Belgische Petroleum Federatie
JAARVERSLAG 2009
Belgische Petroleum Federatie
Kerncijfers belgië
KERNCIJFERS BELGIË 2005
2006
2007
2008
2009
Marktaandeel van aardolie in de primaire energieconsumptie
%
39,5
40,0
39,2
39,0
(1)
Invoer van ruwe aardolie
kt
31.965
31.552
32.976
33.825
(1)
Hoeveelheid producten verwerkt in de raffinaderijen
kt
37.485
36.535
38.423
38.259
(1)
Uitvoer van afgewerkte petroleumproducten
kt
22.202
21.058
20.910
20.503(3)
(1)
Leveringen in verbruik van afgewerkte petroleumproducten
kt
20.690
19.636
18.839
23.398(3)
(1)
Verbruik brandstoffen
kl
15.524.391
15.986.377
14.771.025
15.532.552
waarvan benzine diesel a andeel diesel in het totale verbruik motorbrandstoffen huisbrandolie Totale distillatiecapaciteit van de raffinaderijen op 31 december
(2)
14.782.406
kl
2.405.713
2.237.327
2.114.986
1.941.493
1.862.719
kl
7.467.747
7.857.273
8.281.749
8.471.306
8.447.054
%
76
78
80
81
82
kl
5.650.932
5.891.777
4.374.289
5.119.753
4.472.633
kt
Totale tewerkstelling in de petroleumsector op 31 december
39.100
36.898
38.951
40.883
40.987
6.497
6.495
6.343
6.311
6.310
waarvan arbeiders bedienden
1.239
1.182
1.184
1.051
1.084
5.258
5.313
5.159
5.260
5.226
Aantal tankstations op 31 december
3.420
3.295
3.270
3.255
3.258
Aantal personenwagens op 31 december
4.861.352
4.929.284
5.006.294
5.086.756
5.160.257
waarvan dieselwagens
%
Accijnsontvangsten op brandstoffen
miljard euro
49,5 4,20
52,1 4,09
54,5 4,06
57,0 4,03
58,9 3,91
cijfer niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie nog steeds voorlopig cijfer bij de Federale Overheidsdienst Economie (3) wijziging van de ‘reporting’ methode en invoering van een uitgebreidere petroleumbalans in 2008 (1) (2)
J aarverslag 2 0 0 9
•2
Belgische Petroleum Federatie De Belgische Petroleum Federatie (BPF) is de officiële woordvoerder van de voornaamste petroleummaatschappijen die actief zijn in de raffinage en de distributie in België. Ze vertegenwoordigt 4 raffinaderijen, 7 ondernemingen actief in de distributie van petroleumproducten en één stockagebedrijf. Op deze manier dekt de BPF 100 % van de raffinagecapaciteit en bijna 80 % van de verkoop van motorbrandstoffen in België.
J aarverslag 2 0 0 9
•3
Belgische Petroleum Federatie
INHOUDSTAFEL
VOORWOORD VAN DE VOORZITTER
6
DE INTERNATIONALE SITUATIE
12
DE EVOLUTIE OP WERELDVLAK
13
13
De prijs van ruwe olie
DE EVOLUTIE PER SECTOR
14
De reserves De productie Het verbruik De raffinage
15 16 17 17
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIË
19
De De De De
evolutie van de maximumprijzen gevoeligheid van de prijzen van petroleumproducten raffinage buitenlandse handel - Ruwe aardolie - Afgewerkte producten Het binnenlands verbruik
DE BELANGRIJKSTE DOSSIERS
21 27 29 31 31 32 33
37
MILIEUBESCHERMING
38
De strijd tegen verzuring en ozon - De emissies van de raffinaderijen Meetnet luchtverontreiniging petroleumraffinaderijen De vermindering van de broeikasgasemissies en het systeem verhandelbare emissierechten - De klimaatplannen en de sector petroleumraffinage Het bodemsaneringsfonds voor tankstations (BOFAS) Het bodemsaneringsfonds voor stookolietanks van particulieren (PREMAZ) De aanvaardingsplicht van gebruikte smeerolie - Het beheersorganisme VALORUB vzw Distributie van LPG in tankstations in Vlaanderen Biobrandstoffen J aarverslag 2 0 0 9
38 38 39 39 40 40 41 42 42 42 43
•4
Belgische Petroleum Federatie
INHOUDSTAFEL
-
Wetgeving inzake biobrandstoffen Biobrandstoffen en de programmaovereenkomst Biobrandstoffen: administratieve modaliteiten Biobrandstoffen en duurzaamheidscriteria
43 43 43 44
BEVEILIGING
45
Kritieke infrastructuren De beveiliging van tankstations - Overvallen op tankstations - Doorrijden zonder betalen
45 45 45 46
DE ECONOMISCHE KWESTIES
47
De normalisatie van petroleumproducten & Belgische normalisatiecommissies De strategische voorraden Het Sociaal Verwarmingsfonds De maximumprijzen van brandstoffen - De programmaovereenkomst - Biobrandstoffen - Herinvoering van het ‘positief kliksysteem’ De controle van de kwaliteit van brandstoffen - Monstername - Controle van de private pompen - Voorbereiding van een nieuwe aanbesteding voor de analyse laboratoria - Interpretatie van de meetresultaten volgens de norm ISO4259 De evolutie van het aantal tankstations
47 48 48 49 49 50 51 54 54 56 56 56 57
DE SOCIALE ACTUALITEIT
59
INDEX VAN DE TABELLEN EN FIGUREN
60
DIVERSEN
63
PERMANENT SECRETARIAAT VAN DE BPF RAAD VAN BESTUUR OP 24 MAART 2010 AANGESLOTEN MAATSCHAPPIJEN OMZETTINGSFACTOREN AFKORTINGEN J aarverslag 2 0 0 9
63 63 64 64 65
•5
Belgische Petroleum Federatie
Voorwoord van de voorzitter J aarverslag 2 0 0 9
•6
Belgische Petroleum Federatie
Voorwoord van de voorzitter
JAAR 2009: ECONOMISCHE CRISIS & DALING VAN HET VERBRUIK
Figuur 1: Prijs van de ruwe aardolie (Brent) in $/bbl en in e/bbl (maandgemiddelde) 140
Daarenboven stijgt sinds eind 2009 de waarde van de Amerikaanse munt (met een recordkoers van 1,49 $/€ in november 2009, dalend tot 1,36 $/€ in maart 2010). Deze situatie leidde tot een aanzienlijke stijging van de prijzen van de olieproducten, uitgedrukt in euro. De koers van de euro beschermt ons dus niet langer tegen de stijgingen van de aardolieprijzen, uitgedrukt in dollar. Zo steeg de prijs van 49,9 €/bbl in oktober 2009 tot 58,9 €/bbl in maart 2010, dit is een verhoging van 18 % in vergelijking met de verhoging van 8 % van de marktprijzen, uitgedrukt in dollar.
130
Wat zal in 2010 de tendens zijn? Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) zou de prijs van ruwe aardolie verder stijgen als reactie op het economisch herstel. De oliemarkt rekent met een herstel van de vraag, meer bepaald in Zuidoost-Azië en het Midden Oosten. Het IEA voorziet, na twee jaar van dalend wereldolieverbruik, in 2010 een toename van het wereldolieverbruik met 1,5 miljoen vaten per dag (dit is een dagelijks verbruik geraamd op 85,66 miljoen vaten per dag in 2010).
70
/bbl
110 100 90 80
60 50 40 30 20 10 12/2009
01/2009
01/2008
0 01/2006
In Europa daalde het verbruik van de olieproducten tussen 2007 en 2009 met 7,5 %. Deze daling van het verbruik wordt waargenomen in de meeste Europese landen. In België bleef het benzineverbruik in 2009 teruglopen (met 4,1 % in vergelijking met 2008) terwijl het dieselverbruik daalde met 0,3 % (eerste daling van de dieselverkoop sinds 2005, toen een stijgende belasting op de brandstoffen had geleid tot een daling van de verkopen aan de grensstations en aan het transitverkeer).
$/bbl
120
01/2007
Terwijl het jaar 2008 van januari tot juli gekenmerkt werd door een sterke stijging van de prijzen van de olieproducten, gevolgd door een nog grotere daling van juli tot december, werd het jaar 2009 gekarakteriseerd door een vrijwel onafgebroken stijging van de prijs van de ruwe aardolie (voor de Brent van gemiddeld 45,7 $/bbl tijdens het eerste kwartaal tot 75,5 $/bbl tijdens het laatste kwartaal). Van oktober 2009 tot maart 2010 steeg de prijs van 73,9 tot 79,9 $/bbl, dit is een stijging met 8 % (over het geheel van die periode bleef de prijs vrij stabiel en schommelde rond de 75-80 €/bbl).
Bron: Bulletin de l’Industrie Pétrolière en Europese Centrale Bank
J aarverslag 2 0 0 9
100
•7
Belgische Petroleum Federatie
Voorwoord van de voorzitter
DE EUROPESE RAFFINAGE IN KRITIEKE TOESTAND Momenteel moet de gehele raffinageactiviteit in Europa het hoofd bieden aan een penibele situatie omwille van de structurele afname van de vraag naar olieproducten (gevolg van de economische crisis maar ook van de wijzigingen in het gedrag van de consument en van het beleid inzake rationeel energiegebruik), de verslechtering van de raffinagemarges (daling met 62 % van 2008 tot 2009 volgens de ramingen van de Direction Générale de l’Énergie - Frankrijk) en het benzineoverschot dat de Europese raffinaderijen niet langer kunnen uitvoeren naar de Verenigde Staten (die zelf hun brandstofverbruik terugschroeven en op grote schaal ethanol toevoegen aan de benzine).
Bijgevolg is er in Europa een raffinageovercapaciteit (geraamd op ongeveer 10 %, voor een honderdtal raffinaderijen die momenteel operationeel zijn). Deze moeilijkheden brachten meerdere oliemaatschappijen ertoe hun raffinage-instrument aan te passen, met inbegrip van sluitingen, overdrachten en omschakelingen tot opslag- en distributiecentra. Het raffinagelandschap is dus volop aan het wijzigen en de Belgische raffinage ontsnapt niet aan de regels van de economie. Ook onze raffinaderijen hebben af te rekenen met productieoverschotten en blijven blootgesteld aan een felle internationale concurrentie. De concurrentiepositie van de Belgische petroleumindustrie, pijler van de gehele petrochemische sector in het havengebied van Antwerpen, Rotterdam en Amsterdam, moet worden beschermd. De overheden moeten er op toezien de structurele gebreken te verminderen waaronder België blijft lijden (in het bijzonder de totale loonkost) en geen nieuwe regelgeving invoeren die dreigt te leiden tot de verhuizing van de raffinageactiviteiten (zoals bijvoorbeeld een nationale “koolstoftaks” die zou worden toegepast op de industriële sectoren). Onze raffinaderijen hebben zich ingespannen om aan de top te staan en te blijven op het vlak van energie-efficiëntie en CO2-uitstoot. Zij moeten worden verdedigd, om zowel de werkgelegenheid als het leefmilieu te beschermen, omdat het wenselijker is ruwe aardolie te verwerken in de zeer efficiënte Europese raffinaderijen, eerder dan afgewerkte producten te importeren waarvan de totale milieu-impact slechter is.
EEN NIEUW EVENWICHT IN DE FISCALITEIT VAN DIESEL EN BENZINE IS MEER DAN OOIT NOODZAKELIJK Het is meer dan ooit noodzakelijk elke extra druk op de diesel- en stookoliemarkt te vermijden: de toename van de totale dieselvraag jaagt de prijzen de hoogte in en elke aangroei van de Europese benzineoverschotten brengt onze raffinaderijen in moeilijkheden. De Belgische autoriteiten hebben een stap in de goede richting gezet door in een geleidelijke verhoging van de accijnzen op diesel te voorzien in 2010 en 2011 door
J aarverslag 2 0 0 9
•8
Belgische Petroleum Federatie
Voorwoord van de voorzitter
middel van het kliksysteem (geprogrammeerde verhoging van de accijnzen wanneer de maximumprijs daalt). Waarom niet tegelijk de belasting op de benzine verlagen om de ‘verdieseling’ van het Belgische wagenpark om te buigen? De verbrandingsmotor wordt overigens stelselmatig zuiniger en heeft nog een mooie toekomst.
van de normen voor benzine NBN EN228 en voor diesel NBN EN590; geen nieuwe bijkomende brandstofkwaliteiten definiëren). De overheid heeft slechts gedeeltelijk naar ons geluisterd. Wij blijven pleiten voor een volledig vrije markt van biocomponenten, die het de petroleummaatschappijen mogelijk maakt de ‘beste biocomponenten aan te kopen tegen de beste prijzen’.
