MAKING MODERN LIVING POSSIBLE
TLX
Installatiehandleiding
Three-phase – 6k, 8k, 10k, 12.5k and 15k
SOLAR INVERTERS
Veiligheid en conformiteit
Veiligheid en conformiteit Algemene veiligheid Veiligheid Alle personen die omvormers installeren en onderhouden, moeten:
•
opgeleid zijn in en ervaring hebben met de algemene veiligheidsvoorschriften voor het werken aan elektrische apparatuur;
•
vertrouwd zijn met de lokale vereisten, regels en voorschriften voor de installatie.
Typen veiligheidsmeldingen
WAARSCHUWING Belangrijke veiligheidsinformatie met betrekking tot de persoonlijke veiligheid. Waarschuwingen worden gebruikt om te wijzen op mogelijk gevaarlijke situaties die kunnen leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood.
VOORZICHTIG Waarschuwingen met symbool worden gebruikt om te wijzen op mogelijk gevaarlijke situaties die kunnen leiden tot licht of matig letsel.
VOORZICHTIG
Waarschuwingen zonder symbool worden gebruikt om te wijzen op situaties die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of eigendommen.
NB NB wordt gebruikt om informatie te benadrukken die zorgvuldig in acht moet worden genomen.
NB Vóór het installeren Controleer de omvormer en de verpakking op eventuele beschadigingen. Neem in geval van twijfel contact op met uw leverancier, voordat u de omvormer installeert.
VOORZICHTIG
Installatie Volg de aangegeven stappen in deze handleiding om optimale veiligheid te waarborgen. Denk eraan dat de omvormer twee kanten heeft waar spanning op staat: de PV-ingang en het AC-net.
WAARSCHUWING De omvormer loskoppelen Schakel de netspanning af met de netschakelaar en schakel de PV af met de schakelaar voor de PV-belasting, voordat u met werkzaamheden aan de omvormer begint. Zorg dat het apparaat niet onbedoeld opnieuw kan worden aangesloten. Gebruik een spanningsmeter om te controleren of het apparaat losgekoppeld en spanningsvrij is. Op de omvormer kan ook na afschakeling van het stroomnet/de netvoeding en de zonnemodules nog steeds uiterst gevaarlijke, hoge spanning staan. Wacht na loskoppeling van het stroomnet en de PV-panelen minimaal 30 minuten voordat u verdergaat.
VOORZICHTIG Onderhoud en aanpassing Alleen bevoegd personeel mag de omvormer repareren of aanpassen. Gebruik voor uw persoonlijke veiligheid alleen originele reserveonderdelen die bij uw leverancier verkrijgbaar zijn. Bij gebruik van niet-originele reserveonderdelen is naleving van CE-richtlijnen met betrekking tot elektrische veiligheid, EMC en machineveiligheid niet gewaarborgd. De temperatuur van de koelribben en de onderdelen in de omvormer kan hoger worden dan 70 °C. Let op dat u geen brandwonden oploopt.
L00410309-09_10
Veiligheid en conformiteit
VOORZICHTIG Parameters voor functionele veiligheid Verander de parameters van de omvormer nooit zonder autorisatie van het lokale energiebedrijf en aanwijzingen van Danfoss. Het onbevoegd wijzigen van de parameters voor functionele veiligheid kan leiden tot lichamelijk letsel of schade aan de omvormer. Bovendien worden in dat geval alle goedkeuringscertificaten en de garanties van Danfoss voor het gebruik van de omvormer ingetrokken. Danfoss kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor dergelijke verwondingen of ongevallen.
Gevaren van PV-systemen Gelijkspanningen tot 1.000 V zijn in een PV-systeem aanwezig, zelfs als het elektriciteitsnet is losgekoppeld. Fouten of verkeerd gebruik kunnen tot elektrische ontlading leiden.
WAARSCHUWING Werk daarom niet aan de omvormer tijdens het ontkoppelen van de DC en AC-stroom. De kortsluitstroom van de fotovoltaïsche panelen is iets hoger dan de maximale arbeidsstroom en is afhankelijk van het niveau van de zonnestraling.
Schakelaar voor PV-belasting
De schakelaar voor PV-belasting (1) voor het veilig loskoppelen van de DC-spanning.
Conformiteit Ga voor meer informatie naar de downloadzone op www.danfoss.com/solar, Goedkeuringen en certificaten. CE-markering – hiermee wordt gecertificeerd dat de apparatuur voldoet aan de toepasselijke voorschriften conform richtlijn 2004/108/EG en 2006/95/EG. Tabel 1.1
L00410309-09_10
Inhoud
Inhoud 1 Inleiding
2
1.1.1 Installatieprocedure
3
1.1.2 Overzicht van de omvormer
4
2 Installatie
5
2.1 Afmetingen en patronen bij installatie
5
2.2 De omvormer monteren
8
2.3 De omvormer verwijderen
9
2.4 De omvormer openen en sluiten
9
2.5 Aansluiting op het elektriciteitsnet
11
2.6 Parallelle configuratie PV-string
13
2.7 PV-aansluiting
15
2.8 Extra ingang/uitgang
15
2.9 Zelftestprocedure
15
3 Opstarten en instellingen controleren 3.1.1 Eerste setup
16 16
3.2 Problemen verhelpen
18
3.3 Mastermodus
18
4 Technische gegevens
19
4.1 Algemene gegevens
19
4.2 Normen en standaarden
21
4.3 UTE-vereisten Frankrijk
22
4.4 Installatie
22
4.5 Kabelvereisten
23
4.6 Specificaties aanhaalmomenten bij installatie
26
4.7 Specificaties netspanningscircuit
27
4.8 Specificaties extra interfaces
27
4.9 RS-485- en Ethernet-aansluitingen
29
L00410309-09_10
1
Inleiding
1 Inleiding
1 1
Deze handleiding bevat informatie voor de installateur over het installeren en instellen van de fotovoltaïsche omvormer van TLX Series.
Afbeelding 1.1 Fotovoltaïsche omvormer
De TLX Series-serie omvormers omvat de volgende versies: TLX TLX+ TLX Pro TLX Pro+ TLX
TLX+
TLX Pro
TLX Pro+
Gemeenschappelijke kenmerken Vermogen
6 kVA - 15 kVA
Behuizing
IP54
PV-connectoren
MC4-connectoren
Gebruikersinterface
Display Servicewebinterface
Talen
Webinterface DK, GB, DE, FR, ES, ITA, CZ, NL, GR
Tabel 1.1 Gemeenschappelijke kenmerken
2
L00410309-09_10
Inleiding
Productlabel
informatie over instelling via de webinterface. -
1 1
Zie 3 Opstarten en instellingen controleren voor instelling via het display.
