Meesterlijk Nieuws
3-2015
In deze editie: -
Mr. aan het woord Uniforme digitale basiskaart van Nederland Wetsvoorstel partneralimentatie Imputatieregeling Transitievergoeding (2) Een opmerkelijke uitspraak… G-rekening (met voorbeeld) Identificatieplicht keten- en inlenersaansprakelijkheid
Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten Postbus 150 7600 AD Almelo Wierdensestraat 122 7604 BM Almelo
Hardenbergerweg 6 7651 LL Tubbergen
Nieuwe vergaderruimte In ons prachtige pand aan de Wierdensestraat te Almelo hebben wij extra vergaderruimte gerealiseerd op de begane grond. Mede met het oog op de toegankelijkheid van ons kantoor voor minder validen was hier behoefte aan.
Tel: 0546 - 542500 Fax: 0546 – 542508
[email protected] www.brussemasselink.nl
Ook de in ons pand gevestigde bedrijven Beschermingsbewind Oost Nederland en Beschermingsbewind Twente kunnen gebruik maken van deze ruimte voor hun clientèle.
Profronde van Almelo Op 28 augustus 2015 vond de 33e editie van de Profronde van Almelo plaats. Dankzij de inzet van sponsoren en vele vrijwilligers is het weer een enorm succes geworden! Als hoofdsponsor van de Profronde en met Sebastiaan Masselink als bestuurslid, waren wij hierbij uiteraard van de partij. Medewerkers van ons kantoor reden mee in de reclamekaravaan. Sponsoren en vrijwilligers voor de Profronde 2016 kunnen zich overigens aanmelden via deze link. Meesterlijk Nieuws/2015, editie 3/Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten/ (0546) 542500
Meesterlijk Nieuws
3-2015
Mr. aan het woord Recessie voorbij? In den lande is zichtbaar dat de recessie zijn hoogtepunt heeft gehad. Orderportefeuilles trekken weer aan, de opdrachten in de bouw nemen toe, huizen worden weer verkocht, kortom de economie draait weer op volle toeren. Draait de advocatuur mee? Op één rechtsgebied in ieder geval niet: faillissementen. Na jaren van expansie merken wij nu, en met ons onze collega kantoren, dat het aantal faillissementen in rap tempo is afgenomen. De laatste weken worden er weinig faillissementen uitgesproken. Wij juichen deze kentering uiteraard van harte toe, maar wij raden u als ondernemer aan om juist ook in economisch betere tijden waakzaam te blijven voor uw bedrijfsprocessen. Risico’s blijven immers continu aanwezig; denk daarbij aan onjuiste contractvorming, niet toegepaste of verouderde algemene voorwaarden, onjuist debiteurenbeleid of een onjuist personeelsbeleid waardoor u zo maar ineens te maken zou kunnen krijgen met dreigende situaties.
“Voorkomen is beter dan genezen” blijft nog altijd het uitgangspunt; ook binnen de advocatuur. Ons bedrijfsjuridisch abonnement neemt in tijden van betere economische omstandigheden meer aftrek, advisering in complexe situatie wordt meer gevraagd en procedures worden eerder gevoerd. Kortom, een accentverlegging binnen de advocatuur is continu aanwezig. Het beroep van advocaat en ondernemer blijft voor mij dan ook een prachtige combinatie. Mijn vak kent “never a dull moment”. Scherp en waakzaam blijven, meedenken met de ondernemer en zijn onderneming blijft een gouden combinatie. Heeft u tijd voor een kop koffie? Op zijn Twents gezegd: “de koffie steet bie ons kloar”!
Sebastiaan Masselink Meesterlijk Nieuws/2015, editie 3/Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten/ (0546) 542500
Meesterlijk Nieuws
3-2015
De uniforme digitale basiskaart Op 1 januari 2016 moet de wet Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) in werking treden. Dan moeten alle overheden (gemeentes, waterschappen, provincies enz.) gebruik maken van dezelfde gegevens over de inrichting van Nederland. Op de basiskaart staan actuele topografische gegevens van bijvoorbeeld wegen, bruggen, water, kanalen, dijken, spoorlijnen, gebouwen en terreinen. De informatie kan aldus worden vergeleken met die op een bestemmingsplan of met die omtrent de ligging van leidingen en kabels in de ondergrond. Het gaat om een gedetailleerde digitale kaart met een schaalniveau van 1:500 tot en met 1:5000. (ter vergelijking: een autokaart met een schaal van 1:150.000 is al aardig gedetailleerd).
Het benodigde topografische materiaal moet natuurlijk behoorlijk worden aangeleverd. Het is de bedoeling dat de gehele overheid vanaf 1 januari 2017 deze uniforme basiskaart zal gebruiken. Om dat in goede banen te leiden is een stichting opgericht waarin enkele ministeries, het Interprovinciaal Overleg, Gemeenten, Waterschappen en Pro-Rail samenwerken.
