MOW
MAG
Nieuws uit het ministerie mow • Verschijnt driemaandelijks • # 21 • 30 april 2012
Project R4 Zuid in de kijker
Groote Oorlog
herdacht
Mediacampagne
over grote werven
Geotechniek test
innovatieve meetmethoden
Beste collega’s D
e missing links in ons wegennet wegwerken: het is een van de belangrijkste doelstellingen van ons beleidsdomein, en er wordt stevig aan doorgewerkt. Sinds kort is de R4 rond Gent aan de beurt. Anders dan de naam doet vermoeden is dat in één richting immers geen echte ring, en daar wordt nu wat aan gedaan.
Ook op onze waterwegen ruimen we verschillende obstakels uit de weg. Belangrijk nieuws is het akkoord met Nederland over de kostenverdeling voor de nieuwe zeesluis in Terneuzen, zodat ook daar weer een flinke stap in de goede richting kan worden gezet. En het project Nieuwpoort Rechteroever verstevigt de status van Nieuwpoort als grootste Europese jachthaven. Daarnaast zijn er ook minder spectaculaire werken, zoals de vernieuwing van de toeristische borden langs onze snelwegen, of de grondige reiniging van de Vandammesluis in Zeebrugge. Hoewel: ‘minder spectaculair’ is ook hier relatief. Wie beneden aan de sluisdeuren staat, kan niet anders dan onder de indruk komen van die enorme gevaartes. Ook de voorbije maanden hebben talloze MOW-collega’s dus hun beste beentje voorgezet om Vlaanderen een mooie toekomst te bezorgen als logistieke draaischijf van Europa. Maar niet alleen de toekomst is belangrijk; af en toe is het goed om ook eens achterom te kijken. Binnen twee jaar gebeurt dat met de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. De voorbereidingen daarvoor zijn aan volle gang en MOW stroopt de mouwen op om een en ander in goede banen te leiden. Tot slot heeft deze editie van MOWmag ook aandacht voor de wereld buiten Vlaanderen. Collega Yaïr Levy heeft mee zijn schouders gezet onder de ngo Ondernemers zonder Grenzen. Die heeft verschillende projecten in Mali en Burkina Faso om de woestijn terug te dringen met herbebossingsprojecten, en tegelijk de lokale gemeenschappen te versterken. Van een mooie uitdaging gesproken! Veel leesgenot de redactie
Colofon
MOWmag brengt informatie over actuele thema’s en activiteiten van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken. Ons adres: MOWmag , Koning Albert II–laan 20 bus 2, 1000 Brussel. Redactiecontacten: Jenny Leemans – Agentschap Wegenen Verkeer – jenny.
[email protected] – 02 553 75 57 ° Laura Vanderwegen - Departement Mobiliteit en OpenbareWerken– laura.vanderwegen@mow. vlaanderen.be – 02 553 71 04 ° Tom Moortgat – Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust –
[email protected] – 02 553 77 12. Ideeën en suggesties kunt u ook mailen naar
[email protected]. Coördinatie: Nancy De Ceuleneer – Departement Mobiliteit en Openbare Werken –
[email protected] – 02 553 71 53. MOWmag verschijnt driemaandelijks. Redactie en realisatie: Jansen & Janssen, www.jaja.be. Verantwoordelijke uitgever: ir. Fernand Desmyter, secretaris–generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, KoningAlbert II–laan 20 bus 2, 1000 Brussel. © 2007 MOWmag
2
MOW
MAG
In dit nummer 08
Toeristische borden vernieuwd Iedereen kent ze wel: de bruine toeristische borden langs de autosnelwegen die toeristische locaties weergeven. Ze dateren van de jaren 80 en zijn aan vervanging toe.
10
De Groote Oorlog herdacht
De Eerste Wereldoorlog (19141918) was een ongeziene catastrofe. De Vlaamse Regering wil het grote conflict uitvoerig herdenken in de periode 2014-2018. Ook MOW stroopt de mouwen op.
Toeristische borden worden hernieuwd
08
De Groote Oorlog herdacht
10
12
Geotechniek test innovatieve meetmethoden
Bij de bouw van bruggen, kaaimuren, dijken of tunnels is het erg belangrijk om de ondergrond goed te onderzoeken. De afdeling Geotechniek voert een proefproject uit om die metingen een stuk preciezer én continu uit te voeren.
21
Akkoord over Terneuzen
Op maandag 19 maart hebben Vlaanderen en Nederland een akkoord bereikt over de kostprijsverdeling voor een nieuwe grote zeesluis in Terneuzen. De planuitwerkingsfase kan nu definitief van start gaan.
Geotechniek test innovatieve meetmethoden
12
En verder…
Grondenbank voor Gentse kanaalzone
16
Akkoord over Terneuzen
21
06 Project R4 Zuid in de kijker 09 Vandammesluis gerenoveerd 13 Nieuwpoort nog groter 15 Mediacampagne over grote werven 17 Grenzeloze logistiek
3
BREEDBEELD
Vlaander
Dertien januari viel dit jaar op een vrijdag, maar dat heeft de MDK–loodsen niet belet om het grootste containerschip ter wereld foutloos naar Antwerpen te brengen. De Edith Maersk (398 m lang en 56 m breed, capaciteit 15.550 TEU) kwam rechtsreeks van het Suezkanaal. Onder grote belangstelling en exact volgens het vaarplan kwam de Edith Maersk in de vooravond in het Deurganckdok aan. De volgende dag zette het schip koers naar haar volgende haven. De verantwoordelijken voor het toelatingsbeleid op de Westerschelde waren aan boord om de proefvaart van nabij op te volgen. Aan de hele operatie ging ook een grondige voorbereiding met alle betrokken partijen vooraf. Nog geen drie weken later stuurde de rederij een zusterschip, de Eleonora Maersk, naar de Scheldehaven. Inmiddels hebben al verschillende identieke zusterschepen het Deurganck dok aangelopen.
© Jan Swinnen
Edith in Antwerpen
We zijn het al bijna vergeten, maar in februari was het dit jaar bijzonder koud. Vlaanderen ontsnapte niet aan de bibber en werd in een mum van tijd omgetoverd tot één grote diepvries. Met als gevolg dat veel waterwegen dichtgevroren waren en de binnenvaart werd verstoord.
Kathleen Bernaert, hoofd van de afdeling Kust, ontvangt de Awards.
MOW in Zoekt u foto’s voor een of andere communicatieopdracht? Dan kunt u voortaan terecht bij het online fotoarchief van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken: www.fotoarchiefmow.be. Het archief bevat nu al 12.000 foto’s en er komen er nog elke dag bij. De foto’s in het archief zijn doorzoekbaar op locatie, via trefwoorden of door te bladeren in een catalogus. Wie een foto aanklikt, opent een preview met alle informatie, van camera–instellingen tot bestandsgrootte. Wie eenmaal geregistreerd is op de site, kan ook foto’s downloaden in de hoogste resolutie of een fotoafdruk
4
MOW
MAG
GEFLITST
en breekt het ijs Om ervoor te zorgen dat de beroepsvaart geen hinder ondervond, zetten Waterwegen en Zeekanaal nv en nv De Scheepvaart op verschillende locaties ijsbrekers in. Onder meer de waterwegen in Oost–Brabant, Oost–Vlaanderen, West–Vlaanderen en Antwerpen werden zo ijsvrij gemaakt.
