Masterplan Sportpark Oude Landen Ekeren Opmaak van een Masterplan
SS pp oo rr tt pp aa rr kk OO uu dd ee LL aa nn dd ee nn EE kk ee rr ee nn
1
Cluster Landscape Grontmij Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
Verantwoording S p o r t p a r k
Titel : Masterplan Sportpark Oude Landen in Ekeren Subtitel : Opmaak van een masterplan Projectnummer : 288309 Referentienummer : 288309_ra Revisie : c Datum : 25 oktober 2010 Auteur(s) : Manu Versluys (Grontmij) David Verhoestraete (Cluster) E-mail adres :
[email protected] [email protected]
O u d e
Contact : Grontmij Vlaanderen Hanswijkvaart 51 B-2800 Mechelen T +32 15 45 13 00 F +32 15 45 13 10
[email protected] www.grontmij.be Cluster Landscape Koolstraat 15 a B-2140 Borgerhout T +32 486 64 27 94 F +32 3 257 73 02
[email protected] www.cluster-landscape.be
L a n d e n E k e r e n
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
2
Inhoudsopgave 5 5 6
2
WEDSTRIJDONTWERP 2.1 Krachtlijnen 2.2 Juryverslag wedstrijdontwerp
8 8 9
3
ANALYSE 3.1 Analyse van de bestaande toestand 3.1.1 Beriekbaarheid 3.1.2 Landschap 3.1.3 Natuur 3.1.4 Water 3.1.5 Eigendomsstructuur 3.2 Analyse planningscontext 3.2.1 Juridische plannen 3.2.2 Beleidsplannen 3.2.3 Uitvoeringsplan spoorwegen TUC-rail
11 11
4
CONSULTATIERONDE
18
5
BIJKOMEND ONDERZOEK 5.1 Inplanting ondersteunende infrastructuur 5.1.1 Scenario 1 5.1.2 Scenario 2 5.1.3 Scenario 3 5.2 Waterproblematiek 5.2.1 Resultaten studie provincie Antwerpen 5.2.2 Meting grondwaterpeil 5.2.3 Hoogtepeilen 5.2.4 Voeding grachtensysteem 5.2.5 Typeproefielen grachten
21
23
L a n d e n
MASTERPLAN 6.1 Krachtlijnen 6.2 Functioneel programma van eisen 6.3 Inrichtingsprincipes 6.3.1 Ontsluitingsstructuur 6.3.2 Sportinfrastructuur
27 28 30 31
E k e r e n
6
3
S p o r t p a r k
INLEIDING 1.1 Wedstrijdporcedure 1.2 Voorstelling Grontmij - Cluster Landscape
1
13
7
6.3.3 Groenstructuur 6.3.4 Structurerend waternetwerk 6.4 Referentieontwerp ACTIEPLAN 7.1 Juridische documenten 7.2 Opmaak technisch dossier inrichting omgevingswerken 7.3 Opmaak technisch dossier sporthal - afstemming plannen TUC RAIL 7.3.1 Technisch dossier 7.3.2 Afstemming plannen TUC RAIL 7.4 Bijkomend onderzoek waterstanden 7.5 Opmaak technisch dossier weginrichting Oude Landen 7.6 Aankoop gronden 7.7 Economische haalbaarheid 7.8 Opmaak faseringsplan 7.8.1 Planning 7.8.2 Werken
38 42 42 42 43
43 43 44 44 44
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
O u d e
S p o r t p a r k
S p o r t p a r k
O u d e
O u d e
L a n d e n
L a n d e n
E k e r e n
E k e r e n
4
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
1 Inleiding 1.1 Wedstrijdprocedure Aanleiding van deze ontwerpopdracht is de geplande herinrichting van de ongelijkgrondse kruising van spoorbundels waardoor het uitzicht van de zone tussen lijn 27a en de weg De Oude Landen in de toekomst drastisch zal veranderen. Deze strook - die vandaag deels wordt ingevuld door de voetbalclub SK Donk en deels door weidegrond - voelt momenteel aan als een restzone en dreigt door de geplande infrastructuurwerken nog verder te degraderen. De Stad Antwerpen en het district Ekeren wensen deze reststrook om te vormen tot een zone waar aangenaam kan worden ontspannen, zowel actief als passief. In september 2009 werd daarom een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor de opmaak van een masterplan voor het projectgebied Sportpark Oude Landen. Daarbij werden 5 doelstellingen geformuleerd: - Functionaliteit Het ontwerp dient optimaal te functioneren voor elke gebruiker, van de georganiseerde sporter, over de recreatieve loper en de spelende buurtkinderen, tot de mensen die minder goed te been zijn. Elke gebruiker moet zijn doel in het park kunnen bereiken zonder de andere gebruiker tot last te zijn. - Waterhuishouding Het ontwerp mag geen negatieve invloed hebben op de waterhuishouding van de omgeving. Het ontwerp moet minstens ‘waterneutraal’ zijn (d.w.z. het water dat binnen de zone valt moet ook binnen deze zone worden opgeslagen). - Natuurlijke kwaliteiten Het ontwerp dient een de natuurlijke kwaliteiten van de aanwezige Oude Landsebeek te optimaliseren en de aanwezige landschappelijke waarden (bos- en houtkanten) zo optimaal mogelijk te benutten. Het sportpark moet voldoende natuurkwaliteit vertegenwoordigen om als schakel te fungeren binnen het Noorderpark (cfr. S-RSA) - Faseerbaarheid Het ontwerp dient eenvoudig faseerbaar te zijn in functie van de geplande werken aan de spoorlijnbundel.
5
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
- Programma van eisen sportinfrastructuur Volgende sportinfrastructuur dient voorzien te worden: overdekte sportinfrastructuur + randvoorzieningen, behoud van de bestaande voetbalvelden, multifunctionele sportvelden, ruimte voor de niet-georganiseerde recreatie, loopparcours, bmx-parcours, een groene veilige speelruimte (speelbos) en wandelpaden. In deze ontwerpwedstrijd werden in eerste instantie drie studiebureaus (of een tijdelijke vereniging van meerdere bureaus) geselecteerd. Deze dienden een eerste voorontwerp van masterplan in te dienen. Het ontwerp van studiebureau Grontmij i.s.m. Cluster landscape werd als winnaar uitgekozen.
Cluster Landscape
Cluster is een ontwerpbureau voor landschapsarchitectuur & stedenbouw en staat voor een multidisciplinaire aanpak waarbij voor elk project de juiste combinatie van landschapsontwerp, ruimtelijke planning, ecologie en architectonische vormgeving wordt ingezet. De ruimtelijke opgaven van deze tijd vragen immers om integrale ontwerpoplossingen waarbij de expertise vanuit verschillende werkvelden worden geïntegreerd en een nieuwe ruimtelijke vertaling krijgen. Cluster landscape hecht veel belang aan een bevragende en aftastende attitude en aan doorgedreven ontwerpend onderzoek waarbij steeds gezocht wordt naar nieuwe verbanden tussen de verschillende schaalniveaus, functies en processen in het landschap
1.2 Voorstelling Grontmij – Cluster landscape Grontmij
Grontmij is een multidisciplinair studiebureau met ruime ervaring op het vlak van stedenbouwkundige en infrastructurele projecten. Het curriculum van Grontmij bevat duurzame ontwikkelingsprojecten van stedelijke inpassingen, centrumontwikkelingsgebieden, bedrijventerreinen, multifunctionele stedelijke projecten, haalbaarheidstudies en project- en procesmanagement van stedelijke investering- en infrastructuurprojecten. Grontmij is een internationaal bedrijf met verschillende vestigingen in Vlaanderen. De diverse projecten van Grontmij dragen steeds een publiek karakter in zich. Immers, het ‘publieke’ is op zoveel schaalniveaus en binnen zoveel ontwerpopgaven aanwezig, dat het in alle projecten een belangrijke rol speelt, zoals in de stadsontwerpen, infrastructuurprojecten en landschapsprojecten. Behalve aan het technische en procesmatige aspect van een project besteden we daarom bijzondere aandacht aan het publiek functioneren van iedere ruimtelijke ingreep, ongeacht de aard of de schaal. We streven naar kwalitatieve straten, pleinen, parken en landschappen, bouwblokken, stadsdelen en bedrijventerreinen. Onze bekwaamheid blijkt niet enkel uit duurzame visies en creatieve ideeën, concepten voor de stedelijke, economische en landschappelijke structuur, maar gaat van ontwerp tot uitvoering en blijkt daarom ook uit onze expertise van gedetailleerde technische aspecten van de inrichting van het publieke stedelijk weefsel.
