Meer toezicht op de incassobranche noodzakelijk geacht Korte peiling over actueel onderwerpen op het gebied van credit management
Mei 2015
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Pag. 1
Copyright © 2015 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Blauw Research. Dit rapport is geleverd onder de leveringsvoorwaarden van de MOA. All rights are reserved. Nothing from this report may be copied, saved in an authorised data bank or be made public in any form, whether it be electronically, mechanically or through photocopies without prior consent from Blauw Research. This report has been created following MOA conditions. Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Pag. 2
Inhoudsopgave 1 Kort & Krachtig 1.1 Conclusies
4
2 Malafide incasso-organisaties 2.1 Betrouwbaarheid check 2.2 Ervaring 2.3 Stellingen aanpak malafide incasso-organisaties 2.4 Stellingen wetsvoorstel ChristenUnie
6 7 8
3 Betaalgedrag 3.1 DSO 3.2 Economisch herstel
11 12 13
4 Actuele ontwikkelingen 4.1 Actuele ontwikkelingen 4.2 Digitalisering 4.3 Omni Channel Credit Management 4.4 Houding verkorten deponeringstermijn
14 15 16 17 18
Verantwoording
19
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
9 10
20545 / mei 2015
Pag. 3
1
Kort & Krachtig
Conclusies
Meer toezicht op de incassobranche noodzakelijk geacht • Credit managers maken zich zorgen over malafide incasso-organisaties op de markt. Drie op de tien vermoeden er al eens mee te maken hebben gehad. • Negen op de tien credit managers (90%) vinden dat malafide incassoorganisaties boetes moeten krijgen. Driekwart (77%) is van mening dat incassocowboys de markt verpesten. Voor de overheid ligt hier volgens de creditmanagers een rol: tweederde (65%) vindt namelijk dat de overheid te weinig doet om dergelijke organisaties aan te pakken. • Het wetsvoorstel van de ChristenUnie om incasso-organisaties verplicht te laten voldoen aan opleidings- en kwaliteitseisen wordt dan ook door de credit managers (69%) toegejuicht. Openstaande facturen worden sneller betaald • Facturen staan minder lang open ten opzichte van een jaar geleden; het aantal facturen dat binnen 30 dagen wordt betaald, is toegenomen van 27% naar 40%. • Gemiddeld staan facturen 37 dagen open. Dit lijkt een verbetering ten opzichte van een jaar geleden. Toen stonden facturen gemiddeld 40 dagen open. • Credit managers zijn positief als het gaat om een afname van het aantal faillissementen en het aannemen van personeel. Over een verandering in het betaalgedrag is men nog verdeeld. Het betalingsmoraal bij Nederlandse bedrijven ervaart men vooral als redelijk. Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Pag. 4
1
Kort & Krachtig
Conclusies
Digitalisering bestaat vooral uit versturen/ontvangen van facturen en verzenden aanmaningen • Vooral ketenfinanciering en het gebruik van Big Data worden nauwelijks als actueel ervaren binnen de branche. • Omni Channel Credit Management is nog een grote onbekende in de branche; slechts één op de twintig maakt er gebruik van. • Credit managers staan positief tegenover het verkorten van de wettelijke deponeringstermijn naar 10 maanden.
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Pag. 5
Hoofdstuk 2: Malafide incasso-organisaties
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Pag. 6
De betrouwbaarheid van incasso-organisaties wordt met name gecheckt aan de hand van referenties en de bestaansgeschiedenis.
2
Korte peiling: malafide incassoorganisaties
2.1 Betrouwbaarheid check
Check betrouwbaarheid referenties
Opvallend genoeg geven slechts vier op de tien credit managers (39%) aan dat zij de betrouwbaarheid van een incassoorganisatie controleren aan de hand van het keurmerk van de NVI.
62%
de bestaansgeschiedenis
47%
keurmerk (NVI)
39%
de financiële gezondheid
37%
de bewaking van derdengelden
30%
online zoeken naar klachten
25%
MVO beleid
12%
anders
12%
weet niet
7% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Vraagstelling: Hoe checkt u de betrouwbaarheid van een incasso-organisatie?
n=179 Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Pag. 7
Bijna tweederde van de credit managers maakt zich enige tot grote zorgen over malafide incasso-organisaties. Drie op de tien vermoeden te maken hebben te hebben gehad met een malafide organisatie.