Bezwaar tegen een bestemmingsplan? 0546-542500 Eén en ander moet leiden tot een efficiëntere werkwijze en een verkleining van de kans op fouten in vergelijking met de thans in gebruik zijnde van elkaar verschillende basiskaarten. Zo te zien een positieve ontwikkeling.
De gegevens zullen worden beheerd door het Kadaster en, als alles klaar is, voor iedereen vrij beschikbaar zijn via, voor zover nu bekend, de website PDOK (zij het mogelijk tegen betaling van een vergoeding). Het is de bedoeling de kaart voortdurend aan gewijzigde omstandigheden aan te passen.
Meesterlijk Nieuws/2015, editie 3/Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten/ (0546) 542500
Meesterlijk Nieuws
3-2015
Wetsvoorstel Partneralimentatie Steeds meer stemmen gaan op dat de huidige wetgeving niet meer op de huidige samenleving is afgestemd. De samenleving vraagt om doorvoering van wijzigingen in de duur van de verplichting, de hoogte van de bijdrage en de motivering van de beslissing. In juni 2015 is een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de partneralimentatie. Tot het moment waarop de wet is gewijzigd blijft de huidige regelgeving van kracht en veranderd er voor u dus nog niets. Politieke partijen hebben de volgende insteek: De duur van de verplichting Huwelijksduur Huwelijk korter dan 3 jaar, geen kinderen Huwelijk langer dan 3 jaar, geen kinderen Huwelijk met kinderen, zorg onevenredig Huwelijk met kinderen, zorg evenredig Huwelijk langer dan 15 jaar, ontvanger gedurende huwelijk niet gewerkt
Termijn partneralimentatie Geen partneralimentatie De helft van het huwelijk, maximaal 5 jaar Totdat het jongste kind 12 jaar is De helft van het huwelijk, maximaal 5 jaar De helft van het huwelijk, maximaal 10 jaar
De berekening van de hoogte van de partneralimentatie In het huidige wetsvoorstel wordt de alimentatie niet meer berekend op basis van daadwerkelijke cijfers, maar wordt er uitgegaan van forfaitaire schalen en moet deze te berekenen zijn via een internettool. Als uitgangspunt wordt niet langer naar het welvaartsniveau gekeken, maar wordt gekeken naar het inkomensverlies als gevolg van het huwelijk. Anders dan op dit moment, zal de alimentatie niet meer jaarlijks geïndexeerd worden en zal een nieuwe partner geen invloed meer hebben. De afkoop van alimentatie blijft wel mogelijk. De bedoeling van het wetsvoorstel is om de alimentatieregeling te moderniseren, maar tevens eenvoudiger te maken. Indien naar de uitwerking wordt gekeken, kunnen bij dit laatste de nodige vraagtekens worden gezet. Overgangsrecht – voor wie nu al verplichtingen heeft Verplichtingen vastgesteld of Termijn partneralimentatie Overeengekomen Vóór inwerkingtreding van de wet Eindigen van rechtswege 5 jaar na inwerkingtreding van de wet, tenzij de vastgestelde of overeengekomen termijn eerder eindigt Ná inwerkingtreding van de wet Eindigt van rechtswege na 5 jaar, tenzij bijzondere omstandigheden Meesterlijk Nieuws/2015, editie 3/Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten/ (0546) 542500
Meesterlijk Nieuws “Een woord dat je niet zo snel hoort: ‘imputatieregeling’….” ..zo zou Edwin Evers het vermoedelijk zeggen tijdens zijn ochtendshow bij Radio 538.
Imputatieregeling In artikel 6:44 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald in welke volgorde betalingen moeten worden afgeboekt.
Betaalt de debiteur de hoofdsom pas nadat de vordering ter incassering uit handen is gegeven?
Deze volgorde wordt ook wel de imputatieregeling genoemd. Dit is belangrijk om te weten, met name wanneer de vordering door de schuldeiser ter incassering uit handen is gegeven.
Dan betekent dit dus dat de betaling eerst in mindering strekt op de buitengerechtelijke kosten, dan op de rente die reeds verschuldigd is en daarna pas op de hoofdsom en de lopende rente.
De Hoge Raad heeft op 10 juli 2015 nog laten weten dat ook buitengerechtelijke kosten vallen onder de “kosten” die in het wetsartikel worden genoemd.
Procederen voor het restant, betekent dus procederen voor het laatste deel van de hoofdsom.