10.
Schakel de PV in door de schakelaar voor PVbelasting in te schakelen.
11.
Controleer de installatie door het resultaat van de automatische-detectiefunctie op het display te vergelijken, zoals beschreven in 2.7 PV-aansluiting.
12.
De omvormer is nu bedrijfsklaar.
Afbeelding 1.2 Productlabel
Op het productlabel op de zijkant van de omvormer staat:
• • •
Type omvormer Belangrijke specificaties Serienummer, zie (1), gebruikt voor identificatie door Danfoss
1.1.1 Installatieprocedure 1.
Lees 1 Veiligheid en conformiteit zorgvuldig door.
2.
Installeer de omvormer zoals aangegeven in 2.1 Afmetingen en patronen bij installatie en 2.2 De omvormer monteren.
3.
Open de omvormer zoals aangegeven in 2.4 De omvormer openen en sluiten.
4.
Installeer de wisselspanning zoals aangegeven in 2.5 Aansluiting op het elektriciteitsnet .
5.
Installeer de PV.
6.
Installeer de extra ingang zoals aangegeven in 2.8 Extra ingang/uitgang .
7.
Sluit de omvormer zoals aangegeven in 2.4 De omvormer openen en sluiten.
8.
Schakel de wisselspanning in via de netschakelaar.
9.
Stel taal, tijd, datum, geïnstalleerd PV-vermogen, land en net in: -
Zie de Gebruikershandleiding TLX Series, Beknopte handleiding Web Server, voor
L00410309-09_10
3
Inleiding
1.1.2 Overzicht van de omvormer
1 1
Afbeelding 1.3 Overzicht van de Danfoss TLX-omvormer
Onderdelen onder spanning 1.
Aansluitgebied AC
2.
Aansluitgebied DC
3.
Klemmenblok voor parallelle aansluiting
4.
Extra uitgang: potentiaalvrij relais
PELV (geen gevaar bij aanraking)
5.
Extra interface: RS-485
6.
Extra interface: temperatuur, instraling, energiemeter (S0)
7.
Extra interface: Ethernet
Overige 8.
Schakelaar voor PV-belasting
De TLX Pro- en TLX Pro+-versies kunnen ook worden geconfigureerd via de webinterface. Raadpleeg de Web Server Gebruikershandleiding voor meer informatie.
4
L00410309-09_10
Installatie
2 Installatie
2.1 Afmetingen en patronen bij installatie
2 2
VOORZICHTIG
Volg deze instructies nauwgezet op voor de correcte installatie van de omvormer.
Afbeelding 2.4 Zorg voor voldoende luchtstroming
NB Zorg er bij het kiezen van de installatielocatie voor dat alle labels op de omvormer altijd zichtbaar zijn. De details vindt u in 4 Technische gegevens.
Afbeelding 2.5 Monteer op een niet-ontvlambaar oppervlak
Afbeelding 2.1 Vermijd gestaag stromend water
Afbeelding 2.6 Monteer rechtop op een verticaal oppervlak
Afbeelding 2.2 Vermijd direct zonlicht
Afbeelding 2.7 Voorkom stof en ammoniakgassen
Afbeelding 2.3 Zorg voor voldoende luchtstroming
L00410309-09_10
5
Installatie
2 2
Afbeelding 2.8 Veilige afstanden
Houd deze afstanden aan wanneer u een of meer omvormers installeert. We raden u aan om de omvormers op één rij te plaatsen. Neem contact op met de leverancier voor informatie over het monteren in meerdere rijen.
6
L00410309-09_10
Installatie
2 2
Afbeelding 2.9 Wandplaat
NB Het gebruik van de wandplaat die bij de omvormer wordt geleverd, is verplicht. Gebruik schroeven die het gewicht van de omvormer veilig kunnen dragen. De omvormer moet worden uitgelijnd en het is belangrijk dat de omvormer aan de voorkant toegankelijk is voor onderhoud.
L00410309-09_10
7
2 2
Installatie
2.2 De omvormer monteren
Til de omvormer (2) omhoog over de bovenkant van de montageplaat totdat de omvormer naar de wand kantelt (3).
VOORZICHTIG Uit veiligheidsoverwegingen moet de omvormer door twee personen worden gedragen of met een geschikte transportkar worden verplaatst. Draag veiligheidsschoenen.
Afbeelding 2.12 De omvormer in de montagesteun plaatsen
Plaats het onderste deel van de omvormer tegen de montagesteun.
Afbeelding 2.10 De omvormer plaatsen
Kantel de omvormer zoals in de afbeelding en plaats de bovenkant van de omvormer tegen de montagebeugel. Gebruik de twee geleiders (1) in de bovenplaat om de omvormer horizontaal te houden.
Afbeelding 2.11 De omvormer vastzetten
8
Afbeelding 2.13 Schroeven vastdraaien
L00410309-09_10
Installatie
Laat de omvormer zakken (4) en zorg dat de haak van het onderste deel van de omvormer in het onderste deel van de montagesteun (5) wordt geplaatst. Controleer of het niet mogelijk is om de onderkant van de omvormer weg van de montagesteun te tillen. (6) Draai de schroeven aan beide zijden van de wandplaat vast om de omvormer vast te zetten.
2 2
2.3 De omvormer verwijderen Draai de borgschroeven aan beide zijden van de omvormer los. Voor het verwijderen moet de procedure voor het monteren in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd. Til de omvormer ongeveer 20 mm verticaal terwijl u de onderkant van de omvormer stevig vasthoudt. Trek de omvormer iets van de wand af. Druk onder een hoek omhoog totdat de omvormer loskomt uit de wandplaat. Til de omvormer weg van de wandplaat.
2.4 De omvormer openen en sluiten
WAARSCHUWING Houd u aan alle ESD-veiligheidsvoorschriften. Eventuele elektrostatische lading moet worden afgevoerd door de geaarde behuizing aan te raken voordat u elektronische onderdelen vastpakt.
Afbeelding 2.14 De voorste schroeven losdraaien
Gebruik een TX30-schroevendraaier om de twee voorste schroeven los te draaien. Draai de schroevendraaier totdat de schroeven omhoog springen. De schroeven zijn geborgd met een veer en kunnen er niet uit vallen.