EEN ZEER ONVOLMAAKTE BELGISCHE WETGEVING INZAKE BIOBRANDSTOFFEN
Onder ‘beste biocomponenten’ verstaan we biocomponenten die een reële vermindering
In juli 2009 verplichtte de Belgische overheid de bijmenging van 4 % componenten van agrarische herkomst in de fossiele brandstoffen (FAME voor diesel, bio-ethanol voor benzine).
wetgeving tegen eind 2010 aangepast zijn aan de Europese richtlijnen betreffende de
Ongeacht de prijs van de ruwe aardolie en van de geraffineerde producten blijven de componenten van agrarische herkomst duurder dan de traditionele fossiele brandstoffen en is hun bijmenging economisch enkel verantwoord dankzij fiscale steunmaatregelen vanwege de overheid. In deze context handhaafden onze autoriteiten hun steun aan de erkende Belgische producenten van ‘biocomponenten’, die sinds eind 2006 jaarlijkse productiequota genieten die recht geven op fiscale stimulansen.
WAT MET EEN NIEUWE ZOGENAAMDE ‘KOOLSTOFTAKS’?
Inzake de toevoeging van biocomponenten aan de fossiele brandstoffen heeft de BPF de overheid reeds herhaaldelijk uitgelegd dat:
van de uitstoot van broeikasgassen teweegbrengen en die voldoen aan de duurzaamheidscriteria, opgelegd in de Europese richtlijnen. In elk geval moet de Belgische bevordering van de hernieuwbare energieën en de brandstofkwaliteit.
De Franse overheid heeft de toepassing van een ‘koolstoftaks’ overwogen die op gelijke wijze zou worden toegepast op elk gebruik van fossiele brandstoffen in verhouding tot het koolstofgehalte ervan. Dit stuitte op ernstige moeilijkheden en de Franse overheid is teruggekrabbeld. Ook in België werd dit idee van een koolstoftaks of van een ‘CO2-prijssignaal’ door de federale overheid geopperd. Wat zijn de voorwaarden voor de invoering van een
• d e petroleummaatschappijen de biocomponenten op de internationale markt moeten kunnen aankopen tegen de marktprijs teneinde de vrije mededinging te laten spelen;
dergelijke belasting?
• in geval van een verplichte bijmenging van biocomponenten het aanbeveling verdient het systeem van fiscale aanmoediging af te schaffen en in de structuur van de maximumprijzen de reële prijzen van de biocomponenten weer te geven;
trekkingen tussen de lidstaten en zeer complexe corrigerende mechanismen binnen
• d e percentages van verplichte toevoeging van biocomponenten coherent moeten blijven met de geldende productnormen en Europese richtlijnen (strikte naleving
(zoals onze raffinaderijen die met het Vlaams Gewest het ‘Convenant Benchmarking
Allereerst moet elke koolstoftaks op nationaal vlak worden vermeden: een geharmoniseerde benadering op Europees vlak is noodzakelijk om bijkomende fiscale scheefde Europese Unie te voorkomen. De industriële sectoren die onderworpen zijn aan het ‘Emission Trading Scheme’ Energie-Ëfficiëntie’ hebben afgesloten), moeten worden vrijgesteld van elke vorm
J aarverslag 2 0 0 9
•9
Belgische Petroleum Federatie
Voorwoord van de voorzitter
van broeikasgasbelasting, parallel met het ETS-systeem. Op termijn tast dit de concurrentiekracht van de Belgische en Europese raffinaderijen aan. Een eventuele koolstoftaks zou uiteraard moeten worden toegepast op alle brandstoffen die CO2 uitstoten (olie, gas, kolen, elektriciteit, biomassa) voor een gegeven gebruik (particulier en commercieel vervoer, woningen, landbouw, industrie). Bedoeling is aan te zetten tot vermindering van elk energieverbruik dat bijdraagt tot de CO2-emissie. Wij zijn zo vrij te onderstrepen dat - in tegenstelling tot een wijdverspreide mening de elektrische voertuigen niet neutraal zijn op het vlak van CO2-uitstoot. Volgens een studie van het “Vlaams kenniscentrum voor de autosector” zou de gemiddelde CO2uitstoot van een elektrisch voertuig in Europa 78 gram CO2 per km bedragen en in België 64 gram CO2 per km (rekening houdend met de kenmerken van de elektriciteitscentrales). In België moet elke nieuwe belasting op de brandstoffen rekening houden met de prijzen die in de buurlanden worden gehanteerd (de brandstofprijzen, en dan vooral de dieselprijs, blijven concurrentieel in vergelijking met de buurlanden, met uitzondering van het Groothertogdom Luxemburg dat de laagste accijns- en BTW-tarieven toepast). Gelet op de beperkte oppervlakte van ons land lijkt het niet verstandig de accijnzen op diesel nog te verhogen, gezien het reële risico van een daling van de verkoop van deze brandstof. Het is goed te onderstrepen dat de voorziene accijnsverhogingen voor diesel (met 80 €/1.000 liter in 2010 en 2011 door middel van het kliksysteem) in feite neerkomen op een koolstoftaks van 30 €/ton (in vergelijking met de taks van 17 €/ton die oorspronkelijk door Frankrijk was voorzien). In werkelijkheid is er in België momenteel geen ruimte voor een nieuwe heffing op de brandstoffen. Tot besluit, rekening houdend met het belang van huisbrandolie in de woningsector en de voordelen ervan op het vlak van veiligheid in vergelijking met aardgas (veiligheid van de personen en van de installaties, veiligheid inzake bevoorrading
dankzij de strategische voorraden en de individuele tanks), moet de overheid erop toezien de huisbrandoliegebruikers niet te bestraffen via een nieuwe onterechte belasting.
VOOR EEN ONDERSTEUNEND INDUSTRIEEL BELEID Meer dan ooit willen wij een kwaliteitsvolle dialoog met de overheid handhaven om de politieke wereld te helpen evenwichtige maatregelen te nemen die het behoud en de ontwikkeling van een industriële activiteit mogelijk maken, onontbeerlijk voor de energiebevoorrading en de concurrentiekracht van het land. De economische crisis heeft het belang onderstreept van de rol van de overheid bij de bescherming van sleutelsectoren van de industrie. De komende jaren kondigen
J aarverslag 2 0 0 9
• 10
Belgische Petroleum Federatie
Voorwoord van de voorzitter
zich moeilijk aan voor de raffinage, een instrument dat moeilijk kan worden aangepast aan het profiel van de vraag (evenwicht benzine / diesel en structurele vermindering van de vraag op de Europese markt ten gevolge van het beleid ter vermindering van het verbruik). Wij moeten vermijden dat fiscale, sociale en milieumaatregelen worden ingevoerd die de Europese industrie, en meer bepaald de Belgische raffinagesector, opzadelen met een handicap. Een transparant en stabiel juridisch kader is noodzakelijk om het investeringsbeleid in de petroleumsector op lange termijn te steunen. Dit is onmisbaar voor een gezonde economie. Ter herinnering, de olieproducten vertegenwoordigen nu en in de volgende jaren ongeveer 40 % van het primaire energieverbruik in België.
Om de lange cycli van onze sector te respecteren, lijkt het onontbeerlijk de regelgeving zeer geleidelijk en planmatig aan te passen. Onze raffinaderijen zijn enorm kwetsbaar na de plotse daling van de vraag naar petroleumproducten in 2009. Hun belang inzake bevoorradingszekerheid, rechtstreekse en onrechtstreekse tewerkstelling en inkomsten van alle aard verbonden met de havenactiviteit in Antwerpen, moet niet meer worden aangetoond. Meer dan ooit zal de Belgische Petroleum Federatie zich inzetten voor een evenwichtig beleid ter vrijwaring van het vermogen van haar leden om te investeren in performante installaties. Slechts dan kunnen zij verder instaan voor de duurzame en competitieve bevoorrading van de Belgische verbruikers met producten van hoge kwaliteit.
TOT SLOT Na de spectaculaire daling van de aardolieprijs die samenviel met het begin van de wereldwijde economische crisis in de tweede helft van 2008, kon men een lange periode van gematigde brandstofprijzen verwachten. Ondanks een sterk gedaalde vraag in de ontwikkelde landen, steeg de aardolieprijs in 2009 snel terug tot een niveau van 80 $/bbl, te vergelijken met eind 2007. Dit illustreert de sterke economische heropleving van de Aziatische landen die de crisis reeds te boven zijn gekomen, en de nieuwe wereldwijde voortrekkersrol van China. Als gevolg daarvan is in Europa de verleiding groot om, bij middel van een nog
Patrice Brès BPF voorzitter
penaliserender beleid ten overstaan van petroleumproducten, het gebruik van alternatieve energiebronnen te versnellen. Om economische en technologische redenen zullen deze nieuwe energiebronnen, die we eerder ‘complementair’ wensen te noemen, slechts binnen enkele decennia een belangrijke rol spelen in de energiebalans. Teneinde onze herstellende economie te ondersteunen, moet men er dus over waken de energiefactuur niet te verzwaren door middel van een bijkomende fiscale maatregel.
J aarverslag 2 0 0 9
• 11
Belgische Petroleum Federatie
DE INTERNATIONALE SITUATIE J aarverslag 2 0 0 9
• 12
100 90 80 70 Belgische Petroleum Federatie 60
DE INTERNATIONALE SITUATIE 50 40
DE EVOLUTIE OP WERELDVLAK 30
20 10 0
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 06 06 06 06 06 06 06 06 06 06 06 06 07 07 07 07 07 07 07 07 07 07 07 07 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 08 09 09 09 09 09 09 09 09 09 09 09 09
DE PRIJS VAN RUWE OLIE Figuur 2: Prijs van de aardolie (Brent) in constante euro en in lopende euro (€/vat) 100 90 constante euro
lopende euro
80 70 60 50 40 30 20 10 0 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 01 26 01 02 01 05 01 06 12 12 03 07 07 10 12 10 12 11 12 11 12 12 12 12 12 08 12 12 12 10 09 05 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06
23 03 18 11 07 11 07 08 09
Bron: Bulletin de l’Industrie Pétrolière en Federale Overheidsdienst Economie
J aarverslag 2 0 0 9
• 13
Belgische Petroleum Federatie
DE INTERNATIONALE SITUATIE
DE EVOLUTIE PER SECTOR Tabel 1: Wereld: productie / verbruik / raffinagecapaciteit / reserves van ruwe aardolie in 2009 (miljard ton) Ruwe aardolie Reserves op 01/01/2010
Gt 184,7
Productie 2009
3,5
Verbruik 2008(2)
3,9
Raffinagecapaciteit op 31/12/2009
4,4
(1)
(1) (2)
geschat cijfer cijfer 2009 niet beschikbaar
Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk)
J aarverslag 2 0 0 9
• 14
Belgische Petroleum Federatie
DE INTERNATIONALE SITUATIE
DE RESERVES Tabel 2: Wereldreserves van ruwe aardolie op 1 januari 2010 (miljard ton, %) Gt Europa waarvan
%
15,3
8,3
West-Europa
1,7
0,9
Oost-Europa
13,6
7,4
Nabije Oosten waarvan
102,8
55,6
Saoedi-Arabië
35,8
19,4
Iran
18,8
10,2
Irak
15,7
8,5
Koeweit
14,2
7,7
Verre Oosten/Oceanië
5,5
3,0
Noord-Amerika
26,5
14,3
Zuid-Amerika
18,4
10,0
Afrika
16,2
8,8
184,7
100,0
TOTAAL WERELD
waarvan OPEC
(1)
(1)
129,8
70,2
OPEC: 12 leden vanaf 2009 (Indonesië is geen lid meer sinds 1 januari 2009)
Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk)
J aarverslag 2 0 0 9
• 15
Belgische Petroleum Federatie
DE INTERNATIONALE SITUATIE
DE PRODUCTIE Tabel 3: Wereldwijde productie van ruwe aardolie in 2009 (miljoen ton, %) Mt Europa
%
829,7 West-Europa waarvan
23,6 191,3
Noorwegen Verenigd Koninkrijk Oost-Europa waarvan
5,4
100,8
2,9
65,0
1,9
638,5
Rusland
18,2
493,7
Nabije Oosten waarvan
1.050,4
14,1 29,9
Saoedi-Arabië
407,8
11,6
Iran
185,5
5,3
Irak
119,5
3,4
Koeweit
113,5
3,2
Verre Oosten / Oceanië
368,0
10,5
Noord-Amerika
391,7
11,2
Zuid-Amerika
438,3
12,5
Afrika TOTAAL WERELD
waarvan OPEC(1) (1)
432,5
12,3
3.510,6
100,0
1.426,9
40,6
OPEC: 12 leden vanaf 2009 (Indonesië is geen lid meer sinds 1 januari 2009)
Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk)
J aarverslag 2 0 0 9
• 16
Belgische Petroleum Federatie
DE INTERNATIONALE SITUATIE
HET VERBRUIK Tabel 4: Evolutie van het verbruik van ruwe aardolie per geografische zone (miljoen ton, %) 1985 Europa
2008(1)
Mt
%
Mt
% 24,3
1.083
38,6
956
Nabije Oosten
145
5,2
307
7,8
Verre Oosten / Oceanië
499
17,8
1.183
30,2
Noord-Amerika
788
28,0
987
25,1
Zuid-Amerika
209
7,4
360
9,2
Afrika TOTAAL WERELD (1)
83
3,0
135
3,4
2.807
100,0
3.928
100,0
cijfers 2009 niet beschikbaar
Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk)
DE RAFFINAGE Tabel 5: Evolutie van de raffinagecapaciteit(1) in de wereld (miljoen ton, %) 1978 WERELDCAPACITEIT (Mt)
2008
3.921
2009
4.279
4.360
waarvan (%) Europa waarvan
43,1
Rusland
16,6
Nabije Oosten
6,3
6,2
4,5
8,2
8,3
Verre Oosten/Oceanië
14,6
26,3
27,0
Noord-Amerika
25,1
22,7
22,7
Zuid-Amerika
10,6
9,5
9,3
Afrika TOTAAL (1)
28,9
29,5
2,1 100,0
3,8 100,0
3,8 100,0
raffinagecapaciteit einde jaar
Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk)
J aarverslag 2 0 0 9
• 17
Belgische Petroleum Federatie
DE INTERNATIONALE SITUATIE
De bruto raffinagemarge (Brent) bedroeg in december 2009 1,05 €/bbl (voorlopig cijfer), ten opzichte van 5,35 €/bbl in december 2008; dit is een daling van 80,4 %.