Duurzaamheid bekroond Op het jaarlijkse Kustforum reikt het Coördinatiepunt Duurzaam Kustbeheer de Awards voor duurzame projecten aan de kust uit. De Awards willen projecten in de kijker zetten die oog hebben voor de toekomst en uitmunten door vindingrijkheid. De afdeling Kust haalde maar liefst 2 Awards binnen. De eerste bekroning ging naar de nieuwe havenveren die sinds de zomer van 2011 de oevers in Oostende en Nieuwpoort verbinden. De veerdiensten passen in de kustfietsroute maar sluiten ook aan op diverse wandelcircuits. In Oostende heeft het veer naast een toeristische functie een mobiliteitsfunctie voor woon–, school– en werkverkeer. De drie nieuwe veerboten worden beheerd en bemand door de DAB Vloot. Ze zijn ook toegankelijk voor personen met een beperkte mobiliteit. De aanmeerinfrastructuren zijn ontwikkeld en gebouwd in opdracht van de afdeling Kust. Ze hebben een beperkte
visuele impact op de ruimtelijke omgeving. Tweede winnaar was De Lichtenlijn in Knokke–Heist. De ranke brug is gebouwd voor zachte weggebruikers, toeristen en personen met beperkte mobiliteit. Via De Lichtenlijn kunnen zij veilig en gemakkelijk de drukke ontdubbelde kustweg en de dubbele bedding van de kusttram oversteken. De brug verbindt de natuurgebieden Sashul, Vuurtorenweide en Baai van Heist. Ze maakt de verbinding tussen de Kustfietsroute en het fietsennetwerk Brugge Ommeland en tussen de geklasseerde vuurtorens Laag Licht en Hoog Licht. De fiets– en wandelbrug staat niet alleen voor kwalitatieve architectuur en een verhoging van de landschapsbeleving, maar ook voor een betere mobiliteit en integratie in een natuurrecreatieve visie. Daarom kreeg afdeling Kust ook voor deze realisatie een Award.
beeld op posterformaat bestellen – uiteraard voor professioneel gebruik. Het fotoarchief staat open voor alle beelden over het vakgebied mobiliteit en openbare werken. Beschikt u zelf over belangwekkende foto’s? Dan ontvangen wij die graag, het liefst met een korte beschrijving. Wij voegen ze dan aan het fotoarchief toe. Voor nieuwe foto–opdrachten kunt u bij de teamverantwoordelijke terecht. Meer info: E:
[email protected] T: 02 553 73 83 W: www.fotoarchiefmow.be
5
Agentschap Wegen en Verkeer vervolledigt Gentse Ring
Project R4 Zuid Op 1 maart gaf Vlaams minister voor Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits het startschot voor de aanleg van het laatste nog ontbrekende stuk van de ring rond Gent, de R4 Zuid. Het project R4 Zuid moet een boost geven aan de mobiliteit ten zuiden van Gent. Tegen 2014 zal het project voltooid zijn.
6
MOW
MAG
D
e R4, de grote ring rond Gent, wacht al zo’n 20 jaar op een cruciale verbinding. In wijzerzin klopt het plaatje, maar in tegenwijzerzin, aan de buitenring van de R4, ontbreekt nog steeds een deel tussen Gent–Zwijnaarde en Merelbeke. Het doortrekken van het ontbrekende stuk Gentse buitenring is belangrijk voor de verkeersdoorstroming en –veiligheid van bedrijventerreinen, onderwijsinstellingen, woonwijken en ziekenhuizen in de Gentse zuidrand.
Meer dan de R4
‘Het Project R4 Zuid heeft meer om het lijf dan het doortrekken van de buitenring’, zegt Bart Crombez, projectingenieur van R4 Zuid. ‘AWV zorgt er ook voor dat de R4 beter zal aansluiten op de E17 en de E40, en dat de ring een betere verbinding vormt met de lokale wegen en de woon– en werkzones in de buurt.’
Om al die doelstellingen te realiseren, komen er in minder dan 3 jaar tijd maar liefst 15 werfzones. ‘Een project van die omvang vraagt om heel wat creatieve en technisch hoogstaande oplossingen. Om alle hindernissen te overbruggen, bouwt het AWV vier auto– en fietsbruggen over waterwegen en een tunnel onder de Hundelgemsesteenweg. Voor een vlotte en veilige aansluiting op de E17 en de E40 komen er bijkomende en betere op– en afritten. Dat zorgt voor een betere spreiding van het verkeer.’
Mobiliteit en leefbaarheid
De aanleg van het ontbrekende stuk weg is het sluitstuk voor een betere mobiliteit in het zuiden van Gent. ‘Niet alleen het doorgaand verkeer zal er de vruchten van plukken’, zegt Bart. ‘Al wie woont of werkt in de regio zal veel makkelijker op zijn bestemming geraken.’
Bart De Braekeleer, werfleider bij Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen (links op de foto) en Arie den Hollander.
Om de verschillende doelstellingen te realiseren, komen er in minder dan 3 jaar tijd maar liefst 15 werfzones.
Sylvie Syryn, communicatieverantwoordelijke bij Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen, en Bart Crombez, projectingenieur van R4 Zuid.
in de kijker Daarnaast zal het project ook de economische ontwikkeling stimuleren. Zowel de huidige als de nieuwe bedrijventerreinen in het zuiden van Gent zullen vlotter bereikbaar zijn, net als de universiteits– en hogeschoolcampussen. Ten slotte verhoogt ook de leefbaarheid voor de bewoners van Gent en Merelbeke. ‘Het economische vrachtverkeer en het personenvervoer worden meer gescheiden. Dat betekent een win–win voor het bedrijfsleven én voor de omwonenden.’
Alternatieve financiering
R4 Zuid is de derde van de zes missing links uit het regeerakkoord die nu in uitvoering gaat via alternatieve financiering. Een privépartner ontwerpt, financiert en bouwt het project, en staat dertig jaar in voor het onderhoud. De kostprijs van de investeringen wordt op ruim 90 miljoen euro ge-
raamd. De werken worden uitgevoerd door het aannemersconsortium THV R4 Gent, dat bestaat uit Antwerpse Bouwwerken, Besix, Heijmans Infra en Stadsbader. Het wordt een krachttoer om de werken klaar te krijgen tegen 2014. Bart Crombez: ‘We hanteren een strakke planning en hanteren intensieve opvolgingsmethoden.’ Om de kans op conflicten met werven van andere openbare of privébouwheren in de buurt van de werfzones te vermijden, stapte AWV bovendien in het samenwerkingsverband bUZz. Dat is een samenwerkingsverband tussen alle betrokken overheden en privépartners die de komende jaren grote infrastructuurwerken opstarten in de ruime omgeving van het Universitair Ziekenhuis (UZ) in Gent. ‘Op die manier doen we alles wat mogelijk is om het project tijdig – maar ook op een aanvaardbare manier voor omwonenden en bedrijven – waar te maken.’
Gepersonaliseerd communiceren Bij een grote werf als de R4 zijn bijkomende communicatie–inspanningen onontbeerlijk, zegt Sylvie Syryn, communicatieverantwoordelijke Wegen en Verkeer Oost–Vlaanderen. ‘De grootte en complexiteit van de werken zorgen voor vragen bij veel belanghebbenden. We kozen daarom resoluut voor een intensieve doelgroepencommunicatie.’ Zo benaderde AWV de bedrijven rechtstreeks of via lokale bedrijfsverenigingen. ‘Tijdens werkvergaderingen peilden we naar hun specifieke noden. Dankzij die bevraging konden we communicatieproducten op maat maken waarmee bedrijfsleiders hun werknemers, leveranciers en klanten goed kunnen inlichten.’ De bewoners van de omliggende zones werden op een andere manier geïnformeerd. Naast de klassieke bewonersbrieven zijn er ook wijknieuwsbrieven, informatievergaderingen en gemeentelijke informatienetwerken. ‘Een brochure voor de inwoners schetst een goed overzicht van het project, waardoor ze verder kijken dan de werken voor hun deur.’ Een radiospot en borden langs de weg moeten de aandacht trekken van automobilisten. Ook voor fietsers, handelaars, hogescholen en andere betrokkenen volgt een gepersonaliseerde benadering die inspeelt op de concrete bekommernissen. Alle doelgroepen kunnen terecht op de website www.R4verbindt.be.
7
Toeristische borden
vernieuwd Iedereen kent ze wel: de achthoekige bruine toeristische borden langs de autosnelwegen die toeristische locaties weergeven. Ze dateren van de jaren 80 en zijn aan vervanging toe. Het Agentschap Wegen en Verkeer staat in voor het bestek, de plaatsing en de technische omschrijving van de borden. Toerisme Vlaanderen zorgt mee voor de inhoudelijke invulling.
Een stad moet niet aan alle criteria voldoen, wel aan 5 van de 8. Alle centrumsteden van Vlaanderen beantwoorden daaraan, naast een aantal andere steden. Het Agentschap Wegen en Verkeer werkte daarbovenop de 7–kilometerregel uit om de link tussen de locatie op de autosnelweg en de aangeduide toeristische attractie te behouden. Dat afstandcriterium is richtinggevend.
23 steden en 14 toeristische regio’s
O
p 16 februari werden de definitieve criteria voor het plaatsen van de nieuwe borden vastgelegd. Steden die vandaag over een bord beschikken, behouden hun bord. Daarnaast krijgen ook vier nieuwe steden een bord. Ten slotte worden 14 toeristische regio’s aangeduid.