L00410309-09_10
9
Installatie
2 2
Afbeelding 2.15 De omvormer openen
Afbeelding 2.16 De omvormer sluiten
Druk het voorpaneel omhoog. Wanneer u wat weerstand voelt, tikt u op de onderkant van het voorpaneel om deze in de bevestigingsstand te klikken. We raden u aan de bevestigingsstand te gebruiken in plaats van het voorpaneel helemaal te demonteren.
10
Om de omvormer te sluiten, houdt u de onderkant van het voorpaneel met één hand vast en tikt u op de bovenkant totdat het paneel op zijn plaats valt. Leid het voorpaneel op zijn plaats en draai de twee voorste schroeven vast.
L00410309-09_10
150AA059.10
Installatie
2 2 L2
L3
N
140mm
16mm
L1
10mm
PE
Afbeelding 2.18 Draadstrip AC-kabel
Afbeelding 2.17 De voorste schroeven vastdraaien
150AA002.11
In de afbeelding wordt het strippen van de isolatie van alle vijf draden van de AC-kabels getoond. De PE-draad moet langer zijn dan de stroomdraden en nulleiders.
VOORZICHTIG De twee voorste schroeven vormen de PE-aansluiting voor het voorpaneel. Zorg ervoor dat beide schroeven met het gespecificeerde aanhaalmoment worden vastgedraaid.
1
L1 L2 L3 N
2.5 Aansluiting op het elektriciteitsnet
NB
PE
Zorg er bij het kiezen van de installatielocatie voor dat alle labels op de omvormer altijd zichtbaar zijn. De details vindt u in 4 Technische gegevens.
PE
Afbeelding 2.19 Aansluitgebied AC
1
Kortsluitingsbrug
L1, L2, L3, N
3 stroomdraden (L1, L2, L3) en nulklemmen (N)
PE
Aardverbindingsdraad
Tabel 2.1 Legenda voor Afbeelding 2.19
L00410309-09_10
11
Installatie
2 2
1.
Controleer of de omvormer geschikt is voor de netspanning.
2.
Haal de stroomonderbreker los en neem maatregelen om opnieuw aansluiten te voorkomen.
3.
Open het voorpaneel.
4.
Steek de kabel door de AC-doorvoer naar de klemmenblokken.
5.
De drie stroomdraden (L1, L2, L3) en de nulleider (N) zijn verplicht en moeten worden aangesloten op het 4-polige klemmenblok met de respectieve markeringen.
6.
De aardverbindingsdraad (PE) is verplicht en moet direct op de PE-aansluiting op het chassis worden aangesloten. Steek de draad naar binnen en draai de schroef aan om de draad vast te zetten.
7.
Alle draden moeten goed worden vastgedraaid met het juiste aanhaalmoment. Zie 4.6 Specificaties aanhaalmomenten bij installatie.
8.
Sluit het voorpaneel en vergeet niet te verifiëren of de beide voorste schroeven zijn aangebracht met het juiste aanhaalmoment (6-8 Nm) voor de PE-aansluiting.
9.
Sluit de stroomonderbreker.
VOORZICHTIG
Controleer veiligheidshalve alle bedrading. Wanneer een fasedraad wordt aangesloten op de nulklem kan de omvormer permanent worden beschadigd. Verwijder de kortsluitingsbrug bij (1) niet.
12
L00410309-09_10
Installatie
2.6 Parallelle configuratie PV-string
1
12A 12A 12A
Cabling
Inverter
PV module 2
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
150AA026.12
Voor parallelle configuratie van een PV-string gebruikt u altijd de interne jumper voor parallelle configuratie, in combinatie met een externe parallelle aansluiting.
12A 12A 12A
1 12A 12A 12A
30A
1 12A 12A 12A
7A 7A 7A 7A 3
Afbeelding 2.20 Juiste parallelle aansluiting
1
Jumper voor parallelle configuratie
2
Parallelle aansluiting, 3 ingangen
3
Parallelle aansluiting, 2 ingangen
Tabel 2.2 Legenda voor Afbeelding 2.20
L00410309-09_10
13
2 2
1 12A 12A
2 2
12A
Inverter
2
12A
20A
12A
20A
12A
20A
Cabling
7A 7A 7A
1
12A 12A 12A
7A
3 12A
20A
12A
20A
12A
20A
30A
4 12A 12A 12A
12A
20A
12A
20A
12A
20A
30A
Afbeelding 2.21 Onjuiste parallelle aansluiting
1
Jumper voor parallelle configuratie
2
Parallelle aansluiting, 1 ingang. Maximale stroom in eerste ingang wordt overschreden, met overbelasting van de kabel en de schakelaar voor PV-belasting tot gevolg.
3
Parallelle aansluiting ontbreekt. Alle PV-vermogen ingevoerd in één ingang, waardoor risico van overbelasting van de PVconnector, kabel en de schakelaar voor PV-belasting ontstaat.
4
Jumper voor parallelle configuratie ontbreekt, waardoor risico van overbelasting van de PV-connector, kabel en de schakelaar voor PV-belasting ontstaat, mocht zich een storing voordoen in de omvormer.
Tabel 2.3 Legenda voor Afbeelding 2.21
14
L00410309-09_10
PV module
150AA027.12
Installatie
Installatie
VOORZICHTIG
2.7 PV-aansluiting
WAARSCHUWING Sluit PV NIET aan op aarde!
NB Gebruik een geschikte voltmeter die tot 1000 V DC kan meten. PV-aansluitingsprocedure: 1.
2.
3.
Controleer eerst de polariteit en maximale spanning van de PV-arrays door de PV-nullastspanning te meten. De PV-nullastspanning mag niet hoger zijn dan 1000 V DC. Meet de gelijkspanning tussen de plusaansluiting van de PV-array en aarde (of de groen/gele PEkabel). De gemeten spanning moet ongeveer nul zijn. Als de spanning constant is en niet nul, dan is er een isolatiefout ergens in de PV-array. Lokaliseer en repareer de fout voordat u verdergaat. Herhaal deze procedure voor alle arrays. Het is toegestaan om het ingangsvermogen op de ingangen ongelijkmatig te verdelen, onder de volgende voorwaarden:
• • 4.
Het nom. PV-vermogen van de omvormer wordt niet overschreden (6,2/8,2/10,3/12,9/15,5 kW).