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
6
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
7
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
2 Wedstrijdontwerp S p o r t p a r k
In dit hoofdstuk worden de krachtlijnen van het wedstrijdontwerp summier toegelicht. Deze krachtlijnen zijn in de studie steeds behouden gebleven als uitgangspunt bij de verdere uitwerking van het masterplan. 
2.1 Krachtlijnen De visie van het studiebureau stelt het maximaliseren van de beleving van het park als een autonoom en volwaardig landschapspark centraal. Daarbij wordt het huidige karakter van de projectzone als ‘bufferstrook’ teniet gedaan. De visie vertrekt vanuit drie ruimtelijke principes: Figuur 2: ontwerp masterplan wedstrijdprocedure
2.1.1 Spoorwegtalud als bindend element
O u d e L a n d e n
Het nieuwe spoorwegtalud wordt als een structurerend element gebruikt in de nieuwe lijnvoering van het sportpark. In plaats van bij een meer traditionele spoorwegberm, wordt het hoogteverschil tussen spoorlijn en maaiveld opgevangen door een brede, flauw hellende boszone waarin verschillende vormen van zachte recreatie worden opgenomen. Het voorziene talud wordt daarbij verbreed tot een volwaardige bosstrook tussen 25 en 65m breedte. Op die manier maakt het spoorwegtalud integraal deel uit van het landschapspark. Bovendien wordt het hellende bos visueel beleefd als een groen ‘decor’ dat een gevoel van beschutting creëert rondom de sportzone en tegelijk een visueel decor vormt voor de woonwijk. Surplus wordt de spoorlijn aan het zicht onttrokken. 2.1.2 Structurerend waternetwerk Figuur 3: spoorwegtalud als bindend element
E k e r e n Figuur 4: structurerend waternetwerk
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
De waterproblematiek in het gebied wordt aangepakt door het ontwikkelen van een fijnmazig structurerend netwerk van grachten tussen de sportvelden. Dit grachtennetwerk zorgt enerzijds voor een optimale drainage van de sportvelden en anderzijds voor de berging van overtollig water. Het brede profiel van het grachtensysteem zorgt voor ecologische verbindingen doorheen het park. Bij extreme wateroverlast kan de druk weggenomen worden door de opvang van water in een lager gelegen grasveld, voorzien in de omgeving van de Oudelandse Beek. Het lager gelegen grasveld kan in de winter gebruikt worden als schaatsweide door er eenvoudig water in te laten. In de zomerperiode kan het grasveld ondermeer dienst doen als waterspeeltuin of extra sportruimte.
8
2.1.4 Bundeling van dienstgebouwen
Figuur 5: zonering in harde en zachte recreatie
Het ontwerp voorziet een bundeling van de verschillende dienstgebouwen in één centrale strip. Deze centrale strip herbergt de conciërgewoning, parking, voetbalkantine en kleedkamers, opslagplaatsen, etc. Aan het einde van de centrale strip is de nieuwe sporthal voorzien. De sporthal is een rechthoekig centraal gebouw (40 x 60 x 10m) met één representatief gevelvlak en 3 gevels die deels tot volledig zijn ingewerkt in de helling van het spoorwegtalud. De centrale strip biedt als voordeel dat de ontsluiting voor autoverkeer overzichtelijk wordt georganiseerd door middel van één centrale toegangsweg. Doordat de parking en de dienstgebouwen (kantine, kleedkamers, etc) centraal zijn ingeplant ten opzichte van de verschillende omliggende sportvelden blijven de afstanden beperkt. Op het dak van de sporthal wordt een publiek toegankelijk terras voorzien van waarop een panoramisch uitzicht over het sportpark mogelijk is.
2.2 Juryverslag wedstrijdontwerp Het juryverslag vermeldt volgende opmerkingen: “De tweedeling in de zonering van harde en zachte recreatie enerzijds en het rasterpatroon van watergrachten anderzijds geeft een heldere, leesbare stedenbouwkundige structuur die als voordeel heeft dat het flexibel en faseerbaar is: elke maas in het rasterpatroon kan een andere functie krijgen als de nood zich voordoet en toch blijft de basisstructuur overeind. Daarnaast stelt deze structuur duidelijk de lijnen waardoor dit zeer eenvoudig tot in het detail kan worden uitgewerkt door andere (openbaar domein-) ontwerpers. 2.1.3 Zonering in harde en zachte recreatie Het ontwerp voorziet een tweedeling in de lengterichting. Het westelijke gedeelte bevat de zachte recreatieve functies (speelbos, bmx-parcours) en is opgenomen in het talud. In deze zone worden onverharde wandelpaden voorzien. Het oostelijke deel is meer gericht op actieve sport en is volkomen vlak. In deze zone worden verharde paden voorzien die gekoppeld zijn aan het waternetwerk.
9
De structuur van verbrede grachten werkt duidelijk structurerend en vergroot de eenheid in het ontwerp. De grachten bieden voldoende ruimte om het gebied ‘waterneutraal’ te maken. Doordat de toegangen tot het sportpark steeds ten opzichte van de bestaande straten gelegen zijn, is de toegankelijkheid van het gebied is optimaal.“
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
10
3 Analyse Tijdens en na de wedstrijdfase is er een analyse gebeurd van het projectgebied en zijn ruimere omgeving. De belangrijkste elementen zijn hieronder weergegeven.
3.1 Analyse van de bestaande toestand 3.1.1 Bereikbaarheid Het sportpark grenst aan twee straten: de weg De Oude Landen en de Prinshoeveweg. Beide zijn woonstraten. De weg De Oude Landen wordt gebruikt als route naar het noorden van Merksem. Op de weg De Oude Landen zijn enkele bushalten te vinden. Doorheen de straat rijden de buslijnen 660 en 661 van Antwerpen over Merksem naar Ekeren. 3.1.2 Landschap Figuur 6: relictzones
Het landschap wordt gekenmerkt door een lineaire structuur van ontwateringgrachten en weilanden. Een deel van het projectgebied is aangeduid als relictzone omdat er waardevolle landschapselementen van bos- en houtkanten voorkomen in relatief gave, herkenbare onderlinge samenhang. Deze zone zal echter verdwijnen door de infrastructuurwerken. 3.1.3 Natuur Het projectgebied is grotendeels aangeduid als een complex van minder waardevolle en waardevolle elementen. De bos- en houtkanten rond het voetbalveld zijn gekarteerd als biologisch waardevol. 3.1.4 Water - Watergevoeligheid Een groot deel van het projectgebied is effectief overstromingsgevoelig (groen op kaart). Een deel ervan is mogelijk overstromingsgevoelig (blauw op kaart). De aanliggende wijk heeft eveneens te kampen met een overstromingsproblematiek.