Criteria
Toerisme Vlaanderen heeft een aantal toeristische criteria vooropgesteld. Om in aanmerking te komen voor een bord, moet een regio minimum: • 2 toeristische attracties hebben, • 55.000 overnachtingen realiseren, • 15 beschermde landschappen, archeologische zones,dorps– en stadsgezichten hebben, • 90 beschermde monumenten hebben, • over 9 verblijfsinstellingen beschikken, • 30 procent buitenlandse overnachtingen realiseren, • een overnachtingcapaciteit hebben van 400 slaapeenheden, • 155 inwoners per horecazaak of minder hebben.
8
MOW
MAG
De 19 steden die momenteel over een toeristisch bord beschikten, krijgen een nieuw bord. Het gaat om Aalst, Antwerpen, Brugge, Diest, Diksmuide, Gent, Hasselt, Herentals, Ieper, Koksijde, Kortrijk, Leuven, Lier, Mechelen, Nieuwpoort en Oostende, Tongeren, Turnhout en Veurne. Volgens de nieuwe criteria krijgen ook Brussel, Genk, Roeselare en Sint–Niklaas nu een bord.
Ook de door Toerisme Vlaanderen aangeduide toeristische regio’s krijgen alle 14 een nieuw bord. Het gaat om de regio’s Brugse Ommeland, Groene Gordel, Hageland, Haspengouw, Kempen, Kust, Leiestreek, Maasland, Meetjesland, Scheldeland, Vlaamse Ardennen, Voerstreek, Waasland en Westhoek. Daarnaast worden enkele subregio’s aangeduid, zoals Pajottenland en Druivenstreek in de regio Groene Gordel. De twee monumenten Alden Biesen en Breendonk behouden hun bord.
Plaatsing
Nu er een akkoord is over de criteria, wordt werk gemaakt van het ontwerp, de productie en de plaatsing van de nieuwe toeristische borden langs de autosnelwegen. De opdracht moet nog worden toegewezen. De geraamde kostprijs voor het project ligt op ruim 566.000 euro. Toerisme Vlaanderen en het Agenschap Wegen en Verkeer delen de kosten.
De Pierre Vandammesluis is de grootste sluis in het Zeebrugse havengebied. Ze werd gebouwd tussen 1978 en 1983 en werd in 1984 officieel in bedrijf genomen. Na bijna 30 jaar intens gebruik is de sluis toe aan een groot structureel onderhoud.
Vandammesluis gerenoveerd D
e Vandammesluis verbindt de tijgebonden voorhaven van Zeebrugge met de tijloze achterhaven. Ze is 500 m lang en 57 m breed, en heeft een diepte tot 18,5 m en een watervolume van maximaal 527.000 m³. Daarmee kan de sluis de grootste autocarriers versassen, of verschillende andere schepen tegelijk.
Monitoringsysteem
Het grote onderhoud van de sluis is niet eenvoudig, zegt ir. Lies Missinne, projectingenieur Maritieme Toegang. ‘Toen de sluis indertijd werd gebouwd, waren er technische problemen bij de bemaling van de bouwput. Sommige huizen uit de omgeving hebben daar schade van ondervonden. Dat willen we niet opnieuw meemaken, en daarom kiezen we voor een uitvoeringsmethode waarbij we de grondwaterspiegel heel strikt opvolgen met een monitoringsysteem dat alle bewegingen en waterpeilen in de deurkamer en de onmiddellijke omgeving opmeet.’ Bovendien mag ook de scheepvaart niet al te veel hinder ondervinden van de werken. ‘Daarom zetten we de deurkamers beurtelings na elkaar droog, om zo uiteindelijk een
volledige renovatie te kunnen uitvoeren. Eind 2010 zijn we gestart met de droogzetting en renovatie van deurkamer en deur nummer 3 aan het benedenhoofd (zeezijde). Die omvangrijke werken hebben september 2012 als voorlopige einddatum. Daarna wordt deur 2 aanbesteed. Ook de elektromechanische uitrusting van de sluisbediening, de deuren en de bruggen worden volledig vernieuwd. Die werken zijn gestart op 6 juni 2011 en zullen 2 jaar in beslag nemen.’
Geleidings-systeem
De onderhoudswerken gebeuren bijzonder grondig. ‘Het slib wordt uit de deur en de deurkamer verwijderd. Alle afzettingen van zeepokken, oesters en mosselen worden verwijderd, en dan wordt het gevaarte – bijna 59 meter lang, 25 meter hoog en 11 meter breed – geschilderd, ook binnenin. Die schilderwerken geven een perfecte bescherming voor minimum 25 jaar.’ Voorts worden alle looprails en geleidingrails van de deur vernieuwd. Alle mechanische onderdelen van deur, onderrolwagen en bovenrolwagen worden gedemonteerd en schoongemaakt, hersteld of vervangen. ‘Omdat de sluis aan de zee grenst, hebben
de benedenhoofdse deuren onderaan een uniek geleidingssysteem om ze te beschermen tegen de sterke golfwerking. Ook dat complexe systeem wordt volledig gedemonteerd en deels vernieuwd.’
Slib
Tot slot wordt ook de slibvorming aan de deur aangepakt. ‘Er komen woelmixers en een airliftsysteem in de deur. Die woelen het slibhoudende water geregeld om, zodat aanslibbing van deur en de kamer zoveel mogelijk worden vermeden. En dan is de sluisdeur weer in topconditie voor de volgende 25 jaar!’
9
De Eerste Wereldoorlog (1914–1918) was een ongeziene catastrofe, een wereldbrand die miljoenen slachtoffers eiste onder soldaten en burgers. De oorlog richtte hele rijken te gronde, bracht Europa aan de bedelstaf en legde de grondvesten van de zo mogelijk nog gruwelijkere Tweede Wereldoorlog.
D
e Eerste Wereldoorlog was een echte ‘wereld’–oorlog die van Vlaanderen tot diep in Rusland werd uitgevochten – zelfs de toenmalige Belgische kolonie Congo nam deel. Alleen al op het grondgebied van het huidige Vlaamse Gewest vochten en sneuvel den soldaten uit tientallen landen.
Korte historiek
Toen de Duitse keizer Wilhelm II op 2augus tus 1914 vrije doorgang voor zijn legers eiste, had hij niet verwacht dat België zich zou ver zetten. Ons kleine landje slaagde er echter in de Duitsers voldoende lang op te houden, zodat de geallieerden zich min of meer kon den organiseren. De Duitse woede richtte zich dan maar op onschuldige burgers, met slachtpartijen in onder meer Aarschot, Andenne en Dinant. De onbetaalbare schat ten van de Leuvense universiteitsbibliotheek werden moedwillig in brand gestoken. In oktober 1914 werd in de Westhoek de IJzervlakte onder water gezet en de Duitse tocht door België kwam ten einde. Een be wegingsoorlog kwam tot stilstand en beide zijden groeven zich in. Ze verscholen zich in
10
MOW
MAG
De Groote
kilometerlange loopgraven van waaruit ze el kaar met steeds zwaarder geschut bestook ten. In ons land lag het front langsheen de loop van de IJzer, in een brede boog om het totaal verwoeste Ieper om vervolgens naar het zuiden af te buigen richting Frankrijk. Al leen dit kleine stukje Westhoek tot net in de provincie Henegouwen zou gedurende vier jaar ontsnappen aan de Duitse bezetting die de rest van België in een ijzeren greep hield.
Grote veldslagen
Bij de Eerste Wereldoorlog spreken vooral enkele grote veldslagen met honderdduizen den slachtoffers tot de verbeelding: onder meer Verdun, de Somme en Ieper. In en om Ieper stonden voornamelijk Britten en Duit sers tegenover elkaar. Men spreekt ook wel van First (1914), Second (1915) en Third Ypres (1917). Bij de tweede Ieperslag gebruikten de Duitsers voor het eerst gifgas op grote schaal aan het westelijk front. De derde Ie perslag leeft voort in de Britse wereld als ‘The Battle of Passchendaele’. De Canadese arts en officier John McRae wijdde zijn gedicht ‘In Flanders’ Fields’ aan
het Vlaamse landschap waar klaprozen bloeien tussen de oorlogsgraven en de leeu werik zingt boven het gebulder van de kanon nen. Het is wellicht het bekendste gedicht van de hele oorlog. Ook nu nog is de Westhoek bezaaid met tientallen militaire begraafplaatsen, van heel kleine tot reuzen zoals Tyne Cot. Enkele mooie Belgische, een handvol Duitse en zeer veel Britse, die een bezoek meer dan waard zijn. (De Franse gesneuvelden zijn doorgaans in eigen streek begraven.)