Wanneer ze niet zijn aangesloten, bieden de MC4connectoren geen IP 54-bescherming. Binnendringen van vocht is mogelijk. In gevallen waarbij de PV-connectoren niet zijn geïnstalleerd, moet een afdichtdop worden gemonteerd (wordt meegeleverd). Alle omvormers met MC4-aansluitingen worden geleverd met afdichtdoppen op ingang 2 en 3. Tijdens de installatie worden de afdichtdoppen voor de ingangen die moeten worden gebruikt, weggegooid.
NB De omvormer is beveiligd tegen omgekeerde polariteit, maar zal geen energie produceren zolang de polariteit niet is gecorrigeerd. Voor een optimale productie moet de nullastspanning (STC) van de PV-modules lager zijn dan de max. ingangsspanning van de omvormer (zie 4.1 Algemene gegevens), vermenigvuldigd met een factor 1,13. UOC, STC x 1,13 ≤ UMAX, omv.
2.8 Extra ingang/uitgang De omvormer heeft de volgende extra in-/uitgangen:
• • • •
De maximale kortsluitstroom van de PVmodules mag niet meer dan 12 A per ingang zijn.
Zet de schakelaar voor PV-belasting op de omvormer uit. Sluit de PV-kabels aan via MC4connectoren. Zorg voor de juiste polariteit! De schakelaar voor PV-belasting kan nu worden ingeschakeld, indien nodig.
•
2 x RJ-45 voor RS-485 2 x RJ-45 voor Ethernet 1 x 8 polig klemmenblok voor RS-485 1 x 10-polig klemmenblok voor -
PT1000-temperatuursensoringang x 3
-
Ingang instralingssensor
-
Ingang energiemeter (S0)
1 x 2-polig klemmenblok voor relaisuitgangen
Raadpleeg de specificaties voor een overzicht van de communicatiekaart; zie ook de gebruikershandleiding van de omvormer voor informatie over de configuratie van extra ingangen via het display.
2.9 Zelftestprocedure Er kan een zelftest van de omvormer worden geïnitialiseerd door de zelftestprocedure voor de omvormer te activeren.
Afbeelding 2.22 Aansluitgebied DC
•
Ga via het display naar [Setup → Autotest] en druk op OK.
•
Ga via de webinterface naar [Omvormerniveau: Setup → Setupgegevens → Autotest] en klik op [Start → Test].
De handleiding voor de zelftest van de omvormer kan worden gedownload van www.danfoss.com/solar.
L00410309-09_10
15
2 2
3 3
Opstarten en instellingen c...
3 Opstarten en instellingen controleren 3.1.1 Eerste setup De omvormer wordt geleverd met een vooraf gedefinieerde set instellingen voor verschillende stroomnetten. Alle netspecifieke grenswaarden zijn in de omvormer opgeslagen en moeten tijdens de installatie worden geselecteerd. Het is altijd mogelijk de toegepaste netspecifieke grenswaarden op het display te bekijken. De omvormer wordt automatisch aan de zomertijd aangepast. Controleer alle kabels na de installatie en sluit daarna de omvormer. Schakel de wisselstroom in via de netschakelaar. Volg de setupwizard op het display of stel de omvormer in via de webinterface. Selecteer de taal wanneer daarom wordt gevraagd op het display. Deze selectie heeft geen invloed op de bedrijfsparameters van de omvormer en selecteert geen netcode.
Afbeelding 3.2 Tijd instellen
Stel de tijd in, zoals aangegeven op het display, Druk op 'OK' om het nummer te selecteren. Druk op '▲' om de nummers te doorlopen. Selecteer door op 'OK' te drukken. De klok heeft een 24-uursindeling.
NB Het is heel belangrijk om de tijd en datum nauwkeurig in te stellen omdat de omvormer deze voor het loggen gebruikt. Als er per ongeluk een verkeerde tijd/datum is ingesteld, moet u dit meteen corrigeren in het menu Datum en tijd instellen [Setup → Omvormergegevens → Datum en tijd instellen].
Afbeelding 3.1 Taal selecteren
De taal is bij de eerste keer opstarten op Engels ingesteld. Druk op de toets OK om deze instelling te wijzigen. Druk op '▼' om de talen te doorlopen. Selecteer de taal door op 'OK' te drukken.
NB Wanneer u de standaardtaal (Engels) wilt gebruiken, druk dan twee keer op de toets OK om te selecteren en te accepteren.
Afbeelding 3.3 Datum instellen
Stel de datum in, zoals aangegeven op het display. Druk op 'OK' om te selecteren. Druk op '▲' om de nummers te doorlopen. Selecteer door op 'OK' te drukken.
16
L00410309-09_10
Opstarten en instellingen c...
3 3
Afbeelding 3.4 Geïnst. PV-vermogen
Afbeelding 3.6 Netcode selecteren
Voer de hoeveelheid geïnstalleerd PV-vermogen in voor elk van de PV-ingangen. Wanneer er twee of meer PVingangen parallel zijn aangesloten, moet elke PV-ingang in de parallelle groep zijn ingesteld op de totale hoeveelheid PV-vermogen die voor die groep is geïnstalleerd, gedeeld door het aantal parallelle ingangen. Zie Tabel 3.1.
Op het display wordt nu 'Netcode selecteren' weergegeven. De netcode is bij de eerste keer opstarten op 'Net ongedef.' ingesteld. Druk op 'OK' om de netcode te selecteren. Druk op '▼' om een lijst met landen te doorlopen. Selecteer de netcode voor de installatie door op 'OK' te drukken. Het is heel belangrijk dat de juiste netcode wordt geselecteerd.
Afbeelding 3.5 Land selecteren Afbeelding 3.7 Geselecteerde netcode bevestigen
Selecteer het land waar de omvormer wordt geïnstalleerd. Druk op '▼' om een lijst met landen te doorlopen. Druk op 'OK' om een land te selecteren.
Bevestig uw keuze door de netcode nog een keer te selecteren en daarna op 'OK' te drukken. De instellingen voor de gekozen netcode zijn nu geactiveerd.
L00410309-09_10
17
3 3
Opstarten en instellingen c...
VOORZICHTIG Een juiste selectie van de netcode is essentieel om te voldoen aan lokale en nationale normen.