Figuur 7: Biologische Waarderingskaart
11
Op de kaart met recente overstroomde gebieden is het zuidelijke deel van het projectgebied aangeduid als recent overstroomde gebied evenals een groot deel van de aangrenzende wijk
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
S p o r t p a r k
- Scenario Oude Landen Door IMDC is in opdracht van de provincie Antwerpen, departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid een studie opgemaakt over het opwaarderen van de hydrologische en hydraulische modellen van de provincie Antwerpen, scenario Oude Landen. Dit kaderde mee in de studie “Landschapsinrichtingsplan Natuurpark Oude Landen” over het naastgelegen gebied Oude Landen (zelfde naam) aan de westzijde van het projectgebied van sportpark Oude Landen. Doel is om het gebied gelegen tussen de verschillende spoorlijnen als gecontroleerd overstromingsgebied te gebruiken. Hierbij zal de Laarse Beek afgeleid worden naar de Oudelandse Beek. Hiervoor is een landschapsinrichtingsplan opgemaakt. 3.1.5 Eigendomsstructuur
O u d e
Het projectgebied is al grotendeels in handen van stad Antwerpen. Door een grondenruil met de NMBS-holding door te voeren, zal stad Antwerpen quasi heel de zone in handen hebben. Figuur 8a: Overstromingsgevoeligheid (donkerblauw =effectief; lichtblauw = mogelijk)
L a n d e n
In het masterplan is voorzien dat de nieuwe sporthal in het vernieuwde talud wordt ingeschoven. TUC-Rail stelt hier als voorwaarde dat de sporthal niet verder dan de lijn van het oorspronkelijke talud kan geplaatst worden. Het talud voorzien in de plannen van TUC-Rail blijft eigendom van TUCRail/Infrabel. Dit betekent niet dat het beheer niet door iemands anders kan gebeuren. Bij de verdere technische uitwerking van het dossier zullen hierin duidelijke afspraken gemaakt moeten worden tussen beide partijen.
E k e r e n Figuur 8b: Recent Overstroomde Gebieden
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
Figuur 9: Eigendomsstructuren
12
3.2 Analyse planningscontext 3.2.1 Juridische plannen Gewestplan Het projectgebied kent volgens het gewestplan drie verschillende bestemmingen. Het grootste gedeelte is bestemd als recreatiegebied, een deel is parkgebied en een deel is agrarisch gebied. Volgens het KB van 28/12/1972 “betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen” is het volgende mogelijk in de verschillende bestemmingen:
Figuur 10: Gewestplan
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, naast verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op tenminste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. De recreatiegebieden zijn bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accommodatie, al dan niet met inbegrip van de verblijfsaccommodatie. In deze gebieden kunnen de handelingen en werken aan beperkingen worden onderworpen ten einde het recreatief karakter van de gebieden te bewaren. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. 
13
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
S p o r t p a r k
3.2.2 Beleidsplannen Strategisch ruimtelijk structuurplan Antwerpen
O u d e L a n d e n E k e r e n
Figuur 11: Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA)
GRUP Spoorweginfrastructuur Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed (RWO) – ruimtelijke planning maakt met het integratiespoor een GRUP op voor de bijkomende spoorweginfrastructuur ‘Oude Landen’. Dit GRUP is vereist omdat de zone tussen de twee spoorlijnen (12 en 27A) momenteel de bestemming parkgebied heeft. De eerste stap om tot een GRUP te komen via het integratiespoor is de nota voor publieke consultatie, binnen de MER-procedure kennisgevingdossier. Binnen deze nota wordt aangegeven wat men wil onderzoeken in het kader van het MER.
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
Het plangebied behoort volgens het s-RSA tot de zachte ruggengraat, meer bepaald het Noorderpark. De Zachte Ruggengraat is een opeenvolging van onderling verbonden ruimten, gerelateerd aan het watersysteem. De gebieden langsheen de verschillende waterlopen en kanalen, die moeten open gehouden worden voor overstromingen, tekenen een ruimte af die de basis vormt voor een systeem van vijf parken. Deze parken - waaronder het Noorderpark - leggen relaties met de omgeving en met de natuurlijke structuur. Ze zijn afgestemd op de structuur van de waterelementen zoals beken, afvoerkanalen en grachten. Het Noorderpark moet de ontwikkeling garanderen van de verbindende parkstructuur in het noordelijke deel van de stad en moet het bebouwde perifere landschap in Brasschaat/Schoten verbinden met de Schelde en het centrum. De verbinding wordt gerealiseerd via de groene singel en Spoor Noord en loopt langs het Havengebied. De ontwikkeling van de ecologische waarden van de gebieden langs de Laarse en Donkse beek enerzijds, en het voorzien van voldoende recreatieve en sportfaciliteiten voor Luchtbal, Merksem en Ekeren anderzijds zijn andere basisdoelstellingen van het Noorderpark. Deze recreatie kan enkel in afgebakende zones en gelinkt aan het park door middel van wandel- en fietspaden. De recreatieve kwaliteiten van het park moeten georganiseerd worden in evenwicht tussen toegankelijkheid enerzijds en bescherming van de natuur anderzijds. In de delen die niet onder bescherming staan is informele sport toegelaten. Het strategisch project Laarse –Oudelandse Beek vertrekt vanuit de intentie een doorlopend park te realiseren langsheen het water, het behoud van de natuurlijke waarde en het toevoegen van enkele ‘lichte’ uitrustingen: voet- en fietspaden en enkele kleinere voorzieningen in de onmiddellijke omgeving van woningen. Het s-RSA schrijft dat de inplanting van de spoorwegbundels ten zuiden van het stroomgebied van de Oudelandse beek beperkt blijven, om zo een bufferzone en parkgebied te behouden ten noorden ervan. Enerzijds als behoud van het landschappelijk karakter en anderzijds om de kwaliteit van het nabij gelegen woongebied te vrijwaren.”
14
Mobiliteitsplannen - Deelmobiliteitsplan Oude Landen De weg De Oude Landen en de Prinshoeveweg zijn aangeduid als een deel van het lokaal ontsluitend busnet en worden als lokale weg type III - woonstraat aangeduid. Voor De Oude Landen en de Prinshoeveweg is een opwaardering voorzien van het provinciale fietsroutenetwerk zodat non-stop hoofdroutes ontstaan. Non-stop hoofdroutes zijn doorlopende fietsroutes voor lange afstandsverplaatsingen, waar langere trajecten (quasi) ‘non-stop’ kunnen gebeuren. Bovenlokale functionele fietsroutes zorgen voor de verbinding tussen meerdere gemeenten of districten onderling en voor de aansluiting op de hoofdroutes in de nabijheid.
