Media technologie: AUDIO 1 • • • • • • • •
HIFI = Hoge kwalitieit en betrouwbaarheid van geluid kwaliteit met zo min mogelijk ruis. Aliasing distortion = Zero-crossing = Is wanneer de geluidsgolf door de nuldoorgang over gaat of deronder. Bit depth = Beschrijft the nummers of bits aan informatie opgenomen voor elk audio sample ( hoe hoger hoe beter. ) Sample rate = De sample rate is het aantal keer (doorgaans gemeten per seconde) dat een converter de waarde van een signaal meet en die waarde opslaat. Pulse-code modulation (PCM) = Is een digitale voorstelling van een analoos signaal, waarbij de signaal waardes op regelmatige momenten word bemonsterd. AES/EBU (PROF) = Is een kabel dat bedoeld is voor het transporteren van digitale stereo PCM-signalen tussen verschillende apparaten en stereocomponenten. S/PDIF (CONSUMENT)= Is een kabel dat bedoeld is voor het transporteren van digitale stereo PCMsignalen tussen verschillende apparaten en stereocomponenten.
AUDIO 2 • • • • • • • • • • • • • •
CD = Compact disc ( Stereo geluid ). DVD audio = Een normale DVD met audio mogelijkheden. ( surround sound ). WAV / WAVE = Is een microsoft bestand voor het bewaren van audio op de PC. AIFF ( audio interchange file formater ) = Zijn ongecomprimeerde PCM gegevens ontwikkeld door apple. AU = Is een SUN UNIX bestand voor het bewaren van audio gegevens voor computeraal JAVA. MP3 (MPEG-1 Layer 3 )= De 3e laag is de audiolaag en is dus een compressie methode voor audio. ( Een formaat om muziek in op te slaan .mp3) AAC ( Advanced Audo Coding ) = De tegenhanger van .mp3 is ongeveer hetzelfde alleen verschild in KBPS. ACC word veel gebruikt door apple voor itunes en ipod's. Vorbis = Opensource compressiemethode voor geluidsbestanden die geen patent heeft. ( mp3 hebben licencies) FLAC ( free lossless audo codec) = ) is een bestand om zonder enig geluidsverlies (Lossless) audio te kunnen comprimeren. Anders dan MP3 offert het geen audio-gegevens op A-law ( EU ) = een standaard in audio compressie en expansie (vergroten).( omzetten van analoog naar digitaal ) µ-law ( JPN / NAUSA ) = is de Noord-Amerikaanse & Japanse variant van A-law alleen µ-law iets meer dynamische 'range' heeft. SIP = Session Initiation Protocol is een protocol voor communicatie met verschillende media. VoIP = Voice over ip en word gebruikt om te kunnen bellen over het internet ( Je stem over het internet ) skype. H323 = Is de tegenhanger van VoIP alleen richt deze zich meer op telefonie en sip op het internet.
AUDIO 3 • • • •
MIDI = Musical Instrument Digital Interface een digitaal notenschrift. Word gebruikt om elektronische muziekinstrumenten informatie uit te delen. ( werkt met commando's ). GM = General MIDI is een vaste indeling van klanken, waarbij ‘instrument 72’ altijd klinkt als hetzelfde instrument. GM kent 128 geluiden . GS = General Standard uitbreiding van GM. XG = Extended General Midi is weer een uitbreiding op GS.
• • •
•
SMF = standaard MIDI-files kunnen naast .mid worden opgeslagen als .smf. XMF = is bedacht om MIDI met andere muziekbestanden te combineren. mLan ( Music Local Area Network ) = Een protocol waarmee gesynchroniseerd verzenden en management van meerdere kanaals digitale audio, vido en controle signalen en MIDI over netwerk mogelijk word gemaakt. OpenSound Control (OSC) = is een manier om computers, synthesizers en andere multimedia apparaten in hetzelfde netwerk met elkaar te laten communiceren.