2
Korte peiling: malafide incassoorganisaties
2.2 Ervaring
Zorgen om malafide incasso-organisaties 16% Grote zorgen Ruim zes op de tien credit managers (64%) geven aan zich (enige) zorgen te maken over malafide incassoorganisaties.
48% Enige zorgen 31% Geen zorgen 5%
Weet niet n=179
Vermoeden ervaring te hebben gehad met een malafide incasso-organisatie
30%
64%
Ja
Nee
Het merendeel van de credit managers (64%) geeft aan niet het vermoeden te hebben dat ze ooit ervaring hebben gehad met een incasso-organisatie die niet aan de regelgeving voldeed.
Vraagstelling: Heeft u het vermoeden wel eens te maken te hebben gehad met een incasso-organisatie die niet aan de regelgeving voldeed?
Weet niet: 6% Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
Vraagstelling: Van de 400 incasso-organisaties houdt bijna de helft zich niet aan de regels, meldde de ChristenUnie onlangs. In hoeverre maakt u zich zorgen over malafide incasso-organisaties op de incassomarkt?
20545 / mei 2015
Pag. 8
Ruim tweederde van de credit managers vindt dat de overheid te weinig doet om malafide incasso-organisaties aan te pakken. Stellingen malafide incasso-organisatie Malafide incasso-organisaties moeten boetes krijgen
52%
Incassocowboys verpesten de markt
36%
Durft er de hand voor in het vuur te steken dat incassopartner aan alle regels voldoet
10%
17%
39%
20%
30%
mee eens zeer mee oneens
40%
50%
5%
18%
60%
70%
2.3 Stellingen aanpak malafide incasso-organisaties
Negen op de tien credit managers vinden dat malafide incasso-organisaties boetes moeten krijgen.
6%
11%
80%
90% 100%
niet mee eens, niet mee oneens weet niet n=179 20545 / mei 2015
Korte peiling: malafide incassoorganisaties
Driekwart (77%) is van mening dat incassocowboys de markt verpesten. Volgens de deelnemers ligt hier een rol voor de overheid; tweederde vindt dat de overheid te weinig doet om dergelijke organisaties aan te pakken.
10%
43%
26%
0%
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
40%
28%
De overheid doet te weinig om malafide incasso-organisaties aan te pakken
zeer mee eens mee oneens
38%
2
Vraagstelling: In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen over incasso-organisaties? Pag. 9
Zeven op de tien credit managers juichen het wetsvoorstel toe om incasso-organisaties verplicht te voldoen aan opleidings- en kwaliteitseisen. Stellingen wetsvoorstel ChristenUnie
34%
46%
9%
7%
Er moet een onafhankelijke toezichthouder komen die boetes uit kan delen aan partijen die zich niet aan de regels houden
35%
44%
10%
8%
Een landelijk keurmerk is noodzakelijk
30%
Juicht het wetsvoorstel van de ChristenUnie toe
42%
23%
0%
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
Korte peiling: malafide incassoorganisaties
2.4 Stellingen wetsvoorstel ChristenUnie
Een meerderheid (72%) acht een landelijk keurmerk noodzakelijk.
Het mag niet zo zijn dat iedereen een incasso-organisatie kan beginnen
zeer mee eens mee oneens
2
10%
17%
46%
20%
30%
mee eens zeer mee oneens
40%
17%
50%
60%
70%
80%
7%
7%
90%
100%
niet mee eens, niet mee oneens weet niet n=179 20545 / mei 2015
Vraagstelling: De ChristenUnie werkt aan een wetsvoorstel dat incasso-organisaties verplicht te voldoen aan opleidings- en kwaliteitseisen. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen? Pag. 10
Hoofdstuk 3: Betaalgedrag
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Pag. 11
3
Facturen staan minder lang open ten opzichte van een jaar geleden.
Korte peiling: betaalgedrag
3.1 DSO
DSO Het aantal facturen dat binnen 30 dagen wordt betaald, is toegenomen van 27% naar 40%.
40%
Gemiddelde DSO:
0-30 dagen 27%
36,8 dagen 43% 31-50 dagen
Gemiddelde DSO 2014*: 53%
40,5 dagen * DSO Resultaten tussentijdse meting voorjaar 2014 en voorjaar 2015, excl. respondenten die ‘weet niet’ hebben geantwoord (aandeel ‘weet niet’ 2014: 19%, 2015 29%).