NB Als de twee selecties voor de netcode niet overeenkomen, worden ze geannuleerd en moet u de netcode opnieuw selecteren. Als er per ongeluk een verkeerde netcode is geaccepteerd, moet u 'Net ongedef.' op het bevestigingsscherm voor de netcode accepteren. De selectie wordt geannuleerd en u kunt het land opnieuw instellen.
netwerk worden verzameld. Deze gegevens kunnen grafisch worden weergegeven via de webinterface van de masteromvormer. Ze kunnen ook naar externe webportalen worden geüpload of rechtstreeks naar een computer worden geëxporteerd. De masteromvormer kan ook instellingen en gegevens van alle andere TLX Pro- en TLX Pro+-omvormers in het netwerk kopiëren, wat de inbedrijfstelling en het gegevensbeheer van grotere netwerken eenvoudig maakt.
NB Als u twee keer een verkeerde netcode hebt geselecteerd, moet u voor assistentie bellen. De omvormer start automatisch zodra er voldoende zonnestraling beschikbaar is. Het opstarten duurt enkele minuten. In die tijd voert de omvormer een zelftest uit.
Werkelijke configuratie PV1, PV2 en PV3 zijn allemaal ingesteld op de individuele modus. Het geïnstalleerde nominale PVvermogen is: PV 1: 6.000 W PV 2: 6.000 W PV 3: 3.000 W PV1 en PV2 zijn ingesteld op de parallelle modus en hebben in totaal 10 kW PV-vermogen geïnstalleerd. PV3 is ingesteld op de individuele modus en heeft een nominaal PV-vermogen van 4 kW. PV1 en PV2 zijn ingesteld op de parallelle modus en hebben in totaal 11 kW PV-vermogen geïnstalleerd. PV3 is ingesteld op 'Uit' en er is geen PV voor geïnstalleerd.
'Geïnst. PV-vermogen' dat moet worden geprogrammeerd Afbeelding 3.8 Mastermodus PV PV PV PV PV PV
1: 2: 3: 1: 2: 3:
6.000 6.000 3.000 5.000 5.000 4.000
W W W W W W
Om de mastermodus in te schakelen, gaat u naar het menu Omvormergegevens [Setup→Omvormergegevens→Mastermodus] en stelt u de mastermodus in op Ingeschakeld. Zorg ervoor dat er geen masteromvormers in het netwerk aanwezig zijn voordat u deze actie uitvoert. Wanneer de mastermodus is ingeschakeld, kunt u een netwerkscan activeren [Setup→Omvormergegevens→Mastermodus→Netwerk]. Hierdoor worden alle omvormers getoond die zijn aangesloten op de masteromvormer.
PV 1: 5.500 W PV 2: 5.500 W PV 3: 0 W
NB Er is maar 1 master per netwerk mogelijk.
Tabel 3.1 Voorbeelden van geïnstalleerd PV-vermogen
NB
3.2 Problemen verhelpen
De omvormer die als master fungeert, is geschikt voor een netwerk van 99 volgende omvormers.
Zie de TLX Referentiehandleiding voor meer informatie over het verhelpen van problemen.
VOORZICHTIG
3.3 Mastermodus De TLX Pro- en TLX Pro+-omvormers beschikken over een mastermodusfunctie waarmee één omvormer kan worden aangewezen als masteromvormer. Via de webinterface voor de masteromvormer hebt u vanaf één punt toegang tot elke omvormer in het netwerk via een standaard internetbrowser. De masteromvormer kan fungeren als datalogger, waarbij gegevens van alle omvormers in het
18
Alle omvormers die via Ethernet met het internet verbonden zijn, moeten met een firewall worden beveiligd.
VOORZICHTIG
Wijzig na de eerste keer inloggen op de webserver het standaardwachtwoord. Installatieniveau: [Setup → Webserver → Admin].
L00410309-09_10
Technische gegevens
4 Technische gegevens
4.1 Algemene gegevens Nomenclat uur1)
Parameter
TLX Series 6k
TLX Series 8k
TLX Series 10k
TLX Series 12.5k
TLX Series 15k
|S|
Nominaal schijnbaar vermogen
6.000 VA
8.000 VA
10.000 VA
12.500 VA
15.000 VA
Pac,r
Nominaal actief vermogen*)
6.000 W
8.000 W
10.000 W
12.500 W
15.000 W
5.700 W
7.600 W
9.500 W
11.875 W
14.370 W
5.400 W
7.200 W
9.000 W
11.250 W
13.500 W
0-3,6 kVAr
0-4,8 kVAr
0-6,0 kVAr
0-7,5 kVAr
0-9,0 kVAr
AC
Actief vermogen bij cos(phi) = 0,95**) Actief vermogen bij cos(phi) = 0,90**) Bereik blindvermogen Vac,r
Iacmax
Nominale netspanning (bereik)
3P + N + PE – 230 V / 400 V (± 20%)
Nominale stroomsterkte AC
3 x 8,7 A
3 x 11,6 A
3 x 14,5 A
3 x 18,1 A
3 x 21,7 A
Max. stroom AC
3 x 9,0 A
3 x 11,9 A
3 x 14,9 A
3 x 18,7 A
3 x 22,4 A
Vervorming AC-stroom (THD%) cosphiac,r
< 4%
< 5%
Arbeidsfactor bij 100% belasting
> 0,99
Gecontroleerd bereik arbeidsfactor
0,8 overbekrachtigd 0,8 onderbekrachtigd
Vermogensverlies,
10 W
aansluitmodus Vermogensverlies 's nachts (losgekoppeld van net) fr
4 4
<5W
Netfrequentie (bereik)
50 Hz (± 5 Hz)
DC Pmpptmax
Maximaal PV-ingangsvermogen per MPPT
ΣPmpptmax
Max./nom. omgezet PVingangsvermogen, totaal
Vdc,r
Nominale spanning DC
Vmppmin -
MPP-spanning – nominaal
Vmppmax
vermogen2)
8.000 W
6.200 W
8.250 W
345-800 V
MPP-rendement, statisch
15.500 W
430-800 V
358-800 V
430-800 V
99,9%
MPP-rendement, dynamisch
99,7%
Max. spanning DC
1.000 V
Vdcstart
Inschakelspanning DC
250 V
Vdcmin
Uitschakelspanning DC
250 V
Idcmax
12.900 W
700 V
260-800 V