Figuur 3: Bruto raffinagemarges (jaarlijks gemiddelde, €/vat)
4
6,0
5,0
Figuur 4: Bruto raffinagemarges 2009(1) (maandgemiddelde, €/vat) 6,0
5,0
4,0
4,0 3,0 3,0 2,0 2,0
1,0
0,0
1,0 1998 (1)
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
voorlopig cijfer (zie volgende grafiek voor voorlopige maandelijkse cijfers)
Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk)
2007
2008
jan
2009(1) (1)
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
voorlopige cijfers
Bron: Comité Professionnel Du Pétrole (Frankrijk)
J aarverslag 2 0 0 9
• 18
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE J aarverslag 2 0 0 9
• 19
1,0
Belgische Petroleum Federatie
0,0 jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
dec
Figuur 5: Aardoliebalans van België in 2008(1) (miljoen ton) 35
33,8
uitvoer & verbruik
invoer
30
25,5 25
22,6 20,6
20
15 9,9
10
5
3,2
2,8
2,0
0 Invoer ruwe aardolie
(1) (2)
Invoer afgewerkte producten
Invoer tussenproducten(2)
Uitvoer afgewerkte producten
Uitvoer tussenproducten(2)
Bunkering schepen
Binnenlands verbruik
Eigen verbruik raffinaderijen
cijfers 2009 niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie een product of een combinatie van producten, afgeleid uit ruwe aardolie, dat bestemd is om een verdere behandeling te ondergaan in de raffinage-installaties
Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans
J aarverslag 2 0 0 9
• 20
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
Tabel 6: Marktaandelen van de verschillende energiebronnen in België (%) 1973
2008(1)
Vaste brandstoffen
25,5
7,9
Aardolie
59,0
39,0
Aardgas
15,5
25,3
-
20,3
-
1,7
-
5,8
100,0
100,0
Kernenergie Andere (primaire elektriciteit) Hernieuwbare energiebronnen en recuperatiebrandstoffen
(3)
TOTAAL
2009(2)
geschatte cijfers cijfers niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie (3) industriële, huishoudelijke en landbouwafvalstoffen, vaste biomassa, biogas, thermische zonne-energie (1) (2)
Bron: Federale Overheidsdienst Economie
DE EVOLUTIE VAN DE MAXIMUMPRIJZEN Tabel 7: Evolutie van de maximumprijzen van brandstoffen in België RECORD LOW 2009
RECORD HIGH 2009
Verschil (%)
Benzine 95 octaan
(€/l)
1,105
1,433
29,7
Diesel
(€/l)
0,934
1,076
15,2
LPG
(€/l)
0,390
0,512
31,3
Huisbrandolie (+/= 2.000 l)
(€/l)
0,4214
0,5569
32,2
Zware stookolie (1% zwavel)
(€/t)
221,37
451,16
103,8
Bron: Federale Overheidsdienst Economie
J aarverslag 2 0 0 9
• 21
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
Figuur 6: Brandstofprijzen in België en in de buurlanden op 21/12/2009 (€/liter) Prijs excl. belastingen
Benzine 95 octaan
Diesel
0,4
0,2
0,2
BE
FR
DE
NL
LU
UK
FR
DE
1,224
0,4
0,2
0,0
0,0
0,5409
0,4
0,4772
0,6
0,7110
0,6
0,6
0,5977
0,8
0,6221
0,8
0,8 0,5212
1,0
1,0
0,868
1,0
1,033
1,2
1,099
1,4
1,038
1,052
1,2
1,2
0,968
1,205
1,378
1,289
1,248
1,256
1,4
BTW
Huisbrandolie
1,6
1,6
Accijnzen
0,0 BE
FR
DE
NL
LU
UK
BE
NL
LU
UK
Bron: Weekly Oil Bulletin, Europese Commissie nr. 1.488
Ja arverslag 2009
• 22
0,7 0,6 0,5
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
0,4 0,3 0,2 0,1
Figuur 7: Evolutie van de maximumprijzen in België, exclusief taksen (jaarlijks gemiddelde, €/liter)
/l
0,8
1,6
17
0,6 0,5
2006
2007(1)
2008(2)
2009
Figuur 8: Evolutie van de maximumprijzen in België, inclusief taksen (jaarlijks gemiddelde, €/liter)
/l
0,7
1999
1,4 1,2 1,0 0,8
0,4 0,6 0,3
0,4
0,2 0,1
0,2
1999
2006
2007(1)
2008(2)
2009
Benzine 95 octaan (1)
0,0 1999
Diesel
2006
2007(1)
2008(2)
2009
Huisbrandolie
vanaf 2007: benzine 10 ppm en diesel 10 ppm (i.p.v. 50 ppm; vanaf 2009: 10 ppm verplicht)
(2) /l vanaf 2008: huisbrandolie 1.000 ppm verplicht (i.p.v. 2.000 ppm)
1,6 Federale Overheidsdienst Economie Bron: 1,4 1,2
J aarverslag 2 0 0 9
• 23
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
Grafiek 7 9: Brandstofnoteringen* (maandgemiddelde, $/MT) Figuur 1.300
1300 1250 1200 1150 1100 1050 1000 950 900 850 800 750 700 650 600 550 500 450 400 350 300 250
Benzine 95 octaan
1.250
Diesel
1.200
Huisbrandolie
1.150 1.100 1.050 1.000 950 900 850 800 750 700 650 600 550 500 450 400 350
01/2010
01/2009
01/2008
01/2007
01/2006
250
01/2005
300
Bron: Federale Overheidsdienst Economie
Bron: Ministerie van Economische Zaken *Northwest Europe barges J aarverslag 2 0 0 9
• 24
350
550 550
300
500 500
350
250
450 450
300
400
450
500 450 400 350 300 Belgische Petroleum Federatie 250
500
400
450
01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 350 11 01 03 05 07 09 11 01 03 04 04 04 04 04 04 05 05400 05 05 05 05 06 06 06 06 06 06 07 07 07 07 07 07 08 08 08 08 08 08 400 09 09 400
250
350 350
30011 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 350 04 04 04 04 04 04 05 05 05 05 05 05 06 06 06 06 06 06 07 07 07 07 07 07 08 08 08 08 08 08 09 09
01 05 03 05 05 05 07 05 09 05 11 05 01 06 03 06 05 06 07 06 09 06 11 06 01 07 03 07 05 07 07 07 09 07 11 07 01 08 03 08 05 08 07 08 09 08 11 08 01 09 03 09 05 09 07 09 09 09 11 09
250 300 Bron: Ministerie van Economische Zaken 300 300 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 04 04 04 04 04 04 05 05 05 05 05 05 06 06 06 06 06 06 07 07 07 07 07 07 08 08 08 08 08 08 09 09 DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE 250 250 Bron: Ministerie van Economische Zaken 250 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 05 07 09 11 01 03 04 04 04 04 04 04 05 05 05 05 05 05 06 06 06 06 06 06 07 07 07 07 07 07 08 08 08 08 08 08 09 09 Bron: Ministerie van Economische Zaken Bron: Ministerie van Economische Zaken
Bron: Ministerie van Economische Zaken
Grafiek 6
1,5
1,2
Grafiek 6 Grafiek 7 Grafiek 6 sinds Figuur 11: België: bij constante BTW en accijnstarieven Grafiek 7 Figuur 10: B1,610 elgië: bij constante BTW en accijnstarieven 1985 zou de van BENZINE 95 sinds zou de maximumprijs van DIESEL 0,279 Grafiek 6 Grafiek 7 Grafiek 8 maximumprijs1,610 Grafiek 9 1,469 1985 1,5 OCTAAN 0,415 €/l lager zijn op 18/06/2009, de 0,282 €/l lager zijn op 25/12/2009, de datum van 0,279 0,255 1,469 1,610 1,5 1,5 datum van het1,247 record van de maximumprijs (€/l) 0,279 het record van1,266 de maximumprijs (€/l) 0,255 1,469 0,611 1,610 1,5
0,249
1,5 1,5 0,9
0,182
0,6
1,433 1,433
1,2
0,908
0,278
0,278 1,2 1,2
0,9
0,153 0,567 0,9 0,9
0,099 0,3
Grafiek 7
0,349
0,908 0,908 0,6 0,182 0,182 0,278 0,278
0,6 0,6
0,3 0,099 0,099
0,0 0,3 0,3
0,349 0,349 0,0
1,247
0,611
0,249
0,248 0,248
1,2
0,908 0,182 0,153
0,278 0,622 0,622
0,278 0,567
0,153 0,567
1,018 1,018 0,9 0,177 0,177 0,278 0,278 0,6
0,182 0,153
0,156 0,156 0,407 0,407
0,156 0,156 0,3
0,279 0,331 1,5 1,5 1,247
0,611
0,249 0,611 0,155 1,2 1,2
0,9 1,2
0,908 0,6 0,9
0,3 0,6
0,127 0,908
0,9 0,9
0,182 0,130 0,153 0,077 0,278 0,567 0,302
0,099 0,349
0,407 0,407
0,0 0,3
0,9
0,278 0,636 0,6 0,636 0,636 0,127 0,127 0,3
0,349
0,3 0,3
0,077 0,077 0,0 0,302 0,302
0,127 0,130 0,153 0,077 0,567 0,302
0,130 1,076 1,076
0,0
0,794 0,794
0,636
0,6 0,138 0,138
0,127
0,130 0,130
0,130
0,155 0,155
0,155 0,155 0,3
0,077 0,302
0,371 0,371
0,371 0,371
Marge & distributiekosten
0,155 0,728 0,636
0,6
0,127 0,130
0,3
0,077 0,302
Accijnzen
Diesel van 25/12/2009
Diesel van 25/12/2009 met belastingtarieven van 07/05/1985
BTW
Bron: BPF
1,5 2,0 2,0
1,5 2,0 2,0
1,5 1,5
0,9
0,0 Diesel van 07/05/1985
Productprijs ex-raffinaderij
1,5 1,5
0,728
0,728 0,364 0,364
0,331 1,2
0,155
0,9
0,0 0,0
Benzine 95 octaan van 18/06/2009 met belastingtarieven van 07/05/1985
2,0 2,0
0,155
0,186 0,186
0,255
0,0
0,0 0,0 Benzine 95 octaan van18/06/2009
1,5
1,2
0,0
Benzine 95 octaan van 07/05/1985
0,253
0,331 0,130 1,247 0,155 0,249 0,728
0,130 0,130
0,099
1,266
1,2
0,153 0,153 0,567 0,6 0,6 0,567
1,5
0,253
0,278 0,728
0,636
0,278 0,567
0,099 0,349
1,2 1,5
1,2
1,5 2,0 2,0
1,2 1,2
J aarverslag 2 0 0 9
1,5
• 25
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
Tabel 8: België: vergelijking van de gemiddelde maximumprijzen van de voornaamste brandstoffen, mét en zonder belastingen in 1975, 2008 en 2009 (€/l) jaarlijks gemiddelde maximumprijs ZONDER BELASTINGEN
jaarlijks gemiddelde maximumprijs MET BELASTINGEN
Benzine
Diesel
Huisbrandolie
Benzine
Diesel
Huisbrandolie
1975
0,144
0,137
0,1016
0,355
0,218
0,1195
2008
0,618
0,717
0,6098
1,456
1,252
0,7602
2008, zonder inflatie
0,198
0,229
0,1950
0,466
0,400
0,2431
2009
0,422
0,428
0,3372
1,330
1,023
0,4968
2009, zonder inflatie
0,135
0,137
0,1079
0,426
0,327
0,1589
Bron: Federale Overheidsdienst Economie en BPF
J aarverslag 2 0 0 9
• 26
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
DE GEVOELIGHEID VAN DE PRIJZEN VAN PETROLEUMPRODUCTEN
Tabel 9: Effect van de evolutie van de dollarkoers op de maximumprijs van diesel in België (€/l) Dollarkoers € 1 = 1,4276 $(1) 25/12/09
€1=1$
€ 1 = 0,8252 $(2) 26/10/2000
Productprijs ex-raffinaderij
0,3707
0,5292
0,6413
Marge en distributiekosten
0,1547
0,1547
0,1547
Prijs zonder belastingen
0,5254
0,6839
0,7960
Accijnzen + BOFAS + APETRA
0,3635
0,3635
0,3635
Prijs zonder BTW
0,8889
1,0474
1,1595
BTW
0,1867
0,2200
0,2435
1,076
1,267
1,403
(1)
0,191
0,327
Maximumprijs
Variatie max.prijs t.o.v. € 1 = 1,4276 $ (1) (2)
(1)
dollarkoers, geldig op de dag van de hoogste maximumprijs van diesel in 2009 record low
Bron: BPF
J aarverslag 2 0 0 9
• 27
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
Tabel 10: Schommeling van de prijs van de ruwe aardolie en haar effect op de maximumprijs in België, voorbeeld van een verlaging 21 februari 2008
21 februari 2009
Verschil %
Ruwe aardolie Noordzee Brent
(€/bbl)
65,31
33,27
- 51
Maximumprijs huisbrandolie
(€/l)
0,7145
0,4394
- 39
Maximumprijs diesel
(€/l)
1,197
0,961
- 20
Maximumprijs benzine 95 octaan
(€/l)
1,479
1,220
- 18
Bron: Federale Overheidsdienst Economie en Bulletin de l’Industrie Pétrolière
Tabel 11: Schommeling van de prijs van de ruwe aardolie en haar effect op de maximumprijs in België, voorbeeld van een verhoging 21 februari 2009
21 oktober 2009
Verschil %
Ruwe aardolie Noordzee Brent
(€/bbl)
33,27
53,41(1)
61
Maximumprijs huisbrandolie
(€/l)
0,4394
0,5329
21
Maximumprijs diesel
(€/l)
0,961
1,062
11
Maximumprijs benzine 95 octaan
(€/l)
1,220
1,337
10
(1)
TOP 2009
Bron: Federale Overheidsdienst Economie en Bulletin de l’Industrie Pétrolière
J aarverslag 2 0 0 9
• 28
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