Beeld 1 • • • • • • • •
BIT-images = Beelden gemaakt uit bits. 8 bit / 16 bit / 24 bit. ( hoe hoger de bit hoe meer kleur) Raw = Raw duidt op een methode om afbeeldingen, die gemaakt zijn met een digitale camera, op te slaan (raw file bevat ruwe en onbewerkte data ) Resolutie = Het is een term die slaat op de dichtheid van het aantal beeldpunten (Pixels), hoe hoger de resolutie hoe meer beeldpunten er zijn. Kleurdiepte/palet = een term die gebruikt word om het aantal beschikbare kleuren aan te geven. Hoe hoger de kleurdiepte des te beter de weergavekwaliteit Non-compressed = dat het om het originele bestand gaat, hier zit alle informatie in. ( orgineel ) Compressed = dat het om het originele gecomprimeerde bestand gaat. ( verkleinen / vergroten ) Progressive scan = een manier van laden van beeld. Bij deze techniek word het beeld in een keer geladen in plaats van opgedeeld ( langzamer ) (non)-interlaced = een manier van laden van beeld. De ene helft bestaat uit alle even lijnen (even scanlines), de andere helft bestaat uit alle oneven lijnen (odd scanlines). ( sneller )
Beeld 2 •
• • •
•
•
SVG = Scalable Vector Graphics afbeelding die niet zoals een bitmap elke pixel beschrijft, maar alle lijnen, bogen etc opslaat om telkens de afbeelding opnieuw te genereren als deze wordt geladen ( VECTOR ) VRML = is de taal die gebruikt wordt om een 3d model te maken Interpolatie = Procedure bij afbeeldingen die wordt gebruikt om pixels toe te voegen of te verwijderen bij het groter of kleiner maken van een afbeelding. Encapsulated Postscript ( EPS ) = Een Encapsulated PostScript- bestand (afgekort: EPS) is een grafisch bestand in de taal PostScript In tegenstelling tot het algemene Postscript bevat EPS altijd hooguit één pagina. Vectorafbeeldingen = Een vectorafbeelding is een grafische voorstelling met behulp van eenvoudige meetkundige begrippen zoals punten, lijnen, krommen, polygonen e.d., die alle met wiskundige vergelijkingen beschreven worden. Bezier curves and surfaces = Een verzameling formules voor het beschrijven van gebogen lijnen (Bezier curve) en oppervlakken (Bezier surface).
RIGHTS 1 • •
Open Source = Is dat je vrije toegang hebt tot het bronmateriaal en het recht om er mee te doen wat je wilt. ( open bron ) ( linux ) Closed Source = Het tegenovergestelde van open source. Is software met licentie waarbij je niks mag veranderen aan de bron alleen gebruiken. ( gesloten bron ) ( Apple, Microsoft )
•
•
• • •
FSF (Free Software Foundation) = FSF is een non-profitorganisatie die zich richt op de productie en promotie van vrije software' o GNU = operating system is een project waar ze een beheersysteem willen hebben met alleen maar vrije software. Hieruit zijn verschillende licenties gekomen. GNU GPL = staat voor General Public License. Dit is een vrije software licentie. Deze is geschreven om het vrije software te promoten en te behouden. GNU LGPL = staat voor Lesser General Public License. Bij deze licentie is het belangrijk dat je NIET het product mag aanpassen. Daarnaast mag het kopiëren wel. GNU FDL staat voor Free Documentation License. Bij deze licentie mag je het product wel kopiëren maar niet aanpassen. Creative Commons licenses = CC is oorspronkelijk een Amerikaans project voor het bevorderen van open inhoud. Er zijn vier kenmerken: o Naamsvermelding = Het kopiëren, distribueren, vertonen en uitvoeren van het werk en afgeleide werken is toegestaan als de naam van de oorspronkelijke auteur word vermeld. o Niet Commercieel =Het kopiëren, distribueren, vertonen en uitvoeren van het werk mag niet gebruikt worden voor commerciële doeleinden o Geen Afgeleide werken = Het kopiëren, distribueren, vertonen en uitvoeren van het werk mag getoond worden maar het is verboden om het te veranderen. o Gelijk delen =Het distribueren van afgeleide werken is alleen toegestaan onder dezelfde licentie. Digital Rights Management ( DRM ) = Een techniek die het mogelijk maakt om digitalen rechten van makers of uitgevers van werken digitaal te beheren. Buma/Stemra = een stichting voor belangenbehartiging in Nederland voor componisten, tekstdichters en muziekuitgevers op het gebied van muziekauteursrecht. ( HAHAHAHA GEENSTIJL ) Brein = Bescherming Rechten Entertainment Industrie Nederland. De organisatie zoekt on en offline naar piraterij en geeft voorlichting over piraterij.