Vdcmax
10.300 W
Max. stroom DC
2 x 12 A
3 x 12 A
Max. kortsluitstroom DC bij STC
2 x 12 A
3 x 12 A
L00410309-09_10
19
Technische gegevens
Nomenclat uur1)
Parameter
TLX Series 6k
TLX Series 8k
Min. vermogen aangesloten op net
TLX Series 10k
TLX Series 12.5k
TLX Series 15k
20 W
Rendement Max. rendement Europees rendement, V bij dc,r
97,8%
97,9%
96,5%
97,0%
98,0% 97,0%
97,3%
97,4%
Overige Afmetingen (H, B, D)
700 x 525 x 250 mm
Montage
4 4
Muurbeugel
Gewicht
35 kg
Geluidsniveau
56 dB(A)
MPP-trackers
2
3
Bedrijfstemperatuurbereik
-25..60 °C
Bereik nom. temperatuur
-25..45 °C
Opslagtemperatuur
-25..60 °C
Werking bij overbelasting
Wijziging van bedieningspunt
Regeling actief vermogen3)
Inbegrepen
Regeling blindvermogen
TLX+ en TLX Pro+
Tabel 4.1 Algemene specificaties 1) Conform FprEN 50524 indien van toepassing. 2) Bij identieke ingangsspanningen. Bij ongelijke ingangsspanningen kan Vmppmin tot 250 V laag zijn, afhankelijk van het totale ingangsvermogen. 3) Externe regeling via een CLX-product voor bewaking en netbeheer of een apparaat van derden. *) Bij nominale netspanning (Vac,r), Cos(phi) = 1. **) Bij nominale netspanning (Vac,r). Parameter
TLX Series
Functionele veiligheid
Passief
Veiligheid (beveiligingsklasse)
Klasse I
PELV op communicatiekaart en stuurkaart
Klasse II
Eilanddetectie – netuitval
Actief AC-ontkoppeling
Driefasebewaking ROCOF
Spanningsmagnitude
Inbegrepen
Frequentie
Inbegrepen
Isolatieweerstand
Inbegrepen
RCMU – type B Beveiliging tegen indirect contact
Inbegrepen Ja (klasse I, geaard)
Tabel 4.2 Specificaties functionele veiligheid
20
L00410309-09_10
Technische gegevens
4.2 Normen en standaarden Normatieve naar normen
TLX Series 6k
8k
10k
Laagspanningsrichtlijn
2006/95/EC
EMC-richtlijn
2004/108/EC
Veiligheid
12.5k
15k
IEC 62109-1/IEC 62109-2
Geïntegreerde schakelaar voor PVbelasting
VDE 0100-712 EN 61000-6-1
EMC-immuniteit
4 4
EN 61000-6-2 EN 61000-6-3
EMC-emissie
EN 61000-6-4
Interferentie elektriciteitsbedrijf
EN 61000-3-2/-3
EN 61000-3-11/-12
CE
Ja IEC 61727
Kenmerken elektriciteitsbedrijf
EN 50160
S0-energiemeter
EN 62053-31 Bijlage D
Functionele veiligheid
Voor omvormers zonder transformator
Duitsland
VDE 0126-1-1/A11) VDE AR-N 4105 (augustus 2011)2) Technische vereisten voor de aansluiting van onafhankelijke generatie op het stroomnet, Public Power Corporation (PPC).
Griekenland
-
Italië
CEI 0-21:2012-06, Terna Guida Tecnica Allegato A.702) RD1699 (2011)
Spanje
RD661 (2007)
Portugal
VDE 0126-1-1, ISO/IEC handleiding 67: 2004 – Systeem nr. 5
UK
-
G59/2-1, G83/1-1
G59/2-1
TLX Series Aanvullende diensten
TLX+ en TLX Pro+ 6k
Oostenrijk
10k
12.5k
15k
TOR – Hauptabschnitt D4, TOR – Hauptabschnitt D2
België
Synergrid C10/11 – revisie juni 2012, Synergrid C10/17 – revisie 8 mei 2009
Tsjechische Republiek
Frankrijk
8k
Tsjechische energiewet (Wet nr. 458/2000), artikel 24, paragraaf 10 deel I,II,III rev09 2009 UTE NF C 15-712-1 (UNION TECHNIQUE DE L'ELECTRICITE, GUIDE PRATIQUE, Installations photovoltaïques raccordées au réseau public de distribution). NF C 15-100 (Franse norm voor elektrische laagspanningsinstallaties). Journal Officiel, Décret n°2008-386 du 23 avril 2008 relatif aux prescriptions techniques générales de conception et de fonctionnement pour le raccordement d'installations de production aux réseaux publics d'électricité.
Duitsland
-
BDEW – Technische Richtlinie Erzeugungsanlagen am Mittelspannungsnetz – editie juni 2008 en aanvullingen daarop van januari 2009, juli 2010, februari 20112)
Spanje
REE BOE núm. 254
Tabel 4.3 Normen en standaarden 1) In afwijking van het gestelde in paragraaf 4.7.1 van VDE 0126-1-1 is de grenswaarde voor de isolatieweerstandsmeting ingesteld op 200 kΩ, met toestemming van de autoriteiten. 2) alleen TLX+ en TLX Pro+.
L00410309-09_10
21
Technische gegevens
4.3 UTE-vereisten Frankrijk
NB
4.4 Installatie
Houd u in Frankrijk aan de vereisten volgens UTE C 15-712-1 en NF C 15-100.
Parameter
Specificatie
Temperature (Temperatuur)
−25 °C tot +60 °C (> 45 °C reductie)
Breng bij installaties in Frankrijk een waarschuwingssticker aan op de voorkant van de omvormer.
Omgevingsklasse volgens IEC
IEC60721-3-3 3K6/3B3/3S3/3M2
Luchtkwaliteit – algemeen ISA S71.04-1985 Niveau G2 (bij 75% RV) Luchtkwaliteit – kust-, Meting en classificatie volgens ISA industrie- en landbouwge- S71.04-1985 vereist bieden
4 4
Trilling
1G
IP-beschermingsklasse
54
Max. bedrijfshoogte
3000 m boven zeeniveau. PELV-beveiliging is alleen effectief tot 2000 m boven zeeniveau.
Installatie
Vermijd gestaag stromend water. Vermijd direct zonlicht. Zorg voor voldoende luchtstroming. Monteer op een niet-ontvlambaar oppervlak. Monteer rechtop op een verticaal oppervlak. Voorkom stof en ammoniakgassen.