DE RAFFINAGE Tabel 12: Raffinagecapaciteiten van de Belgische raffinaderijen op 31 december (duizend ton/jaar) 1973
2008
2009
Distillatiecapaciteit
43.084
40.883
40.987
Krakingcapaciteit
3.220
8.767
8.783
Reformingcapaciteit
3.790
4.718
4.764
-
30.568
30.603
Ontzwavelingscapaciteit Bron: BPF
Tabel 13: Hoeveelheid producten verwerkt in de Belgische raffinaderijen (duizend ton) Verwerking van ruwe aardolie Tussenproducten
(2)
TOTAAL
Verhouding verwerking aardolie / distillatiecapaciteit (%) (1) (2)
1973
2008
37.007
33.725
241
4.535
37.248
38.259
85,9
82,5
2009(1)
cijfers niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie een product of een combinatie van producten, afgeleid uit ruwe aardolie, dat bestemd is om een verdere behandeling te ondergaan in de raffinage-installaties
Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans en BPF
J aarverslag 2 0 0 9
• 29
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
Tabel 14: Nettoproductie van afgewerkte producten in België (duizend ton, %) kt
Verschil % 2008 / 1973
Aandeel % 1973
2008
-14,3
13,4
13,4
1.878
69,0
3,1
6,2
12.054
10.900
-9,6
34,0
35,8
13.715
6.797
-50,4
38,6
22,3
405
480
18,5
1,2
1,7
Bitumen
1.081
1.396
29,1
3,0
4,6
Nafta
1.682
1.919
14,1
4,7
6,3
Andere producten
694
2.960
326,5
2,0
9,7
ALLE PRODUCTEN
35.510
30.418
-14,3
100,0
100,0
1973
2008
Autobenzines
4.768
4.088
Vliegtuigbrandstoffen
1.111
Gasolie (verwarming + wegvervoer) Residuele stookolie Vloeibare gassen
(1)
2009(1)
cijfers niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie
Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans
J aarverslag 2 0 0 9
• 30
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
DE BUITENLANDSE HANDEL Ruwe aardolie
Tabel 15: Invoer van ruwe aardolie in België volgens regio van herkomst (duizend ton, %) kt 1973 Midden Oosten waarvan
2008
29.830
Saoedi-Arabië
Aandeel % 2009(1)
9.272
1973
2008
79,7
27,4
15.927
4.404
42,6
13,0
Iran
7.221
4.179
19,3
12,4
Irak
818
671
2,2
2,0
Rusland
517
13.419
1,4
39,7
Noordzee waarvan
106
7.694
0,3
22,7
Verenigd Koninkrijk Noorwegen Afrika waarvan
-
3.022
-
8,9
106
4.253
0,3
12,6
5.696
Nigeria
2.291
949
15,2
909
6,8
2,5
2,7
Venezuela
997
833
2,7
2,5
Andere
249
316
0,7
0,9
37.395
33.825
100,0
100,0
TOTAAL
waarvan OPEC (1) (2)
(2)
36.344
11.912
97,2
35,2
cijfers niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie OPEC: 12 leden vanaf 2009 (Indonesië is geen lid meer sinds 1 januari 2009)
Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans
J aarverslag 2 0 0 9
• 31
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
Afgewerkte producten
Tabel 16: België: buitenlandse handel in afgewerkte producten in 1973 en 2008 (duizend ton) kt TOTALE INVOER waarvan
1973 8.024
Autobenzines
2009(1)
20.039
Verschil (%) 2008/1973 149,7
567
586
3,4
Gasolie
2.488
6.573
164,2
Residuele stookolie
2.879
7.102
146,7
TOTALE UITVOER waarvan
14.507
20.503
41,3
Autobenzines
2.560
3.444
34,5
Gasolie
4.817
7.581
57,4
Residuele stookolie
4.352
4.223
-3,0
TOTALE MARITIEME BUNKERING waarvan
3.138
Gasolie Residuele stookolie Verhouding = uitvoer + bunkering invoer (1)
2008
2,2
9.412
199,9
503
365
-27,4
2.615
9.037
245,6
1,5
cijfers niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie
Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans
J aarverslag 2 0 0 9
• 32
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
HET BINNENLANDS VERBRUIK
Tabel 17: Verbruik van afgewerkte producten in België (duizend ton) kt 1973
2007
2008
2.573
1.394
1.459
510
986
1.990
Diesel
1.251
6.462
7.161
Huisbrandolie
8.024
4.111
4.952
Residuele stookolie
9.661
1.015
636
Nafta(2)
1.655
2.064
4.487
Andere producten
2.031
2.807
2.713
ALLE PRODUCTEN
25.705
18.839
23.398
Autobenzines Vliegtuigbrandstoffen
2009(1)
cijfers niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie het betreft hier de door de petroleummaatschappijen geleverde hoeveelheden nafta voor petrochemisch verbruik in België en onderworpen aan de verplichte aangifte voor de statistiek van de Federale Overheidsdienst Economie, wijziging van de ‘reporting’ methode in 2008 (1) (2)
Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans
Tabel 18: Verbruik van de voornaamste brandstoffen in België (duizend ton) 2007
2008
Benzine 95 octaan
1.056
1.116
Benzine 98 octaan
338
343
Diesel
6.462
7.161
Huisbrandolie
4.111
4.952
(1)
2009(1)
cijfers niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie
Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans
J aarverslag 2 0 0 9
• 33
20 100 %
100
7,4 5,2
0
34,3
80
100 % 11,6
46
80
60
81
(1) Belgische 2009
2008
80
60
30
Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE 70
60
21,8
54
40
40
40
20
20
5,4
Grafiek 10
11,0
20
Figuur 12: Aandeel van 14,9 de verschillende producten in het binnenlands verbruik (%) 0
100 %
80
2007
19 Figuur 13: Aandeel van benzine en diesel in het totale Grafiek 11 verbruik van motorbrandstoffen in België (%)
0
2008(1)
0
Autobenzines
8,5
Vliegtuigbrandstoffen
30,6
Diesel
30
28
26
24
22
2007
20
19
18
2008(1)
Diesel Benzine
80
Huisbrandolie Residuele stookolie
70
72
74
76
78
80
81
82
2007
2008
2009
60
Nafta(2) 21,2
1985
100 %
6,2
60
1973
Andere producten
40
Grafiek 10 40
2,7 19,2
Grafiek 9
20
20 100 % 11,6
0
2008
80
(1) (2)
30
46
81
35
33,8 0
30
2009(1)
cijfers 2009 niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie 25 het betreft hier de hoeveelheden70nafta voor petrochemisch verbruik in België, geleverd door de petroleummaatschappijen en onderworpen aan de verplichte aangifte voor de statistiek 60 van de Federale Overheidsdienst Economie 20
2002
2003
2004
2005
2006
Bron: Federale Overheidsdienst Financiën, Douane & Accijnzen
20,0
20,5
Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans54
15
40
10
Grafiek xx
20 19
9,4 J aarverslag 2 0 0 9
5
• 34
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
in miljoenen l
Figuur 14: Jaarlijks verbruik van benzine, diesel en huisbrandolie in België (liter) 9.000.000.000
Benzines(1)
8.000.000.000 Diesel(1)
7.000.000.000
Huisbrandolie(1)
6.000.000.000 5.000.000.000 4.000.000.000 3.000.000.000 2.000.000.000 1.000.000.000 0
(1)
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
voor concrete cijfers, zie tabel 19
Bron: Federale Overheidsdienst Financiën, Douane & Accijnzen
J aarverslag 2 0 0 9
• 35
Belgische Petroleum Federatie
DE PETROLEUMSECTOR IN BELGIE
Tabel 19: Jaarlijks verbruik van benzine, diesel en huisbrandolie in België (liter)
(1)
Benzines(1)
Diesel(1)
Huisbrandolie(1)
TOTAAL VERBRUIK
2002
2.896.498.000
6.899.146.400
5.593.843.630
15.389.488.030
2003
2.868.861.300
7.407.000.400
6.024.900.800
16.300.762.500
2004
2.683.065.400
7.547.583.000
4.375.110.300
14.605.758.700
2005
2.405.712.800
7.467.746.500
5.650.931.600
15.524.390.900
2006
2.237.327.100
7.857.272.500
5.891.776.900
15.986.376.500
2007
2.114.986.400
8.281.749.300
4.374.288.900
14.771.024.600
2008
1.941.493.460
8.471.306.000
5.119.752.800
15.532.552.260
2009
1.862.718.961
8.447.053.675
4.472.633.400
14.782.406.036
voor een grafische voorstelling, zie figuur 14
Bron: Federale Overheidsdienst Financiën, Douane & Accijnzen
J aarverslag 2 0 0 9
• 36
Belgische Petroleum Federatie
DE belangrijkste dossiers J aarverslag 2 0 0 9
• 37
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers MILIEUBESCHERMING DE STRIJD TEGEN VERZURING EN OZON De emissies van de raffinaderijen Op 1 januari 2010 worden voor de petroleumraffinaderijen strengere emissiegrenswaarden voor SO2 en NOX van kracht. Dit is één van de voornaamste maatregelen die de Vlaamse overheid heeft genomen in het kader van de Europese richtlijn ‘nationale
Tabel 21: Bubble-emissiegrenswaarden SO2 en NOx voor de petroleumraffinaderijen in Vlaanderen (mg/Nm3) Tot 31.12.2004
Vanaf 1.1.2005
Vanaf 1.1.2010
SO2
1.000
800
350
NOx
350
300
200
emissieplafonds’ (NECD of National Emission Ceilings Directive). De overheid heeft de emissiegrenswaarden voor SO2 en NOX vastgelegd op basis van een aandeel van de petroleumraffinaderijen in het nationaal emissieplafond van 10 kt SO2 / jaar en 6,5 kt NOX / jaar.
Bron: BPF
Tabel 20: Emissies van SO2 en NOx door de petroleum raffinaderijen in België (duizend ton) Reële emissies
Doelstelling 2010
Tabel 22: België: maximale jaarlijkse emissies vanaf 2010 (duizend ton/jaar, %) Totaal kt/j
Vermindering t.o.v. 1990 (%)
SO2
99
-73
1980
2006
2007
2008
2009
NOx
176
-48
SO2
88
23,5
22,7
21
22,3
10
VOS
139
-58
NOx
-
7,8
7,7
6,1
5,2
6,5
NH3
74
-31
Bron: BPF
Bron: BPF
J aarverslag 2 0 0 9
• 38
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
MEETNET LUCHTVERONTREINIGING PETROLEUMRAFFINADERIJEN
Er zijn echter, terecht, uitzonderingen voorzien. Vele sectoren concurreren immers
Gezien de Vlarem imissiemeetplicht van de petroleumraffinaderijen, wordt sinds
broeikasgassen te beperken, dreigen onze Europese ETS-bedrijven opgezadeld te
1995 een specifiek imissiemeetnet in de Antwerpse regio beheerd door de BPF.
worden met een competitief nadeel ten opzichte van hun niet-Europese concurrenten
Conform een overeenkomst tussen de petroleumraffinaderijen, de BPF en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), verzekert de VMM sedert 1 januari 2009 het dagelijkse beheer van de vijf meetstations. Een en ander betekent dat de VMM het
met hun producten op een markt die veel ruimer is dan de Europese Unie. Zolang buiten Europa geen gelijkaardige maatregelen getroffen worden om de uitstoot van
die geen emissierechten dienen aan te kopen. Dit zou als gevolg hebben dat de productie buiten Europa stijgt, en dat dus de ermee gepaard gaande CO2-uitstoot wordt verplaatst. Dit noemt men de koolstoflek (‘carbon leakage’).
onderhoud, de gegevenstransmissie en –verwerking en de noodzakelijke investe-
Om dat tegen te gaan heeft de EU beslist om de energie-intensieve sectoren die
ringsvoorstellen coördineert.
onderworpen zijn aan internationale concurrentie buiten de EU, en dus aan kool-
De petroleumraffinaderijen blijven uiteindelijk collectief eigenaar van de gehele infrastructuur en dragen uiteraard, zoals in het verleden, de kosten voor de uitba-
stoflek, te beschermen: zij zullen tussen 2013 en 2020 hun benodigde CO2-rechten geheel of gedeeltelijk gratis krijgen.
ting ervan.