Figuur 12: Ontwerpvisie Natuurpark Oude Landen (Arcadis)
Landinrichtingsplan Natuurpark Oude Landen TUC-rail heeft aan Arcadis-Aeolus de opdracht gegeven om voor het gebied tussen de twee spoorlijnen een inrichtingsplan uit te werken. Deze zone wordt volgens de huidige plannen een halve meter afgegraven om als waterbekken te dienen en zo de wateroverlast van de naastgelegen woonwijken te verlichten. Het huidige landbouwgebruik zal vervangen worden door natte natuur. Doorheen het gebied worden wandel- en fietspaden voorzien. Onder de spoorwegberm van lijn 27a worden twee doorgangen voorzien. De doorgang aan de Oude Landsebeek krijgt een brede overspanning om zo de binding tussen het gebied binnen de sporen en het sportpark Oude Landen niet alleen functioneel te vergroten maar ook de visuele link beter tot uiting te laten komen. Bovendien kan zo de kwaliteit van de Oude Landsebeek verbeterd worden. De andere doorgang, ter hoogte van de Laarse beek zal eerder een functionele verbinding zijn.
15
- Verkeerleefbaarheidsplan De weg De Oude Landen kent een probleem van doorgaand autoverkeer aan een te hoge snelheid. Omdat er vlakbij de straat geen bebouwing staat, er een vrijliggend fietspad ligt en het verkeer wordt geremd door vier verkeersplateaus is de problematiek getemperd. In het smalle eenrichtingsgedeelte van de Prinshoeveweg ligt reeds een verkeers-plateau op het kruispunt met de Jozef Ickxstraat. Dit wordt best aangevuld met een drietal bijkomende plateaus: één ter hoogte van de Kruidenlaan, één ter hoogte van De Oude Landen en één daar tussenin, in het ontdubbelde gedeelte. Het aanbrengen van een rode fietssuggestiestrook geeft een visueel versmallingseffect en kan mede de snelheid naar beneden halen. Voorts vormt de tunnel onder de spoorweg, na de voorziene versmalling tot één rijstrook, op zich een aanzienlijke snelheidsremmer (zelfs zonder verkeerslichten). - Wijkcirculatieplan Er wordt een rotonde voorgesteld op het kruispunt Prinshoeveweg - De Oude Landen om de evenwaardigheid van de wegfunctie te benadrukken. Er wordt voorgesteld de Kretenborglaan te knippen ter hoogte van De Oude Landen wegens slechte zichtbaarheid komende uit Kretenborglaan.
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
S p o r t p a r k O u d e
3.2.3 Uitvoeringsplan spoorwegen TUC-Rail TUC-Rail gaat op de spoorlijn 27a een ongelijkgrondse kruising aanleggen en een bijkomende spoorwegbundel realiseren langs lijn 12. Dit betekent dat de taluds aan het projectgebied substantieel verhoogd zullen worden en de ligging van de sporen zal veranderen. In het noorden zal de spoorlijn iets meer uitwaaieren naar het oosten. De buik van het projectgebied wordt dan weer iets groter.
Figuur 13: Over te dragen spoorweggronden (geel) en te verwerven gronden (paars)
L a n d e n E k e r e n
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
16
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
17
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
4 Consultatieronde
S p o r t p a r k
Het wedstrijdontwerp werd aan de verschillende betrokken actoren gepresenteerd in een consultatieronde. De opmerkingen hebben geleid tot de verfijning en aanpassing van het wedstrijdontwerp. In deze consultatieronde zijn volgende actoren betrokken: - stad Antwerpen (verschillende diensten, waaronder Stadsontwikkeling, - AG-Vespa, Sportdienst, Stedelijk Wijkoverleg, Mobiliteit en Openbaar Domein) - district Ekeren, - TUC-Rail, - Voetbalclub SK Donk. Volgende opmerkingen werden daarbij geformuleerd:
O u d e
- Sporthal Er dient te worden onderzocht of het mogelijk is de kleedkamers en de kantine van KSK Donk te integreren in de nieuwe sporthal evenals de mogelijkheid om een cafetaria te voorzien op niveau + 1, gekoppeld aan het panoramische dakterras. Hierdoor is er zowel een zicht op de velden in de sporthal als een zicht op de sportinfrastructuur buiten. Voetbalclub SK Donk staat niet weigerachtig tegenover een gezamenlijke infrastructuur (alles in de sporthal), mits er duidelijke afspraken kunnen gemaakt worden met de betreffende clubs in de sporthal.
L a n d e n
- Inplanting sporthal Omwille van stabiliteit en eigendomsstructuren van het spoorwegtalud mag de sporthal slechts ingeplant worden vanaf de voet van een 8/4 talud.
E k e r e n
- Parking De parking is gelegen in het midden van de centrale strip. Er dient te worden onderzocht of andere scenario’s mogelijk zijn indien de kleedkamers en de kantine zouden worden geïntegreerd in de nieuwe sporthal. Tevens dient de parking een ‘groenere’ invulling te krijgen door het aanplanten van lage hagen.
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
18
- Afstand tot spoor De zone met hoogstammige bomen aan de bovenkant van het talud is niet mogelijk i.f.v. veiligheid (omvallende bomen). Er dient een zoomvegetatie te worden voorzien bestaande uit laag struikgewas. De stelregel hierbij is dat de hoogte van de beplanting minimaal als afstand tot de bovenkant van het talud wordt genomen. Zo wordt voorkomen dat bijvoorbeeld bomen op de spoorlijnen kunnen vallen. - Voetgangersbrug Het wedstrijdontwerp voorziet een fietsverbinding bovenop de beboste spoortalud om de twee beboste zones aan weerszijden van de spooronderdoorgang t.h.v. de Oudelandse beek met elkaar te verbinden. Deze extra brug strookt met de uitgewerkte visie voor deze onderdoorgang (met name de garantie van een relatie tussen woongebied en natuurpark) in de landschapsinrichtingstudie. In onderling overleg met de verschillende actoren wordt beslist de brug weg te laten.
Na de consultatieronde bleek duidelijk dat de uitgangspunten van het wedstrijdontwerp behouden kunnen blijven: - spoorwegtalud als bindend element, - een structurerend waternetwerk, - zonering in harde en zachte recreatie, - bundeling van dienstgebouwen, - ontsluitingsstructuren, - inplanting sporthal in talud, - verschillende typologieën van groen.
O u d e
- Hoekperceel Een deel van het groot voetbalveld ligt in woonzone. Het betreft het hoekperceel in de bocht van de weg De Oude Landen. Er dient te worden onderzocht of het voetbalveld noordwaarts kan worden opgeschoven zodat het perceel alsnog verkocht kan worden als bouwkavel.
L a n d e n
- Sportvelden Voor de voetbalclub dienen minimaal twee grote voetbalvelden (60 x 100m) en twee duveltjes velden (20 x 40m) te worden voorzien. Het masterplan laat toe dat er in een later fase eventueel meerdere kleinere velden kunnen worden voorzien. Er dient te worden onderzocht of het mogelijk is tribunes en/of een overkapping te voorzien langsheen het hoofdveld.
E k e r e n
- Fietsparcours Er dient te worden onderzocht of het mogelijk is een behendigheid- en fietsparcours te integreren in de sportzone, misschien in combinatie met het BMX-parcours. - Groene invulling De zone waarin de sportvelden gelegen zijn, mag een groener karakter krijgen. Er wordt specifiek gevraagd of het mogelijk is om bomen te voorzien.
19
S p o r t p a r k
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
20
5 Bijkomend onderzoek Op basis van de consultatieronde zijn enkele bijkomende onderzoeken gebeurd: In eerste instantie werd gezocht naar een aantal scenario’s inzake inplanting gebouwen. Is behoud van de conciërgewoning, voetbalkantine en kleedkamers op de huidige locatie noodzakelijk? Wat is een ideaal scenario? Kan de parking ergens anders ingeplant worden? Dit is echter niet enkel een ruimtelijk vraagstuk, maar ook een vraagstuk op vlak van beheer, gebruik, kostenplaatje. Voor het masterplan is enkel het ruimtelijk aspect bekeken, aangezien dit de opdracht is. Een tweede belangrijk element is de waterproblematiek. In de wedstrijdfase waren een aantal principes naar voor geschoven waarvoor bijkomend onderzoek noodzakelijk is. Pas na de wedstrijdfase is voldoende informatie ter beschikking gekomen om hierin duidelijke uitspraken te doen.