17% langer dan 50 dagen 21%
0% 2015 (n=127) Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
10%
20% 30% 40% 2014 (n=158)
50%
Vraagstelling: Wat is de gemiddelde DSO binnen de organisatie waar u werkzaam bent? Met DSO wordt het gemiddelde aantal dagen dat een rekening open staat bedoeld.
60%
20545 / mei 2015
Pag. 12
Het economisch herstel heeft volgens credit managers met name een positief gevolg voor een afname van het aantal faillissementen.
3
Korte peiling: betaalgedrag
3.2 Economisch herstel
Positieve gevolgen economisch herstel
Aantal faillissementen
45%
36%
17%
Betalingsmoraal 58%
Aannemen van personeel
34%
37%
25% 9% 4% 4%
Betaalgedrag
29%
45%
25%
goed
redelijk
25%
matig
slecht
weet niet n=179
Afname betalingsrisico
26%
0% zeer positief
positief
10%
41%
20%
30%
40%
50%
niet positief, niet negatief
Vraagstelling: Volgens diverse instanties zet het economisch herstel verder door. In hoeverre bent u positief of negatief als gaat om…:
32%
60%
70%
negatief
80%
90%
100%
zeer negatief n=179
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Vraagstelling: Wat vindt u van de Nederlandse bedrijven?
betalingsmoraal
bij
Pag. 13
Hoofdstuk 4: Actuele ontwikkelingen
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Pag. 14
Met name technische mogelijkheden en het segmenteren van vorderingen zijn actueel in de creditmanagement branche.
4
Korte peiling
4.1 Actuele ontwikkelingen
Actualiteit ontwikkelingen Technische mogelijkheden
22%
Segmenteren vorderingen en daar aparte behandelstrategieën aan koppelen
25%
Gebruik van Big Data in credit management processen
Credit marketing
27%
12%
20%
0% zeer actueel
26%
9%
6%
actueel
8%
10%
20%
37%
18%
Meer aandacht voor privacy in het kader van de toekomstige privacywetgeving
Ketenfinanciering
44%
18%
17%
20%
33%
neutraal
30%
50%
niet actueel
22%
20%
17%
18%
31%
60%
70%
80%
90%
100%
helemaal niet actueel n=179
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
Vooral ketenfinanciering en het gebruik van Big Data worden nauwelijks als actueel ervaren binnen de branche.
13%
14%
20%
40%
8%
17%
31%
34%
5% 8%
20545 / mei 2015
Vraagstelling: Kunt u voor de volgende ontwikkelingen in de branche aangeven in hoeverre deze voor u actueel zijn? Pag. 15
De digitalisering bij bedrijven bestaat vooralsnog vooral uit het versturen en ontvangen van facturen en verzenden van aanmaningen.
4
Korte peiling
4.2 Digitalisering
Geautomatiseerde acties facturatie online versturen
69%
facturatie online ontvangen
63%
aanmaningen digitaal verzenden
61%
overdragen vorderingen aan een incasso-organisaties
58%
geautomatiseerd afletteren
55%
controle op de DSO
43%
inschatten inningsverwachtingen op uitstaande vorderingen
24%
geen van bovenstaande
6%
anders
4%
weet niet
3% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
n=179 Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Vraagstelling: Welke van de volgende acties zijn bij uw bedrijf gedigitaliseerd/geautomatiseerd? Pag. 16
Omni channel credit management is nog een grote onbekende binnen de branche; slechts één op de twintig maakt er gebruik van.
4
Korte peiling
4.3 Omni Channel Credit Management
Bekendheid Omni Channel Credit Management 6%
zeer goed bekend, ik gebruik het in mijn eigen creditmanagement
12% goed bekend, ik weet precies wat het inhoudt 24% enigszins bekend, ik heb er over gehoord/gelezen 11% ik ben bekend met de term, maar weet niet goed wat het inhoudt 47% niet mee bekend n=179
Vraagstelling: In welke mate bent u bekend met ‘omni channel credit management’? Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Pag. 17
Credit managers staan positief tegenover het verkorten van de wettelijke deponeringstermijn naar 10 maanden.