DE VERMINDERING VAN DE BROEIKASGASEMISSIES EN HET SYSTEEM VAN DE VERHANDELBARE EMISSIERECHTEN In december 2008 keurden de Europese Raad en het Europees Parlement de zogenaamde ’20-20-20 doelstelling’ goed: tegen 2020 moet de Europese Unie, ten opzichte van 1990, 20 % efficiënter omgaan met energie, het aandeel hernieuwbare energiebronnen verhogen tot 20 % en 20 % minder CO2 uitstoten. Tevens werd een gewijzigd emissiehandelssysteem opgezet (het zogenaamde ETS of Emission Trading Scheme) dat in voege treedt vanaf 2013. De energie-intensieve bedrijven worden automatisch opgenomen in het Europese ETS. Als basisprincipe geldt dat zij de nodige broeikasgasemissierechten moeten aankopen. Daartoe zal een veiling van die emissierechten worden georganiseerd.
J aarverslag 2 0 0 9
• 39
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
Op basis van een aantal economische criteria heeft de EU Commissie geconcludeerd dat onder andere de petroleumraffinaderijen aangemerkt worden als sector die onderhevig is aan koolstoflek. De hoeveelheid gratis toe te kennen rechten wordt per bedrijfssector objectief vastgelegd bij middel van ‘benchmarking’: elk bedrijf krijgt slechts het aantal emissierechten dat het zou nodig hebben indien het energie-efficiënt werkt. Op die manier ontstaat er een stimulans om maatregelen te nemen ter vermindering van de uitstoot vermits de ontbrekende rechten op de CO2-markt dienen te worden aangekocht. Het is de bedoeling dat de raffinaderijen gratis emissierechten toegewezen krijgen ten belope van de benchmark. Logischerwijze kan dit pas ten volle worden toegepast in 2020, met een geleidelijk pad daarheen tussen 2013 en 2020.
De klimaatplannen en de sector petroleumraffinage In Vlaanderen wordt in het kader van het convenant benchmarking energie-efficiëntie, reeds jaren gewerkt met het concept ‘benchmarking’. In deze energiebeleids overeenkomst tussen het Vlaams Gewest en energie-intensieve sectoren en bedrijven gaan o.a. de petroleumraffinaderijen de verbintenis aan om tot de wereldtop te blijven behoren op het gebied van energie-efficiëntie, of dit uiterlijk in 2012 te realiseren.
HET BODEMSANERINGSFONDS VOOR TANKSTATIONS (BOFAS)
De benchmark of wereldtop wordt bepaald op basis van de wereldwijd 10 % beste
Tot 31 december 2009 werden 5.024 aanvragen voor tussenkomst van BOFAS ontvan-
raffinaderijen op het gebied van energie-efficiëntie.
gen in het kader van de twee samenwerkingsakkoorden (2002 en 2007). Daarvan
Bij de eindbeoordeling van de energie-efficiëntie van de betrokkenen in 2012 ten opzichte van de wereldtop, zal men desgevallend rekening moeten houden met de economische situatie. Men kan immers geen energie-efficiëntie in economisch minder gunstige tijden vergelijken met een wereldtop die bepaald is bij economische hoogconjunctuur. Bedrijven mogen niet afgerekend worden op een verlies aan
werden 3.838 aanvragen ontvankelijk verklaard (76,4 %). De indeling van de ontvankelijke aanvragen is als volgt: • sluiting: 1.966 • retroactieve sluiting*: 237
energie-efficiëntie ten gevolge van lagere productie te wijten aan de economische
• verderzetting activiteiten: 1.275
conjunctuur.
• retroactieve verderzetting: 360
* retroactieve sluiting waarbij de aanvrager reeds aan de werken was begonnen vóór de tussenkomst van BOFAS J aarverslag 2 0 0 9
• 40
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
van de bodem bij de particulieren, houders van stookolietanks, zal de eventuele bijdrage automatisch verwerkt worden in de maximumprijsstructuur vanaf de oprichting van dit Fonds”; de financiering moet dus volledig worden verzekerd door middel van een verplichte bijdrage, opgenomen in de maximumprijsstructuur van huisbrandolie; • deze bijdrage, uitgedrukt in euro per liter, moet zo beperkt mogelijk blijven; • het fonds komt tussen met een maximum plafond (van de saneringskosten) en een dossierkost (10 % van de vergoede bedragen); • het werkingsgebied van het fonds moet worden afgestemd op de geschatte inkomsten, over de gehele levensduur van het fonds; • het fonds komt tussenbeide in geval van tanks, gekoppeld aan de verwarming van gebouwen met hoofdzakelijk een woonfunctie of (kleine) professionele activiteiten Op 29 juni 2009 besloot de interregionale Bodemsaneringscommissie - op vraag van BOFAS - om de termijn van erkenning van BOFAS te verlengen tot 25 maart 2019.
(kleine handelaars, zelfstandigen, vrije beroepen, …), maar in dit geval beperkt tot gebouwen met één of meerdere tanks met een totale inhoud van maximum 5.500 liter. • het fonds komt slechts tussen in zoverre de particulier (de aanvrager van een
HET BODEMSANERINGSFONDS VOOR STOOKOLIETANKS VAN PARTICULIEREN (PREMAZ) Op vraag van de Minister van Klimaat en Energie (dhr. Paul Magnette), werd in het kader van de ‘Lente van het Leefmilieu’ gestart met de oprichting van een bodem saneringsfonds voor particulieren (stookolietanks).
tussenkomst) de regelgeving naleeft. De BPF heeft samen met de sectorfederaties BRAFCO en Informazout verder overlegd met Assuralia (de beroepsvereniging van de verzekeringsondernemingen). Doelstelling van deze besprekingen was om de verzekeringssector te stimuleren verzekeringsproducten te ontwikkelen die beantwoorden aan de noden van de eigenaars van stookolietanks. Het gaat hier onder andere om verzekeringsproducten die
De BPF heeft de voorwaarden aangegeven waaraan een dergelijk fonds zou moe-
de saneringskosten dekken in geval van toekomstige vervuilingen die plaatsvinden
ten voldoen:
nadat de tank lekvrij en de site niet vervuild werd bevonden (met respect voor de
• de financiering moet gegarandeerd worden door de programmaovereenkomst, zoals voorzien in artikel 21 §3: “In geval van de oprichting van een fonds ter sanering
wettelijke controlevereisten). Alle besprekingen hebben geleid tot een gemeenschappelijk voorstel van de petro-
J aarverslag 2 0 0 9
• 41
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
leum- en de verzekeringssector aan de federale overheid. Een samenwerkings akkoord tussen de gewesten en de federale overheid dient nu te worden uitgewerkt. Vervolgens zal dat ontwerpakkoord met de verzekering- en de petroleumsector worden besproken.
DE AANVAARDINGSPLICHT VAN GEBRUIKTE SMEEROLIE De regelgeving inzake de aanvaardingsplicht van gebruikte smeerolie, van kracht in de drie gewesten, voorziet de mogelijkheid om milieubeleidsovereenkomsten (MBO) af te sluiten tussen de sectorfederaties en de gewestregeringen. Op die manier kunnen de bedrijven die smeerolie op de markt brengen hun individuele verplichting om gebruikte smeerolie terug te nemen en te verwerken, omzetten in een collectieve aanpak. Met het Waals en het Vlaams Gewest werden reeds MBO’s inzake gebruikte olie
Een en ander kan in detail geraadpleegd worden op de website:
afgesloten.
www.valorlub.be
Met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd eind 2009 een mondeling akkoord bereikt over een MBO, die hopelijk in 2010 in werking zal treden.
Het beheersorganisme VALORLUB vzw Het organisme VALORLUB vzw, dat de uitvoering van de MBO’s inzake gebruikte olie beheert, heeft nu een 100-tal toegetreden aanvaardingsplichtige producenten en invoerders van smeerolie. Aan de recyclage- en hergebruiksdoelstellingen wordt ruimschoots voldaan. De jongste gegevens wijzen uit dat 94 % van de opgehaalde hoeveelheid gebruikte olie wordt gerecycleerd of energetisch gevaloriseerd. In Vlaanderen is de doelstelling ‘minimaal 85 %’, in Wallonië ‘minimaal 65 %’.
DISTRIBUTIE VAN LPG IN TANKSTATIONS IN VLAANDEREN Naar aanleiding van de verstrenging in 2008 van de Vlarem-uitbatingsvereisten voor LPG-tankstations, werd in 2009 een werkgroep ‘Vlarem-autogasstations’ opgericht,
J aarverslag 2 0 0 9
• 42
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
met vertegenwoordigers van de Vlaamse administratie en de betrokken bedrijven (via FeBuPro). De bedoeling is om voor bestaande installaties, die volgens de regelgeving in principe een overgangsperiode krijgen tot 2019, te komen tot een werkbare aanpak voor de aanpassingen van de tankstations. De werkgroep is nog niet tot definitieve voorstellen gekomen. Wij betreuren in elk geval dat de overheid geen duidelijke visie heeft op de commercialisering van LPG. Enerzijds LPG promoten als een propere brandstof en anderzijds de distributie ervan bemoeilijken is op zijn minst tegenstrijdig. Wij pleiten voor een coherent overheidsbeleid terzake.
zich vrij te bevoorraden in biocomponenten bij eender welke leverancier (voor zover deze leverancier producten aanbiedt die in lijn zijn met de duurzaamheidscriteria, zoals omschreven in de Europese richtlijnen ‘Renewable Energy Directive & Fuels Quality Directive’ en voor zover deze componenten beantwoorden aan de kwaliteitsnormen). Met dit standpunt van de BPF werd echter geen rekening gehouden. De wet van juni 2006 is onveranderd gebleven en de wet van juli 2009 bevoordeelt duidelijk de erkende producenten (waarvan de biocomponenten van elk duurzaamheidsbewijs worden vrijgesteld).
Biobrandstoffen en de programmaovereenkomst
BIOBRANDSTOFFEN
Het basisprincipe van de programmaovereenkomst is dat alle bijkomende kosten, ten laste van de petroleummaatschappijen, in de maximumprijs worden verrekend.
Wetgeving inzake biobrandstoffen 2009 is het jaar van de wettelijke verplichting tot bijmenging van 4 % volume bio componenten in benzine en diesel in België (wet van 22 juli 2009, op 3 augustus 2009 verschenen in het Belgisch Staatsblad en … van kracht op 1 juli 2009).
De BPF heeft er dan ook meermaals op aangedrongen om de programmaovereenkomst aan te passen, zodat rekening wordt gehouden met de extra kosten voor bijmenging van biocomponenten (investeringskost, operationele bijmengingskost, logistieke kosten,…).
De vorige wetgeving (wet van 10 juni 2006) blijft onveranderd. Deze wet erkende een beperkt aantal Belgische bioproducenten (3 producenten van FAME voor diesel, 4 producenten van ethanol voor benzine) en kende hen jaarlijkse quota toe. Het resultaat is een Belgische markt van biocomponenten die noch volledig vrij is, noch openstaat voor internationale mededinging.
Biobrandstoffen: administratieve modaliteiten
Geruime tijd voor het ontwerpen van de wet betreffende de verplichte bijmenging van biocomponenten in de fossiele brandstoffen, heeft de BPF aan de overheid haar standpunt uiteengezet. De BPF pleitte ervoor dat, in geval van wettelijke verplichting, het quotasysteem en fiscale stimulansen zouden vervallen om de operatoren toe te laten
sinds 1 juli van datzelfde jaar…).
Begin november 2009 werden de petroleumoperatoren door de Algemene Directie Energie op de hoogte gebracht van de verplichting inzake rapportering en controle. Het ministerieel besluit verscheen op 8 december 2009 (de wet was reeds in voege
De BPF heeft er overigens voor gezorgd dat de gangbare administratieve verplichtingen mee fraude helpen bestrijden, in het bijzonder bij de uitwisseling van biobrandstoffen tussen petroleumoperatoren.
