgebied door chemische effecten Verzuring Vermesting Verzoeting Verzilting Verontreiniging Achteruitgang kwaliteit leefgebied door fysieke effecten Verdroging Vernatting Verandering stroomsnelheid Verandering overstromingsfrequentie Verandering dynamiek substraat
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt
bijlage 2
-1-
nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt
DHV Ruimte en Mobiliteit BV
Achteruitgang kwaliteit leefgebied door verstorende effecten Geluid Licht Trilling Verstoring door mensen Mechanische effecten Achteruitgang ruimtelijke samenhang Barrièrewerking Versnippering
?
?
?
?
?
nvt
Introductie of uitbreiding van gebiedsvreemde of genetisch gemodificeerde soorten niet gevoelig gevoelig zeer gevoelig
bijlage 2
-2-
Provincie Noord Brabant/MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek MD-WR20060100
?
?
?
?
nvt
?
?
?
?
nvt
?