Herdenkingsproject 2014–2018
De Vlaamse Regering wil het grote conflict uitvoerig gaan herdenken in de periode 2014–2018. De werkzaamheden zijn in volle gang. Een centraal projectkantoor leidt de voorbereidende activiteiten in goede banen. Op donderdag 10 november 2011 (aan de vooravond van Wapenstilstand) is dit herden kingsproject ‘100 jaar Groote Oorlog 2014–18’ voorgesteld aan de diplomatieke vertegen woordigers van de vijftig landen en naties die soldaten en burgers hebben verloren in Wereldoorlog I.
Foto: Onroerend Erfgoed, Kris Vandevorst
Oorlog
herdacht
De Vlaamse Regering wil een humanitair project opzetten en verbinden met het vre desthema ‘Nooit meer oorlog’. De huidige en toekomstige generaties moeten bewustge maakt worden van internationale verstand houding als essentiële bouwsteen voor een open samenleving. De Vlaamse Regering in vesteert ook in het behoud en de opwaarde ring van het oorlogserfgoed. Dat kan immers een natuurlijke aantrekkingspool vormen voor het vredestoerisme. Daarnaast heeft de Vlaamse Regering 15 miljoen euro uitgetrokken voor de subsidiëring van 44 projecten die belangrijke oorlogsresten opwaarderen. Vijf van die projecten zijn stra tegische projecten die de herdenking van ‘100 jaar Groote Oorlog’ in de verf moeten zetten: de vernieuwing van het In Flanders Fields–mu seum in Ieper; 100 jaar Poperinge achter het front; het museum van Zonnebeke (‘Passchen daele’); het bezoekerscentrum De Ganzepoot in Nieuwpoort; de opfrissing van de IJzertoren site en het IJzertorenmuseum in Diksmuide. Ook wil de Vlaamse Regering de meest interessante delen van de frontzone laten erkennen als Unesco–werelderfgoed!
MOW stroopt de mouwen op
De afdeling Algemene Technische Onder steuning maakt orthofoto’s van bouwkundige relicten uit de Eerste Wereldoorlog voor het agentschap Onroerend Erfgoed, ter onder steuning van renovatiedossiers. De lijst van relicten is zeer divers, gaande van een uit kijktoren (Diksmuide) tot een elektriciteits cabine (Wervik), over een kapel (Diksmuide), een militaire keuken (Lo–Reninge) en een fabrieksschoorsteen (Nieuwpoort) om te eindigen bij een ‘Chinese poort’ (Poperinge) en een oorlogsbarak (Poperinge). Waar mogelijk wordt het openbaar vervoer naar de Westhoek versterkt. Straks verwach ten we immers een stroom aan bezoekers, zowel Belgen als buitenlanders. En die wil len natuurlijk de historische plekken en het landschap van de wereldoorlog ontdekken. Waterwegen en Zeekanaal en het Agent schap Wegen en Verkeer staan in voor de her aanleg van de omgeving van de Dodengang, de IJzertoren en de IJzerdijk in Diksmuide, en van de omgeving van het nieuwe bezoe kerscentrum Ganzepoot in Nieuwpoort. Fietspaden in onder meer De Panne,
Koksijde, Lo–Reninge, Diksmuide, Alverin gem en Vleteren ontsluiten de Westhoek voor fietsers. Met het oog op de verwachte toe ristenstroom worden wegen en doortochten in onder meer Diksmuide, Heuvelland (Wijt schate), Poperinge, Mesen, Ieper en Zonne beke (Geluveld) splinternieuw aangelegd of grondig onder handen genomen. En als de buitenlandse toeristen straks toestromen in het station van Ieper, belanden ze meteen in een nieuw ingerichte stationsomgeving. Het Agentschap voor Maritieme Dienstver lening en Kust richt de Sint–Laureinsduinen in Westende opnieuw in. Daarbij gaat de bij zondere aandacht naar het militair erfgoed. Langsheen de waterlopen die Waterwe gen en Zeekanaal beheert, getuigen tal van historische monumenten van de we reldbrand. WenZ restaureert gedenktekens en monumenten in de loop van dit en het volgend jaar. Mobiliteit en Openbare Werken bereidt 2014-2018 voor in overleg met het centrale projectsecretariaat van het herdenkingspro ject, dat onder dak is bij het Departement internationaal Vlaanderen. (KL)
11
XXX
Geotechniek test innovatieve meetmethoden Bij de bouw van bruggen, kaaimuren, dijken of tunnels is het erg belangrijk om de ondergrond goed te onderzoeken. De afdeling Geotechniek voert momenteel een proefproject uit om die metingen een stuk preciezer én continu uit te voeren.
L
een De Vos, studie-ingenieur Geotechniek: ‘De ondergrond is niet altijd een even betrouwbaar medium. Door het werkelijke gedrag ervan tijdens de werken op te volgen, kunnen we tijdig onverwachte effecten vaststellen en zo schadegevallen vermijden. Daarvoor gebruiken we vandaag de dag standaard meettechnieken, zoals inclinometermetingen. Daarbij wordt de staat van de ondergrond, naargelang van het geval, elke dag opgemeten of één keer per week of maand. ’
Online
De afdeling Geotechniek wil dat standaardpakket aanvullen met nieuwe meettechnieken. ‘De standaard meettechnieken zijn robuust en betrouwbaar, maar ze zijn wel erg arbeidsintensief. Dankzij recente technologische ontwikkelingen kunnen we nu een stap verder zetten.’ ‘We hebben een proefproject opgestart om de ondergrond via sensoren online op te volgen. ‘Als monitoringsite is een werf van TUC Rail gekozen, waar op de spoorlijn een brug moet worden aangepast voor de aanleg van een extra spoor. We meten onder meer de verticale en horizontale vervormingen van de wand, zakkingen achter de wand en krachten in de verankering van de wand. Dat geeft ons veel meer en preciezere gegevens, waardoor het ontwerp van de bouwput lokaal kan worden bijgestuurd, bijvoorbeeld door extra ankers te voorzien. Dat bespaart kosten zonder op veiligheid in te boeten.’
12
MOW
MAG
IWT
Het proefproject wordt gesteund door het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). ‘Via een project Innovatief Aanbesteden, gesponsord door het IWT, hebben we drie gespecialiseerde firma’s uitgenodigd een monitoringconcept uit te werken en toe te passen op een door de afdeling Geotechniek gekozen monitoringsite. De meetresultaten moeten worden doorgestuurd naar een externe server zodat we ze online kunnen consulteren. De toegepaste meettechnieken steunen op optische vezeltechnologie en micro–elektromechanische systemen (MEMS), aangevuld met meer traditionele meettechnieken.’ ‘Daarnaast worden ook referentiemetingen uitgevoerd. Wijzelf nemen de horizontale en verticale inclinometermetingen en ankerkrachtmetingen voor onze rekening en de afdeling Topografie (ATO) doet de topografische metingen. De universiteit van Cambridge en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) staan in voor de optische vezeltechnieken.
Cambridge
De universiteit van Cambridge doet ook onderzoeksmetingen met PIV–technologie (Particle Image Velocimetry). Daarbij worden markeringen aangebracht die om het uur worden gefotografeerd en via complexe software tot op pixelniveau worden geanalyseerd. ‘Ook die technologie volgen we natuurlijk met veel belangstelling op.’
Nieuwpoort nog groter Nieuwpoort is de grootste jachthaven van Noord– Europa, en de Vlaamse overheid wil die positie nog fors versterken. Op 17 oktober 2011 tekenden de stad Nieuwpoort, de provincie West–Vlaanderen en het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust een samenwerkingsovereenkomst voor de gezamenlijke realisatie van het project Nieuwpoort Rechteroever.
B
ij de ontwikkeling van het project zal aandacht gaan naar de beleving van de jachthaven binnen het toeristisch netwerk van de kust. Er wordt ook werk gemaakt van een directe en visuele relatie tussen de jachthaven en Nieuwpoort–Stad. Voorts is er een verbinding voorzien tussen het schiereiland en de stad door middel van een brug voor voetgangers en fietsers.