J aarverslag 2 0 0 9
• 43
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
Biobrandstoffen en duurzaamheidscriteria In het kader van haar standpunt inzake duurzaamheidscriteria van biocomponenten heeft de BPF, ten aanzien van de betrokkenen (FOD Energie en Leefmilieu, het Ministerieel kabinet voor Klimaat en Energie en de Belgische commissie voor normalisatie TC383), vooral de volgende aspecten benadrukt : • de producenten van biocomponenten zijn verantwoordelijk voor het leveren van: • producten die beantwoorden aan de duurzaamheidscriteria; • de vereiste certificaten; • d e certificaten moeten worden afgeleverd door een onafhankelijk organisme onder de voogdij en het toezicht van de Belgische overheid; • d e duurzaamheidscriteria voor biocomponenten moeten op Europees niveau worden geharmoniseerd (aangepaste methodologie en Europese standaard); • h et toekennen van bijkomende kredieten voor biocomponenten die beter scoren inzake vermindering van broeikasgassen.
J aarverslag 2 0 0 9
• 44
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers Beveiliging KRITIEKE INFRASTRUCTUREN
• een communicatiemechanisme op punt stellen tussen de betrokken overheid en de kritieke infrastructuur.
De EU richtlijn 2008/114 verplicht de lidstaten in de strijd tegen terrorisme, kritieke infrastructuren te bepalen en te beschermen.
Eén en ander dient te worden afgewerkt tegen januari 2011.
Volgens de definitie in deze richtlijn is een kritieke infrastructuur: “een voorziening,
systeem of een deel daarvan op het grondgebied van de lidstaten dat van essentieel belang is voor het behoud van vitale maatschappelijke functies, de gezondheid, de veiligheid, de beveiliging, de economische welvaart of het maatschappelijk welzijn, waarvan de verstoring of vernietiging in een lidstaat aanzienlijke gevolgen zou hebben
DE BEVEILIGING VAN TANKSTATIONS Overvallen op tankstations
doordat die functies ontregeld zouden raken”.
In tegenstelling tot de meeste andere sectoren daalt het aantal gewapende overval-
In een eerste fase worden de sectoren energie en transport aangepakt. De Federale
len in tankstations. Het aantal overvallen in 2009 was 29 % lager dan in 2008. 55 %
Overheidsdienst Economie, directie Energie, dient de richtlijn om te zetten in
van de gewapende overvallen gebeuren tussen 18u en 22u. Luik, Charleroi en
Belgische regelgeving en bepaalt de kritieke infrastructuren, in samenspraak met de
Brussel blijven de meest getroffen regio’s.
betrokken sectoren. Op basis van criteria die door de EU commissie werden vastgelegd, komen in onze sector enkel petroleumraffinaderijen in aanmerking om door de Belgische overheid
Tabel 23: Gewapende overvallen op tankstations in België
als kritieke infrastructuur te worden aangemerkt.
2006
2007
2008
2009
De volgende stappen die de overheid zou moeten nemen zijn:
Aantal overvallen
85
86
96
71
• de wet inzake de kritieke infrastructuren ontwerpen en de nodige uitvoerings
Risiconiveau (%)
1,9
2,0
2,2
1,6
besluiten uitvaardigen;
Bron: Federale gerechtelijke politie
• er zich van vergewissen dat de exploitant van elke kritieke infrastructuur een beveiligingsplan en een specifieke veiligheidsverbindingsfunctie heeft;
J aarverslag 2 0 0 9
• 45
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
Het aantal inbraken en ramkraken met versterkte voertuigen daalt eveneens. Naast Charleroi, Luik en Brussel wordt Antwerpen ook zwaar getroffen.
Tabel 24: Evolutie van het aantal inbraken in tankstations
(1)
2006
2007
2008
2009(1)
614
701
558
500
voorlopig cijfer
Bron: algemene nationale gegevens (Federale gerechtelijke politie)
Doorrijden zonder betalen De BPF blijft voorstander van de invoering van een systeem, vergelijkbaar met dat van Nederland voor wat betreft de vervolging van ‘doorrijders’. Ter herinnering, de Nederlandse regering heeft een systeem uitgewerkt waarbij de uitbaters van tankstations de nummerplaat van ‘doorrijders’ kunnen ingeven in een
om de minister van Justitie aan te spreken over dit dossier zonder de steun van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
centrale gegevensbank en waarbij gerechtsdeurwaarders rechtstreeks toegang hebben
Ondertussen heeft een gedeelte van het directiecomité van de Nationale Kamer van
tot de DIV (Dienst voor Inschrijving van Voertuigen) om het geld binnen 48 uur te kunnen
Gerechtsdeurwaarders ontslag genomen naar aanleiding van de kritieken, ontvangen
innen. Via het Nederlandse systeem kunnen er ook gerechtelijke procedures worden
bij het installeren van een elektronisch platform dat de gerechtsdeurwaarders
opgestart bij herhaaldelijk doorrijden. Sleutelelement van het Nederlandse systeem is
toegang zou verlenen tot de gegevens van het Rijksregister en het DIV. Deze nieuwe
dus de toestemming die aan de gerechtsdeurwaarders wordt gegeven om de nummer-
situatie heeft de samenwerking met de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders
plaat van de ‘doorrijders’ op te zoeken (in het kader van een strikt omlijnd protocol).
bemoeilijkt wat betreft de ‘doorrijders’.
De Kamer van Gerechtsdeurwaarders heeft de BPF geadviseerd om te wachten op
De BPF heeft in september 2009 een vergadering georganiseerd met de Federatie
een advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
van de Schuldvorderingorganismen die hun diensten aanboden voor een samenwer-
omtrent de parkeerbeheerders, gezien dit dossier gelijkenissen vertoont met het
king met de petroleumsector. Zij stelden voor een vergelijkende studie uit te voeren
dossier ‘doorrijders’. Op dit ogenblik (april 2010) heeft deze Commissie nog geen
in de Europese lidstaten. Het ziet er echter in de praktijk naar uit dat er weinig alter-
advies uitgebracht. Volgens de Kamer van Gerechtsdeurwaarders heeft het geen zin
natief is voor een samenwerking met de Gerechtsdeurwaarders.
J aarverslag 2 0 0 9
• 46
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers DE ECONOMISCHE KWESTIES DE NORMALISATIE VAN PETROLEUMPRODUCTEN & BELGISCHE NORMALISATIECOMMISSIES 2009 is een mijlpaal in de geschiedenis van de Normalisatie in de Belgische petroleumsector: meer dan 5 jaar na de publicatie van de nieuwe wet op de normalisatie in 2003 werden de nieuwe normalisatiestructuren in 2009 volledig functioneel. Na het afschaffen van het BIN en zijn vervanging door het NBN (met fel gereduceerde opdracht), werd in 2007 - op initiatief van de BPF en in overeenstemming met het nieuwe wettelijke kader - een operator voor normalisatie in de petroleumsector opgericht. Sinds begin 2009 coördineert deze operator 3 NBN-normalisatiecommissies, waaraan tal van experten waaronder leden van de BPF en daarbuiten, deelnemen. Deze commissies behandelen respectievelijk: • petroleum en aanverwante producten; • bitumineuze bindmiddelen; • certificatie van de duurzaamheid van biomassa.
Hierbij dienden de onvermijdelijke kinderziektes in de communicatie met het NBN te worden overwonnen. Maar ondermeer ook door de invoering van een versnelde goedkeuringsprocedure voor nieuwe normen door het NBN, kunnen we de toekomst
In elk van deze commissies zetelen deskundigen van de BPF-leden.
met vertrouwen tegemoet zien.
In opdracht van het NBN deden zij in 2009 o.a. voorstellen voor nieuwe Belgische
Ook internationaal waren talrijke deskundigen van leden van de BPF actief in de
normen voor benzine (NBN EN 228), diesel (NBN EN 590 met verhoging van het
normalisatie. Deze deskundigen leverden hun bijdrage aan vele werkgroepen en task
toegelaten percentage FAME van 5 naar 7 %) en LPG (NBN EN 589). Deze normen
forces van CEN en van ISO en in de nationale Belgische delegaties bij de plenaire
werden inmiddels gepubliceerd.
vergaderingen van de CEN Technical Committee’s:
J aarverslag 2 0 0 9
• 47
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
• CEN / TC 19, Istanbul, mei 2009 (petroleum en aanverwante producten); • CEN / TC 383, Brussel, juni 2009 (duurzaamheidscertificatie van biomassa); • C EN / TC 383, Den Haag, november 2009 (duurzaamheidscertificatie van biomassa).
blijven nog onderworpen aan een individuele voorraadplicht gelijk aan 9 dagen inverbruikstelling in 2009 (lineaire vermindering van dit aantal dagen over een periode van 5 jaar (2007 - 2012)). APETRA zal dus de volledige voorraadplicht overnemen op 1 april 2012. Er dient benadrukt dat de individuele voorraadplichten ten laste van de petroleummaatschappijen niet worden vergoed. Volgens de gegevens die door de Europese Commissie werden gepubliceerd (de
DE STRATEGISCHE VOORRADEN
laatste gegevens dateren van 19 maart 2010), voldoet België nog niet volledig aan zijn
Sinds 1 april 2007 is het overheidsbedrijf APETRA wettelijk belast met het bezit en het beheer van de voorraden ruwe aardolie en petroleumproducten. APETRA moet België de mogelijkheid bieden om aan haar internationale verplichtingen terzake te voldoen en moet de bevoorrading van het land in geval van crisis waarborgen.
olie / kerosine). Op 31 december 2009 beschikte België over 66 dagen strategische
De petroleummaatschappijen die meer producten in verbruik brengen dan een bij wet bepaalde minimumhoeveelheid (100.000 ton verkoop per productcategorie),
Voor verdere informatie, raadpleeg:
verplichtingen inzake strategische voorraden voor de categorie 2 (diesel / huisbrandvoorraad in categorie 2 (in plaats van de 91,25 dagen die door de Europese overheid worden vereist). APETRA boekt echter vooruitgang in de verwezenlijking van zijn doelstellingen.
www.apetra.be
HET SOCIAAL VERWARMINGSFONDS De Programmawet van 27 december 2004 voorziet sinds de winter van 2004 dat het Sociaal Verwarmingsfonds gedeeltelijk tussenkomt in de betaling van de verwarmingsfactuur van minder begoede personen. Het gaat hier om een samenwerking tussen de overheid, de OCMW’s en de petroleumsector. Het Sociaal Verwarmingsfonds wordt gespijsd via een solidariteitsbijdrage op alle petroleumproducten die bestemd zijn voor verwarming (huisbrandolie, lamppetroleum en propaan). In 2009 hebben zowat 91.000 gezinnen vanwege het Sociaal Verwarmingsfonds een tussenkomst in hun verwarmingskosten gekregen, voor een totaal bedrag van 15,8 miljoen euro.
J aarverslag 2 0 0 9
• 48
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
Gezinnen met een netto belastbaar jaarinkomen lager dan 26.000 euro, die geen aanspraak konden maken op een tussenkomst van het Sociaal Verwarmingsfonds (de zogenaamde 4de categorie), hebben in 2009 kunnen genieten van een forfaitaire vermindering van 105 euro (bij een minimum aankoop van 750 liter huisbrandolie). Deze toelage voor de 4de categorie werd toegekend door de Federale Overheidsdienst Economie (de 3 andere categorieën bleven in handen van het Sociaal Verwarmingsfonds). De maatregel werd niet velengd in 2010. De feitelijke werking van het Sociaal Verwarmingsfonds is – naast de noodzakelijke tussenkomst van de OCMW’s – in handen van een vereniging zonder winstoogmerk,
Door dit gebrek aan flexibiliteit werd de impact van de internationale marktprijzen op de prijzen van de afgewerkte producten te traag weergegeven. Deze situatie veroorzaakte een chaos op de Belgische markt, evenals een schaarste aan petroleumproducten in ons land. De PO heeft als doelstelling de bevoorrading van België met petroleumproducten te waarborgen. Bij gebrek aan volledige prijsvrijheid is het dus momenteel het enige werkbare systeem. De BPF is evenwel van mening dat de PO enkel kan functioneren als alle kosten worden opgenomen in de maximumprijsstructuur van de petroleumproducten, zoals overigens bepaald door deze PO.
de vzw Sociaal Verwarmingsfonds Stookolie, Lamppetroleum en Propaan in bulk. Deze vzw werd door de minister van Energie (destijds dhr. Marc Verwilghen) erkend op 16 september 2005 voor een periode van 5 jaar. Zoals de wetgeving het voorziet, werd in december 2009 een nieuwe aanvraag tot erkenning ingediend bij de huidige
Tabel 25: België: aantal wijzigingen van de maximumprijzen van de voornaamste brandstoffen in 2009
Minister voor Energie (9 maanden vóór het verstrijken van de erkenningstermijn).
Stijgingen
Dalingen
TOTAAL
Benzine 95 octaan
20
15
35
DE MAXIMUMPRIJZEN VAN BRANDSTOFFEN
Diesel
17
18
35
Huisbrandolie
17
19
36
De programmaovereenkomst
TOTAAL
54
52
106
De programmaovereenkomst (PO) bepaalt de berekeningsmethode van de maximum-
Bron: BPF
prijzen van petroleumproducten. Hij bepaalt dus een maximumprijs, terwijl de prijs in tankstations of de prijs aan de verbruiker van huisbrandolie uiteraard wordt bepaald door de concurrentie op de markt tussen de verschillende operatoren. De eerste PO werd in 1974 gesloten tussen de Belgische staat en de BPF omdat de oliecrisis van 1973 – 1974 ons had geleerd dat de oude methode om prijzen aan te passen (aanvraag tot toestemming van prijswijziging aan de regering) niet voldoende flexibel was om te anticiperen op de snelle evoluties op de petroleummarkt en de evolutie van de wisselkoersen.