4
Korte peiling
4.4 Houding verkorten deponeringstermijn
Houding verkorten deponeringstermijn
zeer positief
37%
positief
35%
niet positief, niet negatief
25%
negatief
2%
zeer negatief
1%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40% n=179
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
20545 / mei 2015
Vraagstelling: De overheid, VNO-NCW en het VCMB spreken over het verder verkorten van de wettelijke deponeringstermijn van de jaarrekening. Dit is van belang om fraude tegen te gaan en/of om bij een nieuwe of bestaande klant de betalingstermijn en kredietlimiet aan te passen. Hoe staat u tegenover het verkorten van de wettelijke deponeringstermijn naar 10 maanden? Pag. 18
Bijlage Verantwoording Inleiding Acht jaar geleden is OnGuard gestart met het creditmanagement Trendmeter Onderzoek. Vanaf 2012 heeft OnGuard het onderzoek overgedragen aan het VCMB. Dit onderzoek vormt een aanvulling op deze Trendmeter, in de vorm van een korte peiling over een actueel onderwerp op het gebied van creditmanagement. Door continu onderzoek uit te laten voeren onder credit managers wil het VCMB meer inzicht krijgen in de laatste trends en ontwikkelingen op het gebied van creditmanagement. Doelgroep en methode De doelgroep van het onderzoek bestaat uit credit managers en consorten. De gegevensverzameling in dit onderzoek heeft via het onderzoekspanel van VCMB plaatsgevonden en was online beschikbaar. Het onderzoek geeft cijfermatige inzichten en is dus kwantitatief van aard. De (potentiële) respondenten ontvingen een uitnodigingsmail met een link naar de online vragenlijst. Via deze link kon de vragenlijst op (een afgeschermd deel van) de website van Blauw Research worden ingevuld. De vragenlijst voor dit onderzoek is ontwikkeld door Blauw Research in samenwerking met het VCMB. Vervolgens is de vragenlijst geprogrammeerd en getest in de software van Blauw Research.
Tussentijdse trendmeting VCMB 2015
Steekproef, veldwerk Het volledige onderzoekspanel van het VCMB is benaderd voor het onderzoek. De bruto steekproef bestond uit een benadering van 649 panelleden en uitnodiging van credit managers door VCMB zelf. Uiteindelijk hebben 179 respondenten meegedaan aan het onderzoek. Bij aanvang van het onderzoek is 10% van de bruto steekproef uitgenodigd. Op het moment, dat ongeveer 10% van de beoogde (netto) respons was behaald, zijn tussentijds resultaten opgevraagd om te controleren of zich geen problemen hadden voorgedaan in de vragenlijst. Deze hadden zich niet voorgedaan. Vervolgens is de overige 90% uitgenodigd voor het onderzoek. Om de respons te bevorderen is er tussentijds een herinneringsmail verstuurd naar alle panelleden, die –op het moment van versturen- nog niet aan het onderzoek hadden deelgenomen. De veldwerkperiode heeft gelopen van 14 april tot en met 25 mei 2015. De invulduur van de vragenlijst betrof gemiddeld 6 minuten. Dataverwerking De mate waarin de uitkomsten van het onderzoek ook daadwerkelijk voor de gehele doelgroep gelden, uit zich o.a. in de validiteit en de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Op deze punten wordt nader ingegaan.
20545 / mei 2015
Validiteit Een bepalende factor in de algehele kwaliteit van onderzoek is de validiteit. Een goede validiteit duidt erop dat meetfouten binnen het onderzoeksproces worden geminimaliseerd. Bij dit onderzoek is hieraan ruime aandacht besteed. Bij de opzet en het ontwerp van de vragenlijst is veel aandacht geschonken aan de wijze van vraagstelling en aan het opstellen van (beproefde) antwoordcategorieën en –schalen. Voor zover mogelijk zijn alle antwoordcategorieën en vraagblokken gerandomiseerd en gerouleerd, waardoor mogelijke volgorde-effecten zijn uitgesloten. De vragenlijst is vooraf uitvoerig getest, waardoor interpretatiefouten bij respondenten zijn geminimaliseerd. De enquête wordt computerondersteund afgenomen, waardoor een tussentijdse nauwkeurige controle mogelijk is. Betrouwbaarheid Na afloop van het veldwerk is het opgebouwde databestand gecontroleerd. Het databestand is vervolgens geschikt gemaakt voor de statistische analyses. Analyse heeft plaatsgevonden door middel van de meest gangbare toetsen. In dit rapport worden de uitkomsten significant genoemd bij een betrouwbaarheid van 95% (=0,05). Dit betekent dat met minimaal 95% betrouwbaarheid gesteld kan worden dat waargenomen verschillen in de steekproef ook voor de gehele onderzoekspopulatie gelden.
Pag. 19