Tabel 4.4 Condities voor installatie Afbeelding 4.1 Plaats van de waarschuwingssticker
Parameter
Conditie
Specificatie
Wandplaat
Gatdiameter
30 x 9 mm
Uitlijning
Loodrecht ± 5° alle hoeken
Tabel 4.5 Specificaties voor de wandplaat
22
L00410309-09_10
Technische gegevens
4.5 Kabelvereisten Kabel
Conditie
Specificatie
AC Buitendiameter Max. aanbevolen kabellengte TLX Series 6k, 8k en 10k
Kabel met 5 draden
Koper 18-25 mm 21 m 34 m 52 m 87 m 28 m 41 m 69 m 34 m 59 m
2,5 mm² 4 mm² 6 mm² 10 mm² 4 mm² 6 mm² 10 mm² 6 mm² 10 mm²
Max. aanbevolen kabellengte TLX Series 12.5k Max. aanbevolen kabellengte TLX Series 15k DC Kabellengte 4 mm² – 4,8 Ω/km Kabellengte 6 mm² – 3,4 Ω/km Bijbehorende connector Meerdere contacten * De afstand tussen de omvormer en de PV-array en -achterkant, plus de totale lengte van
4 4
Max. 1000 V, 12 A < 200 m* > 200-300 m* PV-ADSP4./PV-ADBP4. de kabels voor de PV-array.
Tabel 4.6 Kabelvereisten
NB
[%] 2
150AA044.11
Vermijd in de kabels een vermogensverlies van meer dan 1% van het nominale omvormervermogen.
2
2.5 mm 2
1.5
4 mm 2 6 mm 2
10 mm 1
0.5
0
0
20
40
60
80 [m]
Afbeelding 4.2 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 6k
L00410309-09_10
23
[%] 2
150AA045.11
Technische gegevens
2
2.5 mm 1.5
4 mm 2 6 mm 2 10 mm 2
1
0.5
4 4
0
0
20
40
60
80 [m]
60
80 [m]
[%] 2
1.5
150AA046.11
Afbeelding 4.3 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 8k
2.5 mm2 2 4 mm 2 6 mm 2
10 mm
1
0.5
0
0
20
40
Afbeelding 4.4 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 10k
24
L00410309-09_10
Technische gegevens
150AA047.11
[%] 2 2
4 mm 2 6 mm 1.5
2
10 mm
1
0.5
0
0
4 4 20
40
60
80 [m]
60
80 [m]
Afbeelding 4.5 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 12.5k
150AA048.11
[%] 2 2
4 mm 2 6 mm 1.5
2
10 mm
1
0.5
0
0
20
40
Afbeelding 4.6 Kabelverliezen [%] versus kabellengte [m] voor TLX Series 15k
Houd ook rekening met het volgende wanneer u het type kabel en de dwarsdoorsnede kiest: -
Omgevingstemperatuur
-
Indeling van het type (in muur, onder grond, vrije luchtstroming enz.)
-
UV-weerstand
L00410309-09_10
25
Technische gegevens
4.6 Specificaties aanhaalmomenten bij installatie
4 4
150AA007.11
Afbeelding 4.7 Overzicht van omvormer met richtwaarden voor aanhaalmomenten, 1-3
6
4 5
7
Afbeelding 4.8 Overzicht van omvormer met richtwaarden voor aanhaalmomenten, 4-7
1 2 3 4 5 6 7
Parameter
Gereedschap
Aanhaalmoment
Klemmenblokken (groot) Klemmenblokken (klein) PE M16 M25 Voorste schroef Borgschroef
Plat 1,0 x 5,5 mm Plat 1,0 x 5,5 mm Plat 1,0 x 5,5 mm SW 19 mm SW 30 mm TX 30 TX 30
Min. 1,2 Nm 0,5 Nm 2,2 Nm 2-3 Nm 2-3 Nm 6-8 Nm 5 Nm
Tabel 4.7 Legenda voor Afbeelding 4.7 en Afbeelding 4.8, specificaties Nm
26
L00410309-09_10
Technische gegevens
4.7 Specificaties netspanningscircuit TLX Series 6k
8k
10k
12.5k
15k
Maximale omvormerstroom, Iacmax.
9,0 A
11,9 A
14,9 A
18,7 A
22,4 A
Aanbevolen zekering type gL/ gG
13 A
16 A
20 A
20 A
25 A
Aanbevolen automatische zekering type B
16 A
20 A
20 A
25 A
32 A
4 4
Tabel 4.8 Specificaties netspanningscircuit
4.8 Specificaties extra interfaces Parameter
Parametergegevens
Seriële communicatie Specificatie gemeenschappelijke kabel
RJ-45-stekkers (2 stuks)
Klemmenblok
RS-485 Diameter kabelmantel (⌀)
2 x 5-7 mm
Type kabel
Afgeschermd gedraaid paar (STP) (Cat 5e)2)
Karakteristieke impedantie van de kabel
100 Ω - 120 Ω
Max. kabellengte
1.000 m
Draaddikte
24-26 AWG (afhankelijk van bijbehorende metalen RJ-45-stekker)
Afsluiting kabelafscherming
Via metalen RJ-45-stekker
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Afsluiting kabelafscherming
Via EMC-kabelklem
Max. aantal omvormerknooppunten
634)
Gegalvaniseerde interface-isolatie Beveiliging tegen direct contact
Specificatie
Ja, 500 Vrms Dubbele/versterkte isolatie
Beveiliging tegen kortsluiting
Ja Ja
Communicatie
Ster en daisychain
Ethernet
Gemeenschappelijke kabel
Max. kabellengte tussen omvormers
100 m (totale netwerklengte: onbeperkt)
Specificatie
Max. aantal omvormers
1001)
Type kabel
Afgeschermd gedraaid paar (STP) (Cat 5e)2)
Diameter kabelmantel (⌀)
4-8 mm
Temperatuursensoringang Specificatie kabel
Specificatie sensor
3 x PT10003) Type kabel
Afgeschermd enkel paar – 2 draden
Afsluiting kabelafscherming
Via EMC-kabelklem
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Maximale weerstand per draad
10 Ω
Maximale kabellengte
30 m
Nominale weerstand-temperatuurcoëfficiënt 3,85 Ω/°C Meetbereik
Beveiliging tegen direct contact
-20 °C - +100 °C
Meetnauwkeurigheid
±3%
Dubbele/versterkte isolatie
Ja
Beveiliging tegen kortsluiting
Ja
Ingang instralingssensor
x1
L00410309-09_10
27
Technische gegevens
Parameter
Parametergegevens
Specificatie
Specificatie kabel
Diameter kabelmantel (⌀)
4-8 mm
Type kabel
Afgeschermd enkel paar – aantal draden is afhankelijk van het gebruikte type sensor
Afsluiting kabelafscherming
Via EMC-kabelklem