3-2015
Ondernemers opgelet ! In samenwerking met VWZ Notarissen organiseren wij informatie adviesavonden op diverse locaties in Twente. Speciaal voor ondernemers vindt er op donderdag 24 september a.s. van 19:00 uur tot 21:00 uur een informatie advies avond plaats bij Partycentrum Morshuis in Albergen. Ondernemers kunnen alsdan kosteloos advies inwinnen bij een van onze advocaten of bij de notarissen van VWZ Notarissen.
Maak kennis met onze medewerkers via onze vernieuwde website: www.brussemasselink.nl Meesterlijk Nieuws/2015, editie 3/Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten/ (0546) 542500
Meesterlijk Nieuws Transitievergoeding (2) Sinds 1 juli 2015 hebben werknemers die na twee jaar dienstverband onvrijwillig uw organisatie verlaten recht op een vergoeding. Dit is de zogeheten transitievergoeding. Ook de arbeidsongeschikte werknemer die uit dienst gaat heeft recht op een vergoeding.
In de vorige editie van Meesterlijk Nieuws hebben wij reeds geschreven over de transitievergoeding en de hoogte daarvan. In dit artikel willen wij hier nog even kort op ingaan. Als de werkgever de transitievergoeding niet kan of wil betalen of indien de werkgever te weinig betaalt, moet de werknemer zelf binnen drie maanden een verzoekschrift bij de kantonrechter indienen om de betreffende vergoeding op te eisen.
3-2015
Indien de werknemer dit nalaat vervalt het recht op de vergoeding.
Let op: vooraf is instemming voor aftrek nodig!
Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding
Om deze kosten van de vergoeding te mogen aftrekken is voordat de kosten gemaakt worden instemming van de werknemer nodig.
Als gevolg van dit besluit mogen sommige kosten in mindering worden gebracht, zoals het loopbaanbudget en de inzetbaarheidskosten.
Loopbaanbudget: Het bedrag besteed aan nietfunctiegerichte scholing (bevordering functieoverstijgende competenties). Inzetbaarheidskosten De kosten die verband houden met de bevordering van brede inzetbaarheid van medewerkers (max. 5 jaar voor het einde van het dienstverband, tenzij een andere termijn is afgesproken).
Dat geldt niet als de kosten zijn gemaakt als gevolg van een Cao of als het gaat om kosten voor een duale opleiding.
TIP! Neem de instemming van de medewerker op als onderdeel van de arbeidsovereenkomst bij indiensttreding óf: Leg de instemming uitdrukkelijk vast voor de budget verstrekking.
Meesterlijk Nieuws/2015, editie 3/Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten/ (0546) 542500
Meesterlijk Nieuws
3-2015
Een opmerkelijke uitspraak… Wettelijke Aanzegplicht sinds 1 januari 2015 Sinds 1 januari 2015 is een werkgever verplicht om minstens één maand voor het verlopen van elke tijdelijke arbeidsovereenkomst die minimaal zes maanden duurt, schriftelijk aan de werknemer te laten weten of zijn contract verlengd wordt. Een opmerkelijke uitspraak van de Rechtbank Amsterdam d.d. 10 juni 2015 in dit kader is dat een werkgever per brief aan een werkneemster gemeld had dat hij het contract niet zou verlengen, maar door omstandigheden wilde de werkgever het contract ook al vroegtijdig beëindigen. Omdat de werkneemster niet meer op het werk verscheen, kondigde de werkgever zijn voornemen aan via WhatsApp. De werkneemster gaf hierop de reactie dat de organisatie haar niet kon ontslaan. Toen het later tot een kort geding kwam, kreeg de werkneemster hierin gelijk. Een contract voor bepaalde tijd kan slechts met instemming van beide partijen voortijdig eindigen. De boete voor het niet voldoen aan de aanzegplicht hoefde de werkgever echter niet te betalen. Hoewel de werkgever niet kon bewijzen dat de werkneemster de aanzegbrief ontvangen had, voldeed de werkgever toch aan de aanzegplicht omdat de werkneemster wel op het WhatsApp-bericht had gereageerd. Uit dit bericht kon zij concluderen dat ze geen contractverlenging zou krijgen. Doorslaggevend was dus dat de werkneemster het bericht had gelezen. Ook in een andere zaak bij de kantonrechter in Rotterdam was het ontvangen van het bericht cruciaal en ook in deze zaak kon de werkgever niet bewijzen dat de aanzegbrief was aangekomen. Een latere mondelinge mededeling volstond niet. TIP!
Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten is een High Trust kantoor.
Werkgevers doen er goed aan om een aanzegbrief per aangetekende post te versturen!