5.1 Inplanting ondersteunende infrastructuur Er zijn drie verschillende scenario’s onderzocht met betrekking tot de inplanting van de ondersteunende infrastructuur.
Figuur 14: Scenario 1
Het eerste scenario gaat uit van het behoud van de huidige conciërgewoning, kantine en kleedkamers. Het tweede scenario gaat uit van het behoud van de conciërgewoning en de sloop van de kleedkamers en kantine. Deze worden opnieuw gebouwd parallel aan het hoofdvoetbalveld. Het derde scenario gaat uit van de sloop van de conciërgewoning, de kleedkamers en kantine. Deze worden allen opgenomen in de nieuw te bouwen sporthal. 5.1.1 Scenario 1 Dit scenario gaat uit van het behoud van de huidige voetbalkantine, kleedkamers en conciërgewoning. De parking blijft zijn centrale inplanting behouden ter hoogte van de nieuwe sporthal. Er wordt één centrale toegangsdreef voorzien die uitkomt op de ingang van de nieuwe sporthal.
21
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
S p o r t p a r k
5.1.2 Scenario 2 Dit scenario gaat uit van het behoud van de huidige conciërgewoning en de sloop van de voetbalkantine en kleedkamers. De parking blijft zijn centrale inplanting behouden ter hoogte van de nieuwe sporthal, maar wordt veel smaller. Parallel aan de parking wordt een nieuwe kantine voorzien die rechtstreeks gekoppeld is aan het hoofdvoetbalveld. 5.1.3 Scenario 3 Dit scenario gaat uit van de sloop van de huidige voetbalkantine, kleedkamers en conciërgewoning. Deze worden geïntegreerd in de nieuwe sporthal. De parking verschuift naar de straatzijde aan beide zijden van de centrale toegangsdreef voorzien die uitkomt op de ingang van de nieuwe sporthal.
O u d e Figuur 15: Scenario 2
L a n d e n
Na evaluatie met de verschillende actoren is gekozen voor scenario 3, waarbij alle infrastructuur wordt geïntegreerd in de sporthal. Dit laat eveneens toe een herschikking te doen van de verschillende sportvelden. In het volgende hoofdstuk worden deze toegelicht.
E k e r e n Figuur 16: Scenario 3
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
22
5.2 Waterproblematiek
5.2.2 Meting grondwaterpeil
Voor de opvang van de waterproblematiek zijn een aantal principes uitgeschreven die in het masterplan zijn ingewerkt. Deze zullen later in een technisch uitvoeringsplan moeten vertaald worden.
Omwille van de correcte technische uitvoering en een kans op slagen van het waterconcept is het noodzakelijk dat er een duidelijk beeld verkregen wordt van het grondwaterpeil in het projectgebied van het sportpark Oude Landen.
5.2.1 Resultaten studie provincie Antwerpen Uit de studie van IMDC en eigen analyses en interpretaties zijn volgende elementen m.b.t. de studie van het sportpark Oude Landen naar voor te schuiven: - peil Oudelandse beek bij droog weer: 2,25 TAW - stroming 30 l/s in de beek - grondwaterpeil in winter: 2.70 - 2.80 - grondwaterpeil in zomer: ± 30 cm lager - winterpeil Oudelandse beek varieert tussen 3.10 – en 3.90 TAW - waterpeil komt jaarlijks op 3.10 TAW - waterpeil komt 1x per 100 jaar op 3.90 TAW
Daarom wordt voorgesteld om minstens 1 jaar lang maandelijks een meting te doen van het grondwaterpeil. 5.2.3 Hoogtepeilen Op basis van een grondwaterpeil van 2.70 en de gegevens uit de studie van de Oudelandse Beek zijn volgende hoogtepeilen bepaald: Uit de analyse van het watergegeven blijkt dat het water in de Oudelandse Beek in het projectgebied bij een 100-jarige bui op 3.90 TAW staat. Alle wenselijk niet-overstroombare infrastructuur wordt op min. 4.20 TAW voorzien.
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Figuur 17: Hoogtepeilen
23
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k
De sportvelden worden voorzien op hoogte van 3.75 TAW. Dit is een hoogte die zelden zal bereikt worden door het water, maar de zone is dus wel overstroombaar. Reden hiervoor is het grondverzet: met deze hoogte blijft het grondverzet beperkt om de sportvelden op een aanvaardbare hoogte te brengen. De bodem van de grachten sportpark situeert zich op 2.50 TAW, zo vullen deze zich met grondwater. De grachten worden voorzien van een constante natte zone en een overstroombare zone waarin vegetatie zoals rietkragen kunnen groeien. 5.2.4 Voeding grachtensysteem
O u d e L a n d e n
Figuur 18: functioneren watersysteem
E k e r e n
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
Alle grachten staan in verbinding met de Oudelandse beek op natuurlijke manier, hiervoor is er geen beheer noodzakelijk. Op de plaats waar de Oudelandse Beek het gebied binnenkomt wordt een verbinding voorzien op 2.70 TAW (boven grondwatertafel). Wanneer de Oudelandse Beek dat peil bereikt stroomt het beekwater automatisch in de grachten van het sportpark. Dit is niet afsluitbaar. Er is wel een terugslagklep voorzien. Ter beveiliging van het gebied wordt wel een overstort terug voorzien naar de Oudelandse Beek op een hoogte van 3.50 TAW. Het “waterbekken” kan ingeschakeld worden bij extreme waterhoogten in de Oudelandse Beek, hiervoor is wel een beheer nodig. Het bodem van het bekken ligt op een diepte van 2.40 TAW (30cm onder grondwaterpeil) voor het laagste gedeelte en op 2.70 TAW voor het hogere gedeelte. Het lagere gedeelte vult zich zo in de winter altijd met grondwater, waardoor het bij vriestemperaturen dus gemakkelijk kan dicht vriezen en er dus bij vriesweer altijd een schaatsweide mogelijk is. De oevers van de Oudelandse Beek hebben een verschillende hoogte in het studiegebied. Linkeroever heeft een hoogte van 3.75 TAW en zal dus zelden overstromen, de rechteroever heeft een hoogte van 3.00 TAW, waardoor bij nood het bekken zich automatisch vult met het teveel aan water in de Oudelandse Beek waardoor de druk op de stroomopwaarts gelegen woonwijk afneemt.
24
5.2.5 Typeprofielen grachten Het standaard grachtprofiel bestaat uit een brede waterstructuur met centraal een diepe gracht en langsheen de beide randen ondiepere plasdras zones waar rietkragen kunnen groeien. Bij overvloedige neerslag lopen de plasdras zones onder water en zorgen zij voor de berging van het overtollige water. Figuur 19: standaard grachtprofiel
Figuur 20: grachtprofiel t.h.v. bufferbekken / schaatsweide
Tussen het bufferbekken en het grachtenstelsel wordt een dijkje voorzien zodat de overstroming vanuit de beek onafhankelijk functioneert van het grachtensysteem. Ter hoogte van het wedstrijdveld wordt een haag voorzien tussen de knotwilgen waardoor een visuele afscherming ontstaat van het voetbalveld voor niet-betalende supporters.  Het profiel ter hoogte van de De Oude Landen bestaat uit een enkelvoudige bomenrij geflankeerd door een brede gracht. Aan de overzijde van de gracht loopt een wandelpad dat d.m.v. een zestal bruggen verbonden is met de De Oude Landen.