J aarverslag 2 0 0 9
• 49
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
Biobrandstoffen Vanaf januari 2009, en dus ruim vóór het ontwerpen van de wet op de verplichting van het op de markt brengen van biobrandstoffen (1 juli 2009), heeft de BPF aan de overheid een aantal modaliteiten voorgesteld waaraan een bijmengverplichting van ethanol en FAME zou moeten voldoen.
Ondanks herhaaldelijk verzoek van de BPF aan de federale overheid om de meerkost van het bijmengen van biocomponenten in rekening te brengen in de maximumprijsstructuur van benzines en diesel (wettelijke verplichting van respectievelijk 4 % ethanol en FAME), werd de PO einde 2009 nog steeds niet gewijzigd.
Figuur 15: Samenstelling van de maximumprijs van benzine 95 octaan en diesel in België op 31/12/2009 (€/l) €/l
1,4
1,356 0,2354
1,2 1,0
1,076
0,6136
0,1867 0,3529
0,8 (BOFAS) 0,0032
0,6 0,4 0,2
0,1537 0,3418
0,0088
(BOFAS) 0,0020 0,1547 0,3707
0,0086
Productprijs ex-raffinaderij Marge en distributiekosten APETRA bijdrage BOFAS bijdrage Accijnzen en energiebijdrage BTW
0,0 Benzine 95 octaan
Diesel
Bron: BPF
J aarverslag 2 0 0 9
• 50
0,3529
0,8
0,4
(BOFAS) 0,0020
(BOFAS) 0,0032
0,6 0,1537
0,1547
0,0086 0,0088 Belgische Petroleum Federatie
0,3707 de belangrijkste dossiers
0,2
0,3418
0,0
Herinvoering van het ‘positief kliksysteem’ Het principe van het ‘positief kliksysteem’ is de accijnzen te verhogen bij een daling
helft van de prijsvermindering omgezet in een verhoging van de bijzondere accijns.
Figuur 16: Evolutie van de accijnstarieven van benzine 95 octaan, diesel en huisbrandolie in België (€/liter)
De regering heeft beslist om dit ‘positief kliksysteem’ opnieuw in te voeren vanaf
/l
1 januari 2009*.
0,7
van de maximumprijs van motorbrandstoffen. Zo wordt bij een daling van de maximumprijs van motorbrandstoffen, die voortvloeit uit de programmaovereenkomst, de
15
De regering heeft de budgettaire impact van de ‘positieve klik’ geraamd op 159 miljoen euro voor 2009: 57,7 miljoen euro voor benzine en 101,3 miljoen euro voor diesel (inclusief BTW).
Benzine 95 octaan
Diesel
Huisbrandolie
0,6
0,5
De stijging van de accijnzen op benzine en diesel blijven voor 2009 respectievelijk begrensd tot 28 €/1.000 liter en tot 35 €/1.000 liter. Het ‘positief kliksysteem’ werd 4 keer toegepast voor diesel in 2009, waarbij het plafond (35 €/1.000 liter) al werd bereikt op 24 februari 2009 (accijnsverhoging tot 352,9 €/1.000 liter).
0,4
0,3
0,2
Ook voor benzine paste men het ‘positief kliksysteem’ vier keer toe en werd het plafond (28 €/1.000 liter) op 20 juni 2009 bereikt (accijnsverhoging tot 613,6 €/1.000 liter),
0,1
zoals figuur 16 aantoont. De regering heeft het positief kliksysteem op diesel in 2010 en in 2011 behouden, en
85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 01 10 21 14 21 24 01 30 20 01 01 01 12 02 02 04 04 06 09(3) 09 09 09 09(4) 09 09 09 09(5)
voorziet een jaarlijkse verhoging van de accijnzen met 40 €/1.000 liter. (1) (2)
* De toepassing van het ‘negatief kliksysteem’, dat opnieuw werd ingevoerd op 5 december 2007, werd stopgezet op 31 december 2008.
(1) (2)
0,0
controlebijdrage controlebijdrage + energiebijdrage
(3)
01.01.2009: herinvoering van het kliksysteem, met een maximale jaarlijkse accijnsverhoging van 0,028 €/l voor benzines en van 0,0035 €/l voor diesel
(4)
21.02.2009: maximum accijnsverhoging van 0,035 €/l bereikt voor diesel
(5)
20.06.2009: maximum accijnsverhoging van 0,028 €/l bereikt voor benzines
Bron: BPF
J aarverslag 2 0 0 9
• 51
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
Figuur 17: Accijnzen(1) in België en in de buurlanden op 8 februari 2010 (€/1.000l) 800
Benzines(2) 719,90
Diesel(3)
700 654,50 613,57
Huisbrandolie
606,20
600
500
470,40 437,70
427,90 400
462,09
366,19
359,00 302,00
300
302,00
254,20 200
100
61,35
56,60 18,49
10,00
21,00
0 BE
FR
DE
NL
LU
Europees minimum
n aanverwante belastingen e accijnzen op onvermengde benzine (3) accijnzen op onvermengde diesel (1) (2)
Bron: Europese Commissie
J aarverslag 2 0 0 9
• 52
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
Tabel 26: Accijnsontvangsten(1) op brandstoffen in België (miljard euro) 2007
2008
2009
Benzine
1,26
1,16
1,03
Diesel
2,71
2,68
2,71
Huisbrandolie
0,08
0,10
0,08
Andere
0,01
0,09
0,09
TOTAAL
4,06
4,03
3,91
(1)
en aanverwante belastingen
Bron: Federale Overheidsdienst Financiën, Douane & Accijnzen
J aarverslag 2 0 0 9
• 53
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
DE CONTROLE VAN DE KWALITEIT VAN BRANDSTOFFEN Het Fonds voor de analyse van petroleumproducten ‘FAPETRO’ - dat volledig wordt gefinancierd door de petroleumsector - controleert de kwaliteit van petroleumproducten op de Belgische markt. De kwaliteitscontroles die door FAPETRO worden uitgevoerd, hebben betrekking op het naleven van de ‘productnormen’ (EN228 voor benzine en EN590 voor diesel; Europese normen van toepassing in België).
Monstername
Tabel 27: Evolutie van het aantal slechte stalen per product in België (%) 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009(1)
Benzine 95 octaan
1,9
0,9
4,7
3,8
1,7
2,0
3,8
1,7
2,0
2,6
2,5
Benzine 98 octaan
2,3
1,1
9,3
5,4
3,3
4,6
5,6
3,1
3,3
5,5
4,5
Diesel
5,3
3,3
6,6
7,9
5,1
3,5
3,8
3,3
5,8
2,0
1,5
TOTAAL (aantal genomen stalen t.o.v. slechte stalen)
3,7
2,0
6,2
5,4
3,6
3,4
3,9
2,8
4,0
3,1
2,6
(1)
voorlopige cijfers
Bron: FAPETRO
De resultaten van de kwaliteitscontroles uitgevoerd bij de publieke pompen zijn positief geëvolueerd: van meer dan 10 % monsters ‘buiten specificatie’ in de eerste twee jaren (1996-1997) naar 2,6 % in 2009. Zo is het percentage van monsters ‘buiten
specificatie’ bijzonder laag voor diesel, dat bijna 80 % van het motorbrandstof verbruik vertegenwoordigt.
J aarverslag 2 0 0 9
• 54
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
Tabel 28: Evolutie van het aantal slechte stalen per soort maatschappij in België (%) 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009(1)
Leden BPF
2,4
0,9
5,1
3,2
2,3
1,9
2,5
1,7
1,8
1,9
1,6
Andere merken
4,8
2,2
6,8
8,6
6,0
5,1
6,5
3,9
6,9
5,9
2,1
Witte pompen
7,1
3,9
10,0
10,1
4,8
6,6
6,2
4,3
11,0
5,6
3,7
TOTALE MARKT
3,7
1,7
6,3
5,4
3,6
3,4
3,9
2,8
4,5
3,5
2,0
(1)
voorlopige cijfers
Bron: FAPETRO
De uitstekende kwaliteit van de brandstoffen, op de markt gebracht door de leden van de BPF, blijkt ook nu weer: 1,6 % monsters ‘buiten specificatie’ tegenover 2 % voor de volledige markt. De kwaliteit van brandstoffen in de zin van het strikt naleven van de ‘productnormen’ verschilt dus naargelang de consument zich bij de grote merken dan
Van alle 27 Europese landen neemt België het grootste aantal monsters, ver boven het Europese minimum. Afhankelijk van de op de markt gebrachte volumes zal de monstername in de toekomst ongeveer als volgt worden verdeeld: 80 % voor diesel, 15 % voor benzine 95 octaan en 5 % voor benzine 98 octaan.
wel bij een zogenaamd ‘vrij’ of ‘wit’ tankstation bevoorraadt, zoals tabel 28 aantoont.
J aarverslag 2 0 0 9
• 55
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
De BPF heeft samen met het beheercomité van FAPETRO verschillende belangrijke dossiers behandeld, waaronder:
• de meetparameters verdelen in drie categorieën;
• controle van de private pompen;
• h et jaarlijks aantal te verwerken monsters optimaliseren, met een schatting van de verdeling per producttype;
• voorbereiding van een nieuwe aanbesteding voor de analyse laboratoria;
• een gedetailleerde procedure van tegenanalyse vastleggen.
• interpretatie van de meetresultaten volgens de norm ISO4259. Een korte uitleg over bovenstaande dossiers is hieronder terug te vinden.
Controle van de private pompen Indien noch de Federale Overheidsdienst Economie, afdeling Energie, noch de economische inspectie sancties kan opleggen bij inbreuken door private pompen, dan ziet de BPF geen reden om de private pompen nog te controleren.
Interpretatie van de meetresultaten volgens de norm ISO4259 Om het aantal niet-conforme monsters en tegenanalyses aanzienlijk te doen dalen, past FAPETRO – op vraag van de BPF - de norm ISO4259 toe bij de interpretatie van de resultaten. De BPF is tevreden dat het directiecomité van FAPETRO dit dossier positief heeft afgerond.
De controles die sinds 2002 werden uitgevoerd door FAPETRO wijzen op gemiddeld meer dan 12 % niet-conforme monsters (16,5 % in 2007), zonder enig teken van verbetering. De BPF vraagt om opnieuw langs te gaan bij de private pompen in overtreding, hen de kosten voor de analyses aan te rekenen en de economische inspectie te verwittigen, zodat de nodige maatregelen kunnen worden genomen.
Voorbereiding van een nieuwe aanbesteding voor de analyse laboratoria De BPF heeft een herziening van het lastenboek van de technische vereisten gevraagd, met onder andere volgende aanpassingen: • de lijst van de gevraagde analyses vervolledigen; • a angepaste meetmethodes ontwikkelen (en indien nodig van de aangepaste apparatuur voorzien); J aarverslag 2 0 0 9
• 56
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
DE EVOLUTIE VAN HET AANTAL TANKSTATIONS
Tabel 29: Evolutie van het aantal tankstations in België op 1 januari
Aantal tankstations Wijziging t.o.v. het voorgaande jaar (%)
2006
2007
2008
2009
2010
3.420
3.295
3.270
3.255
3.258
-4,3
-3,7
-0,8
-0,5
0,1
Bron: FAPETRO
Tabel 30: Evolutie van het aantal personenwagens in België, op 31 december Benzine
%
Diesel
%
LPG
%
Elektrisch
%
Hybride
%
1989
2.718.887
74
926.903
25
31.628
1
-
-
-
-
1999
2.748.675
61
1.738.997
38
39.967
1
-
-
-
-
2008
2.128.584
42
2.897.687
57
41.526
1
8
0
11
0
2009
2.065.405
40
3.037.553
59
37.562
1
12
0
758
0
Bron: Febiac
J aarverslag 2 0 0 9
• 57
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers
Tabel 31: Evolutie van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens in België, per type motorbrandstof, op 31 december Benzine
%
Diesel
%
LPG
%
1989
284.949
64,8
154.695
35,2
112
0,0
1999
223.353
45,6
265.748
54,3
498
0,1
2008
112.821
21,0
422.683
78,9
402
0,1
2009
116.702
24,6
358.412
75,3
294
0,1
Bron: Federale Overheidsdienst Mobiliteit & Transport en Febiac
Tabel 32: Dichtheid van de netwerken van tankstations in Europa op 1 januari 2009 BE
DE
FR
NL
IT
UK
Aantal tankstations
3.255
14.736
12.707
4.050
22.800
9.283
Aantal inwoners / tankstation
3.217
5.597
4.871
4.057
2.582
6.572
Aantal voertuigen / tankstation
1.561
3.183
2.436
1.876
1.578
3.391
Verkoopsvolume / tankstation (m3/j)
1.964
3.031
3.149
2.560
1.575
4.091
Bron: Wood Mackenzie / Opal
J aarverslag 2 0 0 9
• 58
Belgische Petroleum Federatie
de belangrijkste dossiers DE SOCIALE ACTUALITEIT Het Interprofessioneel Akkoord (IPA) van december 2008 werd door de Groep van 10 afgesloten in economisch moeilijke omstandigheden. De sectorale akkoorden kwamen begin 2009 in diezelfde context tot stand, zonder dat er tekenen van economisch herstel zichtbaar waren. De BPF is hierbij zeer waakzaam gebleven voor de competitiviteit van de petroleumsector en voor het behoud van een gunstig investeringsklimaat, noodzakelijke voorwaarden voor de tewerkstelling op lange termijn. De onderhandelingen tussen de nationale sociale partners kenden dan ook een woelig
b) Het petroleumpensioen voor arbeiders Besprekingen hebben in 2009 niet tot een consensus tussen de onderhandelaars geleid. Conform de afspraken in de sectorale cao 2009-2010 zal – bij gebreke aan akkoord over een nieuw systeem ‘petroleumpensioen’, gebaseerd op vaste bijdrage – de aanwerving van nieuwe arbeiders na 1 april 2010 niet meer leiden tot een sectoraal recht op een aanvullend pensioen in de huidige vorm. De BPF heeft tevens met de vakbonden een ‘post factum’ analyse van de onderhandelingen 2009-2010 gemaakt teneinde hier lessen uit te leren voor de toekomst.
verloop, soms tot op het niveau van de ondernemingen. In april 2009 hebben de onderhandelingen uiteindelijk tot een akkoord voor de gehele sector geleid. Ondanks het ongunstig economisch klimaat kon een koopkrachtverbetering worden toegekend.