600 ligplaatsen meer
In het verleden zijn voor het project een aantal ontwerpoefeningen gemaakt die werden voorgelegd aan de diverse partners en de
Uitbreidingsproject consolideert grootste jachthaven van Noord–Europa
actoren op het terrein. Op basis van financiële en technische haalbaarheidsstudies werd een masterplan opgesteld dat verder wordt uitgewerkt door de drie partners. Het plan voorziet in de realisatie van een nieuw insteekdok voor actieve en recreatieve zeilsport met 600 bijkomende ligplaatsen, een woonproject met permanente woningen, ondersteunende toeristische verblijfaccommodaties, jachthavenondersteunende handel en bedrijvigheid, toeristische voorzieningen, kantoren en ruime parkeermogelijkheden. Ook aan een hoogwaardige publieke infrastructuur,
waaronder een brugverbinding voor voetgangers en fietsers tussen het projectgebied en de stad Nieuwpoort, werd ruime aandacht besteed.
Coördinatie
Het agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust staat in voor de coördinatie en is trekker van het project. De provincie West–Vlaanderen zal het initiatief nemen in het aansturen van de voorstudies en het planningsproces. De Stad Nieuwpoort bewaakt in het project de realisatie van de ontwikkelde gebiedsvisie. Meer info: Wie belangstelling heeft voor dit project kan alvast de vooruitgang van de voorstudies door de drie samenwerkende overheden volgen op de website www.nieuwpoortrechteroever.be.
13
eDelta
komt eraan Het beleidsdomein MOW bereidt zich volop voor op de algemene uitrol van eDelta in de eerste helft van 2012. Vanaf eind april 2012 kan de module Contractuitvoering gebruikt worden en organiseert de afdeling ATO train the trainer-sessies.
H
et eDelta–platform kan sinds vorig jaar worden gebruikt om nieuwe bestekken te ontwerpen en opdrachten te plaatsen. Het online platform biedt de mogelijkheid om een meetstaat op te maken en de bestekbepalingen op te stellen op basis van het standaardbestek. Op het MOW e–procurement extranet staat vermeld welke versies van standaardbestek en catalogus beschikbaar zijn.
Kwaliteit
In de eerste helft van 2012 wordt eDelta (intussen versie 3.1) nu uitgerold naar alle aanbestedende afdelingen. Daarmee zet MOW een belangrijke stap in de digitalisering van het beheer van haar overheidsopdrachten. Met eDelta wil MOW het beheer en de opvolging van haar overheidsopdrachten beter ondersteunen en digitaliseren. Daarbij nemen alle betrokken actoren
Veerle Verhulst , eDelta applicatiebeheerder
– dossierbeheerder, projectingenieur, leidend ambtenaar, werftoezichter, delegatiehouder – hun rol in de applicatie actief op. ‘Op termijn zal dat een hogere kwaliteit, meer transparantie en efficiëntiewinst opleveren’, zegt eDelta applicatiebeheerder Veerle Verhulst. ‘Maar op korte termijn wordt van veel mensen een significante inspanning gevraagd. Procedures moeten worden bijgesteld en Delta–dossiers moeten worden nagezien en gecorrigeerd voor migratie. Ook de procedures voor factuurbehandeling worden gewijzigd. Zo moet er nu ook voor Leveringen en Diensten een voorafgaande schuldvordering worden gevraagd en moet de opdrachtnemer in de toekomst de factuur aan de centrale boekhoudafdeling versturen.’
Opleiding
Uiteraard worden alle betrokkenen opgeleid om de nieuwe webapplicatie goed te kunnen gebruiken. ‘De productieversie van eDelta is in de opleidingsomgeving beschikbaar. Daarmee kunnen de trainers van de afdelingen hun collega’s opleiden en begeleiden in het gebruik van eDelta. Een uitgebreide handleiding van de modules is beschikbaar op het MOW e–procurement extranet.’ Daarnaast zullen eLearning–modules worden aangeboden waarbij de gebruikers in korte filmpjes stap voor stap het volledige beheer van een overheidsopdracht in eDelta kunnen volgen. ‘Zo kunnen ze zich op eigen tempo in eDelta inwerken. En de trainer kan van de eLearning–modules gebruikmaken voor de opleiding van de collega’s.’
Helpdesk
Recent heeft de afdeling ATO de eDelta– helpdesk ingericht naar analogie van de Delta–helpdesk. Gebruikers moeten zich met vragen en problemen eerst richten tot hun Delta–coach of hun trainer. Die kan vervolgens de eDelta–helpdesk contacteren voor ondersteuning via mail: edelta.
[email protected]. Naast de functionele ondersteuning zal de eDelta helpdesk zorgen voor een regelmatige eDelta Nieuwsbrief en de publicatie van handleidingen. Het MOW e–procurement extranet blijft daarbij het centrale informatiepunt. De eDelta–helpdesk zal ook het beheer van de standaardbestekken en catalogus in eDelta verzorgen.
14
MOW
MAG
Laat u niet verrassen...
i
www.WEGENenVERKEER.be V.U. ir. Tom Roelants, Koning Albert
II-laan 20 bus 4, 1000 Brussel
Mediacampagne
over grote werven O
p maandag 5 maart 2012 startte het Agentschap Wegen en Verkeer met een informatiecampagne om weggebruikers op de hoogte te brengen van de grote wegenwerken. Tijdens de komende maanden wordt minstens 140 km snelweg, verspreid over 14 werven, grondig onder handen genomen. Tegen 2015 wil minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits de onderhoudsachterstand op de autosnelwegen wegwerken. De afgelopen 2 jaar zijn al veel inspanningen geleverd om de snelwegen in Vlaanderen grondig te renoveren.
14 werken
Voor 2012 staan er momenteel 14 grote werken gepland, die voor bijkomende hinder voor de weggebruiker kunnen zorgen. Naast die 14 grote werken zijn er nog andere werken gepland die minder impact zullen hebben op de weggebruiker maar die ook bijdragen aan het wegwerken van de onderhoudsachterstand op onze wegen. Het Agentschap Wegen en Verkeer zet verschillende kanalen in om weggebruikers te informeren. Langs alle snelwegen in Vlaanderen zullen affiches de weg-
gebruiker oproepen om zich niet te laten verrassen door de wegenwerken. Ook op www.wegenenverkeer.be staat informatie over de 14 grote werven. Een dynamische routeplanner geeft bezoekers van de website de mogelijkheid om een alternatieve route met het openbaar vervoer uit te stippelen. Er komen ook krantenadvertenties en radiospots.
Laat u niet verrassen…
Met de campagneboodschap Laat u niet verrassen… roept het Agentschap Wegen en Verkeer weggebruikers op om zich t ijdig te informeren, maar de boodschap verwijst ook naar verrassingen in de werfzone. Zowel voor de veiligheid van de arbeiders op de werf als van de weggebruikers zelf wordt er bij wegenwerken een snelheidsbeperking opgelegd. Nog te veel automobilisten houden zich niet aan de verlaagde snelheid en brengen daarmee zichzelf, de andere weggebruikers en de arbeiders op de werf in gevaar. Daarom voorziet het Agentschap Wegen en Verkeer een aantal verplaatsbare flitspalen, die flexibel kunnen worden ingezet om de snelheidsbeperkingen in de verschillende werfzones te handhaven.
50 % bereik! Het Agentschap Wegen en Verkeer voerde een uitgebreid online onderzoek naar de impact van de mediacampagne over de zomerwerven van 2011. De resultaten waren zeer positief. De campagne slaagde erin om 60 % van de weggebruikers te informeren over de komende werken. Na de campagne gezien te hebben, pasten 4 van de 10 weggebruikers hun verplaatsingsgedrag aan om de hinder van de werken voor zichzelf te beperken. Uit de evaluatie bleek dat radiospots en krantenadvertenties een goed cumulatief bereik hebben en dat radiospots het meest doeltreffende medium zijn om weggebruikers te informeren over wegenwerken. De resultaten van de evaluatie dienden als basis voor de mediacampagne van 2012.
15
Op 23 december 2012 keurde de Vlaamse Regering de oprichting van een Grondenbank Gentse Kanaalzone goed.
Grondenbank voor
Gentse kanaalzone I
n 2010 was de Gentse haven de snelst groeiende haven van Europa. De haven zorgt voor veel tewerkstelling en welvaart in de regio. Om ervoor te zorgen dat de haven ook in de toekomst die rol kan spelen, werd het strategisch plan Welvarende Kanaalzone ontwikkeld. Met als tijdshorizon 2030 kiest de haven voor de verdere ontwikkeling van haar activiteiten, met respect voor leefbare woonkernen, landbouw en natuur. De havenuitbreiding die het plan Welvarende Kanaalzone wil realiseren, heeft onvermijdelijk een impact op de natuur– en landbouwgebieden.