Belangrijke noot
In deze studie is rekening gehouden met een grondwaterpeil in de winter van 2.70 – 2.80 TAW. Dit is een aanname op basis van de studie van de provincie Antwerpen over het natuurgebied Oude Landen (zie eerder). Figuur 21: grachtprofiel t.h.v. wedstrijdveld.
Momenteel wordt de stand van het grondwaterpeil in het projectgebied gecontroleerd over een periode van 1 jaar. Eveneens is hier rond een bijkomende waterstudie in opmaak (Soresma). Bij de opmaak van de technische plannen (uitvoeringsplannen) zullen de verschillende hoogten terug in detail bekeken en berekend moeten worden op basis van de meest recente gegevens. De hoogten in deze studie zijn richtwaarden die het principe weergeven. Bijsturing en evaluatie met de meest recente gegevens en terugkoppeling met de studie opgemaakt in opdracht van de provincie Antwerpen is noodzakelijk.
Figuur 22: grachtprofiel t.h.v. Oude Landen
25
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
24 26
6 Masterplan Na de wedstrijdfase, de consultatieronde en bijkomend onderzoek is het masterplan bijgesteld. Onderstaand wordt een beschrijving gegeven van het definitieve Masterplan sportpark Oude Landen.
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Figuur 23: bijgesteld Masterplan Oude Landen
27
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k
6.1 Krachtlijnen De krachtlijnen zoals omschreven in het wedstrijdontwerp zijn nog steeds van kracht. Deze krachtlijnen bepalen het stedenbouwkundig programma. - Spoorwegtalud als stedenbouwkundig en landschappelijk element - Een sterk structurerend waternetwerk gekoppeld aan de Oudelandse Beek - Een duidelijke zonering voor de verschillende sportvormen - Maximale bundeling van de harde infrastructuur in het gebied
O u d e L a n d e n E k e r e n Figuur 24: spoorwegtalud als stedenbouwkundig en landschappelijk element
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
28
S p o r t p a r k O u d e
Figuur 25: Structurerend waternetwerk
L a n d e n E k e r e n Figuur 26: Zonering
29
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Figuur 27: Bundeling harde infrastructuur
6.2 Functioneel programma van eisen Het programma van eisen inzake sportinfrastructuur is aangepast. Het definitieve programma werd bestaat uit volgende onderdelen: - sporthal met cafetaria, kleedkamers, sanitair en dakterras met geïntegreerde infrastructuur voor de voetbalclub SK Donk (d.w.z. zeggen dat alle bestaande infrastructuur van de voetbalclub, waaronder de conciërgewoning kan verdwijnen). - twee grote voetbalvelden, waarvan één wedstrijdveld dat omzoomd is door een haag/beplanting om inkijk tijdens een match te vermijden en voorzien van een (kleine) tribune. - twee kleinere oefenvelden - twee basketbalvelden / multifunctionele velden - parkeermogelijkheid voor 50 plaatsen, eventueel uitbreidbaar tot 80 plaatsen. - waterbuffer - speelbos met bmx-parcours
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
Dit programma is samengesteld op basis van de huidige en toekomstige eisen, in overleg met de opdrachtgever en de verschillende betreffende diensten. Het stedenbouwkundig concept van het masterplan laat echter toe dat binnen het structurerende netwerk een wijzigend functioneel programma steeds inpasbaar is. Hierdoor wordt geen afbreuk gedaan aan de krachtlijnen van het ontwerp. Bovenstaand programma is dus flexibel en kan op korte, middellange en/of lange termijn gewijzigd worden.
30
6.3 Inrichtingsprincipes Bij de inrichting van het projectgebied zullen onderstaande inrichtingsprincipes gehanteerd worden.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen drie types wandelpaden voor voetgangers:
6.3.1 Ontsluitingsstructuur
- verharde wandelpaden zijn gelegen in de sportzone en nemen de vorm aan van een orthogonaal netwerk gekoppeld aan een grachtenstructuur. Het zijn wandelpaden die een betekenis hebben voor de bereikbaarheid van de verschillende sportvelden. Dit orthogonaal netwerk is opgespannen tussen de aangrenzende wijk enerzijds en de boszone anderzijds waardoor het tevens als een recreatief element gebruikt kan worden.
- Toegangspoorten Het netwerk van paden sluit op verschillende plaatsen (om de ca. 100m) aan op de aangrenzende straten. Hiervoor worden 6 nieuwe oversteekplaatsen voorzien aan De Oude Landen en één ter hoogte van de Prinshoeveweg. De doorwaadbaarheid van het park wordt zo maximaal gegarandeerd. - Voetgangers In het sportpark wordt een orthogonale wandelpadenstructuur gerealiseerd, gekoppeld aan het waternetwerk van grachten. Alle velden/zones gelegen tussen de grachten zijn zo bereikbaar.
- onverharde wandelpaden zijn gelegen in de boszone en nemen de vorm aan van slingerend pad tussen de bomen. Het karakter is hier duidelijk verschillend van de orthogonale structuur tussen de sportvelden. Het contrast versterkt de identiteit en de aantrekkingskracht van de boszone.
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Figuur 28: Ontsluitingsstructuur
31
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k
- vlonderpaden zijn gelegen ter hoogte van het bufferbekken/schaatsvijver en nemen de vorm aan van een houten pad. Hier wordt de directe link gelegd naar het achtergelegen natuurgebied waar dezelfde typologie van paden zal gebruikt worden. Men wandelt zo vanaf de straat doorheen het park over een vlonderpad onder de spoorlijnen door tot in het natuurgebied.
O u d e
De verschillende paden laten toe een gevarieerde wandeling te maken in het park. Hieraan kan een loopparcours gekoppeld worden met verschillende ondergronden, afstanden en moeilijkheidsgraden (hellingen). - Fietsers Fietsers hebben overal toegang tot de padenstructuur van het park. Bij de verschillende functies worden fietsenstallingen voorzien. Een belangrijke fietsverbinding wordt gerealiseerd aan de voet van het “hellend bos”. Het vormt een kaarsrechte as dat aan één zijde begrensd is door een bosflank / hellend vlak en aan de andere zijde door een brede watergang. In het noorden takt deze fietsroute aan op de Prinshoeveweg en in het zuiden loopt deze parallel aan de spoorwegbundel. Hierdoor ontstaat een andere fietsverbinding, tussen Antwerpen en Ekeren, die variatie biedt voor de gebruiker.
- Auto De toegangweg tot het sportpark is gelegen ter hoogte van de huidige conciërgewoning tegenover de Kretenborglaan. Hier zal een dreef worden gerealiseerd die uitmondt op een plein voor de nieuwe sporthal. Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid is het noodzakelijk dit kruispunt her in te richten. Aan het begin van de toegangsweg wordt een centrale parking voorzien die plaats biedt aan ca. 50 auto’s. Deze centrale parking is gelegen op de plaats van de huidige conciërgewoning en de kantine met kleedkamers. Het centraliseren van de parking op deze plaats laat toe dat rest van het sportpark verkeersvrij wordt gehouden. Er bestaat de mogelijkheid om de parking op termijn uit te breiden naar de overkant van de centrale toegangsdreef waar ruimte voorzien is voor ca. 30 parkeerplaatsen. In eerste instantie blijft deze ruimte leeg (grasveld) en wordt deze enkel gebruikt als tijdelijke parking bij matchen. Mocht de behoefte bestaan deze parking permanent te gebruiken, dan kan deze lege ruimte alsnog als permanente parking worden aangelegd.