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Maximale weerstand per draad
10 Ω
Maximale kabellengte
30 m
Type sensor
Passief
Meetnauwkeurigheid
± 5% (150 mV uitgangsspanning van sensor)
Specificatie sensor
4 4 Beveiliging tegen direct contact
Uitgangsspanning van sensor
0-150 mV
Max. uitgangsimpedantie (sensor)
500 Ω
Ingangsimpedantie (elektronica)
22 kΩ
Dubbele/versterkte isolatie
Ja
Beveiliging tegen kortsluiting
Ja
Ingang energiemeter
S0-ingang
x1
Specificatie kabel
Diameter kabelmantel (⌀)
4-8 mm
Type kabel
Afgeschermd enkel paar – 2 draden
Afsluiting kabelafscherming
Via EMC-kabelklem
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Maximale kabellengte
30 m
Klasse sensoringang
Klasse A
Nominale uitgangsstroom
12 mA voor een belasting van 800 Ω
Maximale uitgangsstroom bij kortsluiting
24,5 mA
Specificatie sensoringang
Beveiliging tegen direct contact
Uitgangsspanning bij nullast
+12 VDC
Maximale pulsfrequentie
16,7 Hz
Dubbele/versterkte isolatie
Ja
Beveiliging tegen kortsluiting
Ja
Tabel 4.9 Specificaties extra interfaces 1)
Er kunnen maximaal 100 omvormers op 1 netwerk worden aangesloten. Als er een GSM-modem voor portalupload wordt gebruikt, is het aantal omzetters in een netwerk beperkt tot 50. 2) Voor ondergronds gebruik wordt het gebruik van een grondkabel aangeraden voor zowel Ethernet als RS-485. 3) De derde ingang wordt gebruikt ter compensatie van de instralingssensor. 4) Het aantal omvormers dat op het RS-485-netwerk kan worden aangesloten, is afhankelijk van het aangesloten randapparaat.
VOORZICHTIG Een correcte montage van de kabeldoorvoeren voor alle randapparatuurkabels is essentieel om ervoor te zorgen dat de behuizing de juiste IP-bescherming biedt.
Parameter
Conditie
Specificatie
Potentiaalvrij contact
Relaisuitgang
x1
Classificatie AC
250 V AC, 6,4 A, 1.600 W
Classificatie DC
24 V DC, 6,4 A, 153 W
Maximale draaddikte
2,5 mm²
Overspanningscategorie
Klasse III
Modem
GSM
Tabel 4.10 Specificaties extra ingangen
VOORZICHTIG Om aan EMC te voldoen, moeten afgeschermde kabels worden gebruikt voor sensoringangen en RS-485communicatie. Voor alarmuitgangen mogen nietafgeschermde kabels worden gebruikt. Andere extra kabels moeten door de specifieke EMCkabelklemmen worden geleid voor mechanische bevestiging en, in geval van afsluiting van afgeschermde kabels, op de afschermvoorziening.
28
L00410309-09_10
1
150AA058.11
Technische gegevens
RS485 2 x RJ45 Ethernet 2 x RJ45 2
3
+/
5
4
+/
+/
7
6
+/
+/
4 4 L
N
Afbeelding 4.9 Communicatiekaart
1
8-polige klemmenblokken
2
PT1000/moduletemp.
3
PT1000/omgevingstemp.
4
PT1000/temp. instralingssensor
5
Instralingssensor
6
S0/Energiemeter
7
Relais 1
Tabel 4.11 Legenda voor Afbeelding 4.9
4.9 RS-485- en Ethernet-aansluitingen RS-485 Sluit de RS-485-communicatiebus aan beide uiteinden af. Om de RS-485-bus af te sluiten:
• •
Sluit Bias H aan op RX/TX B Sluit Bias L aan op RX/TX A
Afbeelding 4.10 Detail RS-485-communicatie – Cat 5 T-568A
Het RS-485-adres van de omvormer is uniek en is in de fabriek ingesteld.
L00410309-09_10
29
2
3
4
5
6
7 8
1
2
3
4
5
6
7 8
150AA019.10
1
150AA019.10
Technische gegevens
4 4
Afbeelding 4.11 Detail aansluitschema RJ-45 voor RS-485
Afbeelding 4.12 Detail aansluitschema RJ-45 voor Ethernet
1
GND
Kleurcodering
2
GND
Aansluitschema Ethernet
3
RX/TX A (-)
Cat 5 T-568A
Cat 5 T-568B
4
BIAS L
1
RX+
Groen/wit
Oranje/wit
5
BIAS H
2
RX
Groen
Oranje
6
RX/TX B (+)
3
TX+
Oranje/wit
Groen/wit
7
Niet aangesloten
4
Blauw
Blauw
8
Niet aangesloten
5
Blauw/wit
Blauw/wit
Oranje
Groen
7
Bruin/wit
Bruin/wit
8
Bruin
Bruin
Tabel 4.12 Legenda voor Afbeelding 4.11 Vetgedrukt = verplicht, Cat5-kabel bevat alle 8 draden Voor Ethernet: 10Base-TX en 100Base-TX auto cross over
Ethernet Een Ethernet-aansluiting is alleen beschikbaar voor TLX Pro- en TLX Pro+-versies.
6
TX-
Tabel 4.13 Legenda voor Afbeelding 4.12
VOORZICHTIG
Alle omvormers die via Ethernet met het internet verbonden zijn, moeten met een firewall worden beveiligd.
VOORZICHTIG
Wijzig na de eerste keer inloggen op de webserver het standaardwachtwoord. Installatieniveau: [Setup → Webserver → Admin].
30
L00410309-09_10
Danfoss Solar Inverters A/S Ulsnaes 1 DK-6300 Graasten Denmark Tel: +45 7488 1300 Fax: +45 7488 1301 E-mail:
[email protected] www.danfoss.com/solar
Danfoss kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, handboeken en andere documentatie. Danfoss behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving haar produkten te wijzigen. Dit geldt eveneens voor reeds bestelde produkten, mits zulke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder dat veranderingen in reeds overeengekomen specificaties noodzakelijk zijn. Alle in deze publicatie genoemde handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke bedrijven. Danfoss en het Danfoss-logo zijn handelsmerken van Danfoss A/S. Alle rechten voorbehouden. Rev. date 2012-11-25 Lit. No. L00410309-09_10