Natuur
Ter compensatie van de natuurgebieden die verdwenen zijn of dreigen te verdwijnen door de havenontwikkeling, moeten natuurkerngebieden worden ingericht. Het Vlaamse Gewest en het Havenbedrijf Gent hebben een akkoord gesloten over de realisatie en het beheer van de nieuwe natuurgebieden. De filosofie bij de realisatie van nieuwe natuur is versnippering tegen te gaan en de natuurgebiedenzoveel mogelijk bij elkaar te doen aansluiten tot zogenaamde ‘robuuste natuurkerngebieden’. Op die manier krijgen fauna en flora er alle kansen. Om aan de natuurdoelstellingen tegemoet te komen, is er nood aan 205 hectare extra natuur. Daarvan wordt 16 hectare voorzien binnen de koppelingsgebieden in het havengebied. 189 hectare wordt voorzien in natuurkerngebieden buiten het havengebied. Waar die natuurkerngebieden precies zullen komen, moet nog worden uitgemaakt. ‘De noodzakelijke grondverwerving heeft een ernstige impactop de landbouw’, zeg Astrid Van Vosselen, dr. ir. bij de afdeling Algemeen Beleid van het departement MOW. ‘Daarom komt er een flankerend landbouwbeleid met passende stimuli en financiële toeslagen. De getroffen
16
MOW
MAG
landbouwersworden ook persoonlijk begeleid door een bemiddelaar van de Vlaamse overheid.’
Grondenbank
Een van de flankerende maatregelen is de oprichting van een grondenbank voor de Gentse Kanaalzone. De grondenbank koopt gronden op minnelijke basis aan, zowel binnen het projectgebied waarin natuurdoelstellingen zullen worden gerealiseerd als erbuiten. De grondenbank biedt ruilgronden aan aan de landbouwers die in een projectgebied komen te liggen maar die hun activiteiten willen verderzetten. Eigenaars van landbouwgronden en landbouwers die hun activiteiten willen stopzetten, kunnen tegen interessante voorwaarden hun grond aan de grondenbank kwijt. Op die manier kan een grondenbank op minnelijke basis gronden verwerven, zodat het voor die gronden niet tot een onteigening hoeft te komen.
Landbouweffectenrapport
Om bij de keuze van de natuurgebieden maximaal rekening te kunnen houden met de landbouwactiviteiten wordt een landbouweffectenrapport (LER) opgemaakt via een gedetailleerde enquête bij alle landbouwers die grond in de ‘zoekzones’ gebruiken. Astrid Van Vosselen: ‘Het onderzoek polst onder meer naar de milderende maatregelen die de landbouwer het meest geschikt vindt: grondruil, vergoedingen, uitstel van betaling, bedrijfsverplaatsing, enzovoort.’ ‘Op die manier wordt een gedetailleerd overzicht opgebouwd van de gevolgen voor de landbouwers in het gebied, en van de maatregelen die de landbouwers zelf voorstellen om de hinder te verkleinen. De resultaten van de enquête worden daarna in een algemeen rapport gegoten dat samen met andere studies als basis zal dienen om de natuurkerngebieden definitief af te bakenen.’
De Vlaamse Overheid wil de grensoverschrijdende samenwerking met Nederland nog beter vorm geven. Dat gebeurt onder meer met het project Grenzeloze logistiek.
Grenzeloze
logistiek
A
l sinds het begin van de jaren 90 zijn Vlaanderen en Nederland gezamenlijk actief op het vlak van de Europese structuurfondsen en grensoverschrijdende samenwerking. Binnen het Europees samenwerkingsprogramma Interreg IV Vlaanderen – Nederland werd nu het project Grenzeloze logistiek goedgekeurd. De regio Vlaanderen–Nederland heeft het potentieel en de ambitie om uit te groeien tot de logistieke topregio van Europa. Daar wil het project bij helpen door activiteiten te ondersteunen die een grensoverschrijdende samenwerking nastreven of een grensoverschrijdende meerwaarde aantonen.
Innovatiepotentieel
Het project brengt het innovatiepotentieel van de logistieke sector in kaart en koppelt daar toepassingsgericht onderzoek aan vast binnen kennisinstellingen in Vlaanderen en Nederland. Het is immers van cruciaal belang om technologische, duurzame vooruitgang te stimuleren via gerichte kennisvergaring en kennisuitwisseling tussen Vlaanderen en Nederland. Voorts wordt werk gemaakt van efficiënt ruimtegebruik. Logistieke dienstverleners en verladers hebben vaak veel ruimte nodig voor hun activiteiten. Geschikte, optimaal ontsloten terreinen die voldoende ruimte bieden en kunnen worden uitgebouwd zonder de omgeving te belasten, worden schaars. Het project wil een nieuwe aanpak uitwerken die inzet op de meest geschikte locatie én op de meest optimale ontwikke-
Vlaanderen en Nederland slaan de handen in elkaar om de logistieke topregio van Europa te worden.
ling (via buffering, bouwtechnieken, innovatief transportgebruik). Het uiteindelijke doel is om zowel maatschappelijke als bedrijfseconomische winsten te realiseren.
SkyCat
Daarnaast voorziet het project Grenzeloze Logistiek ook in diverse impactprojecten die inspirerend moeten werken voor een grensregiogerichte aanpak. Er komt een business case om goederenstromen naar Zaventem te bundelen, en in de grensregio komen er voorbeeldcases van naar duurzaamheid geoptimaliseerde binnenvaartterminals. Een ander impactproject draait rond de exploitatie van bestaande of nog niet benutte stromen biomassa, onder meer door de markten aan beide kanten van de grens beter op elkaar af te stemmen.
Er wordt ook gezocht naar totaal nieuwe, innovatieve vervoersmodi, onder andere om het brandstofgebruik in de sector te verminderen. Het hybride luchtschip SkyCat is een voorbeeldproject rond het succesvol aanwenden van nieuwe technologie. Het is een soort zeppelin die ook op water kan landen en gebruikmaakt van gelijkaardige technologie als de hovercraft. Een bijzonder innovatief project dat tot de verbeelding spreekt!
17
Kort
ISO–certificaat
TOD uitgebreid De afdelingen van de Technisch Ondersteunende Diensten (TOD) die een ISO 9001–certificaat hebben, kregen in oktober 2011 hun jaarlijkse externe audit. Daarbij was ook een uitbreiding van het certificaat gepland naar de processen van de cel IT–ondersteuning van de afdeling ATO. De ICT–werkaanvraagprocessen werden door de externe auditoren van dichtbij bekeken, geanalyseerd en kwaliteitsvol bevonden. Het gaat om de processen die de noden van de IT–vraagzijde, zowel infrastructuur als toepassingen, via werkaanvragen vertalen in offertes van de ICT–dienstverlener, en uiteindelijk leiden tot bestellingen en uitvoering. Ook het financiële luik was voorwerp van de audit. Houders van het certificaat zijn verplicht om continu te verbeteren. Voor de IT–processen is er nog een weg te gaan maar het certificaat toont toch aan dat de afdeling op de goede weg is. Bovendien werd de certificering van de andere processen van de afdelingen van TOD herbevestigd.