Tekst 1 • • • • • • • • •
ASCII = is een code waarme computer met elkaar kunnen communiceren bestaat uit tekens en cijfers. Het ASCII tabel bestaat uit 0-255 tekens Unicode = De tegenhanger van ASCII alleen heeft unicode het voordeel dat meer alfabetten bevat dan ASCII ( ASCII die alleen maar het Engelse en west-europese alfabet ondersteund ) UTF-8 (Unicode Transformation Format. ) = Is een manier om Unicode op te slaan als een stroom van bytes. Een tekencodering Vreemde tekens = alle tekens naast de reguliere letters en cijfers. Niet-Romaanse talen = de talen die niet bestaan uit het voor ons bekende alfabet (de Romaanse taal) Bold / Vetgedrukt = Bij het gebruik van een vetgedrukte/bold letter, maak je dit gedeelte door een hoger lettergewicht donkerder dan de rest van de tekst. ( DIKGEDRUKTE LETTERS ) Italic / Cursief = Cursief is de naam voor de naar rechts hellende letter ( SCHUINE LETTERS ) Underlined = Letters of woorden met een streep deronder Condensed/Gecondenseerd = Tekst waarvan de letterspacing ( ruime tussen de letters ) is verkleint
Tekst 2 • • •
Bitmap fonts = een lettertype waarbij elke pixel bij elke letter een eigen kleur krijgt. extensie .bmp Vector Fonts = een lettertype dat gemaakt word vanuit lijnen en bochten en ondanks zijn grote zijn kwaliteit behoud. Typeface = Een typeface is het uiterlijk en interpreteren van letters/cijfers/symbolen
• • • •
Aliasing = het afronden van scherpe pixels randjes. Het mooier en glader maken van rondjes en cirkels. Kerning = het creëren van bepaalde ruimtes tussen bepaalde lettercombinaties Proportional = dat bij een lettertype elke letter zijn eigen portie aan ruimte heeft. Monospaced = dat bij een lettertype elke letter dezelfde ruime heeft ( Mono = eenzijdig )
Tekst 3 • •
•
• • • • • • •
PostScript = PostScript is een programmeertaal voor tekst en afbeeldingen. Het is ontwikkeld door Adobe.( ontwikkeld voor de printer) ( DESIGN BUREAU'S ) Printer Command Language (PCL) = PCL is de tegenhanger van PostScript ontwikkeld door Hewlett Packard, ontwikkeld in 1984. Het onderscheidt zich van PostScript in de directe zin dat het een zogenaamde 'sequentiële' aansturing heeft. ( THUIS GEBRUIK ) PDF Portable Document Format = een formaat ontwikkeld door Adobe waarmee documenten in hun oorspronkelijke vorm gereproduceerd kunnen worden ( ongeacht wat voor platform het ziet het altijd hetzelfde eruit ) HTML = Hyper Text Markup Language Html is de taal waarmee websites weergegeven worden. Het is een script taal, geen programmeertaal. .Doc (Document) = De extensie .doc wordt gebruikt voor Microsoft Word documenten. .RTF = Multi-plaform alternatief voor .doc bestanden en ontwikkeld door microsoft. RGB-kleursysteem = Rood, geel en blauw kleuren systeem bedoeld voor licht ( beeldscherm ) CMYK-kleursysteem = Cyan, Magenta, Yellow, Key systeem bedoel voor inkt ( print media ) Full colour = Een techniek waardoor de CMYK kleuren samen tot een vol kleurrijk geheel komt ( Vol kleur ) Pantone = Met dit kleursysteem zijn de kleuren bepaald uit vooraf gemengde standaardkleuren. Deze menging van standaardkleuren is vastgelegd in een universeel kleurstysteem: Pantone Matching System (PMS)
Video 1 • •
•
• • • •
TV/D1 = Zijn standaard resolutie's voor : TV = 705x576 en D1 = 720 x 480 Fields/ Frames = Beeld is opgebouw in rijen pixels. De oneven regels vormen een field en de even vormen een field samen is het een Frame. Field + Field = Frame o PAL (Phase Alternating Line) = Europese analoge video standaard. 576 lijnen o NTSC (National Television System Committee) = NTSC is een Amerikaanse standaard o SECAM (Sequential Color with Memory) = Dit is van origine een Franse standaard, verbeterde versie van NTSC o PAL > SECAM > NTSC Square / non - Square pixels = Bij een beeldscherm is een square pixel echt vierkant. Maar op een tv is een pixel net is breder waardoor het geen vierkant is maar meer een rechthoekt. Hierdoor recht het beeld een beetje en lijk een cirkel soms een ovaal. Analoge televisie = Het signaal van het beeld dat op de tv te zien is, staat dus traploos ( onafgebroken ) in verband met het beeld dat te zien is. CVBS = Het analoge signaal om videobeelden te coderen wordt CVBS genoemd, Colour, Vision, Blanking en Synchronisation. S-VHS = VHS is de opname en afspeel standaard voor video recorders ( VIDEOBAND ) ( EEN BAND ) DVD - video = VD-video is een video formaat dat gebruikt wordt digitale video beelden op te slaan op een dvd. ( DIGITAAL )
Video 2 • • • •
• • • • •
•