L a n d e n E k e r e n Figuur 29a: referentiebeeld verharde paden
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
32
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n Figuur 29b: referentiebeeld onverharde paden
33
Figuur 29c: referentiebeeld vlonderpaden
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e
6.3.2 Sportinfrastructuur Volgende principes gelden: Sporthal - cafetaria op verdieping tbv. zicht op sportvelden - grote zaal van 44 x 30m met een vrije hoogte van 7,5m en min. 132m² sportberging - annex-sportruimte van 12,5 x 12,5m met een vrije hoogte van 4m en min. 37,5 m² sportberging (eventueel op eerste verdiep) - 6 à 8 grote kleedkamers voor de sporthal (inclusief annex-sportrui mte) minstens 8 grote kleedkamers voor voetbal (met aparte routing) - andere nevenfuncties zoals inkom, toiletten publiek en toiletten sporters, EHBO, toezichtlokaal, technisch lokaal en dergelijke - betreedbaar dak (ev. gedeeltelijk) en mogelijks toegang tot het dakterras vanuit de cafetaria - 1 zichtbare wand met architecturale vormgeving, 3 wanden (gedeeltelijk) in het talud geschoven
Voetbal - inrichting van een hoofdveld, toegang regelbaar/afsluitbaar, voorzieningen voor supportersmet kleine staantribune - inrichting van een B-veld en 2 kleinere duveltjesvelden - vlotte verbinding voor voetgangers naar sporthal Speelbos - bos met open en gesloten delen - verschillende vegetatietypen - verschillende speelattributen en speeltuigen BMX-parcours - gebruik maken van talud, geïntegreerd in bosstructuur
L a n d e n E k e r e n Figuur 30: Sportinfrastructuur
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
34
6.3.3 Groenstructuur Multifunctionele sportvelden - velden met verschillende belijningen voor verschillende sporten - zitgelegenheid toeschouwers - toegankelijk via wandelpaden met vlotte verbinding naar sporthal (kleedruimten, sanitair, …) Loopparcours - verschillende loopafstanden - verschillende moeilijkheidsgraden, gebruik makende van het talud - verschillende ondergronden
De groenstructuur is opgebouwd uit groenelementen op drie verschillende schaalniveaus. Op het schaalniveau van de projectsite als geheel onderscheiden we enerzijds de brede boszoom langsheen de spoorweginfrastructuur en anderzijds de laanbeplanting langsheen De Oude Landen en de toegangsweg tot de sporthal. Op het schaalniveau van de sportvelden en het watersysteem worden knotwilgen en rietkragen voorzien. Op het laagste schaalniveau - dat van één veld zoals de parking - wordt een hagenstructuur voorzien gecombineerd met enkele solitaire bomen.
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Figuur 31: Groenstructuur
35
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k
- Bos De boszone wordt ingericht als een gemengd inheems bos met onderbegroeiing (gesloten struiklaag) waarin open plekken worden aangebracht. De spoorlijn wordt afgeschermd van de boszone d.m.v. een begroeid hekwerk (veiligheid). - Laanbeplanting De Oude Landen + toegangsweg sportpark Over de volledige lengte van De Oude Landen wordt aan één zijde laanbeplanting en een brede gracht aangebracht. Hierdoor ontstaat een sterke verbetering van de beeldkwaliteit van de straat en wordt de relatie tussen het park en de woonwijk versterkt. De toegangsweg tot de sporthal wordt vorm gegeven als een monumentale dreef met aan beide zijden van de dreef een bomenrij
O u d e
- Waterminnende bomen en rietkragen Langsheen het grachtenstelsel worden rietkragen en waterminnende bomen (bv. knotwilgen, els, …) voorzien. Door de lineaire structuur van de bomenrijen en de hoge rietkragen ontstaat een samenhangend raamwerk dat de orthogonale structuur van het sportpark benadrukt en landschappelijk sterk contrasteert met de aangrenzende boszone en laanbeplanting.
L a n d e n E k e r e n
Figuur 32: referentiebeeld laanbeplanting
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
Figuur 33: referentiebeeld boszone
36
- Hagen bij parking De verschillende velden in het samenhangende raamwerk van grachten en wandelpaden worden landschappelijk op eenzelfde manier behandeld zodat de eenheid in ruimtelijke structuur versterkt wordt. Het wedstrijdvoetbalveld wordt omzoomd door een middelhoge haag zodat inkijk tijdens een voetbalmatch verhinderd wordt. Hetzelfde principe wordt toegepast bij de parking. De parking wordt opgevat als een ‘groene’ parking die omzoomd wordt door een middelhoge haag waardoor de geparkeerde auto’s aan het zicht van de naastliggende woonwijk worden onttrokken. Op het parkeerveld zelf worden lage hagen voorzien zodat een visuele compartimentering in parkeervakken ontstaat die de schaal van het geheel verkleinen. Verspreid over het parkeerveld worden ad random enkele bomen ingeplant. 6.3.4 Structurerend waternetwerk Figuur 34: referentiebeeld landschappelijke inkleding bezoekersparking
Het structurerend waternetwerk dient gebaseerd te zijn op de principes die in hoofdstuk 5.2 Waterproblematiek zijn weergegeven.
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Figuur 35: referentiebeeld knotwilgen en rietkragen
37
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k
6.4 Referentieontwerp Voor het project is een referentieontwerp opgemaakt. In dit ontwerp wordt een mogelijke invulling gegeven van het masterplan. Dit plan en enkele 3D beelden zijn ook in bijlage toegevoegd. Belangrijke noot Het masterplan is ingetekend op een samengestelde onderlegger van het kadasterplan, een opmetingsplan aangeleverd door de opdrachtgever en een voorlopig inplantingsplan van de infrastructuurwerken van Tuc-Rail in pdf-vorm (dus geen digitale onderlegger). Dit waren de documenten die op dat moment ter beschikking stonden. In het kadasterplan en de pdf zit een foutenmarge die van invloed kan zijn op de mogelijke invulling van het gebied (al dan niet meer of minder ruimte ter beschikking). In het masterplan is het model zo nauwkeurig mogelijk samengesteld. Bij de technische uitwerking van het dossier zal het grondplan opnieuw moeten worden samengesteld op basis van digitale plannen en een inmeting van de bestaande situatie.
O u d e L a n d e n E k e r e n Figuur 36: referentieontwerp
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
38
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n Figuur 37: profielen
39
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n Figuur 38: profielen
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
40
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
41
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
7 Actieplan S p o r t p a r k
n het actieplan worden de verschillende nodige stappen weergegeven die nodig zijn om het masterplan te kunnen realiseren.
7.1 Juridische documenten De opmaak van een RUP is niet noodzakelijk om het masterplan te realiseren. Het projectgebied is op het vigerende gewestplan gedeeltelijk ingekleurd als gebied voor dagrecreatie en gedeeltelijk als landbouwgebied. In het kader van de geplande werken aan de spoorlijninfrastructuur is een gewestelijk RUP in opmaak. Het openbaar onderzoek loopt van 9 augustus 2010 tot 7 oktober 2010. Hierin is het gedeelte landbouwgebied opgenomen en wordt dit omgezet tot een gebied bestemd voor dagrecreatie. In dit RUP is ook een zone voorzien met een overdruk. Dit is een overdruk voor landschappelijke en functionele inpassing van de spoorinfrastructuur. Deze functie komt overeen met de gehanteerde principes van het masterplan.