18
MOW
MAG
Van links naar rechts: Kapt. Yves Goossens, algemeen directeur Vloot – dhr. Frans Van Rompuy, directeurgeneraal van de FOD Mobiliteit (maritieme zaken) en voorzitter het European Maritime Safety Agency
– mevr. Ilse Bailleul, HSEQ-manager Vloot – dhr. Marc Van Peel, havenschepen Antwerpen – mevr. Julie De Zutter, Bureau Veritas – dhr. Noël Colpin, administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen – dhr. Stefan Gurdebeke, hoofdcommissaris, hoofd van de dienst SPN (scheepvaartpolitie) van de Federale Politie
! h s a Cr
Van links naar rechts: mevr. Ilse Bailleul, HSEQ-manager Vloot – Kapt. Yves Goossens, algemeen directeur Vloot – mevr. Julie De Zutter, Bureau Veritas
DAB Vloot behaalt ISO 14001 Op maandag 20 februari ontving de DAB Vloot een ISO 14001–certificaat uit handen van Bureau Veritas. De uitreiking vond plaats in het indrukwekkende MAS–havenpaviljoen van de haven van Antwerpen. Het ISO 14001–certificaat is het bewijs dat de DAB Vloot een efficiënt milieuzorgsysteem heeft uitgebouwd om zijn milieurisico’s te beheersen en te verminderen. De auditoren beklemtoonden dat veel Vloot–collega’s zich erg betrokken voelen bij de milieuprojecten. EnkeleVloot–ecopioniers kregen een bijzondere vermelding, maar ook alle andere personeelsleden én klanten werden bedankt voor hun medewerking aan de milieuprojecten. Meer info: www.welkombijvloot.be
Op 5 maart hield de Luchthaven Antwerpen een grootschalige rampoefening. Het scenario: een noodlanding van een lijnvliegtuig waarbij een helikopter geraakt werd. In totaal namen zowat 220 mensen en 60 voertuigen deel aan de oefening, voornamelijk leden van brandweerkorpsen en de Civiele Bescherming.
n e d le ie s is m m Co standaard uitgenodigd mein n binnen het beleidsdo Voor publieke activiteite mCo de van en led telkens de MOW worden voortaan zo afgeis t Da d. dig eno uitg n missie Openbare Werke van ad. De contactgegevens sproken in de beleidsra s zijn te ger van ver ats pla hun de commissieleden en ren. ps://eroom-mow.vlaande vinden in de e–room htt elDepariec cat uni mm Co M/ CO be/eRoom/DEP MOW MOW. tementMOW/0 1a61 van
19
Boomsesteenweg krijgt geluidsschermen
De A12, of de Boomsesteenweg zoals hij bij veel weg gebruikers bekend staat, snijdt de gemeente Meise door midden. Dat geeft niet alleen problemen voor de verkeers veiligheid, maar er is ook geluidsoverlast. AWV pakt de problemen aan met maatregelen op korte en lange termijn.
D
e A12: een autosnelweg?
Jelle Vercauteren, dienstkringingenieur Autosnelwegen bij Wegen en Verkeer Vlaams–Brabant: ‘De A12 is een primaire weg type I over het hele tracé tussen Brussel en Antwerpen, maar het is alleen officieel een autosnelweg op bepaalde stukken. In Brussel en Grimbergen rijd je nog op een autosnelweg, maar dan duidt een bord ‘F7’ het einde van de autosnelweg aan en beginnen de gelijkgrondse kruispunten met lokale wegen.’
Kruispunt heringericht
Die kruispunten leveren gevaarlijke verkeerssituaties op. Het lokale verkeer moet er van op – soms heel smalle – lokale wegen de drukke autoweg oprijden. ‘In 2010 richtten we al het kruispunt met de Kerkhofstraat en de Londerzeelsesteenweg opnieuw in. In de nieuwe toestand takken de Kerkhofstraat en Londerzeelsesteenweg loodrecht aan op de A12, wat de zichtbaarheid aanzienlijk verbeterd heeft. Voorts werden ook de verkeerslichten conflictvrij gemaakt, werd de linksafslagstrook verlengd en kwam er een ventweg bij zodat de
20
MOW
MAG
omwonenden ten noorden van het kruispunt veiliger de A12 kunnen bereiken.’
Missing Link
Cédric Vaast is als dienstkringingenieur verantwoordelijk voor een grootschalig project dat ter hoogte van hetzelfde kruispunt wordt voorzien: ‘Met de herinrichting in 2010 wilden we de belangrijkste problemen oplossen, maar uiteindelijk is het de bedoeling om de lokale wegen in Meise van de A12 af te koppelen en om een nieuw op– en afrittencomplex te bouwen ter hoogte van het kruispunt van de Londerzeelsesteenweg en de Kerkhofstraat.’ Het project is een van de Missing Links die AWV de komende jaren zal aanpakken en past in het START–plan van de Vlaamse Regering. START staat voor ‘Strategisch Actieplan voor Reconversie en Tewerkstelling in de luchthavenregio’.
Vijf kilometer geluidsschermen
De doorstroming van het verkeer en de economische activiteit moeten gewaarborgd blijven, maar ook aan de leefbaarheid wordt gedacht. Wegen en Verkeer Vlaams–Brabant startte de afgelopen jaren procedures
om geluidsschermen te plaatsen op vier locaties langs de A12 in Meise. Twee van die projecten zijn al afgewerkt: ter hoogte van de woonwijk De Nekker, en ter hoogte van de Hoogstraat en de Driesstraat. In de zomer van 2012 worden schermen geplaatst in de richting van Brussel ter hoogte van de Hendrik Van Dievoetlaan, Jan Krokaertstraat, Victor Ameryckxstraat en Koningin Astridlaan, en richting Antwerpen tussen de Kartuizerslaan en afrit 3. In 2014 zal AWV nog een scherm bijplaatsen net voorbij de grens met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Op die manier zullen bewoners over een afstand van vijf kilometer aanzienlijk minder last hebben van verkeersgeluid dan voordien. Daarbij werd ook gedacht aan de esthetiek: ofwel komen er schermen waar aan beide kanten klimop over groeit, ofwel komt er beplanting aan de kant van de woningen.
Hoge schermen
Opvallend is dat de schermen heel hoog zijn. Dat heeft te maken met de ligging van de woningen. Barbara Vanhooreweder (afdeling Wegenbouwkunde van AWV): ‘De hoogte varieert van vier tot zeven meter. Dat heeft te maken met de ligging van de huizen aan de A12. De woningen liggen soms op zeer korte afstand van de weg, en het is er vrij heuvelachtig, zodat sommige huizen hoger dan de weg liggen. Alleen als de schermen even hoog komen, hebben ze effect.’
XXX
Akkoord over
Terneuzen Vlaams minister Hilde Crevits (Mobiliteit en Openbare werken) en Nederlands minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) bezegelen het akkoord.
Op maandag 19 maart hebben Vlaanderen en Nederland een akkoord bereikt over de kostprijsverdeling voor een nieuwe grote zeesluis in Terneuzen. De planuitwerkings– fase kan nu definitief van start gaan. Vlaanderen en Nederland zullen de gemaakte afspraken ook uitwerken in een nieuw verdrag.
Vlaanderen en Nederland zullen elk 50 procent van de studiekosten dragen voor de bouw van de nieuwe zeesluis in Terneuzen.
e nieuwe sluis verbetert de toegang tot de haven van Gent en zorgt voor een vlotte doortocht van binnenvaartschepen naar Nederland, België en Frankrijk. Het kanaal van Gent naar Terneuzen is immers een hoofdvaarweg voor de scheepvaart. Het is 32 kilometer lang. Daarvan ligt 16,6 kilometer op Nederlands grondgebied, van Sas van Gent tot aan de Westerschelde bij Terneuzen.
keursbeslissing voor een grote zeesluis verder uitgewerkt. Concreet betekent dit dat zal worden gezocht naar optimalisatiemogelijkheden voor het design, de fasering en de financiering van de sluis. Ook vindt een optimalisatie plaats binnen de kosten van aanleg en infrastructureel beheer en onderhoud. De planuitwerkingsfase zal worden uitgevoerd door een gemeenschappelijke Vlaams–Nederlandse projectorganisatie in opdracht van de Vlaams–Nederlandse Scheldecommissie (VNSC). De fase zal ongeveer 2–3 jaar tijd in beslag nemen. Vlaanderen en Nederland dragen elk 50 % van de kosten.
Planuitwerking
Grote zeesluis
D
In 2011 maakten 70.000 schepen gebruik van de sluis bij Terneuzen. Er is behoefte aan extra capaciteit in het sluizencomplex. Nederland en Vlaanderen voeren al enige tijd onderhandelingen over de bouw van de nieuwe sluis. Volgens de Nederlandse regelgeving wordt in de planuitwerkingsfase de voor-
Eerder bereikten Vlaanderen en Nederland al overeenstemming over de keuze van een grote diepe zeesluis. Door de aanleg van die grote zeesluis, die de voorkeur van Vlaanderen en het Stakeholdersadviesforum (SAF) heeft, wordt de haven van Gent bereikbaar voor de grootste zeeschepen. Daarnaast wordt de capaciteit van het sluizencomplex
sterk verbeterd voor de binnenvaart. De aanleg van de nieuwe zeesluis gaat uit van een geraamde kostprijs van 930 miljoen euro, op basis van de Nederlandse ramings systematiek. De kosten voor het onderhoud voor 30 jaar bedragen 75 miljoen euro. Nederland neemt in totaal 141,9 miljoen euro voor zijn rekening. Vlaanderen vult aan tot de werkelijke kosten. Voor het project zal maximaal een beroep worden gedaan op Europese cofinanciering, zowel voor de planuitwerkingsfase als voor de realisatie van de sluis.