Meesterlijk Nieuws/2015, editie 3/Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten/ (0546) 542500
Meesterlijk Nieuws
3-2015
De G-rekening Actief in de uitzend/detacheringsbranche of in de bouw? Grote kans dat er gebruik wordt gemaakt van een zogeheten G-rekening. Een G-rekening is een geblokkeerde bankrekening waarmee de loonheffingen en de btw aan de Belastingdienst kan worden betaald. Het op de G-rekening gestorte bedrag kan alleen worden gebruikt om de loonheffingen en btw te betalen. In principe is de werkgever voor wie arbeid wordt verricht, verantwoordelijk voor het betalen van loonheffing. Naast de werkgever kunnen ook inleners van personeel, aannemers in een keten en bestuurders van vennootschappen aansprakelijk worden gesteld voor de afdracht van de loonheffing. De G-rekening biedt bescherming bij aansprakelijkheidskwesties rond loonheffingen. Deze G-rekening is in het bezit van de uitlener of de onderaannemer. Betaalt de uitlener of de onderaannemer de loonheffing niet, dan is de inlener of aannemer hiervoor verantwoordelijk. Om die reden stort je als inlener of aannemer dus een deel van de kosten op de G-rekening. De Belastingdienst zal je dan niet aansprakelijk stellen voor het deel van de loonheffing dat je al op de G-rekening hebt gestort. Voorbeeld Bouwbedrijf A schakelt onderaannemer B in. Onderaannemer B laat onderaannemer C een deel van het werk uitvoeren. Onderaannemer C leent personeel in van uitzendbureau D. Als uitzendbureau D de loonheffingen niet betaald, dan kan onderaannemer C aansprakelijk worden gesteld voor de loonheffing die uitzendbureau D had moeten betalen. Betaalt ook onderaannemer C niet, dan kunnen zowel Bouwbedrijf A als onderaannemer B aansprakelijk worden gesteld. Dit wordt ook wel ketenaansprakelijkheid genoemd. Meesterlijk Nieuws/2015, editie 3/Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten/ (0546) 542500
Meesterlijk Nieuws
3-2015
Identificatieplicht in verband met de keten- en inlenersaansprakelijkheid Regelmatig komt de vraag naar voren in hoeverre werknemers, maar ook werknemers van onderaannemers, zich moeten kunnen identificeren, welke gegevens door werkgevers vastgelegd dienen te worden en welke gegevens onderaannemers aan hoofdaannemers dienen te verstrekken.
Toch dient de hoofdaannemer over de nodige gegevens te beschikken om aan zijn verplichtingen tegenover (voornamelijk) de fiscus en arbeidsinspectie te kunnen voldoen.
Hieraan wordt voldaan indien de hoofdaannemer beschikt over: - de naam-, adres en Voor werkgevers geldt dat deze woonplaatsgegevens een kopie van het (geldige) - de geboortedatum, het identiteitsbewijs van een Burger Service Nummer werknemer dienen te hebben. (BSN, het oude Sofinummer), de nationaliteit, het soort Deze mogen zij (indien er identiteitsbewijs (met sprake is van de situatie dat de nummer en geldigheidsduur) werkgever als onderaannemer - de naam-, adres- en van een hoofdaannemer woonplaatsgegevens van de optreedt) niet echter niet onderaannemer zonder meer verstrekken aan een hoofdaannemer. Aangezien met een rijbewijs de nationaliteit niet vastgesteld Slechts indien er sprake is van kan worden, kan deze niet uitdrukkelijke toestemming dienen als identiteitsbewijs. door de werknemer, of indien Er moet dus sprake zijn van een er sprake is van een paspoort of identiteitskaart. buitenlandse werknemer, is dit toegestaan. De hoofdaannemer moet, teneinde gebruik te kunnen maken van een matiging van de keten- en inlenersaansprakelijkheid, ook bijhouden hoeveel en welke uren er gewerkt zijn.
Indien een onderaannemer de genoemde gegevens niet wil verstrekken, zal hieraan, teneinde aansprakelijkheid te voorkomen, de conclusie verbonden moeten worden dat de betreffende werknemers niet te werk gesteld kunnen worden. De werknemers van de onderaannemers dienen zich, net als ieder ander, wel te kunnen legitimeren middels een geldig legitimatiebewijs.
Het vorenstaande geldt ook voor inleenkrachten. De uitleenorganisatie dient een kopie van het geldige identiteitsbewijs te hebben, de inlener (u en/of uw onderaannemer) dient te beschikken over de hiervoor genoemde gegevens.
Wij besteden uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de gegevens in deze nieuwsbrief. Onjuistheden en onvolledigheden in de getoonde gegevens kunnen echter voorkomen. Wij wijzen iedere vorm van aansprakelijkheid van de hand voor onvolkomenheden dan wel onjuistheden in deze nieuwsbrief. U kunt zich hier afmelden
Meesterlijk Nieuws/2015, editie 3/Brusse & Masselink, de Twentse Advocaten/ (0546) 542500