O u d e L a n d e n
Het masterplan is dus, bij goedkeuring van het GRUP “Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren”, conform de vigerende juridische plannen. De aanvraag van een bouwvergunning volstaat om de (nog op te maken) technische dossiers te realiseren.
7.2 Opmaak technisch dossier inrichting omgevingswerken Na het masterplan (en het referentieontwerp) wordt een voorontwerp en een definitief ontwerp opgemaakt voor de omgevingswerken.
E k e r e n
Het voorontwerp wordt teruggekoppeld aan het masterplan zodat de voorgestelde krachtlijnen overeind blijven bij de technische uitwerking in het definitief ontwerp.
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
42
Bij de technische uitwerking dient rekening gehouden te worden met:
7.3.2 Afstemming plannen TUC-RAIL
- afstemming digitale plannen spoorweginfrastructuur – digitale opmeting bestaande toestand. Op basis van de bestaande plannen en werkdocumenten (pdf vs. Autocadbestanden) is het noodzakelijk een foutenmarge te respecteren. Bij de technische uitwerking moet uitgegaan worden van exacte digitale opmetingen en plannen van TUC-RAIL. - verhouding talud spoorlijn – talud masterplan, - bijkomend onderzoek grondwaterstand in functie van uitwerking waterproblematiek (grachten, overstroomconstructies, verbinding grachten Oudelandse beek), - inplanting sporthal en afwerking scheiding talud – sporthal, - verfijning van parkeerbehoefte.
TUC-RAIL plant op korte termijn werken om de spoorweginfrastructuur aan te pakken. Het masterplan voorziet een aanpassing van het spoorwegtalud. De afstemming van het dossier kan op twee mogelijkheden, steeds in overleg met de betrokken actoren:
7.3 Opmaak technisch dossier sporthal – afstemming plannen TUC-RAIL 7.3.1 Technisch dossier sporthal Voor de sporthal dient apart van de omgevingswerken een technisch dossier opgemaakt te worden. Hierin zijn verschillende fases te onderscheiden: - fase 1: bepalen definitief programma De stad Antwerpen dient een concreet programma vast te leggen op basis van huidige en toekomstige noden en het lokalisatiebeleid van de verschillende sporttakken op haar grondgebied. - fase 2: uitwerking architectuur / vormgeving sporthal Er dient een ontwerp gemaakt te worden voor de sporthal op basis van het definitief inhoudelijke programma. Hier worden de contouren vastgelegd van de sporthal. - fase 3: technische uitwerking sporthal - keermuurconstructie In het technisch dossier dient bepaald te worden op welke manier de sporthal wordt ingewerkt in het talud en wordt het volledig technisch dossier uitgewerkt.
43
het dossier van TUC-RAIL wordt bijgesteld; het gewijzigde talud wordt opgenomen in het dossier van TUC-RAIL. TUC-RAIL voert haar plannen uit zoals voorzien, maar doet geen afwerking van het talud. Bij uitvoering van het technisch dossier sportinfrastructuur zal het talud zoals voorzien in het masterplan verder uitgevoerd worden. Hierin dient ook bekeken te worden of de eventuele keermuurconstructie van de sporthal mee opgenomen wordt in het dossier van TUC-RAIL of dat pas in een volgende fase deze eventuele constructie wordt gerealiseerd. De keuze tussen beide mogelijkheden is afhankelijk van stand van zaken van het dossier van TUC-RAIL de snelheid van uitwerking van het technisch dossier van de sporthal.
7.4 Bijkomend onderzoek waterstanden In het kader van de waterproblematiek is het noodzakelijk om accurate gegevens te verzamelen over de waterstand in het projectgebied. Het beeld op de seizoenale fluctuaties van de grondwaterstand kan gebeuren door een maandelijkse opvolging over een periode van minstens 1 jaar van de grondwaterstanden in enkele gegeorefereerde snijdende peilbuizen in het projectgebied.
7.5 Opmaak technisch dossier weginrichting Oude Landen Omwille van de verkeersveiligheid is het noodzakelijk de weg De Oude Landen her in te richten. Aandachtspunten zijn de inrichting van het kruispunt Kretenborglaan – De Oude Landen (omwille van de toegang tot het complex voor gemotoriseerd verkeer) en de verschillende oversteekplaatsen voor fietsers en voetgangers komende vanuit de zijstraten naar het projectgebied.
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
7.6 Aankoop gronden
7.8.2 Werken
Bepaalde gronden zijn nog niet in eigendom van de stad Antwerpen, maar van De Regie Der Gebouwen. Hiervoor dient een overeenkomst gemaakt te worden.
De opmaak van een gedetailleerde fasering van de werken op basis van het masterplan is niet evident, aangezien de exacte invulling van het projectgebied nog niet gekend is. Toch kunnen volgende randvoorwaarden al voorop gesteld worden:
7.7 Economische haalbaarheid De verschillende budgetten moeten gereserveerd worden op de begroting: - aankoop gronden - bouwkost sporthal - bouwkost omgevingswerken - studiekosten - onderhoud en exploitatiekosten sporthal, sportvelden en andere recreatie-infrastructuur, wegenis, groenstructuren, watersysteem (overstroomconstructie, verbinding grachten - Oudelandse beek – bufferbekken) Eveneens dient bekeken te worden op welke manier de sporthal kan/zal gerealiseerd worden (PPS, subsidies, …).
7.8 Opmaak faseringsplan 7.8.1 Planning
- realisatie talud, onderdoorgang Oudelandse beek en eventuele keermuurconstructie sporthal worden in fase 1 gerealiseerd zodoende de infrastructuur van TUC-RAIL kan gerealiseerd worden. Er dient bekeken te worden of het volledige talud in 1 fase wordt gerealiseerd of in eerste instantie enkel het talud (8/4) dat voor stabiliteit van de spoorweginfrastructuur noodzakelijk is. - Minstens 1 bestaand voetbalveld dient in gebruik te blijven totdat een nieuw voetbalveld gerealiseerd is. Het nieuwe voetbalveld dient bij het begin van het voetbalseizoen (juli) in gebruik kunnen genomen worden. - De accommodatie van voetbalclub SK Donk kan pas afgebroken worden als er nieuwe accommodatie in gebruik kan genomen worden. Met andere woorden, ofwel wordt deze pas afgebroken als de nieuwe sporthal er is en blijven de werken in de zone van de bestaande accommodatie uitgesteld (in het referentieontwerp is dit de nieuwe parkeerplaats; wat dus niet evident is). Ofwel zal een tijdelijke accommodatie moeten voorzien worden zodat de omgevingswerken niet in het gedrang komen.
Chronologisch gezien dienen volgende zaken bekeken te worden in functie van afstemming plannen TUC-RAIL met plannen masterplan: - opstart metingen grondwaterstand (duur min. 1 jaar) - bepalen programma sporthal - bepalen technische randvoorwaarden inwerking sporthal - talud (keermuurconstructie?) - itwerking technische randvoorwaarden talud masterplan - onderhandeling gronden De Regie Der Gebouwen - opmaak technisch dossier sporthal op basis van overleg met TUCRAIL - opmaak technisch dossier omgevingswerken op basis van overleg met TUC-RAIL
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
44
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
45
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
S p o r t p a r k O u d e L a n d e n E k e r e n
Grontmij Vlaanderen + Cluster Landscape
46 38