Extra kosten
De keuze voor een grote zeesluis vergt op termijn aanpassingen aan het kanaal, de tunnel eronder en aan bruggen. De extra kosten zijn voor rekening van Vlaanderen. Nederland draagt maximaal 150 miljoen euro bij. De betaling zal uiterlijk plaatsvinden bij de ingebruikname van de sluis. De kanaalaanpassingen op Nederlands grondgebied gebeuren in gezamenlijk overleg aan de hand van een door Vlaanderen op te stellen planning.
21
Het programma Vlaanderen in Actie (ViA) bundelt acties die als doel hebben om Vlaanderen bij de top vijf van de Europese regio’s te brengen of te houden. Binnen het programma zijn 13 transitieprojecten gedefinieerd. MOW is de trekker voor twee van die projecten.
Vlaanderen in Actie
MOW trekt twee
transitieprojecten V
iA wil onder meer bereiken dat overheid en privé de handen in elkaar slaan om samen te werken aan een duurzaam en innovatief Vlaanderen. Er zijn niet minder dan 338 sleutelprojecten, waarvan 48 vlaggenschipprojecten. Voor MOW is het project Vlaamse Baaien bijvoorbeeld een uitgesproken vlaggenschipproject.
Transitieprojecten
Vanaf nu wordt ook een sterke klemtoon gelegd op projecten waarin verschillende beleidsdomeinen samen een belangrijke rol spelen. Die transversale projecten worden transitieprojecten genoemd, omdat ze een sterke motor tot verandering zijn, waarbij verschillende maatschappelijke actoren een rol spelen. De transitieprojecten tekenen een gezamenlijke toekomstvisie uit met als horizon het jaar 2050. Binnen die visie worden experimenten opgestart met innoverende nichespelers en meer klassieke actoren. Experimenten die een belangrijke meerwaarde bieden kunnen dan een aanzet zijn tot nieuw beleid. 22
MOW
MAG
Er zijn 13 transitieprojecten afgebakend. Voor twee thema’s is het beleidsdomein MOW trekker.
Slimme mobiliteit
Het eerste thema is Slimme Mobiliteit, dat focust op de mobiliteitsuitdagingen in Vlaanderen. Intelligente transportsystemen maken gebruik van de innovatieve informatie- en communicatietechnologie om nieuwe transportdiensten op de netwerken en in de voertuigen te ontwikkelen. Het netwerk van dynamisch verkeersbeheer en de slimme verkeerslichten zoals die nu al worden ingezet vormen slechts een eerste stap. Het verder benutten van dit potentieel vormt de leidraad in het Europese ITS-actieplan. De transitieaanpak kan hier een motor zijn voor innovatieve ideeën en oplossingen, en voor een constructieve samenwerking tussen verschillende overheden en de private sector.
Versnelling investeringsprojecten
Project twee is de versnelling van investeringsprojecten. Het projectteam bestaat uit vertegenwoordigers van de beleidsdomei-
nen MOW, RWO en LNE, het Kenniscentrum PPS en het Team Stedenbeleid. Dit project staat model voor een nieuwe procesaanpak met de zogenaamde ‘drietrapsraket’: van probleemstelling en doelstellingen, over de inbreng van belanghebbenden, participatie en de afweging en trechtering van alternatieven, naar de concretisering van de oplossing en de uitvoering. De bedoeling is onder meer om de inspraak van burgers vroeg in het proces te laten gebeuren, om zo ‘klikmomenten’ te creëren met gedragen beslissingen waarop dan achteraf niet meer kan worden teruggekomen.
Cultuurverandering
Communicatie, participatie en transparantie staan centraal in de nieuwe aanpak, die in 2012 in een eerste concept van kader decreet wordt gegoten. Voor het nieuwe proces is ook een cultuurverandering nodig binnen de Vlaamse overheid. Samen met de leidend ambtenaren van de entiteiten zal de trekker van het project erover wakendat die noodzakelijke attitudewijziging doorgang vindt.
• Onderzoeker Waterbo
uwkundig
Laboratorium • Adviseur Ondernemer
s Zonder Grenzen
Duurzame ontwikkelingssamenwerking:
win - win!
De ngo Ondernemers Zonder Grenzen (OZG) koppelt bebossingsprojecten in de Sahel aan CO2–certificaten binnen het Kyoto–protocol. Collega Yaïr Levy van het Waterbouwkundig Laboratorium is een enthousiast medewerker.
H
et Kyotoprotocol (1997) wil de uitstoot van broeikasgassen beperken om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Landen die het protocol hebben ondertekend, mogen maar een beperkt tonnage koolstofdioxide uitstoten. Stoten ze meer uit, dan moeten ze ‘koolstofkredieten’ aankopen van landen die minder uitstoten dan toegelaten. Op die manier kunnen ontwikkelingslanden zich verder ontwikkelen zonder hun eigen energiebronnen en biodiversiteit in gevaar te brengen. Ook bedrijven kunnen via dergelijke certificaten hun ecologische voetafdruk beperken. OZG is een van de NGO’s die dat mogelijk maakt.
Agrobossen
‘OZG is gespecialiseerd in de aanleg van agrobossen’, zegt Yaïr. ‘Dat zijn bomenrijen waartussen gewassen en kruiden groeien. Agrobossen zijn biologisch meer divers dan de vroegere monoculturele plantages. Ze bieden een betere bodembescherming en zijn daarom beter aangepast aan droge
streken. Dat is ook nodig, want we planten onze agrobossen in de Sahel, aan de rand van woestijngebied. Hoewel planten een verkeerd woord is: we zaaien de bossen in. De irrigatie komt onder andere van ‘boulli’s’, grote regenwaterreservoirs die we met lokale materialen kunnen bouwen en onderhouden.’ Bossen zijn goed voor het milieu, want ze houden CO2 vast die anders in de atmosfeer zou terechtkomen. ‘Doordat onze projecten aan de rand van de woestijn liggen, zijn de milieueffecten veel groter dan bij bestaande bossen: de CO2 die de bomen vasthouden, is gegarandeerde milieuwinst tegenover de vroegere situatie, wat in subtropische gebieden niet het geval is. De agrobossen zijn ook goed voor de lokale gemeenschap. De mensen doen het grootste deel van het werk en worden daarvoor betaald. Bovendien dienen de boulli’s ook om hun landbouwgronden te irrigeren. En we stellen voorwaarden aan de lokale gemeenschappen. Ze moeten ook meisjes naar school laten gaan, bijvoorbeeld.’
Certificaten
Bedrijven – ook KMO’s – kunnen in de agrobossen investeren en krijgen in ruil een certificaat van het zogenaamde Clean Development Mechanism van het Kyoto–protocol. Dat certificaat is het bewijs dat ze iets aan hun ecologische voetafdruk doen, én het is verhandelbaar. ‘Een echte win–winsituatie’, zegt Yaïr Levy. ‘De bedrijven doen iets voor het klimaat en helpen de lokale bevolking. Maar ze doen dat niet louter uit liefdadigheid want ze krijgen een return on investment via de certificaten. Het is echt een investering.’ Met medewerking van overheid en universiteiten heeft Ondernemers Zonder Grenzen een MVO Benchmaker ontwikkeld: een systeem dat meet in hoeverre een bedrijf bezig is met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. ‘Zo kunnen we bewijzen dat onze projecten niet alleen ecologisch solide zijn, maar ook de lokale gemeenschap ondersteunen. Bedrijven die goed scoren op de Benchmaker, krijgen een MVO–label.’ Met al drie concreet ontwikkelde bebossingsprojecten in Mali en Burkina Faso, is OZG niet alleen de eerste Belgisch CDM projectstichter in Afrika maar ook de pionier van CDM in de Sahel.
23
ATO heeft een grote collectie historische topografische toestellen. Enkele stukken uit die collectie werden uitgeleend aan de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas voor de tentoonstelling Biblothecae Gerardi Mercatoris in het Mercatormuseum van Sint-Niklaas. Die
tentoonstelling komt er naar aanleiding van de 500ste verjaardag van Mercator, en loopt van 24 maart 2012 tot 1 juli 2012.
Het Mercatormuseum vind je in de Zamanstraat 49, 9100 Sint-Niklaas.