HDTV = staat voor high-definition television of hogedefinitietelevisie en is een televisietechniek met een kwaliteit die als geavanceerder wordt aangemerkt ( 1024 beeldlijnen ) 4:3 (traditionele televisie) = Een traditioneel televisiebeeld heeft een beeldverhouding van 4:3 (4 eenheden in breedte, 3 eenheden in hoogte). |--| 16:9 (breedbeeldtelevisie) = Een beeldverhouding van 16:9 (16 eenheden in breedte, 9 eenheden in hoogte) |----| 720/1080/i/p = Zijn beeldscherm resolutie's. Het wilt zeggen dat bij bijv 720 dat hij 720 beeldlijnen heeft en dus meer pixels. o 720 - Heeft dus 720 beeldlijnen en hoe meer hoe scherper het beeld word o 1080 - Heeft dus 1080 beeldijnen en scherper dan 720 o P =Progressive scanning (Vertaald: "Progressief scannen") is een techniek voor het weergeven, opslaan of doorgeven van bewegende beelden waarbij de lijnen van elk frame tegelijk worden ververst. EEN 1 KEER o I =Interlaced scanning is een techniek om de kwaliteit van het beeld van een beeldbuis te verbeteren zonder meer bandbreedte te hoeven gebruiken. LIJNEN Blu ray = Blu ray is als formaat bedoeld voor de opslag van films in hd en is de opvolger van de dvd. ( 25 gb ) HDMI = kabel stuurt digitale signalen vanaf bijvoorbeeld een Blu-ray-speler, satelliet ontvangers (voor full-HD) naar de televisie. Component video = is bedoelt voor het versturen van signalen naar de TV. Component video bestaat uit drie signalen. MPEG2 = PEG2 word veel gebruikt voor het compressie van beeld en geluidsbestanden. En word voornamelijk gebruikt voor televisie uitzendingen. H264 = H264 word ook wel AVC genoemd. En het een middel om een videobestand te comprimeren. Dat betekend dat het bestand een stuk kleiner word. Het word gebruikt op onder andere op Youtube en Google video. ( STREAMING SNELLER ) DVB = Digital Video Broadcasting of DVB is het open standaard voor digitale televisie. En daarin heb je verschillende onderdelen. o DVB-T is digitale televisie wat word verzonden via zendmasten ( TOWER ) o DVB-C is digitale televisie wat word verzonden via kabel ( CABEL ) o DVB-S is digitale televisie wat word verzonden via Satelliet ( SAT ) o DVB-H is bijna het zelfde als DVB-T, alleen het is geoptimaliseerd voor mobile gebruik ( HAND )
Video 3 • • •
• •
Container = Pakketje waarin audio en video zijn ingepakt bijv. AVI of MKV Codec = een stuk hard- of software dat ons in staat stelt data te coderen en decoderen. bijv. MPEG of XviD .AVI (Audio Video Interleave )= is een multimediacontainer (videobestand) geïntroduceerd door Microsoft in november 1992 als deel van de "Video for Windows" technologie. AVI-bestanden bevatten zowel audio- als videodata in een standaardcontainer, . MKV = Matroska is een opensourcemultimediacontainer. Het Matroska-project bestaat sinds 2002 en is ontstaan uit het Multimedia Container Format-project (MCF). .FLV = Flash video (FLV) is de naam van een bestandsformaat dat gebruikt wordt om video over het internet af te spelen met behulp van Adobe Flash Player (oorspronkelijk geproduceerd door Macromedia).
•
• •
•
• • • •
Quicktime = is een multimedia-raamwerk dat programma's kunnen gebruiken voor ontsluiting van multimediale gegevens. QuickTime is ontwikkeld door Apple, en ondersteunt een groot aantal multimediaformaten. MOV is een speciaal videoformaat voor de QuickTime Player. Real player = RealPlayer is een cross-platform media speler gemaakt door RealNetworks MPEG1/2 = codecs voor audo en video o MPEG1 = is ontstaan in 1991 Het is een compressie standaard voor video-cd’s (video en audio) o MPEG 2 = is een aanvullig en geen opvolger voor MPEG1. MPEG 2 is bedoelt voor het hoge brandbreedte.Meestal wordt MPEG-2 gebruikt in digitale tv's, DVD-Video's en in SVCD MPEG-4-AVC = Toevoeging aan de MPEG codec familie. Gebruikt voor o.a. flash video op youtube. Acceptie word beperkt door vele patenten die hier op rusten en mogelijke licentiegelden die hiervoor van gebruikers en afspeelmedia gevraagd worden. DivX = is een standaard om digitale videobestanden compact op te slaan door middel van een compressiealgoritme dat geoptimaliseerd is voor videobeelden. XviD = is een opensourcevideocodec om digitale films op te slaan en is geschikt om met hoge compressie toch een acceptabele tot hoge kwaliteit te realiseren. VGA = video graphics array is een standaard voor het weergeven van beelden op een computermonitor. ( IBM ) ( blauwe kop voor je beeldscherm ) DVI = digital visual interface en was oorspronkelijk bedoeld als interface voor monitoren. Sindsdien is het gebruik echter zodanig uitgebreid dat het een standaard in wording is voor digitale gegevensoverdracht. ( Witte kop voor je beeldscherm berder als vga )HD