Tabel 33: Evolutie van de tewerkstelling in de petroleumsector(1) in België op 31 december 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009(2)
Arbeiders
1.218
1.199
1.239
1.182
1.184
1.051
1.084
Bedienden
4.954
5.217
5.258
5.313
5.159
5.260
5.226
TOTAAL
6.172
6.416
6.497
6.495
6.343
6.311
6.310
De sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten voor arbeiders en bedienden werden in juni 2009 ondertekend. Aansluitend op het IPA en de sectorale cao 2009-2010, werden in de loop van 2009 bijkomende onderwerpen tussen de BPF en de syndicale organisaties besproken inzake: a) Het baremasysteem voor bedienden Een akkoord werd bereikt betreffende de criteria van baremische groei; in de
(1) (2)
paritair comité 117 en 211 op 30 september 2009
Bron: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
toekomst gebaseerd op ervaring in plaats van op anciënniteit. Naast de ervaring in de eigenlijke onderneming, wordt er rekening gehouden met periodes van opleiding en vorming. Ook ervaring in andere ondernemingen of sectoren wordt in rekening gebracht.
J aarverslag 2 0 0 9
• 59
Belgische Petroleum Federatie
Index van de tabellen en figuren J aarverslag 2 0 0 9
• 60
Belgische Petroleum Federatie
INDEX VAN DE TABELLEN EN FIGUREN
FIGUREN Figuur 1:
Prijs van de ruwe aardolie (Brent) in $/bbl en in €/bbl
Figuur 2:
Prijs van de aardolie (Brent) in constante en in lopende euro
13
7
Figuur 3:
Bruto raffinagemarges
18
Figuur 4:
Bruto raffinagemarges 2009
18
Figuur 5:
Aardoliebalans van België in 2008
20
Figuur 6:
Brandstofprijzen in België en in de buurlanden op 21/12/2009
22
Figuur 7:
Evolutie van de maximumprijzen in België, exclusief taksen
23
Figuur 8:
Evolutie van de maximumprijzen in België, inclusief taksen
23
Figuur 9:
Brandstofnoteringen
24
Figuur 10: België: bij constante BTW en accijnstarieven sinds 1985 zou de maximumprijs van BENZINE 95 OCTAAN 0,415 €/l lager zijn op 18/06/2009, de datum van het record van de maximumprijs
25
Figuur 11: België: bij constante BTW en accijnstarieven sinds 1985 zou de maximumprijs van DIESEL 0,282 €/l lager zijn op 25/12/2009, de datum van het record van de maximumprijs
25
Figuur 12:
Aandeel van de verschillende producten in het binnenlands verbruik
34
Figuur 13:
Aandeel van benzine en diesel in het totale verbruik van motorbrandstoffen in België
34
Figuur 14:
Jaarlijks verbruik van benzine, diesel en huisbrandolie in België
35
Figuur 15:
Samenstelling van de maximumprijs van benzine 95 octaan en diesel in België op 31/12/2009
50
Figuur 16:
Evolutie van de accijnstarieven van benzine 95 octaan, diesel en huisbrandolie in België
51
Figuur 17:
Accijnzen in België en in de buurlanden op 8 februari 2010
52
Tabel 1:
Wereld : productie / verbruik / raffinagecapaciteit / reserves van ruwe aardolie in 2009
14
Tabel 2:
Wereldreserves van ruwe aardolie op 1 januari 2010
15
Tabel 3:
Wereldwijde productie van ruwe aardolie in 2009
16
Tabel 4:
Evolutie van het verbruik van ruwe aardolie per geografische zone
17
Tabel 5:
Evolutie van de raffinagecapaciteit in de wereld
17
Tabel 6:
Marktaandelen van de verschillende energiebronnen in België
21
TABELLEN
J aarverslag 2 0 0 9
• 61
Belgische Petroleum Federatie
INDEX VAN DE TABELLEN EN FIGUREN
Tabel 7:
Evolutie van de maximumprijzen van brandstoffen in België
21
Tabel 8:
België: vergelijking van de gemiddelde maximumprijzen van de voornaamste brandstoffen, mét en zonder belastingen in 1975, 2008 en 2009
26
Tabel 9:
Effect van de evolutie van de dollarkoers op de maximumprijs van diesel in België
27
Tabel 10:
Schommeling van de prijs van de ruwe aardolie en haar effect op de maximumprijs in België, voorbeeld van een verlaging
28
Tabel 11:
Schommeling van de prijs van de ruwe aardolie en haar effect op de maximumprijs in België, voorbeeld van een verhoging
28
Tabel 12:
Raffinagecapaciteiten van de Belgische raffinaderijen op 31 december
29
Tabel 13:
Hoeveelheid producten verwerkt in de Belgische raffinaderijen
29
Tabel 14:
Nettoproductie van afgewerkte producten in België
30
Tabel 15:
Invoer van ruwe aardolie in België volgens regio van herkomst
31
Tabel 16:
België: buitenlandse handel in afgewerkte producten in 1973 en 2008
32
Tabel 17:
Verbruik van afgewerkte producten in België
33
Tabel 18:
Verbruik van de voornaamste brandstoffen in België
33
Tabel 19:
Jaarlijks verbruik van benzine, diesel en huisbrandolie in België
36
Tabel 20:
Emissies van SO2 en NOX door de petroleumraffinaderijen in België
38
Tabel 21:
Bubble-emissiegrenswaarden SO2 en NOX voor de petroleumraffinaderijen in Vlaanderen
38
Tabel 22:
België: maximale jaarlijkse emissies vanaf 2010
38
Tabel 23:
Gewapende overvallen op tankstations in België
45
Tabel 24:
Evolutie van het aantal inbraken in tankstations
46
Tabel 25:
België: aantal wijzigingen van de maximumprijzen van de voornaamste brandstoffen in 2009
49
Tabel 26:
Accijnsontvangsten op brandstoffen in België
53
Tabel 27:
Evolutie van het aantal slechte stalen per product in België
54
Tabel 28:
Evolutie van het aantal slechte stalen per soort maatschappij in België
55
Tabel 29:
Evolutie van het aantal tankstations in België op 1 januari
57
Tabel 30:
Evolutie van het aantal personenwagens in België, op 31 december
57
Tabel 31:
Evolutie van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens in België, per type motorbrandstof, op 31 december
58
Tabel 32:
Dichtheid van de netwerken van tankstations in Europa op 1 januari 2009
58
Tabel 33:
Evolutie van de tewerkstelling in de petroleumsector in België op 31 december
59
J aarverslag 2 0 0 9
• 62
DIVERSEN
PERMANENT SECRETARIAAT VAN DE BPF Jean-Louis NIZET - Secretaris-generaal Bernard CLAEYS - Adjunct secretaris-generaal, economie, fiscaliteit, energiebeleid Luk DEURINCK - Milieu en risicobeheer raffinage Jo VANDEWEGHE - Sociale en juridische aangelegenheden
RAAD VAN BESTUUR OP 24 MAART 2010 Patrice BRÈS – Voorzitter Algemeen Directeur, TOTAL Belgium N.V. Gerrit RUITINGA – Vice-Voorzitter Managing Director Kuwait Petroleum Belgium N.V. & Kuwait Petroleum Luxemburg N.V. Ian CARR - Vice-Voorzitter Directeur raffinaderij Antwerpen ExxonMobil Petroleum & Chemical BVBA Bulat R. SUBAEV - Bestuurder Managing Director LUKOIL Belgium N.V.
Marc DECORTE - Bestuurder Voorzitter, Gedelegeerd Bestuurder BeLux Belgian Shell N.V. Marcel MAZENAUER - Bestuurder General Manager Belgian Refining Corporation N.V. Michel DOYEN - Bestuurder Voorzitter Delek Belgium BVBA & Delek Luxemburg BVBA
J aarverslag 2 0 0 9
• 63
DIVERSEN AANGESLOTEN MAATSCHAPPIJEN Antwerp Terminal Company N.V.
Esso Belgium, Divisie ExxonMobil Petroleum & Chemical BVBA
Antwerp Processing Company N.V.
Kuwait Petroleum Belgium N.V.
Belgian Refining Corporation N.V.
LUKOIL Belgium N.V.
Belgian Shell N.V.
TOTAL Belgium N.V.
Chevron Belgium N.V.
TOTAL Raffinaderij Antwerpen N.V.
Delek Belgium BVBA
Vopak Chemicals Logistics Belgium N.V.
OMZETTINGSFACTOREN Ruwe aardolie* metrieke ton Metrieke ton
liter
vat
1
1.165
7,33
Kiloliter (= 1m³)
0,8581
1.000
6,2898
Vat
0,1364
159
1
* gebaseerd op de wereldwijde gemiddelde densiteit
• 1.000 vaten/dag = 50.000 ton/jaar • 1 miljoen ton/jaar = 20.000 vaten/dag • 85 miljoen vaten/dag = 12.000 metrieke ton/dag = 4,2 miljard metrieke ton/jaar
Meervouden van de eenheden G = giga = 109 = 1 miljard M = mega = 106 = 1 miljoen k = kilo = 103 = 1 duizend
J aarverslag 2 0 0 9
• 64
DIVERSEN AFKORTINGEN APETRA Assuralia bbl BPF BOFAS BRAFCO Brent BTW BIN cao CEN CO2 DIV € EN ETS FAME FAPETRO Febiac FeBuPro FOB FOD Gt IEA Informazout IPA ISO j kt l LPG
nationale stockagemaatschappij (Agence PETRolière – PETRoleumAgentschap) beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen vat (barrel) Belgische Petroleum Federatie bodemsaneringsfonds voor tankstations Belgische Federatie van Brandstoffenhandelaars ruwe olie referentie Noordzee Belasting op de Toegevoegde Waarde Belgisch Instituut voor Normalisatie collectieve arbeidsovereenkomst Europees Comité voor Normalisatie koolstofdioxide Dienst Inschrijving Voertuigen euro Europese norm emissiehandelssysteem (Emission Trading Scheme) vetzuurmethylesther (Fatty Acid Methyl Ester) Fonds voor de analyse van aardolieproducten Belgische automobiel- en tweewielerfederatie Federatie Butaan Propaan Free On Board Federale Overheidsdienst Gigaton = miljard ton Internationaal Energie Agentschap informatiecentrum over verwarmen van gebouwen met huisbrandolie Interprofessioneel Akkoord International Organization for Standardization jaar kiloton - duizend ton liter Liquified Petroleum Gas
m3 kubieke meter MBO milieubeleidsovereenkomst mg milligram MT metrieke ton Mt Megaton = miljoen ton NBN Belgisch Normalisatiebureau NECD Europese richtlijn ‘nationale emissieplafonds’ (National Emission Ceilings Directive) NH3 ammoniak Nm3 normaal kubieke meter NOX stikstofoxide OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Opal Oil Price Assessments OPEC Organisatie van olieproducerende en –exporterende landen PO programmaovereenkomst ppm deeltjes per miljoen (parts per million) PREMAZ bodemsaneringsfonds voor stookolietanks van particulieren RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid $ Amerikaanse dollar SO2 zwaveldioxide t ton u uur TC technische commissie (van het CEN) VALORLUB beheersorganisme voor de aanvaardingsplicht van gebruikte olie Vlarem Vlaamse milieureglementering VOS vluchtige organische stoffen VMM Vlaamse Milieumaatschappij vzw vereniging zonder winstoogmerk % percentage § paragraaf J aarverslag 2 0 0 9
• 65
Belgische Petroleum Federatie Kunstlaan 39, bus 2 - 1040 Brussel - België
Grafische vormgeving en uitvoering jaarverslag door Image Plus
www.petrolfed.be -
[email protected]
ATPC